Ter Neuzensche Courant Arabella de Verschrikkelijke Feuilleton Maandag 16 October 1939 No. 9978 TWEEDE BLAD GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. VAN Vergadering van Donderdag 28 Sept. 1939, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen, burgemeester. Tegen woordig de leden L. J. Geelhoedt, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Rit- them, A. J. W. B. van Rietschoten, J. L. de Cock, D. E. de Kraker, 'H. J. Cols,en, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den Hamer, P. J. van Strien, G. Klaassen en J. F. K. A. P. Filius. Afwezig de heer J. Riemens. (3. Slot.) 5. Aangaan geldleening. Burgemeester en Wethouders deelen mede: In venband met de buitengewone omstan- digheden achten wij het gewenscht, dat de ge- meente zooveel mogelijk de beschikking heeft over liquide middelen. Nu heeft de gemeente indertijd voor de vernieuwing van de Grenulaan en de School- weg uitgegeven een bedrag van 60.000. Het was de bedoeling, dit bedrag jaarlijks met 2000 te verlagen door het geven van een bij- drage tot dit bedrag van den gewonen dienst aan den kapitaaldienst. Daardoor is tot en met 1939 reeds afbetaald een bedrag van 18.000. Bovenbedoelde kapitaalsuitgaaf is steeds uit de loopende kasmiddelen gefinancieerd. Dit kasgeld wordt voornamelijk gevormd door de reserve, welke wij straks voor een belangrijk deel voor de begrooting zullen noodig hebben, waardoor de uitgave van 42.000 zal ge financierd moeten worden uit kasgeld, waar- voor thans reeds betaald moet worden. Om nu onze kaspositie te versterken is het gewenseiht het restant der uitgaaf ad 42.000 te consolideeren. Daarnaast komt het ons gewenscht voor 2000 te leenen voor de vernieuwing van de schoolmeubelen te Sluiskil. Deze 44.000 kan geleend worden bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's Gravenhage, a pari, tegen een rente van 4 Wij achten deze aanbieding, gezien de boven- staande mededeeling van de op dit oogen- blik voor kasgeld te betalen rentevergoeding, billijk, en stellen U dan ook voor, het volgen- de besluit te nemen: De raad der gemeente Temeuzen; gelet op een voorstel van Burgemeester en Wethouders gelet op de artt. 170 en 228 der gemeente- wet; i besluit ten laste dezer gemeente een geldleening aan te gaan bij de N.V. Bank voor Nederland sche Gemeenten te 's Gravenhage, groot vier en veertig duizend gulden 44.000) a pari, met jaarlijksch aflossingen, de eerste 20 jaar van f 2100 en het 21e jaar van f 2000. De aflossingen zullen gescihieden telken jare op den 20 October, voor het eerst op 20 October 1940. Niettemin zal de gemeente de bevoegdheid hebben bovendien zoodanige som af te lossen als door haar mocht worden verlangd, of wel de geheele restant schuld, mits hiervan drie maanden tevoren kennis gegeven is aan de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De sommen, welke boven vorengenoemde af- lossingsbedragen worden terugbetaald, wor den afgeschreven van de laatste termijnen der periodieke aflossing. 'De gemeente zal, gedurende de eerste vijf jaren van den looptijd, bij het doen van een buitengewone aflossing van dit bedrag aan de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten Sen percent vergoeding betalen. De gemeente verbindt zich om jaarlijks over het onafgeloste nominale bedrag der leening aan de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge meenten te haren kantore rente te voldoen, berekend naar vier ten honderd in het jaar, vallende in twee gelijke termijnen, op 20 April en op 20 October, voor het eerst op 20 April 1940. Mocht de gemeente gedurende langer dan 8 dagen na den daarvoor bepaalden tijd na- latig zijn in de betaling van een voor aflossing of rente verschuldigde som, dan wel failliet verklaard, dan zal door haar over het bedrag daarvan en over den tijd der nalatigheid aan de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten EEN VROOL.IJKE LTEFDKSROMAN van Berta Rook. Vertaald door THO DE WJTTE. 46) Vervolg.) ,,Och ja, ik had het eigenlijk wel kunnen weten. Ik begon er zelf wel eens aan te twij- felen, als ik er tijdens de wacht over zat te piekeren. Zoo gek sta ik er eigenlijk niet van te kijken. Ze was veel en veel te goed voor me. Ze had immers met iedereen kunnen trouwen... Een dokter staat natuurlijk weer heel wat hooger dan een doodgewone Tom- mie en meer ben ik de laatste maanden toch niet geweest. En toch, zuster, al is het dan ook weer, en al mag ik er haar niet hard om vallen, dat ze eindelijk een jongen van haar stand heeft genomen, toch kan ik het me moeilijk indenken, als je weet wat voor fijne brieven ze me bijna elke week, wat zeg ik, minstens om de twee dagen heeft geschre- ven. En dan de manier waarop we elkaar goeieridag hebben gezoend. Ja zuster, het is misschien schande dat ik dat tegen een jong meisje zeg, maar zoo kus je alleen ie eigen verloofde, dat zeg ik je. Wat moet ik er nu van denken, zuster?" De verstrooide Peggy wist zelf niet wat ze van het heele geval denken moest. Ze wist dan ook niet beter te doen, dan het den armen stakker mee te deelen. „Wat voor snuiter is die kerel van een dok ter dan, dat hij haar zoo maar het hoofd op hoi heeft kunnen brengen?" informeerde Sid ney erg onparlementalr. Ook hierop wist Peggy tenslotte niet veel te antwoorden. Ze vertelde Sidney, dat wat haar betreft, dokter Henderson zich altijd een vergoeding verschuldigd zijn, berekend tegen vijf ten honderd in het jaar. In geval van faillissement wordt deze rente slechts berekend van het tijdstip af, waarop de nalatigheid is ingetreden, tot den dag der faillietverklaring. Zij zal in gebreke zijn door het enkel verloop van den termijn zonder in gebreke stelling. De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeen ten blijft daarenboven geheel vrij, in-dien eenige voor aflossing of rente verschuldigde som niet op den daarvoor bepaalden tijd mocht worden betaald, alle zoojdanige maat- regelen te nemen tot het behoud van hare rechten of tot verhaal van hare vordering als de wet te barer beschikking stelt en haar noo dig of nut'tig zullen voorkornen, zullende bij niet prompte betaling van de aflossing op de hoofdsom en van de rente, alsmede in geval van faillissement van de schuldenares of bij hare aanvrage tot surseance van betaling het geheele alsdan nog verschuldigd bedrag aan hoofdsom en rente ineens opvorderbaar zijn. De heer COLSEN vraagt hoe het komt, dat de som zooveel verhoogd is. In de memorie van toelichting leest men omtrent een ver- hooging van den prijs van de electrische gelei- ding. De VOORZITTER merkt op, dat momenteel punt 5 in bespreking is. De heer FILIUS kan zich voorstellen, dat de heeren die in de vorige zittingsperiode zit- ting hadden, dit voorstel zonder meer hebben begrepen. Spreker heeft er evenwel een heelen tijd op zitten studeeren, doch kon er niet uit wegwijs worden. De VOORZITTER: Was u dan even ter secretarie gekomen. De heer FILIUS geeft te kennen, dat, als hij stukken bestudeert, hij dit liefst zelf doet. Bovendien heeft hij Zaterdag j.l. de stukken gekregen en is 2 dagen uitstedig geweest, zoodat er niet zooveel tijd overschoot. Indien spreker het goed begrijpt, betreft het hier uitgaven over 1930, waarvoor thans geleend wordt. De VOORZITTER antwoordt, dat de gang van zaken is geweest, zooals dit door Burge meester en Wethouders is medegedeeld. De heer FILIUS constateert, dat deze uit gaven dus uit den gewonen dienst zijn betaald, dat is prachtig, dat er toen zooveel was. Spre ker heeft bij dit voorstel de kantteekening gemaakt, dat het hem niet al te juist voor- komt, dat zulke bedragen uit den gewonen dienst gefinancierd worden. De gemeente kan tegen een aarddge rente 4 1% het geld krijgen, doch indien hiervoor wat eerder ge leend was, had men dit geld misschien billijker, d.w.z. tegen een lager rentevoet, kunnen krijgen. De heer VERLINDE merkt op, dat dat niet zeker is. In 1930 zal de rente wel hooger geweest zijn. De heer FILIUS geeft te kennen, dat men thans wel op het punt moet komen, dat men moet leenen. Spreker acht het niet precies in orae, dat dit zoo gebeurt, het had ook kun nen zijn, dat men tegen 5 of 5% rente had moeten leenen, gisteravond zag spreker, dat de rentevoet tegen de 5 hep. Spreker moet opmerken, dat het voor zulke groote bedra gen, al is er het geld voor, gewenscht is, dat er geleend wordt. De VOORZIITER voert aan, dat dan rente betaald moet worden. De heer FILIUS meent, dat men had kun nen voorkornen, dat een hooge rente betaald moet worden. De heer VERLINDE geeft te kennen, dat zulks juist zou zijn, indien men een vooruit- zienden blik had. Het is toch ook gebeurd dat de gemeente stukken van 4 of 5 liggen had, dan gaat men geen geld leenen, als er noodig is, doch men beleent de stukken. De Nederlandsche Bank geeft daarop geld tegen 2y. De heer FILIUS meent, dat Burgemeester en Wethouders dit toch hadden zien aankomen. Indien spreker zich goed herinnert heeft hij in een vorig raadsverslag gelezen, dat er geen geld was, thans blijkt, dat er een pot is, waaruit men kan soupeeren. Burgemeester en Wethouders hadden zijns inziens kunnen nagaan, dat een mening eerstdaags noodig zou zijn geweest, toevallig hebben zij nu kun nen slagen tegen een behoorlijken rentevoet. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM is het niet eens met den 'heer Filius. Bij de behandeling der begrooting voor 1939 was er een reserve van 43.000. Voor de behande ling dier begrooting is er een heel belangrijke vergadering der fracties gehouden, en daarin is spreker er tegenop gekomen, dat groote bedragen zouden worden geleend, daar men in een toestand kon komen, dat die groote bedragen noodig zouden zijn. Burgemeester en Wethouders hebben dezen toestand niet kunnen voorzien. De VOORZITTER had gehoopt, dat de raad Burgemeester en Wethouders zou prijzen dat deze er in geslaagd waren, geld te krijgen tegen 4 De heer VERLINDE merkt op, dat deze toestand thans 4 weken lcopt. Het had even goed vrede kunnen blijven, als het nu oorlog is. De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat heel correct had gedragen en dat hij op haar niet den indruk maakte, dat een degelijk meisje er zoo maar haar verloofde voor kon vergeten, vooral niet nu het haar eersten ver loofde betrof, voegde Peggy er erg onhandig aan toe. ,,Ik kan er alleen maar uit opmaken, dat ze van mij nooit wat je noemt weg is ge weest", merkte Sidney 'gelaten op. Ik heb altijd wel gezegd, dat het te mooi was om waar te zijn en nu is het wel uitgekomen ook." ,,0, zeg dat niet, neen, dat mag je niet zeggen", kiwam Peggy hem verwijten. ,,Uit alles wat Arabella me altijd over jou verteld heeft, heb ik nooit anders kunnen opmaken, dan dat ze het meest toegewijde meisje is, dat ik ooit heb gekend. Ze hield zoo ontzettend veel van je..." „Dat heb ik ook altijd gedacht, zei Sidney en toen viel hij verdrietig in de kussens terug. ,,Maar ze heeft immers zelf bekend..." hoor- de ze hem even later zuchten... Zuster Delamere voorzag wel, dat de slaap van dien armen jongen heel den nacht door verontrust zou worden door allerlei schrik- beelden over een hartelooze en ontrouwe Ara bella. In uitersten wanhoop vroeg ze ineens: ,,iLuister eens. Zou je het niet prettig vin- den, indien ik dokter Henderson vroeg om even op de zaal te komen? Die zou je mis schien in eens kunnen vertellen, wat er eigen lijk is gebeurd." Sidney Sharpe leefde bij deze woorden weer heelemaal op. Graag zuster, als je daar kans toe zag", zei hij dankbaar. Peggy Delamere sloop de zaal uit, liep over de breede gang, vloog de trappen op en liep weer door een groote, breede gang. Daar kwam ze tot haar groot geluk den man tegen dien ze zocht. Want een andere bepaling van het strenge huishoudelijke reglement hield in, dat geen enkele verpleegster zich mocht ver- toonen op een afdeeling waar haar bezig- heden haar niet vroegen. En op deze afdee- door de wijze waarop deze zaak gefinancierd is, de gemeente enorme voordeelen zijn 5?e~orgd. De heer DEN HAMER wijst er op, dat er enkele maanden geleden nog millioenen onbe- legd lagen. Het was niet te voorzien, dat de toestand zich zou ontwikkelen, zooals deze dat thans gedaan heeft. De rentestand had even- goed naar beneden kunnen gaan als dat deze thans stijgt. Het verwijt, dat de heer Filius aan Burgemeester en Wethouders richt, treft het college niet. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aanvaard. 6. Garandeeren geldleening. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: Ten behoeve van de uit'breiding en verbou- wing van de ambachtsschool is door de ge meente bij raadsbesTuit van 20 October 1938 gegarandeerd een geldleening groot ,f 55.000. In overleg met het Departement van On- dertwijs, Kunsten en Wetenschappen is door de ambachtsschool slechts geleend een bedrag van 45.000 met de bedoeling later te gaan tot 55.000. Gebleken is nu evenwel, dat niet noodig is 55.000, doch 66.000, zulks in verband met de aanschaf van grootere machines en het feit, dat werkzaamheden, die oorspronkelijk door de leerlingen zouden verricht zijn op voorschrift >an het Departement door het vrije bedrijf zijn uitgevoerd. Door het bestuur van de ambachtsschool moet dus thans nog geleend worden 21.000. Het Pensioenfonds .Protector" is bereid dit bedrag aan de ambachtsschool, onder garan- tie van de gemeente, te leenen, tegen een rente van 4% Wij merken hierbij nog op, dat de bedragen voor de rente en aflossing gebracht worden op de exploitatierekening, waarvan het na- deelig saldo voor door het Rijk en voor 14 door de gemeente gedragen wordt. Eenig risico is aan de garantie dus niet verbonden. Naar aanleiding van bovenstaande stellen wij U voor, het navolgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Terneuzen; besluit 1. het raadsbesluit van 20 October 1938 tot het garandeeren der geldleening van het bestuur van de ambachtsschool voor Temeu zen en Omstreken voor de uitbreiding en ver- bouwing der ambachtsschool wordt gewijzigd als volgt: het bedrag waarvoor de garantie wordt verstrekt ad f 55.000, wordt verminderd tot 45.000; 2. te waarborgen, daarbij tevens afstand doende van het recht van uitwinning, alsmede van de voorrechten, welke ontleend zouden kunnen worden aan de artikelen 1466, 1885, 1886 en 1887 -van het burgerlijk wetboek, de rente en aflossing van een annuiteitsgeldlee- ning groot max. 21.000 koers a pari, op te nemen door het bestuur der vereeniglng „Am- bachtsschool voor Temeuzen en omstreken" alhier bij het Onderling Pensioenfonds Pro tector" te 's Gravenhage, voor de uitbreiding en verbouwing van de ambachtsschool en zulks onder de volgende voorwaarden: 1. over het tijdvak 1 October tot en met 31 December 1939 wordt door geldneemster van het geleende bedrag een rente betaald berekend tegen 4% procent per jaar; 2. de annuiteit ad f 1266,38 wordt voldaan gedurende 29 jaar, in halfjaarlijksche termij nen, de eerste termijn vervalt 1 Juli 1940, de laatste 1 Januari 1969; 3. bij vervroegde aflossing zal een procent worden bijbetaald over het tevroeg afgeloste bedrag. De heer COiLSEN vraagt, hoe het komt, dat deze garantie met zooveel verhoogd moet wordem. Het verschil tusschen de werkzaamheden die door de leerlingen gemaakt zouden worden en hetgeen thans uitgevoerd moet worden, is toch niet zoo groot. Deze garantie die ge- vraagd wordt, is toch veel grooter dan de werkzaamheden die door de leerlingen zouden verricht worden. De VOORZITTER antwoordt, dat veel grootere kosten zijn ontstaan, doordat de aan- besteding van de electrische installatie nood- zakelijk werd. Door deze dingen is het nood- zakelijk geworden, dat de garantie met 11.000 werd verhoogd. De heer COLSEN wijst er op, dat hij dit voorstel vanmorgen om 11 uur thuis heeft ont- vangen. Hij zou er prijs op stellen, dat de voorstellen eerder komen, en ook de verzoeken van de zijde van de Ambachtsschool vroeger gedaan worden. De VOORZITTER moet dit verwijt aan het adres van de Ambachtsschool afwijzen. Het Bestuur der Ambachtsschool moest wachten op bericht uit Den Haag, dat een en ander voor elkaar was. De heer VERLINDE merkt op, dat deze garantie geen verhooging der begrooting met zich brengt. Het betreft hier in feite een verhooging van f 8000 die over verschillende jaren verdeeld wordt. De VOORZITTER wijst er op, dat de raad ling der operaties had zuster Delamere hoe- genaamd niets te maken. .Dokter Henderson, ik zocht u, want ik wilde u vragen om me onmiddellijk te willen vergezellen naar de armenzaal." Ze vertelde hem ineens wat er aan de hand was en wond er geen doekjes om. ,,Het is voor een van de gewonden, die men zoolang op nummer drie-en-twintig heeft ge- legd." ,,Ja. zuster? En wat is er met hem aan de hand!" vroeg de dokter in den korten afge- meten beroepstoon, terwijl hij niet eens stil stond. ,,Daar is niets met hem aan de hand", ant- woordde de arme Peggy, terwijl ze moeite had om den ander bij te houden, of het gesprek af te krijgen, voordat ze wellicht samen op een zaal terecht zouden komen. ,,Maar", voegde ze in eens met meer dan gewonen moed aan toe: ,,Hij is toevallig de verloofde van zuster Ames en men heeft hem nu reeds verteld, waarom zij vanmiddag uit het hospitaal is gezet. En..." even aarzelde ze weer, maar het medelijden met den verloofde van haar vriendin overwon de vrees voor een onbeken- de, ,,ik geloof werkelijk, dat hij er ernstig onder lijden zal vannacht, indien u hem niet duidelijk wilde maken, wat er eigenlijk tus schen u en zuster Ames heeft plaats gevon- den", zei ze ten slotte met een hoofd als vuur. Toch zat deze afgemeten en tamelijk ge- reserveerde jonge dokter in minder dan twee minuten aan het bed van nummer drie-en- twintig. Dokter Henderson zag bleek, erg bleek toen hij den ander aanzag. De ontmoe- ting had lets weg van twee geduchte tegen- standers, die elkander op een erg een'zamen weg tagenkomen en elkaar, zwijgend te ver- staan wenschen te geven, dat de een den ander hoegenaamd niet wenschte of zelfs dul- den kan. ,,Ik zou graag een woordje met je willen spreken. dokter", zei -Sidney tamelijk ruw. Peggy Delamere had inmiddels een der kamerschermen genomen en die tusschen het aanvankelijk garantie had verleend tot een bedrag van f 55.000. Dit was aanvankelijk een ze-er grove raming. Deze garantie werd even wel verleend, doch de Minister gaf er de voor- keur aan, dat een bedrag van f 45.000 geleend zou worden, en dat het restant a 10.000 later zou worden opgenomen. Aldus werd gedaan, deze handelwijze werd door den Minister goed- gekeurd, verschillende posten werden eveneens goedgekeurd. In den loop van het jaar werd alles normaal afgewerkt, doch in dien tus- schentijd werd door den Minister niet goed gekeurd de aanleg van de electrische instal latie, die door de leerlingen zou worden aan- gelegd, zoodat deze aanbesteed moest worden, hetgeen f 3000 duurder kwam, dan wanneer dit door de leerlingen was uitgevoerd. Daar naast kwam in den loop van het jaar het ver- zoek binnen om een bedrag beschikbaar te stellen voor den aankoop van machines. Het voornemen was deze te betalen uit de exploi tatierekening van dit jaar, en hiervoor niet te leenen. Tengevolge van de inmiddels ontstane bijzondere omstandigheden werd het beter gevonden, dat voor den aankoop der machines geleend zou worden. Het betreft hier extra- uitgaven, en het is beter dat daarvoor geleend wordt, want men heeft het niet. Men heeft dus 3000 voor de electrische installatie, plus f 6000 voor de machines, die komen boven de f 55.000 in kwestie. Er is evenwel door den raad alleen een garantie verleend voor f 55.000 terwijl er geleend is f 45.000. Er komt dus, alles bij elkaar bij f 21.000. Het bestuur der Ambachtsschool is er in geslaagd deze te leenen tegen een rente van 4y4 Daarom verzoekt het nu, onder vermindering der aan- vankelijke garantie van f 55.000 tot 45.000, nog een garantie te verleenen tot een bedrag van 21.000. De heer DEN HAMER kan zich na deze toelichting met het voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen. Alleen is hetgeen in het voorstel van Burgemeester en Wethou ders geschreven staat over grootere machines niet de juiste waarheid. De VOORZITTER stemt toe, dat dit moet zijn ,,nieuwe" machines. De heer DEN HAMER wijst er verder op, dat Burgemeester en Wethouders schrijven dat er aan deze garantie geen risico verbon den is. Dit is z.i. geen juiste uitdrukking. Men kan zeggen, dat er weinig risico aan ver bonden is, doch het verleenen van een garantie is nooit zonder eenig risico. De VOORZITTER wijst er op, dat er geen risico aan verbonden is, want hetgeen op de exploitatie tekort komt, wordt betaald door het rijk en de gemeente. De heer DE VOS stemt toe, dat er welis- waar geen risico aan verbonden is, doch hoe grooter het bedrag wordt, hoe meer de ge meente moet betalen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aanvaard. 7. Huren woning ten dienste voor den distributiedienst. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: Voor de distributiedienst is het noodig, dat de gemeente over een perceel met de noodige kantoorruimte kan beschikken. Wij meenen dit gevonden te hebben in de woning Vlooswijkstraat 34, van de Vereeni- ging voor Chr. Volksonderwijs. In verband hiermede stellen wij U voor, het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Terneuzen; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders besluit onderhands te huren van de Vereening voor Chr. Volksonderwijs te Temeuzen de woning plaatselijk gemerkt Vlooswijkstraat no. 34, voor een bedrag van /300 per jaar, onder de volgende voorwaarden: 1. de huurtij-d ingaande 1 October 1939 te bepalen op maximum 3 jaar, zoodat de huur uiterlijk zal eindigen 1 October 1942, met het recht van beide partijen de huur tusschentijds op te zeggen met een termijn van 6 maanden door de verhuurster en met een termijn van 3 maanden door de gemeente; 2. de huur moet worden voldaan in twee gelijke termijnen, vervallende 31 Juni en 31 December van elk jaar; over 1939 wordt de termijn van 1 October31 December betaald op 31 December 1939; 3. Kleine geringe en dagelijksche repara- ties als bedoeld in artikel 1619 B.W. zijn voor rekening van de gemeente; 4. wanneer tijdens de huur, door de ge meente aan of in het gebouw veranderingen zijn aangebracht, moet het gebouw bij het be- eindigen van de huur, indien verhuurster dit verlangt, weer in zijn oorspronkelijken staat worden teruggebracht; 5. de kosten op de akte van huurovereen- komst vallende, komen voor rekening van de gemeente. De heer COL-SEN vraagt of er geen lokaal beschikbaar was, dat voor dit doel geschikt was. Spreker heeft het oog op het lokaal in een gemeentegebouw, waarin de bouwmeester nog geteekend heeft. bed en die der andere geschoven, waar de pa- tienten nieuwsgierig de koppen opstaken om te zien, wat er aan de hand was. „Is het waar, dat je verliefd bent geworden op mrjn meisje ,,Ik zal niet trachten om dit te ontkennen", antWoordde de jonge dokter tamelijk rustig. ,,En ik durf te veronderstellen, dat je zelf heel goed zult begrijpen, dat dit best moge lijk kan zijn." „0 ja, ik kan me best indenken, wat dat is", zei de jonge Sharpe tamelijk wrevelig. ,,Ik heb vanaf dat ik een beetje kijk op de meisjes begon te krijgen nooit anders mijn oogen laten vallen dan op Arabella. Nou, dan weet je wel of ik van haar houd of niet. En dan kun je je zeker ook wel indenken, wat het zijn moet, als je haar jawoord hebt ge- kregen en je zit je in een vreemd land dood te piekeren of het allemaal wel waar is wat ze schrijft van eeuwige trouw en Adonis van m'n hart, al weet ik niet precies wat dat be- teekent en ik denk, dat jij ook niet zou jube- len als je dan thuis kwam en ze was er met een ander van door. En toch mag ik niet kla- gen, want ze heeft in ieder geval een klein beetje van me gehouden. Maar ik wou je eigenlijk alleen maar dit vragen. 'n Meisje zoenen en haar een ziekenhuis uit laten jagen dat kan eigenlijk iedereen. Maar als je beslist van haar houdt dan moet je haar ook willen trouwen, want ze is dol op je, anders had ze je beslist niet gekust. Ze mag voor mijn part trouwen met de kerel waar ze het meeste van houdt. Dat is haar recht, al is het niet leuk een blauwe Maandag met haar verloofd te zijn geweest en nu de zaak weer te moeten laten schieten. Ik hoef je zeker niet te vra gen of je graag met haar zoudt willen trou wen." ,,DBeste kerel", zei de jonge, charmante dok ter Henderson met een van berouw donkere stem, ,,de hemel en miss Ames weten maar al te goed, h-oe gaarne ik alles over zou heb ben om haar man te mogen worden en hoe lang en voortdurend ik haar gebeden en ge- De VOORZITTER: U bedoelt in de kop- school De heer COLSEN meent, dat er nog een lokaal leeg stond in de oude school. De VOORZITTER deelt mede, dat er geen enkel lokaal leeg is. Er zijn geen lokalen die leeg s-taan. Het is alles een gevolg van het feit, dat het gemeentehuis veel te klein is. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 8. Verleenen vergoeding waarneming func- tie Directeur der Dstricts-arbeidsbeurs. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: Artikel 26, derde lid, van het Ambtenaren- reglement, schrijft voor, dat een ambtenaar. die een hoofd van dienst vervangt, daarvoor een vergoeding zal krijgen. Het bedrag dier vergoeding zal door den Raad voor elk geval worden bepaald. Alhier doet zich thans het feit voor, dat de ambtenaar voor de arbeidsbemiddeling C. Jan- sen, den direcrteur, die in militairen dienst is, vervanigt. Hij heeft hem vervangen in het tijdvak van 11 April tot 8 Juli en thans vanaf 29 Augustus. De werkzaamheden van bedoelden ambte naar worden hierdoor veel zwaarder. Wij stellen U in verband hiermede voor, de vergoeding aan Jansen, te bepalen op f 25 per maand. Bereids hebben wij ons gewend tot den Minister van Sociale Zaken om in deze ver goeding de gewone rijksbijdrage te ontvangen, doch ontvingen hierop nog geen antwoord. De heer COLSEN had altijd gehoord, dat als iemand afwezig was, en door een lager ambtenaar werd vervangen, deze lagere amb tenaar tijdelijk het salaris kreeg van hem dien hij verving. De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet juist is. Hij verwijst hiervoor naar het ambte- narenreglement, art. 26, lid 3, waarvan de takst ongeveer in het voorstel van Burge meester en Wethouders is weergegeven. De heer COLSEN stelt voor, Jansen te bezoldigen met het beginsalaris van den direc teur der arbeidsbeurs. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet in overeenstemming is met het ambtenaren- reglement. De heer VAN RIETSCHOTEN geeft te ken nen, dat de Voorzitter zegt, dat zulks niet in overeenstemming met het Ambtenarenregle- ment zou zijn, doch het is niet meer dan bil lijik, dat Jansen het beginsalaris ontvan-gt van den directeur der arbeidsbeurs. De VOORZITTER antwoordt, dat diit bij deze regeling niet bestaat. De heer FILIUS is van meening, dat de raad dan opnieuw het salaris van den vervan- ger van den directeur der districtsarbeidsbeurs zou behooren vast te stellen, en wel op het minimum van dat van den directeur, zijnde f 2300. Spreker meent, dat men aldus zou'moeten handelen, en niet hem een vergoeding geven van 25 per maand. De betrokkene moet alle dingen van het heele kantoor behandelen. De VOORZITTER merkt op, dat men moet afwachten, hoe lang deze toestand duurt. De heer FILIUS meent, dat dat nog wel 3 jaar kan duren. Spreker is van meening, dat de betrokkene bezoldigd moet worden met de minimum-bezoldiging van den directeur. De heer LAMBREaHTSEN VAjN RITTHEM vraagt naar aanleiding van het voorstel der heeren Van Rietschoten en Filius of Jansen is aangesteld als tijdelijk directeur, of wel of hij dezen zonder meer vervangt. Of wel blijft hij commies? Sprekers bedoeling is, of Jan sen is aangesteld als plaatsvervangend direc teur of niet. De VOORZITTER antwoordt, dat de functie van betrokkene is commies, hij is bij ontsten- tenis van den directeur belast met de leiding der districtsarbeidsbeurs. De heer VAN RIETSCHOTEN is van oor- deel, dat men Jansen ten voile het minimum- salaris van den directeur moet toekennen. Bij sprekers dienst is het zoo geregeld. dat, indien een lager ambtenaar, b.v. een adjunct- commies, bij gebreke van een functionaris de functie van ontvanger uitoefent, deze bezol digd wordt naar het minimum-salaris van den functionaris, dien hij vervangt. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat het bij de belastingen anders is geregeld dan bij den Rijkswaterstaat. Indien daar een lager ambtenaar een hoogere functie vervangt, ontvangt deze daarvoor een grati- ficatie. Hij vraagt, wat de motieven voor het voorstel van den heer Van Rietschoten zijn. De heer VAN RIETSCHOTEN geeft ten antwoord, dat de betrokkene blijkbaar capabel geacht wordt om deze functie te vervullen. Hij acht het billijk, dat deze dan ook bezoldigd wordt tegen het minimum-salaris van den directeur, en niet dat hem een toelage van 25 per maand wordt gegeven. Spreker blijft er bij, dat Jansen het minimum-salaris van den heer Brinckman behoort te ontvangen, en niets meer. De heer VAN STRIEN vraagt, of indien de kosten verhoogd worden, het Rijk ook een bepaald percentage daarin bijdraagt. smeekt heb om mijn vrouw te willen worden. Maar indien je ook maar vermoedt, dat ze me een schijn van een kans heeft gegeven, heb je het ver mis. Zelfs een engel uit den hemel zou, geen kans gezien hebben om haar van haar eens genomen standpunt af te brengen. Ze was nu eenmaal vast besloten om met jou te trouwen, beweerde ze bij hoog en bij laag en daar bleef het bij. En dat heeft zelfs niet eens iets uit te staan met plicht of eergevoel of wat dan ook, want jij bent werkelijk de eenige jongen, -die haar gelukkig kan maiken of als ik het zoo eens in jouw eigen taaltje zeggen mag, waar ze smoor op is." De eenvoudige gewonde, met zijn arm in een reusachtig verband keek ongeloovig op naar den deftigen dokter in zijn jacket. Toen vroeg hij tamelijk boos, maar ditmaal niet meer tegen den dokter, doch tegen de onbe- kende, die hem zoo happig in kennis had ge- steld met zuster Arabella's onbehoorlijk ge- drag ,,Wat moet ik dan gelooven van al die praatjes over weggestuurd en onbehoorlijk gedragen en..." ,,Dat heeft ze zelf zoo gewild", bekende dokter Henderson, met iets van trots en wan- hoop in zijn gezicht. ,,iEn toch ben ik de eenige die schuld heeft. Want den laatsten keer begon ik haar weer over mijn liefde te praten en ze weigerde..." ,,Nu heb ik werkelijk met je te doen, dok ter, ik weet wat het is als Arabella je de bons geeft..." „Toch moet dat nog heel anders geweest zijn", antwoordde de ander. ,,Ze is tenslotte vanaf het eerste oogenblik, dat ze je gezien heeft op je verliefd geweest. Maar bij mij was het heel anders. Ze vond het alleen maar jammer voor me en dat zei ze ook, maar zoo vriendelijk, dat ik er het hoofd bij verloor. Ik zal mijn gedrag op geen enkele wijze tracht- ten te verontschuldigen. Zonder verlof te vra gen nam ik zuster Ames in mijn armen en zoende haar. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 5