Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 401. Overboeking naar den volgenden dienst van de algemeene reserve. 9500. Hoofdstuk XVI. Geldleening. 403. Bijdrage aan hoofdstuk VII van den kapitaaldienst. 863,75. INKOMSTEN: Hoofdstuk L Vroegere diensten. 1. Batig slot van den gewonen dienst, vol- gens de laatst voorloopig vastgestelde reke- ning voor zoover daaraan niet reeds een be- stemming is gegeven. f 6476,71. 2. Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren. Memorie. Hoofdstuk II. Algemeen beheer. 4. Uitkeering uit het Gemeentefonds inge- volge art. 3 onder b der wet van 15 Juli 1929 (St.bl. 388). 3000. 5. Berekening raming uitkeering artikel 3, letter c, der wet finaneieele verhouding voor begrooting 1940. f 23434,93. 6. Verrekening uitkeering uit het gemeen tefonds ingevolge art. 3, onder c, der wet van 15 Juli 1929, staatsblad no. 388. Memorie. 7. Secretarie-leges en rechten van den burgerlijken stand. /1450. 8. Rechten ingevolge het vuurwapen- reglement. Memorie. 9. Rechten ingevolge de woonwagen- en woonschepenwet. Memorie. 10. Terugontvangst kosten telefoon, tele- graaf, enz. Memorie. 32. Bijdrage van het rijk in de kosten van werkverschaffing, bevolkingskast en aanleg nieuwe kaarten. Memorie. 33. Opbrengst voor het in gebruik nemen van archiefruimte. 50. 34. Restitutie van teveel betaalde kosten van verzekering tegen ongevallen en invalidi- teit. Memorie. 41. Verhaal van premien ingevolge de ziektewet. Memorie. 42. Restitutie van teveel berekende kos ten wegens ziekteverzekering. Memorie. 44. Uitkeering van ziekengelden en ver- goeding van rentezegels ingevolge de ziekte wet. Memorie. 610.. Teirugontvangst van betaalde grond- lasten. Memorie. 51. Terugontvangst van betaalde dijk- en polderlasten. Memorie. 56. Verhaal van bijdragen voor eigen en weduwen- en weezenpensioen, ingevolge art. 36 der pensioenwet 1922. 1590,19. 58. Vergoeding van bedrijven in de kosten van verzekering, pensionneering, enz. van ambtenaren en beambten. Memorie. 64. Ingehouden couponbelasting. f 25. Hoofdstuk m. Openbare veiligheid. 72. Vergoeding voor hulpverleening bij brand. Memorie. 73. Verhaal van premien ingevolge de Ziektewet. f 5. 74. Uitkeering van ziekengelden, inge volge de Ziektewet en vergoeding van rente zegels. Memorie. 75. Verhaal van pensioensbijdragen. r 388. 76. Rechten, als bedoeld bij artikel 8 der Bioscoopwet. f 25. 77. Inkomsten terzake van huisvesting Van personeel der rijkspolitie. /1500. 78. Restitutie van teveel betaalde kosten van verzekering tegen ongevallen en invali- diteit. Memorie. 79. Restitutie van teveel betaalde kosten wegens ziekteverzekering. Memorie. 80. Opbrengst voor gebruik der schietbaan. Memorie. 81. Overige inkomsten terzake van de openbare veiligheid. Memorie. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 114. Heffing van gelden ingevolge artikel 21 der besmettelijke ziektenwet (Stbl. no. 265 van 1928. Memorie. 115. Aandeel in het batig slot van den keuringsdienst, ingevolge de vleeschkeurings- wet der gemeente. Memorie. 116. Rechten ingevolge de warenwet (Stbl. 1935, no. 793). 500. 117. Inkomsten in verband met de invor- dering van rechten ingevolge de warenwet (Stbl. 1935, no. 793). /25. 118. (Verhaal van premien ingevolge de ziektewet (zie hoofdstuk II, volgnummer 41). fl. 119. Verhaal van pensioensbijdragen (zie hoofdstuk II, volgnummer 56. 4. 120. Aflossing van renteloos voorschot verstrekt aan de bad- en zwemvereeniging. Memorie. De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze .post voor jnemorie is geraamd. Eigen- lijk moest er 100 staan, in den loop van het jaar echter is de zweminrichting vrij- gesteld van de afbetaling van het renteloos voorschot, dat thans nog 1 800 bedraagt. Dit renteloos voorschot was aanvankelijk hoog 1000, 200 is hierop afgelost. Vorig jaar en dit jaar is niets afgelost, de zwem inrichting heeft dit hiermede g.emotiveerd, dat de inkomsten zoo laag zijn, dat deze hieraan niet kon voldoen. De zweminrich ting heeft de grootste moeite, de eindjes aan elkaar te ,knoopen. Burgemeester en Wethouders hebb&n deze aangelegenheid be- sproken en hebben besloten niet aan den raad voor te stellen, het restant van dit bedrag kwijt te schelden en dientengevolge dezen post met f 100 te verhoogen. Blijkt de zwem inrichting niet bij machte het bedrag af te lossen, dan kan de raad nog te alien tijde besluiten over 1940 geen aflossing te ver- langen. De heer HAMELINK kan zich best voor stellen, dat het de betreffende vereeniging niet gemakkelijk is gemaakt, hieraan is ook een heele voorgeschiedenis verbonden. Het is altijd sukkelen geweest, indertijd, toen spreker nog in het bestuur dier vereeniging zitting had, heeft hij een voorstel gedaan om tot een oplossing van de moeilijkheden te komen. Spreker geeft toe, dat er ook een ander idee had kunnen zijn, dat succes had kunne boeken, doch hij had zoo'n idee, dat de zakelijke opzet .van 'de vereeniging tot een debacle moest leiden. Het grootste bezwaar van deze vereeniging is, dat zij niet voldoet aan de behoefte die er onder het volk leeft. De vereeniging eischt van haar leden contri- buties, doch er zijn verschillende bezwaren, waarover spreker den degen in de vereeni ging heeft gekruist. Deze voorstellen waren naar het inzien van spreker niet onoverkomelij.k, dbch hadden tot strekking, de deuren der zweminrichting wat wijder open te zetten. Zooals het was, was er een scheiding tusschen de schapen en de bokken gemaakt en behoorde men een dienstregeling te raadplegen, als men een bad wilde gaan nemen. Spreker heeft het gezien, dat er heele families in auto's met kinderen enz. naar het zwembad kwam om te baden. Indien een dergelijke familie moet wachten, tot het heele gezin zijn beurt heeft gehad, dan heeft zooiets eens ednmaal plaats, doch gebeurt vefder niet meer. Er zullen zekere zedelijkheidsoverwegingen geweest zijn, die den raad ,er toe hebben gebracht, het niet goed te keuren, dat er gemengd gebaad werdt Echter, voor het zwembad er was, was het heele weidje dikwijls vol van baders van beiderlei kunne en nooit heeft men er iets zien gebeuren. Indien er onge- wenschte verthoudingen zouden ontstaan, is er bovendien voor het toezicht nog de bad- meester. Men mag echter niet verwachten, dat men in den bestaanden toestand veran- dering zal krijgen, als men op de meerder- heid in den raad ziet. Dan was indertijd het ding in elkaar ge- •stormd, de schuld voor het herstel staat nog te betalen. jDe aannemer heeft toen gezegd, indien ik er wat hokjes bij kan zetten en een afrastering maken, wil ik er dat nog graag bij riskeeren. Hij heeft dat dus niet uit een ivinstoogpimt gedaan, doch heeft daarin ge- izien een sleutel tot meer welVaart voor de zweminrichting. Dit kwam op nog f 285. Dan had men vrij kunnen baden en was er teen afrastering die de seksen scheidde, zoo- dat het nemen van een bad te alien tijde mogelijk zou zijn geweest. In een bestuurs- vergadering is hierover gediscuteerd en ten islot'te is dit voorstel afgesprongen op minder- waardige motieven. Spreker heeft toen ingezien, dat het moest misloiopen en heeft er den brui van gegeven. Spreker achtte een dergelijke shelling niet gerechtvaardigd, doch meent, dat het bestuur alles moet doen om goede bedrijfsresultaten te verkrijgen. Hij staat op het standpunt, dat een arbeider, die om 2, 4, 6 of 8 uur van zijn werk komt, in de gelegenheid moet zijn zich te wasschen als hij dat wil. Spreker meent dan ook, gezien deze omstandighe'den, dat de klaag- zang van het bestuur niet gegrond is. Men kan coulant zijn tegenover het bestuur dezer inrichting, indien het niet aan zijn verplich- ■tingen kan voldoen, mits de inrichting vol doet aan de eischen 'die aan een dergelijk •bedrijf gesteld moeten worden. N Wij geven niet zooveel uit voor die ge- zondhe'idszorg in de gemeente en men kan nooit zeggen, dat de zwemsport niet dient •tot bevordering van de gezondheid doch ook •de wassching dient de gezondheid. ,Men kan •daarom van meenin'g zijn, dat de gemeente te dezlen een offer moet brengen, doch dit mag ook niet te .groot Zijn. tDoch dan be hoort deze inrichting op een zakelijken basis te worden geplaatst, spreker is er van over- tuigd, .dat er dan uitzicht .bestaat, dat de inrichting er boven op <zou komen, als de gemeente de rest van het voorschot z°u wil- len schenken. Doch dan dient er verande- ring te komen, dan moet het uit zijn met de krenterigbeid in de uren van openstelling en behoort een ieder binnen .behoorlijk grenzen gedurende de daguren in de gelegenheid te zijn, van deze inrichting gebruik te maken. Spreker is er van overtuigd, dat dan de gemeente van het kwijt schelden (van het restant van het voorschot en de inrichting van de gedane concessie geen spijt zial moeten hebben. Indien ,het gchter zoo niet gedaan wordt, dan staat het Voor spreker vast, dat het zou worden veeren plukken van een kikker. De VOORZITTER resumeert, (iat Burge- mdester en Wethouders voorstellen, het be drag .van f 100 op dezen post alsnog op te brengen. 121. Vergoeding door de slagers wegens het ophalen en kosten van vervoer van cada vers en slachtafval door de Gekro. Memorie. 129. Opbrengst van dwangbevelen. f 30. Hoofdstuk V. Volkshuisvesting. 142. Renten en aflossing van voorschot- ten. 10.361,40. 143. Bijdrage van het rijk. 5231,25. 144. Leges voor verleende bouwvergun- ningen. f 200. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 147. Heffing voor het gebruik van open- bare gronden en wateren. f 490. 148. Marktgelden. f100. 149. Heffing voor het gebruik van het gemeente-slachtthuis. Memorie. 150. Opbrengst van de vischbank. Memo rie. 151. Begrafenisrechten. 500. 152. Belasting wegens gebouwde eigen- dommen en daarbij behoorende erven, f 8500. 153. Terugontvangst van kosten van ver- stratingen. 1000. 154. Opbrengst van den verkoop van oude materialen, enz. Memorie. 169. Verhaal van premien ingevolge de ziektewet (zie hoofdstuk II, volgnummer 41). 50. 170. Uitkeeringen van ziekengelden, inge volge de ziektewet en vergoeding van rente zegels. f 50. 171. Verhaal van pensioensbijdragen (zie hoofdstuk II, volgnummer 56f 610. 172. Restitutie van teVeel betaalde kos ten van verzekering tegen ongevallen en in- validiteit (zie hoofdstuk II, volgnummer 34). Memorie. 182. Ontvangsten der beerruiming. f 750. 183. Restitutie van teveel betaalde kosten wegens ziekteverzekering (zie hoofdstuk IT, volgnummer 42). Memorie. 184. Verhaal van bijdrage voor inkoop pensioen van D. van den Berg, f 7,50. Hoofdstuk VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 189. Huur van huizr-n en gebouwen. Me morie. 190. Huur of pacht van landerijen. f 413. 191. Cijnzen en erfpachten. f 158,58. 192. Recognition terzake van vergunnin- gen. f 26,50. 193. Renten van kapitalen. 271. 194. Verkoop van oudc materialen. Me morie. 195. Verhaal van grondbelasting op koo- pers van bouwgrond. Memorie. 206. Ontvangst van vergoeding van scha- de, tengevolge van verkoop van grond. Memorie. Hoofdstuk Vni. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 207. Schoolgelden. f 800. 208. Vergoeding van het rijk krachtens artikel 56 der lageronderwijswet 1920. 11.187. 209. Ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het rijk, krachtens artikel 56 der lageronderwijs wet 1920. Memorie. 210. Terugontvangst van teveel uitbe- taalde jaarwedden en wedden der onder- wijzers. Memorie. 211. Restitutie door het rijk. Memorie. 212. Ontvangst wegens te weinig verhaalde pensioensbijdragen der onderwijzers. Me morie. 218. Verhalen van pensioensbijdragen voor eigen-, weduwen en weezenpensioen. /1110. 219. Huur of vergoeding voor het gebruik maken van schoollokalen. 125. 220. Opbrengst van aanmaningen en dwangbevelen. 10. 7. Bijzonder gewoon lager, onderwijs. 238. Schoolgelden. j 2500. 239. Uitkeering van gemeenten, ingevolge art. 86 der lageronderwijswet 1920. f 100. 240. Uitkeering van gemeenten, ingevolge art. 104 der lageronderwijswet 1920. /200. 241. Uitkeering van andere gemeenten, in verband met de aan schoolbesturen te beta len vergoeding, bedoeld in art. 205ter der lageronderwijswet 1920. 50. 242. Opbrengst van aanmaningen en dwangbevelen. f 15. 12. Lager onderwijs (niet vallende onder de 1 t/m 11. 261. Tegemoetkoming wegens kosten van vervoer van leerlingen uit andere gemeenten, ingevolge art. 13 der lageronderwijswet 1920. Memorie. Hoofdstuk IX. 1. Ondersteuning aan behoeftigen. 270. Subsidie van de provincie in de kos ten van verpleging van armlastige krank- zinnigen. f 230. 271. Bijdragen van particulieren in de kosten van krankzinnigen. f 175. 272. Invaliditeitsrente van voor rekening der gemeente verpleegde krankzinnigen. f 400. 273. Verhaal van pensioensbijdragen. 75. 274. Terugontvangst van teveel betaalde kosten van verpleging en behandeling van armlastige krankzinnigen. Memorie. 275. Terugontvangst van kosten van ver zekering van de gemeentegelden tegen bena- deeling door plaatselijke ambtenaren en be- dienden of door anderen. f 5,50. 276. Inkomsten in verband met de be- schikbaarstelling van gocdkoope levensmid- delen. f 1500. 2. Ondersteuning aan werkloozen. 284. Uitkeering uit het werkloosheidssub- sidiefonds. 9726,52. 285. Tegemoet koming uit het werkloos- heidssubsidiefonds iA de kosten Van controle op werkloozen. f 250. 286. Bijdrage van het rijk in de kosten van den ontwikkelingscursus voor werkloo zen. Memorie. 287. Bijdage voor bijzondere hulp aan werkloozen. 559. 296. Terugontvangst van aan werkloozen verstrekte voorschotten voor het aanschaffen van gereedschappen e.d., reisgeld aan werk loozen. f 500. 297. Terugontvangst van teveel betaalden steur aan werkloozen. Memorie. 298. Terugontvangst van het rijk. 156. 299. Alsvoren wegens kosten van steun- verleening aan kleine tuinbouwers. 66. 300. Verhaal van premien ingevo'ge de ziektewet. f 10. 301. Uitkeering van ziekengelden ingevol ge de ziektewet en vergoeding van rente zegels. Memorie. 302. Restitutie van teveel betaalde kosten van verzekering tegen ongevallen en invali- diteit (zie hoofdstuk H, volgno. 34). Memorie. 305. Spaargelden gestort door werkloo zen, kleine boeren en kleine tuinbouwers. 153. 306. Bijdrage van het rijk in de door de gemeente verleende bijdragen op de spaar gelden. 69,71. 307. Terugontvangst van het rijk in de bijslagen alsvoren. Memorie. 308. Overboeking (van het vorig dienst- jaar van het verschil tusschen de ontvangen spaargelden, de bijslagen van de gemeente en de uitkeering terzake. Memorie. 309. Restitutie van teveel betaalde kosten wegens ziekteverzekering. Memorie. Hoofdstuk XI. Handel en nijverheld. 317. Bijdrage van het r(jk in de" belooning van den agent der arbeidsbemiddeling. f 240. 318. Bijdrage van het rijk en andere ge meenten in de kosten van de districts- arbeidsbeurs en arbeidsbemiddeling. 80. 319. Verhaal van pensioensbijdrage. f 60. 320. Terugontvangst wegens te veel be taalde subsidie aan werkloozenkassen. Me morie. Hoofdstuk XH. Belastingen. 331. Uitkeering van het rijk wegens hoofdsom der grondbelasting op de gebouw de eigendommen. 4870. 332. Uitkeering van het rijk wegens hoofdsom der grondbelasting op de onge- bouwde eigendommen. f 5780. 333. 80 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde eigendom men. f 11.100. 334. 20 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting op de ongebouwde eigendom men. 2300. 335. Uitkeering van het rtfk wegens 20 van de hoofdsom der personeele belasting naar den len, 2en en Sen grondslag. 3490. 536. Uitkeering van het rijk wegens hoofdsom der personeele belasting naar den 4en tot en met den 7en grondslag. f 1570. 337. 200 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. f 38.000. 343. Uitkeering van het rijk wegens 48 opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantiemebelasting. Memorie. 344. 38 opcenten op de hoofdsom der ver- mogensbelastmg. 2380. 345. 75 opcenten op de hoofdsom der •gemeentefondsbelasting. 13.667. 346. Uitkeering uit het gemeentefonds, berekend per aangeslagene in de gemeente fondsbelasting over 1940/1941. 5000. 347. Uitkeering uit het werkloosheidssub- sidiefonds, berekend per aangeslagene in de gemeentefondsbelasting. f 1000. 348. Gewetensgeld. Memorie. 349. Belasting op honden. f 500. 350. Belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelij'kheden. 1500. 352. Oninbaar geleden belasting, welke alsnog is geind. Memorie. 353. Opbrengst van het vergunningsrecht wegens verkoop van sterken drank in het klein. f 1040. 354. Opbrengst velofsrecht. /400. 355. Opbrengst van aanmaningen en dwangbevelen. 20. 356. Verhaal van pensioensbijdragen. 4. Hoofdstuk XIII. 3. Gasbedrijf. 357. Uitkeering van het bedrijf. 21.874,49. 4. Vleeschkeuringsbedrijf. 363. Uitkeering van het bedrijf. 512. Hoofdstuk XIV. Kasvoorzieningen. 367. Wegens teruggave van het rijk van door de gemeente gedane uitgaven. f 100.250. 368. Teruggave van voorschotten. 1305. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 371. Bijdrage van het rijk in de kosten van de levensmiddelendistributie. 1462,50. KAPITAALDIENST. Hoofdstuk I. Vroegere diensten. 375. Batige sloten van den kapitaal dienst der laatst vastgestelde rekening, voor zoover daaraan niet reeds een bestemming is gegeven. Nihil. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 376a. Bijdrage van hoofdstuk VII van den kapitaaldienst. f 600. Hoofdstuk V. Volkshuisvesting. 378. Storting van kasgeld door de ver eeniging tot verbetering van de volkshuis vesting. 15.000. 379. Overboeking van den vorigen dienst Memorie. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 382. Geldleening overgebracht van hoofd stuk XVI. Memorie. 383. Bijdrage van hoofdstukken VII, XIII 3 en XVI van den kapitaaldienst. f 16.705,03. Hoofdstuk VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 387. Batig slot overgebracht van hoofd stuk I. 16.391,28. 388. Opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen. Memorie. 391. Verrekening van verkochte gronden, na kadastrale opmeting. 300. Hoofdstuk VIH. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 392. Bijdrage van hoofdstuk VIU 7 van den gewonen dienst wegens afschrijving op kapitaalsuitgaven. 125. 393. Overboeking naar den volgenden dienst wegens restant der kosten van water- voorziening en rioleering der bijzondere lagere school Spui. 475. Hoofdstuk XIII. 3. Gasbedrijf. 394a. Batig slot overgebracht van hoofd stuk I. 50. 395. Buitengewone aflossing op het door het bedrijf aan de gemeente verschuldigde kapitaal. Memorie. 4. Vleeschkeuringsbedrijf. 398. Uitkeering van het bedrijf wegens andere grondslagen. Memorie. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 400. Overboeking van den vorigen dienst van de algemeene reserve. 9500. Hoofdstuk XVI. Geldleening. 402. Batig slot overgebracht van hoofd stuk I. 863,75. De begrooting voor den dienst 1940 wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Waar niet anders vermeld, worden de voorstellen van Burgemeester en Wethouders geacht met algemeene stemmen te zijn aan- vaard. De VOORZITTER schorst hierop de ver- gadering. Na heropening stelt hij in de eerste plaats aan de orde het ver'zoeik van S. Dieleman. Hij deelt mede, dat deze zaak in de com- missie voor geoilganiseerd averleg is ge weest en ,dat Burgemeester en Wethouders voorstellen hem per 1 Januari a.s. een aan- stelling te verleenen als stoker. De heer VAN DE BILT heeft begrepen, dat dan ook zijn loon gelijk zal komen met dat ,van de stokers. Om welke reden stellen Burgemeester en Wethouders ineens voor deze benoeming te doen? Men kan ook stoker heeten, zonder dat ook opslag gegeven moet worden. De VOORZITTER wijst er op, dat indien de benoeming tot stoker wor.dt gegeven, ook het daaraan verbon'den salaris moet worden tjoegekend. De heer VAN DE BILT vraagt, wat van dit voorstel de reden is. De VOORZITTER antwoordt dat de hoofd- reden geweest is, zooals ook in de commissie van georganiseerd overleg geconstateerd is en ook aan den raad ,ia .medegedeeld, dat hij ree>ds jaren wenkt als stoker en dat hij daar om ook het salaris van een stoker moet hebben. De heer VAN DE BILT constateert, dat dus eigenlijk het idee js, dat hij voor het- zelfde werk ook hetzelfde loon moet 'hebben. De VOORZITTER wijst er op, dat inder tijd, toen Zegers is weggegaan, Burgemeester en Wethouders hebben medegedeeld, dat die vacature niet aangevuld zou worden en zijn er wel sollicitanten opgeroepen voor de be- trekking van werkman. De betrokkene was ook werkman, doch deed dienst als atio/ker. De, .bond heeft zich nu tot den raad gewend met het verzoek, waar deze betrokkene als stoker dienst doet, hem ook het loon van een Stoker tioe te ikennen. t De heer VAN DE BILT v.indt het een beetje raar, hij heeft er reeds meer op ge- wezen, dat ofschoon het hier meer voor- komt, dat er menschen zijn, die hetzielfde werk doen als anderen, zij daarvoor niet betaald worden. Dit is ook wel eens bij de ambtenaren voongekomen, o.a. verricht Per- ,mont ook meer dan het werk van den (bode alleen. Doch voor een ander kan dit wel. Spreker vindt het frappant, meer dan eens heeft hij hierover met raadsleden gesproken. doch nooit is het tot een voorstel gekomen, hem het salaris van een ambtenaar te ver leenen. Spreker maakt daar geen voorstel van. De heer C. VAN BENDEGEM: En u maakt er ons een verwijt van, dat wij het voor een ander niet doen. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat hij iets voelt. Hij is van oordeel, dat bij benoemingen de katholieken achteruitgesteld worden. Als er een benoeming is, is het net of z(j niet tellen en het slot is, dat een katholiek niet benoemd wordt. Het is frap pant, zoo doen de leden allemaal. Op het oogenblik is er bij het geheele gemeente- personeel een katholieke ambtenaar. Spreker meent voor zijn geloofsgenooten te moeten opkomen, er behoorden er, gezien de ver houding veel meer te eijn. De heer C. VAN BENDEGEM moet een kort woord richten tot den heer Van de Bilt, in antwoord op hetgeen deze gezegd heeft. Dit is niet geschied, zoo lang spreker in den raad zit, zoodat men er hem moeilijk een ver wijt van kan maken. Gedurende den tijd, dat spreker lid van den raad is, zijn er 2 benoemingen geweest, n.l. 1 controleur op de arbeidsbeurs en 1 concierge. Bij de benoe ming van controleur voor de arbeidsbeurs waren er 4 stemmen uitgebracht op een katholiek, toegegeven wordt, dat die stem- men verdeeld waren over 2 personen. En dan nog wat, indien de S.D.A.P. de verhou- dingen bekijkt, zou zij1 zich ook kunnen be- klagen, zij doet dit echter niet en wenscht Aver deze kwesties niet te pas en te onpas te spreken. Wat de loonen betreft, is het iets anders, deze toestand was niet in orde. De betrokkene behoort gelijk te staan met de anderen die hetzelfde werk doen en bezoldigd te worden overeenkomstig het algemeen gel- dend loon op de gasfabriek. De heer P. J. VAN BENDEGEM moet naar aanleiding van de woorden van den heer Van de Bilt opmerken, dat hij het eens is met den heer C. van Bendegem. Indien men zoo zou gaan redeneeren en de betrekkingen partijgewijs werden vergeven, zou men ner- gens terecht komen. Hij geeft den heer Van de Bilt in overweging, eens na te gaan, hoe- veel christelijk-historischen in gemeente- dienst zijn aangesteld. De heer HAMELINK: Dan moet u er den wethouder ook bij rekenen. De heer P. J. VAN BENDEGEM vervolgt, dat wat de heer Van de Bilt zegt, ook niet klopt, want de straatmaker is toch ook katholiek en bij de gasfabriek is dat toch ook zoo. De heer VAN DE BILT: Wie is dan op de gasfabriek De heer P. J. VAN BENDEGEM: Dan moet u maar eens doordenken. De heer VAN DE BILT wijst er op, dat hij ook wethouder geweest is en best weet ^hoe het gaat. De heer HAMELINK: Het gaat bij on3 niet tegen het katholicisme. De heer VAN DE BILT merkt op, dat de Voorzitter heel goed weet, dat als men het van de christelijk-historischen moest ver wachten, men heelemaal niets had. De heer P. J. VAN BENDEGEM merkt op, dat de heer Van de Bilt zoo niet moet pra- ten, de directeur van de gasfabriek is zelf katholiek. De heer VAN DE BILT: Daar heb ik nooit van gehoord. (Gehamer.) Het voorstel van Burgemeester en Wet houders wordt met algemeene stemmen aan- vaard. Eveneens wordt met algemeene stemmen aanvaard het voorstel van Burgemeester en Wethouders omtrent het aanhouden van het verzoek tot benoeming als tweeden fitter van C. van Bendegem. b. Vaststellen begrooting Gasfabriek. Inkomsten 1. Opbrengst uit gaslevering. f 55797. 2. Opbrengst straatverlichting. 3410,64. 3. Opbrengst van cokes. 14748,50. 4. Opbrengst van teer. 2148,20. 5. Opbrengst van andere bij en afvalpro- ducten. f 100. 6. Opbrengst meterhuur. f 6610. 7. Winst op magazijngoederen. 200. 8. Diverse baten. f 511. 9. Bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen. f 1623,16. 10. Rente van in rekening-courant bij den gemeente-ontvanger gestorte gelden. f 100. 11. Rente van het garantiefonds bij de ge meente Terneuzen. 120. Uitgaven. 12. Grondstoffen voor de gasfabrikage. 29561,10. 13. Gaszuivering. Memorie. 14. Salarissen. f 5689,35. 15. Arbeidsloonen, niet vallende onder andere posten. 13.000. 16. Onderhoud. f 3275. 17. Machinekamerbehoeften. f 500. 18. Belastingen, recognities en verzeke- ringen. f 350. 10. Kantoorbehoeften. f 100. 20. Drukwerk. f 100. 21. Onkosten. f 1100. 22. Kosten van controle op de administra- tie. f 350. 23. Uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen- en wee zenpensioen. 2398,13. 24. Uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor inkoop van pensioen. 12,46. 25. Uitkeering aan de gemeente wegens rente van kapitaalsehuld. f 9338,90. 26. Afschrijving wegens waardeverminde- ring. 16840,14. 27. Omzetbelasting. 1400. 28. Onvoorziene lasten. 1353,42. 28a. Uitkeering aan de gemeente wegens winst. Kapitaaldienst. Inkomsten 29. Batig saldo vorig dienstjaar. 5294,76. 30. Reserve per 1 Januari 1940. 21562,71. 31. Afschrijving wegens waardeverminde- ring der bezittingen. f 16840,14. 31a. Uitkeering van de gemeente ter toe- voeging aan de reserve. Uitgaven 32. Uitkeering aan de gemeente wegens gewone aflossing. f 10125. 33. Kosten wegens uitbreidingen en ver- nieuwingen. f 3237,50. 34. Reserve op 31 December 1940, over te brengen naar den volgenden dienst. 21562,71 35. Batig saldo, over te brengen naar den volgenden dienst. 8772,40. De heer C. VAN BENDEGEM wil iets zeg gen omttent de positie van verschillende functionarissen. Spreker zal zich bij deze be grooting neerleggen, doch is van meening, dat het niet juist is, dat Moerland en Sorber, die in dienst der gemeente zijn, naast hun be- trekking nog de gaslantaarns gaan controlee- ren. Deze menschen zijn in gemeentedienst en werken 48 uur per week. Hij acht het niet juist, dat zij naast hun eigen werk nog een baantje hebben, waaraan zij 'n paar uren werk hebben. Instede van mede te werken voor arbeidsverkorting, wordt hier verlenging van arbeidstijd toegepast. Spr. heeft niet de bedoe- ling bij Burgemeester en Wethouders er op aan te dringen, deze menschen als zoodanig te ontslaan, hij wil ook geen loonsverlaging op hen toepassen, de menschen zijn nu een- maal op dit salaris ingesteld. Doch wel zou hij sterk in overweging willen geven, bij mu- tatie, hetzij door vertrek, hetzij door over- lijden, menschen in vollen dienst der ge meente aan te nemen. Spreker is van meening dat de controle op de lantaarns beter kon worden ingeschakeld bij den dienst der gas fabriek, hetzij bij den dag- of den nacht- dienst. De VOORZITTER stemt toe, dat dan de zaak zuiverder zou staan. Doch hieraan is een lange geschiedenis verbonden. De begrooting der gasfabriek wordt met algemeene stemmen vastgesteld. c. Vaststellen begrooting Vleeschkeurings bedrijf. Inkomsten. Afdeeling I. 1. Opbrengst keurloon. f 4160. 10. Verhaal van bijdragen voor eigen-, we duwen en weezenpensioen. 352,80. 11. Rente voor in rekening-courant bij de gemeente belegde gelden. 10. Afdeeling II. 16. Reserve op 1 Januari 1940. 979,26. 17. Uitkeering van de gemeente ter toe- voeging aan de reserve. Memprie. Uitgaven. Afdeeling I. 2. Jaarwedden. f 3528. 3. Aanschaffing drukwerken en kantoor behoeften. f 160. 4. Telefoonkosten. 50. 5. Porti en kleine uitgaven. 15. 6. Aanschaffing oorringen. 40. 7. Aanschaffing van instrumenten labora- torium. 35. 8. Onderhoud laboratorium. f 100. 9. Kosten wegens verzekering. 20. 13. Uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen-, weduwen- en weezen pensioen. f 511,56. 12. Kosten van controle op de administra- tie. 30. 14. Onvoorziene lasten. 33,24. 15. Uitkeering aan de gemeente wegens winst. Memorie. Afdeeling II. 18. Uitkeering aan de gemeente uit de reserve. Memorie.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 6