ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ZEEUWSM^VLAANDE^EN
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
AKKER'TJES
MAANDAG 15 JANUARI 1940
80e Jaargang
Binnenland
feuilleton
De Burgemeester van H 0 E K
II
'n Iwaar hoofd^
k- helpen direct
Verscherping der intern, situ atie
leidt tot militaire maatregelen.
m
tMiOlENSCHECOURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen
fr per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,— per jaar
V„r «n Merita ,2,10, ov.rlg. laad« ,2,45 per 3 m.»de» fr. p« port
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0.80 - regel meCr f °'2°'
KEEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verm.nderd tanef,
verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag
DIT BLAD VERSCHIJNT
IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVC
maakt bekend, dat op Donderdag 18 en Vry-
dag 19 Januari ajs., des namiddags van 7 tot
10 uur, verduisteringsoefeningen van de
luchtbescherming zullen worden gehouden.
De voor de burgerbevolking vastgestelde ge-
dragsregels zijn 10 Januari j.L bekend ge-
maakt op de daarvoor aangewezen borden.
De Burgemeester van Hoek,
J. A. VAN TTENHOVEN.
NEDERLAND PARAAT!
Prof. Jhr. Mr. B. C. de Savomin Eobman,
lid van de Eerste Earner en van den raad van
defenae, heeft Vrydagavond voor de micro-
tow van de N.C.R.V. een rede gehouden over
bet onderwerp: „Nederland paraat
Wij zei daarin o.m.
In een tijd van verschrikking en verwarnng
wij beleven, worden de volken, ook die
ntet in den oorlog zijn, betrokken in den
snteltkroes beproefd. Ook van ons volk zal
Meten blijken, of het werkelijk waard is als
onafhankelijke naUe te bestaan. Zyn wjop
de hoogte van onze taak? Beseffen wy diep,
ons wordt geeischt? Is Nederland,
den volsten zin des woords, paraat
Na de goedgeslaagde mobilisatie is in kort
P van TNJpdftr-
tidebestek, wat de verdediging van Neder
land betreft, naar het oordeel van bevoegde
Nederlandsche en buitenlandsche autoriteiten,
«K,veel gewrocht, 6n wat de mnchting van
verdediglngslinies, bn wat de geoeiendheid
van den troep betreft, dat een belager onzer
oaafhankelijkheid erop moet rekenen, op
fedlen en hardnekkigen tegenstand te zullen
^tiiiten Van overrompeling op korten ter-
r,iijTi van welke zijde ook, zal geen sprake
m#er kunnen zijn. Mclo_
Het leger zal zeker niet versagen. Maai
Naderland's zonen die zonder eenlge aarzelmg
kalm en zonder bravour hun leven veil zullen
taiteben voor het vaderland, hebben er recht
an. dat ook de burger voor 100 zyn phcbt
Jd doen. Dat zal aUeen kunnen, als ook de
feurgery zicb op die mogelijkheid van tevoren
rfefeitig en kalm, geestelyk heeft geprepareerd.
De traditioneele onzydigheidspolitiek heeit
da iMtemming van geheel de Nederlandsche
■y,j-.jp Ons volk zal zijn paraatheid ook hienn
Meten toonen, dat het de regeering steunt
n haar streven, de neutraliteit te bandhaven
rm in haar verzet tegen aandrang, van welke
aijce ook geoefend, om het met die neutrali
st niet te nauw te nemen.
En dan tenslotte, een paraat volk moet tot
offers bereid zijn. Reeds thans gaven lands-
verdedigers en, niet te vergeten wakkere zee-
Ueden hun leven voor het vaderland. Reeds
thans brengen tienduizenden opgewekt het
dikwiil.s zware persoonlijke- en gezinsoffer,
soms ook economisch offer, van den dienst-
plieht, bereid als het moet, ook bet hoogste
offer dat van het leven te brengen. Want
met reden wordt, hoewel waarschynlyk meer
dan dengenen zelf, die hun nationalen plicht
als een vanzelfsprekendheid vervullen, lief
is, de goede geest in leger en vloot geroemd.
Zou het dan niet diep beschamend zyn, als
relet met opgewektheid in de eerste plaats
door hen die niet aan het front staan, naate-
rieele offers zouden worden gebracht, als die
atraks door de overheid worden gevraagd
Offers in geld, offers in economised lasten.
Offers in gebruiksbeperkmgen, offers in het
S van op zichzelf redelijke hervormmgen
on lotsverbeteringen? Ook daarop zal
natie wil zij werkelijk paraat zijn, zich hebben
Dat alleen ge-
val zijn, als ieder den roep van het vaderland
als een tot hem persoonlyk gericht appbl be-
schouwt.
Roman van
J OH ANN D. DBGREEF.
(Nadruk verboden.)
Spreker eindigde zijn toespraak met: „Wat
het licht van de zon in de natuur vermag, is
slechts zwak naast de kracht, welke wy ont-
vangen, indien wij ons leven opensteUen voor
God en die kracht willen gebruiken. Onze
tijd heeft zeer veel behoefte aan kracht uit de
bron waar iedereen uit kan putten, aan stoere
werkers, aan koele, nuchtere hoofden, aan
warme harten."
DE STAAT VAN BEE EG.
Ingediend is een wetsontwerp strekkende
tot het doen voortducen van den staat van
beleg in de gedeelten van het grondgebied
des Rijks, die krachtens de Koninklijke be-
sluiten onderscheidenlijk van den lsten en
van den 6den November in staat van beleg
zijn verklaard.
Het ligt in de bedoeling van den opperbe-
valhebber van land- en zeemacht, zich de^ uit-
oefening van het militaire gezag, met uitslui-
ting van de overige militaire autoriteiten,
aangewezen voor de uitoefening van het mih-
taire gezag, voor te behouden, met uitzonde-
ring echter van de gezagsuitoefening, voort-
vloeiende uit de volgende artikelen van de
oorlogswet
Actikel 21: ingeval directe belangen van de
landsverdediging zulks eischen en langs an-
deren weg van de burgerlijke besturen en
amhtenaren niet de gewenschte medewerking
kan worden verkregen met betrekking tot de
werkzaamiheden der politie in het belang van
de verwezenlijking van het doel van dit wets-
voorstel;
Artikel 23: alleen om te kunnen beletten,
dat onbevoegden zich ongestraft op de hoogte
kunnen stellen van militaire voorbereidingen;
Artikel 39; met dien verstande, dat, van
deze bevoegdheid slechts gebruik mag worden
gemaakt als ovecleg is gepleegd met den op-
perbevelhehber en met den betrokken procu-
reur-generaal, fungeerend directeur van
politie.
Het ligt voocshands nie,t in het voomemen,
over te gaan tot het uitoefenen van censuur,
behoudens de gevallen, waarin dit ook nu
reeds geschiedt op grond van artikel 18 der
telegraaf- en telefoonwet, terwijl de bevoegd-
heden ten aanzien van het recht van vereeni-
ging en vergadering geheel aan de lagere
commandanten zijn overgelaten, met dien ver
stande dat door den opperbevelhebber op-
dracht is gegeven, dat deze vergunningen op
tohoorlijke schaal dienen te worden verleend.
l>OST VOOR INDIe EN DE CENSUUR.
Naar aanleiding van beriehten betreffende
aanhouding en In beslagneming van post voor
Indie, wordt e» de aandacht op gevestigd, dat
wie een onvertraagde en zekere gedachten-
wisseling met Nederlandscb-Indie en Surina-
me wenscht, daartoe gebruik kan maken van
het juist ingevoerde verkeersmiddel der tele-
grambrieven.
Voor langere beriehten leenen deze zich in
het bijzonder; ongestoorde •overkomst in 6
dagen is steeds verzekerd.
Zij worden als radiotelegram overgesemd
en als brief besteld.
DE BEGROOTtNG VAN
BUITENUANDSCJHE ZAKEN.
De M«mt>rie van Antwoord.
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer nopens de begrooting van Bui
tenlandsche Zaken voor 1940 wordt het vol
gende ontleend:
Het aanbod van goede diensten.
Met voldoening heeft de minister kennis
genomen van de warme instemming, welker
verscheidene leden hebben betuigd met het
aanbod van goede diensten, in Augustus j.l.
door de Koningin en den Koning van Belgie
gedaan en in November herhaald. ALhoewel
hij betceurt, dat geen van beide stappen tot
bet gewenschte resultaat mocht leiden, meent
de minister erop te mogen wijzen, dat de be-
doelde pogingen tot herstel van den vrede
daarom nog niet noodzakelijk ook voor de
toekomst geheel steriel zullen blijken. Im-
mers, door het aanbod van goede diensten
hebben de beide souvereinen de ongetwijfeld
by millioenen in de wereld levende hoop op
herstel van den vrede levendig gehouden. en
daarnaast de oorlogvoerende landen eraan
herinnerd, dat onder de neutrale landen ver
scheidene bereid zijn alles te doen wat binnen
hun bereilc ligt om dat herstel te bevorde-
Alhoewel toegegeven kan worden, dat de
positie van de neutrale mogendheden thans
sterker is dan in 1918 het geval was, blyft
het nietttemin de waag in hoeverre de oor
logvoerende partijen genegen zullen zijn de
medewerking van de neutralen hij de vast-
stelling van de vredesvoorwaarden te aan-
vaarden. Dit zal trouwens mede van het
verdere verloop van den oorlog afhangen.
Niettemin is de minister van oocdeel, dat, in
dien de neutralen, hetzij gezamenlijk, hetzy
afzonderlijk, in de gelegenheid mochten
komen een invloed uit te oefenen die voor de
totstandkoming van een billijken en daarom
meer duurzamen vrede bevorderlijk zou kun
nen zijn die gelegenheid niet zou moeten wor
den verzuimd. Rustig voorbereide en aan de
hand van objectieve gegevens uitgewerkte
denkbeelden kunnen in dat geval wellicht van
nut zijn, al zal men zich moeten hoeden voor
werk, berustend op een vooropgezet schema,
dat nu eenmaal niet voldoende rekening kan
houden met de, thans nog onbekende, werke-
liikheid van het cogenblik waarop over een
nieuwe Europeesche orde zal kunnen worden
gesproken.
Gaame boekstaaft de regeering het verheu-
gende feit, dat de tot dusver door haar naar
beproefden trant gevoerde zelfstandigbeids-
politiek door de overgroote meerderheid des
volks wordt onderschreven. Dat kan de kracht
der natie tot bate strekken.
De leden die protesteerden tegen het uit-
bliiven van een desaveu van het optreden van
een sociaal-democratisch Ud van de Tweede
Kamer, mogen bedenken voorzoover door
hen een desaveu vanwege de regeering is be-
doeld dat de Nederlandsche regeering,
evenmin als eenige andere regeering hetzij
naar binnen, hetzij naar buiten, verantwoor-
delijkheid draagt voor uitlatingen van parle-
mentsleden. Daarom ware een desaveu van
de zijde der regeering een aanmatigmg die
haar vreemd is en allerminst van haar kan
worden verlangd. en geheel andere vraag is,
of de gewraakte uitlating de instemming der
regeering heeft. Te dien aanzien verwyst de
minister naar het door den voorzitter van den
raad van ministers gegeven antwoord op de
vragen van het lid der Tweede Kamer, den
heer Rost -van Tonningen. Ten aanzien van
het in het voorloopig verslag in herinnermg
-ebrachte voorval te Nijmegen cefereert de
minister aan het te dier zake door den mirns-
er van Justitie gegeven antwoord op vragen
van het lid der Eerste Kamer, den heer Vor-
De bewapening van belligerente
oorlogsscliepcn.
Terwiil in 1914 bij den aanvang van den
wereldoorlog, toen de neutralitteitsproclama-
tie van dat jaar werd uitgevaardigd, 4>ewape-
van belligersnte koopvaardijschepen mm-
deT= gebruikelijk was, is deze toestand reeds
'n den loop van den wereldoorlog m-dicn
veranderd, dat de bewapening van belligerente
koopvaardijschepen thans veelyuldig
komt Met dien veranderden feitelyken toe-
itan-d moest rekening worden gehouden. in
d:t verb and zij vermeld, dat Nederland in den
oorlog van 1914 onder alle neutralen alleen
was blijven staan in hare weigering gewap-en-
Te koopvaard'jschepen van billigerenten toe
te laten. Evenals andere landen heeft Neder
land waarborgen tegen misbruik van zijn ge-
wijzigde houding verkregen in beperking van
toegelaten bewapening en bemanning en m
voorwaarden, door de plaatselijke overheden
in het belang van's lands veiligheid te stellen.
MaatregeK'n t.o.v. de Wielingen.
Met betrekking tot het leggen van mijnen
in de Wielingen wordt thans gehandeld even
als in den vorigen oorlog en met inachtneming
tegenover Belgie van dezelfde beginselen van
goede buurschap, die toentertijd toepassing
hebben gevonden. De Belgische regeering
wordt in dien gedacihtengang steeds tijdig
onderricht, terwijl niets wordt nagelaten om,
voor zoover zulks maar eenigszms te rymen
is met de eischen die onze landsverdediging
onafwijsbaar doet zijn, de scheepvaart van en
naar Belgische havens zooveel mogelijk te
vergemakkelijken.
In enkele gedeelten van de Wielingen, langs
de kust van Zeeuwsch-Vlaanderen en dus bui
ten de zgn. betwiste zone van dat vaarwater,
bevinden zich thans versperringen en mijnen.
De streek, waarin deze versperringen en mij
nen liggen is op grond van artikel 4 van het
Haagsch verdrag (1907) nopens het stellen
van onderzeesche zelfwerkende contact-mijnen
duidelijk aangegeven in de „berichten aan
zeevarenden" en is uiteraard aan de Belgische
en Nederlandsche loodsen ter plaatse nauw-
keurig bekend.
Waarschijnlijk kougeval. N iem
een 'AKKERTJE" het uitmun-
lende middel bij verkoudheid,
griep, influenza, kou in't hoofd.
(Ingez. Med.)
HET RASSEEREN VAN BEREDEN
COEONNES.
Dagelijks trekken talrijke bereden mUitaire
colonnes langs de wegen. Herhaaldelijk maken
paarden in dergelijke colonnes overwachts
zijwaartsche bewegingen tengevolge van
schrik of andere oorzaken. Dit kan door de
berijders of geleiders niet steeds voorkomen
worden. Daarin schuilen groote gevaren zoo-
wel voor het burger- als voor bet militaire
verkeer en reeds zijn slachtoffers 'te be-
treuren.
De A.N.W.B. wil daarom het publiek drln-
gend waarschuwen voor het gevaar, dat ge-
legen is in het rakelings of met groote snel-
heid passeeren van bereden colonnes en ook
van den enkelen ruiter; het geven van een
hoornsignaal behooTt in dergelijke gevallen te
worden vermeden.
TELEGRAMMEN AAN STALIN EN AAN
DE FINSCHE VOLKSREGEERING NIET
DOORGEZONDEN.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Wijnkoop, in verband met het niet
doorzenden van een perstelegram, door het
communistische „Volksblad" tot het Russische
persagentschap Inprekorr gericht, heeft de
minister van defensie als volgt geantwoord:
Op 20 December 1989 is door een militaire
autoriteit de verzending verboden van een
perstelegram door het ,,Volksdagbladgericht
tot het persagentschap Inprekorr.
De bevoegdheid daartoe berustte op het
Koninklijk besluit van 15 April 1939, Staats-
blad no. 584, waarbij het geheele telegraaf-
verkeer werd geschorst, behoudens verleende
ontheffing.
Het telegram bevatte twee resoluties, onder
scheidenlijk gericht tot den heer Stalin, te
Moskou, en tot de Finsche volksregeermg,
ministerpresident Kuusinen, te Terioki. De
inhoud dier resoluties in een telegram ver-
vat stemt overeen met een te voren in het
Volksdagblad" gepubliceerd stuk.
Bij het ter zake ingesteld onderzoek is met
gebleken, dat het bericht over deze aange-
legenheid, voorkomende in het Ochtendblad
van 22 December 1939 van bet Algemeen
Handelsblad, het gevolg is van een indiscretie.
niet gepleegd door civiele ambtenaren.
Naar het oordeel van den Minister is:
a. De verzending van het voor een pers
agentschap bestemde telegram door de be
voegde militaire autoriteit te recht geweigerd.
aan^ezien de inhoud krenkend moest worden
Svoor een bevriende mogendheid en
haar door Nederland bij uitsluiting erkende
rTe'van verbindingen tusscben mUitaire
autoriteiten en joumalisten, die het yerstrek
ken van ambtelijke mededeelmgen aan onbe
voegden tengevolge hebben gebad en alsnog
kunnen hebben, is niet gebleken
In verband met 't vorenstaande wordt het
instellen van een nader onderzoek met noodic
geacht.
Zoodra ec geen bezwaren meer zyn
niet-verzending van een telegram mededeeling
te doen, wordt de afzender ter zake mgelicht
en wordt hem terugbetaling gedaan van de
betaalde telegramkosten.
In het onderwerpelijke geval werd voor de
verzending van het geweigerde teIegram door
den afzender niets betaald, daar de betahng
geschieden zou door den geadresseerde
Moskou.
Finland en de wettige Finsche regee
ring te Helsinki. Red.
„Van eenig acuut gevaar echter geen
sprake," zegt Den Haag.
Geen periodieke verloven.
Zoolang in West-Europa de oor.ogstoestana
voortduurt, zal men goed doen, sehnjft de
Crt., zich steeds twee dinger, terdege voor
oogen te houden.
Ten eerste: Nederland ligt, zooals Dr.
Colijn bet indertijd uitdrukte, in den storm-
hoek van Europa.
Ten tweede: Bij de mUitaire maatregelen
is drie dagen te vroeg beter dan drie uren te
den loop van de vorige week is de poli-
tieke en militaire ontwikkeling van zaken
in West-Europa in een richtirg gegaan, welke
het ten slotte ook voor onze regeering, welke
steeds den intemationalen gang van zayen
van uur tot uur volgt, noodzakelijk maakte,
de algemeene poUtieke situatie nader te be
kijken en zich te beraden over den toestand.
in dit algemeen verband van Nederland.
Daarom is, op grond van uit bet buitenlan
ontvangen beriehten en aanwijzingen, onze
regeering Zondagochtend in buitengewonen
Ministerraad bijeengekomen e"
overwegingen is toen besloten, tijdelijk geen
nieuwe periodieke verloven te verleenen.
Van intrekking van verloven is dus geen
sorake en de genomen maatregel geidt ook
niet voor zakenverloven ook al worden zy
periodiek genoten op weermachtsmdustrie-
verloven en op uitzondermgsveriovem Men
weet, het dat onze regeering, by de iandlm-
ving van onze neutraliteit en zeUstandigheid.
ook niets wil nalaten om paraat te zyn tegen
over elke' gebeurlijkiieid.
Van eenig acuut gevaar voor Nederland is
overigens uiteraard geen sprake.
8)
(Vervolg.
gleed snel voorbij.
Ee middag gleed snei vooroy. Gordon
vertelde van zijn zwerftocht langs de NlJj
de Ganges en miss Paisley ammeerde hem
met haar belangsteUende vragen, allerlei by-
zonderbeden van zijn reis te verbalen He
was voor beiden een verrassing toen de rfoi-
landsche kust in zicht kwam.
tZoo snel is nog nooit een reis verloopen
laohte de jonge vrouw.
Keen, ik had er ook geen vermoeden van,
dat we al zoo dicht by het doel waren ant-
woordde Gordon.
De boot naderde den steiger en lag we'dra
vastgemeerd. Gordon stond met ntuss Paisley
aan de reeling. Zijn blik dwaalde over de
toescbouwers aan den wal en plotselmg ont-
gnapte hem een zachte kreet van verrassing.
Op den steiger, eenigszins afgezonderd van
de andere belangsteUenden, stond de heer
met de loden regenjas, die een week tevoren
on het perron van Liverpool Street Station
zooveel interesse aan den dag had gelegd vooi
Mhragareth en Arthur Flemlngton
Gordon dacht snel na. Het kon een toeval
zttn dat de onbekende heer hier aanwezig was.
Hii kon hier wonen en iemand moeten afhalen.
Ook kon hij tot het personeel behooren van de
Stoomvaartmaatschappij. En afgezien van dat.
allea was het eigenlijk niet zoo heel wonder-
liik als men iemand, die misschien vaak heen
en weer reisde, zoowel daarginds als hier ont-
moette. De ontmoeting gaf echter te denken,
wijl de onbekende zooveel belangstelling voor
Man^areth Norman en Flemington aan den
dag °had gelegd. Had die belangstelling den
koerier misschien gegolden? En stond hij hier
fchans geposteerd om hem op te vangen?...
Nu Gordon's argwaan eenmaal gewekt
was, liet hij zich niet meer in slaap suseen.
Zekerheid aangaande zijn vermoedens kon hij
zich niet verschaffen en het leek hem dus
raadzaam de aanwezigheid van den onbe
kende tot de gevaren te rekenen, waarvoor
hij op zijn hoede diende te zijn. Hoewel het
nauwelijks denkbaar was, dat de man hem
kende en hij onmogelijk kon weten, dat hij
met een geheime missie belast was.
Terwijl de loopbrug uitgelegd werd, wend-
de hij zich met een glimlaeh tot miss Paisley.
„U zou.dt mij een grooten dienst kunnen
bewijzen, miss".
,/Waarmee, mylord?", vroeg de jonge
vrouw.
Gordon keek snel om zich heen. Er stona
niemand in hun nabijheid.
„In vertrouwen kan ik u wel zeggen, dat
ik een zending vervul voor Downing Street
hernam hij met gedempte stem. „Op den
steiger staat een heer, die me verdacht voor-
komt. Ik zal het eerst aan wal gaan, wilt u
dan eens opletten, of ik misschien nagekeken
of gevolgd wordt?"
„Zeker, mylord", antwoordde miss Paisley,
in het geheel niet verwonderd. Welke heer
hodoelt u?"
Gordon duidde haar den onbekende aan, die
met de handen in zijn zakken naar het uit-
leggen van de briig stond te kijken en met
de minste opmerkzaamheid schonk aan de
passagiers.
,,In orde mylord, ik zie hem glimlachte
de jonge vcouw. ,,Ik zal goed opletten. wie
weet ontpop ik me nog als een geboren
detective".
Gordon laehte en eenige minuten later be-
gaf hii zich aan wal. Hij passeerde den on
bekende bijna rakelings, doch deze keek hem
zelfs niet vluchtig aan. Evenmin schonk hij
aandacht aan de andere P^agiers zoodal:
het werkelijk scheen, dat hy hier slechts toe
vallig of voor zaken aanwezig was.
Zonder om te zien begaf Gordon
de douane. De formaUtetten waren spoedig
achter den rug en zonder zich te haasten hep
hii door naar het perron. Nauwelijks vyf
minuten later voegde miss Paisley Zich by
hem Glimlachend schudde zy het hoofd.
Die meneer schijnt zoo onschuldig als wie
dan ook, mylord". sprak zij vroolyk. „Hy
keek zelfs niet naar u om en zoodca de laa
ste passagier van de loopbrug af was, ging hy
aan boord".
Gordon was gerustgesteld. Dan heb ik me
vergist, miss. Het was tro*wens ook maar
een veronderstelling, die feitelyken grond
miste. Maar men kan nooit te vooczicntig
zijn, nietwaar?"
U hebt gelijk", beaamde de jonge vrouw,
het perron oploopend. Zij bleef staan voor
een coupd niet-i-ooken, waarin nog niemand
had plaats genomen. „0, u zit natuurlyk lie-
ver in een rookcoupd", vie) het haar plotse-
ling in en lachend wilde zij verder gaan.
(Pardon, ik heb volstrekt geen voorkeur,
miss", weerbield Gordon haar. „We zullen
hier plaats nemen, ga uw gang".
Hij nam haar koffertje over en steeg het
laatst de coupe in. De conducteur kwam hun
kaartjes nazien en daarop vertrok de trein.
Zij waren alleen gebleven en zaten tegenover
elkaar aan het venster. De trein denderde
met rhythmische schokken door het Zeeuw-
sche landschap. De herfst was in aantocht
en van de berooide velden kwam het ondefi-
nieerbaar aroma van pas gestcrven loover de
coupd binnenzweven. Boven het land hing
een vochtige nevel en schier onmerkbaar
spreidde de schemering zich over den omtrek
De tiein doorsneed ratelend de lichtplek-
ken der groote stations: MidJe.burg, Goes en
eindelijk Bergen op Zoom.
Nu krygen we Roosendaal merkte Goi -
don op.
..Daar moeten we overstappen, nietwaar
vroeg miss Paisley.
,,Ja, en dan kunnen we blijven zitten tot
Rotterdam", antwoordde Gordon, zijn reisgids
bestudeerend.
De jonge virouw keek naar het bagagenet,
waarin Gordon haar koffertje had gelegd. en
maakte een beweging om op te staan. Doen
Gordon voor kwam haar.
„Geef u geen moeite, miss", kwam iiij vlug
overeind. Hij wendae de jonge vrouw zijn rug
toe en hief zijn handen op naar het bagage
net. En tegelijk was het of een inwendige
stem hem waarschuwde voor een groot ge
vaar. Hij wilde zich snel omwenden, doch
plotseling voelde hij zich als verlamd. In zijn
oor klonk een zwak gesis en zijn neus en lip-
pen werden bespoten met uiterst fijne drup-
peltjes vocbt, waarvan een weee lucht op-
steeg, die hem verstikfce en als een nevel zijn
gedachten omhulde.
Met een wilden kreet trachtte hij de ver-
lamming te overwinnen. Maar zijn wil vlood
heen en zijn laatste krachten zypelden weg in
een peging. cm zijn loodzware vceten te ver-
zetten. Hij zag ais door een waas de ge-
waande miss Paisley staan, met op elkander
geklemde lippen en met een paar vingers aan
haar neus. En toen viel hrj plotseling als
levenloos in de kussens terug. Van heel ver
weg. naar het scheen, hoorde hij nog, dat de
coupdvensters geopend werden. En daarop
werd alles zwart voor zijn oogen en nam een
onzichtbare hand het laatste restje bewustzijn
uit hem weg.
Onbetkende spionne.
Toen Gordon zijn oogen opsloeg, bevond hij
zich in een sober gemeubileerd vertrek van
het stationsgebouw. Om hem heen stonden
een paar beamhten met een uniformpet op en
aan de telefoon een politie-agent. Hij was
zich vaag bewust, dat zijn jas en vest losge-
knoopt waren en dat hij zijn das en boord
miste Meer begrip van de omstandigheden
had bij nog niet en loodzwaar vielen zyn
oogen weer toe.
Spoedig brak zijn geest opnieuw door dt
novels heen. Hy hoorde een stem, een En-
gelsch sprekende stem.
„Hoe gaat het met u? Ik ben de dokter,
kunt u mij verstaan?"
GoTdon knikte bevestigend en tegelyK
keerde de herinnering aan de gebeurtenissen
terug. Met een onbeheerschte beweging
bracht hij een hand aan zijn vest. En tege
lijk ontsnapte hem een zacht gekreun: niet
alleen zijn portefeuille met zijn passen en zyn
geld, maar ook het document was verdwe-
nen
Zijn woede en schaamte verjoegen de laat
ste nevelen.
,,W!eet u wat er g-ebeurd is? hernam de
dokter
„Jawel, ik ben bedwelmd en beroofd", ant
woordde Gordon zwak.
.Bedwelmd en beroofd?" vroeg de dokter
verrast De conducteur vond u bewusteloos
op het oogenbUk, dat de trein zou vertrekken.
Wleet u waar u is?"
,.We naderden Roosendaal, toen het ge-
beurde".
„Daar is u nu nog, de trein is nauwelyks
een half uur weg."
Gordon knarste op zijn -tandem En plotse
ling keerde de wil tot handelen in hem teiug.
Hij moest iets doen, de politie te hulp roepen
Misschien kon de gewaande miss Paisley nog
achterhaald worden.
.Zou ik terstond een hooggeplaatst politic-
ambtenaar kunnen spreken?" vroeg brj drii-
tig In den trein zijn me belangrijke docu-
menten ontfutseld. Ik ben lord Trevelyan van
het Departement van Buitenlandsche Zaken
in Londen."
De laatste mededeeling baarde nog mee>
opzien, dan zijn eerste, dat hij beroofd was
De dokter was hem terstond in alles behulp-
zaam.
(Wordt vervolgd.)