ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Beate weet, wat ze wil eVingerkioven No. 9982 WOENSDAG 25 OCTOBER 1939 79e Jaargang Binnenland Feuilleton geneest ze vlug Poos 30, Tube 45 ct Bij Apoth. en Drogisten, UZENSC ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2.—overige lan den /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Citgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer /0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRI.JDAGAVONJU. REDE VAN MINISTER STEENBERGHE VOOR DE RADIO OVER DE LAND- EN TUINBOUW ONDER DE HUIDIGE OMSTANDIGHEDEN. De Minister van Economische Zaken, Mr. M. P. L. Steenberghe, heeft gisteravond voor de radio een rede gehouden, welke zooals men weet was aangekondigd als een persoonlijk woord tot de land- en tuinbouwers. Dat de Minister zich in het bijzonder tot den land- en tuinbouw riohtte, was, zoo zeide bij, niet te zien als een mindere waardeering van de beteekenis van andere takken van ons volksbestaan, doch vond zijn aanleiding hier- in, dat het probleem der voedselvoorziening einds einde Augustus zeer sterk op den voor- grond is getreden en dat in verband hiermede de regeering tal van maatregelen heeft ge troffen, die in het bijzonder voor den land- en tuinbouw van belang zijn. De Minister wilde zijn hoorders een inzicht geven in de bedoeling, die bij de regeering bij het nemen van de maatregelen voorzit. Het spreekt vanzelf, aldus de heer Steen berghe, dat ik u dit inzicht moeilijk kan geven, indien ik u niet eerst duideiijk maakt, hoe de regeering den toestand van den land- en tuinbouw ziet, zooals deze zich sinds einde Augustus heeft ontwikkeld. Voor de optimis- tische beschouwing, dat de Nederlandsche landbouw sinds het uitbreken van den oorlog de moeilijkheden zoo ongeveer te boven zou zijn, bestaat naar spr.'s meening helaas nog niet veel reden. De landbouw vindt niet steeds in alle kringen van Nederland de waardeering waarop hij recht heeft. Tijden als deze, waar- in de beteekenis van onzen landbouw voor de voedselvoorziening zooveel duidelijker tot ieder spreekt, dragen ertoe bij deze waardee ring te vergrooten. Thans blijkt voor ieder hoe nauw de belangen van alle groepen der Nederlandsche bevolking samen zijn verbon- den. De financieele uitkomsten van het be drijf over het geheel zijn zonder de regee- ringsbemoeienis, helaas nog weinig bevredi- gend. Spr. behandelde vervolgens de positie van de verschillende onderdeelen van land- en tuinbouw. Hij begon met den akkerbouw, den tak van landbouw, die in de gunstigste positie ver keert. Immers de graanprijzen in het buiten land zijn vrij sterk gestegen. Einde Augustus, dus voor den oorlog, bedroegen deze, b.v. voor tarwe pl.m. f 3,50 en voor rogge f 3. Thans zijn deze tot pl.m. f 6 respectievelijk 5,35 opgeloopen. Indien men nu echter be- denkt, dat de laatste door spr. vastgestelde aankoopsprijs f 11 voor tarwe en 9 voor rogge bedragen, dan ziet men, dat de prijzen die men thans voor buitenlandsche granen moet betalen, nog zeer laag zijn en zelfs nog lang niet voldoende zijn om de productie- kosten te dekken. Door de sterk verhoogde vrachtprijzen en de hooge verzekeringspre- mies zijn de aanvoerkosten enorm toege- nomen. Men moet er dan ook ernstig rekening mede houden, dat, indien t.z.t. na den oorlog deze kosten wederom tot een nonmaal peil zouden terugloopen, de graanprijzen een ge- voeligen terugslag zullen ondervinden. Het is intusschen bij een langeren duur van den oorlog mogelijk, dat de graanprijzen nog verder stijgen. Voor den zuiveren akkerbouw zou dit inder- daad een voordeel zijn. De granen worden echter ook als voedergranen in de veehouderij gebruikt en als deze zoo in prijs stijgen, moet de veehouderij haar voedergranen ook zeer duur inkoopen. Dit nu zou geen bezwaar zijn, indien de veehouderij haar producten ook voor aanmerkelijk hoogere prijzen zou kunnen af- zetten. Ten aanzien van den toestand en de voor- uitzichten voor de veehouderij zeide de mi nister: Wat de melkveehouderij betreft, is er al heel Door OTFFUCD VON HAiNISTE^N. Vertaald door Angelica van Hest. HOOFDSTUK I. Beale Serenus zat in nonehalante houding op de bovenste balustrade der reeling. Zij steunde er losjes met beide handen op, ter wijl ze tusschen de vingers van haar rechter- hand een sigaret hield. (Het frissche, door de zeelucht warm-bruin getinte gezicht van het pittige blonde meisje met de groote, sprekende oogen had een over- moedige, maar ook ietwat spottende uitdruk- king, terwijl zij de dire heeren tegenover haar rustig opnam. Daar zat Dr. Abeles, een zeer correct ge- kleed heer, op en top de stijve ambtenaar. Men beweerde, dat hij voor een diplomatieke zending, die hem zelf blijkbaar zeer gewich- tig voorkwam, naar Chili ging. Hij zat strak rechtop, op de bank. Op de leuning had Egon Dombusch plaats genomen, een groote, for- sche verschijning, op en top de getrainde sportsman. En Martin Kleinwachter, direc- teur van een groote Duitsche industrieele ondememing, die een belangrijk filiaal had in Buenos Aires, stond er wijdbeens naast, de handen in de zakken van zijn jasje. Beate lachte helder. „Natuurlijk is mijnheer Dornbusch weer boos op mij. Jammer! Ik had zoo graag bij al mijn medereizigers een goeden indruk ach- tergelaten. Dornbusch, die er inderdaad geeergerd uit- zag, haalde de schouders op. ,,'Het is dan ook werkelijk schandelijk licht- weinig reden om deze optimistisch te beoor- deelen. Van het voomaamste product, de boter, wordt op het oogenblik niet meer dan de helft van de productiekosten door de ver- wachte opbrengst in het buitenland gedekt. Immers, de commissie-noteering voor Neder landsche boter is 80 ct. per kg, terwijl de bin- nenlandsche groothandelsprijs van 19 October af op 1,60 is gesteld. Er is dus een bijslag van 80 ct. per kg noodig om de productiekos ten te dekken. Indien men nu weet, dat iedere cent bijslag op de boter per jaar een uitgave van 1 mil lioen gulden meebrengt, dan zult u het met mij eens zijn, dat dit onderdeel van onzen landbouw nog allerminst reden tot verheuge- nis geeft. Het is dus een eerste vereischte, de productiekosten voor de melkveehouderij niet hooger te maken dan noodig is. Met de kaas- en melkproducten is het gelukkig wat beter gesteld. Door de stijging der kaasprijzen is het zelfs mogelijk gebleken dezer dagen den steunbijslag op kaas met de helft te vermin- deren. De varkenshouderij heeft bij den afzet in het buitenland ook met bijzondere moeilijk heden, als bijv. de hooge vrachten, daling van het Engelsche pond, te kampen. De buiten landsche prijzen zijn nog immer van dien aard, dat de productiekosten hier te lande niet worden gedekt. De binnenlandsche prijzen zijn daartegenover zoowel voor varkens als de betere soorten rundvee redelijk. In hoeverre de pluimveehouders hoogere prijzen voor de voedergranen kunnen betalen, hangt grootendeels of van de vraag, of zij ook een hoogeren prijs voor de eieren zullen kun nen maken. De ontwikkeling van de prijzen in het buitenland moet worden afgewacht en ook omtrent het binnenlandsche prijspeil, dat met den exportprijs ten nauwste saimenhangt, is thans nog niets met zekerheid te zeggen. De productie is namelijk zoo groot, dat deze nooit alleen in het binnenland kan worden afgezet. Hierna besprak de minister den tuinbouw met de onderdeelen bloembollenteelt, boom- en bloemkweekerij. Be export van de bloembol- len en van boomkweekerijgewassen naar ver schillende landen ligt geheel stil. Vergoeding hiervoor in den vorm van meer afzet in het binnenland bestaat voor deze bedrijfstakken vrijwel niet. Ook voor de boomkweekerij zijn in de komende maanden groote moeilijkheden voor den afzet in het buitenland te verwach- ten. Den tuinbouw treft door de exportbelem- meringen eveneens bijzondere tegenslag. Hoewel de afzet in het binnenland ontegen- zeggelijk nog kan worden vergroot, zal hierin toch vermoedelijk geen voldoende tegenwicht voor het verlies aan export kunnen worden gevonden. Dat het dezen bedrijfstakken niet mogelijk zal zijn, zonder hulp van regeerings- wege, dezen voor hen zoo bijzonder moeilijken tijd door te komen, behoeft geen nader be- toog. Er is dus allerminst aanleiding zich op het standpunt te stellen alsof alle moeilijkheden sinds 1 September j.l. plotseling zijn over- wonnen. De regeering zal ertmede rekening moeten houden, dat nog op groote schaal fi nancieele steun voor den land- en tuinbouw noodig zal zijn. Bij de thans geldende prijzen moet deze nog op ongeveer honderd millioen gulden worden geschat, indien er geen verdere tegenvallers komen. Nu de voedselvoorziening voor mensch en dier met producten, welke ons eigen land op- brengt, van zoo groote beteekenis is gewor- den, is de aandacht van de regeering er meer dan ooit op gericht, dat de landbouw een krachtige positie inneemt. Op tal van wijzen heeft de regeering van dit streven in de laat ste weken blijk gegeven. In de eerste plaats heeft zij maatregelen genomen ten aanzien van de prijzen voor de producten. Voor vrijwel alle producten zijn inmiddels de prijzen verhoogd. In verband met de in den winter van 1938 geleden vorst- schade is voor de tarwe een bijzondere bij- zinnig, om daar bovenop te blijven zitten. Een plotselinge beweging en u ligt in het water." ,,Wat zou dat, de haaien moeten immers ook leven! Maar eigenlijk hebt u gelijk; het kostelijke reisgeld zou verloren zijn." Directeur Kleinwachter schudde zijn hoofd. ,,Wat wilt u toch eigenlijk in Argentinie? U bent een echt brutaaltje." ,,Wat ik wil? Trouwen natuurlijk. Kan een jong meisje soms nog wat anders willen dan trouwen? Ik ben practisch. Ze hebben mij verteld, dat er in Argentinie zes millioen jonge mannen mder zijn dan jonge meisjes. Verbeeld u eens, wat een keuze ik daar zal hebben! Bij zes millioen mannen zal er toch ook nog wel den voor mij te vinden zijn?" De deksteward kwam voorbijDames en heeren, over twee uur zijn wij in de haven." Directeur Kleinwachter knikte. ,,Dan ga ik naar mijn hut!" Ook Dr. Abeles ging met rustige, bedacht- zame passen naar de kajuitstrap. Slechts Dornbusch en Beate, die nog altijd op de reeling zat, bleven aohter. „Jammer, dat u nu op het laatste oogen blik nog boos bent. Ik dacht, dat we ge- durende de reis heel goede vrienden waren geworden. Ik meen, dat we zoo eenigszins uit hetzelfde hout gesneden zijn: zwervers zonder doel of liever zwervers, die een geluk najagen, dat zij nog niet kennen." Dornbusch bleef emstig. ,,Ik heb er mijn reden voor, dat ik ont- stemd ben. Ik maak me doodeenvoudig be- zorgd over u en heb daar toch geen enkele aanleiding toe." Beate zag hem met schuingehouden hoofd aan; op haar gezichtje kwam een komisch- verschrikte uitdrukking. ,,'Groote goedheid, u bent toch niet ver- liefd op me geworden?" „Ziet u nu wel, dat er met u geen verstan- dig woord te praten valt Ik zal u eens wat slag van f 1 per 100 kg gegeven, zoodat men f 11 ontvangt. Voor de rogge zijn verschillen de voorzieningen getroffen. Daar door den vorigen oogst de roggeprijs steeds op een laag niveau was geweest en gedurende geruimen tijd nauwelijks 7,25 heeft gehaald, was voor den oogst 1939 een nieuwe roggesteunrege- ling ingesteld. Bij deze regeling werd de roggeprijs begin Augustus terstond op 7,35 gebracht met een wekelijksche verhooging. De bijzondere omstandigheden in September gaven spr. echter aanleiding den roggeprijs reeds toen op f 8 per 100 kg te bepalen, een prijs, die onder de regeling eerst in December in uitzicht was gesteld. Kort daarop is voor de rogge nog een bijslag van f 1 gegeven aan de roggetelers, die gewoon waren hun rogge te vervoederen en dezer dagen is deze bijslag van 1 tot alle roggeVerbouwers uitgebreid. Tot een verhooging van de oorspronkelijk vastgestelde richtprijzen met 1 is inmiddels ook ten aanzien van gerst, haver, aardappel- meel en suikerbieten besloten. Verhooging van de aankoopprijzen voor peulvruchten en eenige andere producten wordt voorbereid. Voor de aardappelen is een samenstel van maatregelen getroffen. Tot steun aan de markt zal een hoeveelbeid consumptie-aard- appelen door de regeering worden aangekocht, en aan de telers van wie niet wordt opge- kocht is een garantieprijs in uitzicht gesteld. Voorts kan voor de aardappelen, die niet voor aankoop en .garantie in aanmerking komen, een denaturatiebijslag worden gegeven. Ook voor de goedgekeurde pootaardappelen is een prijsregeling getroffen. Wat den akkerbouw betreft, zijn dus voor den oogst 1939 over de geheele linie richt prijzen verhoogd of werden maatregelen ge nomen, die in de toekomst behoorlijke prijzen waarborgen. Ook op het gebied der vee houderij, in het bijzonder de melkveehouderij, werd een bijzondere voorzienin-g getroffen. De groothandelsprijs voor boter werd met ingang van 19 October j.l. voor het a.s. winterhaljaar van /1,45 tot 1,60 per kg ver hoogd. Tegelijk daarmede werd de prijs van de margarine met 8 ct. verhoogd. Spr. wees vervolgens op andere maat regelen, die van bijzondere en buitenlandsche granen worden gebruikt voor menschelijk en dierlijk voedsel. Hoe meer broodgraan er is, des te meer granen ofandere producten, die in het brood zouden kunnen worden ver- werkt, blijven beschikbaar voor veevoeder. De belangrijke aankoopen van tarwe, die de regeering reeds voor het uitbreken van den oorlog had gedaan en die den broodgraanvoor- raad verruimden, hebben dus ook op de vee- voerpositie een gunstigen invloed gehad. Het zelfde is het geval met de geregelde aankoopen door de regeering van granen, olie-houdende zaden en pitten, dier- en vischmeel etc. Ook het aankoopen door de regeering van den binnenlandschen graanoogst strekt tot steun aan den landbouw, in het bijzonder aan de veehouderij. Door deze aankoopen heeft de regeering het immers in de hand om deze granen tegen lagere prijzen aan de veehouderij ter beschikking te stellen. Ten slotte noemde spr. de hulp en voor- lichting, die van den landbouwvoorlichtings- dienst. Ten aanzien van de overwegingen van de regeering bij deze maatregelen, in het bij zonder ten aanzien van de prijsregelingen, merkte spr. op, dat met verschillende factoren rekening is gehouden, waarvan spr. de voor- naamste vier noemde. In de eerste plaats is bij de vaststelling van de prijzen in acht genomen de stijging van de productiekosten, welke reeds in de laatste weken viel waar te nemen. De veehouderij moest reeds meer voor haar krachtvoeder betalen. Als tweede punt werd aandacht gewijd aan de stijging van de kosten, die zich even- als voor alle andere groepen der bevolking ook voor den boer en zijn gezin reeds doet gevoe- len en ook in de naaste toekomst niet zal kun nen uitblijven. zeggen: ik ben er vast van overtuigd, dat u blindelings in uw ongeluk loopt en dat U ellendig en jammerlfjk te gronde zult gaan." ..Wel bedankt voor de opwekkende voor- spelling." ,.Ik meen het! Op de sen of andere adver- tentie van een courantneemt u -een betrek- king aan in het hartje van Argentinie. U weet absoluut niet, wat men daar van u wil, wat voor soort betrekking het is en of u wel geschikt bent, om uw taak te vervullen. U reist maar naar Argentinie, alsof het een doodgewoon en eenvoudig weekend-uitstapje is. Hebt u er dan absoluut geen begrip van. welke gevaren u tegemoet gaat?" Beate's gezicht had nu een nadenkende uit drukking gekregen. Die peinzende expressie en de kleine groeven om haar mond gaven haar gelaat dat diepzinnig aanzien, waardoor het bijzondere meisje hem van het begin af interessant was voorgekomen. ,/Weet u, mijnheer Dornbusch, gevaar is feitelijk iets eigenaardigs. Hebt u nog nooit bemerkt, dat een ezel op gevaarlijke wegen in de bergen altijd bij voorkeur vlak langs den afgrond loopt ,,Hoe komt u daarbij Bedoelt u mij?" ,,Neen, dit keer alleen maar mezelf. U was daarstraks zoo boos, omdat ik bovenop de reeling zit. Kijkt u eens naar mijn teenen. Die heb ik goed vastgeklemd en zoolang ik mijn voeten vastgeklemd houd, ben ik in vei- ligheid. U staat los midden op het dek en als er een onverwachte ruk komt, waarop u niet voorbereid bent, ligt u plat op uw neus. Het is dus nog de vraag, wie van ons beiden het voorzichtigste is!" Bij de laatste woorden klonk in haar stem ingehouden opwinding door. Dornbusch liep een paar stappen heen en weer. ..Als u het zoo bedoelt... Maar, moest u als jong meisje nu juist beslist naar Argen tinie?" „Ja." Een derde factor vormde de kwestie, dat van verschillende landbouwproducten, een geringere opbrengst is te verwachten. Indien b.v. minder krachtvoer beschikbaar zal zijn, is hiervan een geringere hoeveelheid melkvet per kg melk het gevolg. Ten slotte moest er mede rekening worden gehouden, dat de boer uit de opbrengst van den oogst 1939 zijn uitgaven aan zaaizaad, pootgoed, bemesting etc. voor den volgenden oogst moet dekken. Daar de voorbereidingen voor den volgenden oogst zich over een vrij lange periode uitstrekken, kunnen zich hier- bij allerlei mogelijkheden van prijsstijging voordoen en leek het billijk, dat bij het vast- stellen der huidige richtprijzen reeds thans deze bijzondere factor in aanmerking werd genomen. Dit alles heeft betrekking op den oogst 1939. Mededeelingen of toezeggingen omtrent richt prijzen voor den oogst 1940 zouden thans slechts een slag in de lucht zijn. Spr. zeide dat bij de vaststelling daarvan t.z.t. met alle factoren zoo eenigszins mogelijk, ten voile rekening zal worden gehouden. De Minister eindigde met een opwekkend woord. Spant uw uiterste krachten in zoo zeide hij om uit den bodem te halen wat erin zit. De Nederlandsche land- en tuinbouw heeft in de wereld een voortreffelijken naam. Gij zult dien naam ook thans hoog houden. Spr. vroeg vertrouwen te hebben in de regee ring, waarbij hij wees op de juist opgesomde daden der laatste weken, waaruit blijkt, dat hij de prijzen in overeenstemming heeft gebracht met een redelijke belooning van den arbeid. Gij zult, zoo betoogde spr., het wel niet altijd eens zijn met al mijn beslissingen. Waar zooveel tegenstrijdige belangen moeten wor den verzoend, kan dit ook moeilijk anders. Maar ik mag wel verwachten, dat gij de over- tuiging zult hebben, dat de regeering uw bedrijf en uw gezin in dezen rampspoedigen tijd zoo goed mogelijk zal helpen, in de vurige hoop, dat spoedig betere tijden voor de menschheid aanbreken. Toont gij van uw kant uw nationale solidariteit door opgewekt en zonder kleinzielig gemopper uw werk te ver- richten ten bate van onze geheele Nederland sche gemeenschap, van wie u uw rechtvaar- dige belooning ontvangt. BIJSLAG OP DEN STEUN GEVRAAGD. De Arbeidersbeweging wendt zich tot de regeering met het verzoek de uit- keeringen aan te passen bij de ver- anderde omstandigheden. De vier nationale arbeidersvakcentrales, het N.V.V., het R.K. Werkliedenverbond, het C.N.V., en de Nederl. vakcentrale, hebben zich tot den Minister van Sociale Zaken gewend met een brief, waarin o.a. het volgende wordt uiteengezet: In verband met de stijging van de kosten van het levensonderhoud zien de besturen zich genoodzaakt het volgende onder de aandacht te brengen: Reeds thans zijn de prijzen van verschil lende noodzakelijke levensbehoeften in belang rijke mate gestegen. Deze ontwikkeling vervult de besturen met groote bezorgdheid. Zij vragen zich af, wat hiervan de gevolgen zullen zijn, in het bijzon der voor de groepen van werknemers, die zeer lage loonen verdienen en voor hen, die van steunuitkeeringen moeten leven. Reeds v6or de stijging intrad verkeerden velen van hen, die tot genoemde categorieen behooren, in een uiterst moeilijke positie. Het geldt uiteraard nog meer in het bijzonder voor degenen, die langdurig werkloos zijn. Het tekort, dat in zoo vele gezinnen in toe nemende mate is ontstaan, is nu door de stij ging van de kosten van het levensonderhoud nog vergroot en zal, naar moet worden ge- vreesd, bij verdere stijging van de prijzen van noodzakelijke levensbehoeften, een omvang aannemen, waardoor de grens van het uiterste bestaans-minimum wordt overschreden, het- geen tot groote moeilijkheden zou leiden. Er ,.Waarom, als ik vragen mag?" „Het gaat u eigenlijk heelemaal niet aan, want u bent niet mijn biechtvader en ook niet mijn voogd. Ik wil het u echter toch zeggen. Eigenlijk ben ik dit gesprek met op- zet begonnen. Ik zal het u vertellen, want ik houd u voor een behoorlijk, serieus mensch. Wat er van mij terecht zal komen, weet ik niet. Ik kan geluk hebben, maar ik kan ook evengoed naar de maan gaan. Ook dat gaat eigenlijk niemand aan, maar ik zou toch erg graag willen, dat er ergens op de wereld een mensch is, die in mij niet alleen een dwaas, liohtzinnig kind ziet. Ik had geen lust, in Buitschland spitsroeden te loopen." ,,Dat begrijp ik niet." ,,'Lieve hemel, doet u toch niet zoo onnoo- zel. Mijn naam is heusch niet algemeen en u komt toch ook uit Berlijn!" Over het gelaat van Dombusch gleed een uitdrukking van schrik. ,,'U bent...?" 'Natuurlijk! Ik ben Beate Serenus, de eenige dochter van bankier Serenus, die een half millioen aan gelden van zijn klanten ver- duisterde en bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Ik hoef het werkelijk niet te ontken- nen: de Berlijnsche kranten waren zoo vrien- delijk, zelfs een foto van mij op te nemen." Dornbusch bezag het meisjesfiguurtje v66r hem met innige deelneming in zijn oogen, maar zij weerde hem af. ,,Alstublieft niet, geen betuigingen van medelijden. Maar dat kan ik u wel zeggen, dat mijn vader geen bedrieger was. Mijn vader was de liefste en goedigste man, dien u zich denken kunt, maar hij kon het leven niet aan; hij liet zich door slechte vrienden raden. Keker, hij deed iets, wat hij niet mocht doen, maar hij was er vast van overtuigd, dat hij alles terug zou winnen. Enfin, laten we daar maar over zwijgen. Mijn arme vader heeft het meeste geboet en toen hij lag te sterven, wetend dat hij mij alleen moest is naar de meening van deze besturen dan ook alle aanleiding aan dit Vraagstuk thans reeds ernstig aandacht te schenken. 'Het is in verband hiermee, dat zij het drin- gende verzoek richten maatregelen te willen nemen, waardoor in elk geval de steunuitkee ringen, alsmede de werkverschaffingsloonen tijdig worden aangepast bij de veranderde om standigheden, hetgeen althans voorloopig het best zou kunnen geschieden door de toeken- ning van een bijslag, ongeveer in overeenstem ming met de stijging van de kosten van het levensonderhoud. Ook door middel van verhooging van den z.g. B-steun zou hulp kunnen worden geboden. De besturen spreken het vertrouwen uit, dat de Minister ook in het belang van de volks- kracht met het verzoek emstig rekening zal willen houden en in verband met de urgentie zoo spoedig mogelijk tot een gunstige beslis- sing zal kunnen komen. NEDERLANDSCHE ZEELEEDEN TE ANTWERPEN. De heer Wijnkoop heeft de volgende vragen gericht tot den Minister van Buitenlandsche Zaken: Is het den Minister bekend, dat de te Ant- werpen vertoevende Nederlandsche zeelieden in moeilijkheden verkeeren ten gevolge van een besluit der Belgische regeering om het aanmonsteren van vreemdelingen op Belgische schepen niet toe te laten? Is het den Minister bekend dat ook op de schepen van de Berntijn-lijn te Antwerpen, die door de Holland-Amerika-Lijn is overgenomen, o.a. op de „Pennland" en de ,,Westemland»\ Nederlandsche zeelieden werden afgewezen? Is de Minister bereid te bevorderen, dat aan Nederlandsche zeelieden in Antwerpen of an dere buitenlandsche havens, althans zooveel mogelijk, gelegenheid wordt gegeven om ar beid te vinden op Nederlandsche schepen, en daartoe den gezantschappen en consulaten in Belgie en andere landen, waar dit noodig mocht wezen, opdracht te geven in dezen zin werkzaam te zijn HET AMBTENARENVERBOD EN DE N. S. B. Over het ambtenarenverbod schrijft de re geering in haar memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake de begrooting, dat zij er van overtuigd is, dat de nationale eenheid in deze dagen meer dan ooit noodzakelijk is. Zij is echter van meening, dat, alvorens te kunnen overwegen intrekking van het voor rijksambtenaren geldende verbod om lid te zijn van de Nationaal 'Socialistische Beweging, de nadere ontwikkeling moet worden afgewacht. WERKLOOSHEIDSBESTRIJDING. De regeering verklaart in haar Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de Rijksbegrooting voor 1940, dat het uiterst moeilijk zoo niet ondoenlijk is, onder de huidige omstandigheden aan te geven wat op het gebied van de uitvoering van groote wer- ken zal kunnen worden gedaan. De regeering zal doen wat mogelijk is. De maatregelen der reggering tot bestrijding van de werkloosheid, welke samenvallen met het plan van den ar beid, zullen worden uitgevoerd. De regeering erkent, dat verkorting van den arbeidstijd voor bepaalde bedrijfstakken inder daad een middel kan zijn tot vermindering van het aantal werkloozen. Of daartoe in een be- paald geval kan worden overgegaan, zal voor- al worden beheerscht door de vraag of de structuiir en de economische positie van het bedrijf een verkorting van den werktijd ge- doogen, zonder dat groote schade moet wor den verwacht. De thans op vrijwel ieder ge- achterlaten, is dat wel de zwaarste straf voor hem geweest, erger dan welke straf ter wereld ook." Haar mond trok zenuwachtig, maar zij on- derdrukte het opkomende huilen. ..U kunt nu zeker wel begrijpen, dat ik weg moest; ik kon het niet verdragen. dat mijn vader door iedereen veroordeeld werd en dat ik zelf ook met den vinger werd na- ge wezen." ,,Hebt u geen familie?" O ja, een heele verzameling allerliefste familieleden, die me dagelijks alles weer op mijn boterham smeren. Dat wil ik niet! Ik wil op mijn eigen beenen staan, maar ik kan ook niet goed verdragen, dat iedereen bij wien ik om een betrekking kom, tusschen zijn tan- den fluit; ,,Ach, bent u de dochter van ban kier Serenus?" U hoeft niet te denken, dat ik ten onder zal gaan, maar ik wil frissche lucht inademen. Kijkt u maar, ik heb een paar stevige handen en ik heb ook wat geleerd." ,,Maar waarom moet het dan speciaal Ar gentinie zijn ,,Ook dat is heel eenvoudig. Wat ik zoo- juist zei van trouwen met een Argentijn, is natuurlijk onzin. Ik denk er niet aan, nu niet en later ook niet. Werken wil ik, het doet er niet toe wat ik houd mijn oogen open; ik heb zelfs een revolver in mijn zak voor als het noodig is: mij zal niets gebeu- ren. U vraagt me, waarom ik juist naar Argentinie wil Mijn vader was sen groot liefhebber van Moorsche oudheden. Wij heb ben driemaal een heelen zomer in Granada doorgebraeht en daardoor spreek ik vrij goed Spaansch. Dat is de reden, dat ik Argentinie koos. Maar nu maak ik een eind aan ons gesprek, want ik moet de papieren voor de landing nog bij elkaar zoeken. Mijn nieuwe baas zal me aan de haven opwachten." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 1