ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN IN DIPLOMATIEKEN DIENST. No. 10.011 WOENSDAG 3 JANUARI 1940 80e Jaargang Aanbesteding. Feuilleton Binnenland e EERSTE BLAD Donderdag 11 Januari 1940, AANBESTEDEN Het onderhoud van werken aan de Gemeentehaven, gedurende 1940. Toespraak van den Minister-President Jhr. Mr. D. J. de Geer. Griep, Ifou, Pijn. helpen^hierbq NEUZENSCHE COURANT ABON NBMENTSPRIJSBinnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij voor ultbetaling fr. per post 6,per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige lan den f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bjj vooruitbetaling. Ultgeefster: Firnm P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. .ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken rege) meer /0,20. KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHLINT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Bnrgemeester en Wethouders van PHILIP PINE zullen op des voormiddags 11,30 uur Aanwijzing op den dag der besteding des voormiddags 10 uur. Bestekken verkrijgbaar ten gemeentehuize tegen betaling van 1,25, alsmede bij den architect L. DE BRUIJNE te Temeuzen, door wien nadere inlichtingen worden verstrekt. Philippine, 29 December 1939. F. J. L. M. DHOOGE, Burgemeester. P. J. L. VAN HOEK, Secretaris. Hedenmiddag heeft de Minister-President Jhr. Mr. D. J. de Geer over de verschillende Nederlandsehe zenders een toespraak gehou- den tot de luisteraars in Nederland en in de overzeesche gewesten. Z. Exc. begon met namens de Regeering aan alien veel goeds toe te wenschen in het nieuw begonnen jaar, zoowel voor bun per- soon als voor bun gezinnen en in hun werk, zoowel in stoffelijk als in geestelijk opzicht, bovenal in het laatste, want al het overige baat niet wanneer wij een stoffelijken onder- gronid missen. Bij de jaarswisseling werden wij meer dan ooit ibestormd met vragen waarop ook wij gaame een antwoord zouden hebben ontvan- gen, vragen die zwaarder wogen dan ooit, omdat zij samenhangen met de verwikkelin- gen waarin thans verschillende volken van Europa thans verkeeren en ieder symptoom, dat de mogeigjkheid op een einde van die ver- wikkelingen doet ontstaan, wordt door ons hoop vol begroet. Te hopen is bet, dat het jaar 1940 brengen zal waarnaar vele millioenlen menschen thans verlangen. dat de belligerenten, die thans den strijd zijn aangevangen, ieder rekende op een overwinning, ter verhooging der welvaart hunner landen, tijdlg aan de vredestafel zul len wiilen aanzitten, dat zij zullen leeren elkander te begrijpen en door besprekingen zullen komen tot samenwerking aan den op- bouw van Europa, want de geschiedenis der oorlogen heeft wel geleerd, dat deze, zoowel voor den overwinnaar als voor den overwon- nene, den kiem van uitputting en vemietiging met zich brengen. Spr. vergelijkt de strijdenden met twee worstelaars vechtende aan den rand van een afgrond, ieder voor zich overtuigd, dat het hem gelukken zal zijn tengenstander te ver- ni^tigen door hem in den afgrond te werpen, doch die er geen rekening mee houden dat zij veel gevaar loopen beiden in den afgrond te vallen en ibeiden ten onder gaan. Spreker uit den wensch, dat God moge ver- boeden, dat de oorlog wordt voortgezet tot l»et bittere einde, dat deze eerst zal worden beeindigd wanneer een der partijen er uitge- put bij zal neerliggen, want dan zullen aan beide zijden zooveel emstige wonden geslagen zijn, dat van een terugkeer van vrsde be- Roman van JOHANN D. DBGREEF. 3) (Nadruk verboden.) Vervolg. Engelands Staatsvjjand No. 1. zwaarlijk sprake zal kunnen zijn. Het is te vreezen, dat geheel Westelijk Europa er dan zieltogend bij* zou neerliggen, ten prooi van duistere machten. Gelukkig, dat er, zoowel in Europa als in Amerika, nog steeds stemmen opgaan, die aanmanen tot het sluiten van vrede en hij i veronderstelt, dat die stemmen ook in de lan den der belligerenten wel weerklank vinden, al is de tijd er nog niet dat men dit zal willen erkennen, omdat die erkenning zou kunnen worden beschouwd als een bewijs van zwak- heid. Gesteund door ons Godsvertrouwen mogen we de toekomst echter niet Inzien als zij, die geen hoop meer zouden hebben. Gelukkig is ons land bulten den oorlog ge- bleven en hebben de belligerenten verklarin- gen afgelegd, dat zij die neutraliteit zullen eerbiedigen, mits wij dien zelf blijken te wil len handhaven. En dat wij dit willen, daar- omtrent bestaat noch bij de Regeering, noch bij het volk twijfel. Spreker richtte zich ook met een foemoedi- gend woord tot hen, die, aan hunne gezinnen onttrokken, zijn opgeroepen vcor bewaking der grenzen voor de handhaving dier neutra liteit. Wij hebben in vele opzichten den zegen des Heeren ondervonden, waarom zouden wij ook het zorgvolle, dat ons in deze dagen wordt toebeschikt, niet aanvaarden? Wij moeten ook in deze donkere tijden vertrouwen, dat God ook voor ons alles ten goede kan schlk- ken, al is het ook, dat er tijden voorkomen, dat Zijn bestier ons verstand te bov'en gaat. PRENS ASCHWIN TE GAST OP HET PALEIS SOESTDIJK. Prins Aschwin is met Nieuwjaar enkele dagen de gast geweest van Prins Bernhard en Prinses Juliana. Zondagmiddag hebben Prinses Armgard en Prins Aschwin, in gezelschap van Prins Bern- hard, van uit Paleis Soestdijk, een bezoek ge- bracht aan de Koningin, ten Paleize Noord- einde te 's-Gravenhage. Dinsdag is Prins Aschwin in den loop van den dag van het Paleis te Soestdijk vertrok- ken, tot de grens begeleid door luitenant- kolonel Phaff. NIEUW JAARSREDE VAN DR. H. COLIJN. „Er is geen reden om te wanhopen aan de toekomst van ons Volk, geen oorzaak tot defaitisme". De Minister van Staat Dr. H. Colijn, heeft Maandagavond voor de N.C.R.V. een radio- rede gehouden, waarin hij o.m. zei: Wie de laatste 30 jaren bewust heeft mee- geleefd en er zich toe zet om eerst na te gaan bij hoeveel jaarwisselingen in die periode de horizon klaar was en de toekomst met ver trouwen werd tegemoet gezien, die zal slechts een schralen oogst binnenbalen. Thans staande op den toegangsdrempel van het jaar 1940, nu we andermaal weer een oor- logs-nieuwjaarsfeest beleven, vragen we andermaal of dit jaar ons den vrede brengen zal en, indien zulks het geval mocht zijn, welk soort van vrede we dan zullen aanschouwen. Zal men er thans in slagen een duurzamen vrede in het leven te roepen of zal ook nu weer als in 1919, hartstocht zegevieren over het verstand? Dat is wel de eerste vraag die het meeren- deel van de menschheid op dezen dag bezig „Mylord Trevelyan", diende de kellner van Sir Buddock aan. De onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Zaken, een kleine, be- wegelijke figuur met een opvallend hoog en breed voorhoofd, bevond zich in de biblio- theek. „Hallo, Trevelyan, hoe gaat het?" trad hij met uitgastoken hand op Gordon toe. „Dank u, uitstekend sir", glimlachte Gor don. „Gelukkig, uitgezwalkt? Bij alle goden, je ziet er echt Oostersch uit. Ik wenschte d,at ik ook een paar maandjes gelegenheid kreeg, zoo vrij en los van alles door de wereld te zwerven. Maar die verdraaide politiek houdt je vast als de tentakels van een Octopus, met aeht armen tegelijk. Neem plaats en bedien je van lets rookbaars. Er staan slgaren en siga- retten. Wat prefereer je, whisky, sherry of pert Druk gesticuleerd bewoog hij zich rond de rooktafel en kwam eerst tot rust, toen Gor don een glas sherry en een sigaar had ge- accepteerd. Toen viel hij met een zucht in zijn zetel neer en kwam onmiddellijk ter zake. ,,In overleg met His Lordship van de Ad- miraliteit hebben we u uitgekozen voor de uityoering van een geheime opdracht, Treve lyan. Ik hoop, dat u er geen bezwaar tegen hebt, als buitengewoon koerier naar Marseille te gaan?" ,,Niet net minste bezwaar, sir", antwoord- de Gordon beleefd. ,,Prachtig, dan zal ik u even op de hoogte brengen van wat er aan de band is, dan weet u van hoeveel belang die reis voor ons is. Sinds esnigen tijd hebben wij met vlootdes- kundigen uit Washington voorloopige bespre kingen gevoerd inzake een nieuw vloot- accoord. Het betreft eenige wjjzigingen in het thans geldende Vlootverdrag van Was hington en Japan's wensch, een verandering te brengen in de bestaande verhoudingen der vlootsterkten van Amerika, Engeland en Japan, de befaamde verhouding 5:5:3. Zooals te begrijpen valt is die conferentie van Amerikaansche en Engelsche deskundi- gen strikt geheim gehouden. Van de bespre kingen is een protocol opgemaakt, waarvan reeds den afschrift in het bezit is van onzen ambassadeur in Washington. Wij wenschen echter ook het gevoelen te kennen van onzen ambassadeur in Tokio. En daartoe is het vanzelfsprekend noodig, dat ook hij een af schrift krijgt van het protocol. Het gaat er nu alleen maar om, dit document in het ge heim naar Tokio over te brengen Sir Buddock stak een sigaret op en ging met een zorgelijke uitdrukking in zjjn blik voort. „Ln weerwil van al onze maatregelen, die dienden om de conferentie geheim te houden, heeft de contra-spionnagedienst van ons Cen- traal Bureau aanwgzingen gekregen, dat er lets van uitgelekt is. Het staat vast, dat de buitenlandsche splonnage er de lucht van ge kregen heeft, dat Amerikaansche vlootdes- kundigen onze Admiraliteit met een bezoek hebben vereerd. U begrijpt natuurlijk wel, hoeveel belang de spionnage in de gevoerde besprekingen stelt. En u begrijpt ook, dat wij die tot elken prijs geheim willen houden, inzonderheid voor onze Japansche vrienden. Daarom heb ben wij voorzichtigheidshalve besloten, geen enkel risico te nemen bij het overbrengen van het document en een kleine comedie te ensce- neeren... „Wij mogen aannemen", ging de onder- houdt. En de tweede, die er dadelijk op volgt en er nauw verband mee houdt is deze: zal men, meer dan in 1919, bij de vredessluiting rekening houden met de factoren die in zoo sterke mate de welvaart der volkeren be- invloeden. Deze vragen mogen ons ter dege bezig hou den, omdat ze ons volksbestaan en onze wel vaart, d.w.z. ons dagelijksch leven, raken. Maar het is niet onverschillig hoe we die vragen benaderen, hoe we er tegenover staan. Het is begrijpelijk, dat het hart van hen, die thans den middelbaren leeftijd bereikt hebben of daarboven uitgaan, als ize letten op de ge schiedenis der laatste 26 of 30 jaren, met groote zorg voor de toekomst vervuld is. Het zou zelfs verkeerd zijn indien het anders ware, indien de ervaringen van de laatste kwart eeuw aan ons waren voorbij gegaan zonder een spoor van nadenken achter te laten, in dien die ervaringen ons niet geleerd hadden, dat we buitengewoon moeilijke tijden tege moet gaan. Vooral dan als de thans uitge- broken oorlog van lamgen duur mocht zijn en als hij, wat dan te vreezen is, zou eindigen in een sfeer van laaienden hartstocht en haat en met een groote mate van financieele en economische uitputting bij de strijdende mo- gendheden. Immers staat het volkomen vast, dat de terugslag daarvan zich ook zal doen gevoelen op die landen die het voorrecht had den buiten den oorlog te blijven. Die landen lijden reeds nu in sterke mate. Financieel en economisch verzwakt, als een gevolg van den vorigen oorlog, loopen ze gevaar bij het einde van dezen krijg uitgemergeld te zijn. En als dan ook de strijdende groote nabuurmogend- heden, bij het sluiten van den vrede, in gelijke omstandigheden verkeeren, dan kan de stout- ste verbeelding zich nauwelijks indenken met welke moeilijkheden dan alien te kampen zul len hebben. Vooral als men dan ook nog rekent met het feit, dat er 66n groote mogendheid in Europa is die meent een missie te hebben om de wereldrevolutie te bevorderen en die boven- dien thans ook de politieke idealen van het oude czarenrijk tracht te verwezenlijken. Geen betere voedingsbodem voor de bolsje- wistische wereldrevolutie dan een zieltogend Westelijk Europa, dat, naar den adem snak- kend, machteloos en ontredderd ter aarde ligt. Geen schoonere gelegenheid ook voor het politieke Rusland om eeuwenlang gekoesterde wenschen in vervulling te doen gaan, dan wanneer de andere Europeesche grootmaeh- ten door onderlingen strijd uitgeput, tot mach- teloosheid gedoemd zijn. Als men op dit alles let is er metterdaad oorzaak om, op dezen Nieuwjaarsdag, den toestand met bezorgdheid in te zien, is het zoo begrijpelijk, dat er zijn wien het bang om het hart wordt. En toch mag dit het laatste woord op dezen dag niet zijn. Allereerst mogen we bij deze dingen niet uitsluitend met ons zelf rekenen, met den tijd waarin wij zelf leven. Ons volksbestaan om- vat- een veel ruimeren tijd dan het leven van den enkelen mensch. Spr. herinnerde aan onze roemrijke historic en zeide voortgaand: Als men de historie laat spreken, dan is er, hoe donker het uitzicht momenteel ook is, geen reden om te wanhopen aan de toekomst van ons volk, geen oorzaak tot defaitisme. En zoo moet een volk, dat leeft steeds den toestand van het oogenblik bezien. Maar, om dat te kunnen doen is geestelijke kracht noodig. Werkelijkheidszin is de eerste eisch dien we ons zelf stellen moeten. Het is heel bejangrijk dien werkelijkheidszin te be- zitten, maar het mag daarbij niet blijven, want hij vormt ten alette slechts den negatie- ven kant van onze levenshouding. Als de werkelijkheidszin in deze onheilvolle dagen niet gepaard gaat met zelfverlooche- staatssecretaris na een oogenblik voort, „dat de agenten van de spionnagebu/reaux onze vaste koeriers van aanzien kennen. Om hen nu op een dwaalspoor te brengen, zullen we wel een koerier naar Tokio zenden, doch met het transport van het document anderen be- lasten. Hiervoor hebben wij ook het oog op u laten vallen. Wij wenschen dat u het af schrift naar Marseille brengt. Daar draagt u het over aan een vertrouwensman, een zeke- ren nr. Trent, die een zakenreis naar Japan ondemeemt. Mr. Trent vertrekt met een boot van Marseille, onze officieele koerier volgt echter de landroute Berlijn-iMoskou-Wladi- wostok. Wij hopen dat hij de spionnen met zich meelokt, zoodat het gevaar dat het document in verkeerde handen komt, tot een minimum gereduceerd wordt." Sir Buddock zweeg opnieuw en Gordon knikte. .Wanneer wenscht u dat ik vertrek, sir?" Informeerde hrj. ,,Daaix>mtrent kan ik u nog niets meedee- len", antwoordde Sir Buddock. ,,We moeten eerst weten, met welke hoot en wanneer mr. Trent vertrekt. Ik wilde u echter a 1 vast op de hoogte stellen, opdat u zoo noodig op elk ge- wenscht oogenblik op reis kunt gaan. Daar om zou het mij ook aangenaam zijn, als u mij geregeld op de hoogte hield, waar ik u des avonds zou kunnen bereiken." ,Jk zal ervoor zorgen, sir", beloofde Gor don. Sir Buddock zat even in gedachten en na- dat hij een nieuwe sigaret had opgestoken, ging hij voort. „Het zou overbodig kunnen heeten, u tot de grootst mogelrjke voorzichtigheid aan te sporen, mylord. Maar terwille van de groote belangen. die in de knel zouden kunnen ko men, indien het document in verkeerde han den viel, wil ik toch niet nalaten u te waar- schuwen op uw hoede te zijn. Er liggen uiterst gevaarlijke kapers op de loer, men- srhen die wellicht uitgezonden zijn door En- gelands staatsviiand nummer £en, althans met hem in venbinding staan." ning, met verantwoordelijkheidsgevoel, met opofferingsgezindheid, met berusting in wat God over ons laat gebeuren, dan zijn we nog lang niet waar we wezen moeten. Dan blijven we een negatieve factor in ons volksleven. Willen we meer zijn of meer worden dan dat, dan zullen we, met het oog op God ge wend, alle vezelen van onze kracht moeten spannen om te doen wat onze hand vindt om te doen, om na te laten wat niet past bij den emst van dezen tijd. NEDERLANDER GEEFT 50.000. Een in het buitenland gevestigd Nederlan- j der zond, uit bewondering voor den moed i waarmee het Finsche volk zijn onafhanke- lijkheid verdedigt, aan de Tel. vijftigduizend j gulden, ten einde dit bedrag aan de Finsche j regeering ter beschikking te stellen. VERBI'NDENDVERKLARING ONDERNEMERSOVEREENKOMSTEN. Blijkens een beschikking van den Minister van Economische Zaken, zullen de artikelen, die betrekking hebben op de dekking der on- kosten, voortvloeiende uit de controle inzake de ondememersovereenkomsten in het leder- bedrijf, de wollenstoffen-industrie, en het schoenenbedrijf, met ingang van 1 Januari 1940 in werking treden. LAATSTE GEOOMRINEERD EXAMEN MANUFACTURENBREVET. Ingevolge afspraak met het Departement van Economische Zaken zullen in Februari Maart de schrifteljjke en mondelinge examens ter verkrijging van het diploma voor vakbe- kwaamheid en voor algemeene handelskennis worden afgenomen door de federatie tot uit- reiking van het bedienden- en chefsbrevet voor den Nederlandschen Manufacturen- handel. Na dit examen zal genoemde federatie zich uitsluitend belasten met het afnemen van de examens voor vakbekwaamheid. "v EEN DAG EXTRA BEZOLDIGING VOOR HET P.T.T.-PERSONEEL. Bij gelegenheid van de jaarwisseling, welke dit jaar voor P.T.T. een bijzondere beteekenis heeft, omdat het 1 Januari 25 jaren geleden was, dat aan den P.T.T.-dienst den vorm van staatsbedrijf werd gegeven, heeft de regeering den directeur-generaal der P.T.T. gemachti-gd aan het personeel een dag bezoldiging of loon extra uit te keeren. De uitkeering zal zoo spoedig mogelijk plaats vinden. NEDERLANDSCHE HELP VOOR HET FINSCHE ROODE KRITIS. Naar gemeld wordt heeft de inzameling door de FinschNederlandsehe vereeniging georganiseerd met medewerking van het Ned. Roode Kruis ten behoeve van het Finsche Roode Kruis, gereeden voortgang. Inmiddels is een bedrag van 75.000 ter beschikking van het Finsche Roode Kruis gesteld. Uiteraard blijft medewerking van alle belanghebbenden hier te lande noodzakelijk, als Nederland, wat zijn steun voor dit humanitaire doel betreft, niet bij andere naties wil acbterblijven. Bij- dragen kunnen worden gestort bij de Rott. Bankvereeniging N.V., postrekening 3016, ten gunste van de FinschNederlandsehe ver eeniging. NIEUWE OORLOGSSCHEPEN VOOR ONZE MARINE. Het departement van Defensie heeft zes onderzeebootjagers besteld. Drie daarvan zullen worden gebouwd door de Ned. Dokmaatschappij te Amsterdam en altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets.genaamd,.Mijnhardtjes"2st. IOct.Doos50ct (Ingez. Med.) „Engelands staatsvijand nummer edn?", vroeg Gordon verbaasd. ,,Wien noemt u zoo, sir?" .Trebitsch-Lincoln, de geslependste en ver- bitterdste tegenstander van Engeland", ant woordde Sir Buddock levendig. „U hebt na tuurlijk al eens van hem gehoord?" Gordon knikte bevestigend. Hij was een Engelschman en er leefde wellicht geen En- gelschman ter wereld, die niet wist, dat Tre bitsch-Lincoln jarenlang een gevaarlijke be- dreiging was geweest voor Engelands macht en aanzien. Dat hij aan dien naam niet had gedacht, kwam alleen, omdat hij meende, dat Trebitsch-Lincoln's rol op het politieke we- reldtooneel allang uitgespeeld was. Doch Sir Buddock leerde hem anders. ,,Kent u ook zijn levensloop hernam de onderstaatssecretaris. ,,Neen, sir. Ik heb wel eens iets van zijn schurkenstreken gehoord en ik weet dus, dat hij een gevaarlijke intrigant en een geslepen spion is. Maar Trebitsch-Lincoln's geschiede nis ken ik niet." Sir Buddock stond plotseling op. Hij haalde een portret uit zijn schrijfbafel te voorschijn en gaf het Gordon. ..Ziehier, Ignatius Trebitsch-Lincoln", zei hij met een stem vol wrok. ..Bestudeer hem eens goed, Trevelyan. Het zou me niets ver- wonderen, als u hem nog eens ontmoette op uw loopbaan." Gordon staarde in een scherpbesneden, in telligent gelaat met een paar heldere, vrij- moedig blikkende oogen en een krachtigen neus. De eenigszins weekgelijnde mond con- trasteerde zonderling met de wilskrachtig ge- vormde kin, hetgeen duidde op het dualis- tisch karakter van Trebitsch-Lincoln. Hoe- wel een karakter zich moeilijk laat beoordee- len naar een portret, kon men hier aan de gelaatsexpressie duidelijk zien, dat het de beeltenis was van een krachtige persoonlijk- heid, een geiboren leider, die voor geen moei lijkheden terugdeinsde. Tot Gordons verrassing droeg de foto een opdracht. drie door J. en K. Smits scheepswerven te Kinderdijk. De turbines voor deze schepen zullen wor den vervaardi-gd door de Machinefabriek Stork Co. te Hengelo, doch worden geinstalleera door de scheepsbouwers. VREEMDE VLIEGTUIGEN BDVEN ONS LAND. De Regeerinigspersdienst meldt: In den avond van 31 December hebben verscheidene vliegtuigen van onbekende nationaliteit zich be wogen over Noord-Friesland en de Wadden- eilanden. Zij zijn door aldaar opgestelde luchtdoel- artillerie beschoten, waarna zij ons rechtsge- bied in over het algemeen Noordelijke en Westelijke richting hebben verlaten. DE TIMES OVER „DE NEUTRALEN EN DE OORLOG". De Times .van Zaterdagoehtend publiceert een hoofdartikel onder den titel ,,de neutralen en de oorlog", mede naar aanlsiding van een artikel van den Nederlandschen correspondent, waarin Nederland's grieven tegen de geal- lieerden worden uiteengezet. Nederland, aldus het hoofdartikel waar in voorts aandacht wordt besteed aan de positie van Turkije is, als een van de groote handelsnaties ter wereld, voor een groot deel afhankelijk van het vervoer van goederen van en naar Duitschland en het is derhalve zwaar getroffen door de contrabande-controle der geallieerden, en in het bijzonder door de controle op den Duitschen export. Klaarblijkelijk bestaan hiertegen bij de Nederlandsehe handelswereld grootere grie ven, dan tegen het illegaal doen zinken van Nederlandsehe schepen, en het verloren doen gaan van Nederlandsehe levens door de actle van Duitsche duikbooten en Duitsche mijnen, welke zonder waarschuwing midden op zee zijn gelegd. Geen Nederlandsch schip en geen Neder- landsch menschenleven is tengevolge van de aetie der geallieerden in gevaar gebracht, terwijl de Duitschers daarentegen een groot aantal Nederlandsehe schepen en schepelin- gen naar den bocfem van de zee hebben doen gaan. Afgezien nog van het verschil in de wijze waarop Nederland door beide partijen wordt behandeld, is er de overweging, dat Nederland evenals de andere kleine landen, hoe nauwgezet het cok zgn neutraliteit hand- haaft, zich wel degelijk bewust moet zijn, tdat een nederlaag van de geallieerden het land in een positie zou brengen, waarin het nauwe lijks kan verwachten zijn onafhankelijkheid te behouden en de vitale belangen te kunnen behartigen. Dit zijn echter overwagingen, die Neder land zelf op hun juiste waarde moet be- schouwen. Hoe slecht de Duitschers zich ook mogen gedragen, dit ontheft de geallieerden niet van de moreele en taetische verplichting in de grootst mogelijke mate rekening te houden met de neutrale belangen. Dat zij zich van deze verplichting vol komen bewust zijn, blijkt uit hun pogingen om het onderzoek op contrabands te vsrsnellen. en uit de wijze waarop zij rekening hebben gehouden met de neutBale belangen bij de blokkade van den Duitschen export. Boven- dien stelt de invoering van het navicert- svsteem de nAV.ralen in staat met een mini- Aan mijn besten vriend Josuah Buddock. Ign. Trebitsch-Lincoln. Londen 1910". Gordon was verbaasd en die verbazing stond duidelijk op zijn gelaat te lezen. Het leek een absurditeit, dat een man van on- kreukbare trouw en eerlijkheid als Sir Bud dock, ooit de vriend kon zijn geweest van een zwendelaar en spion. ,,Ja, ja, dat verbaast u, mylord", begon Sir Buddock grimmig te lachen. Natuurlijk verbaast u dat. U hebt ook Trebitsch-Lincoln nooit gekend in zijn an dere gedaante. Toen was hij een fatsoenlijk man, in schijn althans. En niemand ter we reld vermoedde toen nog, dat hij zich spoedig ontpoppen zou als een schurk van het zuiver- ste water..." Sir Buddock stond op en begon opgejjron- den de bibliotheek rond te loopen. „Het kan voor u van nut zijn, Trebitsch- Lincolns levensloop te kennen, Trevelyon. Zooals ik reeds zei is het heelemaal niet on- mogelijk, dat u nog eens met hem te doen krijgt. Moch hij zich ooit aan u vertoonen, onder welke gedaante dan ook, herinnert u dan zijn geschiedenis en wees dubbel op uw hoede. ..Tretoitsch werd in 1880 geboren. in een klein Hongaarsch stadje aan de Donau, als kind van een arm Joodsch gezin", hernam de onderstaatssecretaris, na even zijn gedachten te hebben verzameld. ,,Op twaalfjarigen leef tijd verloor hij zijn ouders en vond hij een onderkomen in een gesticht. Vijf jaar later wist hij dit echter te ontvluchten en naar Ca nada be ontkomen. En daar begon zijn open- baar leven, dat door duizenden verfoeid en vervloekt Is. Hij begon met van religie te ver- anderen en ging theologie ,sti"ieeren n Presbyteriaansch Seminarium. Geregeld ver- vulde hij spreekbeurten in Halifax en hoe jong ook nog, ontpopte hrj zich weldra als een excellent redenaar. Zoodoende kraeg zijn naam vermaardheid in het kerkelijk leven en spoe dig stak hij over naar Engeland. (Wordt vervolgd.) -en in la o- -an e- ide la a- ic is 1a ji :a zr o- is o- 5n t- iij id sc. Ul ch P. in xel. 23, !0. ar 51 og )m it, >e- ke rt.- ll- ad E, V- 5; D- R- rS; K, IE,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1