ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSOK^VLAANDEREN
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
Deze kok
No. 10.029
WOENSDAG 14 FEBRUARI 1940
80®Jaargang
Binnenland
FeuilSeton
maakt
wat smaakt
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTH5NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20.
KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handeisadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
INSTRUCTIEFILM VAN LUOHTW AC5HT-
EN LTJOHTVERDEDIGINGSDIENST.
Prins OBernhard heeft Maandag in bote]
Wittebrug te 's-Gravenhage de vertooning
bijgewoond van de instructiefilm van het vrij-
willig landstormkorps luchtwacht- en lucht-
verdedigingsdienst.
De Prins was vergezeld van zijn waar-
nemend adjudant luit.-kolonel H. J. Phaff.
Tot de overige aanwezigen behoorden de
opperbevelbebber van land- en zeemacht,
generaal lH. G. Winkelman, generaal-majoor
P. W. Best, commandant luchtverdediging, en
generaal-majoor ;H. de Iongb, inspecteur van
de vrijwillige landstorm.
DE NIEUWE LEENING VAN 300
MILLIOEN.
Aan het verslag van de Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot het aangaan van
een geldleening of -leeningen ten laste van
het rijk is het volgende ontleend:
Algemeen erkende men, dat het uitschrijven
van een leening tot een zeer aanzienlijk be-
drag onvermijdelijk is, teneinde het hoog op-
geloopen ibedrag der vlottende schuld te ver-
mlnderen. Ook erkende men, dat het nood-
zakelijk is aan deze leening een semi-gedwon-
gen karakter te geven, nu bij de uitgifte van
de vorige, geheel vrijwillige, leening is ge-
bleken, dat de ,,stok achter de deur" niet ge-
mist kan worden. Men kon zich dan ook
algemeen in hoofdzaak met het wetsontwerp
vereenigen.
Alvorens nader in den inhoud van het ont-
werp te treden, wilden verscheidene leden
eenige opmerkingen maken over het misluk-
ken van de vorige leening. Zij gaven uiting
aan hun emstige teleurstelling daarover. Een
deel dezer leden weet deze mislukking voor-
namelijk aan gebrek aan medewenking bij de
groote particuliere beleggers. Anderen weer-
spraken deze opvatting en gaven als hun oor-
deel te kennen, dat slechts den deel van de
markt de regeering in den steek heeft gelaten,
ml. de institutioneele beleggers.
Sommige leden stelden de vraag, of de re
geering en de Nederlandsche Bank, die de
regeering bij de uitgifte van leeningen des-
gevraagd behoort te steunen, wel al het
mogelijke hebben gedaan om de vorige lee
ning te doen slagen. In het bijzonder een
initensieve propaganda hadden zij gemist. Was
ook het contact tusschen de regeering en de
verschillende instanties op de kapitaalmarkt
welke tot het slagen van de leening konden
medewerken, wel voldoende.
Gaarne zou men nog vememen, voor welk
bedrag in totaal op de vorige leening is in-
geschreven, hoeveel daarvan reeds dadelijk
door de rijksfondsen was genomen en hoeveel
deze fondsen na het mislukken van de uit
gifte nog bovendien hebben opgenomen.
Wat nu de nieuwe leening zelf betreft,
werd allereerst door enkele leden betoogd,
dat reeds veel eerder tot de uitgifte had moe-
ten zijn overgegaan; reeds een jaar geleden
was het bedrag der vlottende schuld veel te
hoog.
Van verschillende zijden werd er, mede in
verband met de te verwachten verdere stij-
ging van de rentevoet, op aangedrongen een
hooger bedrag dan 300.000.000 te leenen.
Overigens meenden sommige leden op grond
van de statistische gegevens omtrent de ver-
mogensbelasting, dat de regeering zich ver-
gist heeft in de berekening van de opbnengst
der verplichte deelneming, voor zoover. die
berust op de vermogensaanslagen. Deze op-
brengst zal veel hooger zijn dan 150.000.000.
Sommige leden betwijfelden in verband met
de weinig vaderlandslievende houding van
vele beleggers bij de uitgifte van de vorige
leening, of het wel juist gezien is den rente
voet van de thans uit te geven vrijwillige
Roman van
JOHANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
31)
Vervolg.
„Die meneer kwam bij me op Trinitad
Square", vertelde de chauffeur. Hij gaf me
opdracht naar Lyon's Comer House in Bond
Street te rijden, daar den portier naar den
wagen te roepen en dan terstond weer terug
te rijden naar mijn standplaats. Ik deed pre-
cies zooals hij gezegd had en toen hij afge-
rekend had verdween hij."
„Herinner je je zijn signalement vroeg
de chef van Scotland Yard.
De chauffeur knikte. Hij gaf een vrij nauw-
keurig signalement op, waaraan echter min-
stens een half millioen personen in Londen
konden beantwoorden. Doch toen kwam de
onheilspellende verrassing.
„En verder viel het me op, dat meneer Gil-
tay een valsche snor droeg", besloot hij zijn
relaas.
„Hoe weet je dat?" kwam lord Roterbothe
verrast overeind.
,,Ik zag het terstond, mylord. Ik ben vroe-
ger bij een haarbewerker in de leer geweest
en ik kon dus goed valsch van echt onder-
scheiden
Deze mededeeling wekte ernstige verden-
king aangaande den persoon en de bedoelin-
gen van den onbekenden Giltay. Die vermom-
ming wierp terstond een heel ander licht op
de verdwijruing van Margareth Norman. Gor
don zag zijn vrees reeds bewaarheid en het
meisje ontvoerd. En ook lord Rotherbothe
scheen naar die meening over te hellen. Hij
stelde den chauffeur en den portier nog
eenige onbelangrijke vragen en zond hen heen.
leening wederom op 4 pet. te stellen. Huns
inziens ware het een goede correctie op de
houding dezer beleggers, indien de rentevoet
dadelijk op 3 pet. werd gebracht.
Andere leden konden zich met het uitgeven
Van de nieuwe leening tegen 4 pet. geheel
vereenigen.
Van verschillende zijden werd er op ge-
wezen, dat mede ten gevolge van de actie
van het beleggingsfonds de provincien en
gemeenten thans alleen tegen ongunstiger
voorwaarden dan waarop het rijk nu gaat
leenen, geld kunnen opnemen. Meent de
regeering niet, zoo werd gevraagd, dat het
op haar weg ligt te bevorderen, dat ook de
lage publiekrechtelijke liehamen voor hun
noodzakelijke uitgaven tegen redelijke voor
waarden kunnen leenen?
Eenige leden waren van oordeel, dat het
aanbeveling Verdient aan deze leening, al
moge zij dan worden aangegaan voor dek-
king van ,,normale" uitgaven, een korten
looptjjd te geven; 15 jaar achtten zij ook
voor deze leening een juisten termijn. Wel
is waar zouden de aflossingen daardoor wor
den verhoogd, doch men zou dan ook tegen
lagere rente kunnen leenen.
Andere leden achtten een looptijd van 40
jaar, zooals de regeering voorstelt, juist.
Van verschillende zijde werd er op aange
drongen vast te leggien, of vrijstelling van
belastingen al dan niet zal worden verleend.
Er is in dit geval, nu te voren vaststaat
tegen welke voorwaarden de leening zal
worden uitge.geven, geen enkele reden de
beslissing over het al dan niet vrijstellen aan
den minister over te laten.
Zeer vele leden hadden er bezwaar tegen,
dat degenen, die hebben ingeschreven op de
vorige leening, thans over ddn kam geschoren
zullen (worden met hen, die dit nalieten. Om
zich tegen deelneming in de gedwongen
leening te vrijwaren, zullen de eerstbedoelde
personen immers moeten inteekemen op de
nieuwe vrijwillige leening. Dientengevolge
vrliezen zij de faciliteit, weke hun bij de
vorige leening was toegekend, dat zij hun
stukken kunnen bezigen om daarmee bepaal-
de belastingen te voldoen. Dit achtte men
niet billijk. Er werd dan ook krachtig op
aangedrongen, een regeling te treffen, waar-
door deze faciliteit voor hen behouden blijft.
Men meende, dat zulk een regeling geen
groote moeilijkheden behoeft op te leveren.
Vele leden waren van oordeel, dat de
gebruikelijke provisie van pet. in dit geval
aanmerkelijk te hoog is.
Eenige leden zouden de bepaling opgeno
men willen zien, dat de leening de eerste
vijf jaren niet kan worden afgelost. Eenige
andere leden zouden dezen termijn liefst op
10 jaren gesteld willen zien. Vele andere
leden zouden tegen een zoodanig conversie-
verbod ernstig bezwaar hebben.
Verscheidene leden meenden, dat de rente
van de gedwongen leening lager gesteld kan
worden dan 3 pet.; nu immers een ieder het
zelf in de hand heeft door inteekening op de
vrijwillige leening te voorkomen, dat hij aan-
geslagen wordt.
Van verschillende zijden vestigde men er
de aandacht op, dat alleen rekening gehouden
wordt met iemands Vermogen en niet met het
uit arbeid verkregen inkomen. Dit achten
vele leden niet juist. Personen met een groot
inkomen uit arbeid pie gen een belangrijk deel
daarvan te beleggen. Deelneming in de lee
ning zal hun vaak gemakkelijker vallen dan
anderen, die meer vermogen, doch minder in
komen bezitten. Men drong er op aan het des-
betreffende artikel in dezen zin aan te vullen.
DE BURGERDIJK DOOR EEN DUITSCHE
DUIKBOOT GETORPEDEERD.
Zooals reeds in ons vorig nummer is ge-
meld, heeft de directie van de HollandAme
rika Lijn medegedeeld, dat zij van den kapitein
van het s.s. Burgerdijk beric'ht heeft ontvan-
Toen wendde hij zich met een bezorgd gelaat
tot Gordon.
,,De zaak schijnt een verrassende wending
te nemen", sprak hij. „Het lijkt nu haast aan
geen twijfel meer onderhevig, of die Giltay
heeft inderdaad de hand in de verdwijning ge-
had. Hij kon echter Engeland niet met haar
verlaten hebben. De inlichtingen die wij uit
de havenplaatsen ontvangen hebben, houden
de pertinente verzekering in, dat het meisje
zich noch alleen, noch in gezelschap van an
deren heeft ingescheept. Zij moet nog in het
land vertoeven en onze opsporingen hoeven
dus niet vruchteloos te blijven. Ik ga ter
stond mijn maatregelen nemen, Trevelyan..."
Gordon begreep, dat het nutteloos zou zijn,
nog langer te blijven toeven. Hij kreeg de
verzekering, dat hij onmiddellijk telefonisch
gewaarschuwd zou worden, als er iets bijzon-
ders bekend werd en nam in een sombere
stemming afseheid. Thuis stelde hij lady
Allenby met zijn. onderhoud met lord Rother
bothe op de hoogte. Zijn tanbe was even ver-
schrikt als hij, toen zij alles vemomen had.
Hoewel Gordon met geen woord of toespeling
van zijn angstige vermoedens had gerept, be
greep zij tooh zeer goed, welk een onheilspel-
lende beteekenis er moest worden gehecht aan
de relatie van een onervaren jong meisje met
iemand, die zich niet in het openbaar durfde
vertoonen, zonder zich te vermommen.
,,Arm, ongelukkig kind", liet zij zich ont-
vallen. ,,De hemel mag weten, hoe zij op het
oogenblik in angst zit".
Het was de eerste maal dat Gordon zijn
tante Margareth oprecht hoorde beklagen. Hij
beluisterde zelfs een klank van echt moeder-
lijk medelijden in haar stem. En dat was
voor hem een bewijs, dat zij lang niet zoo on-
verschillig dacht over Margareth Norman,
als zij hem altijd had willen doen gelooven.
In angstige verwachting.
De Verdwijning van Margareth Norman
was een gebeurtenis, die vooral de Londen-
sche Society in beroering hield. Het meisje
dat door haar bekoorlijkheid iedereen opge-
gen, dat zijn schip door een Duitschen onder-
zeeer is getorpedeerd.
De N. R. Crt. schrijft daarover:
Uit deze mededeeling van de directie der
H.A.L. blijkt dus, dat het aanvankelijke be
richt, als zou de Burgerdijk gezonken zijn na
een aanvaring, onjuist is geweest. Voor de
derde maal in dezen oorlog is een schip van
onze koopvaardijvloot door een Duitsche tor
pedo vemietigdop 16 November de Slie-
drecht van Van Ommeren, waarbij 26 men-
schenlevens te betreuren waren, op 15 Januari
de Arendskerk van de Ver. Ned. Scheepvaart
Mij. en nu op 10 Februari de Burgerdijk. De'
HollandAmerika Lijn verliest hiermede haar
derde schip in eenige maanden; de Binnen-
dijk en de Spaarndam immers zijn, resp. op
8 October en 27 November, op een mijn ge-
loopen.
Wij vernemen nog, dat zich aan boord van
de Burgerdijk acht passagiers bevonden.
Dezen en de geheele bemanning van het schip
zijn aan boord van de Edam, die, op weg van
New York naar Rotterdam, Maandag in de
Duins werd verwacht en verkeeren alien in
goeden welstand.
Naar de reden van den maatregel van den
Duitschen duikbootcommandant kunnen wij
op het oogenblik nog slechts gissen. Wij her-
inneren er aan, dat de Burgerdijk met een
lading graan, veevoeder en stukgoederen op
weg was van New York naar Rotterdam. Zij
zou, gelijk andere schepen op Amerika, de
Duins hebben moeten aandoen voor de Engel-
sche controle. In elk geval kan hier niet het
motief hebben gegolden, waarop de kapitein
van de Duitsche Guikboot, die de Arendskerk
in den grond boorde, zijn besluit baseerde:
dat de lading als contrabande moest worden
beschouwd niet wegens den aard der goede-
ren, doch omdat zij bestemd was voor een
vijandelijk land (Zuid-Afrika), een opvatting
overigens, welke in strijd was met de Duitsche
contrabande-bepalingen, die bepaalde groe-
pen van goederen, welke bestemd zijn voor
een vijandelijk land als ,,neembaar goed" aan-
wrjzen. De lading van de Burgerdijk was im
mers, naar de directie van de H.A.L. ons me-
dedeelde, geheel voor Nederland bestemd.
Mogelijk is het feit, dat de Burgerdijk zich
naar de Duins zou begeven, voor de Duit-
schers voldoende aanleiding geweest om het
schip te torpedeeren. De vernietiging van de
Sliedrecht heeft wel doen blijken, dat er Duit
sche duikbootcommandanten zijn, wien het
aan gevoel voor recht en redelijkheid ont-
breekt. Wij mogen verwachten, dat onze re
geering met kracht tegen dergelijke opvattin-
gen zal protesteeren.
Inmiddels willen wij op de nadere bijzonder-
heden over dezen nieuwen slag voor onze
koopvaardijvloot niet vooruitloopen. Volstaan
wij met te wijzen op den omvang, welke de
lijst aan door den oorlog verloren gegane Ne
derlandsche schepen gaandeweg begint te
krijgen. Inderdaad: de tol aan het geweld tus
schen de groote mogendheden moet wel wor
den betaald.
ONRECHTMATIG GEWELD.
De torpedeering van het s.s. ..Burgerdijk"
toont, merkt het Handelsblad op, opnieuw
aan, dat deze oorlog der grooten voor een
niet gering deel op de ruggen der kleine neu-
tralen wordt uitgevochten. Op zee worden de
neutrale handelsvrijheid en de neutrale sche
pen ni?t gespaard. Mijnen doen haar vernie-
lend werk zonder aanzien van schip en vlag,
maar ook de Duitsche duikbootoorlog schijnt
dien kant uit te gaan. Gedurende de be-
trekkelijk korte spanne tijds, die verloopen
is, sinds de oorlogstoestand in Europa is in-
getreden, valt thans reeds het derde Neder
landsche schip ten prooi aan een met voorbe-
dachten rade op een neutraal schip, ditmaal
met lading voor een neutrale regeering, af-
vallen was, bleef in het middelpunt der be-
langstelling staan; men besprak haar raad-
selachtig gedrag van den laatsten tijd en ver-
diepte zich in gissingen, wat er met haar ge-
beurd kon zijn.
De meest fantastische verhalen deden de
ronde. Geen naam ging in die week over de
tong, dan die van Margareth Norman en nau-
welijks was het eene dwaze gerucht verstomd,
of het andere deed weer als een loopend vuur-
tje de ronde. Men sprak zelfs reeds van een
zoogenaamden koffermoord, die de derde dan
zou zijn in weinige maanden tijds en dit onge-
motiveerd vermoeden werkte zoo suggestief,
dat menschen, die aan de stations een koffer
in depot gaven, met een wantrouwend oog
werden opgenomen.
Intusschen misten al die dwaze verhalen en
geruchten zelfs den schijn van waarheid. Lord
Rotherbothe en zijn mannen waren uiterst
actief en onderzochten elk fantastisch ver-
haal, dat hun schriftelijk of telefonisch opge-
discht werd. Maar reeds bij een oppervlak-
kig onderzoek bleek dan, dat de heele geschie-
denis ontsproten was aan de angstige ver-
verbeelding van een dwaas, ofwel te dan-
ken was aan de sensatiezucht van lie-
den, die zich eens op den voorgrond
wilden plaatsen van de publieke belangstel-
ling. Het nuchtere feit bleef, dat er geen
spoor van Margareth Norman te ontdekken
viel en als het oog van lord Rotherbothe over
de kaart ging van Londen om na te speuren
of er zich soms een tochtje of gaatje bevond
dat nog niet doorzocht was, dan bleef het
bijzonder lang en met een peinzende uitdruk-
king rusten op de kronkelige Theems, die wel
meer van dergelijke geheimen voor eeuwig
naar de Noordzee gedragen had...
Voor de kleine verdenking, waarin Marga
reth zich den laatsten tijd bewogen had, was
die onzekerheid verschrikkelijk. Lady en
Lord Hendon, in wier huis het meisje een
dagelijksche gast was geweest, waren wan-
hopig. Eveneens Margareth's pleegouders
die, hoewel zjj een afkeer hadden van gezel
schap, en zich daarom nooit met de society
geschoten Duitsche torpedo. Eerst de „Slie-
drecht", toen de Arendskerk", nu de Bur
gerdijk".
Al zijn er dan ditmaal gelukkig geen men-
schenlevens te betreuren, principieel is de
redelooze vernietiging van de Burgerdijk"
van veel ernstiger aard dan de twee torpe-
deeringen, welke zijn voorafgegaan. Vraagt
men, welke de rechtmatige redenen geweest
kunnen zijn, welke de Duitsche duikboot-
kapitein hebben geleid tot het aanwenden
van onverantwoord geweld op het Neder
landsche schip, dan moet het antwoord
luiden: geene. 'Hier was een lading, waar-
van de scheepspapieren duidelijk aantoon-
den, dat zij voor het allergrootste gedeelte
geconsigneerd was aan de Nederlandsche
regeering. En voor de rest bestemd voor
Nederlanders, terwijl er geen twijfel was, dat
dit alles slechts moest dienen voor de Neder
landsche volkshuishouding in het algemeen.
Niet zonder verontwaardiging en verbijste-
ring zal men zich dan ook afvragen, waar
het heen moet met de Nederlandsche ,,levens-
rechten", indien goederen, uitsluitend bestemd
om Nederlandsche onderdanen in het leven te
houden, het voorwerp kunnen worden van
opzettelijke vernietiging door een belligerent.
Een voortgaan op dezen weg zou neerkomen
op het uithongeren van de neutrale Neder
landsche bevolking.
In het geval van de .Arendskerk" betrof
het een lading, welke bestreken werd door
de, overigens betwistbare, Duitsche contra
bande-bepalingen. Bij de Burgerdijk" was
van contrabande in geen enkel opzicht sprake.
Integendeel, hier betrof het een zsnding voor
de Nederlandsche regeering ten behoeve van
het Nederlandsche volk. Zooals in den loop
van dezen oorlog de HollandAmerika Lijn
stellig nog vele malen uit Amerika regee-
ringsgraan zal aanvoeren, dat dient voor de
gewone Voedselvoorziening van onze natie.
Ook uit de overzeesche gebiedsdeelen bren-
gen onze schepen producten naar het moeder-
land, welke er eenvoudig voor dienen, om in
de normale behoeften van het Nederlandsche
volk te voorzien. Het is voor ons rechtsge-
voel, maar ook voor de functionneering van
het elementaire dagelijksche leven in ons
land niet te aanvaarden, dat Nederlandsche
schepen worden getorpedeerd, welke regee-
ringsgoederen vervoeren, terwijl voor het
restant der lading, de regeering garandeert
dat de producten binnen onze grenzen zullen
blijven.
Ook de geduldigste neutrale mogendheid
mag er aanspraak op maken, dat met haar
fundamlenteele, primaire levensbelangen door
de oorlogvoerenden in billij'kheid wordt reke
ning gehouden. Het scherpste protest door
de Nederlandsche regeering ware tegenover-
deze torpedeering van de ..Burgerdijk" dan
ook op zijn plaats. Een Nederlandsch schip
is onrechtmatig vernield. Dat kwetst ons
zeevarend volk dieper den woorden kunnen
vertolken. In andere neutrale zeevarende
landen zal dit grof beleedigde gevoel weer-
klank vinden.
De beweegredenen van de torpedeering.
De directie van de 'Holland-Amerika Lijn
heeft medegedeeld, dat uit de verklaringen
van den gezagvoerder van het s.s. Burgerdijk
te Londen is gebleken, dat de kapitein van de
onderzeeboot weigerde inzage van de papie-
ren te nemen en slechts onder bewering, dat
het schip en de lading voor een Engelsche
haven besterqd waren, tot torpedeering is
overgegaan, nadat de gezagvoerder, 6tat-
major, bemanning en passagiers van de Bur
gerdijk in de gelegenheid waren gesteld in de
reddingbooten te gaan.
Het A.N.P. meldt uit Berlijn:
Van bevoegde zijde wordt betoogd, dat het
Nederlandsche vrachtschip Burgerdijk door
een Duitsche duikboot werd getorpedeerd
ophielden, thans werden gemarteld door drom-
men bezoeksters, die hun ongezonde nieuws-
gierigheid aangaande de intieme. omstandig-
heden van 't meisje, nauwelijks trachtten te
camoufleeren met een min of meer gehuicheld
vertoon van deelneming en beklag.
De Hendons werden intusschen opnieuw
verontrust, toen zij van Gordon vernamen van
de geheimzinnige relatie tusschen Margareth
en den hun volkomen onbekenden meneer
Giltay. Direct na de lunch bracht Gordon
hun een bezoek en vertelde hun van zijn on
derhoud met lord Rotherbothe. Toen lady
Hendon varnam dat de man, met Wien Marga
reth vermoedelijk een schriftelijke afspraak
getroffen had, een valsche snor droeg, kwam
zij onmiddellijk op hetzelfde vermoeden als
Gordon.
,,Meegelokt, beslist meegelokt", sprak zij
met tranen in haar stem.
„Kom, zij is geen kind", viel lord Hendon
luidruchtig uit. ,,Een meisje van twee en
twintig jaar laat zich maar niet door een
vreemde aan de hand meevoeren".
„Zoo moet u het niet beschouwen, mylord",
liet Gordon zich met een sombere stem
hooren. ,,Zij is vrijwillig meegegaan, maar
zij zal bedrogen worden ten aanzien van haar
bestemming en het doel van haar reis".
Lord Hendon kwam zenuwachtig overeind.
,,Maar wat fantaseeren jullie toch allemaal
voor verschrikkelijks viel hij opgewonden
uit. ,,Zeg het nu maar eens in ronde woor
den, Gordon, en laat die diplomatieke camou
flage varen".
,,Wat ik er van denk is spoedig verklaard,
mylord. Wij kunnen nu wel vrijwel als vast-
staand aannemen, dat Margareth in moeilijk
heden zat. Daar zijn wij het, geloof ik, alle
maal over eens. En zij schijnt in de overtui-
ging te hebben geleefd, dat die moeilijkheden
niet uit den weg te ruimen waren en dat zij
ze alleen maar ontvluchten kon. Welnu, wat
ligt in die omstandigheden meer voor de hand,
dan dat zij heeft uitgezien naar een gelegen
heid om elders op de een of andere wijze haar
brood te verdienen?"
Zwanenberg s
koks hebben ver-
standvan hun vak.
Dat proeft U aan
alles, wat Zwanen
berg maakt
groenten, vleesch-
waren, jams, soe-
pen. enzoovoort!
(Ingez. Med.)
overeenkomstig artikel 23 van de Duitsche
prijzenverordening van September 1939.
Volgens dit artikel moeten schepen, die
contrabande aan boord hebben en zich naar
de Duins begeven, worden beschouwd als
schepen, welke een vijandelijke haven aan
doen. Het feit, dat zij zich om welke reden
ook naar een vijandelijke haven begeven,
wordt beschouwd als een dolus eventualis"
(een daad, welke de mogelijkheid biedt een
wederrechtelijke handeling te plegen), aange-
zien zulks het vermoeden doet opkomen, dat
de goederen voor den vijand bestemd zijn.
Het spreekt wel vanzelf, schrijft de N. R.
Crt., dat de rechtvaardiging van de torpe
deering van de Burgerdijk, welke van bevoeg
de Duitsche zijde wordt gegeven, onaanvaard-
baar is. Het schip was immers vrijwel geheel
geladen met goederen, welke aan de Neder
landsche regeering waren geconsigneerd. De
veronderstelling dus van eenige practische
mogelijkheid, dat deze goederen voor een En
gelsche haven zouden zijn bestemd, is ab
surd.
De Burgerdijk was langs de gebruikelijke
scheepvaartroute op weg naar ons land. Zij
moest daarbij de Duins passeeren. De moge
lijkheid bestond uiteraard, dat het schip daar
door Britsche patrouille-vaartuigen voor on
derzoek zou worden aangehouden. Doch door
zich daaraan te onderwerpen, zou het schip
zich algemeen erkende volkenrechtelijke ver-
plichting zijn nagekomen, welke inachneming
j de Duitschers zelfs met de meeste stiptheid
van uit de Oostzee komende schepen vorderen.
Door de verklaring van bevoegde Duitsche
zijde bestaat thans zekerheid omtrent de mo-
tieven van het optreden van den duikboot
commandant. Dat deze laatste geweigerd
heeft, de papieren in te zien en zich daardoor
het afdoende tegenbewijs te laten leveren
van het hierboven vermelde en in absoluten
zin te verwerpen vermoeden van contrabande-
vervoer, is wel heel kras. Dergelgke opvattin-
gen zijn in flagranten strijd met de rechten
der neutralen.
VVAARDEERENDE BESOHOUWING OVER
REDE VAN MINISTER VAN KLEFFENS.
Het zoo juist verschenen ,,Handelsover-
zicht" van de Nederlandsche Kamer van
Koophandel voor Belgie en Luxemburg, spre-
kende over de jongste redevoering van Minis
ter Van Kleffens, Minister van Buitenland-
sche Zaken, schrijft: ,,Er is veel, heel veel in
deze magistrale rede geweest, dat het Neder-
„Ja, ja, ga door", drong lord Hendon aan,
toen Gordon weer adem schepte.
,,Wel, laten we dus veronderstellen, dat dit
zoo is. Het meest logisch is in zoo'n geval,
dat men dan iets zoekt in de advertentie-
kolommen der bladen. Zij treft er een aan-
lokkelijk gestelde advert en tie in aan: een En
gelsche gou.vernante, of secretaresse gevraagd
voor het buitenland, bijvoorbeeld. Zij acht
een dergelijke betrekking een uitkomst en
biedt zich aan. En is het dan zoo onmoge-
lijk, dat zij in handen valt van schurken?
Lord Hendon begon met groote, haastige
passen, die duidelijk zijn geweldige onrust
verrieden, het vertrek rond te loopen.
,,Je hebt gelijk!" barstte hij plotseling los.
,,De mogelijkheid, die je daar noemt, schijnt
me niet uitgesloten. Is de aandacht van
Rotherbothe op deze zijde van de geschiede-
nis gevestigd?"
,,Ja, ik geloof wel dat hij er rekening mee
houdt", antwoordde Gordon.
,,En wat kan hij ertegen doen?"
„Voorloopig heel weinig, vermoed ik. De
havenplaatsen worden bewaakt en men weet
zeker, dat Margareth Engeland nog niet ver
laten heeft. Het is dus zeer goed mogelijk,
dat zij op het oogenblik als secretaresse of
zooiets dient. In elk geval zal men het niet
wagen, haar in Engeland in een onwaardige
positie te dringen. Dat komt echter later
wel, als zij hulpeloos in het buitenland staat.
Het feit dat de man, met wien zij in relatie
schijnt te zijn getreden, het noodig acht zich
in het openbaar te vermommen, bewijst wel
voldoende dat er een penetrant luchtje aan de
geschiedenis zit."
,,Zulk canaille!" mompelde lord Hendon,
terwijl hij weer plaats nam.
Geruimen tijd verdiepten zij zich in gissin
gen, van welken aard de moeilijkheden kon
den zijn, die zich zoo plotseUng in het leven
van het meisje hadden voorgedaan. Doch dit
raadsel was al zoo vaak onder de oogen ge
zien, dat het zoeken naar de oplossing alleen
nog maar tijdverspilling was.
(Wordt vervoigd.)