Buitenland
DE ..BREMEN" NAAR ENGELSCHE
HAVEN OPGEBRACHT.
EEN OPROEP VAN GENERAAL
FRANCO.
DE CONCEPTIE VAN DEN LOKALEN
OORLOG.
BOMMEN OP DEENSOHE HAVENSTAD.
DE JAPANSCHE AMBASSADEUR TE
ROME NAAR TOKIO ONTBODEN.
DE TORPEDEERING VAN DE
ATHENIA.
EEN KONING, EEN VLAG, EEN ZAAK.
wintertarwe dusdanig geleden, dat het ge-
was moest worden ondergeploegd en vervan-
gen door zomertarwe, welke echter een kor-
relopbrengst geeft, die circa 10 kleiner is
dan die van wintertarwe. Tegenover de 110.000
ha wintertarwe van vorige jaar staat thans
dan ook slechts 40.000, welke bovendien voor
een groot deel een hollen stand heeft gehad.
Daarentegen staat tegenover de 15.000 ha
zomertarwe van vorig jaar thans 82.000 ha
van dat gewas.
De met rogge beteelde oppervlakte heeft
dit jaar bedragen 235.000 ha. Dat is weliswaar
8000 ha minder dan vorig jaar, doch de op-
brengst is uitzonderlijk groot, naar schatting
meeir dan 750 millioen kilo.
Het gerst-areaal heeft dit jaar bedragen
41.000 ha tegen 43.000 vorig jaar; dat van
haver bedraagt 163.000 ha, hetwelk een
record is ("vorig jaar 150.000, in 1936 nog
130.000 ha).
Onze totale graan-oppervlakte heeft dit
jaar dus bedragen rond 560.000 hectaren, dat
is evenveel als vorig jaar, doch voor de crisis,
zoowel als voor den oorlog besloeg de Neder-
landsche graancultuur slechts een oppervlakte
van gemiddeld 430.000 hectaren. Ons graan-
areaal is thans dus 30 grooter dan in 1914.
Onze bevolking is in dien tijd echter met meer
dan 30 gestegen in die 25 jaren.
Ter vergelijking diene nog, dat in het laat
ste jaar van den wereldoorlog 1918 onze
graanverbouw een oppervlakte van 440.000 ha
besloeg.
Vender is dit jaar geoogst: 33.000 ha groene
erwten (v. j. 26.000)7000 ha schokkererw-
ten (v. j. 5000); 3000 ha grauwe erwten (on-
veranderd); 4000 ha bruine boonen (onver-
anderd) en 2000 ha witte boonen (onveran-
derd), alles in ronde cijfers.
Verder zijn of worden geoogst: 53.000 ha
consumptie-aardappelen op kleigrond, 43.000
ha op zand- of veengrond en 29.000 ha fa-
brieksaardappelen, in totaal 125.000 ha (vorig
jaar 121.000).
De hoeveelheid verbouwde suikerbieten ten-
slotte is in de laatste tien jaren van overheids-
wege (via den steun) zoo gereguleerd, dat de
daaruit bereide hoeveelheid suiker is ingesteld
op de Nederlandsche consumptie.
Van aardappelen en aardappelmeel heeft
ons land een zeer groot uitvoeroverschot, vorig
jaar b.v. 286 millioen kg aardapelen en 86
millioen kg aardappelmeel) in het jaar daar-
voor resp. 434 en 130)Aangezien een deel
van den oogst bij wijze van marktontlasting
is gedenatureerd, d.w.z. tot veevoeder bestemd
onder toekenning van een steuntoeslag, is het
verschil tusschen productie en binnenland-
sohe menschelijke consumptie nog grddter
dan uit het exportsurplus blijkt.
Ook van peulvruchten heeft ons land een
aanzienlijk export-overschot, n.l. 30 millioen
kilo (invoer 20, export 50 in het afgeloopen
jaar).
Wat de tarwe betreft, daarvan heeft Neder-
land een jaarlijksche invoer van 600 millioen
kilo (vorig jaar 645, in het jaar daarvdor
570). Daarbij komt dan nog 65 milloen kilo
tarwebloem (vorig jaar 68, in 't jaar daar-
voor 64). Omgerekend tot tarwe komt men
dus tot een totalen invoer van rond 700 mil
lioen kilo. Een deel daarvan dient als vee
voeder.
Het totale tarwe-verbruik (menschelijke en
dierlijke consumptie samen), heeft vorig jaar
bedragen circa ruim een milliard kilo (een
millioen ton), waarvan 80 voor mensche
lijke en 20 i% voor dierlijke voeding. De
eigen oogst varieert in de laatste jaren tus
schen 400 en 450 millioen kilo.
In ronde cijfers kan de Nederlandsche be-
hoefte aan tarwe voor menschelijk gebruik
worden gesteld op ruim 800 millioen kilo per
jaar, waarvan ongeveer 300 binnenlandsche
ingevolge het maalgebod. Deze 800 millioen
kilo wordt geconsumeerd in den vorm van
bloem (570 mill, kg) en meel (70 mill, kg)
Ongeveer 40 millioen kilo bloem dient voor de
bereiding van andere producten dan brood, n.l.
banket, beschuit, biscuit, wafels, zelfrijzend
bakmeel, macaroni, stijfsel, vermicelli, ouwels,
suikerwerken, scheepsbeschuiten, enz.
Behalve tarwe is ook rijst een belangrijk
voedingsmiddel. Vorig jaar heeft het invoer-
overschot, dus de statistische consumptie, be
dragen circa 80 millioen kilo, in het jaar daar
vdor 95.
Wat de overige granen betreft, dus mais,
gerst, rogge en haver, die voor het over-
groote deel bestemd zijn voor veevoeder, daar
van heeft ons land in de laatste jaren een in-
voeroverschot van 1200 milloen kilo (voor de
crisis gemiddeld 1700).
Zoo komt men tot de volgende, globale op-
stelling voor de granen:
Jaarlijksche consumptie door mensch en
dier rond 3500 millioen kilo.
Jaarlijksche productie 1700 millioen kilo.
Men kan dus zeggen, dat zonder de rijst
Nederland rond de helft van zijn tegen-
woordige graanbehoefte dekt door zijn tegen-
woordige graanproductie.
Van de 1200 mill, kg ingevoerde voeder-
granen wordt tegenwoordig circa 30 ge
consumeerd door de kippen, 40 door de
varkens, 20 door de paarden en 10 door
het rundvee.
Buiten en behalve den invoer van graan
voor direete menschelijke voeding (brood enz.)
en voor indirecte menschelijke voeding
(vleesch, vet, boter, kaas, melk, eieren e.d.)
is ook noodig de invoer van veekoeken of
grondstoffen daarvan en wel gemiddeld 600
milloen kilo of het grondstoffen-aequivalent
daarvan. En tenslotte importeeren we nog
40 milloen kilo dierlijk eiwit voor veevoeder,
(vleesch- en visohmeel e.d.).
Tegenover het invoer-overschot van 1200
mill, kilo graan, 600 mill, kilo veekoeken en
40 mill, kilo dierlijk eiwit, staat echter een
export van rond 450 millioen kilo dierlijke
producten (boter, kaas, melkproducten,
vleesch, spek, reuzel, eieren e.d.).
Ten slotte zij er nog op gewezen, dat ten
behoeve van onzen landbouw, veehouderij en
tuinbouw, bovendien nog noodig is de invoer
van groote hoeveelheden kali (Frankrijk en
Duitschland)benevens fosforzuur (Thomas-
slakkenmeel uit Belgie, Frankrijk en Duitsch
land, ruwe fosfaten (uit Tunis en Marokko).
Het getmiddelde Nederlandsche kali- en fos-
forzuur-verbruik bedraagt in de laatste jaren
bruto 1100 a 1200 millioen kg, alles ingevoerd
uit het buitenland.
Stikstofhoudende meststoffen maakt Neder
land zelf in meer dan voldoende mate (Hoog-
ovens en Staatsmijnen)
Het spreekt van zelf, dat op het verbruik
van kunstmest en noodgedwongen ook op dat
van graan en veekoeken, een vermindering
kan worden toegepast, als de nood aan den
man komt, doch het bovenstaande wil alleen
eenige verhoudingen illustreereh. Trouwens,
het vee is reeds op rantsoen gesteld en de
mensch zal, naar aangekondigd is, spoedig
volgen.
Ten slotte nog een antwoord op de vraag
van een lezer, n.1. hoe onze tarwe-oogst over
de verschillende provincies is verdeeld:
Groningen 26
Noord- en Zuid-Holland 30
Zeeland 20
Noord-Brabant 10
Lamburg 5 1%
Overige provincies 9
DE OORLOG.
Zooals altijd bij het uitbreken van een oor
log, is schrijft de N. R. Crt. het nieuws
de eerste dagen schaarsch. Van een groote
actie kan dan nog geen sprake zijn en de
berichten- en propagandadienst van de oor-
logvoerende mogendheden is er nog niet op
ingesteld om dagelijks op vastgestelde uren
aan de eigen bevolking en de verdere wereld
een verslag te geven van de gebeurtenissen
van den dag. Men is nog bezig zijn strijd-
krachten te groepeeren en de posities van
den vijand te verkennen om diens zwakke
punten te zoeken en daarop dan straks een
aanval te ontketenen.
De verwachting van velen, dat de moderne
oorlog zou beginnen met massale, verwoes-
tende luchtaanvallen is niet geheel uitge-
komen. Wel hebben de Duitschers bij hun
aanval op Polen een ruim gebruik van het
luchtwapen gemaakt, doch zij stonden hier
klaarblijkelijk tegenover een zwakkeren en
minder goed uitgerusten tegenstander. In
den oorlog op wat wij nu maar, naar analogie
van 25 jaar geleden, het Westelijk front zul-
len noemen, zijn tot dusver voor zoover
uit de berichten valt op te maken nog
slechts verkenningsvluchten en plaatselijke
aanvallen gedaan. De geruchten over een
aanval op Essen zijn nog niet bevestigd en
zullen dus wel onjulst zijn geweest. Wel
staat vast, dat de Engelschen Wilhelmshaven
en Cuxhaven hebben gebombardeerd. De
Engelschen meenen daarbij schade te hebben
toegebracht aan verscheidene Duitsche oor-
logsschepen. Wat hiervan waar is en hoe
zwaar die schade is, valt nog niet te zeggen,
omdat de Duitschers daarover zwijgen. Zij
zeggen alleen, dat zij vijf vijandelijke vlieg-
tuigen hebben neergeschoten, hetgeen wel
juist zal zijn, omdat de Engelschen erkennen,
dat hun vliegtuigen door vijandelijke vlieg-
tuigen en luchtafweergeschut bestookt wer-
den, hetgeen eenige verliezen ten gevolge had.
In Polen zetten de Duitschers hun op-
marsch voort. Van Poolsch verzet op eenigs-
zins uitgebreide schaal is nog niets gebleken.
Dit kan een gevolg zijn van het feit, dat de
Polen bij hun mobilisatie verrast zijn en daar-
door nog niet over een voldoende organisatie
beschikken, om deugdelijk verweer te bieden.
Het kan ook het gevolg zijn van een strate-
gisch plan om de frontlinie te verkleinen,
door het opgeven van on- of moeilijk verdedig-
bare streken, om zoodoende met de betrek-
kelijk geringe Poolsche krijgsmacht in staat
te zijn tegen de zooveel sterkere Duitsche
legers stand te houden. Wat hiervan waar
zij, zal wel spoedig blijken. Voor de Duit
schers zijn in ieder geval het tot stand bren-
gen van een verbinding te land met Oost-
Pruisen en de verovering van Bromberg een
belangrijke moreele winst, welke er op be-
rekend is, het vertrouwen van het eigen leger
te sterken en dat van de Polen te schokken.
Engeland is begonnen met het opbrengen
van Duitsche schepen en er is ook reeds een
Engelsch schip vergaan. De Engelschen hou
den vol, dat dit schip, de Athenia, getorpe-
deerd is. De Duitschers zeggen, dat zich in
die buurt geen Duitsche duikboot heeft be-
vonden. De ouderen onder ons kennen dezen
vorm van strijd uit den vorigen oorlog. Er
zijn gevallen geweest, waarvan de ware toe-
dracht pas geruimen tijd na het einde van
den oorlog aan het licht is getreden. In dit
geval, nu vrijwel alle opvarenden van het
schip gered zijn en men in een land, dat niet
tot de oorlogvoerenden behoort, voornemens
is en vermoedelijk ook in staat zal zijn om
een onderzoek in te stellen, zal misschien
eerder de ware toedracht van de zaak blijken.
De Engelschen achten het, ondanks de Duit
sche tegenspraak, al zeker, dat het schip door
een Duitsche duikboot zou zijn getorpedeerd,
en maken daar voor hun propaganda reeds
druk gebruik vap, gelijk de Duitschers voor
propagandadoeleinden opkomen tegen de
schending van de Nederlandsche neutraliteit
door vliegtuigen, welke volgens hun zeggen
Britsche vliegtuigen zijn geweest. De ver-
halen van geredden van de Athenia maken
het intusschen al vrijwel zeker, dat het schip
door een duikboot is tot zinken gebracht.
De Britsche luchtaanval op de Duitsche
oorlogshavans schijnt erop te wijzen, dat de
Engelschen zullen trachten van meet af aan
de Duitsche vloot onschadelijk te maken. In
den vorigen oorlog is Engeland hierin niet
geslaagd. Men beschikte toen nog niet over
een luchtwapen, dat voor dit doel kon worden
gebruikt, en kon een vijandelijke vloot alleen
vernietigen door haar te dwingen tot een zee-
slag. Doordat de Duitsche schepen zich niet
zoover waagden, dat zij de verbinding met
hun bases verloren, is deze vernietiging in
den vorigen oorlog niet gelukt. Weliswaar
heeft de Duitsche vloot de duikbooten
daargelaten weinig uitgericht, maar door
dat zij intact bleef, vormde zij voor de geal-
lieerden steeds een bedreiging en dwong zij
het gros der vloten tot een voortdurende be-
waking van dat deel van de Noordzee, dat
men wel de Duitsche bocht pleegt te noemen.
Tevens zijn de Engelschen begonnen de
Duitsche koopvaarders, die zich nog op zee
bevinden, op te brengen of in den grond te
boren. Een gerucht, dat tot de schepen, die
dit lot hebben ondergaan, ook de Bremen zou
behooren, doet reeds eenige dagen de ronde,
doch is nog door geen van beide zijden beves
tigd of uitdrukkelijk weersproken.
Voor de geschiedenis van het uitbreken van
het huidige conflict "kan de uiteenzetting van
Italiaanschen kant van belang blijken, die te
kennen geeft, dat de bemiddelingspogingen
van Mussolini gedaan werden, vbdrdat
Duitschland Polen was binnengevallen, en dat
het ondanks deze bemiddelingspogingen toch
tot den inval besloot, ze daarmede als het
ware bij voorbaat krachteloos makende.
EEN DUITSCHE RADIOREDE VAN
CHAMBERLAIN.
Stryd tegen het regime, niet tegen
het volk.
Chamberlain heeft zich in een radiorede in
de Duitsche taal tot het Duitsche volk ge-
richt. Hij zeide:
Uw land en het mijne zijn thans in oorlog.
Uw land had bommen geworpen op en was
binnengevallen in het vrije, onafhankelijke
Polen, dat Engeland gehouden was om te ver-
dedigen. Omdat uw troepen niet teruggetrok-
ken zijn in antwoord op de Britsche nota, is
de oorlog gevolgd.
Na feiten gegeven te hebben ten aanzien
van Hitler's aanbod aan Polen, vroeg Cham
berlain:
Wlaarom achtten wij het noodzakelijk een
oostelijke mogendheid te verdedigen, terwijl
onze belangen in het westen liggen? Het ant
woord, ik betreur het te moeten zeggen, is,
dat niemand in Engeland vertrouwen heeft in
het woord van uw leider. Hij gaf zijn woord,
dat hij het verdrag van Locarno zou eerbie-
digen en hij brak het. Hij gaf zijn woord dat
hij noch verlangen had noch het voornemen
om Oostenrijk te annexeeren en hij brak het.
Hij verklaarde, dat hij de Tsjechen niet zou
inlijven in het Duitsche rijk, en hij deed het
toch. Hij gaf zijn woord na Munchen, dat hij
geen verdere territoriale eischen en plannen
had in Europa en hij brak het. Hij gaf zijn
woord, dat hij geen Poolsche provincies wilde
en hij brak het. Hij heeft gedurende jaren ge-
zworen dat hij de doodsvijand was van het
bolsjewisme en hij is thans zijn bondgenoot.
Kan het u verbazen, dat zijn woord voor ons
het papier niet waard is, waarop het is ge-
schreven? Het Duitsch-Russische pact was
een cynische ommekeer, die ten doel had het
vredesfront tegen de aggressie in puin te
slaan. Dit gokspel is mislukt. Uw leider offert
u, het Duitsche volk, thans op aan het nog
monterachtiger gokspel van een oorlog om
zichzelf los te maken uit een onmogelijke po-
sitie, waarin hij zichzelf en u geleid heeft. In
dezen oorlog strijden wij niet tegen u, het
Duitsche volk, jegens hetwelk wij geen bittere
gevoelens hebben, maar tegen het tyrannieke
en meineedige regime, dat niet alleen zijn
eigen volk heeft verraden, maar de geheele
Westersche beschaving en alles, wat u en ons
dierbaar is.
Chamberlain besloot zijn toespraak met de
woorden: ,,Moge God de rechtvaardigen ver
dedigen".
Radio-Parijs deelde mede, dat de Duitsche
oceaan-stoomer .Bremen" van de Hamburg-
Amerika Lijn, die eenigen tijd door de Ameri-
kaansche douane is opgehouden en daarna
zonder passagiers op te rremen naar Duitsch
land terugkeerde, onderweg zou zijn opgevan-
gen door Britsche oorlogsschepen en naar een
Engelsche haven zou zijn gebracht. Reeds eer
der waren berichten ontvangen, dat de „Bre-
men" op zijn terugreis naar Europa door een
Engelschen kruiser werd achtervolgd.
FRANSOHE VLIEGTUIGEN IN BELGIe
TOT D.ALEN GEDWON GEN.
Twee kleine Fransche jachttoestellen, die bij
Quievrain over de Belgische grens waren ge-
komen, zijn gedwongen bij de grensposten te
dalen. De bemanning werd geinterneerd. Zij
verklaarden, dat zij tegen hun wil over de
■grens waren gekomen.
ZAL MEXICO TEGEN DUITSCHLAND
STRIJDEN?
De voorzitter van den bond van Mexicaan-
sche arbeiders, die tevens president van den
bond van Latijnsch-Amerikaansche arbeiders
is, welke meer dan tien millioen leden heeft,
heeft verklaard: ,,In dezen oorlog kan er geen
neutraliteit van Mexico- zijn. Mexico zal tegen
het nationaal-socialisme den strijd aanbinden.
Het zou dwaas zijn te denken, dat Mexico
Duitschland onmiddellijk den oorlog zal ver-
klaren, maar ik twijfel er geen oogenblik aan,
dat het dit zal doen".
Hij heeft het Amerikaansche eomite van
industrieele organisatie verzocht in dezelfde
richting te werken. Het bestuur van het Mexi-
caansche vakverbond heeft een reeks maat-
regelen genomen om de ravitailleering van
Duitschland te bemoeilijken en zich te beveili-
gen tegen sabotage van nationaal-socialisti-
sche agenten in Mexico.
NEUTRALITEIT VAN ARGENTINIE
AFGEKONDIGD.
De ministerraad heeft een besluit afgekon-
digd, behelzende de neutraliteit van Argenti-
nie. De minister van. buitenlandsche zaken
heeft besloten dat alle honoraire consulaten
en vice-consulaten van Argentinie in de oor-
logvoerende landen gesloten zullen worden.
Franco heeft een opropp gericht tot de lan
den, die in staat van oorlog verkeeren en die
als volgt luidt:
,,Met de autoriteit, welke in ontleen aan het
lijden van drie jaar onder den last van een
oorlog van drie jaar voor de bevrijding van
ons vaderland, richt ik mij tot de landen, die
verantwoordelijk zijn voor het ontketenen
van de catastrophe, welke zonder precedent is
in de geschiedenis, opdat de volken gespaard
blijven voor het droeve.treurspel, dat de Span-
jaarden heeft getroffen, die zich niet vrijwil-
lig willen beperken in het gebruik van de ver-
schrikkelijke middelen van vernieling, welke
in een nieuwe oorlog nog verhonderdvoudigd
zullen worden. Het is een groote verantwoor-
delijkheid een conflict uit te breiden over
zeeen en landen, welke verwijderd liggen van
den huidigen oorlogshaard, zonder dringende
redenen. De uitbreiding hiervan zonder nut
voor de oorlogvoerenden zal een groote, een
onmetelijke wanorde brengen in de wereld-
economie en een onberekenbS.ar verlies aan
rijkdommen veroorzaken, bovendien zal de
handel worden lamgelegd, hetgeen grooten
terugslag zal hebben op de lagere klassen der
bevolking. Hoe meer de oorlog zich uitbreidt,
des te meer ontstaan kiemen voor nieuwe
oorlogen. Ik doe derhalve een beroep op het
gevoel van verantwoordelijkheid van de regee-
ringen, opdat alle pogingen worden gedaan om
het huidige conflict te localiseeren."
De correspondent der N. R. Crt. te Berlijn
meldt:
01
Van officieuze zijde wordt erop gewezen,
dat men ook in dit stadium in Duitschland
nog blijft vasthouden aan de conceptie van
een lokalen oorlog met Polen, dat wil zeggen,
dat men in het Westen zooveel mogelijk de-
fensief en afwachtend wil blijven, zulks ook
tot nader order in politiek opzicht. In het bij-
zonder, zoo heet het nog, wordt tegenover
Frankrijk een zekere reserve in aanmerking
genomen, omdat dit land, evenals Duitschland
de voorstellen van Mussolini principieel had
aangenomen, waarna deze actie voor den
vrede door Engeland met een ultimatieven
eisch aan Duitschland onmogelijk werd ge
maakt.
Eens te meer is Duitschland daarom vast-
besloten om zijn Poolsche tegenstanders te
verslaan en aldus de omsingeling van Enge
land te doorbreken, om de handen vrij te krij-
gen naar het Westen.
Engeland wordt ook in de pers meer en
meer als de hoofdtegenstander beschouwd.
In hoeverre deze opvatting door de Engel
sche luchtaanvallen op Wilhelmshafen een
wijziging heeft ondergaan, of zal ondergaan,
is nog niet te overzien.
Uit een vliegtuig van tot dusver onbekende
nationaliteit zijn Maandagmiddag tegen zes
uur twee luchtbommen gevallen op de stad
Esbjerg, een haven aan de Deensche West-
kust.
De aangerichte schade is groot; o.a. is een
huis van drie etages vemield. Het aantal
slachtoffers is nog onbekend.
Een vischkotter is aan het mijnenveld in de
Noordzee ten offex gevallen en in de lucht
gevlogen. De bezorgdheid te Ebsjerg is groot
daar nog negenbig visschersschepen uit deze
stad zich op zee bevinden. De mijnen betee-
kenen een ramp voor de visscherij.
,,HUT HEILIG HART VAN POLEN".
Maandagmiddag heeft kardinaal Verdier
een rede door de radio gehouden, waarin hij
o.a. heeft gezegd: „Het nationale heiligdom
van O. L. Vrouw in Polen staat in vlammen,
de vijanden hebben zich hardnekkig hierop ge
worpen. Waarom deze aanval. Hoopt men
op deze wijze onze Poolsche vrienden te ont-
moedigen
Deze hoop is ijdel. Sedert meer dan zeven-
honderd jaar is dit heiligdom werkelijk het
hart van Polen. Het hart van Polen bloedt,
doch het is niet verslagen. Den dag na dezen
aanval hebben zich twee mogendheden opge-
maakt het te helpen. De Polen zullen zich
herinneren, dat de vijand gewaagd heeft de
hand op te heffen tegen hun moeder. In het
vervolg, zal zij hun dubbel heilig zijn. Welke
de nooden van morgen zullen zijn, Polen, ge-
zegend door zijn Maagd en Martelares, gehol-
pen door alle landen, die de vrijheid en de
christelijke beschaving liefhebben, zal zijn
onafhankelijkheid en glorierijke bestemming
terugvinden.
VORMING VAN TSJECHO-SLOWAAK-
SCHE STRIJDKRACHTEN IN
FRANKRIJK.
De Tsjecho-Slowaaksche gezant te Washing
ton, Wladimir Hurban, heeft medegedeeld, dat
in Frankrijk en Polen Tsjecho-iSlowaaksche
legereenheden georganiseerd worden, en
voegde hieraan toe: ,,Het Tsjecho-Slowaak
sche volk dat thans tijdelijk onder heerschap-
pij is van het Barbaarsche Nazidom, staat
geheel aan de zijde der geallieerden, die de
Duitsche uitdaging aan de beschaving der
geheele wereld hebben aanvaard".
DE RENTEMARK IN DUITSCHLAND
INGEVOERD.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn, dat in ver-
band met de door de omstandigheden in het
leven geroepen grootere behoefte aan beta-
lingsmiddelen, den laatsten tijd weer meer
biljetten van vijf rentemarken in omloop zijn
gebracht.
Deze biljetten zijn nooit ongeldig verklaard
en zijn derhalve een volledig geldig betalings-
middel.
Ten einde te voldoen aan de behoefte van
kleinere munt zullen ook biljetten van een en
twee rentemark in omloop worden gebracht.
De rentemarkbiljetten waren, schrijft de N.
R. Crt., wellicljt nimmer officieel ongeldig
verklaard; niettemin waren zij geheel uit de
circulatie verdwenen. Zij keeren nu terug en
zulks kan moeilijk anders worden opgevat dan
als een verdere uitbreiding van de circulatie
welke niet blijkt uit den wekelijkschen staat
van de Rijksbank. Het communique van het
D.NJB. rept dan ook van een bestaande be
hoefte aan kleinere munt, een bekend ver-
schijnsel uit den vorigen oorlog. Het metaal
wordt schaarsch, daar het veelal voor andere
doeleinden moet worden gebruikt. Bovendien
zou een dergelijke uitbreiding van de circulatie
(er is immers ook sprake van de a.s. uitgifte
van biljetten van een en twee mark) even-
tueel kunnen wijzen op een stijging of een
verwachte stijging van de prijzen. Na drie
dagen oorlog lijkt dit echter minder waar-
schijnlijk.
EEN „ARM LAND".
In een commentaar op de rede van Hitler in
den Rijksdag schrijft de Tribune de Geneve,
dat de Fiihrer met trots heeft verklaard, dat
Duitschland beter is bewapend dan ooit en
dat het gedurende zes jaar 90 milliard mark
heeft uitgegeven voor de bewapening. Deze
som, ongeveer 160 milliard Zwitsersche francs,
is enorm. Duitschland, dat zichzelf steeds
voordeed als een arm land, dat niets had,
door alien verlaten, niet in staat zijn schul-
den te betalen en zijn verplichtingen te vol
doen, heeft thans onthuld over welke midde
len het beschikte. Met een slag is de voor-
stelling van arm land en levensruimte ver
dwenen. De waarheid is, dat Duitschland rijk
was en zeer gemakkelijk zijn verplichtingen
had kunnen voldoen en gelukkig en in vrede
had kunnen leven.
ROODE KRUIS BIEDT DIENSTEN AAN.
Overeenkomstig de bestaande internationale
conventies en in overeenstemming met zijn
traditioneele taak heeft het internationale
Roode Kruis-comite zijn diensten aangeboden
aan de regeeringen en de Roode Kruis-orga-
nisaties der oorlogvoerende staten.
De Japansohe ambassadeur te Rome is naar
Tokio ontboden. De officieele verklaring
luidt, dat hij gaat om verslag uit te brengen
over den Europeeschen toestand. In Japan-
sche kringen te Rome verheelt men echter
niet het feit, dat zijn terugroeping verband
houdt met de houding der Japansche regee-
ring tegenover de asmogendheden in verband
met de totstandkoming van -het Duitsch
Russisch nonagressiepact.
FRANKRIJK'S ZAAK IS DE ZAAK DER
GERECHTIGHEID.
Een radio-rede van Daladier.
Daladier, de Fransche minister-president,
heeft Zondagavond een radiorede gehouden,
waarin hij zeide:
Fransche mannen en vrouwen. Sedert 1
September bij het aanbreken van den dag is
Polen het slachtoffer van den meest brutalen
en meest cynischen aanval. Zijn grenzen zijn
geschonden, zijn steden worden gebombar
deerd. Zijn leger biedt den invaller held-haf-
tigen tegenstand. De verantwoordelijkheid
voor het vergoten bloed rust geheel op de
regeering van Hitler. Het lot van den vrede
was in handen van Hitler; hij heeft den oor
log gewild.
Frankrijk en Engeland hebben hun pogin
gen om den vrede te redden, vermenigvuldigd.
Nog vanochtend hebben zij een dringende stap
te Berlijn gedaan om bij de Duitsche regee
ring een laatste beroep op de rede te doen
en haar te vragen de vijandelijkheden te
staken en vreedzame onderhandelingen te
openen. Duitschland heeft geweigerd. Het
had reeds geweigerd een antwoord te doen
geworden aan alle menschen, die in den laat
sten tijd hun stem ten gunste van den vrede
hebben doen hooren. Het wil dus de vernie
tiging van Polen om daarna snel de hegemo-
nie over Europa te verzekeren en Frankrijk
dienstbaar te maken.
Ons keerende tegen de verschrikkelijkste
der tyrannieen en ons gegeven woord nako-
mende, strijden wij voor de verdediging van
land en haardstede en voor onze vrijheden. Ik
ben mij er van bewust zonder ophouden en
tot de laatste minuut tegen den oorlog te
hebben gevochten. Ik richt met bewogen-
heid en teederheid een groet tot onze soldaten,
die thans den heiligen plicht gaan volbrengen,
dien wij zelf hebben vervuld. Zij kudnen ver
trouwen hebben in hun chefs, die dengenen,
die Frankrijk eens ter overwinning gevoerd
hebben, waardig zijn. De zaak van Frankrijk
smelt samen met die van de gerechtigheid.
Het is de zaak van alle vredelievende en vrije
volken. Deze zaak zal overwinnen.
Fransche mannen en vrouwen, wij gaan in
den oorlog, omdat men ons dien oplegt. Ieder
van ons is op zijn post op den Franschen
grond, op dezen bodem der vrijheid, waar de
eerbied voor de menschelijke waardigheid een
van zijn laatste wijkplaatsen heeft gevonden.
Gij zult al uw kracht in het werk stellen in
het diepe gevoel van eenheid en broederschap
voor het heil van het vaderland. Leve
Frankrijk!
HITLER WACHT IN HET WESTEN
OP HET EERSTE SCHOT.
Volgens Belgische en Zwitsersche jour-
nalisten, die zich nog steeds te Berlijn bevin
den, is Hitler vastbesloten dat Groot-Brit-
tannie en Frankrijk aan het Westelijk front
de eerste schoten zullen moeten lossen.
In de Wilhelmstrasse wordt verklaard, al
dus zeggen zij, dat Duitschland zal reageeren,
doch niet zal provoceeren.
EEN GRIEKSOH STOOMSCHIP OP
EEN MIJN GELOOPEN.
Het eerste slachtoffer van de Duitsche
mijnen ten zuiden van de Sont is het Griek-
sche schip Josti geworden. Het schip was op
weg van Leningrad naar Antwerpen.
De geheele bemanning, bestaande uit 29
personen, is gered. Zij werden aan boord ge
nomen door de Zweedsche loodsboot en het
Finsche schip Poseidon.
Mededeelingen in het parlement.
In antwoord op een in het Engelsche Lager-
huis gestelde vraag betreffende het incident
met het passagiersschip Athenia, verklaarde
Churchill, die bij zijn eerste optreden als eer
ste Lord van de admiraliteit door het Huis
luide en langdurig werd toegejuicht, dat de
kapitein van de Athenia Zondagnacht om 1
uur meldde, dat -het schip snel zonk. Eenigen
van de veertienhonderd passagiers, onder wie
driehonderd burgers der Vereenigde Staten,
bevonden zich toen nog aan boord. Het schip,
zoo voegde Churchill hieraan toe, werd zon
der de minste waarschuwing getorpedeerd.
Het schip was in geen enkel opzicht een hulp-
kruiser. In antwoord op een aanvullende
vraag, zeide Churchill nog, dat het zeker was
dat de Athenia zonder de minste waarschu
wing getorpedeerd werd onder omstandig
heden, welke alle landen der wereld, inclusief
Duitschland zelf, aan het einde van het vorige
jaar als onmenschelijk hebben gekenmerkt.
In het Hoogerhuis heeft Lord Stanhope ge
zegd, dat het oorlogskabinet de omstandig
heden van het torpedeeren van de Athenia
prompt en nauwkeurig zou onderzoeken.
Wanneer als vastgesteld mag worden aange
nomen, dat een Duitsche torpedo de ramp
veroorzaakt had, dan moest spr. er op wijzen,
dat Hitler bij de opzegging van het Duitsch
Engelsche vlootverdrag de bepalingen voor
het gebruik van duikbooten in oorlogstijd had
laten voortbestaan, zoodat hij thans opnieuw
een plechtige belofte zou hebben geschonden.
Lord Maugham, de vorige Lord-kanselier,
zeide dat onder juristen de algemeene opinie
heerscht, dat het torpedeeren van koopvaar-
dijschepen zonder waarschuwing en zonder
voor de veiligheid van passagiers en beman
ning te zorgen gelijk staat met een daad van
zeeroof.
iHet Engelsche ministerie van voorlichting
verklaart in verband met het Duitsche be-
richt, dat de Athenia waarschijnlijk op een
mijn is geloopen, dat de admiraliteit mede-
deelt, dat geen Britsche mijnen in dat gebied
gelegd zijn.
Het ministerie van voorlichting deelt ven
der mede, dat ongeveer 430 overlevenden van
de Athenia zich aan boord bevinden van den
Noorschen stoomer Knut Nelson, die op weg
is naar Galway in den Ierschen Vrijstaat,
welks regeering voorbereidingen treft om hen
te ontvangen.
Geen formeel Amerikaansch protest
venwacht.
In officieele kringen te New-York verwacht
men niet dat de Vereenigde Staten een for
meel protest zullen indienen bij de Duitsche
regeering betreffende het torpedeeren van de
Athenia, aldus meldt de correspondent van
het agentschap Dowjones in Washington.
Ambtenaren verklaarden dat het twijfelachtig
was of de Vereenigde Staten een motief -had-
den om te protesteeren, gezien het feit dat de
Athenia onder Britsche vlag voer.
Volgens een telegram uit Glasgow aan
Press-Association bevonden zich 34 personen
van Duitsche nationaliteit ajan boord van de
Athenia.
De minister-president van het gemeenebest
van Australie, Menzies, heeft Zaterdag ver
klaard: Wij weten, dat de Britsche naties over
de geheele wereld den zijn. Er is eenheid in
de rijen van het rijk den koning, een vlag,
een zaak. Wij staan aan de zijde van Groot-
Brittannie.
De Australische minister voor de voorraden
heeft medegedeeld, dat de munitiefabrieken
gereed zijn om terstond op voile kracht de
productie ter hand te nemen.
De gouverneur-generaal van Nieuw-Zeeland
heeft den alarmtoestand uitgevaardigd voor
de geheele Dominion.
De Canadeesche regeering heeft besloten,
dat, ingeval Engeland verwikkeld zou raken
in een oorlog om weerstand te bieden aan
agressie; zij het parlement terstond zou vra
gen bijeen te komen en machtiging te geven
tot daadwerkelijke samenwerking van Canada
aan den kant van Engeland.
KRI.JGSGEVANGENE" OP BRITSOH
SCHIP.
Zondagavond is aan boord van het Britsche
schip ,,Georgic", dat zich in de haven van
New-York bevindt, de eerste vrouwelijke
krijgsgevangene geinterneerd. Het betrof een
jeugdige Duitsche stewardes, die sinds vijf
jaar in dienst is van de Cunard Line. Zij ver
klaarde een Engelsch gevangenschap te ver-
kiezen boven een terugkeer naar het Derde
Rijk als ,,vrij burgeres".
DE ONDERGANG VAN DE ATHENIA.
Uit hetgeen nog andere overlevenden van
den ond'ergang van de Athenia bij him aan-
komst te Greenock verteld hebben, blijkt, vol
gens de N. R. Crt., dat vele passagiers en vele
leden, der bemanning dbor de ontploffing den
dood gevonden hebben.
Een jeugdig jood'sch echtpaar zag zijn twee
zoontjes verdrinken, toen de boot, waarin