GEMEENTERAAD VAN
AXEl.
15. Nijverheidsonderwrjs.
169. Bijdragen aan gemeenten middelbaar
nijverheidsonderwrjs. 450.
16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen
(niet vallende onder de 1 t/in 15).
170. Subsidien aan schouwburgen of mu-
ziekkorpsen. f 150.
Hoofdstuk IX.
Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen.
1. Ondersteuning aan behoeftigen.
175. Belooning doctoren, vroedvrouwen
enz. 800.
176. Overbrenging, plaatsing en verpleging
krankzinnigen. 596,50.
177. Subsidie algemeen burgerlijk armbe
stuur. f 5700.
178. Kosten verzekering, pensionneering
enz. 210,25.
179. Verzekering gemeentegelden. 5,40.
180. Verzekering tegen brand- en storm-
schade. f 5,05.
181. Rente geldleeningen. f 75.
182. Aflossing geldleeningen. 375.
184. Ambtswoning geneesheer armenprak-
tijk. 200.
185. Contributie centraal archief- en in-
lichtingenbureau maatschappelijk hulpbetoon.
10.
186. Uitgaven goedkoope levensmiddelen.
/1100.
2. Ondersteuning aan werkloozen.
190. (Bureaubehoeften enz. 30.
191. Werkverschaffing door het rijk. Mem.
192. Idem door de gemeente. Memorie.
193. Idem door derden. Memorie.
194. Steun aan werkloozen. 17.800.
195. Controle op werkloozen enz. 300.
196. Bijzondere hulp (B-steun) aan werk
loozen. 618,46.
199. Kosten tewerkstelling kleine boeren.
Memorie.
202. Kosten verzekering, pensionneering
enz. f 7,80.
203. Uitkeering van ziekengelden. Memorie.
203a. Uitgaven apaarregeling B-steun. /86.
Hoofdstuk X.
Landbouw.
204. Subsidien ten behoeve van land- en
tuinbouw. f 25.
205. Subsidien ten behoeve van de vee-
teelt. ,f 40.
Hoofdstuk XL
Handel en nijverheid.
209. Uk en herijk maten en gewichten.
Memorie.
210. Subsidien openbare middelen van ver-
voer. 120.
211. Subsidie werkloozenkassen. 3720.
212. Arbeidsbeurs en arbeidsbemiddeling.
250.
213. Kosten verzekering, pensionneering
enz. f 36,40.
214. Uitkeering van ziekengelden. Mem.
215. Bijdragen borgstellingsfondsen mid-
denstand. f 79,17.
Hoofdstuk XII.
Belastingen.
223. Toezicht en invordering belastingen.
30.
224. Teruggave belasting. 25.
225. Belooning schatters dranklocaliteiten.
10.
Hoofdstuk XIV.
Kasvoorzieningen.
238. Voorschotten ten behoeve van het rijk.
30.000.
239. Rente door rijk verstrekte kasvoor-
schotten. f 10.
Hoofdstuk XV.
Overige inkomsten en uitgaven.
242. Rente geldleeningen. 353,36.
243. Aflossing geldleeningen. 1262.
244. Kosten uitvoering Distributiewet.
/1000.
Kapitaaldienst.
Hoofdstuk VI.
Openbare werken.
247. Bijdrage hoofdstuk XV kapitaaldienst.
f 157,31.
Hoofdstuk V-LLL.
Onderwijs, kunsten en wetenschappen.
2. Openbaar gewoon lager onderwijs.
249. Bijdrage aan hoofdstuk XV van den
kapitaaldienst. f 61,53.
7. Brjzonder gewoon lager onderwijs.
251. Bijdrage aan hoofdstuk XV van den
kapitaaldienst. 217,57.
De begrooting voor den dienst 1940 wordt
met algemeene stemmen vastgesteld.
De betreffende posten worden geacht met
algemeenfi stemmen te zijn vastgesteld.
7. Vaststelien begrooting Algemeen Bur
gerlijk Armbestuur, dienst 1940.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de begrooting van het Algemeen Burgerlijk
Armbestuur voor den dienst 1940 vast te stel
len met een gemeentelijke subsidie van f 5700.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sioten.
8. Vaststelien bedrag bedoeld in artikel
55bis eerste lid der Lager Onderwijswet
1920 voor 1940.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
het navolgende besluit te nemen:
De raad der gemeente Hoek,
overwegende dat volgens artikel 55bis der
lager-onderwijswet 1920 jaarlijks te gelrjk met
het vaststelien van de begrooting van inkom
sten en uitgaven der gemeente moet worden
bepaald het bedrag, dat per leerling voor de
openbare lagere school voor gewoon lager on
derwijs in het jaar, waarvoor de begrooting
geldt, wordt beschikbaar gesteld ter bestrij-
ding van de kosten, bedoeld in artikel 55,
onder e tot en met h en o, der lager-onder
wijswet 1920, alsmede die van instandhouding
met dien verstande, dat deze, voor zooveel be-
treft de kosten voor het aanschaffen van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften,
bedoeld in artikel 55, onder f, alleen in aan
merking komen, indien deze aanschaffing
strekt tot vervanging van leer- en hulpmidde-
len, dien tengevolge van langdurig gebruik
niet meer gebruikt kunnen worden of tot aan-
vulling van den voorraad van schoolbehoeften
in verband met de vermindering door gebruik:
overwegende, dat de .begrooting der ge
meente voor het jaar 1940, zooals die in zijn
vergadering van heden werd vastgesteld, de
volgende bedragen aanwijst voor de hieronder
vermelde uitgaven:
instandhouding schoolgebouwen f 350,
geringe en dagelijksche reparation
aan schoolgebouwen, onderhoud
schoolmeubelen 25,
aanschaffen en onderhouden school
boeken, leermiddelen en school
behoeften 400,
waaronder begrepen wegens kosten,
anders dan voor vervanging of
aanvulling wegens slijtage
verlichting, verwarming en schoon-
houden der schoolgebouwen,
schoolbibliotheken 470,-
andere uitgaven ter verzekering van
den goeden gang van het onderwrjs 98,
Totaal f 1343,—
overwegende, dat het gemiddeld aantal leer-
Ungen voor het openbaar gewoon lager onder
wijs aan de hand van de laatst bekende ge-
gevens kan worden gesteld op 141%;
besluit:
het bedrag, bedoeld in artikel 55bis, eerste
lid der lager-onderwijswet 1920, voor het jaar
1940 te bepalen op 9,50 per leerling voor het
openbaar gewoon lager onderwijs.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Benoeming lid van het Algemeen Bur
gerlijk Armbestuur wegens period ieke
aftreding van Joz. Haak.
Uitgebracht worden 6 stemmen (de heer
De Putter was nog niet ter vergadering),
waarvan 6 op den heer Joz. Haak.
Is alzoo benoemd de heer Joz. Haak.
10. Benoemen van een gemeente-ontvanger.
Burgemeester en Wethouders bevelen aan:
1. J. W. de Feijter.
2. J. A. A. Jurrij.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na heropening worden uitgebracht 7 stem-
men (de heer De Putter was inmiddels ter
vergadering gekomen), waarvan 7 op den heer
F. de Groote.
Is alzoo benoemd de heer F. de Groote.
De VOORZITTER stelt voor het salaris van
De Groote vast te stellen op 1100 per jaar
en het bedrag, dat hem wordt toegekend als
klokkenist ad 75 per jaar uit te betalen aan
den heer C. Buth, die alsdan die functie zal
waamemen, terwijl er dan tenslotte een amb-
tenaar ter secretarie zal moeten worden be
noemd op een jaarwedde van f 700.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
De VOORZITTER sluit de vergadering.
Vergadering van Dinsdag 28 November 1939,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden F. Dieleman, P. J.
van Bendegem, P. de Jonge, A. Th. 't Glide,
U. Sytema, H. Smies, A. P. de Ruijter, C. Th.
van de Bilt, C. van Bendegem, B. Seghers,
C. Hamelink, P. Goossen, C. Schieman en de
Secretaris J. L. J. Maris.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
1. Notulen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de notulen der vergadering van 12 October
1939 vast te stellen, zooals die in druk zijn
verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Het raadsbesluit van 29 Augustus 1939
tot wijziging der verordening, regelende de
eischen van benoembaarheid en de bezoldiging
der veldwachters, voorzien van bewijs van
Koninklijke goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 29 Augustus 1939,
tot wijziging der begrooting voor den dienst
1939, voorzien van bewijs van goedkeuring
door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van den Opperbevelheb-
ber van Land- en Zeemacht:
Ik doe uwen raad hierbij toekomen het ont-
werp eener verordening ex. art. 12 der Oor-
logswet, betreffende het verrichten van per-
soonlijke diensten voor hulp bij militaire
werkzaamheden tot het herstellen van de
schade aan wegen, bruggen en daarmede ver
band houdende werken, veroorzaakt door
militaire operation, luchtbombardementen of
militaire transporten, welke verordening ik
voornemens ben vast te stellen.
Ter voldoening aan den eisch der wet, dat
te dezen aanzien vooraf overleg met het be-
trokken burgerlijk gezag wordt gepleegd,
noodig ik u uit, uwe eventueele opmerkingen
met betrekking tot dit onderwerp ten spoe-
digste te mijner kennis te brengen.
Het behoeft geen betoog, dat een spoedige
totstandkoming dezer verordening uit militair
oogpunt van groot belang moet worden ge
acht. In verband daarmede zie ik uw ant-
woord gaarne vo6r den lsten December a.s.
tegemoet, indien op dien datum van u geen
antwoord mocht zijn ontvangen, meen ik te
mogen aannemen, dat u zich met den inhoud
van het ontwerp kunt vereenigen.
Aan dit schrijven is toegevoegd een ontwerp
algemeene bekendmaking van den opperbevel-
hebber van land- en zeemacht, op deze mate-
rie betrekking hebbende.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
te berichten, dat tegen een zoodanige verorde
ning geen bezwaar bestaat, al zal het om-
sohrevene in die verordening tot tal van moei-
lijkheden en tot omvangrijke en dubbele admi-
nistratie aanleiding geven.
De VOORZITTER kan mededeelen, dat Bur
gemeester en Wethouders met een te treffen
regeling in principe accoord kunnen gaan, er
zijn evenwel enkele punten ten aanzien waar
van er bezwaren bestaan, o.a. de kwestie van
de betaling voor het geleverde werk. Burge
meester en Wethouders zijn van meening, dat
een grondslag zooals die voor de werkver-
schaffing geldt, dus 23 ct. per uur voor de
landarbeiders en 26 ct. voor de fabrieksarbei-
ders niet de juiste is. Hoe dit dan geregeld
dient te worden is een andere vraag.
De heer DE RUIJTER deelt mede, dat bij
hem naar aanleiding van deze aangelegenheid
enkele vragen zijn gerezen, en wel in de
eerste plaats die van het te betalen loon.
Spreker verneemt dat Burgemeester en Wet
houders ten aanzien hiervan reecfs bezig zijn
en dat deze kwestie dus geregeld zal worden.
Dan heeft spreker een vraag wat de admini-
stratieve regeling betreft. Ligt niet vast hoe
dit geregeld wordt en is het Burgemeester en
Wethouders ook bekend of dit met het ge-
wone personeel kan gebeuren en zoo niet of
het Rijk dan in de kosten ook vergoedt?
De VOORZITTER wijst er op, dat indien
werk opgedragen wordt door den Staat deze
en dat is ook de meening van de Vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten dit ook
zou moeten vergoeden. Het ligt in de bedoe-
ling, dat dit vergoed zal worden. Spreker
sprak nog iemand, die gevraagd had, op de
bevolkingskaarten aan te teekenen of een
ingezetene al of niet in de termen valt.
Het is evenwel nog de vraag of dit mag.
Burgemeester en Wethouders zijn in dezen
actief en zullen op de bezwaren de aandacht
vestigen.
De heer HAMELINK wenscht omtrent het
artikel, waarin de betaling is geregeld, enkele
opmerkingen te maken. Hij is van meening,
dat indien van dit werkverschaffingsloon,
zooals bepaald, nog de eventueele kosten voor
voeding en legering moeten worden afgehou-
den, er niets van overschiet.
Als er iets gebeuren zou en er zouden men-
schen noodig zijn, dan zullen vermoedelijk ook
menschen uit deze gemeente naar elders moe
ten. Daaruit vloeit voort, dat die menschen
gevoed en gelegerd zullen moeten worden.
En hoe zal het dan zijn, als men niet zoo
veel geeft? Men voelt, dat hierin een onbil-
lijkheid zit. Spreker zou willen dat het college
vrij sterk naar voren doet komen, dat het met
die regeling niet accoord kan gaan. En wat
de administratieve regeling betreft, meent hij,
dat als deze zou moeten worden ingevoerd,
zooals thans wordt voorgeschreven, dit een
rompslomp zou worden. Spreker wil in over-
weging geven, dit nog eens te bekijken, en er
desnoods tegen op te komen.
indien de menschen aan het werk gecom-
mandeerd wordeii, dan bestaat daartegen
geen bezwaar, iedereen moet medewerken aan
de verdediging van ons volk, niet alleen mili
tair, doch ook economisch. Doch dan meent
spreker, dat toch niet dergelijke voorwaarden
behooren gesteld te worden. Spreker zal
gaarne zien, dat be.vezen wordt, dat niet
alleen de Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten, doch ook de gemeenteraden, tegen
dergelijke dingen opkomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heeren
er op kunnen rekti tn, c.at Burgemeester en
Wethouders de bezwaren, die te berde ge-
braeht zijn, overnemen en zullen doorgeven.
De heer SEGHERS weet niet of hij op de
zaak vooruitloopt, doch hij zou gaarne zien,
dat Burgemeester en Wethouders een idee
konden geven omtrent de kosten die dit zou
meebrengen en de vergoeding die zij daarvoor
wilden zien.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders hun eischen ten deze
niet hoog stellen. Zij meenen, dat zij naar
billijkheid kunnen verzoeken, dat de kostende
prijs wordt vergoedt. Indien b.v. een ambte-
naar er een maand werk aan heeft, dan is het
ook billftk, dat het hiervoor betaalde loon ver
goed wordt.
De heer SEGHERS meent, dat voor de men
schen die te werk gesteld worden, het loon
minstens gelijk zou moeten zijn aan het loon
dat zij in de eigen gemeente verdienen, afge-
zien nog van de andere dingen, zooals de heer
Hamelink die te berde gebracht heeft.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
d. Burgemeester en Wethouders deelen
mede, dat naar aanleiding van de door den
heer Sytema gestelde vraag voor het instellen
van een commissie voor de strafverordeningen
in een der volgende vergaderingen een voor
stel zal worden gedaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat deze ver
gadering nogal bezet is, en dat Burgemeester
en Wethouders daarom in een volgende verga
dering tot het instellen dezer commissie zou
den willen overgaan. Zij meenden goed te
doen, dit thans bereids mede te deelen.
e. Burgemeester en Wethouders deelen
mede, naar aanleiding van een verzoek van
den heer C. Hamelink om een uitgebreider
onderzoek in te stellen naar de klachten over
de uitbetaalde loonen aan de tewerkgestelden
bij de uitbreidingswerkzaamheden van de
waterleidingmaatschappij Zeeuwsch-Vlaande-
ren in West. Zeeuwsch-Vlaanderen, wordt
medegedeeld, dat door ons college tal van
tewerkgestelden zijn gehoord.
Het resultaat van dat onderzoek was zoo-
damg, dat men tot de conclusie kwam, dat
bij deze werkgeefster en in de toekomst bij
anderen zal aangedrongen worden om de
werknemers zooveel mogelijk in ploegen in te
deelen, met dien verstande, dat een gedeelte
zal bestaan uit diegenen, die de voile 100
werkprestatie kunnen leveren en de andere,
die wel de 100 willen presteeren, doch ten
gevolge van andere oorzaken dit niet kunnen.
Bij niet-splitsing verkrijgt men gevallen,
zooals door den heer C. Hamelink in de vorige
vergadering belicht, die fnuikend werken op
de prestaties van tal van tewerkgestelden.
De VOORZITTER kan hieraan nog toe-
voegen, dat Burgemeester en Wethouders bij
onderzoek is gebleken, dat er onder de be-
trokken arbeiders zijn; die van goeden wil
zijn, en die ook werkelijk de voile 100
arbeidsprestatie willen leveren, doch niet in
staat zijn het minimumloon te verdienen. Dat
is Burgemeester en Wethouders bij hun onder
zoek opgevallen, waarin zrj aanleiding hebben
gevonden er bij de Waterleiding Maatschappij
op aan te drimgen dat de gescbetste gedrags-
Iijn zal worden gevolgd. Het is penibel om
hierover te spreken, daar men dan allicht een
schifting tusschen de goede en de minder
goede zou gaan makefi, doch men kan begrij-
pen, dat, als men moet samenwerken in 1 put
met andere arbeiders die wel hun best doen,
doch niet de voile 100 kunnen leveren, dit
oorzaak moet worden, dat het minimum-uur-
loon van 23 en 26 ct niet gehaald kan worden.
De heer HAMELINK kan zich met dat
antwoord toch niet geheel vereenigen. Uit het
antwoord van het college zou moeten blijken,
dat de eenige oorzaak van het feit, dat de
menschen het minimum-uurloon niet konden
halen, gelegen is in een verkeerde groepeering
der arbeidskrachten. De andere reden die ook
aanwezig was, wordt niet naar voren ge
bracht. n.l. dat de menschen werkten in
accoordloon en met de opgenomen afmetingen
accoord moesten gaan, dus zelf geen oordeel
konden vormen over de geleverde prestatie.
Juist de sterkste grief, die bij de menschen
aanwezig is, komt in dit antwoord niet naar
voren. Al dergelijke dingen zijn oorzaak
geworden van de moeilijkheden die gerezen
zijn. En ook voor deze grief is het, dat
spreker voor het oogenblik voldoening zou
willen hebben. Spreker zal dit nader preci-
seeren. De Waterleiding Maatschappij als
werkgeefster heeft er niet voor gezoigd, dat
de prestaties die geleverd werden, voldoende
gewaardeerd konden worden. Gebleken is,
dat de menschen die in accoordloon werkten,
geen gelegenheid hebben gehad, controle op
het geleverde werk uit te oefenen. Dit gebeurt
toch als regel, doordat er voor elke ploeg een
verantwoordelijk persoon wordt aangesteld,
die de opgemeten hoeveelheden mede nameet.
Op die manier konden de menschen ook niet
weten wat er verdiend werd. Een van de
twee, of de menschen ferijgen zooveel per uur,
of zij werken in accoord. En dan moet men
toch zien en aanvoelen, dat, indien in accoord
loon gewerkt wordt en er is zooals spre
ker een geval bekend is geen eens een
ploegbaas aangesteld. dit fnuikend moet
werken.
Indien de laatste grief gevoegd wordt bij de
andere kan spreker met de mededeelingen van
Burgemeester en Wethouders accoord gaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij bereid
is, deze klacht door te geven doch deze tweede
klacht is uit het door Burgemeester en Wet
houders ingestelde onderzoek niet zoo sterk
naar voren gekomen. Burgemeester en Wet
houders hebben verschillende menschen ge
hoord, er waren er 4, die zeiden geen klachten
te hebben, anderen hebben zich over deze
speciale omstandigheid niet zoo uitgelaten.
Aan ieder der befrokkenen is uitdrukkelijk
gevraaigd, of, als zrj op het werk kwamen, zij
de mededeeling kregen, dat zij in aangenomen
werk stonden, enkelen hebben gezegd .,ja",
anderen hebben medegedeeld, zich er niet mee
te bemoeien, daar de controle daarop voor den
putbaas was. Burgemeester en Wethouders
hebben ook menschen uit andere gemejmten
gehoord en hebben o.m. ook gevraagd, <Jf, als
de rekening gemaakt werd, de putbaas mee-
ging, waarop werd geantwoord, dat dit niet
met° allemaal het geval was. Door de Water
leiding Maatschappij is de opdracht ge geven
dat, indien in aangenomen werk gewerkt
werd, de putbaas de gelegenheid moest hebben
het geleverde werk te contrdleeren. ZoOals
gezegd, is deze klacht niet naar voren geko
men, enkele hebben geantwoord met ,,ja",
anderen met „daar bemoeien wij ons niet mee".
De heer SEGHERS geeft te kennen, dat uit
alles blijkt, dat het zwaartepunt van deze
kwestie is, dat de belooning te laag is. Spre
ker meent, dat er inderdaad zullen zijn, die
100 willen leveren, doch het niet kunnen,
doch vrijweil niemand heeft het minimumloon
kunnen halen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men hier-
mede op gevaarlijk terrein komt. Aangenomen
moet worden, dat iemand, die normaal zijn
werk doet, best kan komen aan het vastge-
stelde loon van 23, resp. 26 cent.
Er zijn ploegen geweest, die uit 10 man be-
stonden, die ook alle 10 goede prestaties ge
leverd hebben, het spijt hem te moeten zeg-
gen, dat er ook minder goede zijn. En dat is
niet alleen in Axel, doch ook elders het geval.
Er zijn ook in andere gemeenten menschen
die niet aan het minimumloon konden komen.
Indien thans in het vervolg de menschen die
100 kunnen leveren in een groep vereenigd
worden en de anderen die niet zoo erg goed
zijn eveneens in groepen worden onderge-
bracht moeten zij de consequenties daarvan
aanvaarden.
De heer SEGHERS zou dit goed vinden,
indien het menschen zou betreffen, die niet
willen.
De VOORZITTER merkt op, dat verschil
lende menschen ook verschillende gedachten
en ideeen zullen hebben. Wat de prestaties
betreft, spreker heeft geregeld de staten onder
oogen gehad en heeft raar aanleiding daarvan
leeren spreken van een goede en een minder
goede ploeg.
De heer SEGHERS vindt het erg, dat de
menschen beneden het loon blijven, het is zeer
erg, dat er menschen geweest zijn, die met een
hal ve belooning naar huis moesten gaa.i
f. Naar aanleiding van de vraag van den
heer B. Seghers over de inkrimping van het
aantal passagierstreinen op het wegvak
St. NiklaasTerneuzen wordt medegedeeld,
dat men zich in verbinding heeft gesteld met
de directie. De directie van die Maatschappij
berichtte ons, dart het gerucht op geen enkele
officieele mededeeling berust.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Dat aan de vraag van den heer C. van
Eendegem, om pogingen in het werk te stel
len, dat Nederlanders, zonder officieel buiten-
Iandsch paspoort in een bepahlde strook van
Belgie zich mogen bewegen, is voldaan door
zich tot het Departement van Buitenlandsche
Zaken te wenden. Een resultaat is ons tot
op heden nog niet bekend.
De VOORZITTER deelt mede, dat door de
gemeente Zaamslag aan dit verzoek adhaesie
is betuigd.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De VOORZITTER deelt mede, dat een
verzoek is ingekomen van L. P. Marijs om in
het uitbreidingsplan van de gemeente, waar
vroeger de weg inviel en waar 2 slooten in
liggen, wat dus minderwaardig is, te koopen,
mits dit zou uitkomen met den prijs. Dit
verzoek is in Burgemeester en Wethouders
behandeld, ook is het advies der bouweommis-
sie gevraagd, en de bouweommissie en
Burgemeester en Wethouders hebben aanlei
ding gevonden den raad te adviseeren, dit
stukje grond te verkoopen en wel tegen den
prijs van 850.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
3. Voorstel tot aanstelling in vasten dienst
van J. van den Berge, als concierge van
het raadhuis, met ingang van 1 Januari
1940.
In de vergadering van den raad van den
13 December 1938 is J. van den Berge, be
noemd als concierge van het raadhuis zulks
met een proefjaar.
Aangezien dit proefjaar bijna verstreken is
en het onderhoud van het gebouw en het
dienstverband tot geen opmerkingen aanlei
ding geeft, wordt voorgesteld met ingang van
1 Januari 1940 dezen persoon te benoemen als
concierge van het raadhuis in vasten dienst
op een jaarwedde als in de begrooting van
1940 is bepaald,
De VOORZITTER verzoekt de heeren De
Jonge en Smies met hem hfet stembureau te
vormen.
Uitgebracht worden 13 stemmen, waarvan
op J. van den Berge 11, 1 briefje is bianco,
1 van onwaarde.
Is alzoo benoemd J. van den Berge.
4. Vaststeliing kosten per leerling aan de
ooenhare lagere school over het jaar
1937.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het navolgende besluit te nemen:
De raad der gemeente Axel,
overwegende, dat de kosten, bedoeld bij
artikel 55, onder e tot en met h en o der
Lager Onderwijswet 1920, alsmede die van in
standhouding, voor de openbare lagere school,
voor gewoon lager onderwijs in deze gemeente
over het dienstjaar 1937 hebben bedragen vol
gens de door Gedeputeerde Staten van Zeeland
bij hun besluit van 2 Juni 1939, no. 50, le
afdeeling:
instandhouding' van het schoolge-
bouw 386,86
aanschaffen en onderhouden van
schoolboeken, leermiddelen en
schoolbehoeften 600,19
verlichting, verwarming en schoon-
houden van het schoolgebouw 839,73
assurantie 39,40
administratiekosten (191% leerl. a
f 0,50) 95,75
andere uitgaven ter verzekering van
den goeden gang van het onder
wrjs (kosten handwerkonderwijs) 313,50
Totaal 2275,43
dat het gemiddeld aantal leerlingen gedu-
rende het jaar 1937 aan genoemde school be-
droeg 191%;
besluit
het bedrag van de kosten per leerling aan
de openbare lagere school in deze gemeente
over het jaar 1937 te bepalen op f 2275,43
191% is 11,88.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
5. Voorstel tot vaststeliing van het bedrag
der vergoeding ex art. 101 der L. O.-
wet 1920 ,aan de bijzondere scholen over
het jaar 1937.
Met verwijzing naar het bij de stukken over-
gelegd ontwerp-beshjit wordt voorgesteld het
bedrag der vergoeding, bedoeld bij art. 101
der L. O.-Wet 1920 over het jaar 1937 vast
te stellen.
I. voor de school aan de Nieuwstraat, van
de Ver. voor Chr. Nationaal Schoolonderwijs,
op 397 X 11,88 4716,36;
H. voor de school te Spui, van de Ver.
voor Geref. Schoolonderwijs, op 121% X
f 11,88 f 1440,45;
III. voor de school aan de Walstraat, van
het R. K. Kerkbestuur 156% X 11,88
f 1859,22.
6. Voorstel tot vaststeliing van de af-
rekening met de Besturen der Bjjz.
lagere scholen en der vergoeding, inge-
volge art. 101 dpr L O.-Wet 1920 over
de jaren 1934 t/m 1937.
Met verwijzing ook naar de bij de stukken
overgelegde ontwerp-besluiten wordt voorge
steld voor de hieronder genoemde scholen de
daarachter genoemde bedragen vast te stellen
Nog
te
ontvangen
597,-
546,94
,,671,68
Reeds
ontvangen
bedrag
15.297,27
4.801,44
6.620,14
Bedrag
waarop men
recht heeft
18.217,19
5.348,38
7.291,82
Voor verg. in
aanmerking
komend
bedrag
15.894,27
5.594,51
7.308,33^2
SCHOOL
Nieuwstraat
Spui
Walstraat
7. Voorstel tot beschikbaarstelling van het
bedrag per leerling, als bedoeld in art.
55bis der L. O.-Wet 1920 voor het jaar
1940.
Ook met verwijzing naar het bij de stukken
overgelegd ontwerp-besluit wordt voorgesteld
het bedrag, dat ingevolge art. 56bis, le lid der
Lager Onderwijswet 1920 per leerling der
openbare lagere school voor het jaar 1940
wordt beschikbaar gesteld, te bepalen op
/•9,64, gebaseerd op de cijfers der begrooting
1940.
8. Vaststeliing diverse begrootingen voor
1940:
a., begrooting der gemeente;
b. begrooting van het Genu Gasbedrijf
c. begrooting van het Vleesehkeurings-
bedrijf
d. begrooting van het Burger!(jk Arm
bestuur.
Wordt voorgesteld met verwijzing naar de
bij de begrooting overgelegde bijlagen en naar
het verslag van de commissien van onderzoek
de begrooting vast te stellen, zooals deze in
ontwerp aan de leden is toegezonden, te weten
a. Een adres van de Alg. Nederl. Politic-
bond, waarbij verzocht wordt te besluiten tot
aanvulling van de verordening, regelende de
eischen van benoembaarheid en de bezoldiging
van de veldwachters dezer gemeente in dien
zin: „dat aan de gemeente-veldwachters
worde toegekend een kindertoeslag overeen-
komstig de ryksregeling".
Deze aangelegenheid is in de Commissie van
G. O. geweest. Deze Commissie adviseert een
kindertoeslag in het leven te roepen, doch
dezen toeslag niet te verleenen, vanaf het
eerste, doch vanaf het derde kind, zooals ook
bij de regeling van Burgemeesters, Secretaris-
sen en Ontvangers het geval is, en voorts
deze regeling voor alle gemeente-ambtenaren
te doen gelden.
De meerderheid van het college kan zich
met dit advies niet vereenigen. De minderheid
gaaJt met de gedachten van de Commissie van
Georganiseerd Overleg mede.
De meerderheid van het college is van oor
deel, dat deze toeslag voor enkele ambtenaren
een verhooging van inkomsten beteekent, wat
h. i. niet gerechtvaardigd is tegenover de
andere ambtenaren. Waar de levensstandaard
wel in stijgenide lijn is,'doch nog geen aanlei
ding geeft, om daarin tegemoet te treden,
staan deze op het standpunt voor geen enkele
categorie een wijziging of aanvulling in dien
geest thans te bevorderen.
Bij volgno. Ill wordt medegedeeld, dat met
ingang van 1 Januari 1940 de huurovereen-
komst voor het terrein van de schietbaan af-
loopt. De Rentmeester is na gehouden bespre-
king bereid deze huur te verlengen met in
gang van dien datum voor een bedrag van
f 50 per jaar.
Wij stellen u voor deze nieuwe huurover-
eenkomst te accepteeren.
Volgno. 120 ontvangsten. Van het bestuur
der Bad- en 5Jwemvereeniging is den 19 Mei
1939 een verzoek ingekomen om ontheffing
van de verplichting om de acbterstallige ter-
mijnen van het renteloos voorschot te voldoen
en in de toekomst kwijtschelding te verleenen
van het nog; verschuldigde van dat voorschot.
Op dit schrijven is door ons medegedeeld,
dat dit verzoek nader zou worden overwogen
hij de samenstelling van de gemeente-begroo-
ting 1940.
Door ons college is deze angelegenheid op-
nieuw overwogen en hebben onze conclusie
getrokken, dat wij het niet verantwoord ach-
ten uwen raad voor te stellen het eenmaal
door den raad gegeven renteloos voorschot
aan deze vereeniging en voor dit doel kwijt
te schelden Men heeft van onzentwege nim-
mer deze vereeniging tot afbetaling van het
voorschot gedwonigen, als gevolg van de voor
waarden, waarop dat voorschot was verleend,
doch het nog resteerende bedrag, zijnde /800
van de toegestane /1000 dient in jaarlijksche
gedeelten van f 100 in de gemeentekas terug
te vloeien.
Op dien grond meenen wij u te moeten voor-
stellen afwijzend op dat verzoek te beschikken.
Bij de behandeling van de begrooting van
het Gasbedrijf voor 1940 wordt medegedeeld.
dat van de Ned. Chr. Bond van Personeel in
Publieken Dienst een verzoek is ingekomen
om den terreinwerker-bulpstoker S. Dieleman,
die reeds jaren de werkzaamheden van stoker
verricht, in deze functie een aanstelling te
geven, met als gevolg indeeltng in een andere
loonklasse.
De Gascommissie adviseert tot aanstelling
van dien persoon in die functie.
Ook is tegelijkertrjd de Commissie van
Georg. Overleg over deze aangelegenheid ge
hoord, die daartoe mede adviseert.
Wordt voorgesteld overeenkomstig het
Ambtenarenreglement met ingang van 1 Jan.
1940 S. Dieleman aan te stellen als stoker bij
het Gemeentelijk Gasbedrijf.
Dezelfde organisatie adviseert eenzelfde
handelinig toe te passen voor den hulp-fitter
C. van Bendegem, die de laatstet jaren ook
het fitterswerk in zijn vollen omvang ver
richt.
Aangezien de Gascommissie adviseert de«e
aan te stellen tot 2den fitter, welke functie
niet voorkomt in de salarisregeling, wordt
voorgesteld dit punt aan te houden.tot een
der volgende vergaderingen, hetgeen geen be
zwaar kan zijn, aangezien deze persoon thans
onder de wapenen is.
In de betrokken begrooting is deze aange-