WIE PfflJS STELT OP COED BROOD, KOOPT HET IN VAN STBIEN'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79 Ruwe schrale huid P UROI!X Buitenland Bent U onrustig? I 0oos30-60x».BijApo»h.en Drogisten MUNHAROT Mijnhardt's Zenuwtabletten INVOERBEPERKING VAN PAARJDEN EN SLVCHTPAARDEN. Bij Kon. Besluit van 31 October 1939 wordt de invoer van paarden en slacbtpaarden voor bet tijdperk van 1 Nov. 1939 tot 1 Nov. 1940 verder gecontingenteerd. De invoer wordt be perkt 1. voor zoover het paarden betreft, tot 50 pet. van het gemiddelde aantal per twaalf maanden, dat in de jaren 1936 en 1939 uit ieder land is ingevoerd. 2. voor zoover het slachtpaarden betreft, tot 20 pet. van het gemiddelde aantal per twaalf maanden, dat, in de jaren 1931 n 1932 uit ieder land is ingevoerd. De Minister van Economische Zaken is be- voegd bijzondere contingenten vast te stellen voor den invoer uit nader aan te wijzen landen. Met ingang van 1 November zal de invoer van bedoelde paarden slechts toegestaan zijn, indien daarbij een door de Stichting Ned. Vee- houderijcentrale af te geven vergunning wordt overgelegd. van handen en gelaat, schrale lippen, gesprongen handen genezen snel met (Ingez. Med.) DE RADIO-REDE VAN MINISTER STEENBERGHE OVER DE DISTRIBUTIE VAN LEVENSMIDDELEN. Woensdagavond heeft de Minister van Eco nomische Zaken, Mr. M. P. L. Steenberghe, een radio-rede gehouden over: distributie van le vensmiddel en Aan de rede is het volgende ontleend: Het zal misschien verwonderen, dat ik voor de tweede maal binnen korten tijd weer op deze wijze de aandacht van de luisteraars kom vragen. Ik meende echter dat het wel zeer nuttig zou zijn eens in korte trekken uiteen te zet- ten waarom tot distributie van levensmidde- len wordt overgegaan en hoe deze distributie eigenlijk werkt. De eerste vraag, die van vele zijden ge steld wordt, is wel deze: waarom wordt eigenlijk gedistribueerd Telkens wordt van officieele zijde verzekerd, dat er van alles ge- noeg is in (Nederland en toch gaat men over tot een distributieregeling. Gelukkig is het op dit oogenblik nog wel zoo, dat voor geen enkel artikel werkelijke sehaarschte ons dwingt te rantsoeneeren. Toch kan de situa- tie ons op een oogenblik tot distributie nood- zaken. Dat is b.v. gebleken bij de suiker. De vorige maand liep de oude oogst op het eind. De regeering had groote partijen suiker aan- gekocht, die niet tijdig aankwamen doordat het scheepvaartverkeer tengevolge van het uitbreken van den oorlog ernstig werd opge- houden. De sitikerfabrieken waren daardoor genoodzaakt gedurende zeer korten tijd van den gewonen omzet af te leveren. Had het publiek zich toen vrijwillig wat in zijn consumptie beperkt, dan waren maatregelen misschien overbodig geweest. Maar het tegen- deel gebeurde. Een deel van het publiek ging in plaats van zich te beperken tot extra-aan- koopen over, waardoor anderen weinig of in het geheel geen suiker meer konden krijgen. Ik moest toen, terwille van een rechtvaar- dige verdeeling, besluiten de suiker gelijkelijk onder het publiek te distribueeren. Hiertoe was te meer aanleiding omdat de ervaring van den vorigen mobilisatietijd geleerd heeft, dat men met de distributie beter te vroeg dan te laat kan zijn. Een ander motief voor distri butie kan zijn, dat het, hoewel er van een bepaald artikel genoeg is, wenschelijk kan zijn vooraf te bepalen, welk deel voor de con sumptie en welk deel voor andere doeleinden (b.v. export of industrieele verwerking) be- stemd mag worden. Nooit zal echter tot distributie worden over gegaan, zonder dat er goede gronden hier- voor aanwezig zijn. Men meene niet, dat dis tributie een soort overheidsliefhebberij is. Het is noch direct gebrek, noch overdreven be- moei- of ordeningszucht van de overheid, maar alleen verantwoordelijkheidsbesef, dat in bepaalde gevallen tot distributie doet be sluiten. Het spreekt wel vanzelf, dat reeds lang te voren is oVerlegd en beraadslaagd, op welke wijze een eventueele distributie georganiseerd moest zijn en volgens welke richtlijnen tewerk zou worden gegaan. Twee overwegingen stonden daarbij op den voorgrond. In de eerste plaats, dat Zooveel mogelijk de handel normaal moest blijven doorgaan. En in de tweede plaats stond voorop, dat de mogelijkheid tot fraude en onregelmatighedten uitgesloten moet zijn. In verband hiermede werd de administratie gecentraliseerd bij het Centraal Distributiekantoor in Den Haag. Alle gegevens komen daar binnen, alle con- trole vindt daar plaats. Ter vereenvoudiging werden de 1050 gemeenten samengevoegd tot 480 distributiekringen. De distributiekan- toren ontvangen de instructies van het Cen traal Distributiekantoor en zenden hun ge gevens regelmatig naar Den Haag. Men zal zich nu echter afvragen, indien eenmaal besloten is tot distributie van een bepaald artikel, hoe dit apparaat werkt. De eerste eisch is te weten te komen wat het Nederlandsche volk van het te distri bueeren artikel verbruikt. Wij beschikken gelukkig over wat .meer gegevens dan bij den vorigen oorlog, daar sinds dien veel statistisch materiaal is ver- zameld. Toch is een dergelijke vraag niet in een handomdraaien op te lessen, omdat we niet alleen moeten weten hoeVeel het totale verbruik is, maar ook, hoe dit verbruik ver- deeld is. We wisten bijvoorbeeld nauwkeurig hoeveel suiker in Nederland verbruikt wordt, maar hoeveel practisch in de huishouding, bij de banketbakkers en in de restaurants, was niet bekend. Vandaar, dat is begonnen met alle winke- liers in Nederland een enqueteformulier ter beschikking te stellen, waarop zij hun gemid- delden weekomzet van een groot aantal arti- kelen moesten opgeven. Niet minder dan 87.000 kruideniers vulden formulieren in. Dit cijfer is daarom zoo inte- ressant, omdat tot nu toe steeds aangenomen was, dat het totale aantal kruideniers in Nederland 40 a 50 duizend bedroeg. Van deze 87.000 waren er echter niet minder dan 20.000, die nog geen 10 kg kruidenierswaren per week omzetten; van de overblijvende 67.000 waren er ruim 50.000, die een omzet hadden van meer dan 5 kg suiker per week. Uit deze enquete werd dus o.a. een vol- ledig overzipht verkregen van de omzetten en het verbruik van suiker. Wilde nu met de distributie een aanvang gemaakt kunnen worden, dan moest er voor gezorgd worden, dat het publiek op het oogenblik dat de dis tributie begon, zeker kon zijn, dat er bij den winkelier suiker was. Om dit te bereiken wer den de winkels van flinke voorraden suiker voorzien en tegelijkertijd werd de verkoop 4 dagen stopgezet. Dit was inderdaad een on- pleizierige maatregel, maar niet te vermijden. Om een inzicht te geven in de grootte dezer voorraden in de winkels en aan te toonen, dat alle vrees voor een tekort in de winkels fvolkomen ongegrond is, gaf spr. eenige cijfers. jVoor de eerste distributieperiode van 14 dagen Fkregen de winkeliers driemaal een toewijzing van resp. in totaal 2400 ton, 4800 ton en 7200 ton, in totaal dus 14.400.000 kg. Hier staat tegenover, dat op grond van de bepaalde dis- tributiehoeveelheid per bon de verkoop in die- zelfde periode 4 a 5000 ton zal zijn. De rest, dus ongeveer 9000 a 10.000 ton, is een over- loopende voorraad, waarover de winkels steeds zullen kunnen beschikken, want voor elke nieuwe distributieperiode krijgen zij op grond van de door hen ontrvangen bonnen in de vorige periode weer een nieuwe toewijzing van suiker. Deze beschikkingsvoorraad waarborgt, dat de winkelier steeds voldoende heeft en dat, als zijn debiet zich uitbreidt, hij ook aan die vraag kan voldoen. Daarom is het ook zoo onjuist, dat sommigen door prijsonderbieding trachten nieuwe klanten tot zich te trekken en daardoor bonnen te incasseeren. Zij mee- nen, dat zij zoolang als de distributie duurt, deze nieuwe klanten aan zich gebonden heb- ben. Niets is minder waar dan dat, want wanneer zij na eenigen tijd met verlies te hebben verkocht hun prijzen weer op een nor maal peil brengen, zullen zij bemerken, dat degenen die, tijdelijk verlokt door den lagen prijs, bij hen k'ochten, naar hun ouden leve- rancier terugkeeren. Deze laatste kan, om dat hij immers Over bovengenoemden voor raad in zijn winkel blijft beschikken, dadelijk weer aan de gestegen vraag voldoen. Het aantrekkelijke van het gekozen systeem is juist, dat het geen verstarring teweeg brengt. De techniek van het distributieproces is geheel aangepast aan de normale handels- gewoonten. Alleen wordt telkens het distri butiekantoor ingeschakeld, opdat dit de ver kregen gegevens door kan zenden naar het centrale punt te 's-Gravenhage, waar de con- trole plaats vindt. Voor de industrieele bedrijven, welke sui ker verwerken, waarbij ook de banketbak kers behooren, is de Nederlandsche Meel- centrale als centrale instantie ingeschakeld. Er is voor gezorgd, dat voor de a.s. Sinter- klaasdrukte de banketbakkers extra suiker zullen ontvangen. Naast den normalen gang van zaken, zijn er natuurlijk allerlei bijzondere schakeerin- gen, die de zaak ingewikkeld maken. Verreweg de belangrijkste is de regeling voor de hotels, restaurants en cafe's. Spr. heeft getracht het betrokken bedrijf Zooveel mogelijk tegemoet te komen. Daartoe zijn aan alle deze instellingen aparte toewijzingen verstrekt. Van deze categorie werden 20.000 formulieren ontvangen. Ook ziekenhuizen en andere instellingen, waar men korten tijd vertoeft en dus in het algemeen niet zijn gewonen distributiebon kan inleveren, worden op deze wijze geholpen. Andere regelingen waren noodig voor mili- tairen met verlof, voor vreemdelingen, voor zieken, enz. IDat als gevolg van dit geheele samenstel van regelingen, waarbij 8.500.000 Nederlan- ders dus 2.500.000 meer dan in 1914 direct betrokken zijn, klachten voorkomen, zal niemand verwonderen. ■'Het moet spr. van het hart, dat vele in- woners van ons, in vergelijking met andere landen toch nog zoo gelukkige vaderland, wel erg vlug van hun ontstemming blijk geven, wanneer niet alles precies zoo gaat als zijzelf dit het beste achten. Wij moeten toch wel oppassen, dat kleine ergernissen niet dadelijk omgezet worden in een veroordeeling van al wat er gebeurt. Reeds bij een gering ongemak neemt men zoo spoedig aan, dat het geheele systeem niet deugt en dat die ambtenaren in. Den Haag blijkbaar geen verstand hebben van de eischen van het economische leven. Men moet niet vergeten, dat de regeering verplicht is deze maatregelen te nemen en dat juist het massale karakter meebrengt, dat niet ieder particulier belangetje geheel ontzien kan worden. De taak van de overheid is vanzelfspre- kend onvermijdelijke nadeelen zoo gering mogelijk te doen zijn. En spr. meent, dat bij de genomen distributiemaatregelen daarvoor inderdaad gezorgd is. Het departement van economische zaken heeft bij wijze van spre- ken 100.000 klanten en 8% millioen uiteinde- lijke afnemers. Iedere zakenman zal erken- nen, dat er dan wel eens klachten moeten komen. Over alle maatregelen wordt reeds geregeld overleg met het bedrijfsleven ge- voerd. Steeds is spr. van meening geweest, dat het particuliere bedrijfsleven zooveel mogelijk moet worden ingeschakeld. Op dit beginsel zijn dan ook alle regelingen opge- bouwd. Ten einde een nog nauwer contact met het publiek en het bedrijfsleven te verkrijgen, wordt dezer dagen een centrale levensmidde- lenraad geinstalleerd, waarin o.m. vertegen- woordigers van consumenten-, middenstands- en arbeidersorganisaties zullen zitting nemen. Spr. wil geenszins vragen om critiekloos alles te aanvaarden. Integendeel, van critiek leert men; men kan dan in de toekomst be- gane fouten vermijden en onvolkomenheden herstellen. Maar wel vraagt spr.oefent deze critiek uit met oordeel des onderscheids. Toen de suikerdistributie begon, on^ing het departement in ddn week 7000 brieven. Slechts in zeer enkele gevallen bleek het, dat het Centrale Distributiekantoor de oorzaak van de klachten was. Bijna steeds waren zij het gevolg van onnauwkeurigheden of ver- gissingen begaan door de schrijvers zelf. Natuurlijk zijn er bij het departement ook fouten voorgekomen, hoewel het aantal, gezien de massale getallen waarmede ge- werkt wordt, gelukkig zeer gering is. Een wensch is de toewijzingen aan de detaillisten splitsbaar te maken, teneinde de mogelijkheid te openen bij verschillende leve- ranciers te bestellen. Het bij het Centraal Distributiekantoor toegepaste mechanische systeem zou dit op zichzelf wel mogelijk maken en inderdaad wordt onderzocht of het nut daarvan in verhouding staat tot den on- getwijfeld enormen extra-arbeid, die daardoor vereischt wordt en vooral ook of de sluitende controle, die nu verkregen is, daardoor niet in gevaar wordt gebracht. Spr. wil er ech ter wel de aandacht op vestigen, dat door een doeltreffende organisatie van de belangheb- benden zelf ook aan het bezwaar van een eventueele niet splitsbaarheid is tegemoet te komen. Indien onvermijdelijk zal in deze buitengewone tijdsomstandigheden ook wel op beperkte schaal aanpassen van handel en industrie verwacht mogen worden. Voor een vlot verloop van alle genomen en nog te nemen distributieregelen doet spr. een beroep op aller medewerking. Daarbij moge ik, aldus minister Steenberghe, den winke liers en handelaars verzoeken toch duidelijk en goed leesbare gegevens te verstrekken. Bij de veelheid van opgaven, waarmede het departement te maken heeft, leiden onduide- lijkheden tot vertraging en misverstand. Laten regeering en volk niet t e g e n elkaar, maar met elkaar de moeilijkheden, die wij thans ondervinden en die nog zooveel erger konden zijn, trachten te boven te komen. NIEUWE BEPALINGEN BETREFFENDE DE EVENTING TEGEN POKiKEN. De oorlog doet het pokkengevaar toenemen. Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot vaststelling van nieuwe bepalingen betreffende de inenting tegem pokken is het volgende ontleend De Minister is van oordeel, dat de bestaande toestand op het gebied ,van inenting, die naar zijn meening reeds veel te lang heeft voort- geduurd, niet langer mag worden bestendigd. De indirecte dwang, zooals wij dien vroeger hebben gekend kan niet opnieuw worden inge voerd. Wat daarentegen het stellen van directen dwang betreft, aan welk stelsel vol gens sommige leden de toekomst zou moeten zijn, kan de minister zich niet bij deze leden aansluiten. De leden, die bestendiging van den bestaan- den toestand bepleiten, brengen in het bij'zon- der naar voren, dat door de verbeterde hygie- nische maatregelen het gevaar voor pokken zeer veel geringer is geworden en dat, mocht zich onverhoopt weer eens een enkel geval van pokken voordoen, de lijder daaraan dadelijk kan worden geisoleerd. Afgezien van de vraag of uitsluitend door deze maatregelen een pok- ken-epidemie in rustige tijden steeds zou kun nen worden bedwongen welke vraag de Minister ontkennend zou willen beantwoorden wenscht hij er de aandacht op te vestigen, dat aan het betoog van de hier aan het woord zijnde leden in de tegenwoordige tijdsomstan digheden weinig overtuigende kracht kan worden toegekend. Evenmin heeft op den Minister grooten indruk gemaakt het betoog, dat de vaccinatie gevaarlijk is. De opmerking, dat er sinds de opschorting van den vaccinatieplicht in de kennis van het encephalitis-vraagstuk geen verbetering zou zijn getreden, acht de Minister niet geheel juist. Zooals in de memorie van toelichting is medegedeeld, is het inizicht, in deze quaestie door de ervaring in de afgeloopen jaren opge- daan, op een punt belangrijk verruimd. Dit punt betreft het feit, dat, naar is gebleken, het gevaar van encephalitis slechts in uiterst geringe mate bestaat, indien de vaccinatie plaats vindt op zeer jeugdigen leeftijd. Naar aanleiding der gevraagde raming van de kosten menkt de Minister op, dat het be- zwaarlijk is, deze met groote nauwkeurigheid te geven. Een voorzichtige raming is gekomen tot een bedrag van ten hoogste 30.000 per jaar. Ten aamzien van het vraagstuk van de be- vordering der revaccinatie en van dat der inenting van de militairen, wacht de regeering het tweede verslag der fetaatscommissie af. Ten slotte wenscht de Minister nog aan dacht te schenken aan de door de commissie van rapporteurs gestelde vraag in hoeverre het uitbreken van den oorlog tusschen Duitschland, Polen, Engeland en Frankrijk op het standpunt der regeering met betrekking tot de regeling van invloed is. De Minister verwijst in dit verband naar het verslag der Staatscommissie, waarin een afzonderlijke paragraaf is gewijd aan het pok- kenigevaar in tijden van oorlog en oorlogs- gevaar. Deze paragraaf komt tot de volgende slotsom: ,,In landen, waar geen of onvoldoen- de vaccinatie en revaccinatie worden toege- past, staat zoowel het leger als de burgerbe- volking in oorlogstijd bloot aan verhoogd ge vaar van een pokkenepidemie. Het leger in oorlogstijd kan bij de ver.breiding der pokken (evenals van andere besmettelijke ziekten) een belangrijke rol spelen. Ook vluchtelingen, geinterneerden en reizigers uit oorlogvoerende landen kunnen in andere landen, welke niet in den oorlog betrokken zijn, pokkengevallen veroorzaken. Een behoorlijk gevaccineerd en gerevaccineerd leger op voet van oorlog, als- mede een voldoende immuniteitstoestand der burgerbevolking is opk uit militaire over wegingen een dringende noodzakelij.kheid", GEMOBILISEERDEN MOETEN GEZOND BLIJVEN NAAR LICHAAM EN GEEST. De oud-Minister van Waterstaat, Jhr. Ir. O. C. A. van Lddth de Jeude, voorzitter Van den Centralen Raad van Advies inzake Ont- wikkeling en Ontgpanning van Militairen, heeft Maandagavond in het algeaneen pro- gramma voor de radio een uiteenzetting ge- geven van de wijze waarop deze Raad zich voorstelt zijn taak te vervullen. Na een korte inleidipg over de tot stand- koming wan den Raad, -(welke op initiatief van Z. K. H. Prins Bernhard door den opperbevel- hebber van land- en zeemacht is ingesteld, zei de spr., dat de raad van oordeel is, dat door gedecentraliseerde uitvoering, zij het onder centrale leiding, de juiste weg wordt bewan- deld. Velen heblben hun diensten aangeboden en indien daarvan niet aanstonds gebruik werd gemaakt, dan wijte men zulks niet aan ge brek aan waardeering, doch beseffe, dat het niet mogelijk en niet noodig is 'n uitgebreiden centralen staf te wenk te stellen, doch dat het veeleer de plaatselijke werkkrachten zijn waaraan behoefte bestaat. In dezen gedachtengang heeft de Raad voorshands afgezien van het houden van een natoinale collecte, omdat het loffelijk initia tief van regionale en plaatselijke comitd's tot het houden van inzamelingen daardoor zou worden geschaad. Intusschen is tot deze comite's de uitnoodi- ging gericht, zich omtrent hun plannen en omtrent de bestemming der ingekomen gelden met den Raad te verstaan, teneinde te voor komen, dat deze plannen worden doorkruist door hetgeen van andere zijde reeds geschied. Men bedenke, dat de gelden gelijkmatig moeten worden besteed en dat vele inwoners van de plaats, waar een inzameling wordt gehouden, elders gelegerd zijn en dus de op- brengst daarvan hun niet ten goede komt, terwijl bovendien in de eene plaats de midde- len ruimer vloeien dan in de andere waar misschien een veel grooter aantal militairen zijn. Met het ocg daarop wordt verzocht een deel der ingekomen gelden te storten in een alge- meene kas, terwijl zij, die zulks wenschen hunne bijdragen ook rechtstreeks, ten behoeve van die algemeene kas, kunnen storten op postgirorekening no. 359988 ten name van het bureau voor O. en O. Ibij het algemeen hoofdkwartier te 's-Gravenhage. Men onderschatte niet de geldbehoeften noodig voor het ontwikkelen en ontspannen van een groot gezin van meer dan 300.000 leden, voor onbepaalden tijd. De raad hoopt, dat zeer binnenkort ter be schikking van de sectie O. en O. zal worden gesteld een bij uitstek daarvoor geeigende functionaris, die voorgelicht door deskundige medewerkers, onder meer ernaar zal streven dat overal op verschillend gebied the right man an the right place zal worden gesteld. Spr. wilde voor alles den indruk wegnemen, alsof het zwaartepunt zou zijn gelegen in een soort amusements-organisatieHij heeft daarbij niet op het oog het verschaffen van waarachtig kunstgenot. De menschelijke geest. heeft behoefte aan ontspanning en kunstgenot, doch ook aan ontwikkeling. Deze ontwikke- ling kan in verschillenden vorm van voorlich- ting en onderwijs worden bijgebracht. In samenwerking met het Instituut voor Indmdueel Onderwijs en het Polytechnisch Bureau, Nederland, Arnhem wordt het lager en algemeen technisch onderwijs verzorgd. Den Minister van Onderwijs verleent mede werking door het beschikbaar stellen van nijverheids- en ambachtsscholen. De Minister van Economische Zaken geeft landbouw- scholen. Ook in eigen kring en op eigen kracht kan veel worden tot stand gebracht. Spr. denkt hier aan cursussen op verschillend gebied, die als aanvulling kunnen dienen van het zooeven bedoelde onderwijs. De menschelijke geest heeft intusschen be hoefte aan meer dan ontwikkeling en ontspan- ning, aan iets hoogers en tevens iets diepers. Deze behoefte komt niet bij alien op dezelfde wijze tot uitinjg en houdt ten nauwste verband met ieders levensbeschouwing, steunende op godsdienstige en ethische grondslagen. De genen, die zich tot taak stellen, deze geeste- Iijke waarden gaaf te houden, vinden een nuttig arlbeidsveld en met deze zorg hebben zich belast organisaties, die de verschillende geestesstroomingen in ons volksleven vertegen- woordigen. iZrj verzorgen uiteraard de geeste- lij'ke belangen van de bevolkingsgroepen, die zich aan haar leiding hebben toevertrouwd, doch bovendien is haar ernstig streven erop gericht, door onderlinge samenwerking en in nauw contact met de algemeene leiding, het gemeenschappelijke belang te dienen. Geen eenheidsmensohen maar menschen, die ver- draagzaamheid en eendracht als nationale deugd erkennen. Is men algemeen doordrongen van de hooge beteekenis van de taak, waarvoor de Raad zich gesteld ziet? ,,God geve dat ons de oorlogsverschrikkin- gen bespaard blijven, maar ook dan," besloot spr., „hebben wij een ernstig gevaar te be- strijden. Wij dienen er voor te waken, dat als te zijner tijd de demobilisatie zal geschie- den, zij niet gepaard gaat met verschijnselen van demoralisatie. Wij dienen al onze kraeh- ten in te spannen, dat onze gedemobiliseerde militairen gezond naar lichaam en geest in de maatschappij terug keeren en dat de maat- schappij zonder emstige evenwichtsstoringen, hun de plaats, die hun toekomt, weder kan inruimen. „Beseft de gevaren en slaat de handen ineen!" al in overeenstemming moet Zijn met de be- langen van Finland. Voorts spraken wij den wensch uit* het Rus- sisch-Finsche niet-aanvalspact te versterken met aanvullende wederzijdsche garanties. Ten- slotte zou de versterking der politieke Rus- sisch-Finsche betrekkingen ongetwijfeld een uitstekenden grondslag vormen ook voor een snelle opkomst der economische betrekkingen tusschen onze landen. Na dit alles gelooven wij niet, dat Finland een voorwendsel zal zoeken om het voorge- nomen accoord te verijdelen. Dat zou niet in overeenstemming zijn met de politiek van vriendschappelijke Russisch-Finsche betrek kingen en natuurlijk Finland ernstig bena- deelen. WAT DE SOVJET-UNIE VAN FINLAND VERLANGT. In de Dinsdag gehouden vergadering van den Oppersten raad der Sovjet-Unie heeft Molotof, de premier en volkscommissaris van buitenlandsche zaken, voor het eerst de eischen van de Sovjets ten aanzien van Fin land openbaar gemaakt. Hij noemde deze eischen uiterst bescheiden en beperkt tot een minimum, zonder hetwelk het onmogelijk zou zijn de veiligheid der Sov jet-Unie te waarborgen en de vriendschappe lijke betrekkingen met Finland te onder- houden. Molotof zeide o.m.: Wij hebben onderhandelingen aangeknoopt met Finland en wij stelden voor een verdrag tot wederzijdschen bijstand te sluiten ongeveer gelijk aan onze pacten met de andere Balti- sche landen. Aangezien de Finsche regeering echter verklaarde dat zulks in strijd zou komen met de door haar aangenomen houding der absolute neutraliteit, hebben wij niet vast- gehouden aan ons voorstel. Wij stelden daarop voor overeen te komen, dat de Russisch-Finsche grens op de land- enigte van Karelie eenige dozijnen kilometers Noordwaarts van Leningrad verschoven zou worden. Daartegenover stelden wij voor Finland een deel van het gebied van Sovjet-jKarelie te geven, dat tweemaal zoo groot is als het ge bied, dat Finland aan de Sovjet-Unie zou over- dragen. Verder wilden wij aldus Molotof"dat Finland ons voor een bepaalde termijn een klein stuk van zijn gebied in de streek van den toegang tot den Finschen golf zou ver- pachten opdat wij, daar een vlootsteunpunt aan den Zuidelijken toegang verkregen is door het pact met Estland door de inrichting van een vlootsteunpunt aan den Noordelijken toe gang de veiligheid van den Finschen golf tegen vijandelijke aanvallen volledig zouden kunnen waarborgen. Wij twijfelen er niet aan, dat de inrichting van een dergelijk steunpunt in overeenstem ming is niet alleen met de belangen van de Sovjet-Unie maar ook met de veiligheid van Finland zelf. Tegen onze andere voorstellen, in het bij,- zonder ons voorstel betreffende den ruil van gebied van eenige eilanden in den Finschen Golf evenals van een deel der schiereilanden Rybatschij en Srednij tegen een tweemaal zoo groot gebied in Sovjet-Karelie bestaan klaar- blijkelijk geen bezwaren van de kant van de Finsche regeering. Meeningsverschillen ten aanzien van een aantal onzer voorstellen zijn nog niet afgehan- deld en het is duidelijik, dat de hierover door Finland gedane concessies, bijvoorbeeld ge- deeltelijke afstand van gebied op de Karelische landengte haar doel niet bereiken. Wij zijn Finland verder nog eenige stappen tegemoet gekomen. Wij zeiden, dat wij in ge val onze voornaamste voorstellen aanvaard werden, bereid zijn onze bezwaren tegen be- wapening van de Aaland-eilanden, waaraan de Finsche regeering reeds lang vasthoudt, zou den intrekken. Wij stelden Finland ook voor langs de ge heele Rusissch-iFinsche grens op de Karelische landengte ontwapening ten uitvoer te leggen van de versterkte zones, hetgeen geheel en En niet meer beheerscht in Uw denken, hanidelen en spreken? Neem dan terstond Deze werken zemuwstillend, zenuiwsterkend. Buisje 75 ct. Bij Apoithekers en Drogisten. (Ingez. Med.) ENGELAND BESTELT EEN HALF MILLIARD ZANDZAKKEN. Uit Calcutta wordt gemeld: De Britsche regeering heeft door bemidde- ling van de Britsch-Indische regeering vijfhon- derd millioen zandzakken bij de Indisehe jute- industrie besteld. Per maand zullen 109 millioen zakken geleverd worden. De laatste levering zal einde April geschieden. DE VERLIEZEN DER ENGELSOHE ItOOPV AARDIJ. Volgens opgaven van Engelsche zijde. Renter meldt uit Londen: Van gezaghebbende zijde wordt verklaard, dat de Britsche koopvaardij in de afgeloopen week, als gevolg van de actie van Duitsche duikbooten, 21.000 ton heeft verloren, terwijl de Duitsche schepen, welke door de Engel- schen werden buitgemaakt, een tonnage had den van 19.500. De tot nog toe in October verloren tonnage bedraagt ongeveer 65.000 ton, vergeleken met 156.000 ton in September. De verliezen in de eerste maanden zijn daarom ongeveer gelijk aan die gedurende een week tijdens de heftige duikbootcampagne van April 1917. Wat de Duitsche bewering aangaat, dat de Britsche koopvaardij 475.000 ton scheepsruim- te izou hebben verloren, wordt te Londen de meening uitgesproken, dat bij deze tonnage moet zijn opgenoanen die van de gezonken oor- logsschepen en dat zelfs nog in dat geval het dubbele cijfer der tonnage wordt gegeven. Gezegd wordt, dat de door Churchill en Chamberlain opgegeven cijfers de juiste zijn. Churchill sprak over dertien duikbooten, welke tot zinken zijn gebracht en over vijf duikboo ten, welke ernstig werden beschadigd en mogelijk gezonken waren, terwijl Chamberlain later zeide, dat er nog een duikboot tot zin ken was gebracht en een tweede waarschijn- lijk vemield. Over het wrak van de Duitsche duikboot, welke onlangs op de Goodlwin Sands is aan- getroffen, wordt gemeld, dat als gevolg van het slechte weer de duikboot steeds dieper in het zand wegzakt. Nieuwe verliezen. Verder verneemt Reuter uit Londen: Het Britsche stoomschip Malabar (8000 ton) is Zondag door een Duitsche duikboot in den Atlantischen Oceaan tot zinken gebracht. Zeventig overlevenden zijn in een haven aan de Westkust van Engeland aan wal gebracht. In de machinekamer liggen de lijken opgeslo- van den Schotschen machinist en vier Las- karen. Te Hull werd Maandag medegedeeld, dat de stoomtreiler St. Nidan gezonken is op de terugreis van de visscherij, naar men gelooft ten gevolge van vijandelijke actie. De uit 15 koppen bestaande bemanning kon worden gered. FRANSOKE BESCHOUWINGEN OVER DEN STRIJD. Zoolang de oorlog nog geen vorm aange nomen heeft staat, meldt de correspondent der N. R. Ort. te Parijs, het iedereen vrij dien aan te wijzen welke hem het waarschijnlijkst voorkomt. Die veronderstelling gaat af op de troepenconcentraties welke in Duitschland hun beslag zouden krijgen. Al deze beschouwingen zijn uiterst speculatief. Frankrijk heeft zich langzamerhand in den stellingsoorlog vastgezet. De Journal verwerpt het vermoeden van een omtrekkende beweging ten aanzien van de Maginotlinie. Het front zal daarmede enkel langer worden, zooals bij den ,,ren naar de zee" in 1914. De eenige op- Iossing zou dus schuilen in een doorbraak van deze linie of van den Duitschen Westwal. Dit blad stelt het aantal gemobiliseerde Franschen op ongeveer 6 millioen. De Epoque kondigt aan dat de Fransche in dustrie met den bouw van vliegtuigen weldra ongeveer 300.000 personen in dienst zal heb ben en dat het aantal geproduceerde vliegtui gen dat van vredestijd met vijf maal zal over- treffen. Het oogenblik nadert, waarop de Fransche en Engelsche fabrieken ongeveer drie maal meer toestellen dan Duitschland kunnen leve ren. Dagelijks melden zich meer dan twee- honderd jongelui aan bij het ministerie van luchtvaart, om zich als vlieger, mecanicien of marconist op te geven. De Journal voorziet, dat de strijd aan het lueht-zeefroht zich vooral in het eerste ele ment zal afspelen. Deze strijd loopt tusschen Engeland en Duitschland. In den winter kan het tusschen beiden heet toegaan,maar om dat de strijd telkens moet worden afgebroken, kan hij niet den doorslag geven. Als het uur van den beslissenden slag ge komen is, moet Frankrijk bereid zijn om zijn partij mee te .blazen, en dat zal een belangrijke partij zijn. De overwinning blijft zeker aan de knapste en vermetelste piloten, maar zij moe ten ook paraat zijn en de beste toestellen heb ben. De schrijver verwacht de crisis het volgend voorjaar, en wel in grootscheepsche operaties waarbij alles wordt ingezet, wat de Duitsche nijverheid in izes jaren heeft gemaakt. Het komt dus op een intensen arbeid in de Fransche fabrieken aan. DUITSCHLAND IS STERKER DAN 25 JAAR GELEDEN. Het D.N.iB. meldt uit Berlijn: De opperbev elhebbe r van het Duitsche leger, generaal Von Brauchitsch, heeft een vertegenwbordiger van het tijdschrift ,,Freude und Arbeit" een interview toegestaan. Hij heeft hierin o.a. gezegd, dat Duitschland thans militair werkelijk sterker is dan 25 jaar geleden. Dit geldt zoowel voor de bewape- ning, als voor het nut. dat wordt getrokken r

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 6