ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
AKKERTJES
No. 10.022
MAANDAG 29 JANUARI 1940
80® Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen
II
Op van Zenuwen"?
II'
c
NEUZENSCHE COURANT
AfiONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige lan den 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELKFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTLENper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst edn dag voor de uitgave.
BIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
1)11 A NK WET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ingevolge artikel 38, jo.
art. 45 en 16 der Drankwet 1931 Stbl. no. 476
ter openbare kennis, dat bij! hen is ingekomen
een verzoek om een verlof B, van ADRIAAN
RUBEN, los arbeider, wonende te Terneuzen,
voor het jeugdgebouw van de Stichting
.Emmanuel", gelegen aan de Nieuwediep-
straat, alhier.
Binnen twee weken nadat deze bekend-
making is geschied, kan ieder tegen bet ver-
leenen van bet verlof schriftelijk bezwaren
indtenen by Burgemeester en Wethouders.
Terneuzen, 29 Januari 1940.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGBN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
brlengen ingevolge art. 75 der Lager Onder-
wifswet 1920 ter openbare kennis het volgende
raadsbesluit
De Raad der gemeente Terneuzen;
gencn een op 2 December 1939 ingekomen
adres van het R.K. Kerkbestuur „St. Willi-
brord" te Temeuzen, houdende verzoek om
ingdvolge artikel 72 der Lager Onderwijswet
1920, gelden te willen beschikbaar stellen
voor de aanschaffing van een nieuwe lees-
methode voor alle klassen der R.K. school
voor g. 1. o. aan de le Verbindingstraat lb,
alhier en wel op grond van het feit, dat de
thans in gebrulk zynde leesmethode geheel
is verouderd;
overwegende, dat het R.K. Schoolbestuur
een nieuwe leesmethode wenscht aan te schaf-
fen, omdat de in gebruik zynde leesboekjes,
welke reeds dateeren van het jaar 1912, ver-
sleten zyn en vemieuwing behoeven en zy
daarom van de gelegenheid gebruik maken
een nieuwe leesmethode in te voeren;
dat by een ingesteld persoonlyk onderzoek
vanwege ons college gebleken is, dat deze
boekjes in enkele klassen inderdaad vemieu
wing behoeven, doch dat daartegenover de
boekjes in andere klassen zeker nog eenige
jaren kunnen worden gebruikt, zoodat gelei-
dettjk tot aanschaffing van een nieuwe
methode zou kunnen worden overgegaan;
overwegende verder dat, waar hier geble
ken is, dat deze verouderde methode vervan-
gen wordt, omdat de boekjes versleten zijn,
en hier in elk geval sprake is van vervanging
van oude of verouderde leesboekjes;
dat voor Vervanging wegens slytage de
kosten uit de exploitatievergoeding dienen te
worden bestreden;
dat in verband met het bepaalde in het
tweede lid van artikel 75 der Lager Onder
wijswet 1920 de aanvraag dan ook niet kan
ingewilligd worden;
dat is voldaan aan het bepaalde bij artikel
77, eerste lid der Lager Onderwijswet 1920;
besluit
aan het verzoek van het RjK. Kerkbestuur
,,St. Willibrord" zyn medewerking te wei-
geren.
De gemeenteraad voornoemd,
P. TELiLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVULLESecretaris.
Temeuzen, 26 Januari 1940.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGE1N, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLESecretaris.
PRINSES JULIANA ALS REUNISTE
TE LEIDEN.
Nadat Prinses Juliana Vrijdagavond in den
Leidschen schouwburg een tweede voorstelling
had bygewoond van de comedie ,,Artisten-
ingang", nam zij Zaterdagochtend als oud-
studente deel aan de feestelyken intocht der
leden en reunisten van de vereeniging van
vrouwelyke studenten te Leiden, ter gelegen
heid van haar achtste lustrum.
De treinen uit de richting Amsterdam,
Den Haag en Utrecht voerden tusschen half
elf en elf uur ongeveer 450 reunisten naar
Leiden, die daar welkom werden geheeten
door ongeveer zes honderd leden van de
V.VJ3.L. en het Leidsche politie-muziekgezel-
schap, dat bij iederen binnenkomenden trein
het clublied ten gehoore bracht.
Ruim elf uur traden de reunisten naar bui
ten langs een bereden fraaie eerewacht van
24 V.V.iS.L.-leden en begroet door het Iovi-
vat.
De Prinses was gekleed in een eenvoudigen
zwartel mantel met zwarten hoed. Zij liep
in de groep van haar studiejaren.
Na een korte wandeling door de bevlagde
binnenstad, waarbij voor het clubgebouw het
V.VjS.L.-lied en voor de academie, het Iovi-
vat werd gezongen, scheidden de reunisten,
onder wie de Prinses, zich op de Breestraat
van den stoet af om in caf<5-restaurant „In
de vergulden Turk" den koffiemaaltijd te ge-
bmiken. De leden deden zulks in cafe-restau
rant ,;Het Schippershof".
Des middags werd in de Gereformeerde
Zuiderkerk het lustrum officieel geopend met
een toespraak van de praeses, mej. M. N.
Ekker, die een overzicht gaf van de oprichting
en ontwikkeling der V.V.S.L. en die uiting
gaf aan de verknochtheid der leden aan het
Oranje huis. Ook hierbij was de Prinses
tegenwoordig, terwijl zy zulks eveneens was
bij de receptie in het clubgebouw en bij het
officieele diner voor leden en reunisten, dat
des avonds in de stadsgehoorzaal werd ge-
houden.
DE REDE VAN
MINISTER VAN KLEFFENS.
In de Belgische pers is tot dusver nog niet
Veel commentaar verschenen op de rede van
Minister Van Kleffens. Wel hebben de meeste
bladen groote uittreksels uit de rede gepu-
bliceerd, terwijl ook de titels hierboven ge-
plaatst, erop wijzen, dat de woorden van den
Nederlandschen Minister van Buitenlandsche
Zaken met groote sympathie in Belgie zyn
ontvangen. De Brusselsche krant het Laatste
Nieuws schreef Vrijdagavond in dit verband:
De rede van Minister Van Kleffens heeft
in Belgie groote belangstelling gewekt. Deze
rede is een bewijs van de solidariteit, welke
zich tusschen Nederland en Belgie, heeft ont-
wikkeld. In politieke kringen in Brussel ver-
heugt men zich dan ook over het gedeelte van
de rede waarin de goede betrekkingen tus
schen beide landen worden onderstreept.
Wat het vraagstuk van den vrede betreft
wyst men er te Brussel op, dat de vorsten
van Nederland en Belgie einde Augustus en
later in November een aanbod van goede
diensten hebben gedaan zoodat een beslissing
feitelijk van de oorlogvoerende mogendheden
afhangt.
Waardeering in de Italiaansohe pers.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Rome telefoneerde Vrijdagavond:
Nadat reeds de Italiaansche radio in haar
uitzending van Vrydagavond zeer veel aan-
dacht had gewijd aan de rede van Minister
Van Kleffens, wordt de inhoud dezer rede
in ialle Italiaansche bladen bijzonder uitvoe-
rig weergegeven. Het gebeurt slechts hoogst
zelden, dat de Italiaansche curanten, die
over weinig plaatsruimte beschikken. aan de
woorden van een buitenlandsch staatsman,
wanneer dat niet of Hitler of Chamberlain
is, zooveel aandacht schenken. In de com-
mentaren op de rede komt algemeen waar-
deering tot uiting over de krachtige wyze
waarop de Nederlandsche Minister van Bui
tenlandsche Zaken het standpunt der alge-
heele neutraliteit heeft verdedigd.
Een Zweedsch commentaar.
In een hoofdartlkel schryft de Zweedsche
..Aftonbladet" o.m.:
De redevoering van Minister Van Kleffens
was prachtig. Zy had eeij Europeesche waar-
de en vormde een positieve, onbevreesde ver-
klaring uit naam van de neutrale staten,
waarbij zy tegelijkertijd de grondslagen schet-
ste van een rechtvaardigen, gemeenschappe-
lyken vrede. Het was een geruststellende rede
die de Europeesche staatslieden aan het na-
denken moet brengen. In een tijdperk, dat
het stempel draagt van bitterheid en chaos,
heeft de Nederlandsche Minister Van Buiten
landsche Zaken een opvatting uiteengezet, die
gekenmerkt wordt door kalmte en redelijk-
heid. Zijn houding vormt een voorbeeld voor
de Ministers van Buitenlandsche Zaken van
alle kleine, neutrale landen.
DE PREVENTIEVE HECHTENIS VAN DEN
DUITSCHEN JOURNALIST H. M. NIET
VERLENGD.
Naar gemeld wordt is de preventieve hech-
tenis, waarin de Duitsche journalist H. M.
zich bevond onder verdenking van deelneming
aan handelingen van anderen, welke de neu
traliteit van Nederland in gevaar zouden (kun
nen brengen, niet Verlengd. Hij is thans in
het huis van bewaring, in afwachting van de
beslissing, welke ten aanzien van hem als
vreemdeling zal worden genomen.
ADVIESOOMMISSIE INZAKE OORLOGS-
MOLESTRISICO INGESTELD.
De regeeringspersdienst meldt:
By beschikking van den Minister van Fi
nancien is, in overleg met zijn ambtgenoot
van Eoonomische Zaken ingesteld een com
missie van advies met betrekking tot de vra-
gen, of regelingen, die behooren te worden
getroff en
a. ten aanzien van de geldelijke risico's
Veroorzaakt door de gevaren, waaraan onroe-
rende en roerende particuliere eigendommen
bloot staan by den heerschenden oorlogstoe-
stand in Europa en
b. ten aanzien van de geldelijke risico's
waaraan onroerende en roerende particuliere
eigendommen onderhevig zouden kunnen wor
den, - indien een verscherping dier gevaren
mocht intreden, waarby in het ibijzonder is
gedacht aan het geval, dat Nederland direct
in den oorlog zou worden betrokken.
By bevestigende beantwoording van de ge-
stelde vragen zal deze commissie tevens voor-
stellen omtrent de regelingen, welke zouden
behooren te worden getroffen formuleeren.
In bovenbedoelde commissie zyn benoemd:
tot lid en voorzitter. Mr. Dr. J. Donner, lid
van den Hoogen Raad der Nederlanden,
oud-minister van Justitie.
Tot leden: Mr. H. W. GroeneVeld, hoofd
van de afdeeling arbeidersverzekering van het
departement van Sociale Zaken, Mr. J. J.
Hage, directeur van de cooperatieve vereeni
ging Oentraal Beheer, Mr. G. E. Mathon,
referendaris by de juridische afdeeling van
het dep. van Defensie (plaatsvervanger Mr.
W. Bodeker), Mr. R. J. Mulder, ambtenaar
by de afd. nijverheid van het dep. van Econ.
Zaken, Dr. J. Ridder, referendaris by de afd.
geldwezen ter generale thesaurie bij het dep.
Van Financien, J. G. H. Sauverplanne, hoofd-
directeur van de levensverzekering maat-
schappij De Nederlanden van 1845, Mr. J.
Wilkens, lid Van de Contact-Commissie van
belanghebbenden by onroerende goederen en
odd-voorzitter van de Vereeniging van Direc-
teuren van Hypotheekbanken en tot secretaris
Mr. E. A. Liefrinck, ambtenaar ter generale
thesaurie bij het dep. van Financien.
De Minister van Sociale Zaken heeft in zijn
rede op 19 December ter installatie van een
adVies-commissie onder voorzitterschap Van
Mr. Dr. J. Donner, inzaike het oorlogshfsico
van personen, reeds de instelling aangekon-
digd door den Minister van Financien eener
Roman van
JOHANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
14)
Vervolg.
„Zeec zeker", antwoordde lord Hendon, ter-
wyi hy voor hem ging staan, zoodat niemand
hen beluisteren kon. ,,Het meisje maakt al
sinds geruimen tijd een crisis door, die zy
zorgvuldig verborgen tracht te houden. En
dit is de uitbarsting ervan".
Hy knikte nadrukkelyk, alsof hy alien
twjjfel aan zyn woorden bij Gordon weg wilde
nemen. Deze was verwonderd. Hy had zeer
goed opgemerkt, dat Margareth zenuwachtig
was, telkens als hy haar ontmoette, of toe-
vallig gadesloeg. Hy had dit echter toege-
schreven aan de pynlyke positie, waarin zy
zich tegenover hem geplaatst moest voelen.
Wat hij nu vernam was echter iets nieuws.
Welk leed of welke zorg woog het meisje zoo
zwaar, dat het in staat was, een crisis in haar
leven te vec-oorzaken Het was hem een
raadsel; het zooveelste, dat Margareth Nor
man betrof...
>rH®bt u heelemaal geen vermoeden
begon hij.
(Lord Hendon sohudde krachtig het hoofd.
„Niet het minste. En zelf wil zy zich niet
uitlaten. Mijn vro-uw heeft veel met haar op
en heeft getracht haar aan het spreken te
krygen. Maar alle moeite was wuchteloos.
We dachten dat er moeilijkheden waren, die
met Flemington in verband stonden. Maar
dat denkbeeld hebben we losgelaten. Fleming-
soortgelyke commissie ten aanzien van par
ticuliere eigendommen. Deze laatste commis
sie, welke thans krachtens de hierboven ge-
publiceerde ministerieele beschikking is tot
stand gekomen, wordt eveneens door Mr. Dr.
Donner gepresideerd. Zij ziet zich voor de
taak gesteld te onderzoeken of eenigerlei
maatregelen behooren te worden getroffen
inzake het oorlogsmolestrisicoin het bijzon
der van onroerende, doch tevens van roerende
particuliere eigendommen. Zoo noodig zal de
commissie vervolgens deze maatregelen ont-
werpen.
Zooals de Minister van Sociale Zaken reeds
heeft aangeduid, is de eenhoofdige leiding van
de beide commissies Van groot belang te ach-
ten, wegens de verwantschap welke tusschen
het tweeerlei oorlogsrisico bestaat. Voor het
overige zullen de commissies evenwel haar
werkzaamheden geheel onafhankelijk Van
elkaar verrichten.
SALARISSEN PERSONEEL IN
OVEKHEIDSDIEN ST.
Vertegenwoordigers der verschillende vak-
centralen hebben deze week opnieuw verga-
derd om te beraadslagen over den stand Van
zaken ten aanzien van het overleg met de
regeering over de salarissen der ambtenaren.
Er is in dit overleg nog niet veel schot geko
men. Zooals men weet, bestaat er bij de
hoogste autoriteiten geen eenstemmigheid op
dit gebied, met het gevolg, dat en beslissing
nog niet genomen ikon worden.
In de eerste week van Februari zal er
opnieuw vergaderd worden. Dan komt op
een nader te bepalen dag, de Centrale Com
missie voor 't Georganiseerd Overleg, waarin
ook vertegenwoordigers der regeering zitting
hebben, bijeen. Daar zal dan rapport uitge-
bracht worden over de consultaties met de
regeering.
GEEN VEKKORTING ARBEIDSDUUR.
In de Memorie van Antwoord op het voor-
loopig verslag der Eerste Kamer betreffende
de begrooting van het departement van
Sociale Zaken 1940, zegt Mnister Van den
Tempel, dat hy onder de huidige omstandig-
heden, waarin vooral de intemationale toe-
stand een rol speelt, niet het initiatief zal
kunnen nemen tot een algemeene verkorting
van den arbeidsduur voor de bedryven. Hij
mocht echter reeds verklaren, dat, indien het
georganiseerd bedrijfsleevn hem voorstellen
wil doen, hy daar dan ten voile voor open
staat.
Het is de bedoeling van den Minister, zijn
byzondere aandacht te wijden aan de positie
dergenen op wie de Arbeidswet van toepas-
sing is of van toepassing kan worden ver-
klaard en die nog langer dan 48 uren per
week in loondienst werkzaam zijn.
WETTELIJKE REGELING
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
Sociale Zaken is het volgende ontleend:
De Minister bereidt een wettelijke regeling
der werkloosheidsverzekering voor.
Over de kosten, welke aan een wettelijke
regeling van de werkloosheidsverzekering
zullen verbonden zyn, ikan de Minister thans
nog geen definitief bescheid geven.
De Minister ziet in scholing en herscholing
een belangrijk middel om de werkloosheid
van velen te ibeeindigen.
De -Minister kan niet de juistheid erkennen
van de opmerking van verscheidene leden,
dat de werkverschaffing niet zelden misbruikt
wordt voor het uitvoeren van normaal werk.
De Minister heeft er geen enkel bezwaar
tegen, dat B-steun wordt verstrekt in geval-
len waarin de betrokken werklooze in een
periode van twee of drie, achtereenvolgende
jaren niet meer dan twee of drie maanden
in loondienst heeft gewerkt, uiteraard indien
H
ton aanbidt haar, maar ik geloof niet, dat zy
iets van hem wil weten..."
Er werd gescheld en een oogenblik later
werd de dokter aangediend. Lord Hendon
trad hem haastig tegemoet.
„De ptiente ligt hiernaast, Hennyon. 't Is
Margareth, zy ligt in een flauwte."
„We zullen eens kijken", zeide de dokter
bedaard, terwyl hij het vertrek verliet.
Lord Hendon en Gordon gingen zitten en
wachtten zwijgend het resultaat van zyn on
derzoek af. Weinige minuten later klonk er
een lichte kreet uit het naastgelegen vertrek.
En daarop liet de kalmeerende stem van Dr.
Hennyon zich hooren.
,,Wat is dat nu, meisje? Wie of wat heeft
je zoo van streek gemaakt?"
De ruistige klank van zijn stem had een
averechtsche uitwerking. Margareth barste
plotseling in wilde snikken los, die heel diep
uit haar keel schenen op te wellen.
,,Goed zoo, huil de spanning er maar eens
uit", hernam d« dokter vertroostend.
Het schreien klonk zoo hartverseheurend,
dat Gordon het niet langer kon aanhooren.
,,Vindt u het goed, dat ik zoolang in de biblio-
theek wacht, mylord?" vroeg hij, diep ge
troffen.
Lord Hendon knikte en maakte een bewe-
ging om eveneens op te staan. Doch beiden
bleven zij zitten, een wanhopige stem hield
hen verschrikt vastgekluisterd aan hun stoel.
„0, dokter, laat me toch liggen; 'k wou dat
ik sterven kon!..."
Die vertwijfelde klacht sneed Gordon door
de ziel. Ontdaan keek hij lord Hendon aan,
die even hulpeloos neerzat als hy. En intus-
schen deed de dokter opnieuw moeite, het
meisje tot bedaren te brengen.
,,Rom, kom, wees nu eens niet zoo wan-
hopig, meisje", vermaande hij schier moeder-
lyk teeder. „Ik weet allang, dat er iets aan
scheelt. En ik heb opgemerkt, dat je je een
byna bovenmenschelijk geweld aand-oet, om
gewoon te schijnen. Zou je zelfs 'n ouden
vriend van lady Hendon niet in vertrouwen
kunnen nemen? Zeg nu eens, wat er eigen-
lijk aan de hand is?"
„Neen, dat kan ik niet!", riep het meisje
snikkend uit.
.Willen wy liever weggaan, Margareth?",
liet lady Hendon zich hooren met een be-
wogen stem. „Je kunt toch dokter Hennyon
wel toevertrouwen wat je zoo drukt?"
„Neen, ik kan het niet, mylady", schreide
Margareth. ,,Ik kan er met niemand over
spreken. met niemand. Ik mag niet> o, laat
me toch met rust".
„Goed, goed, kind", suste de dokter. ,,We
willen je absoluut niet dwingen, maar het
zou je zeer verlichten, als je je hart eens uit-
stortte. Houd mijn woorden in gedachten,
misschijen doen ze nog nut. En nu zal ik
iemand om een kalmeerend drankje sturen.
De eerste paar dagen moet je maar eens vol-
strekte rust blijven houden. zal je?"
,,Dat... dat kan ik niet5', antwoordde Mar
gareth, opnieuw in snikken uitbarstend.
,,Je moet, en anders zou ik genoodzaakt
zijn andere maatregelen te nemen", zei dr.
Hennyon op strengen -toon. ,,We zullen je
naar huis laten brengen en dan in bed. Goed
begrepen?"
Tegenover die bevelende stem werd het
meisje klein als een kind. ,,Ja, dokter", fluis-
terde zij gehoorzaam.
,,Zou het niet veel beter zijn. als ze hier
bleef, beste vriend?" vroeg lady Hendon be-
zorgd. ,,Kijk eens hoe zij rilt..."
(Beter was het wel en als u zoo goed zou
willen zyn..."
,,(Neen, neen, laat me liever naar huis
gaan", smeekte Margareth. ,,Ik ben u maar
tot last, mylady".
„iVolstrekt niet!" viel lady Hendon uit. ,,Er
is geen sprake van last, we zullen je terstond
naar de zonnlgste logeerkamer brengen. Dan
rust je eerst hier maar eens 'n paar dagen
uit. Z66 laat ik je niet gaan, je beeft om er
naar van te worden. Dokter, wilt u zoo goed
zyn, mij even te helpen haar boven te bren
gen
Dan hebl U leveel van Uw
zenuwen gevergd. Neem een
"AKKERTJE", dal werki kal
meerend en ge komt tot rust.
helpen direct
(Ingez. Med.)
De resolute stem van lady Hendon dulde
geen tegenspraak. Margareth bleef snikken,
maar zy gaf haar verzet op. Terwijl zij naar
de logeerkamer werd gebracht, voegde lady
Allenby zich bij lord Hendon en Gordon. Zij
was even ontdaan als de anderen en viel met
een diepen zucht in een fauteuil.
,,'t Is onbegrijpelijk, wat zou het meisje
schelen, mylord?"
,,W!y staan ook voor een raadsel", antwoord
de lord Hendon. ,,En dat raadsel zal wel niet
opgelost worden, voor zij ons haar ■vertrou
wen schenkt."
Lady Allenby keek Gordon eens aan, alsof
deze haar een verklaring kon geven van het
zonderling gebeuren. Maar Gordon ontweek
haar blik. Hij was te zeer vervuld van eigen
bekommerde gedachten, om zich in die van
anderen te verdiepen. ,Nog steeds klonken
hem Margareth's wanhoopsklachten in de
ooren. Zij hadden hem diep ontroerd en zijn
gevoel in een labyrinth geleid, waaruit het
geen weg meer wist te vinden.
De terugkeer van den dokter deed een
zucht van verlichting opgaan in het kleine
gezelschap.
..Ziezoo, zij ligt in bed", trad hij binnen.
't Is toch niets emstigs?" informeerde lord
Hendon.
De dokter haalde licht de schouders op.
,,Het laat zich op het oogenblik al thans niet
als iets emstigs aanzien, mylord. Ze is geheel
van streek, dat is het eenige wat ervan te
zeggen valt. Die lichte koorts beteekent nog
niets. Met 'n paar uren rust kan zij geheel
opgeknapt zijn. Maar het tegendeel is ook
zeer goed mogeiyk."
Hij ging zitten en lord Hendon presenteerde
hem een glas sherry. Inmiddels kwam ook
lady Hendon van boven. Haar gezicht stond
zeer ongelukkig, het stille lijden van het
meisje had blykbaar diepen indruk op haar
gemaakt.
„Nu vraag ik, wie daar iets van begrijpen
kan", klaagde zy. ,,Een meisje, dat absoluut
geen zorgen hoeft te kennen en dat ook geen
het betrokken gezin ook overigens voor B-
steun in aanmerking komt.
Zooals het zich thans laat aanzien, zullen
de gelden, welke op de begrooting voor het
jeugdwerk zyn uitgetrokken, voldoende zyn
om de gestelde taak te kunnn volbrengen.
Aan het instellen van een algemeen arbeids-
dienstjaar bestaat in ons land naar de over-
tuiging van den Minister geen behoefte.
PARTIEELE
ONTHEFFING RIJTIJDENBESLUIT.
De Minister van Sociale Zaken heeft voor
bestuurders van vrachtauto's tot en met 8
Februari ontheffing verleend voor het be
paalde in de artikelen 25, 26, 29 en 30 van
het Rijtydenbesluit (werk-, rust- en dienst-
tijden), voor zoover de toestand der wegen
in verband met de weersgesteldheid afwij-
king noodig maakt, met dien verstande, dat
een werktijd niet meer dan 13 uren, de ge-
zamenlyke duur van de in een week vallende
werktyden en gedeelten van werktijden niet
meer dan 66 uren en een diensttyd niet meer
dan (15 uren mag bedragen, terwijl een tus
schen twee opeenvolgende diensttijden ge
legen onafgebroken rysstyd ten minste 11
uren moet bedragen.
EXTRA MARGARINE EN VET VOOR
ONDERSTEUNDEN.
De Ministers van Economische Zaken en
van Sociale Zaken hebben, met het oog op
den lang aanhoudenden winter, besloten goed
te keuren, dat aan alle ondersteunde gezin-
nen gedurende drie weken boven de vastge-
stelde kwanta edn pakje heffingsvrye marga
rine en edn pakje heffingsvrij bak en braadvet
per week extra worden verstrekt. De ge-
meentebesturen zullen hieromtrent zoo spoe-
dig mogelijk nader worden ingelicht.
HERZIENING ZONDAGSWET.
Sommige leden der Eerste Kamer herinne-
-ren er volgens het v.v. op de Justitiebegroo-
ting aan, dat onlangs een aantal hoogge-
plaatste autoriteiten op Zondagmiddag tegen
woordig was bij een voetbalwedstrijd, zulks
niettegenstaande de Hooge Raad der Neder
landen heeft beslist, dat zulke wedstryden op
Zondagmiddag door de wet zyn verboden.
Deze leden zagen hierin een aanwijzing
temeer, dat herziening van de Zondagswet
niet langer kan worden uitgesteld.
GEEN BELASTINGVLUCHT UIT
NEDERLAND.
Men vraagt aan het Vad. van geachte zyde
of het niet wenschelijk zou zijn, onder de
huidige tijdsomstandigheden, een „comifce tot
terugroeping van belastingvlieders" in het
leven te foepen.
De redactie van het Haagsche blad heeft
deze vraag voorgelegd aan een belasting-
autoriteit die haar de verzekering gaf, dat
er de laatste jaren nauwelijks van belas-
tingvlucht uit ons land kan worden gespro-
ken. De kapitalen, die naar het buitenland
gaan, worden in evenwicht gehouden door
terugkeerende kapitalen en er is zelfs de laat
ste jaren een gering vestigingsoverschot van
kapitaal geweest. ,Voor het jaar 1939 is de-
zorgen hddft, voor zoover ik weet. Wat kan
daar toch achter zitten, dokter?"
,,De hemel mag het weten, mylady. Ik ben
al sinds geruimen tyd van meening, dat zy
gebukt gaat onder een groot leed. Vanavond
zullen haar krachten haar eindelijk begeven
hebben. Ik veronderstel, dat er hier niets
gebeurd is, dat die uitbarsting heeft kunnen
veroorzaken
Lord Hendon schudde het hoofd. Niets,
we zaten gemoedelyk te praten. Margareth
ging naar boven voor myn vrouw en toen zy
terugkwam, gebeurde het plotseling."
Hij richtte een vragenden blik op Gordon,
alsof hy hem een bevestiging verzocht van
zijn meening. Gordon schudde zijn hoofd.
Het leek hem absoluut uitgesloten, dat er ver
band kon bestaan tusschen h-st gevoerde ge-
sprek en Margareth's flauwte. Hij nam zelfs
niet aan, dat zij er ook maar een woord van
had verstaan. Niet alleen hadden zij op ge-
dempten toon gesproken, doch daacenboven
achtte hij het meisje niet in staat. heimelyk
iets af te luisteren.
,,Wtel, we zullen maar eens afwachten, hoe
de toestand zich ontwikkelt", besloot de dok
ter. ..Misschien komt zij er thans toe, haar
hart eens tegenover u uit te storten, mylady.
En kennen we de geheime oorzaak van haar
kwaal, dan hebben we reeds veel gewonnen."
Voor dr. Hennyon naar huis ging, begaf hij
zich nog eens naar boven. Margareth sliep,
maar erg onrustig. Zij lag te woelen in bed
en de adem ontsnapte hijgend aan haar lip-
pen, die een bloedroode vlek vormden in haar
in haar was-bleek gelaat.
Met een bezorgd hoofdschudden ging de
dokter heen. ,,Als u een ongunstige verande-
ring opmerkt, waarschuwt u mij maar ter
stond", zei hij bij het afseheid.
Lady Allenby en Gordon volgden hem spoe-
dig. Onderweg naar huis bespraken zy het
vreemde geval nog eens.
(Wordt vervolgd.)