WIE PRUS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEH'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79 Buitenland VOORBEREIDING VAN DE EVAOUATIE VAN AKEN EN OMSTREKEN. TERNEUZEN, 15 SEPTEMBER 1939. den dag, doch ook het buitenland heeft zieh door de schier onoverkomelijke moeilijkheden die voor den wereldhandel zijn ontstaan, niet laten afschrikken. Er is een Belgische, Duit sche, Italiaansche, Fransche en Engelsche sectie. Het aantal directe deelnemers is zelifs toegenomen, waartegenover echter het aantal door Nederlandsche importeurs vertegenwoor- digde huitenlandsche firma's is gedaald. De agrarische afdeeling neemt thans voor de vierde maal aan de Jaarbeurs deel. Hoe- wel de vooruitzichten voor deze afdeeling aan- vankelijk deden veronderstellen, dat een belangrijke uitbreiiding zou kunnen worden vastgesteld, heeft het feit, dat ten gevolge van de buitengewone omstandigheden de in- zendingen van paarden en rundvee moesten vervallen, deze uitbreiding weder teniet gedaan. In zijn inleiding, die ditmaal door den heer F. H. Fentener van Vlissingen werd gehouden, sprak deze als zijn vaste overtuiging uit, dat juist onder de tegenwoordige moeilijke om standigheden de Jaarbeurs aan handel en nijverheid, aan producent en consument on- schatbare diensten kan bewijzen. EEN DUITSCHE WAARSCHUWING AAN DE. NEUTRALEN. Zij mogen Engeiand geen inbreuk laten maken op economisch gebied. Het Duitsche blad ,,Diplomatisch-Politi- sche Korrespondenz", dat zeer nauwe be- trekkingen onderhoudt met het ministerie van Buitelandsche Zaken, heeft een artikel gepubliceerd over ,,Economische neutrali- teit", dat een duidelijke waarschuwing bevat aan de neutrale staten. Volgens het Duitsche Nieuwsbureau schrijft de D.P.K.: ,,De Duitsche regeering heeft reeds voor het uitbreken van het huidige conflict tegen- over de niet betrokken staten, die tengevolge van hun aardrijkskundige Ugging blootgesteld konden schijnen aan het gevaar om door het conflict geraakt te worden, in plechtigen vorm de verklaring afgelegd, dat zij hun neu- traliteit op de pijnlijkste wijze in acht zouden nemen. Intusschen heeft de Duitsche regee ring deze algemeene verklaring nog verdui- delijkt ten aanzien van haar beteekenis op economisch gebied in het bijzonder tegen- over N e d e r 1 a n d, Belgie en de Scandina- vische landen. De opvatting der Duitsche regeering is, dat ecbnomische neutraliteit de voortzetting beteekent van den normalen goederenruil en het normale goederentransito. Zij is daarmede in overeenstemming met de algemeene opvatting van het volkenrecht, hetgeen bovendien door een reeks van inter national verdragen fortmeel bekrachtigd is, bijv. in een verdrag tusschen Duitschland en Denemarken. Duitschland heeft zich tegenover de neu trale staten principieel bereid verklaard zijn normalen goederenuitvoer naar deze staten voort te zetten en den normalen invoer uit deze staten op te nemen. De Duitsche regeering heeft de verwachting en den eisch uitgesproken, dat deze staten van hun kant principieel hetzelfde doen tegenover Duitsch land. Een verder gevolg is, dat Duitschland er niets tegen inbrengt, wanneer de neutrale staten hun normalen goederenruil ook voort- zetten met de staten, waarmede Duitschland in conflict is. De Duitsche regeering heeft tegenover de neutrale staten de verzekering gegeven, dat zij dit niet zou beschouwen als een in strijd met de neutraliteit zijnde houding. Zij heeft het aan den anderen kant als een onneutrale houding duidelijk gemaakt, wan neer de neutrale staten zich door andere staten feitelijke beperkingen of formeele controles lieten opdringen, die tegen de voort zetting van den normalen goederenruil en het normale goederentransito der neutrale staten met Duitschland gericht zijn. „Neutralen blijven ongesehaad". De Duitsche houding tegenover de neutrale staten op economisch gebied is daarmede duidelijk en in overeenstemming met het volkenrecht bepaald. De Duitsche regeering kan met voldoening vaststellen, dat deze principieele opvatting door de regeeringen, tegenover welke deze verklaringen zijn afge legd, positief is opgenomen en aanvaard. Daarmede is een grondslag vastgelegd, die het voor zoover Duitschland1 betreft voor de neutrale staten waarborgt, dat zij door het conflict ook in economisch opzicht zoo ongeraakt en ongesehaad mogelijk blij ven. Ervaringen uit vroegeren tijd en de eerste berichten over de huidige houding van Engeiand tegenover de neutrale staten op economisch gebied geven de Duitsche regee ring echter aanleiding om deze houding van Engeiand tegenover de neutrale staten zeer aandachtig te volgen. Etvenzoo zal zij er aan- dacht aan schenken, hoe de neutrale staten zich gedragen tegenover eventueele eischen of inbreuken van Engeiand op economisch gebied. Wanneer daaruit voor de Duitsche regeering verder de noodzakelijkheid zou voortvloeien om de faire en objectieve hou ding te herzien, die zij tegenover de neutrale staten heeft uiteengezet, dan zou zij dat be- treuren. De verantwoordelijkheid daarvoor treft dan echter in de eerste plaats Engeiand en in de tweede plaats de neutrale landen zelf, die zich door Engeiand een onneutrale houding laten opdringen. DE OORLOG. Van den beginne af heeft men, schrijft de N. R. Ort., van Engelschen en Franschen kant verklaart, dat het hoofdtooneel van den strijd tegen Duitschland, die een gevolg is van den Duitschen irrval in Polen, niet het Oostelijk, doch het Westelijk front zal vormen. Dat kan ook niet anders, omdat de verbindingen tus schen de groote Westersche mogendheden en Polen over neutraal gebied loopen en boven dien, al ware zulks niet het geval, te lang en dus te kwetsbaar zouden zijn om spoedige en afdoende hulp op het Oostelijk oorlogsterrein mogelijk te maken. De eenige manier, waarop men in dit aanvangsstadium van den oorlog kan trachten Polen te helpen, is door aanval- len op het Westelijk front Duitschland te nopen zooveel mogelijk troepen daarheen te zenden en aldus den druk in het Oosten te verlichten. Het feit, dat de Duitschprs ertoe genoopt werden langs de Luxemburgsche grens tot tegenaanvallen over te gaan, wijst erop, dat deze methode kans op succes biedt. Sterker kan men zich op het oogenblik niet uitdruk ken, omdat men niet weet, of het inderdaad reeds noodig is geworden voor de verdediging van de Westelijke grens troepen aan het Oos telijk front te onttrekken. Weliswaar is de opmarsch der Duitschers naar Warschau de laatste dagen gestremd ge raakt en hebben de Polen, naar hun zeggen, zelfs kans gezien om in de flank van het op- rukkende Zuiderleger der Duitschers de stad Dodz te hememen, waarin men een hernieuwd be wij s kan zien, dat de Duitschers er niet in geslaagd zijn de terugtrekkende troepen uit Posen te omsingelen, doch daarnaast staat, dat de Duitschers hun aanvallen in het Zui- den, welke gericht zijn op Lemberg, met kracht voortzetten. Daarbij schijnen zij ook in het Noorden langs de Litausche grens een aanval ontketend te hebben op de linie BialistokGrodno, waaromtrent de berichten overigens nog schaarsch zijn. Zij schijnen er dus op uit te zijn wederom hun tactiek van snelle opmar- schen op de vleugels voort te zetten om zoo- doende den vijand in een tang te kunnen vatten. Deze tactiek, reeds ten Westen van den Weichsel toegepast, zouden zij dus ten Oosten van deze rivier trachten te herhalen. Of zij er succes mee zullen hebben, zal nog moeten blijken. De afstand tusschen beide vleugels is hier aanzienlijk veel grooter dan in het Westen en zelfs daar is het dichtknijpen van de tang niet volkomen gelukt. Toch vormen deze bewegingen voor de Polen een ernstig gevaar en wel omdat zij hen, gelijk de militaire medewerker van de Times terecht opmerkte, dreigen af te snijden van hun neu trale buren in het Noorden en Zuiden. Vooral het verlies van de verbinding met Roemenie, den eenigen behoorlijken weg van communi- catie met de Westersche bondgenooten, *zou een zware slag voor de Polen zijn. Blijkens het Duitsche legerbericht schijnen de Duit schers hierop hun voomaamste krachten te conoentreeren. Dezer dagen was al gemeld, dat de Duit schers in het Zuiden bij Jaroslaw en op andere plaatsen over de San waren gekomen. Thans melden de Duitschers de bezetting van Sam- bor en van Krakowice, het eene ten Zuid- oosten, het andere ten Noordoosten van Prze- mysl gelegen. De afstand van deze beide plaatsen tot Lemberg bedraagt ongeveer 75 KM. Onze veronderstelling van eenige dagen ge- leden, dat Engeiand wel troepen naar Frank- rijk zou verschepen, maar daaraan in tegen- stelling met 1914 geen ruchtbaarheid zou geven, omdat het thans niet noodig was een aangevallen kleine natie als toentertijd Bel gie een hart onder den riem te steken, is juist gebleken. In alle stilte is het overbrengen geschied en pas toen de Engelsche troepen in Frankrijk waren aangekomen, mochten de Engelsche en Fransche bladen er gewag van maken. Daar zoowel de Engelsche als de Duitsche staven uiterst karig zijn met het nieuws over de operaties ter zee, kan niet met stelligheid gezegd worden, dat het overbren gen dezer troepen zonder stoornis is geschied. Daar echter de Duitschers vermoedelijk wel gewag zouden hebben gemaakt van het in den grond boren van transportschepen, zoo zij daarin geslaagd waren, ligt de veronderstel ling voor de hand, dat de Engelsche maat- regelen ter beveiliging van hun transporten tegen duikbooten in de practijk doeltreffend zijn gebleken. DE ..BREMEN" IN EEN SPAANSOHE HAVEN. Naar het Handelsblad uit Berlijn verneemt bevindt de .Bremen" van den „Norddeutscher Lloyd" zich in een Spaansche haven. Zooals men weet was de Bremen", zonder passagiers, op weg van New York naar Europa toen Engeiand en Frankrijk den oor log verklaarden aan Duitschland. Allerlei ge- ruchten hebben omtrent dit Duitsche schip de ronde gedaan. Zoo heette het dat het zou zijn opgebracht door een Engelsch oorlogsschip. Een ander gerucht wilde zelfs, dat uit door schepen op- gevangen radioberichten kon worden opge- maakt, dat de Bremen" op zee in Italiaan sche handen zou zijn overgegaan, waarvoor alles van te voren in orde zou zijn gemaakt. Ook dit laatste gerucht is naar uit Bremen, den zetel van den Norddeutschen Lloyd, wordt gemeld, van alien grond ontbloot. DE RUSSISCHE MOBILISATIE. De Berlijnsche correspondent der N. R. Crt. heeft opgemerkt, dat men in Duitschland aan- genaam verrast is, doordat de mobilisatie- maatregelen in Rusland veel uitgebreider zijn dan men verwacht had. Men knoopt daar, schrijft de N. R. Crt., in politieke kringen allerlei verwachtingen aan vast, die hierop neerkomen, dat Rusland een actief aandeel zal nemen in de nieuwe regeling in Oost-Europa. Dergeiijke verwachtingen zijn van Duitschen kant ook al uitgesproken, toen het verdrag van non-aggressie tusschen beide landgn werd gesloten. Wij hebben er naar aanleiding van de uit- voerige uiteenzetting van Molotow in den op- persten raad van de Sowjetunie over het ver drag op gewezen, dat het lang niet zeker is, dat de Russische interpretatie van het ver drag met de Duitsche overeenstemt. Molotow waarschuwde tegen de wijsneuzen, die uit het verdrag meer willen construeeren dan erin geschreven staat. Zijn uitlating in dit opzicht was voor verschillenden uitleg vatbaar, doch de heele rede scheen tot strekking te hebben te waarschuwen, dat Rusland niet van plan is, in welken zin ook aan een Europeeschen oor log deel te nemen. Men kreeg den indruk, al kan deze natuur- lijk ook wel misplaatst zijn geweest, dat Rus land in het verdrag voornamelrjk een dekking zag van zijn Westelijke grenzen, welke het de handen vrijliet in het Oosten en welke het niet verplichtte zooals het verdrag gedaan zou hebben, dat Engeiand en Frankrijk op het oog hadden, partij te kiezen in een Europeeschen corlog. Het is natuurlijk mogelijk, dat Rus land toch een begeerig oog gericht houdt op Poolsche streken en op het thans Roemeen- sche Bessarabie, welke vroeger tot het tsaris- tische rijk hebben behoord. Maar de heeie Russische politiek, door Molotow nog eens be- vestigd met een beroep op vroegere uitlatin- gen van Stalin, wijst er toch op, dat Rusland voor het oogenblik daar geen oorlog voor over zou hebben. Wat dan wel de bedoeling van de Russische mobilisatie op groote schaal is, valt moeilijk te bevroeden. Wellicht echter is de Sowjet unie verrast door den Snellen opmarsch der Duitschers in Polen en verwacht zij, dat het Poolsche leger, wanneer het verder in het nauw wordt gedreven, genoopt zal zijn een toevlucht te zoeken op Russischen bodem. Rusland zal dan paraat moeten zijn om de Polen te ontwapenen en te verhoeden, dat de strijd op of over zijn grenzen wordt voort- gezet. Een verder gaande veronderstelling, die echter evenzeer zakelijken steun mist als de Duitsche veronderstellingen, zou zijn, dat de Sowjetunie door haar mobilisatie Duitschland aan het verstand wil brengen, dat het met de verovering van Polen niet te ver moet gaan. Wat zoowel zou kunnen beduiden, dat Rusland de handhaving van een Poolschen staat in min of meer beperkten omvang als buffer tegen over Duitschland begeert, dan wel langs een omweg zou kunnen neerkomen op een beves- tiging van de Duitsche veronderstelling in dicn zin, dat Rusland, wanneer Polen toch ver- loren zou zijn, van zijn Duitschen vriend wel een deel van het vroegere Russische gebied ten geschenke zou willen ontvangen. De Italiaansche politici, die door Duitschen bril kijken, zien volgens het Duitsche Nieuws bureau Rusland en Japan reeds direct of in direct aan Duitschlands zijde in zijn strijd tegen Engeiand en Frankrijk. Wij hebben on- langs reeds uiteengezet, dat de "Russisch- Japansche betrekkingen daarvoor eerst een grondige wijziging zouden moeten ondergaan, waarvan nog allerminst aanwijzingen te be- speuren zijn, zoomin aan Japansche als aan Russische zijde. DE GRONDSTOFF ENVOO RZI EN IN G VAN DUITSCHLAND. Reuter meldt uit Londen: Een correspondent van de Times schrijft, dat de Duitschers beweren, dat als gevolg van de verovering van Poolsch gebied de Duitsche steenkoolproductie met een kwart, de staalproductie met meer dan twee millioen ton en de zinkproductie met 100.000 ton zal toenemen. Indien dit werkelijk het geval zou zijn, aldus de correspondent, zou dat niet van bui- tengewoon belang zijn. Men bedenke, dat in de periode van 19141918 het keizerlijke Duitschland tot zijn beschikking had niet al- leen die gedeelten van Polen, welke het Derde Rijk thans in zijn bezit heeft, doch ook de rest van dat land, evenals grondstoffen en levens- middelen uit Belgie, Noord-Frankrijk en uit- gebreide streken ten Oosten, Noord-Oosten en Zuid-Oosten van het Duitsche rijk. Volgens de tegenwoordige statenindeeling had Duitschland toen de beschikking over de productie van Zuid-Finland, de drie Baltische staten, Polen, Zuid-Slavie, deelen van Albanie, Roemenie, Bulgarije, deelen van de Sowjet unie, met inbegrip van de Oekraine, Turkije, Syrie, Palestina, Irak en Arabie. Toch is dit geheele uitgestrekte gebied, dat vier keer zoo groot was als dat, hetwelk de nat.-socialisten thans onder hun controle heb ben, onvoldoende gebleken. De Britsche marine van toen was evenals thans in staat een blokkade te handhaven, welke zoo volledig, was dat alle belangrijke aanvoer van overzee werd afgesneden. Bovendien had in de periode van 1914.1918 het keizerlijke Duitschland een voldoende goudreserve en credeit om zijn aankoopen bij de neutrale buren te financieren. Thans is dat crediet uitgeput, de goudvoorraden zijn te ver- waarloozen en er is een acuut tekort aan hui tenlandsche deviezen. Het is duidelijk, dat de nat-socialisten niet in staat zullen zijn te koopen in de mate ge lijk het keizerlijke Duitschland bijna tot het einde van den laatsten oorlog toe heeft kun nen doen. De correspondent voegt hieraan toe, dat het Hitlerisme op den langen duur niet alleen oeconomisch en financieel zwak is, doch ook moreel tot mislukken en tot verdwijnen is ge- doemd. DE AANKOMST VAN DEN HERTOG EN DE HERTOGIN VAN WINDSOR. Naar Havas uit Londen meldt, zijn de her- tog en de hertogin van Windsor bij hun aan- komst te Portsmouth volgens de Daily Express door de bevolking zeer hartelijk begroet. Het gejuich was zoo groot, dat bewoners uit den omtrek van de haven, die niet van de komst van den hertog afwisten, zich afvroegen, wat er toch gaande was. Men meldt van de Limburgsche grens: Den bewoners van Aken en van de Duitsch- Limburgsche grensgemeenten in den omtrek werden de gele ontruimingsbiljetten uitge- reikt, die bijzomderheden bevatten voor de eventueele evacuatie en die door blauwe biljet- ten ter kennis van de bevolking zal worden gebracht. De bevolking, die gedeeltelijk naar de Liineburgerheide zal worden overgebracht, mag ten hoogste 15 Kg. bagage meenemen en moet zorgen voor een paar dagen mondvoor- raad. De waarde van de huizen, die moet wor den verlaten en van den achtergelaten inboe- del, moet worden opgegeven. DUITSCHERS VAN 41 TOT 55 JAAR BIJ DE LANDWEER? Volgens een mededeeling van het Britsche ministerie van voorlichting wordt gemeld, dat Duitschers tusschen 41- en 55-jarigen leef- tijd reeds bij de landweer zijn ingelijfd. Aan dit bericht wordt toegevoegd, dat deze oud-strijders zich er over beklagen v66r tal van jongeren te zijn opgeroepen. GROOTE DUITSCHE VERLIEZEN BIJ DEN STRIJD ROND WARSCHAU. De „Basler Nachrichten" verneemt uit Ber lijn, dat men in welingelichte kringen te Ber lijn verwacht, dat bij den strijd om Warschau door het Duitsche leger groote verliezen zijn geleden tengevolge van het optreden van franctireurs en geisoleerde groepen soldaten, die het Duitsche leger in de rug bestoken. Havas meldt uit Zurich eveneens dat de verliezen der Duitsche troepen in Polen aan zienlijk zijn. De Duitsche mededeelingen heb ben de verliezen slechts in percentages ge- noemd. Het blijkt, dat het aantal dooden en gewonden oneindig hooger is dan de officieele berichten melden. De verliezen waren zoo hoog en overtroffen zoozeer de verwachtingen van het leger-commando, dat het corps ver- pleegsters en dokters onvoldoende was. Het vervoer der gewonden was geheel gedesorga- niseerd, waardoor het aantal dooden nog StGCg". Te Berlijn wordt de helft der scholen als hospitaal gebruikt. Te Weenen zijn zieken- huizen en scholen vol gewonden. DE „ILE DE FRANCE" TE NEW YORK. Het Fransche passagiersschip He de France is met 1777 passagiers te New York aange komen. Sommige opvarenden hadden, na hetgeen zich met de Athenia heeft afgespeeld, voortdurend reddingsgordels gedragen. Des nachts was het schip geheel verduisterd. De bemanning van de Normandie, in totaal 900 personen, is plotseling van New York naar Canada vertrokken, terwijl de 600 kop- pen tellende bemanning van de Queen Mary naar Georgie is gevaren. Men legt dit uit als een teeken, dat men met geen van beide schepen de terugreis naar Frankrijk of En geiand wil riskeeren, alhoewel de Queen Mary toch gecamoufleerd is. De Noorsche mailboot Bergensfjord is on- derweg driemaal door Britsche oorlogssche- pen aangehouden, die -vermoedelijk de Bremen zochten. DE INTERNATIONALE TOESTAND. Tegenover het ,,Vredes-offensief" van de spil, dat er op gericht is er gebruik van te maken, dat Frankrijk wellicht eerder tot vrede geneigd is dan Enge iand, hanteert Engeiand zijn propagan- distische wapenen om te trachten in Duitschland binnenlandsche verdeeld- heid te zaaien. Be strijd op het economisch front werd in laatsten aanleg gevoerd om de gezindheid der volken. In welken vorm de volken elkanders krachten meten, het was, zoo lang als de wereld bestaan heeft, altijd het moreel, dat den doorslag gaf. Elke veldslag wordt beslist in het laatste kwartier, wie den langsten adem heeft en het taaist volhoudt. Wel geldt evenzeer Napoleon's woord, dat ,,God aan den kant van het grootst aantal bataljons staat", maar het opstellen, bezielen en inzetten der bataljons is een zaak niet van getal, maar van geestkracht en moed. Juist Napoleon heeft d5.n zijn grootste successen behaald, als hjj tegenover een overmachtigen tegenstander stond en door bliksemsnelle slagen hem bij gedeelten versloeg. Het moreel der bevolking bepaalt dus den uitslag. Dit weet Engeiand beter dan iemand anders. Want het heeft den vorigen oorlog gewonnen, doordat in het Britsche volk het geloof aan eigen zaak tot het einde toe be- houden bleef, terwijl het Duitsche volk ver- deeld was. In 1914 was er maar een wil in Duitschland. TWee jaar daama niet meer. De tegenstelling, die in vredestijd het volk verdeeld had, de scheidslijn tusschen de demo- cratische partijen ter linker- en de conserva- tieven ter rechterzijde (met de nationaal- liberalen als tusschengroep), kon ook door het gemeenschappelijk gevaar niet overschre- den worden. Het werd een strijd om twee doeleinden: om de inwendige structuur en om de voorwaarden, waaronder men vrede moest sluiten. Links eischte een modemiseering van het Rijk, zoodat de massa meer invloed kreeg op het bestuur en de oude heerschende kasten (jonkers en groote bourgeoisie) hun greep op het regeerings-apparaat verloren; het eischte bovendien vrede met het Westen en geen annexatie. Rechts eischte een sterk Rijk, wel steunende op de breede massa, maar organisch samenhangend met de tradities der vroeger heerschende standen en naar buiten onaantastbaar: geen vrede, voordat het Wes ten die plaats aan Duitschland zou ingeruimd hebben. Rechts zelf was weer verdeeld in de Oostelijke richting, die op het continent de taak voor het Rijk zag en met Rusland vriend- schap wilde en in de overzeesche richting, die een sterk Koloniaal Rijk begeerde. De on- zekerheid omtrent den binnenlandschen op- bouw en den uiterlijken vorm des Rijks be- heerschte de twee laatste jaren van den oorlog. Hier haakte de Engelsche propaganda aan. Het linksehe, democratische, deel van het Duitsche volk stond er voor open; naarmate de moeilijkheden toenamen en de arbeiders meer ontberingen moesten lijden, werd de bevolking steeds rijper voor deze propaganda. Beslissend was echter een ander feit: de Russische revolutie. Het was een voorbeeld voor alle socialistisch-voelenden in de wereld. Tevergeefs was de vrede van Brest Bitowsk: het feit van het bolsjewisme als de strijdende macht van het wereldproletariaat werd er niet door aangetast. Zoo stortte het Duitsche binnenlandsche front ineen, nog voordat het front der loopgraven onhoudbaar bleek. De burgerij luisterde naar Engeiand, zij luis- terde vooral naar den nieuwen strijder aan de overzijde, naar Wilson; de arbeiders echter zagen in het Oosten een nieuwe wereld op- doemen en hoopten, door den vrede met het Westen te maken, mede te kunnen bouwen aan de te scheppen orde. De splitsing tusschen regeering en volk was dus de diepste oorzaak gebleken van Duitschland's ondergang in den wereldoorlog. Engeiand stelt thans van meet of aan dit feit in het centrum; het geeft te kennen, niet tegen het Duitsche volk, maar slechts tegen zijn binnenlandsch regime te strijden. Daar- mee hoopt het op den duur de geheime oppo- sitie in het Rerde Rijk tot daden te kunnen drijven. Alles is immers bij de Britsche oor- logsvoering er op berekend, dat de tijd ten gunste van het Westen werkt. De Duitsche legers mogen dan in een snel tempo Polen onder den voet loopen, echter langzaam, zeer langzaam, maar des te zekerder zal de druk der Britsche blokkade gaan werken. Tegen voedselgebrek en verarming van het leven, tegen toenemende ontbering en blijvende span ning helpen geen overwinningen op het slag- veld. Men kan landen veroveren en zich hun grondstoffen, hun ertsen en graan toe- eigenen, maar dit alles heeft zijn grenzen. Organisatie van het economische leven in een vijandig land valt niet mee; het is ook den Duitschers niet gelukt, toen zij in het eind- stadium van den wereldoorlog Oekrajina, Rusland's graanschuur, bezet hadden en ten gevolge van de sabotage en het lijdelijk verzet der bevolking er weinig of niets voor zich zelf uithaalden. Aldus de Britsche overwegingen. Men richt zich daarbij niet alleen rechtstreeks tot het Duitsche volk (door radio, strooibiljetten uit vliegtuigen enz.). Maar ook via de neu- tralen. De kleine landen hi het Westen en Noorden, die onzijdig gebleven zijn, staan toch met hun sympathieen veeleer aan den kant van het Westen. De houding de? Russen heeft de zaak der Engelschen en Franschen wel in allerlei opzichten kwaad gedaan, maar zij hebben er toch ook weer moreel voordeel uit getrokken, dat zij nu niet de bondgenoo ten der bolsjewistische macht zijn. Zelfs Italie hoopt men op de manier der propaganda zoo al niet te winnen, dan toch van de actieve hulp aan zijn „spilgenoot" te weerhouden. In de kringen der Italiaansche ontwikkelden (het kleine volk volgt den Duce onvoorwaardelijk) is nog altijd een sterke sympathie voor Frankrijk; hierop speculeert het Westen. Alles bijeen genomen is dus de opzet, wat het mo- reele front betreft deze: Duitschland volkomen te isoleeren, de sympathieen voor het Westen der neutralen en de ontwikkelden in Italie tot een machtigen geestelijken muur om Duitsch land heen te bouwen en binnen zijn veste ver- deeldheid te zaaien tusschen het regime en het gewone volk, in de eerste plaats rekenend op de arbeiders, voor zoover zij nog socialis- tisch voelen; in de tweede plaats op de ont- wikkelde Duitsche burgerij. Hoe nu hier tegenover het regime van het Derde Rijk zich te weer stelt en zoowel zijn eigen volk als Italie immuun tracht te maken tegen dit moreele offensief, zullen wij later zien. Ditmaal zij slechts met enkele woorden gewezen op het Duitsche tegenoffensief. Van Duitschen kant slaat men het oog op het Westen en maakt onderscheid tusschen Enge iand en Frankrijk. Men weet, dat er voorloo- pig geen kans is in het Britsche volk ook zelfs maar een kleine minderheid voor zich te win nen, ja, vermoedelijk zal ook op den langen duur Engeiand den blijven. Maar men meende te Berlijn wel* zulk een kans wat Frankrijk betreft waar te nemen. De houding van het Fransche volk tijdens de crisis van September 1938 is voor het vervolg van beteekenis ge weest. Want toen bleek, hoe weinig de ge- middelde Franschman lust had ter wille van een questie in Midden-Europa ten strijde te trekken. Dit feit heeft in September 1938 dien doorslag gegeven en de bemiddeling van Mussolini doen slagen: de Fransche staats- lieden steunden de poging van den Duce. Op lets dergelijks heeft de ,,spil" ook bij de crisis van eind Augustus gerekend. Ook toen immers kwam op het laatste oogenblik Mussolini met een voorstel om de zaak op een conferentie te schikken en men zegt, dat de Fransche regeering er toe bereid was, maar slechts door het verzet der Britten niet verder kon gaan. Wat hier precies van waar is, laten wij nu daar. In elk geval rekent men te Berlijn en te Rome op eten zekere neigimg in Frank rijk om eerder naar vrede te luisteren, dan in Engeiand, mits die vrede redelijk en hecht zal zijn. De komende weken zal men ver moedelijk een toenemen van dit „vredes- offensief" der spil kunnen waamemen. Al- thans de hoop in Duitschland is op Frankrijk gevestigd. Zoo strijdt men aan weerskanten niet alleen met materieele, maar ook met propagandis- tische wapenen en zoekt men naar de zwakke plekken van zijn tegenstander. DE WRANGE GEVOLGEN VAN DEN EUROPEESCHEN OORLOG, OOK VOOR DE NEUTRALEN. Stijfselfabriek stopgezet. De stijfselfabriek te Sas van Gent heeft, wegens gebrek aan grondstoffen (mais), haar bedrijf tijdelijk moeten staken. LUXOR-THEATER. Onderzeepatrouilie. De film speelt niet in de laatste jaren, doch in de dagen van den grooten wereld- brand, toen de Amerikaansche oorlogsvloot blijkbaar nog niet solide in z'n stalen want zat. Een van die houten torpedojagers met een bemanning die voor het grootste deel uit van toeten noch blazen wetende recruten be- stond, onder leiding van 'n zeer eerzuchtigen commandant, moet een munitieschip naar de Middellandsche Zee convooieeren. Het groote avontuur wordt het onschadelijk maken van een vijandelijken onderzeeer in voile zee en later in de Middellandsche Zee het door een mijnenveld breken en het in den grond schie- ten van een andere U-boot. Deze belevenissen brengen de noodige spanning in deze film, die stevig gekruid is met zeemanshumor, die op- gediend wordt door een paar rare snaken aan boord. Trouwens, een liefdespaar is ook niet vergeten, de idylle tusschen een millionnairs- zoon dien ,,vetsloof" chef van de machine- kamer is aan boord van den torpedojager en de dochter van den kapitein van de mu- nitie-boot. Deze is er ten zeerste op tegen dat zijn dochter zooals dat heet vaste verkeering krijgt met dit jongmensch en hij kan den jon- gen aanbidder niet tegen het lijf loopen of hij tracteert hem op zeemansmanier op een fa- meuze oplawaai. De vloot-predikant weet den boozen "vader eindelijk tot andere gedaohten te brengen en deze gaat eigenhandig den jon- gen man de trouwpapieren overhandigen. Deze denkt niet anders dan dat hem een nieuw pak slaag wacht en hij is zijn a.s. schoonvader nu voor, door hem volgens de regelen van de noble art knock out te slaan. Als de oude heer weer bij komt, is de schuit op een zeer gevaarlijke expeditie uit en hem blijft niet anders over dan maar mee te varen om in de machinekamer te ervaren, dat het verliefde jongmensch toch niet die nietsnut is, waarvoor hij hem eigenlijk aanzag. Als dp maan schijnt in Kentucky. Men treft de Ritz-Brothers in deze film aan als een stel New Yorksche artisten zonder engagement en zonder geld. En aangezien zij er op regelmatige wijze niet aan te pas ko- men, probeeren zij het ten slotte met onregel- matige middelen. De programma's van het Sunshine zeep-uurtje dalen in populariteit en de producer zoekt nieuwe attracties. Hij komt op het idee een stel origineele Hillbillies voor de microfoon te halen en zoo reizen de Ritz- Brothers naar Kentucky en laten zich ont- dekken met lange zwarte baarden en gewe- ren. De true slaagt, hetgeen men niet van hun eerste uitzending kan zeggen te midden van de echte Hillbillies. Zoodat men het in de beschaafde wereld nog eens gaat over- doen. In New York komt de zwendel even- wel aan het licht en het bezorgt den betrok- kenen een zenuwoverspanning met uit- zondering dan van de Ritz-Brothers zelf, die nu in hun ware gedaante voor de microfoon verschijnen en met fabelachtig succes. Dat nog vermengd met een bescheiden liefdesgeschiedenis is de inhoud van deze film en het komt er weinig op aan, want men kijkt ten slotte alleen naar de drie hee- ren, die u op zoo ongeevenaarde wijze bezig- houden. PASSAGEPRIJS BIJ DE MIJ „ZEELAND" VERDUBBELD. Donderdagochtend, bij het aanbreken van den dag, heeft de ,,Oranje Nassau", zooals gemeld, den dienst op Engeiand, na een on- derbreking van anderhalve week, hervat. Voorloopig worden slechts drie reizen per 14 dagen in beide richtingen gemaakt. Uitbrei ding van den dienst zou het wellicht nood- zakelijk maken, dat twee schepen in de vaart moeten worden gebracht, hetgeen de exploi- tatiekosten aanmerkelijk doet stijgen. Men wil daarom eerst even afwachten of zich veel passagiers aanmelden en veel lading ter ver- zending wordt aangeboden. Naar wij vernemen is er thans aan boord slechts een klasse, terwijl de passageprijs voor een enkele reis VlissingenTilbury Docks 46,60 bedraagt, hetgeen een verdub- beling beteekent. De vrachten voor goederen zijn ook over de geheele linie vrij belangrijk verhoogd moeten worden. Den heer F. J. (Hintertur, die ook in den vorigen wereldoorlog met de mailboot meni- gen overtocht naar Engeiand heeft gemaakt, is het commando over de ,,Oranje Nassau" opgedragen. De equipage is na loting samen gesteld uit de bemanningen van alle schepen der maatschappij. (Vliss. Crt.) L e

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 6