WIE PBIJS STILT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEN'S BAKKFBll, NOORDSTRAAT 79 Mijnhardtje Buitenland mj vlucht direct De bedoeling van het betrekken van deze crisisproducten onder de uitvoerverboden is het scheppen van de mogelijkheid de alge meen geldende regelen voor het transito- en entrepotVerkeer, welke in verband met de uitvoerverboden worden gesteld, ook voor deize crisisproducten te doen gelden. DE UTTVOER VAN POOTAABDAPPELEN WEDER TOEGESTAAN. De Minister van Economische Zaken heeft het verbod om pootaardappelen uit te voeren voor alle soorten opgeheven. De pootaard appelen mogen thans weer naar alle landen worden geexporteerd ,indien de uitvoer in spoorwagons, los verladen, plaats vindt en, indien die wagons door of vanwege den Neder- landschen Algemeenen Keuringsdienst te Wageningen zijn geplombeerd. GEINTERNEERDE NEDIORL ANDERS TERUGGEKEERD. Luitenant S. en vaandrig K., die Zaterdag in de buurt van Eibergen bij vergissing de Duitsche grens hadden overschreden en door de Duitsche autoriteiten in Ooesfeld waren geintemeerd, zijn door de Gestapo te Gronau overgegeven aan de marechaussee uit Glaner- brug. De echte zijn niet rond, maar hartvormig. voor j'U MAATREGELEN TEGEjV HUUR- OPDRIJVING. Minister van Boeyen zegt in de verschenen memorie van antwbord inzake de begrooting van Binnenlandsche Zaken, dat van onrede- lijke huuropdrijving tot dusver niet gebleken is. De minister zal echter, zoo noodig, te dezer zake tijdig maatregelen voorstellen. IN NEUTRAEE HAVENS OPGEHOUDEN LADINGEN. De commissie voor aangehouden lading (secretariaat De Ruyterkade 139, Amster dam C) verzoekt Nederlandschen belangheb- benden haar opgave te wiilen verstrekken van lading opgehouden in neutrale havens, om een zoo volledig mogelijk overzicht te verkrijgen en na te gaan in hoeverre een ge- zamenlrjke actie kan worden ingesteld. Voor hen, die het secretariaat nog geen volledige gegevens hebben toegezonden, zijn hiervoor formulieren beschikbaar bij het secretariaat. IDENTITEITSBEWIJZEN VOOR SPOORWEGPERSONEEL. Naar gemeld wordt heeft in verband met de smokkelarij van uniformen waaronder ook die van personeel der Nederlandsche spoor- wegen, de directie besloten voor het geheele personeel, van hoog tot laag, identiteitsbewij- zen in te voeren, voorzien van pasfoto en handteekening van den houder. Deze bewijizen zullen zoo spoedig mogelijk worden uitgereikt. Ieder van het personeel heeft dan het recht en bij gemotiveerd wan- trouwen den plicht een hem onbekend per- soon, die zich voordoet als spoorwegambte- naar of -beambte, naar zijn identiteitsbewijss te vragen. WERD DE RADIOREDE V/4V DEN MINISTER-PRESIDENT NIET TE LAAT UITGESPROKEN Het Eerste Kamerlid Ridder van Rappard heeft den voorzitter van den Raad van Minis ters de volgende vragen gesteld: Wil de minister mededeelen, waarom Zijne exceilentie zijn geruststellende radiorede naar aanleiding van den internationalen toestand pas Maandag den 13 dezer, des nam. te e6n uur, heeft uitgesproken Ware het, ter voorkoming van paniekstem- ming, welke in de laatste dagen der vorige week in sommige gedeelten des lands, met name in Overijssel en Gelderland naar thans is gebleken volkomen noodeloos heeft geheersoht, niet beter geweest, zoo Zijne Ex ceilentie zich, onmiddellijk nadat de regeering voornemens was, verscherpte militaire maat regelen te treffen, tot het Nederlandsche volk had gewend? Is de minister bereid, in den vervolge, voor zoover zulks noodig mocht blijken, bijtijds de natie in te lichten? ENGELAND ZAL DE NEUTRALITEIT VAN NEDERLAND BIN BELGIe BLIJVEN EERBIEDIGEN. Verwijizende naar het Britsche antwoord op het vredesinitiatief van jNederland en Belgie, eeide sir John Simon Donderdagmiddag in het Lagerhuis: De misleidende verwijzingen naar de politiek van de Britsche regeering in de redevoering van den Duitschen rijkskanselier op 9 November j.l. te Munchen, alsmede de verkeerde voorstelling door de Duitsche pro paganda van de antwoorden van Engeland en Frankrijk, alsof deze een afwijzing zouden beteekenen van het Nederlandsch-Belgische vredesinitiatief, waren geen aanduidingen, dat het Duitsche antwoord waarschijnlijk de deur zou openen naar een vreedzame en bevredi- gende regeling. Verwijizende naar het antwoord van Duitsch- land op het initiatief van Koningin Wilhel- mina en Koning Leopold, zei Simon: „De Britsche regeering is in elk opzicht voorne mens, overeenkomstig de consequente politiek van Engeland, de neutraliteit van Nederland en Belgie te blijven eerbiedigen." HET CADEAUSTELSEL EN DE TIJDSOMSTANDIGHEDEN. De bestrijders van het cadeaustelsel samen- werkend in het Nationaal Comite tot beteuge- ling van het cadeaustelsel hebben sinds de laatste weken een onverwachten helper ge- kregen bij hun strijd. Door de tijdsomstandig- heden is het cadeaustelsel thans n.l. zoowel overbodig als onbruikbaar geworden. Juist bij de artikelen van dagelijksch ge- bruik, waarbij het cadeaustelsel wordt toege- past, is door de veranderde verhouding tus- sehen vraag en aanbod dit verkoopsysteem overbodig geworden. Orders voor cadeau-artikelen worden bijna niet meer geplaatst. Het comite heeft er bij den minister van Economische zaken op aangedrongen thans zoodanige stappen te wiilen nemen, dat spoe dig wettelijke bepalingen aanhangig kunnen worden gemaakt. De minister heeft inmiddels het bovenge- noeand comite verzocht op de hoogte te wor den gehouden van de ontwikkeling van den toestand. Mogelijk zal het nu niet lang meer duren en Nederland sluit zich aan bij de landen, waarin het cadeaustelsel reeds door wettelijke maatregelen aan banden is gelegd, ter be- schenming van het algemeen belang. ALLE OPTIE-LADING CONTRABANDE. Een der correspomdenten van het Handels- blad meldt uit Londen: Het Engelsche ministerie van economische oorlogsvoering heeft een communique uitge- geven, waarin eenige veranderingen ten aan zien van de gewone controle op contrabande zijn aangekondigd. Was het n.l. tot nu toe de gewoonte om ladingen, bestemd voor neutrale landen, waarvan de naam "Van den uiteinde- lijken^ ontvanger niet bekend was, in Enge land vast te houden totdat de Engelsche con sulate cfmbtenaren in Nederland dienaan- gaande inlichtingen haJdden ingewonnen, en resp. gunstig advies hadden gegeven (waar- op de goederen per eerste gelegenheid verder gezonden werden) of ongunstig (tengevolge waarvan de lading inderdaad geconfiskeerd werd), thans wordt een nieuwe regeling met ingang van 20 dezer aangekondigd. Het doel daarvan is niet alleen om opont- houd voor de neutrale schepen te voorkomen, doch tevens om de toch reeds drukke werk- zaamheden der Britsche consulaire ambtena- ren in den vreemde te 'beperken. Met ingang van genoemden datum nl. zullen alle goede ren, waarvan de uiteindelijke bestemming niet op de scheepspapieren is aangegeven, als contrabande worden besohouwd. BEPERKTE TELEFOONDIFjNST MET ENGELAND. Een beperkte telefoondienst met Engeland is ingevoerd. Gesprekken worden alleen ver- leend op naam en telefoonnummer van den aanvrager en onder opgave van het onder- werp van het gesprek. Aangezien de gesprek ken, die uitsluitend van zakelijken aard mo gen zijn, onder censuur staan, kunnen zij zon- der opgave van redenen geweigerd worden. GELDINZAMELING TEN BEHOEVE VAN EVACUATIE IN FRANKRIJK. 'Havas meldt uit Parijs: Na een oproep van den Nederlandsche ge- zant jhr. Loudon, heeft de Nederlandsche ko- lonie te Parijs een bedrag van meer dan 600 duizend frank bijeengebracht voor hulpver- leening aan uit Noordoost FVankrijk geeva- cueerde gezinnen. KRACHTl'iGE HANDHAVING VAlV GEZAG THANS MEER DjAN OOIT NOODIG. Zeer vele Tweede Kamerleden waren in het Voorloopig Verslag over de Justitiebegrooting 1940 van oordeel, dat krachtige handhaving van het geizag waaronder begrepen be- scherming van alle groepen der bevolking in den tegenwoordigen tijd meer dan ooit noodig is. 'Helaas zijn er tal van symptomen, die op de noodzakelijkheid van zulk een gezagshand- having wijzen, vervolgden deze leden en her- innerden aan den overval op een door een Joodschen emigrant te Amsterdam geexploi- teerden ijssalon. Dit was volgens deze leden een nieuw bewijs, dat hier te lande groepen bestaan, die indien zij niet met krachtige hand in toom gehouden worden hier tot dusverre onbekende en volkomen ontoelaat- bare method'en in den politieken strijd zouden invoeren. Bovendien gaat de stroom van ex- cessieve uitingen voort. Verscheidene leden achtten spoedige afhan- deling van het aanhangige wetsontwerp tot bescherming van de openbare orde urgent. Anderen, die bescherming van de openbare orde evenzeer noodzakelijk achtten, vestig- den toch nog eens de aandacht op de groote bezwaren, welke tegen dit ontwerp bestaan en spraken als hun meening uit, dat de open- bare orde ook op andere wijze nog beter en doeltreffender kan worden beschermd. Aan de handhaving van de bestaande be palingen, zoo betoogden deze laatste leden en anderen sloten zich hierbij aan ont- breekt nog veel. Zij meenden, dat tegen de talrijke excessen nog steeds niet met voldoen- de gestrengheid wordt opgetreden. Het open- baar ministerie stelt in te weinig gevallen een strafvervol'ging in en eischt indien het dit wel doet dikwijls een te lage straf. Ook de rechter ziet blijkens de geringe straffen, die meestal uit geld'boeten bestaan, den ernst van de feiten dikwijls nog onvoldoende in. Vele leden vestigden er de aandacht op, dat sedert het intreden van den oorlogstoestand in het buitenland een nieuwe categorie van uitlatingen bestrijding eischt. In sommige publicaties wordt aan de regeering n.l. vol komen ten onrechte verweten, dat zij onze neutraliteit eenzijdig zou handhaven en dat bij haar niet de emstige wil zou bestaan onze neutraliteit onder alle omstandigheden te handhaven. Bovendien wordt gepoogd ons volk tegen een der oorlogvoerende partijen op te zetten. Verscheidene leden merkten nog op, dat de propaganda hier te lande vanwege den Fich- tebund' plotseling herleefd sehijnt te zijn. Dit noemden zij een bedenkelijk versohijnsel. Ten aanzien van het hier te lande vervul- len van spreekbeurten door vreemdelingen be- stond voor het beeld der regeering geen alge- meene waardeering. Eenerzijds werden aan het spreken van den befaamden theoloog Prof. Dr. Karl Barth allerlei moeilijikheden in den weg gelegd, anderzijds blijkt, dat op 1 Mei van dit jaar verscheidene Duitschers hier te lande voor vereenigingen van hun landgenoo- ten hebben gesproken, zonder dat de minister daarvan te voren op de hoogte was en daar- voor vergunning had verleend, terwijl een dezer redevoeringen den minister aanleiding heeft gegeven tot een nadere bemoeiing. van Binnenlandsche besturen een einde dient te worden gemaakt? 5. Is de Minister bereid en in staat zoo noodig maatregelen in overweging te nemen krachtens welke de gemeentebesturen rech- tens zouden worden gedwongen een gedrags- lijn te volgen overeenstemmende met's Minis ters bedoeling? Heeft de Minister Zaken geantwoord: 1, 2, 3 en 4. Deze vragen worden beves- tigend ibeantwoord, met dit voonbehoud, dat in het schrijven van het departement van financien van het vonmen van een reserve niet is gesproken. 5. Over de vraag, in hoeverre en op welke wijze eenheid in behandeling bij het vorderen van pensioensbijdragen van gemobiliseerde ambtenaren dient te worden bevorderd, wordt op het oogenblik interdepartementaal overleg gepleegd. DRIE DER ONTVLUOHTE DUITSCHERS OVER DE GRENS GEZET. Naar men zich zal herinneren zijn eenige weken geleden vijf Duitschers uit het Huis van Bewaring ontvlucht. Enkele dagen later konden drie hunner nabij de Nederlandsch Belgische grens worden aangehouden, terwijl later de vierde vluchteling te Uitgeest werd opgespoord. De vijfde is nog voortvluohtig. Naar gemeldt wordt zijn de drie Duitschers die na hun ontvluchting nabij Zundert werden ontdekt, thans over de Duitsche grens geleid. De te Uitgeest opgespoorde vluchteling be- vindt zich nog in de gevangenis te Haarlem. EEN NIEUW ONDERZOEK IN DE ZAAK-OSS? Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Justitie voor 1940, informeerden "verscheidene leden naar de voornemens van den Minister met betrek- king tot de afwikkeling van de zaak-Oss. Eenige leden waren nog steeds van oordeel, dat rechtsherstel dient plaats te vinden op de wijze, zooals de nat.-socialistLsche bewegin°" dat altijd heeft geeischt. Verscheiden andere leden, die zich uit- drukkelijk van dit standpumt losmaakten, gaven niettemin als hun oordeel te kennen, dat het ook na het Kamervotum, dat tot op zekere hoogte aan de marechaussee voldoe- mng schonk niet mogelijk zal zijn deze zaak eenvoudig te laten rusten. Deze leden meenden, dat hervatting van het onderzoek in verschillende zaken noo dig is. Van andere zijde werd tegen deze beschou- wingen aangevoerd, dat mag worden betwij- feld, of het nationale belang er mee gediend zou worden, wanneer de zaak-Oss, die tot heftige debatten aanleiding pleegt te geven, opnieuw in het centrum der belangstelling werd geplaatst. Bovendien waren deze leden van meening, dat de leden van het korps der Kon. marechaussee, die bij deze zaak betrok- ken waren, reeds voldoening hebben ontvan- gen in de door de Kamer aanvaardde conclu- sie van de meerderheid der commissie, waar in wordt uitgesproken, dat de feiten en om standigheden, welke den Minister van Justitie hebben geleid1 tot het nemen vah den bekenden maatregel van 1 April 193'8, dien maatregel niet reohtvaardigen. KAMERLEDEN VOOR STRENGERE BESTRAFFTNG VAN VERKEEIiS ONGELUKKEN NA DRANKMISRRUIK. Bij de behandeling der begrooting van Justitie voor 1940 in de afdeelingen der Tweede Kamer hebben, blijkens het Voorloo pig Verslag, verscheidene Kamerleden er nog- maals op gewezen, dat nog steeds talrijke verkeersongelukken worden veroorzaakt door personen, die onder den invloed van sterken drank verkeeren. Daartegen kan, nu de Wegienverkeerswet nog altijd niet in werking is getreden, naar het oordeel van verscheidene leden door de rechterlijke macht niet streng genoeg worden opgetreden. Mocht invoering van deze wet nog lang op zich laten waehten, dan zou het hi. aanbeveling verdienen bij wijze van noodvoorziening strengere bestraf- fing van deze feiten, dadelijke opvordering van het rijbewijs van den verdachte en lan- gere ontneming van de ibevoegdheid om motorrijtuigen te besturen onverwijld moge lijk te maken. HEEFT EEN DUITSCHE OPMARSCH DOOR NEDERLAND EN BELGIE KANS VAN SLAGEN Onze positie voorheen en thans. Van onzen militairen med'ewerker: In de afgeloopen dagen heeft ondler het Nederlandsche zoowel als onder het Belgische volk een groote ongerustheid bestaan, in ver band met het alom verspreide gerucht, dat een imval van het Duitsche leger aanstaande was. Wij, wiilen hier niet onderzoeken uit welke bronnen die geruchten hun oorsprong hebben, nog minder of zij al dan niet een grond van waarheid hebben g-ehad. Wij mee- nen echter goed te doen het aan Duitschland toegeschreven voomemen uit zuiver militai ren gezichtshoek eens nader te bezien, zulks aangezien een gevaar, waarvan men den om- vang kan onderkennen, minder aanleidin°- geefit tot paniek, dan een gevaar, dat men zich met kan realiseeren. Het spreekt van zelf, dat wij ons bij dit delicate onderwerp eemge beperking moeten opleggen. Aller- eerst moet dan worden erkend, dat de bedoel- de onrust psychologisch zeer goed is te ver- ^en' uit feit> dat 'd'e gebeurtenissen van 1914 de generatie van heden nog in het geheugen liggen, dan wel uit de eerste hand bekend zijn. Begin Augustus van dat jaar zwenkten de Duitsche legers uit de lijn Cre- feld (Oost van Roermond)—Mulhausen (bij de IZwutsersche grens) naar het Westen. waar- 'bij laatstgenoemde plaats de spil vornide De omzwaaiendle rechtervleugel rukte daarbij op door Belgie, waarbij bet leger op, den ulter- sten buitenvleugel, dat aanvankelijk Oost van Limburg stond opgesteld, de bekende .ma noeuvre om Limburg" uitvoerde, aldus de Nederlandsche omzijdigheid ontziende. Naar thans bekend is, had het aanvankelijk in de bedoeling gelegen dit leger door Limburg te doen trekken, aangezien de Duitsche legerlei- dmg toen meende, dat Nederland zich bier- tegen niet gewapend zou verzetten. De Chef vap den Generalen Staf, die in 1914 de bewe- ging der Duitsche legers leidlde, Von Moltke had evenwel een beter inzicht in de Neder landsche mentaliteit en- was van meening, dat het breken van den Nederlandschen weerstand zooveel kracht aan den Duitschen rechter vleugel zou onttrekken, dat deze de gevor- derde stenkte voor het doordringen naar het Westen zou inboeten. Deze meening is ach- teraf bevestigd door het feit, dat de Duitsche i echtervleugel ook zonder deze verzwakking de haar toegedachte taak niet heeft kunnen volbrengen en dus zeer ze'ker geen krachten kon missen. Tot machteloosheid gedoeimd. Nu de beide tegenstanders, verschanst in ,,Westwall" en ,,Maginotlinie", tegenover elkaar liggen en, zooals wij een vorige maal uiteenzetten, geen van beiden in staat is de vijandelijke versterkte zone te doorbreken, dringt zich onwillekeurig het denkbeeld naar voren, dat een der twee wel eens kon trachten den ander te omvatten, bet zij door Zwitser- land, hetzij door Belgie en Nederland1. In beide laatstgenoemde landen doemt dan onwillekeu rig het beeld van 1914 op, met de bijgedachte, dat de berakening (want uitsluitend bereke- nmg deed in dat jaar de Nederlandsche onzij- digheid ontzienj ditmaal wel eens minder gunstig voor Nederland zou kunnen uitvallen De overwegingen. die In 1914 Ieidden tot de schenddng" van de Belgiscbe onizijdig'beid waren de volgende: Duitschland moet den oorlog op twee fronten voeren; een overwin- ning is slechts mogelijk -door eerst een tegen- stander met sterke krachten aan te grijpen en te verslaan, ondertusschen den ande.r met zoo zwak mogelijke krachten in hedwang houdende, om zich vervolgens tegen laatst- bedoelden vijand te keeren; tegen Ruslahd is geen snelle beslissing te verkrijgen, de eerste aanval moet dus tegen Frankrijk worden ge- richt; een aanval op het versterkte Fransche Oostfront dreigt een langdhrige operatie te worden, er blijft dus niets anders over dan dit Oostfront te omvatten en zoodoende de Franschen te dwingen tot den strijd in het vrije veld. in dit opzicht niet naar de snelle vernietiging van het Poolsche leger. ;Het ongeluk van dit leger is juist geweest, dat het zich niet aan versterkingen heeft vastgeklampt, doch den strrjd in het vrije veld heeft gewaagd Een opmarsch als in 1914, doch thans uit- haJende over Nederlandsch grondgebied, zou echter nog meer hindernissen ontmoeten, die er toen met waren. Moest toen alleen worden rekenmg gehouden met het overschrijd'en van de Maas, thans zouden de over Nederlandsch gebied oprukkend'e troepen drie tot vier waterhindemissen m-oeten overschrijden (Maas, Julianakanaal, Albertkanaal en N. van Maastricht, bovendien de Zuid-WSllems- vaart), met al het tijdverlies daaraan ver- bonden. De tegenaanval der gealUeerden. Dit alles zou de Franschen en Engelschen in staat stellen, krachten naar het Noorden te verplaatsen. Dezen zijn hiertoe veel iheter in staat dan in 1914, daar zij toen met sterke krachten in Oostelijke richting aanvielen doch thans aldaar door de Maginot-linie zijri gedekt. Bovendien hebben zij thans alle gele genheid gehad de onderwerpelijke mogelijlk- heid onder de opgen te zien en daartegen maatregelen voor te bereiden. Wij betwijfelen het of de geallieerden in staat zouden zijn de Duitschers te verslaan, en terug te drijven doch zijn er gelet op de krachtsverhoudin- gen van overtuigd, dat zij dezen in een of andere lijn, in het uiterste geval bij de ver sterkte Fransche Noordgrens, tot staan zou den brengen. De strijd zou daarmede weder verstarren tot een stellingsoorlog en het doei van de ondememing. een snelle beslissing te verkrijgen, ware mislukt. Dit alles bewijist, dat de operatie, .die eenige dagen als een dreigende onweerswolk boven ons land en het Belgische broedervolk scheen te hangen, geenszins aanlokkelijk voor de Duitsche leger- leiding kan zijn. Zij zou het karakter dragen van een noodsprong. Eenerzijds is er dus geen aanleiding tot bijzondere beduchtheid, rnaar anderzijds blijft waakzaambeid geiboden. Het moge een geruststellende gedachte zijn, dat de weerkracht van Nederland. zoowel naar het Oosten als naar het Westen met den dag toeneemt en daarmede het gevaar naar even- redigheid afneemt. Wij stellen ons voor een andermaal de kan- sen van een aanval uit het Westen aan een onderzoek te onderwerpen. DE PENSIOB1NBIJDRAGE VAN GEMOBILISEERDE AMBTENAREN. Op vragen van den heer Sweens: 1. Is het den Minister bekend, dat zijn standpunt, neergelegd in de circulaire dd 17 Augustus 1939 No. 41728/1959 Afd. Ambte- narenzaken enz., betreffende de betaling van pensioenbij'drage door gemobiliseerde ambte naren door sommige departementen (met name financien, onderwijs, kunsten en we- tenschappen en waterstaat) alsmede door eenige gemeentebesturen niet wordt gedeeld? 2. Is het juist, dat het departement van financien zelfs de onder hem ressorteerende ambtenaren heeft gewaarschuwd om eenige reserve te vormen, teneinde na demobilisatie zich niet te zien geplaatst voor een dubbele inhouding1 voor pensioenpremde 3. Is het den Minister ook bekend, dat eenige gemeentebesturen, die de interpretatie van het desbetreffende Kon. besluit van 28 November 1922 ,S. 638 niet deelen, hun in militairen dienst veiblijvende ambtenaren hebben uitgenoohigd maandelijks de versohul- digde 10 pet. pensioenpremie te betalen? 4. Indien het antwoord op een of meer van vorenstaande vragen bevestigend luidt, is de Minister dan niet van oordeel, dat gelet op de belangrijfce financieele consequen- ties voor de btrokkenen hier aan elke onderlinge ongelijkheid in behandeling bij de onderscheidene departementen en gemeente- HET VISSCHERIJBEDRIJF. De Minister van Oeconomische Zaken heeft aan de organisafies in het visscherijibedrijf medegedeeld, dat de regeling betreffende het uiitvaren van de visschersvloot, behoudens enkele wijzigmgen, tot 1 Januari a.<s. is ver- lengd. Gelijk bekend, hield deze regeling o.m. in, dat tegemoetkomingen zouden worden verleend in de hoogere bedrijfslasten, zooals b.v. de premie van de casco-molestverzekering en de aanvullende uitkeeringen bij zee-onge- vailen. De beperking van het aantal uit te varen schepen is (in de nieuwe regeling ver- vallen. ZETELVERPLAATSING VAN NAAML. VENNOOTSCHAPPEN. Ingediend is een wetsontwerp bevattend1 bij zondere voorziendngen met betrekking tot de in gebiedsdeelen van het Konankrijk der Nederlanden gevestigde naamlooze vennoot- schappen. Aan de memorie -van toelichting van de Ministers van Justitie en van Kolonien is het volgende ontleend: In de huidige omstandigheden kan het van groot belang zijn voor naamlooze venmoot- schappen, haar zetel te verplaatsen van een der gebiedsdeelen van het koninkrijik naar een ander. Te voorzien as, dat de moeilijkheden, welke thans aan het verkeer in den weg kun nen worden gelegd, het wellicht noodzakelijk zullen maken, eerlang het bestuurs centrum van belangrijke vennootscbappen over te brengen naar een plaats, waar de leiding der zaken beter kan geschieden. In verband hiermede is de reedis lang ge- koesterde wensch, om voor naamlooze ven nootscbappen de mogelijkheid tot de bedoelde zetelverplaatsing te scheppen, in den laatsten tijd met veel meer nadruk geuit. Dit geldt niet alleen voor Nederland; blijkens een miissieve van den gouvemeur-generaal van Nederlandscih-Indde wordt ook aldaar die wenschelrjkheid erkend, dat de mogelijikheid wordt geopend voor de overhrenging van den zetel van in Nederlandsch-Indie gevestigde naamlooze vennootschappen naar een ander gebiedsdeel van het koninkrijik, in het bijzon- der naar Nederland. De ministers zijn van oordeel, dat een wettelijke voorziening, welke tegemoet komt aan de bovenbedoelde verlangens, gewenscht moet worden geaoht. Niet alleen het belang der betrokken vennootscliajppeni, doch ook het landshedang kan door een dergelijke zetelverplaatsing zijn gediend, in verband met een doeltreffende samenwerking op het gebied van dte, voorbereiiding van oeconomi sche en landsverdediging. Duitschland heeft den tijd. Het motief, ontleend aan den strijd op twee fronten, is thans vervallen. Militair gesproken heeft Duitschland thans den tijd. Hot zou echter kunnen zijn, dat economische overwe gingen of andere overwegingen van binnen- landschen aard tot een snelle 'beslissing dron- gen. Is deze echter bij een omtrekking van de Maginot-linie door Nederland en Belgie te verwachten In 1914 waren alle legers nog gescboold en uitgerust voor den bewegingsoorlog in het vrije veld. Het spreekt vanizelf, dat een klein leger daarbij veel kans heeft door een groot leger vooral indien dit ook nog beter bewa- pend en geoefend is onder den voet te wor den geloopen.De weretdoorlog 19141918 heeft echter bewezen, welk een groot verde- digingsvermogen kan worden verkregen door- op juiste wijze het terrein te benutten en te versterken. Voorts bleek welk een geweldige afstootende kracht de moderne vuurwapenen bezitten. Door de combinatie van deze twee factoren kan een minderheid zich thans met goed gevolg tegen een meerderheid verdedi- gen. De kans voor een betrekkelijk klein leger om zich tegen een grooter leger staande te houden, altbans totdat hulp komt opdagen, is dus sedert 1914 zeer toegenomen. Deze kans wordt grooter naarmate de ver sterkingen, waarop de verdediger kan steu- nen, deugdelijkei1 zijn. Het is algemeen bekend, dat de Belgische Oostgrens reeds jaren voor het uitbreken van het huidige conflict werd versterkt, doch dat noeh aan de IS ederlandsche Oostgrens, ndch ook dieper in het land in dien tijd versterkingen v/erden aangelegd. De ongerustheid van een aantal Brabantsche burgemeesters over de onbe- schermdheid van hun gewest heeft indertijd den eersten stoot gegeven tot de verbeterin- igen van onze defensie. Minder algemeen bekend is het wellicht, dat sindsdien zeer veel is gedaan om het verzuimde in te halen en dat de toestand in dit opzicht van dag tot dag verbetert. Hetgeen in een niet te verre toe- komst zal worden bereikt, kan den ^oets met buitenlandscbe versterkingen zeer goed door- staan. Onze vriend het water. Daarbij bezit Nederland in de mogelijkheid het voorterrein der stellingen over groote uitgestrektheden te inundeeren, een verdedi- gingsmiddel van onschatbare waarde. Men herinnere zich hoe de de geimproviseerde inundaties aan den Yzer in 1914 den storm- loop van het Duitsche leger braken. Alles bijeen genomen moet worden gezegd, dat onder de huidige omstandigheden een in- valler noch de Nederlandsche, noch de Bel gische verdediging zofndier meer ondeir den voet kan loopen. Het breken van dezen weer stand zou ongetwijfeld een tijdverlies mede- brengen, diat het succes van de geheele ope ratie in gevaar zou brengen. Men verwijze DE ENGELSCHE SCHEEPVAART. Tijdens de debatten in het Lagerhuis over be .scheepvaart heeft Sir John Gilmour, de minister voor de scheepvaart, verklaard, dat van de 3070 geconvoyeerde schepen slechts zeven verloren zijn gegaan. Het beginsel van de regeering en het depar tement is er zorg voor te dragen, dat, voor zoover dat menschelijkerwijs mogelijk is, er naar gestreefd zal worden om hun, die het land dienen, een redelijke en behoorlijke ver- goeding te geven voor de kosten en te voor komen. dat onbehoorlijke winsten warden gemaakt. Aangezien de oorlogsomstandigheden veel moeite en kosten voor reederijen en beman- ningen met zich mede hebben gebracht, heeft het departement kort geleden .bekend ge maakt, dat het ministerie bereid was het probleem der vrachtprijzen opnieuw in over weging te nemen. Totdusverre is hoofdzakelijk gebruik Ge maakt van de opvordering. Spr. prees ten slotte het convooi-systeem, waarin hij een treffend voorbeeld zag van samenwerking tusschen marine en koop- vaardij. Er zijn reeds regelingen getroffen voor de vergrooting van het aantal convooien. Onge twijfeld bestaat de gelegenheid, die naar de minister hoopt nog zal toenemen, om steen- kool aan de neutralen te verkoopen. Wat de neutralen betreft, er wordten met hen onder- ihandelingen gevoerd en gehoopt moet wor den, dat Engeland geleidelijk een grooteren bijstand van hun kant zal krijgen. Het is echter duidelijk, dat er eischen zijn, waaraan tegemoet gekomen moet worden ten aanzien van de neutrale tarieven .De minister ziet met een zekeren graad van hoop een verbetering in den toestand tegemoet. Wat den import van granen betreft, zeidC Gilmour, dat een aanzienlij-k aantal schepen voor het vervoer van graan uit Canada ge- reserveerd is, voor de St. Laurens toegevroren zal zijn. DE ENGELSCHE VERKENNINGS- VLUCHTEN. Reuter meldt uit Londen, dat het voor- naamste resultaat van de vluchten, welke de Britsche luchtmacht bij daglicht gedurende de laatste weken over Duitschland heeft uitge- voerd niettegenstaande vijandelijke actie°en I ongunstig weer bestaat uit honderden j waardevolle foto's, waarbij er zijn van vlieg- j tuigen, havens en andere militaire dioelen, j welke op geringe hoogte zijn gefotografeerd' Verscheidene rnalen is het vijandelijke grond- j gebied over een diepte van meer dan 300 km binnengedrongen. Daarbij werd actieve tegen- stand ondervonden van Duitsche jagers en van Duitsch afweergeschut. Niettemin slaag- de de Britsche luchtmacht er in ihaar dOelen te bereiken. Meer dan honderd foto's, welke in details militaire doelen laten zien en welke zeer belangrijfce linformaties bevatten, zijn op eenverkenningsvlucht, welke onder onguns- tige weersomstandigheden werd uitgevoerd, terugigebracht. Onlangs zijn zestien vliegvel- den gefotografeerd en op dezelfde vlucht wer den foto's gemaakt van de goed ve rdedigde steden Emden en Hamburg. BALTISGHE DUITSCHERS OP HUN NIEUWE WOONPLAATSEN, Het D. N. B. meldt uit Posen: Tal van .transporten met volks-Duitschers uit Estland en Letland zijn hier in de laatste dagen aangekoraen. Zij zullen definitief wor den gefcoloniseerd in de gouw Warthe. Het betreft in hoofdzaak boerenfamilies, did ten ZuidCn van Bromberg op eigen hofsteden wor den gevestigd. In de volgende diagen worden meer trans porten verwacht. De emigratie wordt van Duitsche zrj.de met grooten spoed verricht. 103 iSCHEPEN TENGEVOLGE VAN DEN OORLOG VERLOREN GEGAAN. Volgens Lloyd's List zijn tot en met Vrij- aag 10 November tengevolge van den oorlog, door torpedeering, op mijnen loopen etc. in totaal 103 schepen verloren gegaan met een tonnage van 415.400 ton. Hierbij waren: 54 Engelsche schepen; 7 Fransche; 2 Belgische; 3 Deensche; 2 Nederlandsche; 4 Flnsche; 4 Grieksohe; 10 Noorsche; 7 Zweedsche; 1 Rus- sisoh .schip en 9 Duitsche schepen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 2