Gemeenteraad van Axel.
19. Reserve op 13 December over te bren-
gen naar den volgenden dienst. f 979,26.
De beer 't GILDE geeft te kennen, bet
voorbehoud gemaakt te hebben, in deze ver-
gadering over deze zaak nader bet woord te
voeren. Het betreft bet salaris van bet
hoofd van den Vleeacbkeuringsdienst, in ver
band met de verminderde salarieering van den
tweeden keeuringsveearts. Spreker staat op
bet standpunt, dat het een gebiedende eisch
is, dat, evenaeer als het salaris van den twee
den keuringsveearts is verminderd, ook dat
van bet hoofd van dienst verminderd behoort
te worden. Spreker heeft over het hoofd
gezien, dat bierin de commissie voor georga-
niseerd overleg gehoord moet worden, is dat
juist
De VOORZITTER: Dat is juist.
De heer't GILDE betreurt het, dan niet een
beslissing te hebben uitgelokt hoe men in
dezen had te doen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit heel
eenvoudig is. Er kan, een voorstel worden
ingediend bij Burgemeester en Wethouders,
dit wordt in de commissie voor georganiseerd
overleg gebraoht, die advies uitbrengt, waar-
na de raad een uitspraak doet.
De heer 't GUIDE merkt op, dat hij een
maand geleden met enkele andere heeren over
die kwestie igesproken heeft. Spreker be
treurt het, dat hij hier als eenling staat. Hij
vindt het treurig, dat de eehe verlaagd wordt
en de andere niet. Spreker persoonlijk kan
zich hierover thans uitspreken, doch onder-
vindt van geenerlei zijde steun. Persoonlijk
is hij er tegen.
De VOORZITTER merkt op, dat de tweede
keuringsveearts op de begrooting van den
kring Axel minder salaris krijgt, doch daar
staat tegenover, dat hij in een anderen kring
meer salaris ontvangt. Tegenover de rede-
neering van den heer 't Gilde zou spreker
dus willen stellen, dat hij niet minder salaris
krijgt dan vroeger. Nu de heer 't Gilde deze
vraag aan de orde stelt, moet spreker mede-
deelen, dat een salarisverlaging ook moet
worden goedgekeurd door Gedeputeerde Sta-
ten en dat hierover advies moet worden
ingewonnen van den Inspecteur der Volks
gezondheid. Deze heeft bij een vorige gele-
genheid reeds medegedeeld, dat bij niet
aoooord ging met een verlaging van het
salaris van het hoofd van dienst. Indien
echter de heer 't Gilde een positief voorstel
wil indienen en de raad zich hierover uit-
spreekt, zullen Burgemeester en Wethouders
deze zaak in de commissie voor bet georgani
seerd overleg brengen, bet advies van den
Inspecteur vragen en daarna een voorstel
aan den raad doen.
De heer 't GILDE: De vicieuze cirkel.
De VOORZITTER merkt op, dat deze zaak
zoo moet loopen. Burgemeester en Wethou
ders geven hem dan hetgeen hem toe-komt.
Indien een voorstel wordt ingediend, wordt
dit op een behoorlijke manier afgewerkt.
De heer DE JONGE merkt op. dat hij er
in een vorige vergadering al eens op heeft
gewezen, dat er naar zijn meening van het
salaris van den eersten keuringsveearts wel
,iets af kan. Spreker staat tegenover de
gemeenteambtenaren heel welwillend, doch is
er voor, dat, waar er van den dienst een
^tukje af is, ook het salaris wat vermindert.
Hij izou het georganiseerd overleg niet uit
.willen schakelen, integendeel, doch zou daar-
naast willen zien cijfers die aanduiden hoe-
veel de kring verminderd is en dan in dezen
in den ioop van het jaar een beslissing wil
len nemen. Hij stelt voor het salaris van
dezen functionaris te verminderen.
De VOORIZITTER merkt op, dat de raad
zich hierover niet uitspreken kan, doch den
weg moet bewandelen, die hiervoor is voor-
geschreven. Wel kan de raad in principe
een besluit nemen.
De heer DE JONGE vraagt zich af of het
niet verstandiger zou zijn als de raad zich
uitsprak.
De VOORZITTER merkt op, dat een voor
stel voldoende onderzocht en bekeken moet
zijn, alvorens men daarop verder kan ingaan.
Indien men nu in dezen zijn stem zou uit-
brengen, komt dit spreker niet wenschelijk
voor.
De heer HAMBLINK geeft te kennen, dat
hij zich indertijd op een formeel standpunt
heeft gesteld en betoogd heeft, dat omdat
het werk verminderd is de een zoowel als de
ander verminderd behoorde te worden. Het
loopt hier niet over een kwestie van 10 gul
den, doch wel over honderd gulden. En nu
weet spreker wel, dat de tweede veearts
belast was met de dagelijksche controle en
het hoofd van den dienst de algemeene con
trole had, zoodat het tweede argument, dat
jiet hoofd van den dienst met de betrokken
gemeente niet zoorveel te maken had, juist
was. Doch het gaat in dezen om den kring
Axel. Indien de kring vermindert, is het zijns
inlziens mogelijk, dat ook de inkomsten van
het hoofd van dienst iets verminderen. Het
Joopt in dezen bij hem over het principe, bij
vermeerdering meer geld, dan ook bij ver-
mindering minder geld. Niemand wordt er
broodeloos door, men mag in dezen niet toe-
geven aan een zeker sentiment. Spreker
vindt het goed, dat het college opdracht
krijgt, deze zaak nog nader te onderzoeken,
en de raad zich dan kan uitspreken.
Met algemeene stemmen wordt Burge
meester en Wethouders opgedragen, een on-
derzoek in te stellen en in een volgende ver
gadering met voorstellen te komen.
De begrooting van het Vleeschkeurings-
bedrijf wordt met algemeene stemmen vast-
gesteld.
d. Vasbstelling begrooting Burgerlijk
Armbestuur.
Inkomsten
1. Gewone subsidie van de gemeente.
f 13975.
2. Aandeel in de verdeeling der gelden,
bedoeld in art. 16 der Armenwet. f 25.
3. Onvoorziene inkomsten. Memoeie.
Uitgaven
4. Bedeeling in eetwaren. 1000.
5. Bedeeling in brandstoffen. 250.
6. Bedeeling in kleeding en liggingstuk-
ken. 75.
7. Bedeeling in geld. 8000.
8. Huishuur. f 150.
9. Bestedingskosten. 1000.
10. Kosten van verpleging in godshuizen.
800.
11. Kosten van geneeskundigen bijstand.
750.
12. Begrafeniskosten. 100.
13. Kosten van ziekenverpleging. 1000.
14. Schrijf- en drukbekoeften. f 25.
15. Kosten wegens het houden van ver-
gaderingen. 10.
16. Briefporten, vrachtloonen en andere
kleine uitgaven. 15.
17. Premie voor verzekering tegen in-
braak, diefstal en fraude. 5,50.
18. Kosten van controle van kas en boe-
ken. f 30.
19. Jaarwedde van den secretaris. 35.
20. Jaarwedde van den penningmeester.
200.
21. Bodeloon en telefoon. 20.
22. Onvoorziene uitgaven. 534,50.
De heer VAN DE BILT moet een kleine
vraag stellen en wel, wordt er door het Bur
gerlijk Armbestuur genoeg de hand aan ge-
houden, dat kinderen van armlastige ver-
pleegden, die daartoe in staat zijn, zooveel
mogelijk bijdragen. Als het kan natuurlijik,
spreker vindt het niet erg, dat de begrooting
naar boven gaat, doch de kinderen zijn ver-
plieht, behoeftige ouders te steunen. Spreker
is er dan ook voor, dat het Burgerlijk Arm-
toestuur zijn best doet er alles uit te halen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit in-
(derdaad gebeurt.
De begrooting voor het Burgerlijk Arm
bestuur dienst 1940 wordt met algemeene
Istemmen vastgesteld.
9. Verordening op de heffing van opcen-
ten op de Gefneentefondsbelakting
voor 1940.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
(vast te stellen de naVolgende verordening op
de heffing van opcenten op de Gemeente-
fonsbelasting.
Artikel 1.
Er zullen voor het belastingjaar, aanvan-
gende 1 Mei ,1940 en eindigende 30 April 1941,
ten behbeve dezer gemeente op de hoofdsom
der Gemeentefondsbelasting worden geheven
vijf en zeventig opcenten.
Artikel 2.
De opcenten worden op alle aanslagen tot
een gelijk getal geheVen. Zij worden niet
geheVen op de aanslagen van hen die binnen
bet Rijk geen vaste woonplaats hebben.
Artikel 3.
Deze verordening wordt herzien, zoodra de
gemeente voor de heffing der Gemeentefonds
belasting in een andere klasse wordt gerang-
echikt.
Artikel 4. i
De verordening op de heffing van opcenten
op de Gemeentefondsbelasting in de gemeente
Axel, van 29 November 1938. goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 16 Januari 1939, no.
21, wordt met ingang van 1 Mei 1940 inge-
trokken.
Zij blijft van kracht ten aanzien van belas-
tingjaren, welke v6or dien datum zijn ge-
cindigd.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
aloten.
10. Oinvraag.
a. De heer SEGHERS moet een vraag
stellen betreffende openbare werken. Ho ever
is de Singelweg bij de gemeente in onder-
Jioud.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze niet
in onderhoud is 'bij de gemeente. Het trottoir-
,tje dat er ligt, is destijds op kosten der ge
meente gelegd, doch de weg is geheel in on
derhoud bij den polder.
De heer SEGHERS deelt mede, een klacht
fe hebben ontVangen betreffende den benar-
iden toestand in die straat. Het is onmogelijk,
de woningen van de aldaar wonenden te
fcereiken.
De VOORZITER antwoordt, dat hij dit niet
■zal tegenspreken. Hij zal den opzichter op-
dragen een onderzoek in te stellen en den
on'derhoudsplichtige op zijn plicht doen wij-
zen. Er zijn den laatsten tijd verschillende
ibuizen in den weg gelegd, wellicht ligt ook
hier een der oorzaken.
Hij sluit de vergadering door het uitspreken
van het dankgebed.
-1
Vergadering van Donderdag 21 Dec. 1939,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester.
Tegenwoordig de leden F. Dieleman, P. J.
van Bendegem, A. Th. 't Gilde, A. P. de Ruij-
ter, B. Seghers, C. Schieman, 'H. Smies, P.
Goossen, U. Sytema, C. Th. van de Bilt, P.
de Jonge, C. Hamelink en de Secretaris J. L.
J. Maris.
Afwezig de heer C. van Bendegem.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hij deelt mede, dat bericht van verhindering
is ingekomen van den heer C. van Bendegem.
1. Notulen.
Wordt voorgesteld, de notulen der vergade
ring van den 28 November 1939 aan te hou
den, aangezien dezemog niet in druk zijn ver-
schenen. W
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
2. Ingekotnen stukken en triededee.ingen.
a. Bericht van den Commissaris der Ko-
ningin in Zeeland, waarin wordt medegedeeld
dat bij Koninklijk besluit van 21 November
1939, no. 5, Hare Majesteit de Koningin, den
heer F. Blok opnieuw benoemd heeft tot bur
gemeester der gemeente, met ingang van 16
December 1939.
Verzocht wordt, dit den gemeenteraad
mede te deelen.
De heer DIEUEMAN: Burgemeester Blok,
het is mij een aangename taak namens den
heelen raad u hartelijk te feliciteeren met uw
herbenoeming als burgemeester. Wij hopen
van harte, dat het u gegeven moge zijn tot in
lengte van jaren in Gods kracht met wijsheid
de gemeente te besturen en spreken de hoop
uit dat u als voorheen de krachten geschon-
ken zullen worden om een goed burgervader
en burgemeester dezer gemeente te zijn en te
blijven.
De VOORZITTER dankt den heer Dieleman
voor den gelukwensch die deze namens den
raad tot hem heeft gericht. Hij neemt deze
ten zeerste in dank aan en hoopt, dat hem de
lust en de kracht moge gegeven zijn om het
werk te verrichten, waarvoor God hem in
deze gemeente gesteld heeft. Hij hoopt, dat
God deze zijne pogingen zal zegenen.
b. Proces-verbaal van de op 7 December
1939 gehouden opneming van boeken en kas
van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt,
dat het batig slot van het dienstjaar 1938
blijkens voorloopige vastgestelde rekening be-
draagt, voor den gewonen dienst f 6476,71 en
voor den kapitaaldienst 294,21, dat de in
komsten over den dienst 1939 tot op datum
beliepen 165614,28 voor den gewonen dienst
en f 28936,15 voor den kapitaaldienst, totaal
bijjournalen 303,88, totaal 201625,23; dat
de uitgaven over den dienst 1939 vocr den
gewonen dienst beliepen f 179851,82 en voor
den kapitaaldienst 4794,18, totaal f 184646,
zoodat in kas moest zijn f 16979,23, hetgeen
overeenstemt met de in de kas bevonden en
in het proces-verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van den volgenden in-
houd:
Ondergeteekende heeft de eer uwen raad
door dezen vriendelijk dank te zeggen voor
het in hem gesteld gebleken vertrouwen, naar
aanleiding van zijn difinitieve benoeming tot
concierge. Onder toezegging, dit vertrouwen
niet te zullen beschamen heeft hij de eer bij
voortduring te verblijven
Van Uwen raad
de onderdanige dienaar,
J. van den Berge.
Een schrijven van gelijke strekking is inge
komen van S. Dieleman, in verband met zijn
benoeming tot stoker aan de Gasfabriek.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Burgemeester en Wethouders leggen
over de volgende berekening naar aanleiding
van het besluit van den raad om het verzoek
van den Algemeenen Nederlandschen Politie-
bond opnieuw te bezien, vanuit het standpunt
kindertoeslag vanaf het le kind en kindertoe-
slag vanaf het 3e kind, voor alle ambtenaren
in dienst der gemeente.
Met verwijzing naar de bij de stukken over-
gelegde gespecificeerde berekening wordt
medegedeeld, dat voor de ambtenaren, werk-
zaam ten gemeentehuize vanaf het le kind
bedraagt /678, vanaf het 3e kind /120; van
de gemeentepolitie resp. 180 en 60van
gemeentewerken resp. f 510 en /130; totaal
voor deze drie diensten resp. 1368 en /310;
Van de gasfabriek resp. /720 en /180 en van
den vleeschkeuringsdienst resp. f 300 en 60.
Afgezien van het verstrekte cijfermateriaal
is de meerderheid van het college van mee
ning, dat een kindertoeslag vanaf het 3e kind
voor alle in gemeentedienst zijnde ambtena
ren aanbeveling verdient. Verder te gaan en
vanaf het le kind kindertoeslag te verleenen,
hiertoe heeft het college geen vrijheid.
De minderheid van het college stelt zich op
het standpunt, wanneer de levensstandaard
belangrijk is gestegen over de geheele linie
een duurtetoeslag te verleenen, doch thans
niet aan slechts enkele, die een grootere ge-
zinssterkte hebben van een bepaald aantal
personen, een toeslag te geven.
De meerderheid van het college stelt uwen
raad voor, aan alle in dienst zijnde ambtena
ren, vanaf het 3e kind, een kindertoeslag te
geven van 3 pet. der wedde, met een minimum
van 60 per kind en een maximum van f 198
per kind. Deze bepaling komt overeen met de
re'geling voor burgemeesters, secretarissen en
ontvangers in deze provincie.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders thans nadere ge-
gevens overleggen naar aanleiding van het
voorstel van den heer Sytema, die het
gewenscht achtte, dat deze alsnog gegeven
werden. Burgemeester en Wethouders hebben
hierop hun voorstel in de vorige vergadering
tebuggenomen en kunnen thans de overgeleg-
de cijfers verstrelkken.
De heer SCHIEMAN geeft te kennen, dat,
eooals het hier wordt voorgesteld, hij zich
met het voorstel van de meerderheid van
Burgemeester en Wethouders vrijwel ver-
eenigen kan. Spreker juicht het toe, dat de
zaa,k thans zoover is, dat deze tot stand kan
komen. Hij beschouwt het zoo, dat de raad
in dezen een taak heeft, temeer nog, waar
<er stemmen opgaan, dat men in vele opzich-
ten gebonden is aan rijksregelingen. Nu deize
paak toch een feit zal worden en gebleken is,
,dat het rijk het aanbevelenswaardig vindt,
om een kindertoeslag te Verleenen, acht spre-
Jter het 't beste, dat de raad dit thans doet,
nu hij nog zelf baas is. Zooals gezegd kan
spreker zich vrijwel neerleggen bij het voor
stel van de meerderheid van Burgemeester
en Wethouders. Hij is van meening, dat de
minderheid op een verkeerden weg is. Men
Jean kindertoeslag niet gelijkstellen met
loonsverhooging. Een gezin van een ambte-
naar met kinderen staat dikwijls, juist daar-
door een trapje lager op de maatschappelijke
ladder dan het gezin van een collega die geen
kinderen heeft. Hij meent daarom dat het de
.taak van den raad is, te zorgen, dat zoo'n
gezin op denzelfden trap van de ladder staan
komt. In het algemeen kan men naar zijn
jneening een duurtetoeslag niet vergelijken
met loonsverhooging.
De heer SYTEMA dankt het college van
(Burgemeester en Wethouders voor de moeite,
(die dit zich getroost heeft om een overzicht
,over te leggen, als door hem in de vorige
Vergadering gevraagd was. Spreker kan zich
met he't voorstel van de meerderheid van het
college van harte vereenigen en juicht het
.voorstel, zooals het hier ligt, toe. Hij had
jiever gefhad, dat de toepassing van den kin
dertoeslag plaats had gevonden bij het eerste
(kind, doch geeft toe, dat men daaraan ge-
,zien de gemeenitefinancien, niet kan begin-
,nen. Hij kan dan ook acooord gaan met
itoekenning van een kindertoeslag, te begin-
,nen bij het derde kind. Hij mist in dit voor-
,stel echter iets on wel de grens. Waar houdt
de kindertoeslag op, bij welk levensjaar?
(Het zal toch wel de bedoeling van Burge
meester en Wethouders zijn, om een grens
daarvoor vast te leggen. Spreker kan zich
,verder vereenigen met de woorden van zijn
mederaadslid, den heer Schieman, dat het niet
teen veihooging Van salaris is, als een tege-
moetkoming voor het grootere gezin wordt
gegeven. Dit grootere gezin heeft ook groo-
,ter zorgen. Ook duurtetoeslag is niet te
vergelijken met kinderbijslag.
De VOORZITTER geeft toe, dat de heer
Sytema inderd'aad gelijk heeft, dat in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
geen grens is aangegeven, waar de toeken-
ning Van kindertoeslag ophoudt. De bedoeling
.is, dezelfde regeling te treffen als Voor Bur
gemeesters, (Secretarissen en Ontvangers is
vastgesteld en tot 18 jaar kindertoeslag te
verleenen.
De heer VAN DE BILT kan zich volkomen
vereenigen met de andere heeren. Hij heeft
vroeger al eens geprobeerd, kindertoeslag
ingevoerd te krijgen, doch dat is toen niet
gelukt. Spreker is blij, dat de heeren thans
inzien, dat het noodig is. Hij is van oordeel,
dat als de toeslag bij het derde kind begint
aan zoo'n gezin al een goede steun wordt
gegeven. Verder is hij van dezelfde meening
als de heer iSytema, n.l. dat duurtetoeslag
.met kindertoeslag niets te maken heeft.
De heer SEGHERS merkt op, dat het
maximum Van f 198 zijn aandacht heeft ge-
•trokken. Houdt dit verband met de rijks-
regeling
De VOORZITTER antwoordt, dat deze
regeling precies dezelfde is als de provin-
.ciale regeling Voor Burgemeesters, Secreta
rissen en Ontvangers.
De heer SEGHERS vindt met maximum-
bedrag wel wat hoog.
De VOORZITTER Verduidelijkt, de bedoe
ling door het noemen van een voorbeeld van
een ambtenaar die 10.000 jaarwedde heeft.
Zoo iemand zou, als er geen maximum gesteld
was, 300 kindertoeslag krijgen. Bij de voor-
gestelde regeling krijgt hij niet 300, doch
198.
De heer SEGHERS geeft te kennen, dat hij
overigens kan instemmen met het voorstel
van het college.
De her GOOSSEN verklaart in principe
voor het Verleenen van kindertoeslag te zijn,
hij acht het evenwel Voor het oogenblik niet
noodzakelijk. De salarissen bij de gemeenjte
zijn van dien aard, dat het niet noodzakelijk
is. De ambtenaren kunnen ook zonder kin
dertoeslag van hun salaris toehoorlijk leven.
Hij is van meening, dat thans strlkte zuinig-
heid moet betradht worden.
De heer DE JONGE is van dezelfde mee
ning als de heer Goossen. In de vorige Ver
gadering heeft hij ook reeds Verklaard, er
tegen te zijn.
De heer DE RUIJTER dankt Burgemeester
en Wethouders als lid van het georganiseerd
overleg voor him voorstel. De gronden die in
cpmmissie van georganiseerd overleg naar
Voren zijn gekomen voor het Verleenen van
kindertoeslag zijn hoofdzakelijk dezelfde als
die door de verschillende heeren naar voren
zijn gbracht. Spreker zal voor het meerder-
heldsvoorstel van Burgemeester en Wethou
ders stemmen. Mede is daarvoor een motief,
dat er thans een rijksregeling is aangenomen,
waarvoor de premie veel duurder is en het
hem wenschelijk lijkt, dat men thans baas
blijft in eigen ;huis.
De heer P. J. VAN BENDEGEM deel,t
mede als minderheid in het college de motie-
ven van de heeren Goossen en De Jonge te
onderschrijven. De salarissen der ambtenaren
zijn niet dusdanig, dat een kindertoeslag
noodzakelijk is. Spreker is van meening, dat
meen geen kindertoeslag behoort te geven,
oak niet aanvangende bij 3 kinderen. Als men
de salarissen der ambtenaren beziet, is het
werkelijk niet noodig. Als men het particu-
lier bedrijf nagaat, ziet men dat er menschen
zijn, die veel minder hebben. Indien de tijd
duurder izou worden, zal spreker zich niet
verzetten tegen het geven van een duurte
toeslag.
De heer 't GILDE is van dezelfde meening
als de heeren P. J. van Bendegem, Goossen
en De Jonge.
Het meerderiheidsvoorstel van Burgemees*
ter en Wethouders wordt aanvaard met 6
tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Ruijter,
Seghers, Schieman, Sytema, Van de Bilt
en Dieleman; tegen stemmen de heeren
't Gilde, Smies, Goossen, De Jonge en P. J.
van Bendegem.
e. Burgemeester en Wethouders deelen
mede:
In de vorige zitting werd in onze handen
gesteld de opmerking van eenige Uwer leden,
opnieuw na te gaan, in hoeverre het salaris
van het Hoofd van den Vleeschkeuringsdienst,
wegens afscheiding van de voormalige ge
meente Boschkapelle, ook dient verminderd
te worden, evenals dat van den 2den Keu
ringsveearts, die naast de gemeente Zaam-
slag ook voormalig Boschkapelle tot zijn
rayon had.
Ter verduidelijking van de leden, die de
vorige zittingsperiode van den raad niet heb
ben medegemaakt, wordt medegedeeld het
na volgende
De voormalige gemeente Boschkapelle is
door samenvoeging met andere gemeentqpi
tot de gemeente Vogelwaarde komen te be-
hooren.
Deze nieuwe gemeente ressorteerde v66r
de samenvoeging onder den kring Axel en na-
dien onder den kring Hontenisse.
Wjaar door samenvoeging van die gemeen-
ten ook de Vleeschkeuringsdienst Hontenisse
met eenzelfde oppervlakte uitbreidde, waar-
mede de kring Axel verminderde, is de Keu-
ringsdienst Hontenisse uitgebreid, zoodanig,
dat de eervol ontslagen 2de Keuringsveearts
van den Kring Axel voor voormalig Bosch
kapelle, 2de Keuringsveearts van den kring
Hontenisse voor dat deel van Vogelwaarde
benoemd werd. Daardoor bleeft voor den 2den
Keuringsveearts dezelfde werkkring behou-
den. Alleen zijn salaris verkrijgt hij uit 2 keu-
ringskringen en zijn werkzaamheden vermin-
derden niet.
Wat de werkzaamheden van het hoofd van
dienst betreft, zijn door de afscheiding van
Boschkapelle niet verminderd, op grond, dat
die gemeente administratief meeliep. Keu-
ringen werden door het hoofd van dienst
alleen uitgevoerd, wanneer de 2de Keurings
veearts met verlof was. Noodslachtingen had-
den sporadisch plaats en wanneer dit nog
voorkwam, behandelde meestal de 2de Keu
ringsveearts deze aangelegenheid.
Op grond dat dit punt reeds vroeger in den
raad ter sprake is geweest, is de betrokken
Inspecteur van de Volksgezondheid hierover
gehoord.
Deze rapporteerde hierover, dat de keurin-
gen van slachtdieren te Zaamslag en voor
malig Boschkapelle zelfstandig door den 2en
Keuringsveearts geschiedde, zij het onder ver-
antwoordelijkheid van het hoofd van dienst.
Gegeven nu, dat door de afscheiding van
Boschkapelle de werkzaamheden van het
hoofd van dienst hoegenaamd niet vermin
derd zijn, is volgens diens oordeel een sala
risverlaging van dien ambtenaar niet ge-
rechtvaardigd.
Op dit standpunt staat de meerderheid van
ons college ook, vandaar, wordt voorgesteld
dit punt voor kennisgeving aan te nemen.
Burgemeester en Wethouders leggen hier-
bij tevens over een schrijven van den Inspec
teur van de Volksgezondheid, luidende:
In antwoord op nevenvermeld schrijven, heb
ik de eer uw college te berichten, dat de keu-
ringen van slachtdieren te Zaamslag en het
voormalige Boschkapelle door den tweeden
keuringsveearts D. J. Dees te Zaamslag zelf
standig geschieden, zij het dan onder verant-
woordelijkheid van het Hoofd van Dienst.
Gegeven nu, dat door de afscheiding van
Boschkapelle de werkzaamheden van het
Hoofd van Dienst hoegenaamd niet vermin
deren, is volgens mijn oordeel een salarisver
laging van dien ambtenaar niet gerechtvaar-
digd.
Verder wordt overgelegd een schrijven van
den Keuringsveearts, Hoofd van Dienst, lui
dende:
In antwoord op uw brief dd. 7 Febr. 1.1. kan
ik u berichten, dat door het verlies van de
gemeente Boschkapelle de werkzaamheden
van den Keuringsveearts, hoofd van dienst,
in het geheel niet verminderd worden, daar
het gebied waar hij practisch de keuringen
moet verrichten, hetzelfde is gebleven (n.l.
de gemeenten Axel, Zuiddorpe, Koewacht en
Overslag), eveneens is de administratie en
verantwoording der gelden hetzelfde geble
ven. Alleen zijn vervallen de enkele keuringen
tijdens het verlof van den 2en keuringsvee
arts, waarvoor dan hoogstens 3 of 4 maal per
jaar Boschkapelle moet bezocht worden en de
zgn. controle op de zeer weini-ge noodslachtin
gen te Boschkapelle, wat gemiddeld per jaar
nog niet eens 2 stuks, in 1938 zelfs maar 1
noodslachting was.
Deze enkele keuringen en controle kunnen
immers niet als verminderde werkzaamheden
beschouwd worden en zeer zeker zal niemand
daarmede toch in ernst een salarisverminde-
ring willen rechtvaardigen.
De VOORZITTER deelt mede, dat aan de
stukken nog zijn toegevoegd het advies van
den Inspecteur der Volksgezondheid.
De heer 't GILDE is van meening, dat het
hier een eigenaardige beweging is. De be-
langhebbende zelf moet in dezen advies uit-
brengen en op die manier wordt nooit iets
bereikt. Spreker vindt het verder eigenaardig
dat de 2e veearts korting op zijn salaris
krijgt, terwijl men van hier uit op zijn ach-
terste beenen heeft gestaan om den kring
met de gemeente Vogelwaarde uit te breiden.
Wlaar dus de uitbreiding wel van invloed was
op het salaris van den eersten keuringsvee
arts, dient ook de inkrimping van den dienst
daarop invloed uit te oefenen. Het aantal
noodslachtingen is belangrijk verminderd,
spreker staat op het standpunt, dat het in de
lijn ligt, dat op den eersten keuringsveearts
korting wordt toegepast, als dit op den twee
den ook het geval is. Hij zal er verder niet
veel over zeggen, zijn standpunt is bekend,
hij is ertegen, deze zaak voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer DE JONGE merkt op, dat hierover
in de vorige vergadering ook gepraat is. Hij
is er een voorstander van, het salaris van den
eersten keuringsveearts een weinigje te ver
minderen, waarvan ook de menschen die
vleesch consu.meeren, weer de voordeelen kun
nen plukken. Er is een belangrijk stukje van
den Vleeschkeuringsdienst af, waar indertijd
toen onderhandelingen werden gevoerd om
de drie gemeenten bij den keuringsdienst te
krijgen, werd aangevoerd, dat een verhoo-
ging noodig was, en er wat autoritten meer
gemaakt zouden moeten worden, tegen 8 ct.
per km, en den eersten keuringsveearts ook
verhooging in uitzicht is gesteld, rheent hij
dat het billijk is, als er nu ook een beetje van
zijn salaris af gaat. Spreker denkt over deze"
zaak niet persoonlijk. Hij stelt voor het sala
ris van het hoofd van dienst met 100 te ver
minderen.
De heer P. J. VAN BENDEGEM kan zich
vereenigen met de woorden van de heeren
't Gilde en De Jonge. Men moet niet zeggen,
d'at de werkzaamheden niet verminderd zijn,
daar hij toch een controle 4 maal niet te doen
heeft. En wat wordt aangevoerd, dat de
administratie niet noemenswaard is vermin
derd, dit acht hij niet geheel juist. Spreker
kan er zich mee vereenigen, het salaris een
weinig te verminderen.
De heer DE RUIJTER merkt op, dat, in
dien hij goe'd gezien heeft in de stukken wordt
vermeld, dat een vermindering niet gemoti-
veerd geacht wordt, waar de werkzaamheden
niet verminderd zijn. Het prae-advies van
Burgemeester en Wethouders stelde spreker
teleur. Hij had verwacht, hierin te zien aan
gegeven: er zijn in 1938 door de afscheiding
van voormalig Boschkapelle zooveel slach-
tingen minder geweest en dergelijke gege-
'vens. Hij had verwacht een overzicht van
het percentage keuringen waarmede de dienst
verminderd was. Uit de stukken kan spreker
geen conclusie trekken.
De VOORZITTER kan hierop direct ant-
woorden, dat het hoofd van dienst geen werk
had in Boschkapelle. De keuringsartsen in
den kring werkten z.g. naast elkaar, er was
een regeling getroffen, onder goedkeuring
Van den Inspecteur der Volksgezondheid, dat
de keuringsarts te Zaamslag de opdracht had
alle keuringen te Boschkapelle te verrichten,
terwijl het hoofd van dienst de hoofdeontrole
behield. Met andere woorden, een vermin
dering van zijn werk in procenten uit te
drukken is niet mogelijk. De afgescheiden
gemeente behoorde tot het gebied van den
tweeden keuringsveearts, deze ontvangt van
den kring Axel weliswaar minder salaris,
doch dat krijgt hij er anderzijds, waar hij in
een ander rayon werkzaam is gesteld, weer
bij.
De heer DE RUIJTER constateert, dat de
keuringsveearts hoofd Van dienst daar dus
geten werk had. Alleen als hoofd van dienst
moest hij enkele malen de hoofdeontrole doen.
Overigens was er dus te Boschkapelle voor
hem geen werk.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit neer-
kwam op enkele briefjes per jaar, practisch
eVenwel had hij te Boschkapelle geen werk.
Toen Burgemeester en Wethouders den In
specteur vroegen of het billijk was, dat zijn
salaris iets werd verminderd, schreef deze:
Alleen zijn vervallen de enkele keuringen
tijdens het verlof van den 2den keuringsvee
arts, waarvoor dan hoogstens 3 of 4 maal per
jaar Boschkapelle moest bezocht worden en
de z.g. controle op de zeer weinige noodslach
tingen te Boschkapelle, wat gemiddeld per
jaar nog niet eens 2 stuks, in 1938 zelfs maar
1 noodslachting was. Deze enkele keuringen
en controle kunnen immers niet als vermin
derde werkzaamheden beschouwd worden en
zeer zeker zal niemand daarmede toch in
ernst een salarisvermindering willen recht
vaardigen".
Hieruit blijkt dus, dat de heer De Putter
als keuringsveearts met Boschkapelle geen
bemoeiing had.
De heer DE RUIJTER merkt op, dat hij
niets zegt over dit schrijven, hij had graag
gezien, dat Burgemeester en Wethouders
hadden aangegeven, wat de eerste keurings
veearts op het stuk van verantwoordelijkheid
minder had te doen gekregen. Indien er
minder werk is, moet het salaris verlaagd
worden, maar dan dienen daarvoor goede
gronden aanwezig te zijn. Er is nu een voor
stel om f 100 te korten, naar hij meent be
draagt het salaris van den eersten keurings
veearts f 2500, doch waarop is die vermin
dering gegrond.
De VOORZITTER herhaalt, dat het hoofd
Van dienst te Boschkapelle haast geen werk
had. Alleen moest hij de hoofdeontrole doen.
Door den Inspecteur der Volksgezondheid is
met het oog op de verhoudingen een regeling
getroffen, waarbij de veearts te Zaamslag
zelfstandig als keuringsveearts werkte, onder
de verantwoordelijkheid van het hoofd van
dienst. Alleen tijdens diens verlof moest de
eerste keuringsveearts hem vervangen.
De heer DE RUIJTER uit zijn spijt, dat
er geen berekening is overgelegd.
De heer SYTEMA deelt mede, dat hij van
deze materie niet erg op de hoogte is. Hij
kent in dezen den plaatselijken toestand niet
en is ook niet op de hoogte van de geschie-
denis. Uit de besprekingen krijgt hij echter
den indruk, dat de werkkring van den keu
ringsveearts te Axel iets gekort is en dat de
heeren daarom een salarisverlaging willen
doorvoeren. Hij staat in dezen op het stand
punt, dat iedere aanslag op het salaris een
willekeurige greep moet zijn en acht zich niet
gerechtigd, willekeurig met het salaris van
een ambtenaar om te springen. Indien er
gekort of verhoogd moet worden, moet er
reden voor aanwezig zijn. Spreker weet wel,
dat de partij in dit geding moet adViseeren,
doch daarnaast heeft men ook het rapport
van den Inspecteur van de Volksgezondheid
en deze is van oordeel, dat salarisverminde
ring niet gerechtvaardigd is. In het alge
meen acht Spreker het niet billijk, dat, indien
een werkkring eenigszins gekort wordt, er
direct een salarisverlaging, of indien deze
eenigszins uitgebreid wordt, dat er direct
een vermeerdering Van salarissen zou moeten
volgen. Spreker zal niet voor het voorstel
van den heer De Jonge stemmen, hij gelooft,
dat er geen redenen voor zijn, elke salaris
verlaging zou een willekeurige greep zijn.
De heer GOOSSEN vraagt of bepaald is,
dat het hoofd van dienst in 2, 3 of 4 gemeen
ten keuringen moet Verrichten.
De VOORZITTER licht toe, dat het heele
land is verdeeld in keuringskringen, de eene
grooter, de andere kleiner. Dit is ook uit-
gedrukt in het salaris. Er zijn keuringsvee-
artsen, die een salaris genieten van 2000
en ook andere met f 3000 en 4000 salaris.
De heer GOOSSEN is van meening, dat bij
de vaststelling van het salaris er rekening
gehouden moet worden met de grootte van
J het terrein. Als er een gedeelte af is, is het
billijk, dat er iets gekort wordt. De bepaling
hodveel is altijd moeilijk, doch spreker meent
wel, dat het billijk is, als hem 4 wordt
afgetrokken.
j De VOORZITTER antwoordt, dat Burge-
j meester en Wethouders er ook toe zouden
overgaan, een stukje Van het salaris af te
doen, indien zij er van overtuigd waren, dat
er minder prestatie voor geleverd moest wor-
den, doch het hoofd van dienst had te Bosch
kapelle bijna geen werk. Er waren bij dezen
keuringsdienst 2 Veeartsen geplaatst, die