ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Beate weet, wat ze wil
eVingerkioven
No. 9982
WOENSDAG 25 OCTOBER 1939
79e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
geneest ze vlug
Poos 30, Tube 45 ct Bij Apoth. en Drogisten,
UZENSC
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2.—overige lan den /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Citgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer /0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRI.JDAGAVONJU.
REDE VAN MINISTER STEENBERGHE
VOOR DE RADIO OVER DE LAND- EN
TUINBOUW ONDER DE HUIDIGE
OMSTANDIGHEDEN.
De Minister van Economische Zaken, Mr.
M. P. L. Steenberghe, heeft gisteravond voor
de radio een rede gehouden, welke zooals men
weet was aangekondigd als een persoonlijk
woord tot de land- en tuinbouwers.
Dat de Minister zich in het bijzonder tot
den land- en tuinbouw riohtte, was, zoo zeide
bij, niet te zien als een mindere waardeering
van de beteekenis van andere takken van ons
volksbestaan, doch vond zijn aanleiding hier-
in, dat het probleem der voedselvoorziening
einds einde Augustus zeer sterk op den voor-
grond is getreden en dat in verband hiermede
de regeering tal van maatregelen heeft ge
troffen, die in het bijzonder voor den land- en
tuinbouw van belang zijn.
De Minister wilde zijn hoorders een inzicht
geven in de bedoeling, die bij de regeering
bij het nemen van de maatregelen voorzit.
Het spreekt vanzelf, aldus de heer Steen
berghe, dat ik u dit inzicht moeilijk kan
geven, indien ik u niet eerst duideiijk maakt,
hoe de regeering den toestand van den land-
en tuinbouw ziet, zooals deze zich sinds einde
Augustus heeft ontwikkeld. Voor de optimis-
tische beschouwing, dat de Nederlandsche
landbouw sinds het uitbreken van den oorlog
de moeilijkheden zoo ongeveer te boven zou
zijn, bestaat naar spr.'s meening helaas nog
niet veel reden. De landbouw vindt niet steeds
in alle kringen van Nederland de waardeering
waarop hij recht heeft. Tijden als deze, waar-
in de beteekenis van onzen landbouw voor
de voedselvoorziening zooveel duidelijker tot
ieder spreekt, dragen ertoe bij deze waardee
ring te vergrooten. Thans blijkt voor ieder
hoe nauw de belangen van alle groepen der
Nederlandsche bevolking samen zijn verbon-
den. De financieele uitkomsten van het be
drijf over het geheel zijn zonder de regee-
ringsbemoeienis, helaas nog weinig bevredi-
gend. Spr. behandelde vervolgens de positie
van de verschillende onderdeelen van land-
en tuinbouw.
Hij begon met den akkerbouw, den tak van
landbouw, die in de gunstigste positie ver
keert. Immers de graanprijzen in het buiten
land zijn vrij sterk gestegen. Einde Augustus,
dus voor den oorlog, bedroegen deze, b.v.
voor tarwe pl.m. f 3,50 en voor rogge f 3.
Thans zijn deze tot pl.m. f 6 respectievelijk
5,35 opgeloopen. Indien men nu echter be-
denkt, dat de laatste door spr. vastgestelde
aankoopsprijs f 11 voor tarwe en 9 voor
rogge bedragen, dan ziet men, dat de prijzen
die men thans voor buitenlandsche granen
moet betalen, nog zeer laag zijn en zelfs nog
lang niet voldoende zijn om de productie-
kosten te dekken. Door de sterk verhoogde
vrachtprijzen en de hooge verzekeringspre-
mies zijn de aanvoerkosten enorm toege-
nomen. Men moet er dan ook ernstig rekening
mede houden, dat, indien t.z.t. na den oorlog
deze kosten wederom tot een nonmaal peil
zouden terugloopen, de graanprijzen een ge-
voeligen terugslag zullen ondervinden.
Het is intusschen bij een langeren duur van
den oorlog mogelijk, dat de graanprijzen nog
verder stijgen.
Voor den zuiveren akkerbouw zou dit inder-
daad een voordeel zijn. De granen worden
echter ook als voedergranen in de veehouderij
gebruikt en als deze zoo in prijs stijgen, moet
de veehouderij haar voedergranen ook zeer
duur inkoopen. Dit nu zou geen bezwaar zijn,
indien de veehouderij haar producten ook voor
aanmerkelijk hoogere prijzen zou kunnen af-
zetten.
Ten aanzien van den toestand en de voor-
uitzichten voor de veehouderij zeide de mi
nister:
Wat de melkveehouderij betreft, is er al heel
Door OTFFUCD VON HAiNISTE^N.
Vertaald door Angelica van Hest.
HOOFDSTUK I.
Beale Serenus zat in nonehalante houding
op de bovenste balustrade der reeling. Zij
steunde er losjes met beide handen op, ter
wijl ze tusschen de vingers van haar rechter-
hand een sigaret hield.
(Het frissche, door de zeelucht warm-bruin
getinte gezicht van het pittige blonde meisje
met de groote, sprekende oogen had een over-
moedige, maar ook ietwat spottende uitdruk-
king, terwijl zij de dire heeren tegenover haar
rustig opnam.
Daar zat Dr. Abeles, een zeer correct ge-
kleed heer, op en top de stijve ambtenaar.
Men beweerde, dat hij voor een diplomatieke
zending, die hem zelf blijkbaar zeer gewich-
tig voorkwam, naar Chili ging. Hij zat strak
rechtop, op de bank. Op de leuning had Egon
Dombusch plaats genomen, een groote, for-
sche verschijning, op en top de getrainde
sportsman. En Martin Kleinwachter, direc-
teur van een groote Duitsche industrieele
ondememing, die een belangrijk filiaal had in
Buenos Aires, stond er wijdbeens naast, de
handen in de zakken van zijn jasje.
Beate lachte helder.
„Natuurlijk is mijnheer Dornbusch weer
boos op mij. Jammer! Ik had zoo graag bij
al mijn medereizigers een goeden indruk ach-
tergelaten.
Dornbusch, die er inderdaad geeergerd uit-
zag, haalde de schouders op.
,,'Het is dan ook werkelijk schandelijk licht-
weinig reden om deze optimistisch te beoor-
deelen. Van het voomaamste product, de
boter, wordt op het oogenblik niet meer dan
de helft van de productiekosten door de ver-
wachte opbrengst in het buitenland gedekt.
Immers, de commissie-noteering voor Neder
landsche boter is 80 ct. per kg, terwijl de bin-
nenlandsche groothandelsprijs van 19 October
af op 1,60 is gesteld. Er is dus een bijslag
van 80 ct. per kg noodig om de productiekos
ten te dekken.
Indien men nu weet, dat iedere cent bijslag
op de boter per jaar een uitgave van 1 mil
lioen gulden meebrengt, dan zult u het met
mij eens zijn, dat dit onderdeel van onzen
landbouw nog allerminst reden tot verheuge-
nis geeft. Het is dus een eerste vereischte,
de productiekosten voor de melkveehouderij
niet hooger te maken dan noodig is. Met de
kaas- en melkproducten is het gelukkig wat
beter gesteld. Door de stijging der kaasprijzen
is het zelfs mogelijk gebleken dezer dagen den
steunbijslag op kaas met de helft te vermin-
deren.
De varkenshouderij heeft bij den afzet in
het buitenland ook met bijzondere moeilijk
heden, als bijv. de hooge vrachten, daling van
het Engelsche pond, te kampen. De buiten
landsche prijzen zijn nog immer van dien
aard, dat de productiekosten hier te lande niet
worden gedekt. De binnenlandsche prijzen
zijn daartegenover zoowel voor varkens als de
betere soorten rundvee redelijk.
In hoeverre de pluimveehouders hoogere
prijzen voor de voedergranen kunnen betalen,
hangt grootendeels of van de vraag, of zij ook
een hoogeren prijs voor de eieren zullen kun
nen maken. De ontwikkeling van de prijzen
in het buitenland moet worden afgewacht en
ook omtrent het binnenlandsche prijspeil, dat
met den exportprijs ten nauwste saimenhangt,
is thans nog niets met zekerheid te zeggen.
De productie is namelijk zoo groot, dat deze
nooit alleen in het binnenland kan worden
afgezet.
Hierna besprak de minister den tuinbouw
met de onderdeelen bloembollenteelt, boom-
en bloemkweekerij. Be export van de bloembol-
len en van boomkweekerijgewassen naar ver
schillende landen ligt geheel stil. Vergoeding
hiervoor in den vorm van meer afzet in het
binnenland bestaat voor deze bedrijfstakken
vrijwel niet. Ook voor de boomkweekerij zijn
in de komende maanden groote moeilijkheden
voor den afzet in het buitenland te verwach-
ten. Den tuinbouw treft door de exportbelem-
meringen eveneens bijzondere tegenslag.
Hoewel de afzet in het binnenland ontegen-
zeggelijk nog kan worden vergroot, zal hierin
toch vermoedelijk geen voldoende tegenwicht
voor het verlies aan export kunnen worden
gevonden. Dat het dezen bedrijfstakken niet
mogelijk zal zijn, zonder hulp van regeerings-
wege, dezen voor hen zoo bijzonder moeilijken
tijd door te komen, behoeft geen nader be-
toog.
Er is dus allerminst aanleiding zich op het
standpunt te stellen alsof alle moeilijkheden
sinds 1 September j.l. plotseling zijn over-
wonnen. De regeering zal ertmede rekening
moeten houden, dat nog op groote schaal fi
nancieele steun voor den land- en tuinbouw
noodig zal zijn. Bij de thans geldende prijzen
moet deze nog op ongeveer honderd millioen
gulden worden geschat, indien er geen verdere
tegenvallers komen.
Nu de voedselvoorziening voor mensch en
dier met producten, welke ons eigen land op-
brengt, van zoo groote beteekenis is gewor-
den, is de aandacht van de regeering er meer
dan ooit op gericht, dat de landbouw een
krachtige positie inneemt. Op tal van wijzen
heeft de regeering van dit streven in de laat
ste weken blijk gegeven.
In de eerste plaats heeft zij maatregelen
genomen ten aanzien van de prijzen voor de
producten. Voor vrijwel alle producten zijn
inmiddels de prijzen verhoogd. In verband
met de in den winter van 1938 geleden vorst-
schade is voor de tarwe een bijzondere bij-
zinnig, om daar bovenop te blijven zitten.
Een plotselinge beweging en u ligt in het
water."
,,Wat zou dat, de haaien moeten immers
ook leven! Maar eigenlijk hebt u gelijk; het
kostelijke reisgeld zou verloren zijn."
Directeur Kleinwachter schudde zijn hoofd.
,,Wat wilt u toch eigenlijk in Argentinie?
U bent een echt brutaaltje."
,,Wat ik wil? Trouwen natuurlijk. Kan
een jong meisje soms nog wat anders willen
dan trouwen? Ik ben practisch. Ze hebben
mij verteld, dat er in Argentinie zes millioen
jonge mannen mder zijn dan jonge meisjes.
Verbeeld u eens, wat een keuze ik daar zal
hebben! Bij zes millioen mannen zal er toch
ook nog wel den voor mij te vinden zijn?"
De deksteward kwam voorbijDames en
heeren, over twee uur zijn wij in de haven."
Directeur Kleinwachter knikte.
,,Dan ga ik naar mijn hut!"
Ook Dr. Abeles ging met rustige, bedacht-
zame passen naar de kajuitstrap. Slechts
Dornbusch en Beate, die nog altijd op de
reeling zat, bleven aohter.
„Jammer, dat u nu op het laatste oogen
blik nog boos bent. Ik dacht, dat we ge-
durende de reis heel goede vrienden waren
geworden. Ik meen, dat we zoo eenigszins
uit hetzelfde hout gesneden zijn: zwervers
zonder doel of liever zwervers, die een geluk
najagen, dat zij nog niet kennen."
Dornbusch bleef emstig.
,,Ik heb er mijn reden voor, dat ik ont-
stemd ben. Ik maak me doodeenvoudig be-
zorgd over u en heb daar toch geen enkele
aanleiding toe."
Beate zag hem met schuingehouden hoofd
aan; op haar gezichtje kwam een komisch-
verschrikte uitdrukking.
,,'Groote goedheid, u bent toch niet ver-
liefd op me geworden?"
„Ziet u nu wel, dat er met u geen verstan-
dig woord te praten valt Ik zal u eens wat
slag van f 1 per 100 kg gegeven, zoodat men
f 11 ontvangt. Voor de rogge zijn verschillen
de voorzieningen getroffen. Daar door den
vorigen oogst de roggeprijs steeds op een laag
niveau was geweest en gedurende geruimen
tijd nauwelijks 7,25 heeft gehaald, was voor
den oogst 1939 een nieuwe roggesteunrege-
ling ingesteld. Bij deze regeling werd de
roggeprijs begin Augustus terstond op 7,35
gebracht met een wekelijksche verhooging.
De bijzondere omstandigheden in September
gaven spr. echter aanleiding den roggeprijs
reeds toen op f 8 per 100 kg te bepalen, een
prijs, die onder de regeling eerst in December
in uitzicht was gesteld. Kort daarop is voor
de rogge nog een bijslag van f 1 gegeven aan
de roggetelers, die gewoon waren hun rogge
te vervoederen en dezer dagen is deze bijslag
van 1 tot alle roggeVerbouwers uitgebreid.
Tot een verhooging van de oorspronkelijk
vastgestelde richtprijzen met 1 is inmiddels
ook ten aanzien van gerst, haver, aardappel-
meel en suikerbieten besloten. Verhooging van
de aankoopprijzen voor peulvruchten en eenige
andere producten wordt voorbereid.
Voor de aardappelen is een samenstel
van maatregelen getroffen. Tot steun aan de
markt zal een hoeveelbeid consumptie-aard-
appelen door de regeering worden aangekocht,
en aan de telers van wie niet wordt opge-
kocht is een garantieprijs in uitzicht gesteld.
Voorts kan voor de aardappelen, die niet voor
aankoop en .garantie in aanmerking komen,
een denaturatiebijslag worden gegeven. Ook
voor de goedgekeurde pootaardappelen is een
prijsregeling getroffen.
Wat den akkerbouw betreft, zijn dus voor
den oogst 1939 over de geheele linie richt
prijzen verhoogd of werden maatregelen ge
nomen, die in de toekomst behoorlijke prijzen
waarborgen. Ook op het gebied der vee
houderij, in het bijzonder de melkveehouderij,
werd een bijzondere voorzienin-g getroffen.
De groothandelsprijs voor boter werd met
ingang van 19 October j.l. voor het a.s.
winterhaljaar van /1,45 tot 1,60 per kg ver
hoogd. Tegelijk daarmede werd de prijs van de
margarine met 8 ct. verhoogd.
Spr. wees vervolgens op andere maat
regelen, die van bijzondere en buitenlandsche
granen worden gebruikt voor menschelijk en
dierlijk voedsel. Hoe meer broodgraan er is,
des te meer granen ofandere producten, die
in het brood zouden kunnen worden ver-
werkt, blijven beschikbaar voor veevoeder.
De belangrijke aankoopen van tarwe, die de
regeering reeds voor het uitbreken van den
oorlog had gedaan en die den broodgraanvoor-
raad verruimden, hebben dus ook op de vee-
voerpositie een gunstigen invloed gehad. Het
zelfde is het geval met de geregelde aankoopen
door de regeering van granen, olie-houdende
zaden en pitten, dier- en vischmeel etc. Ook
het aankoopen door de regeering van den
binnenlandschen graanoogst strekt tot steun
aan den landbouw, in het bijzonder aan de
veehouderij. Door deze aankoopen heeft de
regeering het immers in de hand om deze
granen tegen lagere prijzen aan de veehouderij
ter beschikking te stellen.
Ten slotte noemde spr. de hulp en voor-
lichting, die van den landbouwvoorlichtings-
dienst.
Ten aanzien van de overwegingen van de
regeering bij deze maatregelen, in het bij
zonder ten aanzien van de prijsregelingen,
merkte spr. op, dat met verschillende factoren
rekening is gehouden, waarvan spr. de voor-
naamste vier noemde.
In de eerste plaats is bij de vaststelling van
de prijzen in acht genomen de stijging van de
productiekosten, welke reeds in de laatste
weken viel waar te nemen. De veehouderij
moest reeds meer voor haar krachtvoeder
betalen.
Als tweede punt werd aandacht gewijd
aan de stijging van de kosten, die zich even-
als voor alle andere groepen der bevolking ook
voor den boer en zijn gezin reeds doet gevoe-
len en ook in de naaste toekomst niet zal kun
nen uitblijven.
zeggen: ik ben er vast van overtuigd, dat u
blindelings in uw ongeluk loopt en dat U
ellendig en jammerlfjk te gronde zult gaan."
..Wel bedankt voor de opwekkende voor-
spelling."
,.Ik meen het! Op de sen of andere adver-
tentie van een courantneemt u -een betrek-
king aan in het hartje van Argentinie. U
weet absoluut niet, wat men daar van u wil,
wat voor soort betrekking het is en of u wel
geschikt bent, om uw taak te vervullen. U
reist maar naar Argentinie, alsof het een
doodgewoon en eenvoudig weekend-uitstapje
is. Hebt u er dan absoluut geen begrip van.
welke gevaren u tegemoet gaat?"
Beate's gezicht had nu een nadenkende uit
drukking gekregen. Die peinzende expressie
en de kleine groeven om haar mond gaven
haar gelaat dat diepzinnig aanzien, waardoor
het bijzondere meisje hem van het begin af
interessant was voorgekomen.
,/Weet u, mijnheer Dornbusch, gevaar is
feitelijk iets eigenaardigs. Hebt u nog nooit
bemerkt, dat een ezel op gevaarlijke wegen
in de bergen altijd bij voorkeur vlak langs
den afgrond loopt
,,Hoe komt u daarbij Bedoelt u mij?"
,,Neen, dit keer alleen maar mezelf. U
was daarstraks zoo boos, omdat ik bovenop
de reeling zit. Kijkt u eens naar mijn teenen.
Die heb ik goed vastgeklemd en zoolang ik
mijn voeten vastgeklemd houd, ben ik in vei-
ligheid. U staat los midden op het dek en
als er een onverwachte ruk komt, waarop u
niet voorbereid bent, ligt u plat op uw neus.
Het is dus nog de vraag, wie van ons beiden
het voorzichtigste is!"
Bij de laatste woorden klonk in haar stem
ingehouden opwinding door. Dornbusch liep
een paar stappen heen en weer.
..Als u het zoo bedoelt... Maar, moest u
als jong meisje nu juist beslist naar Argen
tinie?"
„Ja."
Een derde factor vormde de kwestie, dat
van verschillende landbouwproducten, een
geringere opbrengst is te verwachten. Indien
b.v. minder krachtvoer beschikbaar zal zijn, is
hiervan een geringere hoeveelheid melkvet per
kg melk het gevolg.
Ten slotte moest er mede rekening worden
gehouden, dat de boer uit de opbrengst van
den oogst 1939 zijn uitgaven aan zaaizaad,
pootgoed, bemesting etc. voor den volgenden
oogst moet dekken. Daar de voorbereidingen
voor den volgenden oogst zich over een vrij
lange periode uitstrekken, kunnen zich hier-
bij allerlei mogelijkheden van prijsstijging
voordoen en leek het billijk, dat bij het vast-
stellen der huidige richtprijzen reeds thans
deze bijzondere factor in aanmerking werd
genomen.
Dit alles heeft betrekking op den oogst 1939.
Mededeelingen of toezeggingen omtrent richt
prijzen voor den oogst 1940 zouden thans
slechts een slag in de lucht zijn. Spr. zeide
dat bij de vaststelling daarvan t.z.t. met alle
factoren zoo eenigszins mogelijk, ten voile
rekening zal worden gehouden.
De Minister eindigde met een opwekkend
woord. Spant uw uiterste krachten in zoo
zeide hij om uit den bodem te halen wat erin
zit. De Nederlandsche land- en tuinbouw
heeft in de wereld een voortreffelijken naam.
Gij zult dien naam ook thans hoog houden.
Spr. vroeg vertrouwen te hebben in de regee
ring, waarbij hij wees op de juist opgesomde
daden der laatste weken, waaruit blijkt, dat
hij de prijzen in overeenstemming heeft
gebracht met een redelijke belooning van den
arbeid.
Gij zult, zoo betoogde spr., het wel niet
altijd eens zijn met al mijn beslissingen. Waar
zooveel tegenstrijdige belangen moeten wor
den verzoend, kan dit ook moeilijk anders.
Maar ik mag wel verwachten, dat gij de over-
tuiging zult hebben, dat de regeering uw
bedrijf en uw gezin in dezen rampspoedigen
tijd zoo goed mogelijk zal helpen, in de vurige
hoop, dat spoedig betere tijden voor de
menschheid aanbreken. Toont gij van uw kant
uw nationale solidariteit door opgewekt en
zonder kleinzielig gemopper uw werk te ver-
richten ten bate van onze geheele Nederland
sche gemeenschap, van wie u uw rechtvaar-
dige belooning ontvangt.
BIJSLAG OP DEN STEUN GEVRAAGD.
De Arbeidersbeweging wendt zich tot
de regeering met het verzoek de uit-
keeringen aan te passen bij de ver-
anderde omstandigheden.
De vier nationale arbeidersvakcentrales, het
N.V.V., het R.K. Werkliedenverbond, het
C.N.V., en de Nederl. vakcentrale, hebben zich
tot den Minister van Sociale Zaken gewend
met een brief, waarin o.a. het volgende wordt
uiteengezet:
In verband met de stijging van de kosten
van het levensonderhoud zien de besturen zich
genoodzaakt het volgende onder de aandacht
te brengen:
Reeds thans zijn de prijzen van verschil
lende noodzakelijke levensbehoeften in belang
rijke mate gestegen.
Deze ontwikkeling vervult de besturen met
groote bezorgdheid. Zij vragen zich af, wat
hiervan de gevolgen zullen zijn, in het bijzon
der voor de groepen van werknemers, die zeer
lage loonen verdienen en voor hen, die van
steunuitkeeringen moeten leven.
Reeds v6or de stijging intrad verkeerden
velen van hen, die tot genoemde categorieen
behooren, in een uiterst moeilijke positie. Het
geldt uiteraard nog meer in het bijzonder voor
degenen, die langdurig werkloos zijn.
Het tekort, dat in zoo vele gezinnen in toe
nemende mate is ontstaan, is nu door de stij
ging van de kosten van het levensonderhoud
nog vergroot en zal, naar moet worden ge-
vreesd, bij verdere stijging van de prijzen van
noodzakelijke levensbehoeften, een omvang
aannemen, waardoor de grens van het uiterste
bestaans-minimum wordt overschreden, het-
geen tot groote moeilijkheden zou leiden. Er
,.Waarom, als ik vragen mag?"
„Het gaat u eigenlijk heelemaal niet aan,
want u bent niet mijn biechtvader en ook
niet mijn voogd. Ik wil het u echter toch
zeggen. Eigenlijk ben ik dit gesprek met op-
zet begonnen. Ik zal het u vertellen, want
ik houd u voor een behoorlijk, serieus mensch.
Wat er van mij terecht zal komen, weet ik
niet. Ik kan geluk hebben, maar ik kan
ook evengoed naar de maan gaan. Ook dat
gaat eigenlijk niemand aan, maar ik zou toch
erg graag willen, dat er ergens op de wereld
een mensch is, die in mij niet alleen een
dwaas, liohtzinnig kind ziet. Ik had geen
lust, in Buitschland spitsroeden te loopen."
,,Dat begrijp ik niet."
,,'Lieve hemel, doet u toch niet zoo onnoo-
zel. Mijn naam is heusch niet algemeen en
u komt toch ook uit Berlijn!"
Over het gelaat van Dombusch gleed een
uitdrukking van schrik.
,,'U bent...?"
'Natuurlijk! Ik ben Beate Serenus, de
eenige dochter van bankier Serenus, die een
half millioen aan gelden van zijn klanten ver-
duisterde en bij een auto-ongeluk om het leven
kwam. Ik hoef het werkelijk niet te ontken-
nen: de Berlijnsche kranten waren zoo vrien-
delijk, zelfs een foto van mij op te nemen."
Dornbusch bezag het meisjesfiguurtje v66r
hem met innige deelneming in zijn oogen,
maar zij weerde hem af.
,,Alstublieft niet, geen betuigingen van
medelijden. Maar dat kan ik u wel zeggen,
dat mijn vader geen bedrieger was. Mijn
vader was de liefste en goedigste man, dien
u zich denken kunt, maar hij kon het leven
niet aan; hij liet zich door slechte vrienden
raden. Keker, hij deed iets, wat hij niet mocht
doen, maar hij was er vast van overtuigd,
dat hij alles terug zou winnen. Enfin, laten
we daar maar over zwijgen. Mijn arme
vader heeft het meeste geboet en toen hij lag
te sterven, wetend dat hij mij alleen moest
is naar de meening van deze besturen dan ook
alle aanleiding aan dit Vraagstuk thans reeds
ernstig aandacht te schenken.
'Het is in verband hiermee, dat zij het drin-
gende verzoek richten maatregelen te willen
nemen, waardoor in elk geval de steunuitkee
ringen, alsmede de werkverschaffingsloonen
tijdig worden aangepast bij de veranderde om
standigheden, hetgeen althans voorloopig het
best zou kunnen geschieden door de toeken-
ning van een bijslag, ongeveer in overeenstem
ming met de stijging van de kosten van het
levensonderhoud.
Ook door middel van verhooging van den
z.g. B-steun zou hulp kunnen worden geboden.
De besturen spreken het vertrouwen uit, dat
de Minister ook in het belang van de volks-
kracht met het verzoek emstig rekening zal
willen houden en in verband met de urgentie
zoo spoedig mogelijk tot een gunstige beslis-
sing zal kunnen komen.
NEDERLANDSCHE ZEELEEDEN
TE ANTWERPEN.
De heer Wijnkoop heeft de volgende vragen
gericht tot den Minister van Buitenlandsche
Zaken:
Is het den Minister bekend, dat de te Ant-
werpen vertoevende Nederlandsche zeelieden
in moeilijkheden verkeeren ten gevolge van
een besluit der Belgische regeering om het
aanmonsteren van vreemdelingen op Belgische
schepen niet toe te laten?
Is het den Minister bekend dat ook op de
schepen van de Berntijn-lijn te Antwerpen, die
door de Holland-Amerika-Lijn is overgenomen,
o.a. op de „Pennland" en de ,,Westemland»\
Nederlandsche zeelieden werden afgewezen?
Is de Minister bereid te bevorderen, dat aan
Nederlandsche zeelieden in Antwerpen of an
dere buitenlandsche havens, althans zooveel
mogelijk, gelegenheid wordt gegeven om ar
beid te vinden op Nederlandsche schepen, en
daartoe den gezantschappen en consulaten in
Belgie en andere landen, waar dit noodig
mocht wezen, opdracht te geven in dezen zin
werkzaam te zijn
HET AMBTENARENVERBOD EN DE
N. S. B.
Over het ambtenarenverbod schrijft de re
geering in haar memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de begrooting, dat zij
er van overtuigd is, dat de nationale eenheid
in deze dagen meer dan ooit noodzakelijk is.
Zij is echter van meening, dat, alvorens te
kunnen overwegen intrekking van het voor
rijksambtenaren geldende verbod om lid te zijn
van de Nationaal 'Socialistische Beweging, de
nadere ontwikkeling moet worden afgewacht.
WERKLOOSHEIDSBESTRIJDING.
De regeering verklaart in haar Memorie van
Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de
Rijksbegrooting voor 1940, dat het uiterst
moeilijk zoo niet ondoenlijk is, onder de
huidige omstandigheden aan te geven wat op
het gebied van de uitvoering van groote wer-
ken zal kunnen worden gedaan. De regeering
zal doen wat mogelijk is. De maatregelen der
reggering tot bestrijding van de werkloosheid,
welke samenvallen met het plan van den ar
beid, zullen worden uitgevoerd.
De regeering erkent, dat verkorting van den
arbeidstijd voor bepaalde bedrijfstakken inder
daad een middel kan zijn tot vermindering van
het aantal werkloozen. Of daartoe in een be-
paald geval kan worden overgegaan, zal voor-
al worden beheerscht door de vraag of de
structuiir en de economische positie van het
bedrijf een verkorting van den werktijd ge-
doogen, zonder dat groote schade moet wor
den verwacht. De thans op vrijwel ieder ge-
achterlaten, is dat wel de zwaarste straf voor
hem geweest, erger dan welke straf ter
wereld ook."
Haar mond trok zenuwachtig, maar zij on-
derdrukte het opkomende huilen.
..U kunt nu zeker wel begrijpen, dat ik
weg moest; ik kon het niet verdragen. dat
mijn vader door iedereen veroordeeld werd
en dat ik zelf ook met den vinger werd na-
ge wezen."
,,Hebt u geen familie?"
O ja, een heele verzameling allerliefste
familieleden, die me dagelijks alles weer op
mijn boterham smeren. Dat wil ik niet! Ik
wil op mijn eigen beenen staan, maar ik kan
ook niet goed verdragen, dat iedereen bij wien
ik om een betrekking kom, tusschen zijn tan-
den fluit; ,,Ach, bent u de dochter van ban
kier Serenus?" U hoeft niet te denken, dat
ik ten onder zal gaan, maar ik wil frissche
lucht inademen. Kijkt u maar, ik heb een
paar stevige handen en ik heb ook wat
geleerd."
,,Maar waarom moet het dan speciaal Ar
gentinie zijn
,,Ook dat is heel eenvoudig. Wat ik zoo-
juist zei van trouwen met een Argentijn, is
natuurlijk onzin. Ik denk er niet aan, nu
niet en later ook niet. Werken wil ik, het
doet er niet toe wat ik houd mijn oogen
open; ik heb zelfs een revolver in mijn zak
voor als het noodig is: mij zal niets gebeu-
ren. U vraagt me, waarom ik juist naar
Argentinie wil Mijn vader was sen groot
liefhebber van Moorsche oudheden. Wij heb
ben driemaal een heelen zomer in Granada
doorgebraeht en daardoor spreek ik vrij goed
Spaansch. Dat is de reden, dat ik Argentinie
koos. Maar nu maak ik een eind aan ons
gesprek, want ik moet de papieren voor de
landing nog bij elkaar zoeken. Mijn nieuwe
baas zal me aan de haven opwachten."
(Wordt vervolgd.