ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN Plechtige opening van de Staten-Generaal. No. 9967 WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939 79s Jaargang Binnenland EERSTE BLAD DE TROONREDE. EEN SOMBER BEEED VAN 's LANDS FINANCIEELEN TOESTAND. NEDERLANDSCHE BELANGEN IN POLEN. Ml It WWIUlt .ilfllgWIH ..HWMIM. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHI.JNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. BEVOEGDHEID TOT STEMMEN BIJ VOLMACHT. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat een kiezer, met inachtneming van bet in de Kieswet bepaaide, bevoegd is bij volmacbt te stemmen, in- dien zijn beroep of werkzaamheden medebren- gen, dat bij berhaaldelijk of althans gedurende bet gedeelte van het jaar, waarin de stemming gewoonlijk valt, werkzaam pleegt te zijn bui ten de gemeente op welker kiezerslijst hij voorkomt, mits zijn afwezigbeid, indien bij gedurende bet tijdvak of de tijdvakken, waar in bij aldus werkzaam is, een of meermalen in die gemeente terugkomt, als regel telkens 1 anger dan drie dagen duurt. Mede is, met inachtneming van bet in de kieswet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stemmen de vrouw, welke, gehuwd met een kiezer, die voldoet aan de bovenvermelde voorwaarden, met baar man, in verband met diens beroep of werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn. De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers be voegd zijn bij volmacht te stemmen en voor welke verkiezing zij daartoe bevoegd zijn. De aanwijzing geschiedt niet dan nadat de belanghebbende een daartoe strekkend met redcnen omkleed verzoekschrift aan het ge- meentebestuur heeft ingediend; de indiening moet geschieden voor 1 Januari en niet eerder dan 1 October van het voorafgaande jaar. Fommlieren voor de bedoelde verzoekschrif- ten zijn van 15 September tot en met 31 December ter gemeente-secretarie kosteloos voor de kiezers verkrijgbaar. De belangbebbende, die een verzoekschrift als bovenbedoeld heeft ingediend en die van de gevraagde bevoegdheid gebruik wil maken, doet daarvan in persoon mededeeling ter secre- tarie van een gemeente, aan den burgemeester of den daartoe door deze aangewezen amb- tenaar. De mededeeling kan geschieden zoo- dra het verzoeb is ingediend, doch niet later dan een week na den dag der candjdaat- s telling. Hij geeft daarbij op naam en voomamen, dagteekening en plaats van geboorte van hem i zelf en van den door hem aangewezen ge- machtigde. Van de aanwijzing wordt een schriftelijke volmacbt opgemaakt. De volmacht wordt door den kiezer en door den burgemeester of den door dezen aangewezen ambtenaar ondertee- kend. Een afscbrift van de volmacbt wordt den kiezer uitgereikt. De gemachtigde moet in persoon ter secre- tarie van de gemeente, op welke kiezerslijst de kieizer moet voorkomen, mededeelen, dat hij de volmacbt aanneemt. Van de aanneming wordt aanteekening gedaani onder het origineel der volmacbt; deze aanteekening wordt door den gemachtigde en door den burgemeester of den door dozen aangewezen ambtenaar onder- teekend. Indien de aanneming niet reeds gelijk- tijdjg met de aanwijzing heeft plaats gevon- den, geeft de burgemeester of de door dezen aangewezen ambtenaar onverwijld van de aan wijzing kennis aan den gemachtigde met op- roeping om binnen vrjf dagen ter secretarie de volmacbt te komen aannemen; is binnen dien termijn de volmacbt niet aangenomen, dan is zij vervallen en kan de kiezer niet opnieuw voor dezelfde verkiezing een gemachtigde aanwijzen. Als gemachtigde mogen slechts aangewezen worden zij, die in de gemeente bevoegd zijn tot bet deelnemen aan dezelfde verkiezing. Indien de kiezer een gemachtigde heeft aan gewezen vodr de vaststelling van de kiezers lijst, en na de vaststelling dier lijst mocht blrjken, dat de gemachtigde niet aan dezen eisch voldoet, wordt de volmacht als vervallen beschouwd en kan de kiezer niet opnieuw voor dezelfde verkiezing een gemachtigde aanwijzen. Een kiezer mag niet meer dan een aanwij zing als gemachtigde aannemen, behoudens dat hij een tweede aanwijzing mag aannemen. indien beide aanwrjzingen zijn geschied door personen, die tot zijn buisgenooten behooren. Terneuizen, 19 September 1939. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TELLEGEN, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. ver- De Koningin is vergezeld van Prinses Juliana en Prins Bemhard. Onder wel zeer bijzondere omstandigheden heeft de Koningin zich Dinsdag weder naar de aloude Ridderzaal op het Binnenhof begeyen voor de plechtige opening van de nieuwe zit- ting van de Staten-Generaal. Deze omstandigheden hebben intusschen vrijwel geen verandering gebraoht in het ceretmonieel, waarmede deze plechtigheid ge- schiedde, behoudens dat de sterkte van de eerewachten en het eere-escorte ditmaal iets kleiner was dan andere jaren en dat voorts tijdens het rijden van den stoet geen muziek ten gehoore werd gebracht. Aan den anderen kant werd aan de openingspleehtigheid dit maal bijzondere luister bijgezet door het feit, dat de Koningin daarbij vergezeld was van Prinses Juliana en van Prins Bernhard, die voor de eerste maal deze plechtigheid bij- woonde. De belangstelling van buiten de residentie was dan ook zeker niet minder dan in meer normale tijden. In de binnenstad waren tal- rijke vlaggen uitgestoken. Uiteraard was reeds zeer vroeg een tal- rijke menigte aanwezig in de naaste omge- ving van het Koninklijk Paleis. Daar zag men de opstelling van de eerewacht, dit jaar be- staande uit de grenscompagnie van het regi ment Grenadiers, ter sterkte van 80 man, met het vaandel van het regiment en de Konink- lijke Militaire Kapel met de beschikbare tamboers van het regiment Grenadiers. Ongeveer een half uur voor het vertrek van den stoet zag me'n de detachementen cavalerie naderen, die als eere-escorte den stoet zouden openen en sluiten en vervolgens zag men de officieren der Landmacht van het Militaire Huis der Koningin aankomen, alien te paard, wien onmiddellijk aohter het Ko ninklijk staatsierijtuig een plaats in den stoet was aangewezen. Het vertrek van den stoet. Ter opening van den stoet, die onder de al- gemeene leiding stond van de Eerste Stal- meester van de Koningin Jhr. C. E. J. M. Verheijen, was een commando cavalerie aan gewezen van het res. le escadron huzaren, sterk 60 ruiters, voorafgegaan door«een vier- tal marechaussee's. Onmiddellijk achter dit eere-escorte reden in gala-livrei een rijknecht- majoor en twee rijknechts te paard. Daar- achter kwamen acht met twee paarden be- spannen gaiakoetsen met hoogwaardigheids- bekleeders. Nadat de gaiakoetsen waren weggereden, reed de gouden koets voor, met acht paarden bespannen, waarin II.AT. de Koningin, verge zeld van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K°H. Prins Bernhard, plaats namen. Op het oogenblik, waarop de Koningin het Paleis verliet, werd door het uitsteken van vaantjes van het Paleis tot het Malieveld het sein gegeven voor het lossen van het eerste der minuutschoten, welke van het verlaten van het Paleis, omstreeks edn uur, tot den terugkeer aldaar, werden afgegeven uit de op het Malieveld opgestelde batterij van het 2e regiment artillerie, bestaande uit vier vuur- monden. Onder het dreunen van het eerste schot presenteerde de eerewacht het geweer en zette de Koninklijke Militaire -Kapel het Wilhelmus m, terwijl de Koningin, de Prinses en de Prins, alien getooid met het breede lint van het Grootkruis in de Orde van den Nederland- schen Leeuw, in de gouden koets stapten Welke zich vervolgens onder het gejubel der menigte statig in beweging zette. De Prins was gekleed in gala-tenue van luitenant ter zee eerste klasse, met de gouden nestels van adjudant in buitengewonen dienst van H.M. de Koningin. Naast elk van de acht paarden, waarmede de koets bespannen was, ging een koetsier en aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Eenigszins achter het portier ter rechterzijde van de staatsiekoets reed de chef van het Militaire Huis van de Koningin, de gep. vice-admiraal F. Baudin, ter linkerzijde de waarnemende Gouverneur der Koninklijke Residentie, de generaal-majoor jhr. J. Th. Alting von Geusau, commandant van het eerste legercorps. De Gouverneur der Konink lijke Residentie, luitenant-generaal J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, kon als com mandant van het veldleger ditmaal in ver band met de tijdsomstandigheden dezen eere- post niet bekleeden. Naast en achter de gouden koets reden te paard officieren der Landmacht van H.M. de Koningin. Tot sluiting van den stoet volgde hierop nog een commando cavalerie ter sterkte van 50 ruiters, gevolgd door een viertal mare chaussee's. Hartelijk toegejuicht door de menschen- menigte aan weerszijden van den door mili- tairen van de regimenten Grenadiers en Jagers afgezetten weg reed de stoet door de Heulstraat, het schelppad -van het Lange Voorhout over den Korten Vijverberg naar het Binnenhof, dat door een detachement van ongeveer 70 man politietroepen was afgezet. Op het Binnenhof. Daar stond een afdeeling van het korps mariniers met vaandel ter sterkte van 80 man en het muziekkorps van de Koninklijke Ma rine als eerewacht hij de Ridderzaal onge- i steld. Onder de tonen van het Wilhelmus, ge- speeld door de Marinekapel, bestegen de Koningin, de Prinses en de Prins de treden, leidende naar den ingang der Ridderzaal, waarvan de peristyle overhuifd was door een rood-fluweelen baldakijn met gouden franjes, terwijl de eerewacht de militaire honneurs foraeht en de vaandeldrager zijn vaandel deed buigen. Op het hordes werd de Koningin begroet door de officieren der Zeemacht van Haar Militaire Huis. In de Ridderzaal. Bij het binnentreden van de Ridderzaal werden de Vorstelijke personen aan den in gang ontvangen door de gemengde oommis- sie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-Generaal, bestaande uit de Eerste Kamerleden mr. W. M. v. Lanscbot, mr. F. I. J. Janssen, mr. P. E. Briet, mr. dr. G. Kolff en prof. dr. J. A. J. Barge, en de Tweede Kamer leden H. W. Tilanus, mevr. mr. C. F. barones Mackay geb. Katz, dr. S. E. B. Bierema, Th. F. M. Schaepman,, mr. T. A. van Dijken, dr. I. H. J. Vos, mr. F. G. C. J. M. Teulings, mr. G. A. Diepenhorst, W. Wagenaar en jhr. mr. ,G. A. M. J. Ruijs de Beerenbrouck. Deze eoanmissie voorafgegaan door den Kamer- heer-Ceremoniemeester, de acht kamerhee- ren, de groot-officieren en den Opperceremo- niemeester leidde de Koningin, de Prinses en den Prins naar de voor hen bestemde zetels. De Koningin nam plaats op den troon, rechts van Haar H.KjH. (Prinses Juliana en links van Haar Z.K.H. Prins Bernhard, ter wijl de leden van Haar gevolg de plaatsen achter en ter zijde van den troon innaimen, hun in het officieele programma aangewezen! Onmiddellijk daarop ving de Koningin met het voorlezen van de Troonrede aan. Leden der Staten-Generaal Onder sombere omstandigheden kom Ik neden in Uw midden. Andermaal wordt ons werelddeel geteisterd door de schrikkingen van een oorlog. Dankfoaar, dat ons land den vrede bewaren mocht, vervult Mij nochtans deernis met de velen, die elders onder het oorlogsleed gebukt gaan. Het verheugt mii, dat Onze vriend- schappelijke 9 betrekkingen met al)e Mogend'heden onverzwakt voortduren. In het bijzonder geldt dit ook Onze verhouding tot die neutrale landen, met welke reeds in een vroeger tijdperk nau- were aanraking was \>erkregen. De gezamenlijke vredesoproep, kort- geleden door Zijne Majesteit den Koning der Belgen mede namens zes andere btaatshoofden gedaan, heeft aan dien zin tot samengaan opnieuw uiting gegeven. Dat deze oproep, evenals het aanbod van goede diensten van Zijne Majesteit en Mij, in breeden kring instemming heeft gevonden, bevestigt Mij in de overtuiging, dat, ondanks ondervonden teleurstelling, velen de hoop blijven koesteren, dat door vreedzaam overleg betere internationale verhoudingen kunnen worden in het leven geroepen. Ter handhaving van de volstrekte onzijdigheid, waartoe ons land geroepen is en waaraan het zich met inzet van alle kraohten wijdt, heb Ik Mij genoopt gezien bevel te geven tot de mobilisatie van zee- en landmacht. Tot Mijn groote voldoe- ning heeft die mobilisatie, evenals de daarop volgende concentratie, zich op voonbeeldige wijze voltrokken. Beide deelen Onzer weermacht vervullen, met den besten geest bezield, hun moeilijke en soms gevaarvolle taak. Het economisch leven van ons land, dat zich den laatsten tijd in belangrijke mate had hersteld, wordt door den uitgebroken oorlog in al zijn geledingen zwaar getrof- fen. Het verkeer ter zee is ontwricht, waarvan in de eerste plaats de scheepvaart en de visscherij den terugslag onder- vinden. Tal van ondernemingen missen den aanvoer van noodzakelijlke grond- stoffen. Land- en tuinbouw, reeds voor het uitbreken van het internationaal conflict in een moeilijke positie, onder- vinden nieuwen tegenslag door de stag nate van den uitvoer. Bij deze beproevingen ontbreken geluk- kig ook de lichtpunten niet. Van een ernstigen schok bij ons geld- en j bankwezen is geen sprake geweest. j Hoewel prijsstijgingen niet konden en j kunnen uitblijven, is prijsopdrijving niet in verontrustende mate voorgekomen, terwijl, waar noodig, van wettelijke bepalingen met goed gevolg gebruik wordt gemaakt. Ten behoeve van de regel- matige voedselvoorziening zijn reeds maan den geleden zoodanige voorbereidingen getroffen, dat er voorloopig geen enkele reden tot ongerustheid behoeft te bestaan. Maa*egelen voor bodemproductie, voor- raadvorming en distributie vormen hier een aaneensluitend geheel. Voorts zijn voor de industrieele productie Rijksibureaux ingesteld, waarin het bedrijfsleven met de Overheid samenwerkt bij de regelmatige verdeeling van die artikelen, waaraan een tekort kan ontstaan. Hlet beleid der Regeering zal er op gericht blijven de opkomende nooden der bevolking naar vermogen te lenigen en in het bijzonder een tekort aan de nood- zakelijke levensmiddelen te voorkomen. Distributie van verbruiksartikelen zal niet op het bestaan van zulk een tekort behoe- ven te wijzen, doch zal reeds plaats heibben. wanneer een rechtvaardige ver deeling gevaar zou kunnen loopen. Daarnaast zal de Regeering alles in het werk stellen om het normale verloop van het bedrijfsleven te bevorderen. De Regeering hoopt hierdoor tevens zooveel do^nlijk te voorkomen, dat de werkloosheid, waarvan zij ook overigens de bestrijding krachtig en onverdroten v/il voortzetten, uit den ingetreden oorlogs- toestand nieuw voedsel ontvange. Ook in Nederlandsch-Indie, Surinatne en Curasao heeft de internationale toe- stand het treffen van een aantal bijzon dere maatregelen noodzakelij'k gemaakt. Op maritiem en militair ge'bied zijn voorzieningen getroffen om, wanneer zulks noodig mocht blijken, de plichten ,der neutraliteit stipt na te komen, terwijl daarnaast maatregelen zijn en nog zullen worden gienomen op economisch terrein, het bijzonder in het belang van de in voedselvoorziening. Belangrijke stoor- nissen op dit of ander gebied kwamen tot dusver gelukkig niet voor. Met groote dankbaarheid ,heb ik kennis genomen van den geest van toewijding en dienstvaardigheid, die in dezen ernstigen tijd, zoowel in Nederland als onder alle bevolkingsgroepen in de overzeesche gebiedsdeelen, op zoo verheffende wijze tot uiting komt. Ik verwacht, dat dit besef van saam- hoorigheid tot het einde zal worden bewaard. Ook indien de tijden nog moei- lijker worden, zal ,dan de toekomst met vertrouwen kunnen worden tegemoet gezien. Met de bede, dat God Mijn volk moge zegenen in de beproeving en aan ieder van ons de kracht zal geven tot datgene waartoe hij fchans geroepen is, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Terug naar het paleis. Nadat de plechtigheid in de zaal was be- eindigd werd om half twee met hetzelfde eer- betoon als bij de komst van de Koningin de terugtocbt naar het Paleis in het Noordeinde langs denzelfden weg ondemomen. Der traditie getrouw hadden zich hij het vertrek van den stoet van de Ridderzaal de leden van het corps diplomatique met hunne dames, die de openingspleehtigheid in de zaal hadden bijgewoond, nabij de middelste poort grenzende aan de Ridderzaal verzameld om de vorstelijke personen hij het voorbijgaan een hartelijken groet te hrengen. Ook hij den terugkeer naar en de aankomst ten Paleize werden de vorstelijke personen door de meenigte geestdriftig toegejuicht, ter wijl de menigte instemde met het door de Kon. militaire kapel gespeelde Wilhelmus". Een reeel tekort van 55 xnillioen op de begrooting voor 1940. Voor 1941 wordt een vermeerdering aan uitgaven van 60 '/2 mill, verwacht. In de gisteren door Minister De Geer inge- diende millioenennota stelt de regeering het reeele tekort op den gewonen dienst voor het volgend jaar op ruim 55% millioen. Bij de berekening van dit hedrag is zij binnen de engste grenzen gebleven en heeft zij van alle stille reservevorming afgezien. Bij het nadee- lig saldo op den gewonen dienst ad 5'% mil lioen telt zij o.m. 21.6 millioen en 16 millioen voor saneering van het werkloosheidssuhsidie- fonds en van het spoorwegfonds. Wijst dit cijfer van 55% millioen, aldus de regeering, op den ernst van den financieelen toestand, zooals die was voor het uitbreken van den oorlog, een kennisneming van de stij- ging van de uitgaven, waarop voor het jaar 1941 moet worden gerekend, versombert dit heeld nog in aanzienlijke mate. In totaal wordt voor dat jaar een vermeerdering van uitgaven verwacht van 60% millioen, waar- onder voor de versterking van de maritieme defensie in Indie een jaarlijksche hoogere uit gave van 15 millioen. Indien derhalve de overige uitgaven niet omlaag zouden gaan en de middelen-opbrengst dezelfde zou blijven, zou voor "1941 een tekort verwacht moeten worden van /116 millioen. De regeering noemt het dan ook een eerste vereischte, dat voor het komende jaar het evenwioht tusschen uitgaven en inkomsten op den gewonen dienst wordt verkregen. Ten einde de vereischte versterking van de middelen te verkrij<gen, zal de regeering een herzieninig van de inkomstenbelasting voor- stellen, welke met 1 Mei 1941 zal ingaan. Als voorloopige maatregel zullen dan tot dat tijd- stlp ten behoeve van het Rijk 45 opcenten op de gemeentefondsbelasting worden geheven, terwijl het aantal dezer opcenten voor het loopenide belastingjaar zal worden gesteld op 15. Verder zal de thans bestaande dividend- en tantiemehelasting worden vervangen door winst.helasting. Uit deze beide maatregelen wordt een op- brengst verwacht van /50 millioen, eenzelfde bedrag als het netto rendement van het thans bij de Tweede Kamer aanhangige belasting- ontwerp, waartegen de Minister van Finan- eien overwegende bezwaren heeft. De overige 5 millioen van het tekort zullen gevonden moeten worden door een verdere besparing op de uitgaven. Voorts ligt het in het vcomemen van de regeering, evenals in 1014 over te gaan tot de instelling van een leeningsfonds, aangezien dekking van de mobilisatie-uitgaven uit de ge wone middelen van het jaar, waarin zij wor den gedaan, ui,tgesloten is. De aflossingster- mijn zal op 15 jaar worden gesteld. In dit fonds zal worden ondergebracht het crediet van 100 millioen, dat in 1938 is gevoteerd voor het buitengewoon onder de wapenen roepen van dienstplichtigen, en verder een nieuw be drag van 100 millioen, dat dezer dagen zal worden aangevraagd. Bij aanhouding van den oorlogstoestand zal nog op verdere bedragen moeten worden gerekend. In haar nota zegt de regeering nog, dat, al mogen we spreken van een verzwakt weer- standsvermogen, dit stellig nog geen reden is om den moed te laten zakken, doch veeleer om te trachten, door verhoogd krachtsbetoon de ernstige moeilijkheden te overwinnen. Aan dat verhoogde krachtsbetoon zal het dan ook niet mogen ontbreken. Het zal o.a. meebrengen, dat wij ons dingen zullen weten te ontzeggen, waaraan wij gehecht zijn, en dat wij wenschen zullen weten prijs te geven, ook al kan de redelijkheid daarvan op zich zelf niet worden betwist. Het is op dien grond, dat de regeering ver- plicht is, voorshands alle nieuwe uitgaven op den gewonen dienst, ook die waarvan de urgentie zich de laatste jaren in toenemende mate heeft opgedrongen, achterwege te laten, en bovendien er ernstig naar te streven, ook op bestaande diensten voorzoover eenigszins mogelijk gelden vrij te krijgen. Een uitzondering zal slechts behooren te worden gemaakt voor de defensie en de werk- loosheidsbestrijding. Krachtig zullen worden bevorderd maat regelen van training en scholing (of her- scholing) van werklooze arbeiders, mede als onderdeel van het algemeene streven om de werkloozen, voorzoover eenigszins mogelijk, naar het normale bedrijfsleven terug te voeren. Daarnaast zal staan de voortgezette ter- handneming van productieve openbare werken. EEN ALLERAARDIGST INTERMEZZO BIJ HET PALEIS. Voor het vertrek van den Koninklijken stoet van het paleis Noordeinde naar de Sta- tenzaal op het Binnenhof, waar H.M. de Ko ningin de troonrede heeft uitgesproken, heeft zich een alleraardigst intermezzo voorge- daan. Te kwart voor den verscheen onverwacht achter een van de zijramen op de eerste ver- dieping van het paleis een klein blond meisje in rose jurkje: het was Prinses Beatrix, be- geleid door een hofdame en door een ver- pleegster. De kleine Prinses had een oranje popje en een wit speelgoedhondje bij zich. Een golf van gejuich ging over het publiek terwijl de kleine Prinses vroolijk met haar handje wuifde en belangstellend naar de mi litaire troepen en de drommen van belang- stellenden op den achtergrond keek. De hooge officieren brachten het eere- saluut. De kapel liet zaehtjes het Wilhelmus weerklinken. Prinses Beatrix wuifde enthousiast en de menigte was verrukt. Toen de gaiakoetsen voorreden reikte Prin ses Beatrix haar hondje en pop over aan de verpleegster en drukte haar neusje tegen het venster oan toch vooral niets te laten ont- gaan van al dit mooie gebeuren. De Koninklijke familie wuifde hij het ver trek nog even naar de kleine Prinses. De stoet gmg, terwijl het publiek berhaaldelijk juichte, voorwaarts in de riehting van het Binnenhof. EEN PLECSITIGtHEID VOOR HET PALEIS NOORDEINDE IN DEN HA AG. Dinsdagochtend om tien uur heeft het Haagsche Comite voor volksfeesten aan den voet van het ruiterstandbeeld van Prins Wil- lem I, voor het paleis in het Noordeinde in Den Haag, een grooten krans neergelegd, versierd met oranje- en rood-wit-blauwe lin- ten, waarop de woorden „Nederland en Oranje een". Toen de kranslegging had plaats gevonden, heeft generaal Wagner een korte toespraak gehouden, waarin hij zeide: ,,In deze moeilijke tijden gevoelen wij ons meer dan ooit edn met ons vorstenhuis. Het is die gedachte geweest, waaraan het Haag sche Comitd voor volksfeesten uiting heeft wilJen geven, om te vertolken, wat in aller harten leeft. Door een krans te leggen aan den voet van hem, die onze Vader des Vader- lands was, een krans waarop de woorden aangebracht zijn, dat Nederland edn met Oranje is. Het erfdeel onzer vrijheid zullen wij bewaren, het zal ons nooit ontnomen worden. Dat 'H.M. de Koningin, die tamer m©de!eeft met de gevoelens van Haar volk, zich heeft laten vertegenwoordigen bii deze kranslegging door Haar adjudant van dienst stellen wij op zeer hoogen prijs. De onafhankelijkheidsgedachte zal onder leiding van H.M. de Koningin krachtig blij- ven Vol vertrouwen gaat het Nederlandsche Volk onder leiding van de Koningin de toe komst tegemoet. Uit naam van H.M. de Koningin heeft ma de adjudant van dienst jhr. de Jons-e van Ellemeet den dank van Hare MajesteR uitgesproken voor de bijzondere wijze, waar op het Haagsche comite voor Volksfeesten op dezen dag zijn gevoelens van aanhankelijk- heid aan het Koninklijke Huis tot uitin^ heeft doen komen. Daarmede was de korte plechtigheid, die door een talrijk publiek, dat zich reeds achter de afzetting geschaard had am de opening- van de Staten-Generaal bij te wonen, was gadegeslagen, geeindigd. MOOIE GIFT VOOR ONZE LUCHTVERDEDIGING. meiidD C°mite Duchtverdediging Den Haag Den in het buitenland woonachtige Neder- andsche dame heeft aan dr. Colijn een bedrag van 50.000 doen toekomen voor defensie- belangen. Dr. Colijn is vrij dit bedrag te bestemmen op de wijze, welke hem het beste toeschijnt In verband daarmede heeft dr. Colijn be- scnikt, dat voor deze som een batterij lucht- afweergeschut voor Den Haag van het be- kende caliber van 2 cm voor locale verdedi- glng zal worden aangeschaft, ten behoeve van de luchtverdediging van Den Haag (sec tor binnenstad). De Nederlandsch-Poolsche kamer van koop- handel te Amsterdam deelt mede, dat zoolang de oorlog tusschen Duitscbland en Polen niet beslist is, het zeer moeilijk zal zijn maatrege len te treffen ten aanzien van de Nederland-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 1