ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN
Plechtige opening van de Staten-Generaal.
No. 9967
WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939
79s Jaargang
Binnenland
EERSTE BLAD
DE TROONREDE.
EEN SOMBER BEEED VAN 's LANDS
FINANCIEELEN TOESTAND.
NEDERLANDSCHE BELANGEN
IN POLEN.
Ml It WWIUlt .ilfllgWIH ..HWMIM.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHI.JNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
BEVOEGDHEID TOT STEMMEN
BIJ VOLMACHT.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat een kiezer, met
inachtneming van bet in de Kieswet bepaaide,
bevoegd is bij volmacbt te stemmen, in-
dien zijn beroep of werkzaamheden medebren-
gen, dat bij berhaaldelijk of althans gedurende
bet gedeelte van het jaar, waarin de stemming
gewoonlijk valt, werkzaam pleegt te zijn bui
ten de gemeente op welker kiezerslijst hij
voorkomt, mits zijn afwezigbeid, indien bij
gedurende bet tijdvak of de tijdvakken, waar
in bij aldus werkzaam is, een of meermalen in
die gemeente terugkomt, als regel telkens
1 anger dan drie dagen duurt.
Mede is, met inachtneming van bet in de
kieswet bepaalde, bevoegd bij volmacht te
stemmen de vrouw, welke, gehuwd met een
kiezer, die voldoet aan de bovenvermelde
voorwaarden, met baar man, in verband met
diens beroep of werkzaamheden, afwezig
pleegt te zijn.
De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers be
voegd zijn bij volmacht te stemmen en voor
welke verkiezing zij daartoe bevoegd zijn.
De aanwijzing geschiedt niet dan nadat de
belanghebbende een daartoe strekkend met
redcnen omkleed verzoekschrift aan het ge-
meentebestuur heeft ingediend; de indiening
moet geschieden voor 1 Januari en niet eerder
dan 1 October van het voorafgaande jaar.
Fommlieren voor de bedoelde verzoekschrif-
ten zijn van 15 September tot en met 31
December ter gemeente-secretarie kosteloos
voor de kiezers verkrijgbaar.
De belangbebbende, die een verzoekschrift
als bovenbedoeld heeft ingediend en die van de
gevraagde bevoegdheid gebruik wil maken,
doet daarvan in persoon mededeeling ter secre-
tarie van een gemeente, aan den burgemeester
of den daartoe door deze aangewezen amb-
tenaar. De mededeeling kan geschieden zoo-
dra het verzoeb is ingediend, doch niet later
dan een week na den dag der candjdaat-
s telling.
Hij geeft daarbij op naam en voomamen,
dagteekening en plaats van geboorte van hem i
zelf en van den door hem aangewezen ge-
machtigde.
Van de aanwijzing wordt een schriftelijke
volmacbt opgemaakt. De volmacht wordt door
den kiezer en door den burgemeester of den
door dezen aangewezen ambtenaar ondertee-
kend. Een afscbrift van de volmacbt wordt
den kiezer uitgereikt.
De gemachtigde moet in persoon ter secre-
tarie van de gemeente, op welke kiezerslijst
de kieizer moet voorkomen, mededeelen, dat hij
de volmacbt aanneemt. Van de aanneming
wordt aanteekening gedaani onder het origineel
der volmacbt; deze aanteekening wordt door
den gemachtigde en door den burgemeester of
den door dozen aangewezen ambtenaar onder-
teekend. Indien de aanneming niet reeds gelijk-
tijdjg met de aanwijzing heeft plaats gevon-
den, geeft de burgemeester of de door dezen
aangewezen ambtenaar onverwijld van de aan
wijzing kennis aan den gemachtigde met op-
roeping om binnen vrjf dagen ter secretarie de
volmacbt te komen aannemen; is binnen dien
termijn de volmacbt niet aangenomen, dan is
zij vervallen en kan de kiezer niet opnieuw
voor dezelfde verkiezing een gemachtigde
aanwijzen.
Als gemachtigde mogen slechts aangewezen
worden zij, die in de gemeente bevoegd zijn
tot bet deelnemen aan dezelfde verkiezing.
Indien de kiezer een gemachtigde heeft aan
gewezen vodr de vaststelling van de kiezers
lijst, en na de vaststelling dier lijst mocht
blrjken, dat de gemachtigde niet aan dezen
eisch voldoet, wordt de volmacht als vervallen
beschouwd en kan de kiezer niet opnieuw
voor dezelfde verkiezing een gemachtigde
aanwijzen.
Een kiezer mag niet meer dan een aanwij
zing als gemachtigde aannemen, behoudens
dat hij een tweede aanwijzing mag aannemen.
indien beide aanwrjzingen zijn geschied door
personen, die tot zijn buisgenooten behooren.
Terneuizen, 19 September 1939.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TELLEGEN, Burgemeester.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
ver-
De Koningin is vergezeld van Prinses
Juliana en Prins Bemhard.
Onder wel zeer bijzondere omstandigheden
heeft de Koningin zich Dinsdag weder naar de
aloude Ridderzaal op het Binnenhof begeyen
voor de plechtige opening van de nieuwe zit-
ting van de Staten-Generaal.
Deze omstandigheden hebben intusschen
vrijwel geen verandering gebraoht in het
ceretmonieel, waarmede deze plechtigheid ge-
schiedde, behoudens dat de sterkte van de
eerewachten en het eere-escorte ditmaal iets
kleiner was dan andere jaren en dat voorts
tijdens het rijden van den stoet geen muziek
ten gehoore werd gebracht. Aan den anderen
kant werd aan de openingspleehtigheid dit
maal bijzondere luister bijgezet door het feit,
dat de Koningin daarbij vergezeld was van
Prinses Juliana en van Prins Bernhard, die
voor de eerste maal deze plechtigheid bij-
woonde.
De belangstelling van buiten de residentie
was dan ook zeker niet minder dan in meer
normale tijden. In de binnenstad waren tal-
rijke vlaggen uitgestoken.
Uiteraard was reeds zeer vroeg een tal-
rijke menigte aanwezig in de naaste omge-
ving van het Koninklijk Paleis. Daar zag men
de opstelling van de eerewacht, dit jaar be-
staande uit de grenscompagnie van het regi
ment Grenadiers, ter sterkte van 80 man, met
het vaandel van het regiment en de Konink-
lijke Militaire Kapel met de beschikbare
tamboers van het regiment Grenadiers.
Ongeveer een half uur voor het vertrek
van den stoet zag me'n de detachementen
cavalerie naderen, die als eere-escorte den
stoet zouden openen en sluiten en vervolgens
zag men de officieren der Landmacht van het
Militaire Huis der Koningin aankomen, alien
te paard, wien onmiddellijk aohter het Ko
ninklijk staatsierijtuig een plaats in den stoet
was aangewezen.
Het vertrek van den stoet.
Ter opening van den stoet, die onder de al-
gemeene leiding stond van de Eerste Stal-
meester van de Koningin Jhr. C. E. J. M.
Verheijen, was een commando cavalerie aan
gewezen van het res. le escadron huzaren,
sterk 60 ruiters, voorafgegaan door«een vier-
tal marechaussee's. Onmiddellijk achter dit
eere-escorte reden in gala-livrei een rijknecht-
majoor en twee rijknechts te paard. Daar-
achter kwamen acht met twee paarden be-
spannen gaiakoetsen met hoogwaardigheids-
bekleeders.
Nadat de gaiakoetsen waren weggereden,
reed de gouden koets voor, met acht paarden
bespannen, waarin II.AT. de Koningin, verge
zeld van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K°H.
Prins Bernhard, plaats namen.
Op het oogenblik, waarop de Koningin het
Paleis verliet, werd door het uitsteken van
vaantjes van het Paleis tot het Malieveld het
sein gegeven voor het lossen van het eerste
der minuutschoten, welke van het verlaten
van het Paleis, omstreeks edn uur, tot den
terugkeer aldaar, werden afgegeven uit de
op het Malieveld opgestelde batterij van het
2e regiment artillerie, bestaande uit vier vuur-
monden.
Onder het dreunen van het eerste schot
presenteerde de eerewacht het geweer en zette
de Koninklijke Militaire -Kapel het Wilhelmus
m, terwijl de Koningin, de Prinses en de
Prins, alien getooid met het breede lint van
het Grootkruis in de Orde van den Nederland-
schen Leeuw, in de gouden koets stapten
Welke zich vervolgens onder het gejubel der
menigte statig in beweging zette. De Prins
was gekleed in gala-tenue van luitenant ter
zee eerste klasse, met de gouden nestels van
adjudant in buitengewonen dienst van H.M.
de Koningin.
Naast elk van de acht paarden, waarmede
de koets bespannen was, ging een koetsier en
aan elke zijde van de koets liepen vier
lakeien. Eenigszins achter het portier ter
rechterzijde van de staatsiekoets reed de chef
van het Militaire Huis van de Koningin, de
gep. vice-admiraal F. Baudin, ter linkerzijde
de waarnemende Gouverneur der Koninklijke
Residentie, de generaal-majoor jhr. J. Th.
Alting von Geusau, commandant van het
eerste legercorps. De Gouverneur der Konink
lijke Residentie, luitenant-generaal J. J. G.
Baron van Voorst tot Voorst, kon als com
mandant van het veldleger ditmaal in ver
band met de tijdsomstandigheden dezen eere-
post niet bekleeden.
Naast en achter de gouden koets reden te
paard officieren der Landmacht van H.M. de
Koningin.
Tot sluiting van den stoet volgde hierop
nog een commando cavalerie ter sterkte van
50 ruiters, gevolgd door een viertal mare
chaussee's.
Hartelijk toegejuicht door de menschen-
menigte aan weerszijden van den door mili-
tairen van de regimenten Grenadiers en
Jagers afgezetten weg reed de stoet door de
Heulstraat, het schelppad -van het Lange
Voorhout over den Korten Vijverberg naar
het Binnenhof, dat door een detachement van
ongeveer 70 man politietroepen was afgezet.
Op het Binnenhof.
Daar stond een afdeeling van het korps
mariniers met vaandel ter sterkte van 80 man
en het muziekkorps van de Koninklijke Ma
rine als eerewacht hij de Ridderzaal onge- i
steld.
Onder de tonen van het Wilhelmus, ge-
speeld door de Marinekapel, bestegen de
Koningin, de Prinses en de Prins de treden,
leidende naar den ingang der Ridderzaal,
waarvan de peristyle overhuifd was door een
rood-fluweelen baldakijn met gouden franjes,
terwijl de eerewacht de militaire honneurs
foraeht en de vaandeldrager zijn vaandel deed
buigen.
Op het hordes werd de Koningin begroet
door de officieren der Zeemacht van Haar
Militaire Huis.
In de Ridderzaal.
Bij het binnentreden van de Ridderzaal
werden de Vorstelijke personen aan den in
gang ontvangen door de gemengde oommis-
sie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers
der Staten-Generaal, bestaande uit de Eerste
Kamerleden mr. W. M. v. Lanscbot, mr. F. I. J.
Janssen, mr. P. E. Briet, mr. dr. G. Kolff en
prof. dr. J. A. J. Barge, en de Tweede Kamer
leden H. W. Tilanus, mevr. mr. C. F. barones
Mackay geb. Katz, dr. S. E. B. Bierema, Th.
F. M. Schaepman,, mr. T. A. van Dijken, dr.
I. H. J. Vos, mr. F. G. C. J. M. Teulings, mr.
G. A. Diepenhorst, W. Wagenaar en jhr. mr.
,G. A. M. J. Ruijs de Beerenbrouck. Deze
eoanmissie voorafgegaan door den Kamer-
heer-Ceremoniemeester, de acht kamerhee-
ren, de groot-officieren en den Opperceremo-
niemeester leidde de Koningin, de Prinses
en den Prins naar de voor hen bestemde
zetels.
De Koningin nam plaats op den troon,
rechts van Haar H.KjH. (Prinses Juliana en
links van Haar Z.K.H. Prins Bernhard, ter
wijl de leden van Haar gevolg de plaatsen
achter en ter zijde van den troon innaimen,
hun in het officieele programma aangewezen!
Onmiddellijk daarop ving de Koningin met
het voorlezen van de Troonrede aan.
Leden der Staten-Generaal
Onder sombere omstandigheden kom Ik
neden in Uw midden. Andermaal wordt
ons werelddeel geteisterd door de
schrikkingen van een oorlog.
Dankfoaar, dat ons land den vrede
bewaren mocht, vervult Mij nochtans
deernis met de velen, die elders onder het
oorlogsleed gebukt gaan.
Het verheugt mii, dat Onze vriend-
schappelijke 9 betrekkingen met al)e
Mogend'heden onverzwakt voortduren.
In het bijzonder geldt dit ook Onze
verhouding tot die neutrale landen, met
welke reeds in een vroeger tijdperk nau-
were aanraking was \>erkregen.
De gezamenlijke vredesoproep, kort-
geleden door Zijne Majesteit den Koning
der Belgen mede namens zes andere
btaatshoofden gedaan, heeft aan dien zin
tot samengaan opnieuw uiting gegeven.
Dat deze oproep, evenals het aanbod
van goede diensten van Zijne Majesteit
en Mij, in breeden kring instemming heeft
gevonden, bevestigt Mij in de overtuiging,
dat, ondanks ondervonden teleurstelling,
velen de hoop blijven koesteren, dat door
vreedzaam overleg betere internationale
verhoudingen kunnen worden in het leven
geroepen.
Ter handhaving van de volstrekte
onzijdigheid, waartoe ons land geroepen
is en waaraan het zich met inzet van alle
kraohten wijdt, heb Ik Mij genoopt gezien
bevel te geven tot de mobilisatie van zee-
en landmacht. Tot Mijn groote voldoe-
ning heeft die mobilisatie, evenals de
daarop volgende concentratie, zich op
voonbeeldige wijze voltrokken. Beide
deelen Onzer weermacht vervullen, met
den besten geest bezield, hun moeilijke en
soms gevaarvolle taak.
Het economisch leven van ons land, dat
zich den laatsten tijd in belangrijke mate
had hersteld, wordt door den uitgebroken
oorlog in al zijn geledingen zwaar getrof-
fen. Het verkeer ter zee is ontwricht,
waarvan in de eerste plaats de scheepvaart
en de visscherij den terugslag onder-
vinden. Tal van ondernemingen missen
den aanvoer van noodzakelijlke grond-
stoffen. Land- en tuinbouw, reeds voor
het uitbreken van het internationaal
conflict in een moeilijke positie, onder-
vinden nieuwen tegenslag door de stag
nate van den uitvoer.
Bij deze beproevingen ontbreken geluk-
kig ook de lichtpunten niet.
Van een ernstigen schok bij ons geld- en
j bankwezen is geen sprake geweest.
j Hoewel prijsstijgingen niet konden en
j kunnen uitblijven, is prijsopdrijving niet
in verontrustende mate voorgekomen,
terwijl, waar noodig, van wettelijke
bepalingen met goed gevolg gebruik wordt
gemaakt. Ten behoeve van de regel-
matige voedselvoorziening zijn reeds maan
den geleden zoodanige voorbereidingen
getroffen, dat er voorloopig geen enkele
reden tot ongerustheid behoeft te bestaan.
Maa*egelen voor bodemproductie, voor-
raadvorming en distributie vormen hier een
aaneensluitend geheel. Voorts zijn voor
de industrieele productie Rijksibureaux
ingesteld, waarin het bedrijfsleven met de
Overheid samenwerkt bij de regelmatige
verdeeling van die artikelen, waaraan een
tekort kan ontstaan.
Hlet beleid der Regeering zal er op
gericht blijven de opkomende nooden der
bevolking naar vermogen te lenigen en in
het bijzonder een tekort aan de nood-
zakelijke levensmiddelen te voorkomen.
Distributie van verbruiksartikelen zal niet
op het bestaan van zulk een tekort behoe-
ven te wijzen, doch zal reeds plaats
heibben. wanneer een rechtvaardige ver
deeling gevaar zou kunnen loopen.
Daarnaast zal de Regeering alles in het
werk stellen om het normale verloop van
het bedrijfsleven te bevorderen.
De Regeering hoopt hierdoor tevens
zooveel do^nlijk te voorkomen, dat de
werkloosheid, waarvan zij ook overigens
de bestrijding krachtig en onverdroten v/il
voortzetten, uit den ingetreden oorlogs-
toestand nieuw voedsel ontvange.
Ook in Nederlandsch-Indie, Surinatne
en Curasao heeft de internationale toe-
stand het treffen van een aantal bijzon
dere maatregelen noodzakelij'k gemaakt.
Op maritiem en militair ge'bied zijn
voorzieningen getroffen om, wanneer
zulks noodig mocht blijken, de plichten
,der neutraliteit stipt na te komen, terwijl
daarnaast maatregelen zijn en nog zullen
worden gienomen op economisch terrein,
het bijzonder in het belang van de
in
voedselvoorziening. Belangrijke stoor-
nissen op dit of ander gebied kwamen tot
dusver gelukkig niet voor.
Met groote dankbaarheid ,heb ik kennis
genomen van den geest van toewijding en
dienstvaardigheid, die in dezen ernstigen
tijd, zoowel in Nederland als onder alle
bevolkingsgroepen in de overzeesche
gebiedsdeelen, op zoo verheffende wijze
tot uiting komt.
Ik verwacht, dat dit besef van saam-
hoorigheid tot het einde zal worden
bewaard. Ook indien de tijden nog moei-
lijker worden, zal ,dan de toekomst met
vertrouwen kunnen worden tegemoet
gezien.
Met de bede, dat God Mijn volk moge
zegenen in de beproeving en aan ieder
van ons de kracht zal geven tot datgene
waartoe hij fchans geroepen is, verklaar Ik
de gewone zitting der Staten-Generaal
geopend.
Terug naar het paleis.
Nadat de plechtigheid in de zaal was be-
eindigd werd om half twee met hetzelfde eer-
betoon als bij de komst van de Koningin de
terugtocbt naar het Paleis in het Noordeinde
langs denzelfden weg ondemomen.
Der traditie getrouw hadden zich hij het
vertrek van den stoet van de Ridderzaal de
leden van het corps diplomatique met hunne
dames, die de openingspleehtigheid in de zaal
hadden bijgewoond, nabij de middelste poort
grenzende aan de Ridderzaal verzameld om
de vorstelijke personen hij het voorbijgaan
een hartelijken groet te hrengen.
Ook hij den terugkeer naar en de aankomst
ten Paleize werden de vorstelijke personen
door de meenigte geestdriftig toegejuicht, ter
wijl de menigte instemde met het door de
Kon. militaire kapel gespeelde Wilhelmus".
Een reeel tekort van 55 xnillioen
op de begrooting voor 1940. Voor
1941 wordt een vermeerdering aan
uitgaven van 60 '/2 mill, verwacht.
In de gisteren door Minister De Geer inge-
diende millioenennota stelt de regeering het
reeele tekort op den gewonen dienst voor het
volgend jaar op ruim 55% millioen. Bij de
berekening van dit hedrag is zij binnen de
engste grenzen gebleven en heeft zij van alle
stille reservevorming afgezien. Bij het nadee-
lig saldo op den gewonen dienst ad 5'% mil
lioen telt zij o.m. 21.6 millioen en 16 millioen
voor saneering van het werkloosheidssuhsidie-
fonds en van het spoorwegfonds.
Wijst dit cijfer van 55% millioen, aldus de
regeering, op den ernst van den financieelen
toestand, zooals die was voor het uitbreken
van den oorlog, een kennisneming van de stij-
ging van de uitgaven, waarop voor het jaar
1941 moet worden gerekend, versombert dit
heeld nog in aanzienlijke mate. In totaal
wordt voor dat jaar een vermeerdering van
uitgaven verwacht van 60% millioen, waar-
onder voor de versterking van de maritieme
defensie in Indie een jaarlijksche hoogere uit
gave van 15 millioen. Indien derhalve de
overige uitgaven niet omlaag zouden gaan en
de middelen-opbrengst dezelfde zou blijven,
zou voor "1941 een tekort verwacht moeten
worden van /116 millioen.
De regeering noemt het dan ook een eerste
vereischte, dat voor het komende jaar het
evenwioht tusschen uitgaven en inkomsten op
den gewonen dienst wordt verkregen.
Ten einde de vereischte versterking van de
middelen te verkrij<gen, zal de regeering een
herzieninig van de inkomstenbelasting voor-
stellen, welke met 1 Mei 1941 zal ingaan. Als
voorloopige maatregel zullen dan tot dat tijd-
stlp ten behoeve van het Rijk 45 opcenten op
de gemeentefondsbelasting worden geheven,
terwijl het aantal dezer opcenten voor het
loopenide belastingjaar zal worden gesteld
op 15.
Verder zal de thans bestaande dividend- en
tantiemehelasting worden vervangen door
winst.helasting.
Uit deze beide maatregelen wordt een op-
brengst verwacht van /50 millioen, eenzelfde
bedrag als het netto rendement van het thans
bij de Tweede Kamer aanhangige belasting-
ontwerp, waartegen de Minister van Finan-
eien overwegende bezwaren heeft. De overige
5 millioen van het tekort zullen gevonden
moeten worden door een verdere besparing
op de uitgaven.
Voorts ligt het in het vcomemen van de
regeering, evenals in 1014 over te gaan tot
de instelling van een leeningsfonds, aangezien
dekking van de mobilisatie-uitgaven uit de ge
wone middelen van het jaar, waarin zij wor
den gedaan, ui,tgesloten is. De aflossingster-
mijn zal op 15 jaar worden gesteld. In dit
fonds zal worden ondergebracht het crediet
van 100 millioen, dat in 1938 is gevoteerd voor
het buitengewoon onder de wapenen roepen
van dienstplichtigen, en verder een nieuw be
drag van 100 millioen, dat dezer dagen zal
worden aangevraagd. Bij aanhouding van den
oorlogstoestand zal nog op verdere bedragen
moeten worden gerekend.
In haar nota zegt de regeering nog, dat, al
mogen we spreken van een verzwakt weer-
standsvermogen, dit stellig nog geen reden is
om den moed te laten zakken, doch veeleer om
te trachten, door verhoogd krachtsbetoon de
ernstige moeilijkheden te overwinnen.
Aan dat verhoogde krachtsbetoon zal het
dan ook niet mogen ontbreken. Het zal o.a.
meebrengen, dat wij ons dingen zullen weten
te ontzeggen, waaraan wij gehecht zijn, en dat
wij wenschen zullen weten prijs te geven, ook
al kan de redelijkheid daarvan op zich zelf
niet worden betwist.
Het is op dien grond, dat de regeering ver-
plicht is, voorshands alle nieuwe uitgaven op
den gewonen dienst, ook die waarvan de
urgentie zich de laatste jaren in toenemende
mate heeft opgedrongen, achterwege te laten,
en bovendien er ernstig naar te streven, ook
op bestaande diensten voorzoover eenigszins
mogelijk gelden vrij te krijgen.
Een uitzondering zal slechts behooren te
worden gemaakt voor de defensie en de werk-
loosheidsbestrijding.
Krachtig zullen worden bevorderd maat
regelen van training en scholing (of her-
scholing) van werklooze arbeiders, mede als
onderdeel van het algemeene streven om de
werkloozen, voorzoover eenigszins mogelijk,
naar het normale bedrijfsleven terug te
voeren.
Daarnaast zal staan de voortgezette ter-
handneming van productieve openbare werken.
EEN ALLERAARDIGST INTERMEZZO
BIJ HET PALEIS.
Voor het vertrek van den Koninklijken
stoet van het paleis Noordeinde naar de Sta-
tenzaal op het Binnenhof, waar H.M. de Ko
ningin de troonrede heeft uitgesproken, heeft
zich een alleraardigst intermezzo voorge-
daan.
Te kwart voor den verscheen onverwacht
achter een van de zijramen op de eerste ver-
dieping van het paleis een klein blond meisje
in rose jurkje: het was Prinses Beatrix, be-
geleid door een hofdame en door een ver-
pleegster. De kleine Prinses had een oranje
popje en een wit speelgoedhondje bij zich.
Een golf van gejuich ging over het publiek
terwijl de kleine Prinses vroolijk met haar
handje wuifde en belangstellend naar de mi
litaire troepen en de drommen van belang-
stellenden op den achtergrond keek.
De hooge officieren brachten het eere-
saluut. De kapel liet zaehtjes het Wilhelmus
weerklinken.
Prinses Beatrix wuifde enthousiast en de
menigte was verrukt.
Toen de gaiakoetsen voorreden reikte Prin
ses Beatrix haar hondje en pop over aan de
verpleegster en drukte haar neusje tegen het
venster oan toch vooral niets te laten ont-
gaan van al dit mooie gebeuren.
De Koninklijke familie wuifde hij het ver
trek nog even naar de kleine Prinses. De
stoet gmg, terwijl het publiek berhaaldelijk
juichte, voorwaarts in de riehting van het
Binnenhof.
EEN PLECSITIGtHEID VOOR HET PALEIS
NOORDEINDE IN DEN HA AG.
Dinsdagochtend om tien uur heeft het
Haagsche Comite voor volksfeesten aan den
voet van het ruiterstandbeeld van Prins Wil-
lem I, voor het paleis in het Noordeinde in
Den Haag, een grooten krans neergelegd,
versierd met oranje- en rood-wit-blauwe lin-
ten, waarop de woorden „Nederland en
Oranje een".
Toen de kranslegging had plaats gevonden,
heeft generaal Wagner een korte toespraak
gehouden, waarin hij zeide:
,,In deze moeilijke tijden gevoelen wij ons
meer dan ooit edn met ons vorstenhuis. Het
is die gedachte geweest, waaraan het Haag
sche Comitd voor volksfeesten uiting heeft
wilJen geven, om te vertolken, wat in aller
harten leeft. Door een krans te leggen aan
den voet van hem, die onze Vader des Vader-
lands was, een krans waarop de woorden
aangebracht zijn, dat Nederland edn met
Oranje is. Het erfdeel onzer vrijheid zullen
wij bewaren, het zal ons nooit ontnomen
worden. Dat 'H.M. de Koningin, die tamer
m©de!eeft met de gevoelens van Haar
volk, zich heeft laten vertegenwoordigen bii
deze kranslegging door Haar adjudant van
dienst stellen wij op zeer hoogen prijs.
De onafhankelijkheidsgedachte zal onder
leiding van H.M. de Koningin krachtig blij-
ven Vol vertrouwen gaat het Nederlandsche
Volk onder leiding van de Koningin de toe
komst tegemoet.
Uit naam van H.M. de Koningin heeft
ma de adjudant van dienst jhr. de Jons-e
van Ellemeet den dank van Hare MajesteR
uitgesproken voor de bijzondere wijze, waar
op het Haagsche comite voor Volksfeesten op
dezen dag zijn gevoelens van aanhankelijk-
heid aan het Koninklijke Huis tot uitin^ heeft
doen komen.
Daarmede was de korte plechtigheid, die
door een talrijk publiek, dat zich reeds achter
de afzetting geschaard had am de opening-
van de Staten-Generaal bij te wonen, was
gadegeslagen, geeindigd.
MOOIE GIFT VOOR ONZE
LUCHTVERDEDIGING.
meiidD C°mite Duchtverdediging Den Haag
Den in het buitenland woonachtige Neder-
andsche dame heeft aan dr. Colijn een bedrag
van 50.000 doen toekomen voor defensie-
belangen.
Dr. Colijn is vrij dit bedrag te bestemmen
op de wijze, welke hem het beste toeschijnt
In verband daarmede heeft dr. Colijn be-
scnikt, dat voor deze som een batterij lucht-
afweergeschut voor Den Haag van het be-
kende caliber van 2 cm voor locale verdedi-
glng zal worden aangeschaft, ten behoeve
van de luchtverdediging van Den Haag (sec
tor binnenstad).
De Nederlandsch-Poolsche kamer van koop-
handel te Amsterdam deelt mede, dat zoolang
de oorlog tusschen Duitscbland en Polen niet
beslist is, het zeer moeilijk zal zijn maatrege
len te treffen ten aanzien van de Nederland-