ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSOK^VLAANDEREN IN DIPLOMATIEKEN DIENST. Deze kok No. 10.029 WOENSDAG 14 FEBRUARI 1940 80®Jaargang Binnenland FeuilSeton maakt wat smaakt TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTH5NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20. KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handeisadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. INSTRUCTIEFILM VAN LUOHTW AC5HT- EN LTJOHTVERDEDIGINGSDIENST. Prins OBernhard heeft Maandag in bote] Wittebrug te 's-Gravenhage de vertooning bijgewoond van de instructiefilm van het vrij- willig landstormkorps luchtwacht- en lucht- verdedigingsdienst. De Prins was vergezeld van zijn waar- nemend adjudant luit.-kolonel H. J. Phaff. Tot de overige aanwezigen behoorden de opperbevelbebber van land- en zeemacht, generaal lH. G. Winkelman, generaal-majoor P. W. Best, commandant luchtverdediging, en generaal-majoor ;H. de Iongb, inspecteur van de vrijwillige landstorm. DE NIEUWE LEENING VAN 300 MILLIOEN. Aan het verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot het aangaan van een geldleening of -leeningen ten laste van het rijk is het volgende ontleend: Algemeen erkende men, dat het uitschrijven van een leening tot een zeer aanzienlijk be- drag onvermijdelijk is, teneinde het hoog op- geloopen ibedrag der vlottende schuld te ver- mlnderen. Ook erkende men, dat het nood- zakelijk is aan deze leening een semi-gedwon- gen karakter te geven, nu bij de uitgifte van de vorige, geheel vrijwillige, leening is ge- bleken, dat de ,,stok achter de deur" niet ge- mist kan worden. Men kon zich dan ook algemeen in hoofdzaak met het wetsontwerp vereenigen. Alvorens nader in den inhoud van het ont- werp te treden, wilden verscheidene leden eenige opmerkingen maken over het misluk- ken van de vorige leening. Zij gaven uiting aan hun emstige teleurstelling daarover. Een deel dezer leden weet deze mislukking voor- namelijk aan gebrek aan medewenking bij de groote particuliere beleggers. Anderen weer- spraken deze opvatting en gaven als hun oor- deel te kennen, dat slechts den deel van de markt de regeering in den steek heeft gelaten, ml. de institutioneele beleggers. Sommige leden stelden de vraag, of de re geering en de Nederlandsche Bank, die de regeering bij de uitgifte van leeningen des- gevraagd behoort te steunen, wel al het mogelijke hebben gedaan om de vorige lee ning te doen slagen. In het bijzonder een initensieve propaganda hadden zij gemist. Was ook het contact tusschen de regeering en de verschillende instanties op de kapitaalmarkt welke tot het slagen van de leening konden medewerken, wel voldoende. Gaarne zou men nog vememen, voor welk bedrag in totaal op de vorige leening is in- geschreven, hoeveel daarvan reeds dadelijk door de rijksfondsen was genomen en hoeveel deze fondsen na het mislukken van de uit gifte nog bovendien hebben opgenomen. Wat nu de nieuwe leening zelf betreft, werd allereerst door enkele leden betoogd, dat reeds veel eerder tot de uitgifte had moe- ten zijn overgegaan; reeds een jaar geleden was het bedrag der vlottende schuld veel te hoog. Van verschillende zijden werd er, mede in verband met de te verwachten verdere stij- ging van de rentevoet, op aangedrongen een hooger bedrag dan 300.000.000 te leenen. Overigens meenden sommige leden op grond van de statistische gegevens omtrent de ver- mogensbelasting, dat de regeering zich ver- gist heeft in de berekening van de opbnengst der verplichte deelneming, voor zoover. die berust op de vermogensaanslagen. Deze op- brengst zal veel hooger zijn dan 150.000.000. Sommige leden betwijfelden in verband met de weinig vaderlandslievende houding van vele beleggers bij de uitgifte van de vorige leening, of het wel juist gezien is den rente voet van de thans uit te geven vrijwillige Roman van JOHANN D. DEGREEF. (Nadruk verboden.) 31) Vervolg. „Die meneer kwam bij me op Trinitad Square", vertelde de chauffeur. Hij gaf me opdracht naar Lyon's Comer House in Bond Street te rijden, daar den portier naar den wagen te roepen en dan terstond weer terug te rijden naar mijn standplaats. Ik deed pre- cies zooals hij gezegd had en toen hij afge- rekend had verdween hij." „Herinner je je zijn signalement vroeg de chef van Scotland Yard. De chauffeur knikte. Hij gaf een vrij nauw- keurig signalement op, waaraan echter min- stens een half millioen personen in Londen konden beantwoorden. Doch toen kwam de onheilspellende verrassing. „En verder viel het me op, dat meneer Gil- tay een valsche snor droeg", besloot hij zijn relaas. „Hoe weet je dat?" kwam lord Roterbothe verrast overeind. ,,Ik zag het terstond, mylord. Ik ben vroe- ger bij een haarbewerker in de leer geweest en ik kon dus goed valsch van echt onder- scheiden Deze mededeeling wekte ernstige verden- king aangaande den persoon en de bedoelin- gen van den onbekenden Giltay. Die vermom- ming wierp terstond een heel ander licht op de verdwijruing van Margareth Norman. Gor don zag zijn vrees reeds bewaarheid en het meisje ontvoerd. En ook lord Rotherbothe scheen naar die meening over te hellen. Hij stelde den chauffeur en den portier nog eenige onbelangrijke vragen en zond hen heen. leening wederom op 4 pet. te stellen. Huns inziens ware het een goede correctie op de houding dezer beleggers, indien de rentevoet dadelijk op 3 pet. werd gebracht. Andere leden konden zich met het uitgeven Van de nieuwe leening tegen 4 pet. geheel vereenigen. Van verschillende zijden werd er op ge- wezen, dat mede ten gevolge van de actie van het beleggingsfonds de provincien en gemeenten thans alleen tegen ongunstiger voorwaarden dan waarop het rijk nu gaat leenen, geld kunnen opnemen. Meent de regeering niet, zoo werd gevraagd, dat het op haar weg ligt te bevorderen, dat ook de lage publiekrechtelijke liehamen voor hun noodzakelijke uitgaven tegen redelijke voor waarden kunnen leenen? Eenige leden waren van oordeel, dat het aanbeveling Verdient aan deze leening, al moge zij dan worden aangegaan voor dek- king van ,,normale" uitgaven, een korten looptjjd te geven; 15 jaar achtten zij ook voor deze leening een juisten termijn. Wel is waar zouden de aflossingen daardoor wor den verhoogd, doch men zou dan ook tegen lagere rente kunnen leenen. Andere leden achtten een looptijd van 40 jaar, zooals de regeering voorstelt, juist. Van verschillende zijde werd er op aange drongen vast te leggien, of vrijstelling van belastingen al dan niet zal worden verleend. Er is in dit geval, nu te voren vaststaat tegen welke voorwaarden de leening zal worden uitge.geven, geen enkele reden de beslissing over het al dan niet vrijstellen aan den minister over te laten. Zeer vele leden hadden er bezwaar tegen, dat degenen, die hebben ingeschreven op de vorige leening, thans over ddn kam geschoren zullen (worden met hen, die dit nalieten. Om zich tegen deelneming in de gedwongen leening te vrijwaren, zullen de eerstbedoelde personen immers moeten inteekemen op de nieuwe vrijwillige leening. Dientengevolge vrliezen zij de faciliteit, weke hun bij de vorige leening was toegekend, dat zij hun stukken kunnen bezigen om daarmee bepaal- de belastingen te voldoen. Dit achtte men niet billijk. Er werd dan ook krachtig op aangedrongen, een regeling te treffen, waar- door deze faciliteit voor hen behouden blijft. Men meende, dat zulk een regeling geen groote moeilijkheden behoeft op te leveren. Vele leden waren van oordeel, dat de gebruikelijke provisie van pet. in dit geval aanmerkelijk te hoog is. Eenige leden zouden de bepaling opgeno men willen zien, dat de leening de eerste vijf jaren niet kan worden afgelost. Eenige andere leden zouden dezen termijn liefst op 10 jaren gesteld willen zien. Vele andere leden zouden tegen een zoodanig conversie- verbod ernstig bezwaar hebben. Verscheidene leden meenden, dat de rente van de gedwongen leening lager gesteld kan worden dan 3 pet.; nu immers een ieder het zelf in de hand heeft door inteekening op de vrijwillige leening te voorkomen, dat hij aan- geslagen wordt. Van verschillende zijden vestigde men er de aandacht op, dat alleen rekening gehouden wordt met iemands Vermogen en niet met het uit arbeid verkregen inkomen. Dit achten vele leden niet juist. Personen met een groot inkomen uit arbeid pie gen een belangrijk deel daarvan te beleggen. Deelneming in de lee ning zal hun vaak gemakkelijker vallen dan anderen, die meer vermogen, doch minder in komen bezitten. Men drong er op aan het des- betreffende artikel in dezen zin aan te vullen. DE BURGERDIJK DOOR EEN DUITSCHE DUIKBOOT GETORPEDEERD. Zooals reeds in ons vorig nummer is ge- meld, heeft de directie van de HollandAme rika Lijn medegedeeld, dat zij van den kapitein van het s.s. Burgerdijk beric'ht heeft ontvan- Toen wendde hij zich met een bezorgd gelaat tot Gordon. ,,De zaak schijnt een verrassende wending te nemen", sprak hij. „Het lijkt nu haast aan geen twijfel meer onderhevig, of die Giltay heeft inderdaad de hand in de verdwijning ge- had. Hij kon echter Engeland niet met haar verlaten hebben. De inlichtingen die wij uit de havenplaatsen ontvangen hebben, houden de pertinente verzekering in, dat het meisje zich noch alleen, noch in gezelschap van an deren heeft ingescheept. Zij moet nog in het land vertoeven en onze opsporingen hoeven dus niet vruchteloos te blijven. Ik ga ter stond mijn maatregelen nemen, Trevelyan..." Gordon begreep, dat het nutteloos zou zijn, nog langer te blijven toeven. Hij kreeg de verzekering, dat hij onmiddellijk telefonisch gewaarschuwd zou worden, als er iets bijzon- ders bekend werd en nam in een sombere stemming afseheid. Thuis stelde hij lady Allenby met zijn. onderhoud met lord Rother bothe op de hoogte. Zijn tanbe was even ver- schrikt als hij, toen zij alles vemomen had. Hoewel Gordon met geen woord of toespeling van zijn angstige vermoedens had gerept, be greep zij tooh zeer goed, welk een onheilspel- lende beteekenis er moest worden gehecht aan de relatie van een onervaren jong meisje met iemand, die zich niet in het openbaar durfde vertoonen, zonder zich te vermommen. ,,Arm, ongelukkig kind", liet zij zich ont- vallen. ,,De hemel mag weten, hoe zij op het oogenblik in angst zit". Het was de eerste maal dat Gordon zijn tante Margareth oprecht hoorde beklagen. Hij beluisterde zelfs een klank van echt moeder- lijk medelijden in haar stem. En dat was voor hem een bewijs, dat zij lang niet zoo on- verschillig dacht over Margareth Norman, als zij hem altijd had willen doen gelooven. In angstige verwachting. De Verdwijning van Margareth Norman was een gebeurtenis, die vooral de Londen- sche Society in beroering hield. Het meisje dat door haar bekoorlijkheid iedereen opge- gen, dat zijn schip door een Duitschen onder- zeeer is getorpedeerd. De N. R. Crt. schrijft daarover: Uit deze mededeeling van de directie der H.A.L. blijkt dus, dat het aanvankelijke be richt, als zou de Burgerdijk gezonken zijn na een aanvaring, onjuist is geweest. Voor de derde maal in dezen oorlog is een schip van onze koopvaardijvloot door een Duitsche tor pedo vemietigdop 16 November de Slie- drecht van Van Ommeren, waarbij 26 men- schenlevens te betreuren waren, op 15 Januari de Arendskerk van de Ver. Ned. Scheepvaart Mij. en nu op 10 Februari de Burgerdijk. De' HollandAmerika Lijn verliest hiermede haar derde schip in eenige maanden; de Binnen- dijk en de Spaarndam immers zijn, resp. op 8 October en 27 November, op een mijn ge- loopen. Wij vernemen nog, dat zich aan boord van de Burgerdijk acht passagiers bevonden. Dezen en de geheele bemanning van het schip zijn aan boord van de Edam, die, op weg van New York naar Rotterdam, Maandag in de Duins werd verwacht en verkeeren alien in goeden welstand. Naar de reden van den maatregel van den Duitschen duikbootcommandant kunnen wij op het oogenblik nog slechts gissen. Wij her- inneren er aan, dat de Burgerdijk met een lading graan, veevoeder en stukgoederen op weg was van New York naar Rotterdam. Zij zou, gelijk andere schepen op Amerika, de Duins hebben moeten aandoen voor de Engel- sche controle. In elk geval kan hier niet het motief hebben gegolden, waarop de kapitein van de Duitsche Guikboot, die de Arendskerk in den grond boorde, zijn besluit baseerde: dat de lading als contrabande moest worden beschouwd niet wegens den aard der goede- ren, doch omdat zij bestemd was voor een vijandelijk land (Zuid-Afrika), een opvatting overigens, welke in strijd was met de Duitsche contrabande-bepalingen, die bepaalde groe- pen van goederen, welke bestemd zijn voor een vijandelijk land als ,,neembaar goed" aan- wrjzen. De lading van de Burgerdijk was im mers, naar de directie van de H.A.L. ons me- dedeelde, geheel voor Nederland bestemd. Mogelijk is het feit, dat de Burgerdijk zich naar de Duins zou begeven, voor de Duit- schers voldoende aanleiding geweest om het schip te torpedeeren. De vernietiging van de Sliedrecht heeft wel doen blijken, dat er Duit sche duikbootcommandanten zijn, wien het aan gevoel voor recht en redelijkheid ont- breekt. Wij mogen verwachten, dat onze re geering met kracht tegen dergelijke opvattin- gen zal protesteeren. Inmiddels willen wij op de nadere bijzonder- heden over dezen nieuwen slag voor onze koopvaardijvloot niet vooruitloopen. Volstaan wij met te wijzen op den omvang, welke de lijst aan door den oorlog verloren gegane Ne derlandsche schepen gaandeweg begint te krijgen. Inderdaad: de tol aan het geweld tus schen de groote mogendheden moet wel wor den betaald. ONRECHTMATIG GEWELD. De torpedeering van het s.s. ..Burgerdijk" toont, merkt het Handelsblad op, opnieuw aan, dat deze oorlog der grooten voor een niet gering deel op de ruggen der kleine neu- tralen wordt uitgevochten. Op zee worden de neutrale handelsvrijheid en de neutrale sche pen ni?t gespaard. Mijnen doen haar vernie- lend werk zonder aanzien van schip en vlag, maar ook de Duitsche duikbootoorlog schijnt dien kant uit te gaan. Gedurende de be- trekkelijk korte spanne tijds, die verloopen is, sinds de oorlogstoestand in Europa is in- getreden, valt thans reeds het derde Neder landsche schip ten prooi aan een met voorbe- dachten rade op een neutraal schip, ditmaal met lading voor een neutrale regeering, af- vallen was, bleef in het middelpunt der be- langstelling staan; men besprak haar raad- selachtig gedrag van den laatsten tijd en ver- diepte zich in gissingen, wat er met haar ge- beurd kon zijn. De meest fantastische verhalen deden de ronde. Geen naam ging in die week over de tong, dan die van Margareth Norman en nau- welijks was het eene dwaze gerucht verstomd, of het andere deed weer als een loopend vuur- tje de ronde. Men sprak zelfs reeds van een zoogenaamden koffermoord, die de derde dan zou zijn in weinige maanden tijds en dit onge- motiveerd vermoeden werkte zoo suggestief, dat menschen, die aan de stations een koffer in depot gaven, met een wantrouwend oog werden opgenomen. Intusschen misten al die dwaze verhalen en geruchten zelfs den schijn van waarheid. Lord Rotherbothe en zijn mannen waren uiterst actief en onderzochten elk fantastisch ver- haal, dat hun schriftelijk of telefonisch opge- discht werd. Maar reeds bij een oppervlak- kig onderzoek bleek dan, dat de heele geschie- denis ontsproten was aan de angstige ver- verbeelding van een dwaas, ofwel te dan- ken was aan de sensatiezucht van lie- den, die zich eens op den voorgrond wilden plaatsen van de publieke belangstel- ling. Het nuchtere feit bleef, dat er geen spoor van Margareth Norman te ontdekken viel en als het oog van lord Rotherbothe over de kaart ging van Londen om na te speuren of er zich soms een tochtje of gaatje bevond dat nog niet doorzocht was, dan bleef het bijzonder lang en met een peinzende uitdruk- king rusten op de kronkelige Theems, die wel meer van dergelijke geheimen voor eeuwig naar de Noordzee gedragen had... Voor de kleine verdenking, waarin Marga reth zich den laatsten tijd bewogen had, was die onzekerheid verschrikkelijk. Lady en Lord Hendon, in wier huis het meisje een dagelijksche gast was geweest, waren wan- hopig. Eveneens Margareth's pleegouders die, hoewel zjj een afkeer hadden van gezel schap, en zich daarom nooit met de society geschoten Duitsche torpedo. Eerst de „Slie- drecht", toen de Arendskerk", nu de Bur gerdijk". Al zijn er dan ditmaal gelukkig geen men- schenlevens te betreuren, principieel is de redelooze vernietiging van de Burgerdijk" van veel ernstiger aard dan de twee torpe- deeringen, welke zijn voorafgegaan. Vraagt men, welke de rechtmatige redenen geweest kunnen zijn, welke de Duitsche duikboot- kapitein hebben geleid tot het aanwenden van onverantwoord geweld op het Neder landsche schip, dan moet het antwoord luiden: geene. 'Hier was een lading, waar- van de scheepspapieren duidelijk aantoon- den, dat zij voor het allergrootste gedeelte geconsigneerd was aan de Nederlandsche regeering. En voor de rest bestemd voor Nederlanders, terwijl er geen twijfel was, dat dit alles slechts moest dienen voor de Neder landsche volkshuishouding in het algemeen. Niet zonder verontwaardiging en verbijste- ring zal men zich dan ook afvragen, waar het heen moet met de Nederlandsche ,,levens- rechten", indien goederen, uitsluitend bestemd om Nederlandsche onderdanen in het leven te houden, het voorwerp kunnen worden van opzettelijke vernietiging door een belligerent. Een voortgaan op dezen weg zou neerkomen op het uithongeren van de neutrale Neder landsche bevolking. In het geval van de .Arendskerk" betrof het een lading, welke bestreken werd door de, overigens betwistbare, Duitsche contra bande-bepalingen. Bij de Burgerdijk" was van contrabande in geen enkel opzicht sprake. Integendeel, hier betrof het een zsnding voor de Nederlandsche regeering ten behoeve van het Nederlandsche volk. Zooals in den loop van dezen oorlog de HollandAmerika Lijn stellig nog vele malen uit Amerika regee- ringsgraan zal aanvoeren, dat dient voor de gewone Voedselvoorziening van onze natie. Ook uit de overzeesche gebiedsdeelen bren- gen onze schepen producten naar het moeder- land, welke er eenvoudig voor dienen, om in de normale behoeften van het Nederlandsche volk te voorzien. Het is voor ons rechtsge- voel, maar ook voor de functionneering van het elementaire dagelijksche leven in ons land niet te aanvaarden, dat Nederlandsche schepen worden getorpedeerd, welke regee- ringsgoederen vervoeren, terwijl voor het restant der lading, de regeering garandeert dat de producten binnen onze grenzen zullen blijven. Ook de geduldigste neutrale mogendheid mag er aanspraak op maken, dat met haar fundamlenteele, primaire levensbelangen door de oorlogvoerenden in billij'kheid wordt reke ning gehouden. Het scherpste protest door de Nederlandsche regeering ware tegenover- deze torpedeering van de ..Burgerdijk" dan ook op zijn plaats. Een Nederlandsch schip is onrechtmatig vernield. Dat kwetst ons zeevarend volk dieper den woorden kunnen vertolken. In andere neutrale zeevarende landen zal dit grof beleedigde gevoel weer- klank vinden. De beweegredenen van de torpedeering. De directie van de 'Holland-Amerika Lijn heeft medegedeeld, dat uit de verklaringen van den gezagvoerder van het s.s. Burgerdijk te Londen is gebleken, dat de kapitein van de onderzeeboot weigerde inzage van de papie- ren te nemen en slechts onder bewering, dat het schip en de lading voor een Engelsche haven besterqd waren, tot torpedeering is overgegaan, nadat de gezagvoerder, 6tat- major, bemanning en passagiers van de Bur gerdijk in de gelegenheid waren gesteld in de reddingbooten te gaan. Het A.N.P. meldt uit Berlijn: Van bevoegde zijde wordt betoogd, dat het Nederlandsche vrachtschip Burgerdijk door een Duitsche duikboot werd getorpedeerd ophielden, thans werden gemarteld door drom- men bezoeksters, die hun ongezonde nieuws- gierigheid aangaande de intieme. omstandig- heden van 't meisje, nauwelijks trachtten te camoufleeren met een min of meer gehuicheld vertoon van deelneming en beklag. De Hendons werden intusschen opnieuw verontrust, toen zij van Gordon vernamen van de geheimzinnige relatie tusschen Margareth en den hun volkomen onbekenden meneer Giltay. Direct na de lunch bracht Gordon hun een bezoek en vertelde hun van zijn on derhoud met lord Rotherbothe. Toen lady Hendon varnam dat de man, met Wien Marga reth vermoedelijk een schriftelijke afspraak getroffen had, een valsche snor droeg, kwam zij onmiddellijk op hetzelfde vermoeden als Gordon. ,,Meegelokt, beslist meegelokt", sprak zij met tranen in haar stem. „Kom, zij is geen kind", viel lord Hendon luidruchtig uit. ,,Een meisje van twee en twintig jaar laat zich maar niet door een vreemde aan de hand meevoeren". „Zoo moet u het niet beschouwen, mylord", liet Gordon zich met een sombere stem hooren. ,,Zij is vrijwillig meegegaan, maar zij zal bedrogen worden ten aanzien van haar bestemming en het doel van haar reis". Lord Hendon kwam zenuwachtig overeind. ,,Maar wat fantaseeren jullie toch allemaal voor verschrikkelijks viel hij opgewonden uit. ,,Zeg het nu maar eens in ronde woor den, Gordon, en laat die diplomatieke camou flage varen". ,,Wat ik er van denk is spoedig verklaard, mylord. Wij kunnen nu wel vrijwel als vast- staand aannemen, dat Margareth in moeilijk heden zat. Daar zijn wij het, geloof ik, alle maal over eens. En zij schijnt in de overtui- ging te hebben geleefd, dat die moeilijkheden niet uit den weg te ruimen waren en dat zij ze alleen maar ontvluchten kon. Welnu, wat ligt in die omstandigheden meer voor de hand, dan dat zij heeft uitgezien naar een gelegen heid om elders op de een of andere wijze haar brood te verdienen?" Zwanenberg s koks hebben ver- standvan hun vak. Dat proeft U aan alles, wat Zwanen berg maakt groenten, vleesch- waren, jams, soe- pen. enzoovoort! (Ingez. Med.) overeenkomstig artikel 23 van de Duitsche prijzenverordening van September 1939. Volgens dit artikel moeten schepen, die contrabande aan boord hebben en zich naar de Duins begeven, worden beschouwd als schepen, welke een vijandelijke haven aan doen. Het feit, dat zij zich om welke reden ook naar een vijandelijke haven begeven, wordt beschouwd als een dolus eventualis" (een daad, welke de mogelijkheid biedt een wederrechtelijke handeling te plegen), aange- zien zulks het vermoeden doet opkomen, dat de goederen voor den vijand bestemd zijn. Het spreekt wel vanzelf, schrijft de N. R. Crt., dat de rechtvaardiging van de torpe deering van de Burgerdijk, welke van bevoeg de Duitsche zijde wordt gegeven, onaanvaard- baar is. Het schip was immers vrijwel geheel geladen met goederen, welke aan de Neder landsche regeering waren geconsigneerd. De veronderstelling dus van eenige practische mogelijkheid, dat deze goederen voor een En gelsche haven zouden zijn bestemd, is ab surd. De Burgerdijk was langs de gebruikelijke scheepvaartroute op weg naar ons land. Zij moest daarbij de Duins passeeren. De moge lijkheid bestond uiteraard, dat het schip daar door Britsche patrouille-vaartuigen voor on derzoek zou worden aangehouden. Doch door zich daaraan te onderwerpen, zou het schip zich algemeen erkende volkenrechtelijke ver- plichting zijn nagekomen, welke inachneming j de Duitschers zelfs met de meeste stiptheid van uit de Oostzee komende schepen vorderen. Door de verklaring van bevoegde Duitsche zijde bestaat thans zekerheid omtrent de mo- tieven van het optreden van den duikboot commandant. Dat deze laatste geweigerd heeft, de papieren in te zien en zich daardoor het afdoende tegenbewijs te laten leveren van het hierboven vermelde en in absoluten zin te verwerpen vermoeden van contrabande- vervoer, is wel heel kras. Dergelgke opvattin- gen zijn in flagranten strijd met de rechten der neutralen. VVAARDEERENDE BESOHOUWING OVER REDE VAN MINISTER VAN KLEFFENS. Het zoo juist verschenen ,,Handelsover- zicht" van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Belgie en Luxemburg, spre- kende over de jongste redevoering van Minis ter Van Kleffens, Minister van Buitenland- sche Zaken, schrijft: ,,Er is veel, heel veel in deze magistrale rede geweest, dat het Neder- „Ja, ja, ga door", drong lord Hendon aan, toen Gordon weer adem schepte. ,,Wel, laten we dus veronderstellen, dat dit zoo is. Het meest logisch is in zoo'n geval, dat men dan iets zoekt in de advertentie- kolommen der bladen. Zij treft er een aan- lokkelijk gestelde advert en tie in aan: een En gelsche gou.vernante, of secretaresse gevraagd voor het buitenland, bijvoorbeeld. Zij acht een dergelijke betrekking een uitkomst en biedt zich aan. En is het dan zoo onmoge- lijk, dat zij in handen valt van schurken? Lord Hendon begon met groote, haastige passen, die duidelijk zijn geweldige onrust verrieden, het vertrek rond te loopen. ,,Je hebt gelijk!" barstte hij plotseling los. ,,De mogelijkheid, die je daar noemt, schijnt me niet uitgesloten. Is de aandacht van Rotherbothe op deze zijde van de geschiede- nis gevestigd?" ,,Ja, ik geloof wel dat hij er rekening mee houdt", antwoordde Gordon. ,,En wat kan hij ertegen doen?" „Voorloopig heel weinig, vermoed ik. De havenplaatsen worden bewaakt en men weet zeker, dat Margareth Engeland nog niet ver laten heeft. Het is dus zeer goed mogelijk, dat zij op het oogenblik als secretaresse of zooiets dient. In elk geval zal men het niet wagen, haar in Engeland in een onwaardige positie te dringen. Dat komt echter later wel, als zij hulpeloos in het buitenland staat. Het feit dat de man, met wien zij in relatie schijnt te zijn getreden, het noodig acht zich in het openbaar te vermommen, bewijst wel voldoende dat er een penetrant luchtje aan de geschiedenis zit." ,,Zulk canaille!" mompelde lord Hendon, terwijl hij weer plaats nam. Geruimen tijd verdiepten zij zich in gissin gen, van welken aard de moeilijkheden kon den zijn, die zich zoo plotseUng in het leven van het meisje hadden voorgedaan. Doch dit raadsel was al zoo vaak onder de oogen ge zien, dat het zoeken naar de oplossing alleen nog maar tijdverspilling was. (Wordt vervoigd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1