Ter Neuzensche Courant
Arabella de Verschrikkelijke
Feuilleton
Maandag 16 October 1939 No. 9978
TWEEDE BLAD
GEMEENTERAAD VAN
TERNEUZEN.
VAN
Vergadering van Donderdag 28 Sept. 1939,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen,
burgemeester.
Tegen woordig de leden L. J. Geelhoedt, C.
A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Rit-
them, A. J. W. B. van Rietschoten, J. L. de
Cock, D. E. de Kraker, 'H. J. Cols,en, L. J.
van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den
Hamer, P. J. van Strien, G. Klaassen en J.
F. K. A. P. Filius.
Afwezig de heer J. Riemens.
(3. Slot.)
5. Aangaan geldleening.
Burgemeester en Wethouders deelen mede:
In venband met de buitengewone omstan-
digheden achten wij het gewenscht, dat de ge-
meente zooveel mogelijk de beschikking heeft
over liquide middelen.
Nu heeft de gemeente indertijd voor de
vernieuwing van de Grenulaan en de School-
weg uitgegeven een bedrag van 60.000. Het
was de bedoeling, dit bedrag jaarlijks met
2000 te verlagen door het geven van een bij-
drage tot dit bedrag van den gewonen dienst
aan den kapitaaldienst. Daardoor is tot en
met 1939 reeds afbetaald een bedrag van
18.000.
Bovenbedoelde kapitaalsuitgaaf is steeds
uit de loopende kasmiddelen gefinancieerd. Dit
kasgeld wordt voornamelijk gevormd door de
reserve, welke wij straks voor een belangrijk
deel voor de begrooting zullen noodig hebben,
waardoor de uitgave van 42.000 zal ge
financierd moeten worden uit kasgeld, waar-
voor thans reeds betaald moet worden.
Om nu onze kaspositie te versterken is het
gewenseiht het restant der uitgaaf ad 42.000
te consolideeren.
Daarnaast komt het ons gewenscht voor
2000 te leenen voor de vernieuwing van de
schoolmeubelen te Sluiskil.
Deze 44.000 kan geleend worden bij de
N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te
's Gravenhage, a pari, tegen een rente van
4
Wij achten deze aanbieding, gezien de boven-
staande mededeeling van de op dit oogen-
blik voor kasgeld te betalen rentevergoeding,
billijk, en stellen U dan ook voor, het volgen-
de besluit te nemen:
De raad der gemeente Temeuzen;
gelet op een voorstel van Burgemeester en
Wethouders
gelet op de artt. 170 en 228 der gemeente-
wet; i
besluit
ten laste dezer gemeente een geldleening
aan te gaan bij de N.V. Bank voor Nederland
sche Gemeenten te 's Gravenhage, groot vier
en veertig duizend gulden 44.000) a pari,
met jaarlijksch aflossingen, de eerste 20 jaar
van f 2100 en het 21e jaar van f 2000.
De aflossingen zullen gescihieden telken
jare op den 20 October, voor het eerst op 20
October 1940.
Niettemin zal de gemeente de bevoegdheid
hebben bovendien zoodanige som af te lossen
als door haar mocht worden verlangd, of wel
de geheele restant schuld, mits hiervan drie
maanden tevoren kennis gegeven is aan de
N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten.
De sommen, welke boven vorengenoemde af-
lossingsbedragen worden terugbetaald, wor
den afgeschreven van de laatste termijnen der
periodieke aflossing.
'De gemeente zal, gedurende de eerste vijf
jaren van den looptijd, bij het doen van een
buitengewone aflossing van dit bedrag aan
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
Sen percent vergoeding betalen.
De gemeente verbindt zich om jaarlijks over
het onafgeloste nominale bedrag der leening
aan de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge
meenten te haren kantore rente te voldoen,
berekend naar vier ten honderd in het jaar,
vallende in twee gelijke termijnen, op 20
April en op 20 October, voor het eerst op 20
April 1940.
Mocht de gemeente gedurende langer dan
8 dagen na den daarvoor bepaalden tijd na-
latig zijn in de betaling van een voor aflossing
of rente verschuldigde som, dan wel failliet
verklaard, dan zal door haar over het bedrag
daarvan en over den tijd der nalatigheid aan
de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
EEN VROOL.IJKE LTEFDKSROMAN
van Berta Rook.
Vertaald door THO DE WJTTE.
46) Vervolg.)
,,Och ja, ik had het eigenlijk wel kunnen
weten. Ik begon er zelf wel eens aan te twij-
felen, als ik er tijdens de wacht over zat te
piekeren. Zoo gek sta ik er eigenlijk niet van
te kijken. Ze was veel en veel te goed voor
me. Ze had immers met iedereen kunnen
trouwen... Een dokter staat natuurlijk weer
heel wat hooger dan een doodgewone Tom-
mie en meer ben ik de laatste maanden toch
niet geweest. En toch, zuster, al is het dan
ook weer, en al mag ik er haar niet hard om
vallen, dat ze eindelijk een jongen van haar
stand heeft genomen, toch kan ik het me
moeilijk indenken, als je weet wat voor fijne
brieven ze me bijna elke week, wat zeg ik,
minstens om de twee dagen heeft geschre-
ven. En dan de manier waarop we elkaar
goeieridag hebben gezoend. Ja zuster, het is
misschien schande dat ik dat tegen een jong
meisje zeg, maar zoo kus je alleen ie eigen
verloofde, dat zeg ik je. Wat moet ik er nu
van denken, zuster?"
De verstrooide Peggy wist zelf niet wat ze
van het heele geval denken moest. Ze wist
dan ook niet beter te doen, dan het den armen
stakker mee te deelen.
„Wat voor snuiter is die kerel van een dok
ter dan, dat hij haar zoo maar het hoofd op
hoi heeft kunnen brengen?" informeerde Sid
ney erg onparlementalr.
Ook hierop wist Peggy tenslotte niet veel
te antwoorden. Ze vertelde Sidney, dat wat
haar betreft, dokter Henderson zich altijd
een vergoeding verschuldigd zijn, berekend
tegen vijf ten honderd in het jaar.
In geval van faillissement wordt deze rente
slechts berekend van het tijdstip af, waarop
de nalatigheid is ingetreden, tot den dag der
faillietverklaring.
Zij zal in gebreke zijn door het enkel verloop
van den termijn zonder in gebreke stelling.
De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeen
ten blijft daarenboven geheel vrij, in-dien
eenige voor aflossing of rente verschuldigde
som niet op den daarvoor bepaalden tijd
mocht worden betaald, alle zoojdanige maat-
regelen te nemen tot het behoud van hare
rechten of tot verhaal van hare vordering als
de wet te barer beschikking stelt en haar noo
dig of nut'tig zullen voorkornen, zullende bij
niet prompte betaling van de aflossing op de
hoofdsom en van de rente, alsmede in geval
van faillissement van de schuldenares of bij
hare aanvrage tot surseance van betaling
het geheele alsdan nog verschuldigd bedrag
aan hoofdsom en rente ineens opvorderbaar
zijn.
De heer COLSEN vraagt hoe het komt, dat
de som zooveel verhoogd is. In de memorie
van toelichting leest men omtrent een ver-
hooging van den prijs van de electrische gelei-
ding.
De VOORZITTER merkt op, dat momenteel
punt 5 in bespreking is.
De heer FILIUS kan zich voorstellen, dat
de heeren die in de vorige zittingsperiode zit-
ting hadden, dit voorstel zonder meer hebben
begrepen. Spreker heeft er evenwel een heelen
tijd op zitten studeeren, doch kon er niet uit
wegwijs worden.
De VOORZITTER: Was u dan even ter
secretarie gekomen.
De heer FILIUS geeft te kennen, dat, als
hij stukken bestudeert, hij dit liefst zelf doet.
Bovendien heeft hij Zaterdag j.l. de stukken
gekregen en is 2 dagen uitstedig geweest,
zoodat er niet zooveel tijd overschoot. Indien
spreker het goed begrijpt, betreft het hier
uitgaven over 1930, waarvoor thans geleend
wordt.
De VOORZITTER antwoordt, dat de gang
van zaken is geweest, zooals dit door Burge
meester en Wethouders is medegedeeld.
De heer FILIUS constateert, dat deze uit
gaven dus uit den gewonen dienst zijn betaald,
dat is prachtig, dat er toen zooveel was. Spre
ker heeft bij dit voorstel de kantteekening
gemaakt, dat het hem niet al te juist voor-
komt, dat zulke bedragen uit den gewonen
dienst gefinancierd worden. De gemeente kan
tegen een aarddge rente 4 1% het geld
krijgen, doch indien hiervoor wat eerder ge
leend was, had men dit geld misschien billijker,
d.w.z. tegen een lager rentevoet, kunnen
krijgen.
De heer VERLINDE merkt op, dat dat niet
zeker is. In 1930 zal de rente wel hooger
geweest zijn.
De heer FILIUS geeft te kennen, dat men
thans wel op het punt moet komen, dat men
moet leenen. Spreker acht het niet precies
in orae, dat dit zoo gebeurt, het had ook kun
nen zijn, dat men tegen 5 of 5% rente had
moeten leenen, gisteravond zag spreker, dat
de rentevoet tegen de 5 hep. Spreker moet
opmerken, dat het voor zulke groote bedra
gen, al is er het geld voor, gewenscht is, dat
er geleend wordt.
De VOORZIITER voert aan, dat dan rente
betaald moet worden.
De heer FILIUS meent, dat men had kun
nen voorkornen, dat een hooge rente betaald
moet worden.
De heer VERLINDE geeft te kennen, dat
zulks juist zou zijn, indien men een vooruit-
zienden blik had. Het is toch ook gebeurd
dat de gemeente stukken van 4 of 5 liggen
had, dan gaat men geen geld leenen, als er
noodig is, doch men beleent de stukken. De
Nederlandsche Bank geeft daarop geld tegen
2y.
De heer FILIUS meent, dat Burgemeester
en Wethouders dit toch hadden zien aankomen.
Indien spreker zich goed herinnert heeft hij
in een vorig raadsverslag gelezen, dat er geen
geld was, thans blijkt, dat er een pot is,
waaruit men kan soupeeren. Burgemeester
en Wethouders hadden zijns inziens kunnen
nagaan, dat een mening eerstdaags noodig
zou zijn geweest, toevallig hebben zij nu kun
nen slagen tegen een behoorlijken rentevoet.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
is het niet eens met den 'heer Filius. Bij de
behandeling der begrooting voor 1939 was er
een reserve van 43.000. Voor de behande
ling dier begrooting is er een heel belangrijke
vergadering der fracties gehouden, en daarin
is spreker er tegenop gekomen, dat groote
bedragen zouden worden geleend, daar men
in een toestand kon komen, dat die groote
bedragen noodig zouden zijn. Burgemeester
en Wethouders hebben dezen toestand niet
kunnen voorzien.
De VOORZITTER had gehoopt, dat de raad
Burgemeester en Wethouders zou prijzen dat
deze er in geslaagd waren, geld te krijgen
tegen 4
De heer VERLINDE merkt op, dat deze
toestand thans 4 weken lcopt. Het had even
goed vrede kunnen blijven, als het nu oorlog is.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat
heel correct had gedragen en dat hij op haar
niet den indruk maakte, dat een degelijk
meisje er zoo maar haar verloofde voor kon
vergeten, vooral niet nu het haar eersten ver
loofde betrof, voegde Peggy er erg onhandig
aan toe.
,,Ik kan er alleen maar uit opmaken, dat
ze van mij nooit wat je noemt weg is ge
weest", merkte Sidney 'gelaten op. Ik heb
altijd wel gezegd, dat het te mooi was om
waar te zijn en nu is het wel uitgekomen ook."
,,0, zeg dat niet, neen, dat mag je niet
zeggen", kiwam Peggy hem verwijten. ,,Uit
alles wat Arabella me altijd over jou verteld
heeft, heb ik nooit anders kunnen opmaken,
dan dat ze het meest toegewijde meisje is, dat
ik ooit heb gekend. Ze hield zoo ontzettend
veel van je..."
„Dat heb ik ook altijd gedacht, zei Sidney
en toen viel hij verdrietig in de kussens terug.
,,Maar ze heeft immers zelf bekend..." hoor-
de ze hem even later zuchten...
Zuster Delamere voorzag wel, dat de slaap
van dien armen jongen heel den nacht door
verontrust zou worden door allerlei schrik-
beelden over een hartelooze en ontrouwe Ara
bella.
In uitersten wanhoop vroeg ze ineens:
,,iLuister eens. Zou je het niet prettig vin-
den, indien ik dokter Henderson vroeg om
even op de zaal te komen? Die zou je mis
schien in eens kunnen vertellen, wat er eigen
lijk is gebeurd."
Sidney Sharpe leefde bij deze woorden
weer heelemaal op.
Graag zuster, als je daar kans toe zag",
zei hij dankbaar.
Peggy Delamere sloop de zaal uit, liep
over de breede gang, vloog de trappen op en
liep weer door een groote, breede gang. Daar
kwam ze tot haar groot geluk den man tegen
dien ze zocht. Want een andere bepaling van
het strenge huishoudelijke reglement hield in,
dat geen enkele verpleegster zich mocht ver-
toonen op een afdeeling waar haar bezig-
heden haar niet vroegen. En op deze afdee-
door de wijze waarop deze zaak gefinancierd
is, de gemeente enorme voordeelen zijn
5?e~orgd.
De heer DEN HAMER wijst er op, dat er
enkele maanden geleden nog millioenen onbe-
legd lagen. Het was niet te voorzien, dat de
toestand zich zou ontwikkelen, zooals deze dat
thans gedaan heeft. De rentestand had even-
goed naar beneden kunnen gaan als dat deze
thans stijgt. Het verwijt, dat de heer Filius
aan Burgemeester en Wethouders richt, treft
het college niet.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
6. Garandeeren geldleening.
Burgemeester en Wethouders schrijven den
raad:
Ten behoeve van de uit'breiding en verbou-
wing van de ambachtsschool is door de ge
meente bij raadsbesTuit van 20 October 1938
gegarandeerd een geldleening groot ,f 55.000.
In overleg met het Departement van On-
dertwijs, Kunsten en Wetenschappen is door
de ambachtsschool slechts geleend een bedrag
van 45.000 met de bedoeling later te gaan
tot 55.000.
Gebleken is nu evenwel, dat niet noodig is
55.000, doch 66.000, zulks in verband met
de aanschaf van grootere machines en het
feit, dat werkzaamheden, die oorspronkelijk
door de leerlingen zouden verricht zijn op
voorschrift >an het Departement door het
vrije bedrijf zijn uitgevoerd.
Door het bestuur van de ambachtsschool
moet dus thans nog geleend worden 21.000.
Het Pensioenfonds .Protector" is bereid dit
bedrag aan de ambachtsschool, onder garan-
tie van de gemeente, te leenen, tegen een
rente van 4%
Wij merken hierbij nog op, dat de bedragen
voor de rente en aflossing gebracht worden
op de exploitatierekening, waarvan het na-
deelig saldo voor door het Rijk en voor 14
door de gemeente gedragen wordt. Eenig
risico is aan de garantie dus niet verbonden.
Naar aanleiding van bovenstaande stellen
wij U voor, het navolgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Terneuzen;
besluit
1. het raadsbesluit van 20 October 1938
tot het garandeeren der geldleening van het
bestuur van de ambachtsschool voor Temeu
zen en Omstreken voor de uitbreiding en ver-
bouwing der ambachtsschool wordt gewijzigd
als volgt:
het bedrag waarvoor de garantie wordt
verstrekt ad f 55.000, wordt verminderd tot
45.000;
2. te waarborgen, daarbij tevens afstand
doende van het recht van uitwinning, alsmede
van de voorrechten, welke ontleend zouden
kunnen worden aan de artikelen 1466, 1885,
1886 en 1887 -van het burgerlijk wetboek, de
rente en aflossing van een annuiteitsgeldlee-
ning groot max. 21.000 koers a pari, op te
nemen door het bestuur der vereeniglng „Am-
bachtsschool voor Temeuzen en omstreken"
alhier bij het Onderling Pensioenfonds Pro
tector" te 's Gravenhage, voor de uitbreiding
en verbouwing van de ambachtsschool en
zulks onder de volgende voorwaarden:
1. over het tijdvak 1 October tot en met
31 December 1939 wordt door geldneemster
van het geleende bedrag een rente betaald
berekend tegen 4% procent per jaar;
2. de annuiteit ad f 1266,38 wordt voldaan
gedurende 29 jaar, in halfjaarlijksche termij
nen, de eerste termijn vervalt 1 Juli 1940, de
laatste 1 Januari 1969;
3. bij vervroegde aflossing zal een procent
worden bijbetaald over het tevroeg afgeloste
bedrag.
De heer COiLSEN vraagt, hoe het komt, dat
deze garantie met zooveel verhoogd moet
wordem.
Het verschil tusschen de werkzaamheden die
door de leerlingen gemaakt zouden worden
en hetgeen thans uitgevoerd moet worden, is
toch niet zoo groot. Deze garantie die ge-
vraagd wordt, is toch veel grooter dan de
werkzaamheden die door de leerlingen zouden
verricht worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat veel
grootere kosten zijn ontstaan, doordat de aan-
besteding van de electrische installatie nood-
zakelijk werd. Door deze dingen is het nood-
zakelijk geworden, dat de garantie met
11.000 werd verhoogd.
De heer COLSEN wijst er op, dat hij dit
voorstel vanmorgen om 11 uur thuis heeft ont-
vangen. Hij zou er prijs op stellen, dat de
voorstellen eerder komen, en ook de verzoeken
van de zijde van de Ambachtsschool vroeger
gedaan worden.
De VOORZITTER moet dit verwijt aan het
adres van de Ambachtsschool afwijzen. Het
Bestuur der Ambachtsschool moest wachten
op bericht uit Den Haag, dat een en ander
voor elkaar was.
De heer VERLINDE merkt op, dat deze
garantie geen verhooging der begrooting met
zich brengt. Het betreft hier in feite een
verhooging van f 8000 die over verschillende
jaren verdeeld wordt.
De VOORZITTER wijst er op, dat de raad
ling der operaties had zuster Delamere hoe-
genaamd niets te maken.
.Dokter Henderson, ik zocht u, want ik
wilde u vragen om me onmiddellijk te willen
vergezellen naar de armenzaal."
Ze vertelde hem ineens wat er aan de hand
was en wond er geen doekjes om.
,,Het is voor een van de gewonden, die men
zoolang op nummer drie-en-twintig heeft ge-
legd."
,,Ja. zuster? En wat is er met hem aan de
hand!" vroeg de dokter in den korten afge-
meten beroepstoon, terwijl hij niet eens stil
stond.
,,Daar is niets met hem aan de hand", ant-
woordde de arme Peggy, terwijl ze moeite had
om den ander bij te houden, of het gesprek af
te krijgen, voordat ze wellicht samen op een
zaal terecht zouden komen. ,,Maar", voegde
ze in eens met meer dan gewonen moed aan
toe: ,,Hij is toevallig de verloofde van zuster
Ames en men heeft hem nu reeds verteld,
waarom zij vanmiddag uit het hospitaal is
gezet. En..." even aarzelde ze weer, maar
het medelijden met den verloofde van haar
vriendin overwon de vrees voor een onbeken-
de, ,,ik geloof werkelijk, dat hij er ernstig
onder lijden zal vannacht, indien u hem niet
duidelijk wilde maken, wat er eigenlijk tus
schen u en zuster Ames heeft plaats gevon-
den", zei ze ten slotte met een hoofd als vuur.
Toch zat deze afgemeten en tamelijk ge-
reserveerde jonge dokter in minder dan twee
minuten aan het bed van nummer drie-en-
twintig. Dokter Henderson zag bleek, erg
bleek toen hij den ander aanzag. De ontmoe-
ting had lets weg van twee geduchte tegen-
standers, die elkander op een erg een'zamen
weg tagenkomen en elkaar, zwijgend te ver-
staan wenschen te geven, dat de een den
ander hoegenaamd niet wenschte of zelfs dul-
den kan.
,,Ik zou graag een woordje met je willen
spreken. dokter", zei -Sidney tamelijk ruw.
Peggy Delamere had inmiddels een der
kamerschermen genomen en die tusschen het
aanvankelijk garantie had verleend tot een
bedrag van f 55.000. Dit was aanvankelijk een
ze-er grove raming. Deze garantie werd even
wel verleend, doch de Minister gaf er de voor-
keur aan, dat een bedrag van f 45.000 geleend
zou worden, en dat het restant a 10.000 later
zou worden opgenomen. Aldus werd gedaan,
deze handelwijze werd door den Minister goed-
gekeurd, verschillende posten werden eveneens
goedgekeurd. In den loop van het jaar werd
alles normaal afgewerkt, doch in dien tus-
schentijd werd door den Minister niet goed
gekeurd de aanleg van de electrische instal
latie, die door de leerlingen zou worden aan-
gelegd, zoodat deze aanbesteed moest worden,
hetgeen f 3000 duurder kwam, dan wanneer
dit door de leerlingen was uitgevoerd. Daar
naast kwam in den loop van het jaar het ver-
zoek binnen om een bedrag beschikbaar te
stellen voor den aankoop van machines. Het
voornemen was deze te betalen uit de exploi
tatierekening van dit jaar, en hiervoor niet te
leenen. Tengevolge van de inmiddels ontstane
bijzondere omstandigheden werd het beter
gevonden, dat voor den aankoop der machines
geleend zou worden. Het betreft hier extra-
uitgaven, en het is beter dat daarvoor geleend
wordt, want men heeft het niet. Men heeft
dus 3000 voor de electrische installatie, plus
f 6000 voor de machines, die komen boven de
f 55.000 in kwestie. Er is evenwel door den
raad alleen een garantie verleend voor f 55.000
terwijl er geleend is f 45.000. Er komt dus,
alles bij elkaar bij f 21.000. Het bestuur der
Ambachtsschool is er in geslaagd deze te
leenen tegen een rente van 4y4 Daarom
verzoekt het nu, onder vermindering der aan-
vankelijke garantie van f 55.000 tot 45.000,
nog een garantie te verleenen tot een bedrag
van 21.000.
De heer DEN HAMER kan zich na deze
toelichting met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders vereenigen. Alleen is hetgeen
in het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders geschreven staat over grootere machines
niet de juiste waarheid.
De VOORZITTER stemt toe, dat dit moet
zijn ,,nieuwe" machines.
De heer DEN HAMER wijst er verder op,
dat Burgemeester en Wethouders schrijven
dat er aan deze garantie geen risico verbon
den is. Dit is z.i. geen juiste uitdrukking.
Men kan zeggen, dat er weinig risico aan ver
bonden is, doch het verleenen van een garantie
is nooit zonder eenig risico.
De VOORZITTER wijst er op, dat er geen
risico aan verbonden is, want hetgeen op de
exploitatie tekort komt, wordt betaald door
het rijk en de gemeente.
De heer DE VOS stemt toe, dat er welis-
waar geen risico aan verbonden is, doch hoe
grooter het bedrag wordt, hoe meer de ge
meente moet betalen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aanvaard.
7. Huren woning ten dienste voor den
distributiedienst.
Burgemeester en Wethouders schrijven den
raad:
Voor de distributiedienst is het noodig, dat
de gemeente over een perceel met de noodige
kantoorruimte kan beschikken.
Wij meenen dit gevonden te hebben in de
woning Vlooswijkstraat 34, van de Vereeni-
ging voor Chr. Volksonderwijs.
In verband hiermede stellen wij U voor,
het navolgende besluit te nemen:
De raad der gemeente Terneuzen;
gelet op het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
besluit
onderhands te huren van de Vereening voor
Chr. Volksonderwijs te Temeuzen de woning
plaatselijk gemerkt Vlooswijkstraat no. 34,
voor een bedrag van /300 per jaar, onder de
volgende voorwaarden:
1. de huurtij-d ingaande 1 October 1939 te
bepalen op maximum 3 jaar, zoodat de huur
uiterlijk zal eindigen 1 October 1942, met het
recht van beide partijen de huur tusschentijds
op te zeggen met een termijn van 6 maanden
door de verhuurster en met een termijn van
3 maanden door de gemeente;
2. de huur moet worden voldaan in twee
gelijke termijnen, vervallende 31 Juni en 31
December van elk jaar; over 1939 wordt de
termijn van 1 October31 December betaald
op 31 December 1939;
3. Kleine geringe en dagelijksche repara-
ties als bedoeld in artikel 1619 B.W. zijn voor
rekening van de gemeente;
4. wanneer tijdens de huur, door de ge
meente aan of in het gebouw veranderingen
zijn aangebracht, moet het gebouw bij het be-
eindigen van de huur, indien verhuurster dit
verlangt, weer in zijn oorspronkelijken staat
worden teruggebracht;
5. de kosten op de akte van huurovereen-
komst vallende, komen voor rekening van de
gemeente.
De heer COL-SEN vraagt of er geen lokaal
beschikbaar was, dat voor dit doel geschikt
was. Spreker heeft het oog op het lokaal in
een gemeentegebouw, waarin de bouwmeester
nog geteekend heeft.
bed en die der andere geschoven, waar de pa-
tienten nieuwsgierig de koppen opstaken om
te zien, wat er aan de hand was.
„Is het waar, dat je verliefd bent geworden
op mrjn meisje
,,Ik zal niet trachten om dit te ontkennen",
antWoordde de jonge dokter tamelijk rustig.
,,En ik durf te veronderstellen, dat je zelf
heel goed zult begrijpen, dat dit best moge
lijk kan zijn."
„0 ja, ik kan me best indenken, wat dat
is", zei de jonge Sharpe tamelijk wrevelig.
,,Ik heb vanaf dat ik een beetje kijk op de
meisjes begon te krijgen nooit anders mijn
oogen laten vallen dan op Arabella. Nou, dan
weet je wel of ik van haar houd of niet. En
dan kun je je zeker ook wel indenken, wat
het zijn moet, als je haar jawoord hebt ge-
kregen en je zit je in een vreemd land dood
te piekeren of het allemaal wel waar is wat
ze schrijft van eeuwige trouw en Adonis van
m'n hart, al weet ik niet precies wat dat be-
teekent en ik denk, dat jij ook niet zou jube-
len als je dan thuis kwam en ze was er met
een ander van door. En toch mag ik niet kla-
gen, want ze heeft in ieder geval een klein
beetje van me gehouden. Maar ik wou je
eigenlijk alleen maar dit vragen. 'n Meisje
zoenen en haar een ziekenhuis uit laten jagen
dat kan eigenlijk iedereen. Maar als je beslist
van haar houdt dan moet je haar ook willen
trouwen, want ze is dol op je, anders had ze
je beslist niet gekust. Ze mag voor mijn part
trouwen met de kerel waar ze het meeste
van houdt. Dat is haar recht, al is het niet
leuk een blauwe Maandag met haar verloofd
te zijn geweest en nu de zaak weer te moeten
laten schieten. Ik hoef je zeker niet te vra
gen of je graag met haar zoudt willen trou
wen."
,,DBeste kerel", zei de jonge, charmante dok
ter Henderson met een van berouw donkere
stem, ,,de hemel en miss Ames weten maar
al te goed, h-oe gaarne ik alles over zou heb
ben om haar man te mogen worden en hoe
lang en voortdurend ik haar gebeden en ge-
De VOORZITTER: U bedoelt in de kop-
school
De heer COLSEN meent, dat er nog een
lokaal leeg stond in de oude school.
De VOORZITTER deelt mede, dat er geen
enkel lokaal leeg is. Er zijn geen lokalen die
leeg s-taan. Het is alles een gevolg van het
feit, dat het gemeentehuis veel te klein is.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
8. Verleenen vergoeding waarneming func-
tie Directeur der Dstricts-arbeidsbeurs.
Burgemeester en Wethouders schrijven den
raad:
Artikel 26, derde lid, van het Ambtenaren-
reglement, schrijft voor, dat een ambtenaar.
die een hoofd van dienst vervangt, daarvoor
een vergoeding zal krijgen. Het bedrag dier
vergoeding zal door den Raad voor elk geval
worden bepaald.
Alhier doet zich thans het feit voor, dat de
ambtenaar voor de arbeidsbemiddeling C. Jan-
sen, den direcrteur, die in militairen dienst is,
vervanigt. Hij heeft hem vervangen in het
tijdvak van 11 April tot 8 Juli en thans vanaf
29 Augustus.
De werkzaamheden van bedoelden ambte
naar worden hierdoor veel zwaarder.
Wij stellen U in verband hiermede voor, de
vergoeding aan Jansen, te bepalen op f 25 per
maand.
Bereids hebben wij ons gewend tot den
Minister van Sociale Zaken om in deze ver
goeding de gewone rijksbijdrage te ontvangen,
doch ontvingen hierop nog geen antwoord.
De heer COLSEN had altijd gehoord, dat
als iemand afwezig was, en door een lager
ambtenaar werd vervangen, deze lagere amb
tenaar tijdelijk het salaris kreeg van hem dien
hij verving.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet
juist is. Hij verwijst hiervoor naar het ambte-
narenreglement, art. 26, lid 3, waarvan de
takst ongeveer in het voorstel van Burge
meester en Wethouders is weergegeven.
De heer COLSEN stelt voor, Jansen te
bezoldigen met het beginsalaris van den direc
teur der arbeidsbeurs.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet in
overeenstemming is met het ambtenaren-
reglement.
De heer VAN RIETSCHOTEN geeft te ken
nen, dat de Voorzitter zegt, dat zulks niet in
overeenstemming met het Ambtenarenregle-
ment zou zijn, doch het is niet meer dan bil
lijik, dat Jansen het beginsalaris ontvan-gt van
den directeur der arbeidsbeurs.
De VOORZITTER antwoordt, dat diit bij
deze regeling niet bestaat.
De heer FILIUS is van meening, dat de
raad dan opnieuw het salaris van den vervan-
ger van den directeur der districtsarbeidsbeurs
zou behooren vast te stellen, en wel op het
minimum van dat van den directeur, zijnde
f 2300.
Spreker meent, dat men aldus zou'moeten
handelen, en niet hem een vergoeding geven
van 25 per maand. De betrokkene moet alle
dingen van het heele kantoor behandelen.
De VOORZITTER merkt op, dat men moet
afwachten, hoe lang deze toestand duurt.
De heer FILIUS meent, dat dat nog wel 3
jaar kan duren. Spreker is van meening, dat
de betrokkene bezoldigd moet worden met de
minimum-bezoldiging van den directeur.
De heer LAMBREaHTSEN VAjN RITTHEM
vraagt naar aanleiding van het voorstel der
heeren Van Rietschoten en Filius of Jansen
is aangesteld als tijdelijk directeur, of wel of
hij dezen zonder meer vervangt. Of wel blijft
hij commies? Sprekers bedoeling is, of Jan
sen is aangesteld als plaatsvervangend direc
teur of niet.
De VOORZITTER antwoordt, dat de functie
van betrokkene is commies, hij is bij ontsten-
tenis van den directeur belast met de leiding
der districtsarbeidsbeurs.
De heer VAN RIETSCHOTEN is van oor-
deel, dat men Jansen ten voile het minimum-
salaris van den directeur moet toekennen.
Bij sprekers dienst is het zoo geregeld. dat,
indien een lager ambtenaar, b.v. een adjunct-
commies, bij gebreke van een functionaris de
functie van ontvanger uitoefent, deze bezol
digd wordt naar het minimum-salaris van den
functionaris, dien hij vervangt.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
merkt op, dat het bij de belastingen anders is
geregeld dan bij den Rijkswaterstaat. Indien
daar een lager ambtenaar een hoogere functie
vervangt, ontvangt deze daarvoor een grati-
ficatie. Hij vraagt, wat de motieven voor het
voorstel van den heer Van Rietschoten zijn.
De heer VAN RIETSCHOTEN geeft ten
antwoord, dat de betrokkene blijkbaar capabel
geacht wordt om deze functie te vervullen. Hij
acht het billijk, dat deze dan ook bezoldigd
wordt tegen het minimum-salaris van den
directeur, en niet dat hem een toelage van
25 per maand wordt gegeven. Spreker blijft
er bij, dat Jansen het minimum-salaris van
den heer Brinckman behoort te ontvangen, en
niets meer.
De heer VAN STRIEN vraagt, of indien de
kosten verhoogd worden, het Rijk ook een
bepaald percentage daarin bijdraagt.
smeekt heb om mijn vrouw te willen worden.
Maar indien je ook maar vermoedt, dat ze me
een schijn van een kans heeft gegeven, heb
je het ver mis. Zelfs een engel uit den hemel
zou, geen kans gezien hebben om haar van
haar eens genomen standpunt af te brengen.
Ze was nu eenmaal vast besloten om met jou
te trouwen, beweerde ze bij hoog en bij laag
en daar bleef het bij. En dat heeft zelfs niet
eens iets uit te staan met plicht of eergevoel
of wat dan ook, want jij bent werkelijk de
eenige jongen, -die haar gelukkig kan maiken
of als ik het zoo eens in jouw eigen taaltje
zeggen mag, waar ze smoor op is."
De eenvoudige gewonde, met zijn arm in
een reusachtig verband keek ongeloovig op
naar den deftigen dokter in zijn jacket. Toen
vroeg hij tamelijk boos, maar ditmaal niet
meer tegen den dokter, doch tegen de onbe-
kende, die hem zoo happig in kennis had ge-
steld met zuster Arabella's onbehoorlijk ge-
drag
,,Wat moet ik dan gelooven van al die
praatjes over weggestuurd en onbehoorlijk
gedragen en..."
,,Dat heeft ze zelf zoo gewild", bekende
dokter Henderson, met iets van trots en wan-
hoop in zijn gezicht. ,,iEn toch ben ik de
eenige die schuld heeft. Want den laatsten
keer begon ik haar weer over mijn liefde te
praten en ze weigerde..."
,,Nu heb ik werkelijk met je te doen, dok
ter, ik weet wat het is als Arabella je de
bons geeft..."
„Toch moet dat nog heel anders geweest
zijn", antwoordde de ander. ,,Ze is tenslotte
vanaf het eerste oogenblik, dat ze je gezien
heeft op je verliefd geweest. Maar bij mij
was het heel anders. Ze vond het alleen maar
jammer voor me en dat zei ze ook, maar zoo
vriendelijk, dat ik er het hoofd bij verloor. Ik
zal mijn gedrag op geen enkele wijze tracht-
ten te verontschuldigen. Zonder verlof te vra
gen nam ik zuster Ames in mijn armen en
zoende haar.
(Wordt vervolgd.)