ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Beate weet, wat ze wil
No. 10.003
WOENSDAG 13 DECEMBER 1939
79s Jaargang
Binnen!and
Feuilleton
DE UITGEEFSTER.
H.H. KANTOORHOUDERS
tMOMUk. ^ST
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post /1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
ONZEN ABONNfc'S
die bun abonnementsgeld voor 1940 weer
vooruit wenschen te voldoen, wordt verzocht,
bet bedrag ad 6,vodr 31 December a.s.
aan ons te doen toekomen door overschrrjving
op ons gironummer 38150 of door storting per
postwissel.
worsen verzocht het abonnementsgeld over
het 4e kwartaal 1939 van de Ter Neuzensche
Oourant v'66r 31 December a.s. in te zenden.
;Wij vestigen er de aandacht van onze
abonne's op, dat wrj bij terug-ontvangst van
eene onbetaalde kwitantie, onmiddellijk de
toezending van het blad zullen staken.
DE UTTGEEFSTER.
ONZE ABONNE'S IN HET
BUFTENLAND
worden dringend verzocht. het verschuldigde
abonnementsgeld v66r 15 Januari a.s. in te
zenden.
Abonnementen voor het buitenland worden
slechts aangenomen bij vooruitlbetahng.
DE UTTGEEFSTER.
DE ABONNE'S VAN HET
GElLLUSTREERtD ZONDAGSiBLAD
die het blad per post ontvangen, worden ver
zocht, hun abonnementsgeld vddr 31 December
a.s. in te zenden, daar er anders over beschikt
wordt met verhooging van 15 cent.
DE UTTGEEFSTER.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van TERNEUZEN, brengt
ter algemeene kennis, dat een uitspraak op
aanvrage om vrijstelling van den Dienst-
pBcht ter Secretarie deizer gemeente, voor
een ieder ter inizage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettelijke vertegen-
woordiger.
b. door elk der overige voor deze ge
meente voor dezelfde lichting ingeschre-
ven personen of door hun wettelijke ver-
tegenwoordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending.
Terneuzen, 13 Decemfber 1939.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
»E OPROEPING VAN BUTTENGEWONE
DIENSTPLICHTIGEN.
(Minister Dyxhoorn heeft Dinsdagmiddag in
zijn rede in de Tweede Kamer medegedeeld,
dat in April en Juni buitengewone dienst-
plichtigen van de lichtingen 1938, 1939 en
1940 zullen worden opgeroepen, in den leeftijd
van 1922 jaar.
NEDERLANDSGHE BELANGSTEIilNG
VOOR FINLAND.
Een ingezetene van Rotterdam heeft een
bedrag van honderdduizend gulden 100.000)
ter beschikking gesteld van de Finsche regee-
ring uit sympathie en bewondering voor het
Finsche volk.
Door OTFRID VON HANSTEIjN.
Vertaald door Angelica van Hest.
22) (Vervolg.)
HOOFDSTUK XX.
Met zijn ongeschoolde arbeiders kon Egon
alochts langzaam met het werik opschieten.
Ook was het hier, zoo hoog naar het Noor-
den, dus dichter bij den acquator, ondrage-
lijk heet. Hiji kon zelf veel minder prestee-
ren en had allang een gewoonte gemaakt
van het drinken der eeuwige koele mate, daar
dit het eenige middM was, om de krachten op
peil te houden.
Na acht dagen ontving hij een heel dikken
brief van Giinter Schliephacke uit Santa
Theodora en toen hij hem met onwillekeurig
bevende handen opende, schroik hiji, want...
het document, dat Beate hem had gezonden,
zat in den brief gevouwen. Hij las:
,,Beste vriend!
Ik kan je helaas geen goede tijding geven.
Naar mijn advocaat in Rosario mij mededeelt,
is het onmogelijik, je huwelijik te ontbinden en
aelfs wanneer dit in een anderen staat wel
gebeurde, zou je toch in Argentinie nooit een
tweede huwelijik kunnen aangaan, zonder je
aan higamie schuldig te maken.
Het zou trouwens ook doeltoos zijn. Ines
heeft aan haar moeder bekend, dat je haar
gekust hebt. Haar ouders zijn diep veront-
waardigd. Zooals de zaken nu staan, zal
Don Georgio nooit in een huwelijk tusschen
jou en Ines toestemmen. Hiji heeft integen-
deel ook mij zijn vriendschap opgezegd, omdat
ik zijn kind niet beter beschermd heb. Hij
heeft Ines naar Buenos Aires gestuurd. Zij
moet ook boete doen voor haar onbedacht-
zaamheid en is ibij een strenge dame, een zus-
ter van haar moeder, in pension gegaan, ten-
einde haar studie voort te zetten. Je onver-
antwoordeiijke lichtzinnigheid heeft helaas
emstiige gevolgen gehad.
Daar je nu eenmaal getrouwd bent en niet
tount scheiden en je mij verteld hebt, dat de
bewuste dame een eerbaar en flinik meisje is,
kan ik je slechts aanraden, te proheeren, met
haar te leven en je overijlde daad in zooverre
goed te maken, dat je voor haar zorgt.
Verder heb ik je niets te zeggen en ik zie
ook geen mogelijkheid, je in de toekomst nog
van dienst te zijn. Ik wensch je het beste.
Giinter Schliephacke".
Egon liet zijn hand met den brief er in,
zakken. Dat had hij niet verwacht! Ines ver-
loren, die kleine, lieve Ines en ook zijn
vriend wild'e niets meer van hem weten. Hij
sneed het tafellaken tusschen hen met een
snee doormidden.
HOOFDSTUK XXI.
Van de groote ikathedraal in Santiago de
Chile, waarvan de oude, eerbiedwaardige
muren met die van het paleis van den aarts-
bisschop den eenen kant van het voomaamste
plein begrensden, klonk plechtig klokkengelui.
De indrukwekkende doodendienst, dien
de Chileensche regeerinig in samenwerking
met de vertegenwoordigers der buitenland-
sche diplomatic had doen houden, ter nage-
dachtenis van den plotseling in het Argentijn-
sche gezantschapshuis aan een beroerte over-
leden gevolmachtigde uit Buenos Aires Excel-
lenza Valentino de la Frontera, was ten einde.
Nadat de eeregasten waren weggereden,
stroomde ook langzaam een reeks nieuws-
gierige toeschouwers uit de kathedraal, het
allerlaatst Beate Serenus. Misschien was
zij wel de eenige onder al die menschen, wier
hart vervuld was van werkelijken rouw.
Zij had in de drie maanden, die de groote
inspectiereis over nagenoeg geheel Argen
tinie had geduurd, den ouden beer leeren
waardeeren. Het was een mooie tijd ge
weest, zorgelooze, interessante maanden.
Beate iSerenus had volkomen voor haar
genoegen geleefd, had in, haar vrije uren
door de vreemde steden gedwaald, had met
open oogen rondgekeken. Voortdurend had
de Excellenza tegen haar gezegd:
,,Als we maar eerst weer in Buenos Aires
zijn, dan zal ik zorgen, dat u een aanstelling
krijgt ibij de regeering. Misschien als vaste
secretaresse."
Toen was plotseling weer de slag gevallen.
Reeds in Mendoza had de oude heer geklaagd,
dat hij zich niet goed voeld'e; men had hem
aangeraden, eerst weer op krachten te
komen en naar een hooggelegen plaats te
gaan; maar hij stond erop, naar Santiago
door te reizen. In den zonnegloed van de
hoofdstad, die hem onmiddellijk beving, werd
hij ziek. 's Avonds trof hem een beroerte
na enkele uren was Excellenza de la Frontera
gestorven.
En nu ging Beate, zelf bevangen door de
hitte, die de straten afstraalden, met lang-
zame, slepende passen naar het kleine, Duit-
sche pension, waarin zij 's morgens haar in-
trek had genomen. Gisteravond had zij nog
een kamer gehad, niet ver van die van den
Excellenza, in het paleis van het Argentijn-
sche gezantschap.
's Morgens was zij op het kantoor van den
gezant geroepen. Ook deze was een oude
heer; maar natuurlijk kende hij haar niet.
,De Excellenza is vannacht gestorven. Ik
moet u helaas mededeelen, dat met den dood
van den Excellenza natuurlijk ook uw aan
stelling vervallen is. Het spreekt vanzelf, dat
uw voile salaris voor deze maand wordt uit-
betaald. Wilt u zich alstublieft, tegen kwitan
tie tweehonderd Argentijnsciie pesos laten uit-
betalen en bevestigen, dat u geen verdere
aanspraken meer bezit?..."
„De Excellenza heeft mij beloofd, dat ik in
Buenos Aires een betrekkimg zou krijgen."
De honorair-consul is ontslagen, omdat hij
merken had vervalscht van toilet-artikelen,
die als Fransche import-artikelen werden ver-
kocht. De man is deswege voorwaardelijk
veroordeeld. Het consulaat is echter niet
definitief gesloten. De gezant zoekt een
waamemer, c.q. opvolger voor den heer
Plaisant. Red. A.NJP.)
DE BATAAFSCHE SCHENKT NOG DRIE
MIUTAIRK TEHUIZEN.
De Bataafsche Petroleum Maatschappij,
verrast door de ontvangst, welke aan de door
haar geschonken ontspanningsgebouwen van
de zijde der gemobiliseerden te Renswoude en
te Langenboom ten deel is gevallen, heeft be-
sloten nog drie soortgelijke gebouwen ter be
schikking van den opperbevelhebber van land-
en zeemacht te stellen.
De nieuwe gebouwen zullen verrrjzen in
Horssen in het Land van Maas en Waal, Ech-
teld in de Betuwe en Tull in 't Waal hij
Vianen. Indien zich geen bijzondere tegen-
slagen bij den bouw voordoen, kunnen de ge
bouwen in het begin der volgende maand in
gebruik worden genomen.
N. S. B.-ERS
TIJDENS OEFENING VERRAST.
De Haagsche politie heeft Maandagavond
omstreeks negen uur een inval gedaan in het
perceel Mient 158, waarin is gevestigd een
zaak in grafzerken en grafmonumenten. De
inval geschiedde, omdat de .politie vermoedde,
dat in de kelder van dit perceel handelingen
geheurden, welke in strijd zijn met de wet
op de weercorpsen.
Omstreeks negen uur verzamelden zich
onder leiding van een commissaris van politie
in de omgeving van het huis eenige inspec-
teurs en rechercheurs. Toen men het oogen-
blik gekomen achtte een onderzoek in te stel
len, werd tweemaal op de winkeldeur geklopt,
het bekende sein. Toen deze werd geopend,
stormden de politieagenten naar binnen, zij
renden onmiddellijk het trapje af, dat naar
den keld'er leidt en toen zij de kelderdeur
openden, zagen zij. in de onderaardsche ruinate
verscheidene jongeheden, die in twee groepen
vrije- en orde-oefeningen uitvoerden.
De kelderroosters waren afgedekt met mat-
ten, zoodat geen lichtschrjnsel naar buiten kon
doordringen. Om het geluid te dempen, lagen
ook o.p den grond matten.
Het gezelschap bestond uit 27 jongelieden
tusschen de 18 en 25 jaar. De oefeningen
stonden onder leiding van den 20-jarigen
W. A. S. Alle deelnemers zijn lid van de
N. S. B.
De politie vond in den kelder, welke geheei
onder de winkel doorloopt, enkele florets,
bok sh an dscho en eneen portret van ir. Mus-
sert, een N.S.B.-vlag, ibenevens eenige N.S.B.-
emblemen. Ook werd een gramofoon in be-
slag genomen. Het gezelschap is met eenige
arrestantenwagens naar het hoofdbureau van
politie vervoerd en in voorloopige politie-
hewaring gesteld.
De eigenaar van de zaak is op het oogenblik
in militairen dienst. Zijn vrouw was Maan
dagavond thuis en is eveneens naar het hoofd
bureau van politie overgebracht. De zaak
wordt thans tijdelijk beheerd door den schoon-
vad'er van den eigeniaar. Ook hij is in den
loop van den avond aangehouden en naar het
hoofdbureau van politie overgebracht.
De hoofdcommissaris van politie was bij den
inval tegenwoordig.
De jongeheden waren niet in uniform;
alleen de leider droeg rijlaarzen.
K'ANOHAVI NG VAN HET GEZAG.
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Tweede Kamer over de begrooting van
Justitie voor 1940. Hierin wordt o.m. mede
gedeeld
De in het verslag ter sprake gebrachte ex-
cessieve uitingen, waaronder die van anti-
semietischen aard een belangrijke plaats in-
nemen, verdienen ok naar het oordeel van den
minister in meer dan een opzicht emstige af-
keuring en dienen door de overheid, voor zoo-
ver zij een strafbaar karakter dragen, met
alle beschikhare middelen te worden tegen-
gegaan.
Uitingen van landverraderlijke strekking
moeten inderdaad, in het bijzonder in dezen
tijd van internationale spanningen, zoo krach-
tig mogelijk worden bestreden. Deze aange-
legenheid heeft de bijzondere aandacht.
De minister heeft zijn standpunt voor wat
betreft een verdere hehandeling van het aan-
hangig wetsontwerp tot bescherming van de
openbare orde nog niet definitief bepaald.
Met de andere leden, te dezen in het ver
slag aan het woord, vraagt hij zich af, of de
openbare orde niet op andere wijze doeltref-
fender kan worden beschermd.
In de eerste plaats denkt hij met die andere
leden hierbij aan een betere handhaving van
de bestaande bepahngen. Hij is bij de bestu-
deering van de onderwerpelrjke materie tot
de conclusie gekomen, dat die handhaving niet
steeds geheel bevredigend is te achten. Nadere
maatregelen, ten einde te komen tot een meer
stelselmatige en afdoende handhaving der be
staande bepalingen, zijn in voorbereiding.
Voorts wordt door hem onder oogen gezien
of het betrokken euvel ook nog langs anderen
weg zou kunnen worden tegengegaan.
Ook de minister is van oordeel, dat de uit-
latingen, welke twrjfel pogen te wekken aan
den ernstigen wil der Nederlandsche regee
ring om onze neutraliteit onder alle omstan-
digheden te handhaven, of welke ons volk
tegen een der oorlogvoerende partijen opzet-
ten, bestrijding vereischen. Gaame wil hij
tezamen met zijn betrokken ambtgenooten
nagaan, of het mogelijk is met het oog op de
bedoelde uitingen, een nieuw voorschrift tot
stand te brengen, berustend op artikel 100,
onder le, van het wetboek van strafrecht. Bij
den bestaanden tekst van artikel 100, zonder
uitzonderingsvoorschrift, is ill vele gevallen
vervolging niet mogelijk.
DE ZAAK-OSS IS AFGEDAAN.
De Minister van Justitie besdhouwt de
zaak-C^gs als afgedaan. In zijn memorie van
antwoord aan de Tweede Kamer over de be
grooting van Justitie zegt Prof. Gerbrandy,
dat het algemeen belang zou worden geschaad
als de zaak-Oss, welke naar zrjn meening tot
het verleden hehoort, tot nieuw leven zou wor
den gewekt.
Het schijnt den minister ongewenscht om
aan de tegenstellingen, die hebben bestaan en
waarover binnen zekere grenzen het onpar-
tijdig oordeel van hoogstaande gerechten is
geveld en waarover in de Kamer een ophelde-
rend debat is gevoerd, opnieuw voet te geven.
Veeleer ligt het op zijn weg, niet in de laat-
ste plaats met het oog op de thans zoo hitter
noodzakelijke samenwerking van instanties
en groepen in den lande, alles te doen om de
politioneele verhoudingen zooveel mogelijk
van vroegere bittere stemmingen vrrj te
houden.
DE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN
DE VOEDSELVOORZIENING.
Naar aanleiding van het door verscheidene
Tweede Kamerleden tot den Minister gerichte
verzoeken nader uiteen te willen zetten, om
welke redenen hij geen gevolg heeft gegeven
aan zijn in de vergadering der Kamer van 29
September 1938 te kennen gegeven voomemen
om zoo spoedig mogelij,k een wetsontwerp, be-
j vattende de definitieve basis voor de maat-
regelen ten behoeve van de voedselvoorziening
i in te dienen, heeft de Minister thans in een
nota het volgende medegedeeld.
Overeenkomstig zijn hiervoren bedoeld
voomemen is spoedig na de geibeurtenissen
in September 1938 de voorbereiding van
zulk een wetsontwerp ter hand genomen.
i Tegelijk daarmede werd ook de voorbereiding
van tal van maatregelen op 't gebied der
voedselvoorziening in oorlogstijd krachtig
4 PCT. NEDERLANDSCHE
STAATSLEFjNING 1940.
Zooals in onze advertentie-kolommen wordt
bekend gemaakt, zal worden overgegaan
tot de uitgifte van een 4 pCt. Nederlandsche
Staatsleening ten hedrage van 300.000.000
tegen een koers van 100 pCt.
In dezen vorm wordt thans een beroep ge
daan op het beleggend publiek, zooals dat in
de meeste andere landen reeds eerder en
veelal op meer ingrijpende wijze is geschied.
Aan de leening, welke is vrijgesteld van
couponhelasting, is voor de houders der
schuldbewijzen het voorrecht verhonden, dat
deze schuldbewijzen tegen den parikoers in
betaling zullen worden aangenomen ter. vol-
doening van de aanslagen in de Vermogens-
belasting (met alle daarop geheven opcenten)
en de Verdedigingsbelasting I. Op grond
hiervan is een krachtige stimulans voor den
koers der leening in de toekomst te ver-
wachten.
De verphchte jaarlijksche aflossing door
uitloting bedraagt 7.500.000; versterkte en
algeheele aflossing kan te alien tijde plaats
hebben.
Voor zoover van den bovengenoemde faci-
liteit voor het betalen van belastingen wordt
gebruik gemaakt treedt deze inbetalingneming
in de plaats van de aflossing door uitloting;
het totaal beloop per jaar der in betaling te
nemen schuldbewijzen kan het bedrag der
verplichte jaarlijksche aflossing, hetwelk op
7.500.000 is gesteld, overschrijden. Aange-
zien de jaarlijksche opbrengsten van de Ver-
mogensibelasting (met opcenten) en de Ver
dedigingsbelasting I, tezamen rond f 40 mil-
lioen heloopen, en dus aanmerkelijk grooter
zijn dan f 7.500.000, bestaat de mogelijkheid,
dat de 40-jarige looptijd der leening aanzien-
lijk wordt verkort.
Van het totaalbedrag der leening ad
300.000.000 is reeds 60.000.000 geplaatst.
De inschrijving kan geschieden op Dinsdag
19 December 1939, van des voormiddags 9 tot
des namiddags 4 uur hij de in de advertentie
vermelde Bankinstellingen en hij het agent-
schap van het Ministerie van Financien te
Amsterdam.
(De betaling zal moeten geschieden op
Dinsdag 2 Januari 1940, tegen in ontvangst-
neming van recepissen.
De wenschelijkheid en het belang van deze
leening zal geen nader beto-og van noode heb
ben. Gezien de zeer groote bedragen, welke
noodzakelijk zijn om aan de eischen, die de
huidige oorlogstoestand aan den Staat stelt,
het hoofd te kunnen bieden, is het beroep op
de kapitaalmarkt het aangewezen middel.
De leening wordt uitgegeven in stukken van
f 1000, 500 en 100. Zij biedt ook den klei-
nen belegger een aantrekkelijke belegging.
Door inschrijving op deze leening zal onge-
twijfeld in breeden kring worden medegewerkt
het land den noodzakelijken steun te bieden,
opdat Nederland, ook in dit opzicht krachtig
toegerust, zijn zelfstandigheid zal kunnen
ibewaren.
NEDERLANDSCH—BELGISCHE
HANDELSBETREKKINGEN.
In het belang van de NederlandschBel-
gische handelsbetrekkingen en de eventueele
uitbreiding daarvan heeft de heer Paul Kro-
nacher, chef van een Belgische economische
zending te 's-Gravenhage, volgens het Han-
delsblad, aan een medewerker van het Ant-
werpsche blad ,,La Mdtropole" o.m. het vol
gende gezegd:
Het. belangrijkste probleem voor Belgie
komt neer op het verzekeren van zrjn bevoor-
rading voor menschen en dieren en het ver-
krijgen van grondstoffen, welke noodig zijn
voor de Belgische transformatie-nijverheden.
De voornaamste handelsbetrekkingen van
Belgie zijn die, welke het, evenals Nederland,
met de oorlogvoerende landen heeft. Het is te
ibegrijpen, dat de ruilhandel met die landen
een verslapping ondervindt. De handel met
Nederland zou hier echter, in beide richtin-
gen van kunnen profiteered
Van Nederlandsche zijde, zoo ging de heer
Kronacher voort, ondervindt Belgie moeilijk-
heden op tweeerlei gebied.
1. In Nederland zijn sommige voor Belgie
bestemde producten geblokkeerd, o.a. plus-
minus 10.000 vaten vegetale olie.
Belgie heeft in Indie hoeveelheden copra,
tapioca, veevoeder etc. gekocht, welke niet
kunnen worden getransporteerd wegens ge-
brek aan scheepsruimte.
De Nederlandsche scheepvaartlijnen vervoe-
ren begrijpelijkerwijze in de eerste plaats dat-
gene wat voor de Nederlandsche regeerings-
centrales is bestemd.
Daar de Belgische export naar Nederland
werd gehandhaafd, bevindt Belgie zich in een
positie waarin het onder gunstige auspicien
onderhandelingen van algemeene strekking
kan openen.
In verband hiermede vraagt de heer
Kronacher zich af of het niet zou zijn aan te
bevelen, dat verschillende ministerieele depar-
tementen, welke bij den handel met Nederland
zijn betrokken, een gemengd onderhandelings-
comite in het leven zouden roepen bestaande
uit gedelegeerden van de ministeries van Eco
nomische Zaken, Buitenlandsche Zaken, Land-
bouw en Landsverdediging. Dit comite zou
tenminste om de veertien dagen moeten ver-
gaderen om de bangende geschillen op te
lossen.
Het samenstellen van een dergelijk comitd
werd twee miaanden geleden reeds door den
beer Kronacher aan de goedkeuring van de
Belgische regeering voorgelegd, doch zij heeft
er nog niet op geantwoord.
VAN GAUWELAERT OVER DE HOLDING
TEGENOVER NEDERLAND IN GEVAL
VAN GEWAPEND CONFLICT.
Van Cauwelaert, de voorzitter der Kamer,
die Maandag in het Katholiek Vlaamsch Ver-
bond het woord heeft gevoerd, heeft B. T. A.,
betoogd, dat de officieele neutraliteit van
Belgie de burgers niet kan en niet mag be-
rooven van hun recht zich vrijelijk te uiten,
zelfs in het openibaar, over de oorlogvoering.
Van de regeering zelf, aldus Van Cauwelaert,
kan niet worden verwacht, dat zij onverschil-
lig blijft tegenover het moreele aspect der
internationale problemen, want indien de
moraal door de neutralen zou worden ver-
loochend, terwdjl zij door de belligerenten
met de voeten wordt getreden, zou dit voor
de wereld een dubbel en ongetwijfeld onher-
steltoaar veriies beteekenen".
Vervolgens analyseerde de Kamervoorzitter
het politieke aspect der neutraliteit en legde
met betrekkiing tot de houding van Belgie
tegenover Nederland de volgende verkla-
ring af:
'Niets zou onjuister zijn dan te beweren,
dat een agressie tegen Nederland de positie
van Belgie niet zou wijzigen. Onze zelfstan-
digheidsverklaring ontheft ons niet van het
recht tegenover gebeurtenissen, welke onze
essentieele bestaansvoorwaarden in gevaar
zouden brengen, onze neutraliteit prijs te
geven zonder dat welk land ook er de con
clusie uit zou kunnen trekken, dat wij in onze
verplichtingen jegens hem zijn tekort ge-
schoten".
VERVALSGHINGSAFFAIRE OP HET
NEDERLANDSCH CONSULAAT TE SEOUL
Domei meldt uit Tokio: Het Nederlandsche
consulaat te Seoul (Korea) is Zaterdag defini
tief gesloten, nadat de Nederlandsche gezant
in Tokio het ontslag had aanvaard van den
heer Paul Palisant, Nederlandsche honorair-
consul te Seoul, welke ontslagaanvrage ver
band hield met een vervalschingsaffaire,
waarbij een neef van den honorair-consul,
(Claude Plaiisant. beitrokiketn ^ou zijn. Het
consulaat werd geopend in 1925.
(Bij; informatie aan het departement van
buitenlandsche zaken te 's-Gravenhage is ge-
bleken, dat dit bericht in hoofdzaak juist is.
,,De Excellenza heeft niets schriftelijk ach-
tergelaten."
,,Zou het niet mogelijk zijn dat ik hier..."
,,Bij ons worden alien heeren aangesteld",
zei de gezant.
,,Mag ik tenminste een getuigschrift heb
ben. De Excellenza was altijd zeer over me
tevreden."
,Een getuigschrift kan ik u niet geven, om
dat ik niet kan oordeelen over uw bekwaam-
heid. Ik zal u een bevestiging geven, dat u
drie maanden in dienst van den Excellenza
bent geweest. Meer kan ik niet doen. Het
spreekt vanzelf, dat u vandaag nog de be
schikking hebt over de toegewezen kamer."
Zwijgend, met gebogen hoofd, was Beate
gegaan. Zij had zich hij het Duitsche consu
laat vervoegd, om hij den secretaris te infor-
meeren naar een goedkoop, doch behoorlijk
Duitsch pension.
Zij had nog j.uist tijd om te verhuizen;
daarna had zij het haar plicht geoordeeld, on-
gezien den doodendienst in de kathedraal bij
te wonen en den ouden heer, die zeker voor
haar gezorgd zou hebben als de dood hem niet
zoo spoedig verrast had, de laatste eer te be-
wrjzen.
Beate Serenus zat nu in de kamer, die zij
gehuurd had. Deze was niet onzindelijk, niet
verwaarloosd integendeel: de Duitsche pen-
sionhoudster maakte een vriendelijken indruk;
maar Beate was zeer verwend. De weken,
waarin zij omgeven was door luxe en com
fort, hadden haar herinnerd aan de dagen
van haar gelukkige jeugd; nu stond haar
weer de bittere strijd om het bestaan te
wachten.
Zij trachtte haar gedachten te verzamelen;
telde haar geld. De zeshonderd pesos, die zij
deze maanden verdiend had, waren inderdaad
nog onaangeroerd. Zij rekende. Bij den lagen
koers van de Chileensche munt bezat zij, als
zij er de driehonderd mark bijrekende, die zij
van haar eigen geld nog bezat, ongeveer twee
duizend vijf honderd Chileensche pesos, Bo-
vendien had zij haar pension een week voor
uit betaald. In ieder geval stond zij er beter
voor dan destijds in Buenos Aires.
Zij sleepte haar kleine ibezit een paar dagen
mee en voelde, dat zij 's nachts niet sliep, bij
ieder geruisch opschrikte en bang werd voor
roovers en dieven. Niet voor haarzelf was zij
bang, maar voor haar geld.
De eerste week was verstreken. Het was
vreeselijk warm en de gloeihitte verlamde
ook haar wilskracht.
Toen drong op een avond plotseling een
lichtstraal in Beate's hersenen.
Zij was gewoon, zooveel mogelijk tijd op
straat door te brengen. Natuurlijk slechts
overdag. Nergens was het druk of bedrijvig;
alleen voor de cafe's en vooral bij de banket-
hakkers was het bepaald druk. Daar zat ieder-
een, die in de stad was gebleven, dronk ijs-
water en at ijs. Beate had dat zelf ook een
paar maal gedaan, maar ze was steeds ge-
schrokken van den hoogen prijs.
Op een avond stond zij aan het achterven-
ster van haar kamer. Zij had het raam open-
gezet, om iets frissciie lucht hinnsn te krijgen
en staarde in gedachten naar de binnenplaats.
(Haar aandacht werd vastgehouden door een
voorwerp, dat daar misschien al jaren had ge-
staan, maar dat ze nu voor den eersten keer
bewust zag.
Een kleine, vierkante wagen, een soort
kast op wielen en daarover een soort van
scherm. In vroeger jaren was dit waarschijn-
lijk met doek bekleed geweest. Op de kar was
nog duidelijk een opschrift te lezen, waaruit
bleek, dat de een of andere straathendrAm
ze als vruchtenstalletje had gebruikt. En toch
wekte dit jammerlij.ke karretje in Beate her-
inneringen en gedachten op. Zij ging zelfs
naar beneden, naar de binnenplaats, om haar
zeldzame vondst nauwkeuriger te bekijken.
Zij knikte vergenoegd en inspecteerde ijve-
rig bet wrakke karretje.
(Wordt vervolgd.)