WIE PRIJS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEN'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79
WEK UW LEVER-GAL OP
Gemengde Berichten
LOOP DER BEVOLKING.
ting waarover ook gesproken wordt
mogelijk zou zijn, dan zou er een monopolie-
positie van dit bedrijf ontstaan.
Hoewel er nog eenige vragen overblijven,
heeft sjxr. den indruk, dat Ged. Staten er ern-
stig naar streven om ervan te maken wat
ervan te maken is. Hij zal dan ook voor bet
v-oorstel stemmen.
Met nadruk wjjst spr. echter nogmaals op
de noodzaak om te zorgen, dat er een zeer
deskundige leiding blijft.
De beer STEMERDING acht de bepleite
scheiding te berusten op goede gronden, Het
is vanzelfsprekend, dat de samenwerking tus-
schen Provincie en Ned. Indiscbe Gas Mij niet
ideaal kan worden. Daarvoor is de doelstel-
iing te verscbillend.
Tocb is het wellicht wat veel gevergd om
dit voorsted zonder meer aan te nemen. Maar
er blijven ook na de schitterende verdedi-
ging door den heer Van Bommel van Vloten
bezwaren. In de eerste plaats zou de lei
ding van de Ned. Ind. Gas Mij die door Ged.
Staten zelf technisch en commercieel prima
genoemd wordt, opzjj worden gezet.
Een tweede bezwaar is de koopprijs van
90
Waar komt die 90 vandaan?
Zij zijn 't resultaat van geheime on-
derhandelingen tusschen Ged. Staten en de
Ned. Indiscbe Gas Mij. Natuurlijk tnacht de
laatste haar aandeelen zoo duur mogelijk te
verkoopen. Maar bij koop en verkoop dient
men in het oog te houden de reeele waarde,
bet te verwachten rendement en voor sur. is
er geen bewijs, dat biermee rekening is ge-
bouden. „De boekwaarde benadert de reeele
waarde", zegt het voorstel. Dus zegt spr.
zij is in ieder geval te hoog.
De beer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
protesteert door hoofdschudden hiertegen. De
beer S. zou haast geneigd zijn de gebruikte
crjfers gefflatteerd te noemen en vraagt zich
af of 90 de grens niet overschrijdt. Spr.
gelooft niet aan deze 90 niemand doet dit,
zelfs Ged. Staten, wat spr. staaft met een z:n
uit de verdediging door Ged. Staten, luidend:
„Het is zeer wel mogelijk, dat een grooter
afschrijving noodig zal zijn dan 10 Hier-
uit blijkt, vindt de heer Stemerding, dat Ged.
Staten zelf de 90 niet reeel achten.
Een eventueele samenwerking zou volgens
spr. het „zwakke" gas in het nadeel stellen
tegenover de ,,sterke" electriciteit. Een ver-
der bezwaar is, dat bij dit voorstel geen reke
ning is gehouden met de oorlogsomstandig-
heden en met bet gevaar t.a.v. een onver-
hoopten luchtaanval.
Ook mist spr. een accountantsonderzoek.
Het is heel goed mogelijk, dat het voorstel
van Ged. Staten volkomen verantwoord is,
maar spr. acht het niet juist, dat alleen op
bet gezag van de pres.-commissaris van de
Zegam, die tevens lid is van Ged. Staten een
uitspraak wordt verlangd. van Prov. Staten.
Spr. stelt namens zijn fractie voor een com-
missie te benoemen uit de Staten, bijgestaan
door eenige deskundigen, om een onderzoek
in te stellen naar de innerlijke waarde van het
voorgelegde voorstel.
De heer ONDERDIJK acht de voorlichting
der Statenleden niet juist.
Afgezien van het financieel aspect, zou spr.
toch tegen dit voorstel zijn. Het zou een
strop zijn voor de Provincie van drie ton.
Maar deize f 300.000 zouden moeten drukken
on het bedrijf. Zij zouden op de balans moe
ten staan.
De heer Van Bommel van Vloten heeft zelf
toegegeven, dat 80 de werkelijke waarde
der aandeelen zou benaderen. Dit schijnt dus
wel reeeler te zijn dan 90 al gelooft spr.
niet, dat er Statenleden zijn, die de aandeelen
voor dit bedrag zouden willen overnemen.
Spr. vraagt of er voldoende garantie is voor
•de pensioenen en de weduwen. Ook wijst de
heer Onderdijk erop, dat de leden van 't staf-
personeel in een voordeeliger positie zijn dan
de arbeiders, die hebben meegewerkt aan do
tot standkoming van de procedure, ook al
hebben beide gi-oepen dezelfde pensioenaan-
spraken.
Spr. kan in zekeren zin eenige argumenten
van Ged. Staten onderschrijven.
Spr. wijst erop, dat toch de heer Kodde
(St. Ger.) zich bier verklaard heeft voor over-
heidsexploitatie. Toch kan deze niet verdacht
worden van socialistische motie van (hilari-
teit). Spr. acht het waarschijnlijk, dat ook
de heer Kodde gevoeld heeft, dat de Staten
eigenlijk heel weinig om niet te zeggen
niets te zeggen hebben in de Zegam. Ook
vreest spr., dat de heer Van Bommel van
Vloten bjj aanneming van het voorstel zou
meenen, dat hij in het geheel geen verant-
woording schuldig was aan Prov. Staten. De
huidige houding van den pres-commit saris
gaat reeds zegt spr. in deze richting.
Spr. ziet gevaar, dat de Zegam de arbeiders
langer in dienst zou houden dan tot 65 jaar.
Zijn Ged. Staten niet zeer optimistisch ten
rupzichte van de eventueele samenwerking met
de gemeente Middelburg? Waarom is Mid-
delburg niet gepolst voordat deze kwestie in
de Staten kwam?
De heer VIENINGS is bang, dat men door
de fooomen wel eens het bosch niet meer ziet.
Het doel is de zeggenschap in de Zegam ge
heel aan de Provincie te trekken, en zoo
wtjder armslag te krijgen.
Het verschil tusscnen 80 en 90 acht spr.
het gaat om 32.000 niet van over-
■wegend belang. Spr. is voor het voorstel van
Ged. Staten. In het voorstel om een commis-
sie van onderzoek te benoemen, ziet spr.
eenigszins een uiting van wantrouwen tegen
over Ged. Staten, die toch al hun best zullen
doen om de Provincie te dienen.
Spr. is geen voorstander van overhe'ds-
exploitatie, doch toch vereen'gt hij zich met
de zienswijze van Ged. Staten, al g.eldt het
bier een onzuiver overheidsbedrijf, dat spr.
vergelijkt met een corset, waarvan de veters
zijn uitgetrokken.
De heer Vienings gelooft, dat er nog een
groot terrein voor de Zegam kan liggen, als
deze vlug is. Dit geldt natuurlijk voor nor-
male tijden.
De heer LOCREFEER
waarin een zoo belangrijk
moet worden, wel wat snel.
af of er bij de aanneming
geen nieuwe moeilijkheden zullen zijn.
Noch de financieele transacties, noch de
bedrijfstoestand op het oogenblik hebben
spr's instemming met het oog op overname.
In de proeve van reorganisatiebalans zit,
zegt spr., een groote inconsequence.
Spr. Mijft staan op de berekening, dat 80
de reeele waarde der aandeelen aangeeft. De
Provincie heeft zich in een zwakke positie
geplaatst door aanbiedster te worden.
Spr. is absoluut van meening, dat het in
consequent is de fabriek en aanleg op balans-
waarde over te nemen. Een deskundige waar-
debepaling in een taxatierapport is noodig,
afzonderlijk van fabriek en aanleg.
Wat de perspeetieven van het bedrijf be-
treft, meent spr., dat het bedrijf niet rendes-
rend is. De afschrijvingen zijn goed geweest
maar niet zeer goed.
Men berekent een winst van 27.000 door
de afschrijvingen met f 20.000 te drukken en
op de directie 10.000 te bezuinigen.
Het bedrijf moet nog bewijzen, dat het ren-
deerend is. Het moet spr. nog bewezen
worden, dat het oogenblik voor overname
juist ge'kozen is.
Als Ged. Staten van centralisatie en onder-
handelingeji met Middelburg, zulke goede
resultaten verwachten, waarom durven zij
dan niet met een exploitatierekening te
komen, waarin deze verwachtingen verwerkt
zijn, zoodat de winst-berekening meer aan-
vaardbaar zou zijn? Spr. zou ervoor zijn,
dat de huidige directie het bedrijf verder in
handen hield en het saneerde.
De heer VAN MAZIJK is het in groote
lijnen eens met den heer Stemerding. Spr.
durft het haast niet te zeggen, maar bij zijn
berekening over de waarde der aandeelen is
hij gekomen tot een bedrag van... 68%
De gasprijs is in de laatste jaren gedaald.
Dit moge prettig zijn voor de afnemers, voor
de Zegam heeft het geen hoogere winst ten-
gevolge gehad.
Spr. betwijfelt evenals de heer Adriaanse
of de afkoop der diirectie wel een blijvende
bezuiniging zou zijn.
De heer VAN MAZIJK bespreekt daarop
eenige posten in details en vraagt zich af of
hij te pessimistisch is als hij oordeelt, dat er
geen winsten zullen worden gemaakt, om niet
te zeggen, dat er verliezen zullen worden
geleden.
Als er goede afschrijvingen komen, waar-
voor dan alle winst" zou worden gabruikt,
zou spr. deze periode willen stellen op 7 jaar.
(Hilariteit: ,,De 7 magere jaren").
,,Ja zegt spr. 7 magere jaren, maar
ik kan geen vette beloven".
#A.anneming van het voorstel zou een zwaren
last leggen op de Provincie. Kapitaalsreorga-
nisatie zou dan ook absoluut noodzakelijk zijn.
Met de grootere afschrijvingen komt de
heer Van Mazijk tot een waarde der aandee
len van 40
Is naar de meening van Ged. Staten het te
brengen offer niet te groot? vraagt spr.
Ware niet een regeling te treffen, dat de
Ned. Ind. Gas Mij de aandeelen der Provincie
ovemeemt voor 90 Wat zou de N.I.G.M.
daarover zeggen?
De heer KODDE is het niet juist met de
manier waarop deze zaak is voorbereid.
Het doel van de Provincie met deelname
in de Zegam was: te voorkomen, dat een ge
meente een overwegende positie zou krijgen
ten opzichte van andere gemeenten, door haar
gaSbedrijf. Er is veel gesproken over waarde
en cijfers. Spr. gelooft, dat met een beetje
goeden wil nog wel een tweede balans naast
de eerste gelegd kan worden.
Zeker zal in de eerste jaren geen dividend
kunnen worden uitgekeerd.
•Spr. ziet echter de toekomst van het bedrijf
nog niet zoo pessimistisch in.
De heer KODDE heeft van medezeggings-
schap der Staten in de Zegam nooit veel ge-
merkt en gelooft dat dit bij de voorgestelde
N.V. nog kleiner zou worden.
Verder zal men - door een andere over-
heidscolleges medezitting te geven de
positie der Provincie weer zwakker maken.
Spr. gelooft dat het on juist is om twee
leden der Prov. Staten te benoemen tot com-
missarissen. Zooiets heeft spr. nergens kun
nen vinden. Immers, op de huishouding der
Provincie hebben Ged. Staten het toezicht.
Er is nu kans om te komen tot een goed
overheidsbedrijf. Spr. gelooft, dat de voor
gestelde bedrijfsvorm niet de juiste is.
De heer BOOGERT zegt, dat er financieele.
technische en politieke bezwaren zijn.
Spr. heeft den indruk gekregen, dat de
motiveering van den financieelen kant der
voorstellen tamelijk gefundeerd is.
In de technische zijde heeft spr. niet zoo
veel vertrouwen.
Het is overdreven te zeggen, dat het gas
ten doode opgeschreven is. Maar het feit is
niet te ontkennen, dat de sympathie van het
publiek, voorail van de jongeren, steeds meer
uitgaat naar de electriciteit. Men zegt, dat
uitbreiding der Zegam in geen geval de P.Z.
E.M. mag schaden. Maar dit is voor spr.
tegenstrijdig. Als men werkelijk een strenge
afbakening maakt tusschen de beide energie-
distrrlbuties, dan konden de directies wel eens
indommelen. Toch zou spr. zich wel kunnen
vereeniigen met het voorstel, daar Ged. Staten
in den heer Van Bommel van Vloten een des-
kundig beoordeelaar hebben van alle mogelijk
rijzende vragen.
Sor. is echter van meening, dat een over
heidsbedrijf alleen dan mag worden gesticht
als in het andere geval als het niet tot
stand kwam de belangen van het algemeen
zouden worden geschaad.
Het lijkt spr., dat deze noodizaak er thans
niet is.
Daarom acht de heer Boogert het 't best,
dat de toestand blijft, zooals hij thans is, zoo
dat hij tegen het voorstel zal stemmen.
Na de rede van den heer Boogert het is
dan 1 uur sluit de Voorzitter de vergade-
ring, welke om half drie zou worden heropend.
Zitting van Woensdag.
Vervolg de ZEGAM-kwestie.
acht het tempo,
besluit genomen
Spr. vraagt zich
van dit voorstel
De heeren Onderdijk en Vienings, die aan-
vankelijk aanhouding hadden voorgesteld,
trokken dit voorstel in, dat toen door den heer
Stemerding opnieuw werd ingediend. Het
werd verwonpen met 30 tegen 7 stemmen.
Het voorstel van Ged. Staten is daarop aan-
genomen met 26 tegen 11 stemmen. Tegen
stemden de heeren De Looff, De Feijter, De
Looze, Stemerding, Van der Feltz, Van Duin,
Dekker, Lockefeer, Bootsgezel, De Pauw en
Geelhoedt.
Stoombootdiensten.
Bij de behandeling der begrooting voor 1940
kwamen ter sprake de stoombootdiensten op
de Wester-Schelde.
De heer DE PAUW meende, dat het reizen
in gezelschap goedkooper moet worden. Spr.
meent, dat Ged. Staten in zake het mijnen-
gevaar geen vaste lijn hebben getrokken.
Eerst hebben de avonddiensten stil gestaan en
dit had moeten doorgaan voor de lijn Bres-
kensVlissingen.
Mien kan West-Vlaanderen toch nog over
O. Zeeuwsch-Vlaanderen feereiken. Is het
mogelijk met defensie te overleggen, die twee
schepen requireerde, waardoor er nu geen
reserve-booten zijn?
In de diensttijden van het varend personeel
moet verbetering worden gebracht en spreker
stelt daarom voor gedurende een vaartuig per
week een vrijen dag te doen rouleeren en
spr. doet een voorstel in dien geest, voor het
personeel van de lijn VlissingenBreskens.
De dienst op de lijn TerneuzenHoedekens-
kerke moet des Zondags meer vaarten krr'gen.
Spr. zou gaame zien, dat een tijdelijke direc-
teur werd benoemd, nu de heer De Jonge ge-
mobiliseerd is.
De heer AiDRIAA NSE kwam in actie voor
de lijn VlissingenTerneuzen en achtte deze
verbinding van groote beteekenis. Volgens
hem zou beter de lijn TerneuzenHoedekens-
kerke kunnen verdwijnen. Eerstgenoemde legt
toch ook te Borssele aan?
De heer VIENINGS pleitte voor verlaging
van tarief voor gezelschappen beneden 100
personen.
De heer DEKKER staat venbaasd over de
combinatie der functies van den directeur, die
marine-officier is en tevens zijn burgerfunctie
waarneemt. Spr. meent, dat de veren Rijks-
veren moeten worden, met tarieven die per
K.M. gelrjk zijn aan die van den trein.
De heer MBS was het met den heer Dekker
eens in zake Rijksveren, maar in Den Haag
meent men, dat Ged. Staten hier niet genoeg
propaganda voor maken. Zeker heeft de pro
vincie ook belang bij deze veren, maar dit
geldt ook bij de bestaande Rijksveren. Het
geraken tot kosteloos vervoer, kan geregeld
aan bereikt worden. Ged. Staten moeten niet
bang zijn, hun invloed te verliezen. Ged. Sta
ten zullen goed doen, in de volgende zitting
hierover nader hun zienswijze te vermelden.
De heer VAN 't HOFF drong aan, op spoe-
dige voorstellen van Ged. Staten in zake den
dienst VlissingenTerneuzen, die steed9 te-
korten oplevert, die de provincie te dragen
heeft. Spr. vraagt, of bij opheffing van den
dienst Vlissingen—Terneuzen het vrijkomend
personeel niet naar den dienst Vlissingen
Breskens kan overgaan. Dan voelt spreker
veel voor de motie-De Pauw.
De heer VAN DER FELTZ wil ook lagere
tarieven en ophefing van den dienst Vlissingen
Terneuzen. Dan komt een boot vrij en spre
ker dringt op een afgerond voorstel aan.
De heer DE LOOZE komt op tegen het
idee-Adriaanse tot opheffing van den dienst
TerneuzenHoedekenskerke, die spr. juist
van groot belang acht. Spr. wil juist op die
lijn in den zomer 's morgens vroeg en des
avonds laat meer diensten. Spr. is ook huive-
rig voor de gevolgde mijnentaktiek. Vele
menschen durven des avonds niet varen. Be-
manning en militairen worden er echter toe
verplicht. Spr. vroeg, of het wel economisch
is, op de lijn VlissingenBreskens de dien
sten te laten uitvoeren. Ook spr. acht de j
diensttijden op dit veer te lang en het aantal
vrije Zondagen te gering.
f De heer GEELHOEDT houdt een pleidooi i
voor het behoud van de lijn TerneuzenVlis
singen, die door zeer velen gebruikt wordt.
De heer OIJW EH A;' JD is ook voor vrije
veren en vroeg of Ged. Staten bezwaar heb
ben als het Rijksveren worden en of de eer
ste Lord der Admiraliteit bezwaar maakt
tegen verlies van de vloot.
De heer KODDE is ook voor vrije Rijks
veren en wil een duidelijk rapport ter zake.
Misschien kan dan met 2 diensten volstaan
worden.
Ook deze spr. bespreekt het mijnengevaar
en bepleit daa.ma meer Zondagsrust, en daar
om opheffing, of althans inkrimping van de
Zondagsdiensten.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
(Ged. Staten) beantwoordt de sprekers.
Wat het mijnengevaar betreft, zegt spr.,
dat Ged. Staten van het begin af de groote
verantwoordelijkheid hebben gevoeld van dit
groote gevaar. Zij hebben direct geruststellen-
de verzekeringen gekregen van de militaire
autoriteiten. Van deze zijde is gezegd, dat er
geen gevaar bestond.
Ged. Staten hebben groote waardeering
voor het bootpersoneel. Maar over de mijnen
kan het niet oordeelen. Dat kunnen alleen de
militaire autoriteiten.
Zoodra de drijvende mijnen gevaar zouden
opleveren, zou de Commandant in Zeeland
Ged. Staten waarschuwen. In November na-
mjen de mijnen echter in aantal toe. Tal van
geruchten deden de ronde. Maar het advies
(bleef: de booten kunnen blijven varen. Doch
op 2 December kwam bericht binnen, dat er
afwijkende mijnen waren waargenomen.
Daarom werden er enkele bootdiensten stop-
gezet in de avonduren. Dit duurde tot Vrij dag
d.a.v. Toen bleek, dat Ged. Staten misschien
te voorzichtig waren geweest. Een langdurige
conferentie had plaats met den Commandant
Zeeland en den chef van den mijnendienst.
Toen is afgesproken, dat de commandant zou
waarschuwen, zoodra er ook maar eenig ge
vaar zou kunnen ontstaan. Tevens zou hij een
advies geven of naar zijn meening de diensten
kunnen worden gecontinueerd. Ged. Staten
hebben dan te beslissen.
Men kan Ged. Staten geen verwijt maken.
Zij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid
van schepen en opvarenden en ook voor de
verbindingen die moeten worden uitgeoefend.
Spr. komt dan tot de personeelskwestie
Niet het geheele jaar door is de diensttijd
zoo lang als is voorgesteld. De booten varen
zes weken en liggen dan drie weken binnen.
Tijdens deze drie weken heeft het personeel
normale vrije Zondagen.
De motie-de Pauw (<56n vrije dag per week
op de lijn VlissingenBreskens voor 1940) is
niet aanvaardbaar. De fin. consekwenties zijn
niet te zien en men moet niet iets dergelijks
aan personeel van ddn lijn toestaan. Al deze
kwesties zullen worden verwerkt in het rap-
port, dat Ged. Staten in de zomerzitting zul-
len indienen.
I Wat de dienst VlissingenTerneuzen be
treft, herinnert spr. er aan, dat Ged. Staten
dezen dienst in 1934 wilden opheffen, maar
de Prov. Staten beslisten anders. Ged. Sta
ten voelen steeds meer voor de opheffing. De
gedachte deze opheffing te doen samenvallen
met het in gebruik nemen der nieuwe boot
lokt spr. aan. De kwestie zal in de a.s. zomer
zitting in een rapport worden behandeld. Over
den datum van ingang der opheffing is nog
niets te zeggen.
Ged. Staten hebben tot dusver nog geen
krachtige stoot gegeven aan het wijzigen der
veren op de Wester-Schelde in rijksveren.
Dan raken we alle zeggenschap kwijt en dan
blijven misschien alleen over Vlissingen1
Breskens en KruiningenPerkpolder, wat
voor het interprovinciaal verkeer niet ge-
wenscht zou zijn. Beide genoemde veren zou
den dan zeker kosteloos dienen te zijn. Deze
kwestie zullen Ged. Staten echter aandachtig
bestudeeren.
Door het requireeren van twee schepen zijn
we gedupeerd. Of het gelukken zal deze terug
te krijgen, betwijfelt spr.
(Er is geen reserve aanwezig voor de lijnen i
VlissingenTerneuzen en TerneuzenHoede
kenskerke. Ged. Staten hebben hieraan ech
ter steeds aandaeht geschonken.
Er is een regeling getroffen, volgens welke
de directeur van de Wester-Scheldedienst in
functie kan blijven, ook al is hij gemobili-
seerd.
Ged. Staten hebben nog geen aandaeht kun
nen schenken aan de tarieven voor het vee-
vervoer. Misschien kan dit tegelijk met an
dere punten geschieden.
De goedkoope gezelschapskaacten, die er
vmeger waren, zijn destijds vsrdisconteerd
in die laatste tariefsverlagingen. Ged. Staten
willen dit punt wel aanhangig maken bij den
minister, maar of het resultaat zal hebben is
niet zeker. Voor schoolreisjes is een regeling.
Volgens spreker is er in de gewijzigde om-
standigheden wel een aanleiding te vinden in
wijziging der tarieven voor auto's en passa-
giers. Spr. is bereid dit met den minister te
bespreken.
De heer DE PAUW berhaalt, dat het boot
personeel in de zes weken vaartijd te zwaar
is belast. Het heeft dan ook recht op een
vrijen dag per week. De financieele conse
kwenties mogen niet den doorslag geven.
Spr. vraagt naar het rapport van de commis-
sie-BaUwens inzake de bootdiensten.
De heer VAN ROMMEL VAN VLOTEN
ontraadt aanneming der motie-de Pauw. De
geheele materie komt in de zomerzitting aan
de orde.
De heer VAN DER WART meent, dat het
rapport der commissie-Bauwens weinig
waardevols bevat, wat de heer VIENINGS be
strijdt.
Op verzoek van den heer De Lange stelt
de heer De Pauw zijn motie in handen van
Ged. Staten.
De begrooting wordt aangenomen, evenzoo
ook de begrooting voor den Ooster-Schelde-
dienst.
Wegenfonds.
Bij de (begrooting voor het Wegenfonds
merkte de heer HAMELINK op, dat de we;
AnnapolderZaamslag Veer op 15 Aug. werd
opengesteld. Maar men kan er nog niet op
rijden. Wordt de boetebepaling in zoo'n geval
niet toegepast? Het bedrag, dat voor weg-
verbetering wordt uitgetrokken, acht spr. te
gering. We moeten deze verbetering met
kracht aanvatten.
De heer DIELEMAN (Ged. Staten) zegde
toe, dat een onderzoek zal worden ingesteld
naar de vertraging bij den weg Annapolder-
Zaamslag Veer. Zoo noodig zal boete worden
toegepast.
Ook deze begrooting wordt aangenomen.
Vergadering van Donderdag.
Algemeene beschouwingen.
In de voortgezette vergadering werd een
begin gemaak met de algemeene beschouwin
gen over de begrooting voor 1940.
Dr. STAVERMAN oefende critiek op
de samenstelling van het college van Ged.
Staten. Spr. betreurde het dat wederom geen
rekening is gehouden met de S.D.A.P. en de
Vrijzinnig-Democraten.
De heer ONDERDIJK was het even-
min eens met de samenstelling van het col
lege. Spr. zei vervolgens niet te kunnen sym-
pathiseeren met het principe van het provin-
ciaal bestuur, dat de zorg voor werkloosheids-
bestrijding niet tot de taak der provincie be-
hoort. Z.i. laat ook de welvaartspolitiek in
Zeeland te wenschen over. Er ligt in deze
provincie zooveel werk op uitvoering te wach-
ten, dat we in de eerste 50 jaar geen werk-
loosheid behoeven te kennen. Spr. diende een
motie in, waarin Ged. Staten werden uitge-
noodigd middelen te treffen om het welvaarts-
peil der plattelandsbevolking te verhoogen en
zoo noodig ter bereiking van dit doel een com-
missie van advies in te stellen.
Over de gezondheidszorg ten plattelande
maakte spr. zich ongerust.
Mr. baron v. d. FELTZ kon zich geheel ver-
eenigen met het finantieele beleid van Ged.
Staten. Spr. kon het voomemen van Ged. Sta
ten, om geen nieuwe lasten aan te halen toe-
juichen. Met dit voomemen is volgens spr.
niet in overeenstemming een grootere uitgave
voor t.b.c.-bestrijding.
Spr. drong er op asm, dat Ged. Staten bij
het voorleggen van voorstellen voortaan meer
inlichtingen zullen verschaffen. Over de kwes
tie der samenstelling van Ged. Staten zei spr.
dat de c.-h. fractie aanvankelijk haar verzet
tegen de samenstelling van een college op
breedere basis had opgegeven. De rechter
partijen hebbai toen getracht zoo'n breedere
basis te vormen, doch dit bleek niet mogelijk,
omdat enkele partijen principieele bezwaren
hadden.
De heer KODDE achtte het gewenscht te
trachten voor de welvaartspolitiek meer bij-
stand van het Rijk te krijgen. Spr. drong aan
op afschaffing van het drukken der notulen;
op samenstelling der algemeene afdeelingsver-
slagen door de statenleden; en op belasting-
verlaging zoodra zulks mogelijk is. Dat de
St. Geref. weigerden hun medewerking te
verleenen aan de samenstelling van een college
van Ged. Staten op breedere basis sproot
voort uit hun onwil om met de R.K. samen
te gaan.
Mr. ADRIAANSE gaf in overweging het
algemeen verslag ter wille van de bezuiniging
te bekorten, en meer bovengrondsche electri-
citeitsnetten door ondergrondsche te vervan-
gen.
De heer BOOGERD zei over de samenstel
ling van het college van Ged. Staten, dat de
liberalen hun bemiddeling hebben verleend om
tot breedere basis te geraken, en om een lid
van de s.-d-tfractie in het college te brengen.
Toen bleek, dat dit idee niet te verwezenlijken
was, hebben de vrijizinnig-democraten den
liberalen in een openbare vergadering ver-
weten, dat zij door de rechtsche fracties op
sleeptouw waren genomen. Spr. betreurde
deze hopding der vrijzinnig-democraten, die
hij als onjuist kenschetste. Het feit, dat de
liberale fractie de gelegenheid te baat heeft
genomen den heer van Bommel van Vloten
voor het college van Ged. Staten te behouden,
is zeker geen bewijs van de opvattimg der
vrijzinnig-democraten, dat de liberalen het be
lang der partij hebben gesteld boven het be
lang der provincie.
De conclusie van den heer Onderdijk, dat de
gezondheidszorg in Zeeland te wenschen over-
laat, kon spr. niet onderschrijven. Het aantal
leden van ziekenfondsen is hier wel'swaar
percentagewise lager dan elders, doch dit
zegt ten aanzien van de gezondheidszorg niets.
De heer VIENINGS zei, dat zijn fractie
niet heeft willen meewerken om een s.-d.-
statenlid in het college van Ged. Staten te
brengen, omdat men in R.K. kringen er nog
niet van overtuigd is, dat de ommezwaai der
S.D.A.P. van blijvenden duur zal zijn.
Spr. vroeg hoe het staat met den bouw van
de Noord-Bevelandsche brug.
De heer VAN 't HOFF ontkende dat de
samenstelling van het college van Ged. Sta
ten het resultaat zou zijn van onwil zijner
fractie. Spr. achtte een uitgave van f 42.000
voor aankoop van den weg HulstWalsoor-
den van het rijk in verband met de tijdsom-
standigheden niet gerechtvaardigd.
Spr. adviseecde dit bedrag te reserveeren.
Met de poging de belastingverlaging van het
vorige jaar weer ongedaan te maken, kon
spr. zich niet vereenigen. Mel betrekking tot
de P.Z.E.M. merkte spr. op, dat deze instal
ling meer kan doen voor verlaging der tarie
ven. en dat zij te hooge afschrijvingen ver-
richt.
De heer DE LANGE verzocht Ged. Staten
nog meer aandaeht te schenken aan cultuur-
technische werken.
Het antwoord van Ged. Staten.
Het lid van Ged. Staten, Mr. STIEGER, de
sprekers beantwoordend, zei, dat de werkloo-
zenzorg, en de gezondheidszorg de voile be-
langstelling van het college hebben. Ged.
Staten zijn bereid de motie-Onderdijk over te
nemen. Door de commissie voor de werkver-
ruiming zijn in 1940 aanvragen tot werkcib-
jecten ingediend tot een bedrag aan werk-
loonen van rond f 200.000. De Zeeuwsche
Grondverbetering-Mij. is nog niet wettelfjk
goedgekeurd, doch vocirloopig wordt haar taak
behartigd door de Zeeuwsche Landbouwmaat-
schappij in samenwerking met de Ned. Heide-
Maatschappij. Ged. Staten doen al het moge-
lijke om de werkverschaffing te bevorderen.
maar de financien der provincie staan niet
toe daarvoor financieele hulp te verleenen.
Naar versobering van het jaarverslag zal
het volgend jaar worden gestreefd. Voor in-
trekking der belastingverlaging achtrte spr.
thans nog geen gronden aanwezig. Naar aan
leiding van de vraag inzake de tot stand
koming van de Noord-Bevelandsche brug
deelde spr. mee, dat de aanbesteding weldra
tegemoet kan worden gezien. Dat de P.Z.EM.
elk jaar veel afschrijft. houdt verband met
een achterstand van 240.000, dip nog moet
worden ingehaald.
Replieben.
Bij de replieken zei de heer OUWEHAND
dat het bij de samenstelling van Ged. Staten
zijn fractie vooral heeft gegriefd, dat de libe
ralen voor het buitengewoon lidmaatschap op
een a.r. hebben gestemd, terwijl het aftredend
lid een vriizinnig-democraat was.
De heer BOOGERD antwoordde dat dit een
concessie was aan de A.-R. partij, die een
zetel in het college had afgestaan.
Na de algemeene beschouwingen werden de
voorstellen tot verhooging van het subsidie
tot bestrijding der tuberculose en tot het ver
leenen van extra-subsidie aan de commissie
voor de hygiene van het kind in Zeeland aan
genomen.
Bij de airtikelsgewrjze behandeling der be
grooting stelde de heer BOSSELAAR voor
uit de landbouworganisaties in Zeeland een
commissie te benoemen en haar op te dragen
te onderzoeken op welke wijze de baten uit
het landbouwfonds het best kunnen worden
besteed.
De motie werd voor advies in handen van
Ged. Staten gesteld.
De heer DE LANGE stelde voor de 5 pet.
korting op de salarissen van Ged. Staten te
doen vervallen.
Dit vocrstel werd z.h.s. aangenomen.
De artikelsgewijze behandeling van de be
grooting gaf verder geen aanleiding meer tot
opmerkingen van beteekenis en werd de be
grooting met algemeene stemmen er waren
toen nog 26 leden aangenomen.
flog werd z.h.s. aangenomen het voorstel
tot het wijzigen van het ambtenarenregle-
ment en het arbeidsovereenkomstenbesluit in
verband met verplichting voor de provinciale
ambtenaren en werklieden om deel te nemen
aan de luchtbeschermingsoefeningen en even-
tueel aan den luchtibeschermingsdienst.
De VOORZITTER bood tenslotte de leden
ziin beste wenschen aan voor het komende
Kerstfeest. Moge het voor de leden en hun
gezinnen en de geheele provincie, voor heel
het land, voce- heel de menschheid een geluk-
kig Kerstfeest zijn. Dat kan. U_n gelukkig
Kerstfeest is mogeliik, een betere toekomst
wacht als de mensch weer opziet naar God,
als de wereld terugkeert van haar verdwazing.
Spr. heeft daarin een vast geloof.
Hiema sloot de Commissaris der Koningin
in Haar naam deze tweede zitting der
Staten.
SiVS VAN GENT.
In de week van 10 tot en met 16 December
faeeft zich in deze gemeente gevestigd:
S. P. Beerens en gezin, kommies dir. bel.,
van Terneuzen.
Vertrokken
M. T. Klaassen, kommies dir. bel., naar
Clinge.
J. E. zur Kleinsmiede, chemiker, naar Die-
penveen.
en u zuit 's morgens uit bed springen,
gereed om bergen te verzetten.
i „ieode''e!J da§ moet uw lever een liter lever-gal in uw
Isvor Tj" v o,e,en' Wanneer deze stroom van
onvoldoende is, verteert uw voedsel niet,
Uw voe,t 1 opgeblazen, u ralkrverstopb
Si1?aam.'f vergiftigd, u voelt u beroerd en
ellendig, u ziet alles zwart.
De meeste laxeernudde'en zijn slechts lapmidde-
len. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen
Ztde"e^ le,ver-fal te doen vloeien eTS
fitl ","e iQgeiieeI an£er mensch voelen. Onschade-
5 ^lg- zacht- onovertroffen om de iever-
gai te doen vioeien.
drogUten^O.?!. Levei"Pilletjes b« apothekere en
(Ingez. Med.)
DE STRANDING VAN DE „VEGA".
Donderdagnacbt is op de Westergronden
ten Noorden van Terschelling het Zweedscbe
s.s. ,,Vega", geladen met hout, afkomstig uit
Stockholm gestrand. I nden vroegen ochtend
is de motorreddingboot Brandaris van Ter
schelling uitgevaren en om half twaalf in de
haven teruggekomen.
De kapitein meldde dat men het schip on-
bemand heeft aangetroffen. Het schip is ern-
stig beschadigd en heeft vermoedelijk in hooge
zee een aanvaring gehad, waama de beman-
ning in eigen booten het schip heeft verlaten.
Het schip meet 1073 ton en is in 1912 te
Stockholm gebouwd.
Nader is gebleken, dat het Zweedsche s.s.
,,Vega"' alvorens op die Westergronden te zijn
gestrand, op een mijn is geloopen. Dit is
reeds Woensdagavond om zes uur geheurd.
Het schip werd daarbij van voren getroffen.
Onmiddellijk begaven de zeventien leden der
bemanning zich in de sloepen, waarna zij
werden opgepikt door de „Venern" een ander
Zweedsch stoomschip, dat op enkele honder-
den meters achter de „Vega" voer. De ,Vega"
bleef op zijn lading, welke uit hout bestond,
drijven eh strandde later op den avond in de
Westergronden.
De „Venern" is Donderdag om half zes met
zeventien schiobreukelingeo van de ..Vev-a" te
IJmuiden aangekomen. Drie der opvarenden
hadden zware en drie andere lichte verwon-
dingen opgeloopen.
J