wetrdfIen d0°'' de uiteenzetthig van e uder van Pinancien, die den raad genomen geweesVTarhlddl^r 1 Jn d^ zXen XhX' Wj niet V6€l meer gen, die nog niet lang geleden zijn. Nu heeft men de kwestie met den onderwijzer aan de school. Thans hoort spreker weer, dat er dames op het distributiejbureau zitten. Daar hoort spreker van op, het is zijn wensch dat de mannelijke bedienden voorgaan. De VOORZITTER merkt op, dat deze per- sonen via de arbeidsbeurs in dienst zijn ge- nomen. De heer COLSEN vervolgt, dat dit hem op- gevallen is. Hij wijst er op, dat er verschil- iende jongens zijn, die naar een baantje zoe- ken, doch die liever niet staan ingeschreven op de arbeidsbeurs. Dan is het toch een kleintje om een advertentie te plaatsen in de Terneuzensche Courant en dat de menschen zich dan bij de instantie die ibenoemt, hetzij Burgemeester en Wethouders of den Burge- meester, vervoegen. En dan kan de benoe ming plaats vinden op zoodanige wijze dat ledereen het weet, en dat is een kleintje. Spreker wil van Burgemeester en Wethou ders vernemen of zij bereid zijn, als er een benoeming plaats heeft, een advertentie te plaatsen. De kogel is nu door de kerk. Spre ker vraagt dit met nadruk aan Burgemeester en Wethouders. Zoolang als er zooveel jon- wf uS de straat lo°pen, zal spreker zich tefzettPn6"^1"1^ Van VrouweliJ'k Personeel erzetten. Er zijn verscheidene kinderen on- dtl T" ^arme ouders' die zlch het brood uit t teCl g6Spaard hebben hun kinderen te laten leeren. Spreker hoort, dat er zelfs verschillende dames op het distrilbutiekantoor De heer VAN RIETSCHOTEN verklaart trent niets Sp-Zegd te hebben om- trent de wethoudersbenoeming, omdat spreker er van overtuigd is, dat, als de heeren S„ ^Lr LTneeditbelang','ier g6meente te zu^en behartigen, dit geen holle frase is. De wet houders zijn naar eer en geweten gekozen men moe^T^^ den raad- zoodat men moet aannemen, dat de gemeente de beste wethouders heeft gekregen. bJ>rflen spreker een overzicht der begrooting heeft verlangd, is het niet zijn wensch "e weest een balans onder de oogen te krtafn een begrootmg lezen. Zijn bedoeling is meer oeweest een beredeneerde verklaring te krii- gen omtrent de posities der gemeente Wen moet spreker toestemmen, daf men deze S vergasf1 °lndfen stortvloed van cijfers heeft evenwei in htf der§"eliJkc becijfering zoTCnn?nkterkenhetgeen VerMd—d hi^te^aa'n' zeggen° eraz"BUr§:emeeSter ®n Wethouders eggen. „er zijn geen belastingen meer die S mgevoerd kunnen worden" dan 'mn&t spreker zeggen, dat die er nog wel zdm X vermakelijkheidslbelasting kan ook naar sme" kers meening met zooveel opbrengen. Toch TS T°°r te zeSSen, daar de vermakelijk heidsbelasting is het belasten van eenzeker el van belang is, is naar sprekers meening de bedrijfsbelasting. De he£ Den XT hccft opgemerkt, dat hieronder ver schillende N.V.s zullen vallen, doch daarvan wee de heer Den Hamer evenveel als spre- cer. De betrokkenen vestigen zich hier, heb ben het voordeel van de water- en verkeers- wegen. Die bedrijven komen naar hier om hun voordeel te doen. Indien dus van deze beqg-ijven een belasting geheven wordt. raakt men er niemand mee. Door deze maatrege- len zullen dan ook alleen de grootere maat- schappijen getroffen worden. en dit is op hun winstcijfer niet van invloed. De heer VAN DRIEL: Dat is een teer punt! De VOORZITTER: En indien er met verlies gewerkt wordt? De heer VAN RIETSCHOTEN is van mee- ning, dat indien er een belasting is, die in°x>- voerd kan worden als men de gemeentenaren wil sparen, het deze belasting is. Het gaat er hier tenslotte om, dat het bedrijf befaalt voor den arbeid die reeds te zijnen behoeve is verricht. De Wethouder van Financien vraagt welke er onder zullen vallen? O.m. de Cokesfabriek, waar een 350 arbeiders werken, waarvan er ongeveer 300 onder de belasting zullen vallen. Dat brengt dan de gemeente op drieduizend pop. De Union de Remorquage et de Sauve- tage heeft hier eveneens een vestiging, ter- wijl de (bemanning zijn geld in het buitenland verteert. Op deze wijze opent men de moge- lrpcheid, dat ook Terneuzen er cenig profijt van trekt. De VOORZITTER: In zoover gezegd zou kunnen worden, dat deze laatste hier geves- tigd is! De heer VAN RIETSOHOTEN heeft niet de pretentie op te treden als expert in deze zaken, doch meent, dat men in deze dingen ook met eenige brutaliteit moet werken. De heer Lambrechtsen van Ritthem heeft mir nichts dir nichts over degenen, die over de haven gesproken hebben, gepraat over menschen die van die zaken niet op de hoogte zijn. (Het is voor spreker niets nieuws, om eens in Brussel te gaan praten en niet in Den Haag. De officieele weg naar Den Haag is reeds sedert 1914 platgetrapt en zou het dan niet mogelijk zijn, het eens langs een anderen weg te probeeren? Als men naar Den Haag gaat, weet men, dat men 0 op het request zal krijgen. Spreker wil te Brussel ook niet den diplomatieken weg bewandelen, doch eens een flesch wijn te Brussel gaan drinken met de daarbij betrok- ken autoriteiten en deze zeggen: ..Nederland doet nu zooveel voor jullie, dat het zelfs op het eerste verzoek een gedeelte van zijn ver- dediging opheft. Waar wij ons zooveel moeite geven, herstellen jullie daarvoor eens de spe- ciale tarieven voor Terneuzen". Voor 1914 was de concurrentiemogelijkheid goed en marcheerde alles prachtig. Ook thans heeft men voor Terneuzen geen sleepboot- hulp noodig. Rotterdam en Antwerpen zijn beide niet zoo gunstig gelegen als Terneuzen an sich. Spreker meent, dat men de moge- lrjkheden die er zijn, moet uibbuiten en recht op den man af gaan. Waar een vorige oorlog de oorzaak was, dat onze tarieven, die gun stig waren, werden ontnomen, hoopt spreker dat deze nieuwe oorlog ons deze weer terug zal geven. De heer FILIUS wil naar aanleiding van de woorden, die gesproken zijn, enkele korte opmerkingen maken. 'Allereerst wil spreker de wethoudersbenoe ming behandelen. Hoewel dit reeds een vrij platgetreden pad is, is men er niet achter kunnen komen, hoe nu eigenlijk de vork in den steel zit. Het is de eerste keer, dat hij een wethoudersbenoeming heeft meegemaakt, deze is een teleurstelling voor spreker gewor- den. Niet dat dit een teleurstelling voor hem persoonlijk is, indien een combinatie ontstaan was, waarbij spreker betrokken was, zou hij niet voor een eigen candidatuur spreken, doch spreker versehilt met den heer Riemens van meening en staat meer op het standpunt van de S.D.A.P. Hij staat volkomen aan den kant van den heer Van Driel, dat de heer Riemens als arbeidersafgevaardigde der christelijk- historische partij een buitengewonen invloed op de verkiezing heeft uitgeoefend. Door een benoeming van den heer Riemens was een herorienteering van het college in democra- tische richting ongetwijfeld sterker geweest. Hoe dit thans verder hiermee staat, moet de heer Riemens verder voor zichzelf uitmaken. Overigens heeft spreker van zijn kant niet meer gedaan dan een korte principieele uit- eenzetting van zijn aanwezigheid te geven. Het doet hem genoegen, dat hierop van den kant van den heer Den Hamer niet dieper is ingegaan. Ten opzichte van de S.D.A.P. moet spreker terugkomen op hetgeen men hem heeft voor- gesteld. De heer Van Driel zegt, dat de C.D.U. in de zakelijke politick met de S.D.A.P. ac- coord gaat, doch deze verder negeert. Spreker moet den heer Van Driel opmerken dat men in de C.D.U. zeer sterk voelt het geestelijk verschil met de S.D.A.P., hoewel spreker er van overtuigd is, dat lang niet elke sociaal- democraat in Nederland godsdienstloos of on- kerkelijk is. De heer Van Driel verwijst spreker naar wat Dr. Banning heeft geschreven, doch de heer Van Driel begrijpt toch ook, cfat het juist diegenen zijn, die de C.D.U. gesticht heb ben, die juist den geestelijken achtergrond der SjD.A.P. niet konden accepteeren. Dit is lets, wat de C.DjU. nooit heeft kunnen doen. In sommige opzichten zijn wij zelfs nog wat radicaler dan de SjD.A.P., doch juist in het geestelijk opzicht teekent het verschil zich zeer duidelijk af. De heer Van Driel zal goed doen, in het oog te vatten, dat als men ziet welke zwenkingen de S.D.A.P. in principieel opzicht reeds heeft gemaakt, het op principieelen grondslag bui- tengewoon moeilijk zal zijn, dit mee te maken. Dit zou spreker bovendien ook niet wenschen. De uitspraak dat iemands godsdienstig leven privaatzaak is, kan de C.D.U. onder geen voorwaarde accepteeren, dit juist is iets wat het geheele maatschappelijke leven moet doordringen. Dit was ook de fout van de oude liberalen. Het godsdienstig leven is geen privaatzaak, doch juist de hocksteen van het maatschappelijk gebouw en van deze wereld. De heer Van Rietschoten heeft gezegd, en spreker is het volkomen met hem eens, dat er nog belastingobjecten zijn. Allereerst is daar de vermakelijkheidsbelasting. De op- merking, dat men niet ver van de grens van het belastlbare is verwijderd, kan dan ook thans geen dienst doen. Indien er dan ook te zijner tijd voorstellen in die richting komen, zal spreker ze nauw- gezet bestudeeren. Wat den toestand der gemeente betreft, deze is niet noodlijdend en zal het de eerste jaren niet worden. Voor een gemeente nood lijdend wordt verklaard, ontvangt deze eerst een extra uitkeering van het rijk, zoodat er dan nog een sluitende begrooting wordt ver- kregen. Spreker zal daarom ook hopen, dat de gemeente het zonder deze z.g. extra-uitkee- ring zal kunnen houden en verder van de noodlijdendheid af zal zijn dan thans. Spreker acht het verkeerd van den heer Colsen, dat deze op een dergelijke wijze van de gemeente heeft gesproken als een nood- lijdende gemeente, een dergelijke kwalificatie acht hij niet op zijn plaats. De opmerking van den heer Van Riet schoten over het gaan naar Brussel, is spre ker uit het hart gegrepen, spreker hecht niet zooveel waarde aan het gaan naar Brussel op zichzelf dan wel aan een combinatie van het gaan naar Brussel en naar Den Haag. Indien dezerzijds het gemeentebestuur een bezoek zou brengen aan Gent en Brussel en daarbij gevraagd werd de speciale tarieven weer in te stellen, dan gelooft spreker dat er nu een heel groote reden is om dit toe te staan. Dat men in regeeringskringen in per soonlijk Ibezoek een groote factor ziet, daar van getuigt wel het bezoek dat Minister Sap aan ons land bracht. Indien Burgemeester on Wethouders de heeren in Brussel en Gent eens bezoeken, dan gelooft hij wel dat dit vruchtbaar zal zijn, al stelt ook hij er zich geen gouden bergen van voor. Doch het vergt toch ook geen uitgaven van beteekenis, hoogstens reis- en verblijfkos- ten. En spreker meent, dat op een dergelijke wijze de belangen van Terneuzen zeer zeker zouden worden gediend. De heer DE VOS heeft het einde der alge- meene beschouwingen afgewacht, omdat spreker bij de wethoudersverkiezing is betrok ken, en hij meende, dat eenige bescheidenheid hem paste. Nu men aan het eind is, gelooft spreker dat eenige verheldering wel nood- zakelijk is, en hij gelooft in verband hiermede goed te doen eenige beschouwingen te houden. In de eerste plaats wil spreker iets zeggen omtrent de houding van den heer Riemens. Er is beweerd, dat in de vergadering, door de verschillende fracties gehouden, zou zijn uit- eengezet, waarom men niet Ibereid was op een candidaat der S.D.A.P. te stemmen. Spre ker is een keer op een dier vergaderingen aanwezig geweest, doch tegenover hem is een dergelijke verklaring niet afgelegd. Wel is gezegd, dat, indien geen wethouder van de Christelijk-Historische Unie werd gekozen, deze aan de wethoudersverkiezingen niet zou meewerken. Dat houdt in, dat indien een der heeren wel werd gekozen, zij wel medewer- king zou verleenen. Later is gebleken. dat de heeren der C.'H.U. het er niet over eens waren, wie nu eigenlijk wethouder zou wor den, daar deze heeren elk apart dit ambt voor zichzelf opeisc'nten. Er is onderling, aaar spreker vernomen heeft, een heele strijd over gevoerd, die pas op hgt laatst schijnt te zijn opgelost. Daaruit blijkt, dat het gemeente- belang in dezen geen punt van overweging heeft uitgemaakt. Er waren twee groepen in den raad, en tusschen deze twee in stond de Christelijk-Historische Unie. Spreker moet dan ook constateeren, dat deze heeren daarvan schandelijk misbruik hebben gemaakt en daaraan doen de overige heeren, die voor dit college verantwoordelijk zijn. mee. Spreker vindt dit chantage. Dit laatste is nu misschien wel wat sterk uitgedrukt, maar zoo is in elk geval de situatie. Spreker stelt zich op het standpunt, dat een wethouder werkelijk voor 95 wethouder en niet meer dan 5 particulier kan zijn. Er was dan ook alle aanleiding geweest om den besten uit te zoeken. Dat de heeren De Kraker en Geelhoedt dat niet zijn, daar is spreker van overtuigd. Het kwam den heeren voor, de beste op- lossing te zijn, de liberalen in hun positie te handhaven. Pas op het laatste oogen'blik, den dag voor de verkiezing, was het, naar men spreker heeft ingelicht, met de heeren Riemens en De Kraker voor elkaar gekomen. De heer Riemens is toen op den dag der wet houdersverkiezing v66r de zitting naar den heer Den Hamer gegaan en heeft tegen hem gezegd: ,,de zaak is voor elkaar". „lk weet het", zegt hierop de heer Den Hamer. (Naar men spreker heeft medegedeeld, heeft de heer Riemens nog den dag v66r de verkiezing per tinent geweigerd aan een candidatuur der I thans zittende wethouders mede te werken. In antwoord op een verzoek om inlichtin- gen, dat hem dan wordt gedaan, zegt de heer Riemens thansik ben geen arbeidersver- tegenwoordiger, doch een vertegenwoordiger der geheele burgerij". Hij plaatst zich hierbij op een voetstuk, dat zou uitsteken boven dat der S.D.A.P. Op het eerste gezicht zou men zeggen, dat dit een fier standpunt is, doch als men weet, hoe het gegaan is, blijft er niet veel van deze fierheid over. Als door den heer Riemens gezegd wordt, dat hij met de belan gen der heele burgerij rekening moet houden, kan niemand zeggen, dat dit niet op den weg van den heer Riemens zou liggen, doch dan dient er ook gezorgd te worden voor de be langen van de arbeidersklasse. Bovendien acht spreker de argumentatie van den heer Riemens zeer zwak, waar deze zelf gezegd heeft, artbeider te zijn en beter dan wie ook te weten, wat de arbeidersklasse behoeft. In dien daarom de heer Riemens wethouder zou ziju geworden, zou deze door zijn sociaal ge- voel de belangen der arbeiders beter kunnen dienen dan thans het geval zal zijn. Degene, die thans wethouder van sociale zaken is, heeft blijk gegeven, niet zoo veel voor de belangen der arbeiders te gevoelen. Men heeft een Wethouder van Sociale Zaken, doch spreker maakt zich sterk, dat de heer Geelhoedt nooit op het bureau der steunver- leening komt. Dit is geen blijk van over- groote belangstelling doch een bewijs van overgroot gebrek aan belangstelling. Spreker zelf heeft dikwijls vragen gesteld, waarop hij geen antwoord heeft ontvangen. De heer Den Hamer heeft spreker daarin dikwijls gesteund, niettemin heeft de heer Den 'Hamer thans dit college weer helpen benoe- men. Dit is voor diens eigen rekening en spreker heeft niet het recht hem daaromtrent te bezwaren. Indien er heeren mochten zijn, die denken dat spreker er rouwig om is, zelf geen wethouder te zijn geworden, dan moet hij daarbij herinneren aan de woorden, die hij op de bewuste vergadering heeft gesproken en waarin hij verklaard heeft, wel bereid te zijn wethouder te worden, doch daarop niet belust te zijn. Spreker is nooit of te nimmer bereid zijn .beginsel prijs te geven en is niet bereid met zichzelf te laten leven, zooals sommigen. Wat de verkiezingspropaganda betreft, heeft de heer Colsen zich er gevoelig over betoond, dat hij betiteld is als „de burgemees ter van Sluiskil??". Spreker heeft het ge noegen gehad tijdens den verkiezingsstrijd op Driewegen met hem te debatteeren, waarbij op luiden toon dezelfde uiting werd gebruikt. De heer Colsen heeft zich daarover in 't ge- heel niet ibeleedigd betoond. Bovendien was in het gewraakte pamflet deze uiting in vragenden vorm gesteld, zoo dat er, naar sprekers meening, geen aanlei ding was voor deze groote verontwaardiging van den heer Colsen. Indien deze opmerkin°' gemaakt wordt, is de heer Colsen daarvan zelf de schuld. In de dagen van de verkiezing was de heer Colsen veel op stap en daarbij was hij gewoonlijk vergezeld van een mili- tair. Mogelijk, dat anderen meruit geconclu- deerd hebben, dat de heer Colsen fiihrer van Sluiskil was, met zijn particuliere lijfwacht. Indien evenwei deze uiting gebruikt is, dan moet spreker verklaren en dat meent hij dat hiermede niet een aanval op den per- soon van den heer Colsen is bedoeld geweest. De heer COLSENDat is mooi, dat is eer- lijk, daar prijs ik je voor! De heer DiE VOS vervolgt, dat de heer Filius zich beklaagd heeft, dat de artikelen zou hebben gepubliceerd, erg fair waren tegenover zijn partij. meent, dat hetgeen gepulbliceerd is, ecu VUi- komen zakelijk karakter droeg. Op grond van de berekening der bij de vorige verkiezing be- haalde cijfers liet het zich niet aanzien, dat de C.D.U. thans een zetel in den raad zou veroveren. Dit is evenwei anders geloopen, hetgeen veroorzaakt is door de ineenstorting ds.r vrije anti-revolutionaire partij, waarvan de CjD.U. veel stemmen ten goede zijn ge komen. Nu het zoover is, dat de C.D.U. een raadszetel bezet, feliciteert hij deze daarmede, en hoopt, dat ze haar plicht zal doen. Wat de zakelijke politiek betrefj, zegt de heer Filius, komt men vrijwel overeen, spreker hoopt dan ook, dat er onderling steun en waardeering zal zijn. Op hetgeen de heer Filius in tweede instantie gezegd heeft om trent Ds. Banning zal spreker niet veel zeg gen, indifen deze met den heer Banning zou spreken, zou deze hem zeggen: als ge iets gevoelt voor de arbeiders, wordt dan lid der S.D.A.P. De heer Van Rietschoten heeft de suggestie gedaan van het heffen van nieuwe belastin gen, o.a. een Vermakelijkheidsbelasting. Spre ker wist wel dat deze mogelijkheden er lagen, doch is er huiverig van, daar onder de ver makelijkheidsbelasting in vele gevallen niet alleen vermaak, dus een zekere luxe, doch ook cultureele uitvoeringen ibelast zijn. En waar men geroepen is de cultureele belangen te die nen, is een en ander met elkaar in strijd. Daar komt bij, dat deze belasting maar heel weinig zal opbrengen en ontegenzeggelijk verschillen de gelegenheden duurder zal maken, want of wel men betaalt de belasting zelf, ofwel het publiek wordt er mede belast. Dan moet spreker ook wijzen op den ande ren kant, die er nog aan verbonden is, dat deze belasting n.l. niet zooveel zal kunnen opbrengen. Wat de zakelijke bedrijfsbelasting betreft, ook dit is een object dat verschillen de kanten heeft. Indien een dergelijke belas ting eenmaal is ingevoerd, is het waarschijn- lijk, dat het bij de helft van het toelaatbare. n.l. 6, niet blijven zal. Dit zou in elk geval eerst grondig ibekeken moeten worden. De heer Lambrechtsen van Ritthem heeft gezegd, dat de S.D.A.P. alleen ten bate van de arbeiders werkt. Gedurende den tijd, dat spreker zitting heeft gehad als raadslid, meent hij toch ook wel degelijk de belangen der andere groepen van de bevolking te heb ben behartigd. Dat het meest het woord over den arbeider is gevoerd, komt omdat deze klasse de meeste behoeften heeft. Dan heeft hij gezegd, dat het geldelijk be- heer, dat de S.D.A.P. zou voorstaan, zou moe ten leiden tot een bankroet. Het is niet zoo als de heer Lambrechtsen van Ritthem op- merkt, dat men in de S.D.A.P. van meening is, dat maar alles moet worden opgemaakt. Met den heer Geelhoedt is spreker van mee ning, dat een goede reserve de ruggegraat is van een bedrijf, en spreker is ook niet bereid alles op te offeren. Toen voor 2 jaar besloten werd tot ophef- fing van een aantal opcenten op de personeele belasting, heeft spreker daartegen gewaar- schuwd, terwijl bovendien iy2 jaar geleden de heer Lambrechtsen van Ritthem pleitte voor de aanstelling van nog 2 politieagenten, het geen nog f 3500 meer op de begrooting zou uitgemaakt hebben en de toestand dus nog slechter zou zijn geworden. daar men, als dit voorstel was aangenomen, als gevolg van dit feit nog meer zou achteruit gegaan zijn. Dit wist de heer Lambrechtsen ook, niettf- min was hij bereid daar jaarlijks 3500 voor te geven. Spreker meent, dat men hem op dit punt niets te verwijten heeft. S.D.A.P. die niet Spreker een vol- Wat betreft de arbeiders, spreker heeft dit reeds meer gezegd, alien hier zijn arbeiders, ook het hoofd der gemeente, ook de heer Lam brechtsen van Ritthem. Alle lagen der be- olking (bestaan uit arbeiders. Spreker meent dan ook de op hem afgeschoten pijl te moeten omkeeren en die te moeten richten op de libe- rale partij, en te verklaren dat deze niet op- komt voor de belangen der arbeiders doch voor degenen, die boven hen staan. Spi eker verklaart in dezen persoonlijk teleurgesteld te zijn, daar men telkens moet ervaren, dat bij de samenstelling van Burge meester en Wethouders niet het algemeen be lang voorzit, doch betrekkelijk partijbelang De heele bevolking van Terneuzen is hier mede met zeer goed gediend, daar deze niet de beste personen krijgt, die dit werk ver- nchten, en dit is koren op den molen der- genen, die zeggen dat het huidige democrati- scne stelsel niet deugt. Spreker zal niet zeggen'aan wie dit te ge?feit1S'DVeO07 ZIin eigen persoon heeft hi) niet gepieit. De 7 stemmen, die op hem werden uitgebracht, hebben voor hem meer waarde den uitgXacht8' SP°ntaan W€1" De heer RIEMENS geeft te kennen, dat het ruSL e h€tg'een nu naar voren is gebracht. Gezien de wijze waarop, en hetgeen er gezegd m'off ,iZ°° kort mogelijk maken. Spreker moet voorSt zeggen, dat hij in eerste instan- r X gerr?eerd heeft °P verschillende ge- ruchten. Hetgeen zooeven genoemd werd is bekend. Spreker dacht dat de heer Van Driel op hem. persoonlijk sprak. Mogelijk heeft hii dit verkeerd begrepen. Thans komt spreker terug op de wethoudersverkiezing en de ver- TTTT Tgen'die zich m zijn raadsfractie zouden hebben afgespeeld om de samenstel- i van bet coHege te krijgen. Wanneer de liberate fractie verklaart daaraan meegewerkt te hebben zonder eenig voorbehoud, en als de heer Den Hamer dezelfde verklaring aflegt namens zijn fractie, hoe kan dan door de christelijk-historische unie een tegemoei- koming zijn verleend? Deze fractie is nota heeft d6 fractle geweest, die ontvangen Het is ook niet zoo. Deze kwestie staat bii de heeren S.D.A.P„-ers in het midden van de belangstelling omdat een, naar hun idee ver- keerde keuze is gedaan. Niet spreker is al leen op een cOnferentie geweest, als die ge houden is, is steeds zijn collega De Kraker aaarbij ook tegenwoordig geweest. Dat ver- wijt, dat gemaakt is, kan hen dus niet treffen. De heer 't GiILDEOmdat je het allebei wild-en worden. De heer RIEMENS vervolgt, dat hij hierop ook al geantwoord heeft. Er zijn dingen ge zegd, die de heeren bereikt helbben buiten de betrokkenen om, m.a.w. dingen, die thans in den raad gekomen zijn, doordat onbevoegden dit verklaard hebben. Of die geruchten al of niet juist zijn, kan spreker niet controlee- i en, dat kunnen ook de betrokken heeren zelf niet, doch zij speculeeren er thans mee omdat er een college gekomen is, dat hun onwel- gevallig is. De heer DE VOS: Het gaat er alleen om, de verantwoordelijkheid vast te stellen. De heer RIEMENS verklaart, mede ver antwoordelijk te zijn, doch niet hij alleen. De heer DE VOS: U alleen. De heer RIEMENS vervolgt, dat, indien deze dingen thans naar voren komen, ook be- hoort gezegd te worden, wie ze heeft gezegd. De heer 't GfljLDE meent, dat dit mogelijk wel het geval is, doch dan hadden die zegs- lieden moeten zwijgen. De heer RIEMENS: Dat had u moeten doen. De heer 't GILDE merkt op, dat dan de heeren van de eigen richting van den .heer Riemens hadden moeten zwijgen. De heer GEELHOEDT wil .een kort ant woord geven aan den heer De Vos. Indien er een zaak aan de orde is, komt die iederen Dinsdag op het tapijt, en dan tracht niet spreker alleen, doch het geheele college aan die klacht tegemoet te komen. De mate van tegemoetkoming is echter begrensd door de rijksvoorschriften, doch als het college iets doen kan om steun te verleenen en nood te lenigen, dan geeft spreker daaraan te alien tijde zijn steun. In den regel is de gang van zaken zoo, dat de klachten hoofdzakelijk ter kennis van den burgemeester worden gelbracht en deze brengt ze ter kennis van het college, dat beoordeelt of daaraan tegemoet gekomen kan worden. De heer DE VOS geeft te kennen, dat dit blijk geeft van een geheel verkeerden kijk op de zaken. De heer DEN HAMER zal op de nieuwe zaken, die op het tapijt gebracht zijn, niet in gaan, daar men anders te veel tijd zou verlie- zen. Hij wil nog enkele kleinigheden met be- trekking tot de wethoudersverkiezingen nader toelichten. De heer Van Driel beklaagt zich er over, dat er te weinig licht in deze zaak is. Spreker meent, dat hij op dit punt juist heel veel licht heeft verspreid. Spreker heeft uiteengezet, waarom juist op deze wijze de benoeming der wethouders tot stand is gekomen. Dit is een gevolg van het feit, dat zijn fractie en de S.D.A.P. verschillend georienteerd zijn. Hij herhaalt dat het standpunt van zijn fractie was: 1 rechts, 1 links, en dat, naar hunne overtuiging, daarvoor de Vrijheidsbond in de eerste plaats kwam. Hij heeft ook uiteen gezet dat er bezwaar ibestond tegen een wet houder van de zijde der S.D.A.P., daar deze niet altijd achter het wettig gezag staat, en daar ook de financieele verantwoordelijkheid niet zoo gevoeld wordt. Er zijn enkele regelingen gemaakt. dat is hun zaak, doch er is geen enkele afspraak ge maakt inzake samenwerking der rechtsche fractie. En het is ook niet daags te voren, dat in de christelijk-historische fractie overeenstemming werd bereikt omtrent den persoon van den candidaat voor den wethouderszetel. De heer Riemens is hem daarover ook op de vergade ring niet komen aanspreken, dat batrof an dere zaken. Dit college is zijnerzijds z66 tot stand gekomen, omdat gemeend werd, dat deze samenstelling de beste was. Om het nu eens met een andere combinatie te probeeren, moet spreker zeggen, dat de wethouder, die thans in dienst is, zich een ijverig man be- toont en hard werkt. Wat zijn bekwaamheden betreft op dit speciale geibied. ook hierin heeft spreker vertrouwen. Thans moet spreker nog iets zeggen in ver band met 't geen de heer Colsen heeft gezegd omtrent de benoeming van dames. Dit moest in de gemeente, naar sprekers overtuiging, als er inderdaad zooveel mannelijke krachten zijn, niet voorkomen. De heer DE VOS meent, dit te kunnen vast- stellen, dat de heer Riemens niet durft ont- kennen. dat pas op het laatste oogenblik, den dag voor de verkiezing, de heer Riemens totaal omgedraaid is. Spreker zal hierover thans niet verder nakaarten, doch het college beoordeelen naar zijn daden. Indien de heer De Kraker en Geelhoedt doen hetgeen van hen verwacht mag worden, zal er zijnerzijds Spreker hoopt. geen critiek worden geuit. dat de heeren geen verkeerd idee omtrent deze zaak zullen krijgen, hij heeft niets tegen de heeren persoonlijk, doch als er iemand in het college zat, die arbeider was, zou het college m vele gevallen anders optreden. De heer R.iemens zelf heeft reeds toegegeven, dat hij als arbeider, beter dan de andere heeren kan weten wat een arbeider noodig heeft. Met 'betrekking tot de financieele verant woordelijkheid spreker zal het kort maken. want men moet aan de begrooting beginnen zegt de heer Den Hamer dat van de zijde der S.D.A.P. de financieele verantwoordelijk heid met sterk genoeg wordt gevoeld, doch daar staat tegenover, dat thans, nu e>- men schen aan het hoofd staan, die dit wel gevoe len, de gemeente op den rand der noodiydend- heid staat, dat het gemeentehuis oud en ver- sleten is en dat onze straten niet veel bijzon- ders zijn. Men weet. het is niet noodig daaraan te herinneren, dat op het dieptepunt van de cri sis, toen alles goedkoop was, met het beste een nieuw stadhuis had kunnen bouwen Goed- kooper dan in dien tijd had men niet kunnen bouwen. Thans zit men voor een groot be- drag aan onderhoud. Meermalen is hiernaar gevraagd. Dat is de politiek der S.D.A.P., in tijden dat alles goedkoop is, dat men goedkoop kan bou wen en de lasten laag zijn, daartoe overgaan. Er is nogal eenig verschil tusschen nu en enkele jaren geleden. Zal men met de ver- nieuwing van straten wachten tot de Axel- sche brug klaar is, dan is spreker er van over tuigd, dat men veel duurder zal uitkomen. Spreker staat op het standpunt, dat er reserve moet zijn, doch anderzijds moet men de noodlijdendheid ook niet te zwart afschil- deren. De heer Filius heeft zoojuist gezegd, dat men nog lang niet aan de noodlijdendheid toe is, daar men nog een belastingbijdrage kan ontvangen. In elk geval is men er dan dicht bij. En als het zoover is, zal men tot hef- fing van een zakelijke bedrijfsbelasting moe ten overgaan. Indien de gemeente nu noodlijdend zou wor den, kan men den bouw van een nieuw stad huis wel afschrijven, anders zou er een be- hoorlijk^ nieuw stadhuis zijn geweest en be- hoorlijke straten. Dan was men wellicht een jaar eerder noodlijdend geweest, doch dan had men in den crisistijd met kleine kosten deze dingen tot stand kunnen brengen. Er zijn ge- meenten, die reeds lang bijdragen ontvangen, en die dien toestand van noodlijdendheid niet zoo verschrikkelijk vinden. Spreker is ook voor het behoud van de zelfstandigheid, doch deze bestaat nu al niet meer. Nu moet het eenmaal zoo, doch dan was dat alles er ge weest. En dan had die vermindering van in- komen uit het kortingswetje van 3500 de gemeente niet kunnen deren. De heer GEELHOEDT merkt op, dat de heer De Vos nu spreekt over de Axelsche- straat, doch als er de brug gelegd wordt, be staat er gegronde hoop, dat de vernieuwing" daarvan tot stand kan komen met een bij- drage van de provincie. De VOGRZUTERDat staat vast. De heer VERLINDE vindt het wel ver- velend, doch moet toch een kleinigheidje nog in het midden brengen. De heer Van Driel stelt het voor, alsof de Vrijheidsbond afwij- zend zou staan tegenover de S.D.A.P. Dit is niet het geval. Destijds, toen de meerderheid in den raad 4 plus 3 was, is een poging om tot samenwerking te komen gestrand, omdat den dag te voren uitgemaakt was, dat de voorwaarden der S.D.A.P. en het program, dat deze voorlegde, van dien aard waren, dat sprekers fractie daarmede absoluut niet mee kon gaan. Er is toen 5 minuten vergaderd en spreker heeft toen direct gezegd, zich niet te willen vastleggen. De VOORZITTER merkt op, dat dit weinig met de a.lgemeene beschouwingen te maken heeft. De heer DE COCK merkt op. dat straks, toen de heer Colsen het opnam voor de Nieuwe Kerkstraat, gezegd is, dat er geen geld voor was. Thans is er voor de vernieu wing van de Axelschestraat wel geld. De VOORZITTEROmdat de provincie daarin een groote bijdrage verleent. De heer DE COC1K hoopt, dat er geld voor de Nieuwe Kerkstraat gevonden zal worden. De VOORZTTER zegt toe, dat, als er geld is. deze straat vemieuwd zal worden. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat de heer De Vos in zijn repliek, naar aanleiding van den pijl, die op hem was afgeschoten, gezegd heeft, dat de liberalen weinig' of niets doen voor de arbeiderspartij. Hij moet daar tegenover stellen. dat tot nu toe van alle sociale wetten, die tot stand ge komen zijn, er geen enkele is, die de hand- teekening draagt van een sociaal-democraat. Het is juist dat het leven zooveel veranderd is, doordat juist de liberalen zich het lot van den arbeider hebben aangetrokken. Dit kan de heer De Vos niet ontkennen. De heer DE VOS: Doch wel verklaren. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM vervolgt, dat de heer De Vos hem verwijt, dat hij indertijd de aanstelling van 2 politieagen ten heeft voorgestaan. Dat is juist, dat heeft spreker eenige jaren geleden gedaan, doch hij heeft dit voorgesteld „indien de fimmcien het toelieten". Toen er van versohillmde zijden. o.a. van Burgemeester en Wethouders, te ken nen gegeven werd, dat dit niet kon, was spre ker een der eerste om zich daarbij neer te leggen en te zeggen, goed, dan gebeurt het niet. En ten derde heeft de heer De Vos, het financieel beheer besprekend, gezegd, dat hij voor reserve was. Zeker, de heer De Vos per soonlijk, doch de heer Van Driel heeft zoo- even in eerste instantie gesproken namen.s de geheele sociaal-democratische fractie. De heer DE VOS wil ncg een enkel woord zeggen. De heer Lambrechtsen van Ritthem beroept er zich op, dat er geen enkele sociale wet de handteekening draagt van een sociaal- democratischen minister. Dit is het oude liberale paradepaardje, dat kan ook niet om dat er nooit een sociaal-democratische minis ter is geweest, daarom kan een wet ook nooit de handteekening van een sociaal-democraat dragen. En indien er onder een dergelijke wet een handteekening is geplaatst geworden, dan is dit omdat die wetten door het kiezerscorps zijn afgeperst. De heer Lambrechtsen van Ritthem weet zeer goed. dat de liberalen pas voor den dag zijn gekomen met de sociale voorzieningen, #adat de puiblie.ke opinio zoodanig was be- werkt, dat zii er op den duur niet meer uit konden. Spreker zal niet ontkennen, dat er zeer zeker ook door de liberalen wat gedaan is, doch met die oude geschiedenis van hand- teekeningen onder wetten moet men hier niet voor den dag komen. Thans zijn er sociaal- democratische ministers en zullen ook wetten worden uitgevaardigd die hun handteekenin- gen dragen. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op. dat dit komt, omdat de S.D.A.P. de verantwoordelijkheid niet op "zich wilde nemen. De heer de VOiS: Daarvan weet u net zooiveel als ik. (Wordt vervoltgd.) B. C. 28)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 6