Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden Kerknieuws. Landbouwberichten Feuilleton-vertellingen Adv. TERNEUZEN, 9 FEBRUARI 1940. ZONDER VERGUNNTNG OVER DE GRENS. HOEK. SLUIS. RECHTSZAKEN. BRABANTSCHE BRIEVEN. zoowel bii U zelf als bii Uw kinderen. Dampo-verkoudheids-balsem, hiermede 's avonds keel, borst en rug inwrijven, dit lucht op en 's morgens is Uw verkoudheid weer verdwenen. Pot 50. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Hampo-bonbons bii sehorheid prjnlijke keel en hoest. Doos 25 ct. Uampo-neusdruppels bij neus-catarrb en verstoptheid in het hoofd. Flacon met druppelspmtje 60 ct. Uw waarborg: t Komt van Mijnhardtl den. Men gelooft, dat bet eerste contingent, geheel uitgerust dank aij de 'openbare in- schrijvingen, binnenkort zal vertrekken. Havas meldt uit New York: Een reserve-officier der Amerikaansche marine heeft zicb ingescheept op bet Noor- scbe passagiersobip Bergensfjord. Hij ver- klaarde de leiding over de proefvlucbten met uit Amerika gezonden vliegtuigen in Finland op zich te nemen. Met de Bergensfjord zijn verder vertrokken vijftig Amerikaanscbe en Canadeesche vrijwilligers voor Finland en Prins Sigward Bemadotte, de zoon van den Zweedscben kroonprins, die verscbeidene maanden in de Vereenigde Staten geweest is. ZWEEDSCHE HULP. Woensdag zijn twee afdeelingen vrijwilbge brandweerlieden met een moderne uitrusting uit Zweden naar Finland vertrokken. De vereeniging van predikanten in de Zweedsche hoofdstad heeft besloten iedere maand een daginkomen te storten in het Fin- sche fonds. (De Zweedsche militaire ambulance in Fin land, welke onlangs door de Russen is ge- bombardeerd, is weer geheel herateld. DE ZWEEDSCHE VRIJWILLIGERS. Het commando van het korps Zweedsche vrijwilligers in Finland deelt mede, dat het luchtafweergeschut van het korps een Rus- sisch jachtvliegtuig heeft neergehaald. De giezondheidstoestand in het korps blijft goed en er is geen enkel sterfgeval wegens ziekte voorgekomen. Tot dusver heeft het korps in den strijd geen andere verliezen geleden, dan die der vier vliegers, wier dood reeds werd gemeld. DE VERLIEZEN TER ZEE. Volgens een statistiek van Duitsche zijde zijn tot en met 31 Januari 409 vijandelijke en neutrale schepen tot zinken gebracht met een totale inhoud van 1.439.000 bruto register tonnen. De Duitsche handelsmarine heeft in denzelfden tijd 42 schepen verloren met 236.957 ton inhoud. De winter van '90 leeft in veler verbeelding nog voort als een afschrikwekkend voorbeeld, hoe wintersch een Nederlandsche winter wel zijn kan. Maar de winter van '40 zal ook tnenigeen heugen, vooral den menschen, die zich in de dagen van kou en sneeuw Rheuma- tische pijn op de leden hebben gehaald. Duizenden zijn de lijders aan deze rampspoe- dige kwaal en ieder jaar opnieuw worden de gelederen aangevuld met nieuwe en nieuwe slachtoffers. Maar ook duizenden hebben met succes den strijd aangebonden met deze geesel der menschheid: Rheumatische pijnen! -Dat zijn de mannen en vrouwen die bijtijds Kruschen Salts namen. Dit heilzame mid- del zuivert Uw bloed van de schadelijke zuren die de pijnen verwekken, die zich ophoopen in spieren en gewrichten en daar de bron vormen van steeds weer nieuwe vinnige en ondrage- lijke aanvallen. Doe toch 66k een bloedzui- verende kuur met Kruschen Salts. Laat Kru schen ook Uw lever, nieren en ingewanden die aansporende werking geven, waardoor ze weer krachtig gaan werken als vroeger en zoodoende frisch en zuiver bloed door Uw aderen doen stroomen. Uw lichaam heeft Kruschen's zes minerale zouten hoog en hoog inoodig; ze zullen U goed doen en U bescher- men tegen en verlossen van de Rheumatische pijnen, die U verhinderen Uw werk te doen en die de oorzaak zijn van Uw slapelooze nachten en alle ellende die daaraan gepaard gaatVraag Uw apotheker of drogist van- daag nog Kruschen Salts. f 0,40, 0,75 en f 1,60 (extra groot pak). Fabr.: E. Griffiths Hughes Ltd.. Manchester (Engeland). Opger. 1756. DE PROVINCIALE VEERDIENSTEN. De meening der direeteuren over de stagnatie. In antwoord op vragen die de Statenleden de hgeren J. W. Vienings en A. de Lange Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben ge- steld, met betrekking tot de veerdiensten in onze provincie, verwijst bedoeld college naar zijn mededeeling aan de dagbladpers d.d. 30 Januari. Hierin is uitvoerig uiteengezet waar- om het, zoolang de ijsbezwaren aanhouden niet te verwachten is, dat de diensten spoe- dig weer normaal zullen functionneeren. In aansluiting hierop kunnen wij thans, schrijft de Vliss. Crt., nog het volgende ont- leenen aan een rapport dat de direeteuren der Provinciale stoombootdiensten aan Gedepu teerde Staten hebben uitgebracht: De dienst ZierikzeeKatsche VeerWol- phaartsdijk is allereerst zoo lang mogelijk vol- gehouden tot Kortgene en Wolphaartsdijk. Toen de Zandkreek practisch niet meer te be- varen was, is de dienst zoo lang mogelijk in stand gehouden tot Katsche Veer, ten slotte moest ook dit traject worden opgegeven, na- dat vergeefs getracht was, van Zierikzee uit Katsche Veer te bereiken. Het veer HansweertWalsoorden heeft eveneens zoo lang mogelijk gefunctionneerd, het eerst kreeg men last te Walsoorden, waar een ijsveld binnen enkele minuten de aanleg- steigers overdekte. Het schip kon door het ijs den steiger niet op zoodanige wijze bereiken, dat auto's konden worden gelost; met veel moeite konden de passagiers het schip ver- laten. Door verandering van den wind en hard werken van het personeel gelukte het, den steiger weer vrij te krijgen. De ijsvelden in de nvier namen evenwel steeds in omvang en drkte toe, waardoor het ten slotte onmogelijk was, op vastgestelde tijden een verbinding tot stand te brengen. Zaterdag 20 Januari onderhield men de laatste verbinding. Het drijfijs was toen zoo zwaar, dat ter hoogte van Walsoorden groote zeeschepen soms uren lagen te draaien zonder iets op te schieten. Het zou dan ook onverantwoordelijk zijn ge weest, om te blijven doorvaren. Het gevaar was niet denkbeeldig, dat het schip, indien het in een ijsveld was gekomen, met de eb over den strekdam te Walsoorden terecht was gekomen en wat hiervan het ge- volg zou zijn geweest, valt moeilijk te zeggen. De dienst HoedekenskerkeTemeuzen werd eveneens Zaterdag stop gezet, nadat was ge- bleken, dat Hoedekenskerke door het ijs niet meer te bereiken was. Zoo lang de ijstoestand zich niet wijzigt, kan van hervatting der vaart geen sprake zijn. Men spreekt wel over het in dienst stellen van ijsbrekers en het huren van groote sleep- booten; dit gaat evenwel niet, doordat wer- kelijke ijsbrekers helaas niet beschikbaar zijn. De marine heeft e6n ijsbreker in dienst, welke voor defensiedoeleinden wordt gebruikt. Een tweede is niet te krijgen, daar de be- schikbare booten elders diensten verrichten en gedeeltelijk gecharterd zijn door den Rijks- waterstaat voor het openbreken van de rivieren. Men moet zich evenwel niet voorstellen dat zelfs indien de provincie over een ijsbreker kon beschikken, het leed geleden zou zijn. Door het getij is het ijs steeds in beweging en kan geen open geul van de eene plaats naar de andere worden gemaakt. Het in dienst stel len van groote zeeslepers zou weinig nut heb ben, het is gebleken, dat de groote zeeslepers in deze drijvende ijsvelden weinig kunnen uit- richten. Verscheidene van deze schepen moesten door den ijsgang hun posten verlaten. Dat de stoombootdienst zoolang mogelijk gevaren heeft mag blijken uit het feit, dat er de vorige week Dinsdag nog slechts twee schepen over waren, die konden varen, zijnde de Prinses Juliana en de Luctor et Emergo. De Koningin Wilhelmina valt met ijsgang direct uit, doordat ten eerste de koelwater- leiding verstopt raakt door het ijs en ten tweede de schroeven en roeren van dit schip zeer kwetsbaar zijn. De Prins Hendrik had zijn beide schroeven verbogen door het vele ijs en de Schouwen had een verbogen roerkoning. De beide laatste schepen zijn thans weer hersteld, zoodat de dienst VlissingenBres- kens weer geregeld onderhouden wordt door de Prinses Juliana, de dienst Vlissingen—Ter- neuzen door de Schouwen en de Luctor et Emergo tezamen. Voor de lijn VlissingenBreskens is in reserve de Prins Hendrik, welke in dezen tijd zooveel mogelijk wojdt opgeknapt om, zoodra de toestand dit veroorlooft, den dienst te her- vatten tusschen Hansweert en Walsoorden. Voor de lijn VlissingenTemeuzen is in reserve de Koningsplaat. Verder ligt te Vlissingen de Oosterschelde, welk schip direct in dienst kan worden ge- steld, zoodra de weersomstandigheden zulks toelaten. LUXOR-THEATER. Zestig glorierijke jaren. Zoo sterk is de suggestie die van Anna Neagle en Adolf Wohlbruck uitgaat, dat ik hen direct meende te herkennen in de nieuwe Queen Victoriafilm, als de koningin en haar prinselijken gemaal. Doch dat kwam van de vorige film, die eveneens voortreffelijk en treffend was. De nieuwe film heeft twee voordeelen- zij is uitstekend in kleuren opgenomen, wat natuurlijk de pracht van de officieele plech- tigheden verhoogt en vooral dien naieven en drukken pronk der Victoriaansche paleis- inrichtingen zoo goed doet uitkomen. En hij is overzichtelijker en minder uitgesponnen. De twee hoofdrollen kent men en zij zijn in- derdaad ontroerend van karakterteekening en eenvoud van expressie. En er is hier en daar een weldadige humor, zooals bij die visite aan de Schotsche Hooglanden en in de figuur van den kamerdienaar Brown, die met goedige vertrouwelijkheid zijn koninklijke meesters behandelt, de waarheid bevestigend van de zegswijze dat een groot man werkelijk groot is in de oogen van zijn kamerdienaar. En uitstekend zijn ook nu weer de kleine scenes uit het parlement prachtig zonder meer is de hertog van Wellington, gespeeld door dien ronden ouden Engelschman, Aubrey Smith, en van een lichte persiflage is het aanzoek door den lateren keizer van Duitsch- land Frederik Wilhelm om de hand van Vic toria's dochter. Het is een stukje geschiedenis, waarin het glazen paleis, dat als ruimte zal dienen voor de groote wereldtentoonstelling het is ge- lukkig afgebrand de oorlog in den Soedan en de Russisch-Turksche oorlog, een belang- rijke plaats innemen en waaruit men om allerlei overwegingen den Boerenoorlog maar vergeten heeft, om de verbondenen van heden niet te kwetsen. Voor ons, die niet zoo nauw geinteresseerd zijn bij zestig jaar glorierijke regeering, is het een bont en amusant pren- tenboek, waarin men gaarne bladert bij de verschillende gebeurtenissen is men zelfs af en toe een geroerd toesohouwer en bovendien is het aangenaam al die beroemde Engelsche koningspaleizen te bezichtigen vanuit zijn fauteuil, in de echte kleuren en met ,,echte menschen". Ja, men ziet zelfs nog eens de be roemde charge van The Light Brigade, die in de krijgsgeschiedenis der Engelschen een roemrijke plaats inneemt, niet zoozeer ten op- zichte van slimme bevelvoering, dan wel op het punt van heldenmoed. Paniek in Hollywood. Het scenario voor de film Paniek in Holly wood. is met vernuft in elkaar gezet. De schrijver moet er echt plezier in hebben ge- had, trouwens hij koos ook een man met zijn eigen beroep een scenarioschrijver tot hoofdfiguur, nog wel een auteur van gang- sterverhalen. Deze, d.w.z. de schrijver in de film, neemt een ex-gangster tot medewerker en tezamen maken zij een film die een vroeger nooit opgehelderde boevengeschiedenis levens- getrouw tot in de details op het doek brengt. Eon nooit gearresteerde aartsgangster krijgt zoodoende zichzelf in de bios te zien, begrijpt niet waar de studiomenschen al die juiste aanwijzingen betreffende zijn persoon en zijn wijze van .werken" vandaan haalden en be- sluit dat te onderzoeken. Hij komt terecht in de studio, waar men net bezig is aan een nieuwe film over een zijner heldendaden en hij ontmoet er zijn evenbeeld onder de jupiter- lampen. Intusschen heeft ook een detective, die in de nooit opgehelderde misdaad speurde, door de film achterdocht gekregen en is ook in de studio aan het speuren gegaan. Gevolg: een dolle verwarring met wat daar dan ten- slotte in een film bijhoor.t. Enkele Zeeuwsch-Vlamingen, die zonder vergunning de grens overgingen, stonden dezer dagen terecht voor de boetstraffelijke rechtbank te Dendermonde. Het waren M. v. d. E. uit Clinge, L. v. d. D. uit St. Jansteen, J. B. uit Hulst en H. v. d. I. uit Axel. Ieder van hun werd veroordeeld tot een boete van 182 francs, met uitzondering van v. D. uit St. Jansteen, die kon aantoonen, dat hij een ver gunning had. COoP. VLASZWINGELARIJ. Door de Vereen. tot Bevordering der Vlas- industrie in Zeeuwsch-Vlaanderen is besloten tot oprichting van een Coop, vlaszwingelarij te Koewacht, welke reeds binnenkort wordt aanbesteed. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 28 Januari tot en met 3 Fe- bruari kwamen in onze provincie 3 gevallen van roodvonk voor, n.l. 1 in elk der gemeen- ten Axel, Kloetinge en Zuiddorpe. Gelneenteraad. In de op Donderdag 1 Februari a.s., des voormiddags 9 uur, te houden openbare ver- gadering van den gemeenteraad alhier, komen de volgende punten in behandeling: 1. Ingekomen stukken. 2. Voorstel tot wijziging der Algemeene Politieverordening. 3. Benoemen van een lid van de Commis- sie tot wering van schoolverzuim we gens het niet aannemen der benoeming van L. P. Koole. Burgemeester en Wethouders bevelen aan: a. D. Haak; b. P. Haak. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot wijziging van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur te Hoek. 5. Benoemen leden Burgerl. Armbestuur. Het Armbestuur draagt voor: 1. C. de Pooter; 2. P. Hofman. ,1. L. J. Dieleman; 2. J. Meertens Mz. Naar een viuggere ©migratie der kalnpbewoners Woensdagmorgen om 10 uur arriveerden in onze gemeente hunne Excellences de Minister van Binnenlandsche Zaken, ir. H. van Boeyen, de Minister van Justitie, prof. mr. P. S. Ger- brandy, de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, in gezelschap van den seeretaris-gene- caal van het departement van Binnenlandsche Zaken, mr. dr. K. J. Frederiks en 2 chefs de bureau. Het bezoek duurde tot 4.30 uur in den na- middag. Beide vluchtelingenkampen, het Pro- testantsche en Roomsch-Katholieke, werden bezocht. Besprekingen werden gevoerd ten einde een viuggere emigratie der bewoners dezer kam- pen te bewerkstelligen. De regeering zal zoo veel mogelijk haar medewerking verleenen. (VI. Crt.) INTREDE. Cand. J. H. Renting van Sluiskil is voor- nemens Zondag 10 Maart a.s. zijn intrede te doen bij de Ned. Herv. Gem. van Heinkens- zand na tevoren te zijn bevUstigd door Ds. H. Visser van Doetinchem. EISCHEN VAN GOEDE ZEEMANSCHAP. N.V. Transport Mij. Temeuzen in procedure door den Hoogen Raad in het gelijk gesteld. De Hooge Raad heeft, naar wij aan de Vliss. Crt. ontleenen, arrest gewezen in een proce dure tusschen de N.V. Transport-Maatschappij Terneuzen, gevestigd aldaar en de Belgische vennootschap RijnSchelde te Antwerpen. Een sleepschip van de maatschappij Temeu zen is op de W(aal aangevaren door de vracht- boot Rijn-Schelde 4, waardoor voor het sleep schip groote schade ontstond. Bij de rechtbank te Amhem heeft toen Temeuzen schadever- goeding gevorderd en gesteld, dat, toen de sleep voorbijging op behoorlijken afstand van de vrachtboot, die midden op de rivier tegen den stroom voor anker lag, deze laatste plot- sehng, schuin naar stuurboord, naar voren kwam, met als gevolg de aanvaring. De rechtbank verklaarde deze vordering niet ontvankelijk en het hof te Arnhem be- krachtigde dit vonnis uit overweging, dat Ter neuzen niet had gesteld een actief vooruit varen van de vrachtboot. Daarom gaat de daarop gebouwde redeneering omtrent de schuldvraag niet op, aldus het hof, dat voorts nog opmerkte: ,,Bij het passeeren van een tegen den stroom in normaal verankerd liggend schip moet rekening worden gehouden met de be- wegingen, waaraan zoo'n schip door van bui- ten komende oorzaken blootstaat en dus had, wanneer, naar beweerd wordt, daarmede wel voldoende rekening is gehouden, een ander be- paalde oorzaak moeten zijn gesteld, waardoor de vrachtboot stuurboord naar voren is ge komen." In cassatie heeft Temeuzen toen aange- voerd, dat het hof heeft voorbijgezien, dat degene, die schadevergoeding vordert wegens aanvaring van zijn schip, voor de ontvanke- lijkheid zijner vordering kan volstaan met te stellen een verkeerd varen van het schip en hij niet oehoeft te stellen wat de oorzaak van dat verkeerd varen is geweest, hetgeen geen uitzondering vormt, het aanvarende schip voor anker ligt. De Hooge Raad heeft dit cassatiemiddel gegrond geoordeeld. Het naar voren komen van het schip aldus het arrest vormde een beweging, strijdig met de geldende voor- schriften en de eischen van goede zeeman- schap, daar het schip had moeten zorgen, een dusdanige beweging niet te kunnen maken. Met het stellen dier verkeerde beweging kon derhalve worden volstaan. De Hooge Raad vernietigde op dien grond het arrest en verwees de zaak terug naar het hof te Amhem. BELEEDIGING VAN DEN MINISTER VAN DEFENSIE. In hooger beroep van een vonnis van de Paagsche Rechtbank, waarbij hij veroordeeld is tot een jaar voorwaardelijke gevangenis- straf van een maand met drie jaar proeftijd en een geldboete van 200, subs. 100 dagen hechtenis, stond de hoofdopsteller van het Nationale Dagblad, Mr. M. M. Rost van Ton- ningen, Woensdagmiddag voor het Haagsche Gerechtshof terecht. Het betrof hier een artikel in het Nationale Dagblad van 19 Juli 1939, getiteld: ,,De on- ridderlijkheid van Minister Van Dijk", in welk artikel zinsneden voorkwamen, welke belee- digend voor den toenmaligen Minister van Defensie werden geacht. Op verzoek van den verdediger, Mr. W. J. C. A. Nijgh, werd de heer Maarsingh als ge- tuige a decharge gehoord. De advocaat-generaal, Jhr. Mr. Dr. L. H. K. C. van Asch van Wijck, zei, dat er in Ne- derland geen heilige huisjes bestaan. Op iedereen kan critiek worden uitgeoefend, mits in behoorlijken vorm, mits binnen beschaafde grenzen. Schelden mag men eemfiaal niet. In het genoemde artikel is verdachte over den schreef gegaan. Het is nu welletjes geweest, aldus de advocaat-generaal, verdachte moet inzien, dat hij, als ieder Nederlander, zich van beleedigingen heeft te onthouden. Deze voorwaardelijke veroordeeling dient al3 waar- sohuwing en spreker eischte bevestiging van het vonnis van de Rechtbank. In zijn pleidooi zette Mr. Rost van Ton- ningen uiteen, welke motieven hem gebracht hebben tot het schrijven van dit artikel. Mr. Nijgh voegde er nog aan toe, dat hij het met den advocaat-generaal eens was, dat het nu afgeloopen moest zijn met de beleedi gingen. Dat is ook verdachte's opvatting en hij zal zjch in den vervolge van beleedigingen onthouden. In dit verband was oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf, volgens pleiter, dan ook overbodig. Uitspraak 21 Februari. DE UITVOERHEFFINGEN OP VLAS. De Centrale landbouworganisaties hebben den Minister van Economische Zaken mede- gedeeld, dat hun gegronde klachtien bereiken betreffende de uitvoerheffingen op vlas3troo en bewerkte vlasproducten. De eerste wordt te hoog geacht, terwijl er ook geen juiste verhouding bestaat tusschen de heffing op het onbewerkte vlasstroo en de bewerkte pro ducten. De onlangs toegepaste drastische verhoo- ging van de heffing op gehekeld vlas van 30 tot 60 per 100 kg., heeft aan een eenigszins rendabele vlaslbewerking den grondslag ont- nomen. Zulks geldt in het bijzonder voor vlasbewerkers, die thans vlasstroo ter ver- werking moeten aankoopen. Vlasstroo noteert naar kwaliteit f 0,120,17, gezwingeld vlas f 1,30f 1,80 per kg, waar afgaat een uitvoer- heffing van 0,60, zoodat voor de vlassers overblijft 0,70—f 1,20. De opbrengst van vlaslint ligt thans ongeveer op dezelfde hoog te als voor de mobilisatie, terwijl de bewer- kingskosten gestegen zijn. Het gevolg is, dat de Ned. vlassers geen vlasstroo kunnen koo- pen en moeten toezien, dat hun buitenland- sche concurrenten het beste vlasstroo tegen voor hen voordeelige prijzen weghalen, wat leidt tot vermindering van werkgelegenheid. De C.L.O. verzoeken spoedig daarin ver andering te brengen, daar de huidige toestand zoo is, dat een hoeveelheid vlas, indien deze bewerkt het land verlaat, meer dan 70 pet. hooger belast wordt dan wanneer ze onbe- werkt wordt geexporteerd. Dit percentage wordt nog hooger voor de betere kwaliteit vlasstroo, waarin slechts 550600 kg noodig is om 100 kg. lint te verkrijgen. De C.L.O. vragen, mede met het oog op de slechte uitkomsten ,van het vlassersbedrijf, een sterke verlaging van de heffing op het bewerkte vlas en een geringe verhooging van de heffing op vlasstroo, zoodat beide heffin- gen in evenwicht gebracht worden. ECONOMISCHE GEVOLGEN VAN STRENGEN WINTER IN MIDDEN-EUROPA De te Weenen versehijnende „Siid-Ost Echo" bevat volgens het Handelsblad eenige berichten omtrent de gevolgen, welke de strenge winter in Midden-Europa op 'ec.o- nomisch gebied reeds heeft gehad of zoj kun nen hebben. Volgens dit blad hebben de weersomstandigheden en de daardoor ontstane storingen in het intemationale spoorwegver- keer tot nu toe den Duitscher. export betrek- kelijk weinig beanvloed, maar wel heeft men de goederen moeten rangschikken naar hun belangrijkheid. Duurzame gevolgen kan de strenge winter echter hebben voor den graanoogst in Midden- Europa, vooral in de Donaulanden, aangezien de sneetrw daar op groote schaal is wegge- waaid, waardoor de wintertarwe aan tempe- raturen van 30 gr. is bloot gesteld. In Hon- garije is dit b.v. het geval terwijl er ook dis- tricten zijn waar in het geheel geen sneeuw is gevallen. In enkele gebieden doet zich schaarschte aan veevoeder voor, zoodat men zelfs maisstengels aan het vee moet voeren. De Hongaarsche regeering heeft onderhan- delingen met Joegoslavie aangeknoopt voor onmiddellijke levering van belangrijke hoe- veelheden mais. In Joegoslavie heeft de ,,Kosgawa", een ijs- koude Noordenwind, het beschermende sneeuwdek eveneens doen verstuiven. De om vang van de vorstschade kan "pas na het in- vallen van den dooi worden geconstateerd. In Roemenie is de temperatuur zelfs 40 gr. C. geweest, waardoor groote schade aan de winter-uitzaai is aangericht. Bovendien is de met winter-tarwe bebouwde oppervlakte dit jaar geringer dan in de vroegere jaren, zoodat men met een sterken achteruitgang van de Roemeensche tarweproductie rekening moet houden. Uit Bulgarije komen de zelfde berichten: vorst van 18—J20 gr. C. en een verstuiving van de 2530 cm. sneeuw door sterke Noord- westen winden. Ulvenhout. Amico, De sneeuwglanzen zinderden deur 't bosch. Over de witte wegels, daar deur de breeje dreven, gloei- de 'n koperen zon in den sneeuw en ge voelde d'n lichtzin- der 6pblinken teugen oew gezicht. Gouwen kralen la gen gezaaid over die wondere wegels van 't winterbosch. En in de volkomen stilte, die huiverde van den blanken peerlmoer, hoog boven de rechte dreef, kost ge, bezijen, de elfkes bezig hooren, wier sluiers ruichten en zwierden op 't dunne windeke, dat er spulde in 't jonge ibosch, achter 't ouwe struikgewas. Dappere veugeltjes, aandoenlijk gelukkig weer mee deus zonneke, floten kraskes op den stillen huiver, die over 't sneeuwbosch gekoepeld stond als van glas. Uit den jongen, zonovergoten mast, zwaar van sneeuwkussels, fonkelden lichtjes lijk Kerstsier. En toen 't Januarizonneke nog straffer wierd, tooverden guirlanden van goudspattend licht deur deuzen winterweelde, die oe zoo gelukkig maakte als de veugelen...! Gelukkig, in den barren ermoei van oew samenleving, die tusschen de veeren kruipt van den menschveugel, lijk de kou de musch- kes treitert. Ik siste 'n lieke over den punt van m'n tong, zwaaide deur den stillen huiver m'nen stok, dat ie zoemde langs m'n ooren. Dan vatte-n-ik daar van 'n rooi, hard eikenblad den sneeuwddt weg en at 'm op. Als ge efkes gelukkig zijt, doode geren iets geks! Ook, al sijpelt dat ,,gekke" lijk ijs in oewen buik, zoo koud dat ge lacht. Blaauwe schaduws van 't geboomt streep- ten golvend over den zonnesneeuw en als deuzen ongerepten, witten weg, tusschen den fonkelenden zonnesier, opgehangen in slin- gers deur 't porceleinig takkenrag van 't ge- boomte, waarin 't fijn schalmei der veugeltjes orgelde, recht naar den Hemel was gegaan, 't had me nikske nie verwonderd. Ik heb't misschient weer wa-d-hl te schoon gezeed, naar d'opvattings van „de Stad". Maar kan ik 't verhelpen, amico, dat 'n dood- gewoon pak sneeuw op den buiten zoo schoon in stad en dutp zoo'n... zwijnderij is? Ja, waar veul menschen bij malkaar zijn...! Ook mij kruipt den barren ermoei van deus tij tusschen de veeren. En da's gin ,,zelfbeklag", zielkundige uitbeeners. Ik merk zoogoed dieen kleurloozen ermoei op, als den bonten rijkdom van 'n weelderige, witte woudsprook. Ook daar in 't sprokebosch mot ge nie, mee den punt van oewen stok vroeten midden tus sohen 't wagelspoor, waar de peerden altij gaan. Maar ge mot er oew ziel wijd open- gooien naar den reinen Scheppingspracht waarin den dag te vlammen staat uit water- diamant, gevlijd op kussels blanker dan zwa- nendons en glanzend als gemoireerden zij. Kan ik 't verhelpen, dat 't daar op den een- zamen buiten altij zoo schoon, daar gunder onder de menschen 't altij zoo... anders is...? Hier, op den buiten, heb ik zekerheid. Daar, bij jullie, meestal twijfel. Hier klinkt alleen 't schoonst gedacht ver- staanbaar. Daar den vloek mee 'n vuist op tafel. Hier worden oew gedachten gekuischt: daar besmeurd. Hier dansen de elfkes naar 't leven toe; dddr dansen legers naar den dood. 't Is goed alleen te zijn, in God's schoone Schepping, in zo'nen blanken boschkathedraal en daar oewen stillen, witten weg te gaan. Oewen eigen weg. Zoo nou en dan in 'nen greep sneeuw bijtend van 'n onsterfelijk eiken blad. Ik ben gegaan naar de hei. Daar golfde 'n witte zee uit den koperen kim, onder 'n stilte die ge h66rde gaan. Ze kraakte in den brozen sneeuw, die lijk ge- stolten schuim was. Vfolette schaduws vaagden over de witte onendigheid, waarover den smeulenden dag te vonken lag in amberen gloei. 'Nen bloedrooien zonnebol boog langzaam over die wondere weareld van zachten pastel. En 't karmozijn van d'avondzon vloeide, drenkte weg in den sneeuw, als 'n wijnvlek in 'n blank gedekte reuzentafel. Daar, aan den rand van die albaster wea reld, heb ik gestaan tot m'n oogen gongen pieken van den kou. Of was 't van al die wisselende, vervloeiende kleuren? Of van dieen karmozijnen vuurbol, die er in te ver- zinken begost? De locht brak. Den blanken, zilverigen peerlmoer wierd overtogen mee den rossen weerschijn van den winteravond. Lange streepwolken van de diepsten indigo stonden deur den vuurpoel van den kim geveegd. Als al m'n geloof aan 't dooven was in de kilheid van de tijen, dan vlamde't hier weer op, in den wonderen kleurengloei van deuzen winteravond, die viel over de sneeuwhei. Dan knikte 't in m'n knieen, dan brandde 't in mijn oogen, dan snokte 't deur m'n ziel. Dan dan kwam de Zekerheid verom, kroop warm tusschen de veeren van 'nen ver-ermoeiden mensch-veugel, die weggeflad- derd was wijd van... de menschen. Van de geleerde, de rijke, veumame, verwaande, af- gunstige, van de hatende menschen, die doen- de zijn deus schoone weareld onbewoonbaar te maken veur malkaar. Die tot hun knieen deur de ,,Stadsche zwijnderij" gaan en nie weten dat er ieverans 'n hei is, waar ze G6d kunnen ontmoeten in de ongerepte, reinste kleurenpracht, getooverd over blanken sneeuw. Ja, die er gin goei woord van kunnen h66ren, want rede en sentiment, twee afgron- den die 'm scheien moesten van 't dier, bezit 't oorlbgszuchtige menschdom nie meer, dat alleen leeft veur den d66d van de andere men- schenhelft, die altij zijn teugenpartij is! Den dag bluschte uit. De kleuren in de hei vaagden yveg in den stillen donker, die kwam gekropen uit de bosschen. De hemel doofde. Sjuust was den lesten klont zonnevuur ver- smolten deur den sneeuwkim. Nog stond 'nen zwakken gloei te zinderen van achter de weareld vandaan, als daar... m'n hart sprong open, wijd weg nog, den vagen schim gong van den Vic! Allee, dat kost nie anders, of deuzen kunst- schilder, die altij, altij leert van den Schepper eigens, moest deuze plek teruggevonden heb ben, na veul getrek, gedwaal, trein in, trein uit, deur "t hele land. Deur stejen en dur- pen, langs velden en wegels mee z'n leed, z'n viool, z'n eenzaamheid zoo groot als die hei. Ik floot, ik riep, rinneweerde de teere stilte, die tusschen hum en mij stond over de win- terhei. Dan hoorde-n-ie me. Zeilde zij nen grooten flambard de locht in, stak z'n armen op, vong den hoed en kwam in draf aangerend. ,,Ah! Den Vic! Weer thuis?! Kameraad!" Dan bulderde z'n galmstem lijk 'n klok deur den wijen weemoed en 'k voelde 't geluid deur m'n beenen gaan. Dat dee me goed, den Vic weer te zien! En sjuust hier! „Aha, Drre, onsterrflijke vrrind! Jij 66k hierr!!" Dan waren we bij malkaar, hier aan den rand van de weareld, waar sjuust de zon toch achter verzonk! Herman sprong teugen m'n borst en 'k had bekanst moeite staande te blijven. W6er! Z'n groote, botte neus douwde-n-ie nat in m'nen nek. „Affriep den Vic over de stilte van hei en bosch en dan stak ie twee handen uit, die 'k geren vatte. Tien jaren was zijn gezicht ouwer gewor- den, maar nog schoonder! En als ik zag in dieen gekerfden Laszt-kop, in die troebele oogen, diep als de zee, in de voren die liepen van z'n ooghoeken dwars over de harde wan- gen, dan kost ik nie goed spreken. En kneep

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 7