ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ZEEUWSM^VLAANDE^EN IN DIPLOMATIEKEN DIENST. AKKER'TJES MAANDAG 15 JANUARI 1940 80e Jaargang Binnenland feuilleton De Burgemeester van H 0 E K II 'n Iwaar hoofd^ k- helpen direct Verscherping der intern, situ atie leidt tot militaire maatregelen. m tMiOlENSCHECOURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen fr per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,— per jaar V„r «n Merita ,2,10, ov.rlg. laad« ,2,45 per 3 m.»de» fr. p« port Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0.80 - regel meCr f °'2°' KEEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verm.nderd tanef, verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVC maakt bekend, dat op Donderdag 18 en Vry- dag 19 Januari ajs., des namiddags van 7 tot 10 uur, verduisteringsoefeningen van de luchtbescherming zullen worden gehouden. De voor de burgerbevolking vastgestelde ge- dragsregels zijn 10 Januari j.L bekend ge- maakt op de daarvoor aangewezen borden. De Burgemeester van Hoek, J. A. VAN TTENHOVEN. NEDERLAND PARAAT! Prof. Jhr. Mr. B. C. de Savomin Eobman, lid van de Eerste Earner en van den raad van defenae, heeft Vrydagavond voor de micro- tow van de N.C.R.V. een rede gehouden over bet onderwerp: „Nederland paraat Wij zei daarin o.m. In een tijd van verschrikking en verwarnng wij beleven, worden de volken, ook die ntet in den oorlog zijn, betrokken in den snteltkroes beproefd. Ook van ons volk zal Meten blijken, of het werkelijk waard is als onafhankelijke naUe te bestaan. Zyn wjop de hoogte van onze taak? Beseffen wy diep, ons wordt geeischt? Is Nederland, den volsten zin des woords, paraat Na de goedgeslaagde mobilisatie is in kort P van TNJpdftr- tidebestek, wat de verdediging van Neder land betreft, naar het oordeel van bevoegde Nederlandsche en buitenlandsche autoriteiten, «K,veel gewrocht, 6n wat de mnchting van verdediglngslinies, bn wat de geoeiendheid van den troep betreft, dat een belager onzer oaafhankelijkheid erop moet rekenen, op fedlen en hardnekkigen tegenstand te zullen ^tiiiten Van overrompeling op korten ter- r,iijTi van welke zijde ook, zal geen sprake m#er kunnen zijn. Mclo_ Het leger zal zeker niet versagen. Maai Naderland's zonen die zonder eenlge aarzelmg kalm en zonder bravour hun leven veil zullen taiteben voor het vaderland, hebben er recht an. dat ook de burger voor 100 zyn phcbt Jd doen. Dat zal aUeen kunnen, als ook de feurgery zicb op die mogelijkheid van tevoren rfefeitig en kalm, geestelyk heeft geprepareerd. De traditioneele onzydigheidspolitiek heeit da iMtemming van geheel de Nederlandsche ■y,j-.jp Ons volk zal zijn paraatheid ook hienn Meten toonen, dat het de regeering steunt n haar streven, de neutraliteit te bandhaven rm in haar verzet tegen aandrang, van welke aijce ook geoefend, om het met die neutrali st niet te nauw te nemen. En dan tenslotte, een paraat volk moet tot offers bereid zijn. Reeds thans gaven lands- verdedigers en, niet te vergeten wakkere zee- Ueden hun leven voor het vaderland. Reeds thans brengen tienduizenden opgewekt het dikwiil.s zware persoonlijke- en gezinsoffer, soms ook economisch offer, van den dienst- plieht, bereid als het moet, ook bet hoogste offer dat van het leven te brengen. Want met reden wordt, hoewel waarschynlyk meer dan dengenen zelf, die hun nationalen plicht als een vanzelfsprekendheid vervullen, lief is, de goede geest in leger en vloot geroemd. Zou het dan niet diep beschamend zyn, als relet met opgewektheid in de eerste plaats door hen die niet aan het front staan, naate- rieele offers zouden worden gebracht, als die atraks door de overheid worden gevraagd Offers in geld, offers in economised lasten. Offers in gebruiksbeperkmgen, offers in het S van op zichzelf redelijke hervormmgen on lotsverbeteringen? Ook daarop zal natie wil zij werkelijk paraat zijn, zich hebben Dat alleen ge- val zijn, als ieder den roep van het vaderland als een tot hem persoonlyk gericht appbl be- schouwt. Roman van J OH ANN D. DBGREEF. (Nadruk verboden.) Spreker eindigde zijn toespraak met: „Wat het licht van de zon in de natuur vermag, is slechts zwak naast de kracht, welke wy ont- vangen, indien wij ons leven opensteUen voor God en die kracht willen gebruiken. Onze tijd heeft zeer veel behoefte aan kracht uit de bron waar iedereen uit kan putten, aan stoere werkers, aan koele, nuchtere hoofden, aan warme harten." DE STAAT VAN BEE EG. Ingediend is een wetsontwerp strekkende tot het doen voortducen van den staat van beleg in de gedeelten van het grondgebied des Rijks, die krachtens de Koninklijke be- sluiten onderscheidenlijk van den lsten en van den 6den November in staat van beleg zijn verklaard. Het ligt in de bedoeling van den opperbe- valhebber van land- en zeemacht, zich de^ uit- oefening van het militaire gezag, met uitslui- ting van de overige militaire autoriteiten, aangewezen voor de uitoefening van het mih- taire gezag, voor te behouden, met uitzonde- ring echter van de gezagsuitoefening, voort- vloeiende uit de volgende artikelen van de oorlogswet Actikel 21: ingeval directe belangen van de landsverdediging zulks eischen en langs an- deren weg van de burgerlijke besturen en amhtenaren niet de gewenschte medewerking kan worden verkregen met betrekking tot de werkzaamiheden der politie in het belang van de verwezenlijking van het doel van dit wets- voorstel; Artikel 23: alleen om te kunnen beletten, dat onbevoegden zich ongestraft op de hoogte kunnen stellen van militaire voorbereidingen; Artikel 39; met dien verstande, dat, van deze bevoegdheid slechts gebruik mag worden gemaakt als ovecleg is gepleegd met den op- perbevelhehber en met den betrokken procu- reur-generaal, fungeerend directeur van politie. Het ligt voocshands nie,t in het voomemen, over te gaan tot het uitoefenen van censuur, behoudens de gevallen, waarin dit ook nu reeds geschiedt op grond van artikel 18 der telegraaf- en telefoonwet, terwijl de bevoegd- heden ten aanzien van het recht van vereeni- ging en vergadering geheel aan de lagere commandanten zijn overgelaten, met dien ver stande dat door den opperbevelhebber op- dracht is gegeven, dat deze vergunningen op tohoorlijke schaal dienen te worden verleend. l>OST VOOR INDIe EN DE CENSUUR. Naar aanleiding van beriehten betreffende aanhouding en In beslagneming van post voor Indie, wordt e» de aandacht op gevestigd, dat wie een onvertraagde en zekere gedachten- wisseling met Nederlandscb-Indie en Surina- me wenscht, daartoe gebruik kan maken van het juist ingevoerde verkeersmiddel der tele- grambrieven. Voor langere beriehten leenen deze zich in het bijzonder; ongestoorde •overkomst in 6 dagen is steeds verzekerd. Zij worden als radiotelegram overgesemd en als brief besteld. DE BEGROOTtNG VAN BUITENUANDSCJHE ZAKEN. De M«mt>rie van Antwoord. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de begrooting van Bui tenlandsche Zaken voor 1940 wordt het vol gende ontleend: Het aanbod van goede diensten. Met voldoening heeft de minister kennis genomen van de warme instemming, welker verscheidene leden hebben betuigd met het aanbod van goede diensten, in Augustus j.l. door de Koningin en den Koning van Belgie gedaan en in November herhaald. ALhoewel hij betceurt, dat geen van beide stappen tot bet gewenschte resultaat mocht leiden, meent de minister erop te mogen wijzen, dat de be- doelde pogingen tot herstel van den vrede daarom nog niet noodzakelijk ook voor de toekomst geheel steriel zullen blijken. Im- mers, door het aanbod van goede diensten hebben de beide souvereinen de ongetwijfeld by millioenen in de wereld levende hoop op herstel van den vrede levendig gehouden. en daarnaast de oorlogvoerende landen eraan herinnerd, dat onder de neutrale landen ver scheidene bereid zijn alles te doen wat binnen hun bereilc ligt om dat herstel te bevorde- Alhoewel toegegeven kan worden, dat de positie van de neutrale mogendheden thans sterker is dan in 1918 het geval was, blyft het nietttemin de waag in hoeverre de oor logvoerende partijen genegen zullen zijn de medewerking van de neutralen hij de vast- stelling van de vredesvoorwaarden te aan- vaarden. Dit zal trouwens mede van het verdere verloop van den oorlog afhangen. Niettemin is de minister van oocdeel, dat, in dien de neutralen, hetzij gezamenlijk, hetzy afzonderlijk, in de gelegenheid mochten komen een invloed uit te oefenen die voor de totstandkoming van een billijken en daarom meer duurzamen vrede bevorderlijk zou kun nen zijn die gelegenheid niet zou moeten wor den verzuimd. Rustig voorbereide en aan de hand van objectieve gegevens uitgewerkte denkbeelden kunnen in dat geval wellicht van nut zijn, al zal men zich moeten hoeden voor werk, berustend op een vooropgezet schema, dat nu eenmaal niet voldoende rekening kan houden met de, thans nog onbekende, werke- liikheid van het cogenblik waarop over een nieuwe Europeesche orde zal kunnen worden gesproken. Gaame boekstaaft de regeering het verheu- gende feit, dat de tot dusver door haar naar beproefden trant gevoerde zelfstandigbeids- politiek door de overgroote meerderheid des volks wordt onderschreven. Dat kan de kracht der natie tot bate strekken. De leden die protesteerden tegen het uit- bliiven van een desaveu van het optreden van een sociaal-democratisch Ud van de Tweede Kamer, mogen bedenken voorzoover door hen een desaveu vanwege de regeering is be- doeld dat de Nederlandsche regeering, evenmin als eenige andere regeering hetzij naar binnen, hetzij naar buiten, verantwoor- delijkheid draagt voor uitlatingen van parle- mentsleden. Daarom ware een desaveu van de zijde der regeering een aanmatigmg die haar vreemd is en allerminst van haar kan worden verlangd. en geheel andere vraag is, of de gewraakte uitlating de instemming der regeering heeft. Te dien aanzien verwyst de minister naar het door den voorzitter van den raad van ministers gegeven antwoord op de vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer Rost -van Tonningen. Ten aanzien van het in het voorloopig verslag in herinnermg -ebrachte voorval te Nijmegen cefereert de minister aan het te dier zake door den mirns- er van Justitie gegeven antwoord op vragen van het lid der Eerste Kamer, den heer Vor- De bewapening van belligerente oorlogsscliepcn. Terwiil in 1914 bij den aanvang van den wereldoorlog, toen de neutralitteitsproclama- tie van dat jaar werd uitgevaardigd, 4>ewape- van belligersnte koopvaardijschepen mm- deT= gebruikelijk was, is deze toestand reeds 'n den loop van den wereldoorlog m-dicn veranderd, dat de bewapening van belligerente koopvaardijschepen thans veelyuldig komt Met dien veranderden feitelyken toe- itan-d moest rekening worden gehouden. in d:t verb and zij vermeld, dat Nederland in den oorlog van 1914 onder alle neutralen alleen was blijven staan in hare weigering gewap-en- Te koopvaard'jschepen van billigerenten toe te laten. Evenals andere landen heeft Neder land waarborgen tegen misbruik van zijn ge- wijzigde houding verkregen in beperking van toegelaten bewapening en bemanning en m voorwaarden, door de plaatselijke overheden in het belang van's lands veiligheid te stellen. MaatregeK'n t.o.v. de Wielingen. Met betrekking tot het leggen van mijnen in de Wielingen wordt thans gehandeld even als in den vorigen oorlog en met inachtneming tegenover Belgie van dezelfde beginselen van goede buurschap, die toentertijd toepassing hebben gevonden. De Belgische regeering wordt in dien gedacihtengang steeds tijdig onderricht, terwijl niets wordt nagelaten om, voor zoover zulks maar eenigszms te rymen is met de eischen die onze landsverdediging onafwijsbaar doet zijn, de scheepvaart van en naar Belgische havens zooveel mogelijk te vergemakkelijken. In enkele gedeelten van de Wielingen, langs de kust van Zeeuwsch-Vlaanderen en dus bui ten de zgn. betwiste zone van dat vaarwater, bevinden zich thans versperringen en mijnen. De streek, waarin deze versperringen en mij nen liggen is op grond van artikel 4 van het Haagsch verdrag (1907) nopens het stellen van onderzeesche zelfwerkende contact-mijnen duidelijk aangegeven in de „berichten aan zeevarenden" en is uiteraard aan de Belgische en Nederlandsche loodsen ter plaatse nauw- keurig bekend. Waarschijnlijk kougeval. N iem een 'AKKERTJE" het uitmun- lende middel bij verkoudheid, griep, influenza, kou in't hoofd. (Ingez. Med.) HET RASSEEREN VAN BEREDEN COEONNES. Dagelijks trekken talrijke bereden mUitaire colonnes langs de wegen. Herhaaldelijk maken paarden in dergelijke colonnes overwachts zijwaartsche bewegingen tengevolge van schrik of andere oorzaken. Dit kan door de berijders of geleiders niet steeds voorkomen worden. Daarin schuilen groote gevaren zoo- wel voor het burger- als voor bet militaire verkeer en reeds zijn slachtoffers 'te be- treuren. De A.N.W.B. wil daarom het publiek drln- gend waarschuwen voor het gevaar, dat ge- legen is in het rakelings of met groote snel- heid passeeren van bereden colonnes en ook van den enkelen ruiter; het geven van een hoornsignaal behooTt in dergelijke gevallen te worden vermeden. TELEGRAMMEN AAN STALIN EN AAN DE FINSCHE VOLKSREGEERING NIET DOORGEZONDEN. Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Wijnkoop, in verband met het niet doorzenden van een perstelegram, door het communistische „Volksblad" tot het Russische persagentschap Inprekorr gericht, heeft de minister van defensie als volgt geantwoord: Op 20 December 1989 is door een militaire autoriteit de verzending verboden van een perstelegram door het ,,Volksdagbladgericht tot het persagentschap Inprekorr. De bevoegdheid daartoe berustte op het Koninklijk besluit van 15 April 1939, Staats- blad no. 584, waarbij het geheele telegraaf- verkeer werd geschorst, behoudens verleende ontheffing. Het telegram bevatte twee resoluties, onder scheidenlijk gericht tot den heer Stalin, te Moskou, en tot de Finsche volksregeermg, ministerpresident Kuusinen, te Terioki. De inhoud dier resoluties in een telegram ver- vat stemt overeen met een te voren in het Volksdagblad" gepubliceerd stuk. Bij het ter zake ingesteld onderzoek is met gebleken, dat het bericht over deze aange- legenheid, voorkomende in het Ochtendblad van 22 December 1939 van bet Algemeen Handelsblad, het gevolg is van een indiscretie. niet gepleegd door civiele ambtenaren. Naar het oordeel van den Minister is: a. De verzending van het voor een pers agentschap bestemde telegram door de be voegde militaire autoriteit te recht geweigerd. aan^ezien de inhoud krenkend moest worden Svoor een bevriende mogendheid en haar door Nederland bij uitsluiting erkende rTe'van verbindingen tusscben mUitaire autoriteiten en joumalisten, die het yerstrek ken van ambtelijke mededeelmgen aan onbe voegden tengevolge hebben gebad en alsnog kunnen hebben, is niet gebleken In verband met 't vorenstaande wordt het instellen van een nader onderzoek met noodic geacht. Zoodra ec geen bezwaren meer zyn niet-verzending van een telegram mededeeling te doen, wordt de afzender ter zake mgelicht en wordt hem terugbetaling gedaan van de betaalde telegramkosten. In het onderwerpelijke geval werd voor de verzending van het geweigerde teIegram door den afzender niets betaald, daar de betahng geschieden zou door den geadresseerde Moskou. Finland en de wettige Finsche regee ring te Helsinki. Red. „Van eenig acuut gevaar echter geen sprake," zegt Den Haag. Geen periodieke verloven. Zoolang in West-Europa de oor.ogstoestana voortduurt, zal men goed doen, sehnjft de Crt., zich steeds twee dinger, terdege voor oogen te houden. Ten eerste: Nederland ligt, zooals Dr. Colijn bet indertijd uitdrukte, in den storm- hoek van Europa. Ten tweede: Bij de mUitaire maatregelen is drie dagen te vroeg beter dan drie uren te den loop van de vorige week is de poli- tieke en militaire ontwikkeling van zaken in West-Europa in een richtirg gegaan, welke het ten slotte ook voor onze regeering, welke steeds den intemationalen gang van zayen van uur tot uur volgt, noodzakelijk maakte, de algemeene poUtieke situatie nader te be kijken en zich te beraden over den toestand. in dit algemeen verband van Nederland. Daarom is, op grond van uit bet buitenlan ontvangen beriehten en aanwijzingen, onze regeering Zondagochtend in buitengewonen Ministerraad bijeengekomen e" overwegingen is toen besloten, tijdelijk geen nieuwe periodieke verloven te verleenen. Van intrekking van verloven is dus geen sorake en de genomen maatregel geidt ook niet voor zakenverloven ook al worden zy periodiek genoten op weermachtsmdustrie- verloven en op uitzondermgsveriovem Men weet, het dat onze regeering, by de iandlm- ving van onze neutraliteit en zeUstandigheid. ook niets wil nalaten om paraat te zyn tegen over elke' gebeurlijkiieid. Van eenig acuut gevaar voor Nederland is overigens uiteraard geen sprake. 8) (Vervolg. gleed snel voorbij. Ee middag gleed snei vooroy. Gordon vertelde van zijn zwerftocht langs de NlJj de Ganges en miss Paisley ammeerde hem met haar belangsteUende vragen, allerlei by- zonderbeden van zijn reis te verbalen He was voor beiden een verrassing toen de rfoi- landsche kust in zicht kwam. tZoo snel is nog nooit een reis verloopen laohte de jonge vrouw. Keen, ik had er ook geen vermoeden van, dat we al zoo dicht by het doel waren ant- woordde Gordon. De boot naderde den steiger en lag we'dra vastgemeerd. Gordon stond met ntuss Paisley aan de reeling. Zijn blik dwaalde over de toescbouwers aan den wal en plotselmg ont- gnapte hem een zachte kreet van verrassing. Op den steiger, eenigszins afgezonderd van de andere belangsteUenden, stond de heer met de loden regenjas, die een week tevoren on het perron van Liverpool Street Station zooveel interesse aan den dag had gelegd vooi Mhragareth en Arthur Flemlngton Gordon dacht snel na. Het kon een toeval zttn dat de onbekende heer hier aanwezig was. Hii kon hier wonen en iemand moeten afhalen. Ook kon hij tot het personeel behooren van de Stoomvaartmaatschappij. En afgezien van dat. allea was het eigenlijk niet zoo heel wonder- liik als men iemand, die misschien vaak heen en weer reisde, zoowel daarginds als hier ont- moette. De ontmoeting gaf echter te denken, wijl de onbekende zooveel belangstelling voor Man^areth Norman en Flemington aan den dag °had gelegd. Had die belangstelling den koerier misschien gegolden? En stond hij hier fchans geposteerd om hem op te vangen?... Nu Gordon's argwaan eenmaal gewekt was, liet hij zich niet meer in slaap suseen. Zekerheid aangaande zijn vermoedens kon hij zich niet verschaffen en het leek hem dus raadzaam de aanwezigheid van den onbe kende tot de gevaren te rekenen, waarvoor hij op zijn hoede diende te zijn. Hoewel het nauwelijks denkbaar was, dat de man hem kende en hij onmogelijk kon weten, dat hij met een geheime missie belast was. Terwijl de loopbrug uitgelegd werd, wend- de hij zich met een glimlaeh tot miss Paisley. „U zou.dt mij een grooten dienst kunnen bewijzen, miss". ,/Waarmee, mylord?", vroeg de jonge vrouw. Gordon keek snel om zich heen. Er stona niemand in hun nabijheid. „In vertrouwen kan ik u wel zeggen, dat ik een zending vervul voor Downing Street hernam hij met gedempte stem. „Op den steiger staat een heer, die me verdacht voor- komt. Ik zal het eerst aan wal gaan, wilt u dan eens opletten, of ik misschien nagekeken of gevolgd wordt?" „Zeker, mylord", antwoordde miss Paisley, in het geheel niet verwonderd. Welke heer hodoelt u?" Gordon duidde haar den onbekende aan, die met de handen in zijn zakken naar het uit- leggen van de briig stond te kijken en met de minste opmerkzaamheid schonk aan de passagiers. ,,In orde mylord, ik zie hem glimlachte de jonge vcouw. ,,Ik zal goed opletten. wie weet ontpop ik me nog als een geboren detective". Gordon laehte en eenige minuten later be- gaf hii zich aan wal. Hij passeerde den on bekende bijna rakelings, doch deze keek hem zelfs niet vluchtig aan. Evenmin schonk hij aandacht aan de andere P^agiers zoodal: het werkelijk scheen, dat hy hier slechts toe vallig of voor zaken aanwezig was. Zonder om te zien begaf Gordon de douane. De formaUtetten waren spoedig achter den rug en zonder zich te haasten hep hii door naar het perron. Nauwelijks vyf minuten later voegde miss Paisley Zich by hem Glimlachend schudde zy het hoofd. Die meneer schijnt zoo onschuldig als wie dan ook, mylord". sprak zij vroolyk. „Hy keek zelfs niet naar u om en zoodca de laa ste passagier van de loopbrug af was, ging hy aan boord". Gordon was gerustgesteld. Dan heb ik me vergist, miss. Het was tro*wens ook maar een veronderstelling, die feitelyken grond miste. Maar men kan nooit te vooczicntig zijn, nietwaar?" U hebt gelijk", beaamde de jonge vrouw, het perron oploopend. Zij bleef staan voor een coupd niet-i-ooken, waarin nog niemand had plaats genomen. „0, u zit natuurlyk lie- ver in een rookcoupd", vie) het haar plotse- ling in en lachend wilde zij verder gaan. (Pardon, ik heb volstrekt geen voorkeur, miss", weerbield Gordon haar. „We zullen hier plaats nemen, ga uw gang". Hij nam haar koffertje over en steeg het laatst de coupe in. De conducteur kwam hun kaartjes nazien en daarop vertrok de trein. Zij waren alleen gebleven en zaten tegenover elkaar aan het venster. De trein denderde met rhythmische schokken door het Zeeuw- sche landschap. De herfst was in aantocht en van de berooide velden kwam het ondefi- nieerbaar aroma van pas gestcrven loover de coupd binnenzweven. Boven het land hing een vochtige nevel en schier onmerkbaar spreidde de schemering zich over den omtrek De tiein doorsneed ratelend de lichtplek- ken der groote stations: MidJe.burg, Goes en eindelijk Bergen op Zoom. Nu krygen we Roosendaal merkte Goi - don op. ..Daar moeten we overstappen, nietwaar vroeg miss Paisley. ,,Ja, en dan kunnen we blijven zitten tot Rotterdam", antwoordde Gordon, zijn reisgids bestudeerend. De jonge virouw keek naar het bagagenet, waarin Gordon haar koffertje had gelegd. en maakte een beweging om op te staan. Doen Gordon voor kwam haar. „Geef u geen moeite, miss", kwam iiij vlug overeind. Hij wendae de jonge vrouw zijn rug toe en hief zijn handen op naar het bagage net. En tegelijk was het of een inwendige stem hem waarschuwde voor een groot ge vaar. Hij wilde zich snel omwenden, doch plotseling voelde hij zich als verlamd. In zijn oor klonk een zwak gesis en zijn neus en lip- pen werden bespoten met uiterst fijne drup- peltjes vocbt, waarvan een weee lucht op- steeg, die hem verstikfce en als een nevel zijn gedachten omhulde. Met een wilden kreet trachtte hij de ver- lamming te overwinnen. Maar zijn wil vlood heen en zijn laatste krachten zypelden weg in een peging. cm zijn loodzware vceten te ver- zetten. Hij zag ais door een waas de ge- waande miss Paisley staan, met op elkander geklemde lippen en met een paar vingers aan haar neus. En toen viel hrj plotseling als levenloos in de kussens terug. Van heel ver weg. naar het scheen, hoorde hij nog, dat de coupdvensters geopend werden. En daarop werd alles zwart voor zijn oogen en nam een onzichtbare hand het laatste restje bewustzijn uit hem weg. Onbetkende spionne. Toen Gordon zijn oogen opsloeg, bevond hij zich in een sober gemeubileerd vertrek van het stationsgebouw. Om hem heen stonden een paar beamhten met een uniformpet op en aan de telefoon een politie-agent. Hij was zich vaag bewust, dat zijn jas en vest losge- knoopt waren en dat hij zijn das en boord miste Meer begrip van de omstandigheden had bij nog niet en loodzwaar vielen zyn oogen weer toe. Spoedig brak zijn geest opnieuw door dt novels heen. Hy hoorde een stem, een En- gelsch sprekende stem. „Hoe gaat het met u? Ik ben de dokter, kunt u mij verstaan?" GoTdon knikte bevestigend en tegelyK keerde de herinnering aan de gebeurtenissen terug. Met een onbeheerschte beweging bracht hij een hand aan zijn vest. En tege lijk ontsnapte hem een zacht gekreun: niet alleen zijn portefeuille met zijn passen en zyn geld, maar ook het document was verdwe- nen Zijn woede en schaamte verjoegen de laat ste nevelen. ,,W!eet u wat er g-ebeurd is? hernam de dokter „Jawel, ik ben bedwelmd en beroofd", ant woordde Gordon zwak. .Bedwelmd en beroofd?" vroeg de dokter verrast De conducteur vond u bewusteloos op het oogenbUk, dat de trein zou vertrekken. Wleet u waar u is?" ,.We naderden Roosendaal, toen het ge- beurde". „Daar is u nu nog, de trein is nauwelyks een half uur weg." Gordon knarste op zijn -tandem En plotse ling keerde de wil tot handelen in hem teiug. Hij moest iets doen, de politie te hulp roepen Misschien kon de gewaande miss Paisley nog achterhaald worden. .Zou ik terstond een hooggeplaatst politic- ambtenaar kunnen spreken?" vroeg brj drii- tig In den trein zijn me belangrijke docu- menten ontfutseld. Ik ben lord Trevelyan van het Departement van Buitenlandsche Zaken in Londen." De laatste mededeeling baarde nog mee> opzien, dan zijn eerste, dat hij beroofd was De dokter was hem terstond in alles behulp- zaam. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1