Ter Neuzensche Courant
Arabella lie Versciirikkelijke
Feuilleton
Binnenland
Buitenland
Vrijdag 25 Augustus 1939 No. 9956
TWEEDE BLAD
HET VOORZITTERS0HAP VAN DEN
MINISTERRAAD.
BI RG EM EESTERS VAN GROOTE
GEMEENTEN TERUG VAN VACANTIE.
RADIOREDE VAN DEN KONING
DER BEEGEN.
VAN
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van TERNEUZEN, brengt
ter algemeene kennis, dat een uitspraak op
aanvragen om vrijstelling van den Dienst-
plicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een
ieder ter image is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettelijke vertegen-
woordiger.
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hun wettelijke vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
docb worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending.
Terneuzen, den 24 Augustus 1989.
De Burgemeester voomoemd,
P. TELLEGEN.
BUITENGEWONE OPROEPING
in werkelijken dienst van gewone dienst
plichtigen, van reserve-personeel, van niet in
werkelijken dienst zijnde vrijwilligers en van
burgerpersoneel bestemd voor de gemobili
seerde weermacht als voorzorgsmaatregel
V o oR-MOBILISATIE
De Burgemeester van Terneuzen,
roept in opdracbt van de regeering al het
personeel, aangewezen voor opkomst bij vodr-
mobilisatie, op, om zich met spoed in werke
lijken dienst te begeven.
TIJDSTIP VAN OPKOMST.
a. voor ben, die onmiddellijk na aanplak-
king van deze ,,openbare kennisgeving'
in werkelijken dienst moeten komen:
Onmiddellijk, dan wel per eerst komende
reisgelegenheid, indien van een openbaar
middel van vervoer gebruik moet worden
gemaakt;
b. voor de overigen op 25 Augustus 1939.
Degenen, die om eenigerlei reden niet in het
bezit zijn van een lastgeving (zie zakboekje),
zijn verplicht zich te wenden tot den Burge
meester van de gemeente, waarin zij woon-
achtig zijn of, indien zulfcs niet mogelijk is,
tot den Burgemeester der gemeente, waarin
zij verblijven.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
deze „openbare kennisgeving" rechtens vol-
doende is en derhalve dengene, die niet aan
deze oproeping voldoet in verzuim stelt.
Terneuzen, den 24 Augustus 1939.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
VOORMOBILISATIE IN NEDEBLAND.
De regeeringspersdienst meldt:
De ontwikkeling van den intematronalen
toestand heeft de regeering tot het inziciit
gebracht, dat hoewel ons land geenszins is
blootgesteld aan eenige bedreiging van welke
zijde ook het niet is uitgesloten, dat. in de
naaste toekomst ter handhaving van de neu-
traliteit tot mobilisatie van de zee- en land-
macht moet worden overgegaan.
In verband hiermede heeft de regeering be-
sloten tot eenige maatregelen (zoogenaamde
voormobilisatie)welke de strekking hebben
de legering en verpleging van hen, die even-
tueel bij mobilisatie zullen worden opgeroepen,
vcor te bereiden.
De aanplakbiljetten aan de telegraafkanto-
ren luiden:
Aan het telegraafkantoor is een telegram
ontvangen betreffende de buitengewone oproe
ping van gewone dienstplichtigen, van reserve-
personeel, van niet in werkelijken dienst zijn
de vrijwilligers en van burger-personeel, be
stemd voor de gemobiliseerde weermacht als
voorzorgsmaatregel.
Voormobilisatie.
Tijdstip van opkomst:
a. voor hen, die onmiddellijk na aanplak-
king van de ,,openbare kennisgeving" voor
oproeping tot opkomst, in werkelijken dienst
EEN VROOLIJKE LIEFDESROMAN
van Berta Buck.
Vertaald door TEO DE WITTE.
24) Vervolg.
„U had hem hier kunnen houden, indien u
het zoo graag gewenscht had, miss Ames,"
zei het arme familielid plotseling met een
harde, scherpe stem en een ongekende terug-
houding.
Want Peggy leed, zooals alleen een uiterst
teruggetrokken meisje kan lijden, dat hope-
loos verliefd is. Zij voelde sinds lang de
bange zekerheid dat ze machteloos was door
haar physieke onaantrekkelijkheid, die nog
verhoogd werd door de bitterheid, dat ze nu
een meisje op het tooneel zag verschijnen, dat
in rijken overvloed de charmes bezat, die zij
miste.
Geen wonder dat ze ten slotte aan die smart
ten offer viel. Eindelijk had ook haar stem
den harden noot der Cattermole's gekregen.
Er was een kwalijk verborgen vijandigheid
in haar woorden, toen zij verder ging:
,,En dan nog miss Ames, zooveel reden om
terneergedrukt te zijn heeft u heusch niet; u
zult niet langer aan u zelf worden overge-
laten. U weet trouwens maar al te goed
dat..." de naam van ,,Eric" scheen in den
ranken bleeken hals van het kleine lijderesje
te blijven steken ...mijn neef aanstaan-
den Dinsdag reeds overkomt. En dan zal het
u niet aan allerlei amusementen ontbreken,
is het wel?"
Arabella's anders zoo vriendelijke en zachte
blauwe oogen kregen ineens een staalharde
uitdrukking. Ze keek de ander in stijgende
verwondering aan. Zij had het bescheiden, ne-
derige meisje, de Peggy, die altijd bereidvaar-
dig was en nooit aan zich zelf scheen te den-
ken, nog nooit in zoo'n stemming gezien.
moeten komen: onmiddellijk, dan wel per
eerstkomende reisgelegenheid, indien van een
openbaar middel van vervoer gebruik moet
worden gemaakt;
b. voor de overigen op 25 Augustus 1939.
Men raadplege de in de gemeente aange-
plakte „openbare kennisgevingen".
Men wordt uitgenoodigd, aan bovenstaand
bericht zoo spoedig en zooveel mogelijk rucht-
baarheid te geven.
De tekst van de buitengewone oproepingen,
die door de gemeentebesturen zijn aangeplakt,
luidt als volgt:
Buitengewone oproeping in werkelijken
dienst van gewone dienstplichtigen, van
reserve-personeel, van niet in werkelijken
dienst zijnde vrijwilligers en van burgerperso
neel, bestemd door de gemobiliseerde weer
macht als voorzorgsmaatregel.
Voor-mobilisatie.
De burgemeester van roept, in
opdracht van de regeering, al het personeel,
aangewezen bij opkomst bij voor-mobilisatie,
op om zich met spoed in werkelijken dienst te
begeven.
Tijdstip van opkomst:
a. voor hen, die onmiddellijk na aanplak-
king van deze „openbare kennisgeving" in
werkelijken dienst moeten komen: onmiddel
lijk, dan wel per eerstkomende reisgelegen
heid, indien van een openbaar middel van ver
voer gebruik moet worden gemaakt;
b. voor de overigen op 25 Augustus 1939.
Degenen, die om eenigerlei reden niet in het
bezit zijn van een lastgeving, (zie zakboekje),
zijn verplicht zich te wenden tot den burge
meester van de gemeente, waarin zij woon-
achtig zijn of, indien zulks niet mogelijk is,
tot den burgemeester der gemeente, waarin
zij' verblijven.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
deze ,,openbare kennisgeving" rechtens vol-
doende is en derhalve dengene, die niet aan
deze oproeping voldoet, in verzuim stelt.
den 24 Augustus 1939.
de burgemeester voomoemd,
Eerste oefening bij de zeemacht.
De regeeringspersdienst meldt:
De Minister van Defensie heeft bepaald, dat
de inlijving van dienstplichtigen bij de zee-
macht op 28 Augustus a.s. tot nader order
wordt uitgesteld. In verband hiermede moe
ten de daarvoor aangewezen dienstplichtigen
niet voldoen aan de oproeping tot opkomst op
genoemden datum.
Er zijn ook dienstplichtigen van de zee-
macht, die reeds in een vorig jaar of bij. een
vorige ploeg voor eerste oefening hadden moe
ten opkomen, doch door genoten uitstel of om
een andere reden deze oefening eveneens op
28 Augustus a.s. zouden aanvangen. Ook deze
dienstplichtigen moeten voorloopig niet op
komen, tenzij er een algemeene mobilisatie
mocht plaats hebben. In dat geval zrjn zij ver
plicht de aanwijzingen te volgen, die vermeld
zijn in hun zakboekje.
Beperking telefoongesprekken zeer
gewenscht.
De bestaande verkeersafwikkeling ten aan-
zien van telefoongesprekken blijft voorloopig
gehandhaafd. Intusschen wordt ieder drin-
gend verzocht, zich bij het voeren van locale
en interlocale gesprekken zoowel wat het aan-
tal als wat den duur daarvan betreft tot het
uiterste te beperken, daar anders van militaire
zijde tot uitsluiting van een groot aantal tele-
foonaansluitingen zou moeten worden over
gegaan.
ZEDELIJKE VERWILDERING VAN
FABRIEKSMEISJES
Het Tweede Kamerlid Woudenberg heeft
aan den Minister van Sociale Zaken de vol-
gende vragen gesteld:
'Heeft de minister kennis genomen van de
mededeelingen, door Mgr. Frencken gedaan
op de zomerbijeenkomst van ,,Brabantia Nos
tra" te Roosendaal, betreffende de verhoudin-
gen, waaronder fabrieksmeisjes in Zeeuwsch-
Vlaanderen, Brabant en Limburg en in enkele
streken in het Noorden des lands moeten
arbeiden
Heeft de minister met name kennis ge
nomen van de uitspraak van Mgr. Frencken,
dat de door hem geschetste toestanden tot
een groote en vroegtijdige zedelijke en geeste-
lijke verwording en verwildering leiden?
Is het den minister bekend, dat Mgr. Fren
cken het feit, dat zij op 14- tot 15-jarigen
leeftijd op fabrieken moeten gaan werken, den
zedelijken ondergang voor duizenden meisjes
noemt?
Is het den minister bekend, dat de bedoel-
de meisjes bovendien door het heen en weer
fietsen naar en van haar werk vaak werk-
dagen van 10, 12, ja meer uren maken, waar-
door zij in een toestand van oververmoeidheid
en prikkelbaarheid geraken en alien zedelijken
weerstand verliezen?
Is de minister niet van meening, dat aan
een en ander ten snelste een einde gemaakt
dient te worden en is de minister bereid mede
te deelen, welke maatregelen hij daartoe denkt
te nemen, alsmede welke maatregelen hij ter-
stond reeds heeft genomen?
En ze zei snel, maar heel vriendelijk, met
een koortsachtige haast, als wilde ze zoo vlug
mogelijk een bang voorgevoel doen verdwij-
nen:
„Moet ik daaruit opmaken, dat je wilt zeg-
gen, dat hij alleen voor mij naar „De Schuur"
zal komen?"
,,Och kom, wat ben je onnoozel. Ligt dat er
niet duimen dik op?" schreeuwde Peggy De-
lamere bijna met een schellen valsehen lach.
'Sinds dienzelfden avond dat hij met dien jon-
gen Wynstone de geheele familie te schande
heeft gezet door in den salon zich met nie-
mand anders bezig te houden" dan met hun
nieuwe loge. Ik weet maar al te goed, dat
Eric Cattermole sinds dien tijd aan niemand
anders meer heeft gedacht dan aan jou alleen
en dat heel die voorgewende vacantie niets
anders ten doel heeft dan bij jou te kunnen
zijn. Trouwens, dat behoef ik je toch zeker
niet te zeggen, he. Denk je dat wij onze oogen
in onze zakken hebben. Denk je dat ook wij
die briefjes niet gezien hebben, die geregeld
voor miss Araabella in de bus werden gevon-
den."
„Zeker, maar dat ging alleen maar over de
liedjes, die hij voor mij wilde koopen in Lon-
den, zooals hij me zelf beloofd had", zei miss
Ames rustig, „en toen moest hij me weer eens
schrijven, omdat ze uitverkocht waren en
toen nog eens, dat ze binnen enkele dagen
toch weer in herdruk zouden komen."
„Och kind, dat zijn allemaal uitvluchten, dat
waren ook voor hem maar smoesjes", riep de
anders zoo waardige Peggy woedend uit. ,,'Dat
waren al te doorzichtige trucjes om je weer
eens te kunnen schrijven en dat van Eric, die
nooit, maar dan ook nooit een briefje naar
„De Schuur" heeft gezonden. Die zich be-
paalt tot een telefoontje of een door zijn op-
passers bezorgd telegram. En hij heeft je bon
bons gezonden en later nog eens bloemen. Je
denkt zeker, dat ik niets zie, als de post be
zorgd wordt. Ik bedoel natuurlijk dat ieder-
een het wel zien moest, toen de bedienden met
die ongewoon groote pakketten naar je toe-
kwamen. En de volgende week komt hij dus
STEUN AAN AARDBEIENTELERS.
Men meldt uit Den Haag:
Nu de resultaten van den aardbeienoogst
van dit jaar kunnen worden overzien, is ge-
bleken, dat vele telers groote schade hebben
geleden, daar door den schaarschen oogst
zeer onbevredigende financieele uitkomsten
zijn verkregen.
Naar van bevoegde zijde gemeld wordt,
heeft de Minister van Economische Zaken
daarom besloten aan deze aardbeienkweekers
over dezen oogst steun te verleenen.
Daarbij zal uiteraard, ten einde een zoo bil-
lijk mogelijke verdeeling van het voor steun
beschikbare bedrag te bereiken, rekening wor
den gehouden met de omstandigheid, dat de
oogstresultaten bij de telers onderling zeer
sterk uiteenloopen.
GEVAREN VAN DE GRENSBEWAKING.
,,Het goedkoope succes van de uniform bij
het zwakke geslacht ontaardt zoo licht en
wordt een mine voor deugd en eer. Wij spo-
ren derhalve de meisjes aan vooral ten op-
zichte van de militairen haar naarstigheid,
netheid en zedigheid te bewaren. Zij mogen
bedenken, hoe lichtzinnig en onverantwoorde-
lijk het is, een verkeering aan te knoopen met
personen, die haar geheel en al vreemd zijn,
die gewoonlijk maar korten tijd op dezelfde
plaats verblijven, die vaak gebonden zijn door
de banden van een huwelijk en niet zelden een
ander geloof belijden. Wij vermanen vooral
de ouders over hun kinderen te waken en niet
toe te laten, dat deze hun geloof en goede
zeden zoo roekeloos in gevaar brengen."
Aldus luidt volgens het Vad. een gedeelte
van den tekst van een waarsdrawing, die
Zondag ond'er alle H.H. Missen in de kerken
van Kerkrade en in verschillende in het
dekenaat is voorgelezen, een brief van den
deken van Kerkrade, de zeereerw. heer W.
van Ormelingen, waarin hij er op wijst, dat
de grensbewaking tengevolge van den gespan-
nen toestand in Europa, gepaard met groote
gevaren voor geloof en goede zeden niet
slechts voor de militairen zelf, maar ook voor
meisjes.
VOOR DE GRENSTROEPEN IS DE
VELDPOSTDIENST WEER IN WERKING.
Ten behoeve van de bij de grensbeveiliging
betrokken militairen is met ingang van giste-
ren opnieuw de veldpostdienst in werking
getreden.
Veldpostkantoren zijn gevestigd te Gronin-
gen, Apeldoorn, 's-Hertogenbosch en Maas
tricht.
Correspondentie voor genoemde militairen
moet zijn voorzien van:
de duidelijke aanwijzing „veldpost";
naam, voorletters en militairen rang van
geadresseerde;
het legeronderdeel (in bijzonderheden om-
schreven) waartoe hij behoort of waarbij hij
is gedetacheerd.
Vermelding in het adres van de plaats waar
het onderdeel is gelegerd, mag niet geschie-
den; wel mag de naam van het betrokken
veldpostkantoor worden toegevoegd, indien
den afzender bekend is onder welken territo-
rialen bevelhebber (Friesland, Overijssel,
Noord-Brabant of Zuid-Dimburg) de geadres
seerde behoort.
Art. 2 van het reglement v/in orde voor den
raad van ministers bepaalt, dat deze raad uit
zijn midden voor den tijd van een jaar een
voorzitter en ©en ondervoorzitter kiest.
Als voorzitter fungeerde tot nu toe uiter
aard Jhr. De Geer. De ondervoorzitter was
nog niet aangewezen. Naar gemeld wordt, is
tijdens de afwezigheid van Jhr. De Geer de
Minister van Buitenlandsche Zaken, Mr. Klef-
fens, als voorzitter opgetreden.
In verband met den .gespannen internatio-
nalen toestand heeft de Minister van Binnen-
landsche Zaken het nuttig geoordeeld de bur-
gemeesters van de groote en middelgroote
gemeenten, die op het oogenblik met verlof
zijn, te verzoeken terug te keeren. Dit verzoek
dient uitsluitend als voorzorgsmaatregel ge
zien te worden.
Z. M. Koninig Leopold ni heeft Woensdag-
avond voor den Belgischen omroepzender
N.I.R. uit naam van alle hoofden van de Oslo-
staten een radio-rede gehouden, die door de
Nederlandsche zenders heruitgezonden werd.
De officieele Nederlandsche tekst van de rede
luidt als volgt:
De verklaring, waarvan ik voorlezing ga
doen, werd afgelegd in het paleis te Brussel
in tegenwoordigheid van de ministers van
buitenlandsche zaken en uit naam der staats-
hoofden van de Oslogroep.
naar hier. Hij is heel wat gewiekster dan dat
schaap van een Wynstone, dat natuurlijk den
boel ineens heeft bedorven door zoo hard van
stapel te loopen met zijn belachelijken brief.
Nee, Eric heeft op dat gebied meer doorzicht
en wellicht meer ondervimding", voegde Peg
gy er hatelijk aan toe. „Hrj bereidt den aan-
val rustig voor en stuurt lieve briefjes en
bonbons en bloemen om de stelling wat te
verzwakken. Maar niemand van de geheele
familie twijfelt er nog aan of hij zal je hoog-
stens den tweeden dag met een officieel aan-
zoek vereeren."
En toen de ander haar verbaasd aankeek
alsof ze het in Keulen hoorde donderen, toen
Arabella maar niet antwoordde op dezen
hartstochtelijken aanval, toen ze niet eens
hooghartig glimlachte, zooals haar jaloersche
mededingster van deze hartelooze overwinna-
res had verwacht, stampte het arme familielid
der Cattermole's, de bescheiden Peggy, die
immer de laatste plaats innam, die als het
ware in den achtergrond van het leven was
opgegroeid en daar bescheidenheid en offer-
zin had aangekweekt, als een furie op den
grond, terwijl zij de ander toeschreeuwde
„Sta me niet zoo ellendig verbaasd aan te
kijken, huichelaarster, alsof je dit alles pas
voor het eerst hoort, alsof je het niet even
goed wist als ik en als wij alien."
Weer viel Arabella haar vriendelijk in de
rede, maar ditmaal was er meer beslistheid
in haar woorden.
Indien jullie dit allemaal weten, weten jul-
lie meer dan ik. Maar indien je ook maar een
oogenblik vermoedt, dat Arabella Ames zich
gaat verloven met den oudsten zoon van
Squire Cattermole, hebben jullie het glad
mis."
„Och, doe niet zoo eigenwijs. Speel ergens
het meisje eruit. „Stel je niet zoo aan! Doe
niet alsof..."
„Ik doe nooit alsof. Ik houd me met derge-
lijk'e minderwaardige praktijken niet op", zei
Arabella eenigszins gekrenkt. ,,Ik meen altijd
wat ik zeg! En ik zal je 'ns 'n paar dingen
zeggen, die ik heel beslist meen. Luister!
De wereld beleeft een tijdperk van zoodanige
spanning, dat elke normale samenwerking
onder de staten onmogelijk dreigt te worden.
Groote mogendheden treffen maatregelen die
bijna gelijk staan met de mobilisatie hunner
gewapende macht. Moeten de kleine mogend
heden niet vreezen het slachtoffer te worden
van een eventueel1 conflict, waarin zij, tegen
hun eigen wil in, zouden worden meegesleept
niettegenstaande hun politiek van onbetwist-
bare onafhankelijkheid en hun vasten wil
onzijdig te blijven Zijn ze er niet aan bloot
gesteld het voorwerp te worden van buiten
hen om getroffen schikkingen
Zelfs zander dat er vijandelijkheden ge-
opend worden, wordt de wereld door een
economische instorting bedreigd. Alom heer-
schen wantrouwen en argwaan.
Onder onze oogen vormen zich de strijd-
kampen, stellen de legers zich op, wordt
een afschuwelijke strijd in Europa voorbereid.
Gaat ons werel'^deel zelfmoord plegen door
zich te storten in een ontzettenden oorlog,
waarin er noch overwinnaar, noch overwon-
nene zou zijn, maar waarin alle geestelijke en
stoffelijke waarden, door de beschaving van
eeuwen geschapen, ten onder zouden gaan?
De oorlogspsychose dringt alle huizen bin
nen, en alhoewel de openbare meening er zich
zeer goed van bewust is welk een ondenkbare
ramp en volkenstrijd voor de gansche mensch-
heid zou beteekenen, laat zij zich meer en
meer over aan de gedachte dat wij er onver-
mijidelijk in medegesleurd zullen worden. Het
is van belang tegen een zoo noodlottige ge-
latenheid op te komen.
Er bestaat geen volk wij leggen hier
sterk den nadruk op dat zijn kinderen
den dood zou willen inzenden om aan andere
natien het recht op het bestaan te ontne-
men, dat het voor zich zelf opeischt.
Stellig zijn de belangen van alle staten niet
alien dezelfde. Maar zijn er wel belangen die
niet op vredelievende wijze tot overeenstem-
ming kunnen gebracht worden, en kan dat
niet oneindig veel beter vodr dan na een oor
log?
Dat het geweten der wereld wakker worde.
Het ergste kan nog vermeden worden. Maar
de tijd dringt. De evolutie der gebeurtenis-
sen kan weldra elk rechtstreeks contact nog
moeilijker maken.
Dat men zich niet vergisse. Wij weten dat
het recht, om te kunnen leven op een hechten
grondslag moet steunen, en de vrede dien wij
wenschen is de vrede welke berust op de eer-
bied van alle staten. Een duurzame vrede
kan niet gevestigd zijn op de macht maar
enkel op een zedelijke orde;
Gebiedt niet de wijsheid op dit oogenblik
een eind te stellen aan den strijd met
woorden, aan ophitsingen en bedreigingen,
ten einde te besluiten om over de gestelde
vraagstukken te beraadslagen. Wij. vormen
plechtig den wensch dat de mannen waarvan
den loop der <gebeurtenissen afhangt, bereid
zullen zijn'hun geschillen en eischen te onder-
werpen aan een onderhandeling ingezet in een
geest van broederlijke samenwerking.
Het is uit deze overwegingen dat ik in naam
van Z. M. den Koning van Denemarken, den
president der Finsche republiek, H. K. H. de
Groothertogin van Luxemburg, H. M. de
Koningin der Nederlanden, Z. M. den Koning
van Noorwegen, Z. M. den Koning van Zwe-
den, en in mijn eigen naam, ieder onzer in
overeenstemming handelend met zijn regee
ring, deze oproep doe.
Wij drukken de hoop uit, dat andere staats-
hoofden hun steun bij den onze zullen voegen,
beziel'd door dezelfde zorg voor den vrede en
de veiligheid van hun volkeren. Straks zullen
honderden milldoenen menschen van harte met
ons zijn om den wedloop naar den oorlog te
stuiten.
Mogen degenen in wier handen het lot der
wereld berust deze gevoelens beantwoorden
en den door hen menigmaal uitgedrukten
wensch verwezenlijken, de moeilijkheden, die
hen scheiden op vredelievende wijze te rege-
len, en dat de ramp, die de menschheid be-
dreigt, vermeden worde.
DE MILITAIRE MAATREGELEN IN
FRANKRIJK KALM OPGENOMEN.
De correspondent der N. R. Crt. te Parijs
telefoneerde Donderdagochtend
In de stad is het rustig. De aankondiging
van militaire opvorderingen en het oproepen
van bepaalde contingenten reservisten, tot
voltooiing van de grensdekking, zijn met
kalmte opgenomen. Wij zijn nog niet aan een
algemeene mobilisatie toe.
Nog tal van vreemdelingen vertoeven in
Parijs, hetzij als toeristen, doch meerendeels
als ingezetenen. De stemming is afwachtend,
maar zij kan in een van grimmige vastbera-
denheid omslaan, als de zenuwen nog lang op
de proef gesteld worden.
Er is geen sprake van zwichten op het stuk
van Poleh, na den schok van het te Moskou
gesloten verdrag. Op de communistische pers
na, bestaat daaromtrent een communis opinio.
De communisten wringen zich in bochten om
die toenadering goed te praten, zonder te ge-
wagen van de in alle stilte gedurende het
overleg met Engeland en Frankrijk geleide
voorbereidingen, welk overleg op de lange
HOOFDSTUK Xn.
Arabella geeft goeden raad.
Maar ondanks Arabella's herhaaldelijke ver-
klaringen, duurde het een behoorlijken tijd
voordat Peggy Delamere eenigszins scheen te
begrijpen, dat het ontzettende kind, de onbe-
grijpelijke Arabella, de nooit voldane Ara-
bellla, beslist meende, wat zij vertelde.
Wat? Scheen zij dan voor den derden keer
haar neus op te trekken voor het prachtige
geschenk, dat de goden haar in den schoot
wierpen? Zij scheen dus niet in het minst van
plan te zijn om te trouwen met dien w&nder-
lijken en bekoorlijken Eric Cattermole, den
trots van zijn familie, de eer van zijn regi
ment, den meest gezienen gast in de voor-
naamste salons?
„Waarom niet?" vroegen Peggy's groote,
verwonderde oogen. ,,Waarom, waarom dan
niet?"
Omdat hij en ik niet bij elkaar hooren", zei
Arabella, terwijl zij ineens met alle kracht
heur haar begon uit te borstelen en voor miss
Delamere's spiegel als maar tegen haar beeld
stond te praten om aldus niet verplicht te zijn
miss Delamere zelf aan te zien. ,,Wij passen
niet bij elkaar zeg ik je! Ik heb dat nu al
door, en de jongeman zou het minstens een of
twee maanden na onze verloving ontdekken
indien ik me ooit tot zoo'n tragische co-
medie liet verlokken. Hij mag misschien een
beetje verliefd op me zijn, maar waarom?"
Even draaide miss Arabella haar eerlijke blo-
zende gezicht naar de arme Peggy, die niet
wist of ze lacben of schreien zou bij al dit
wonderlijke nieuws. En ook op Arabella's ge-
zich kwam een lichte lach toen ze vervolgde:
Omdat hij me voor het eerst zag te midden
van die uitgedroogde mormels in dit Noord-
poolpaleis, waar ik tenslotte de eenige was,
die er een beetje leven en vroolijkheid bracht.
Maar de hemel beware me! Denk je dat zoo'n
fijne mijnheer niet al te spoedig bemerken zou
dat ik veel te luid en te druk, te wild en te
levenslustig, te opzichtig en ongemanierd ben
baan scheen geschoven te worden, om de on-
derteekening van gisteren mogelijk te maken.
Wie er nog het gunstigst tegenover staan,
zeggen, dat het verdrag de basis kan ver-
schaffen voor een nieuwen stand van zaken
ten gunste van den vrede. Een stelsel van
collectieve veiligheid in Europa kan er uit
voortkomen, mits dit pact door een Fransch-
Engelsche alliantie met de Sowjet overwogen
wordt. Om dit optimisme te staven, beroept
men zich dan in die kringen op 't Italiaansch-
Engelsche verdrag, dat Londen volstrekt niet
belette nauwere toenadering met Parijs te
zoeken en tusschen Frankrijk en Engelaiyi
geen enkel wantrouwen wekte. Inderdaad be
hoeft het nieuwe pact niet per se oorlogsfac-
tor te zijn. Het komt er op aan of het ver-
overing, dan wel minnelijke schikking zal ver-
gemakkelijken. Zooals l'Oeuvre zegt: uit dezen
toestand kan of het beste, of het slechtste
voortkomen.
Na de verdragen, welke sinds den oorlog
door Duitschland met Rusland gesloten wer
den, ziet men in het nieuwe weinig nieuws,
maar het gunt, meent men, een blik achter de
schermen.
De Excelsior gelooft, dat het Europeesche
machtsevenwicht er niet door verandert. Dit
zou wel het geval zijn, als de toeleg de Oost-
zeelanden gold, waar Berlijn en Moskou zeg-
genschap zouden wenschen. De onbekendheid
met de ware kracht van de Sowjetunie bevor-
dert die onzekerheid.
Geheel onverwacht is de coup de theatre
hier niet gekomen. Al lang veroorzaakte hfet
voorbehoud, dat de Fiihrer in zijn toespraken
jegens Rusland in acht nam. ongerustheid. Het
heeft niet ontbroken aan stemmen, die waar-
schuwden tegen het gevaar van een samen-
gaan van Berlijn met Moskou, en daarom op
haast maken met het overleg met dezen staat
aangedrongen. Hieruit mag men nog niet af-
leiden, dat dit overleg op zich zelf vergeefsch
is geweest. Zoo gelooft Kerillis (1'Epoque),
dat, als Engeland na de bezetting -van Bohe-
men geen onderhandelingen met Moskou ge-
opend had, van Duitsche zijde de overwinning
zou zijn voortgezet.
Wat vooral tot nadenken stemt is dat de
Duitschers zich voortaan van petroleum,
grondstoffen en voedsel uit Rusland kunnen
voorzien in een mate, die naar het oordeel van
de Republique de gevolgen van een Franseh-
Engelsche blokkade ernstig zou verzwakken,
afgescheiden van de Polen en Roemenen, die
voortaan niet meer op toevoer op groote
schaal van levensmiddelen, munitie en wa-
pens uit Rusland kunnen rekenen. Dit blad
gelooft niet dat het Stalins bedoeling is de
spil te verzwakken volgens de woorden van
Richelieu: men moet het doel bereiken gelijk
een roerei, en wel door het den rug toe te
keeren.
Het is een gemakkelijk spel dit verdrag te
stellen tegenover de woorden in Mein Kampf,
volgens welke het sluiten van een alliantie
met Rusland het sein voor een nieuwen oor
log zou zijn, waarin Duitschland zou moeten
ondergaan.
In de Kamergangen heeft deze verwikke-
ling diepen indruk gemaakt. Daar hoort men
de vergelijking met den dolksteek van Brest-
Litowsk maken. Volgens anderen is dit een
premie voor den aanvaller en zou Moskou een
algemeenen oorlog willen ontketenen, om de
wereldrevolutie op te roepen. Wie zoo spreekt
wordt door de communisten voor Hitleriaan
uitgemaakt en zij op hun beurt willen aan het
gestook van de communisten op hooger hand
een einde zien gemaakt.
Dat Duitschland het Komintem-verdrag
schijnt te verloochenen kan niet nalaten in
Spanje en Japan verwarring, zoo niet erger,
te stichten, wat hier weer tot ongerustheid
stemt. Volgens een bericht uit Turkije aan de
Figaro vraagt men zich daar af, hoe dit pact
te rijmen is met het militaire verdrag dat
Turkije aan Rusland bindt.
Ook leest men dat in Italie de troepenbewe-
gingen volstrekt niet den omvang van die in
Duitschland hebben.
In al deze onzekerheid zou Blum het parle-
ment bijeen willen zien, maar de Jour ver-
neemt dat Daladier daar nog niet aan denkt.
HET DUITSCH-RUSSISOH VERDRAG
GETEEKEND.
Het Duitsche nieuwsbureau meldde Dins-
dagnacht uit Moskou:
De rijksminister van buitenlandsche zaken
von Ribbentrop heeft, samen met den Duit-
schen gezant te Moskou, graaf von der Sehu-
lenburg, een conferentie van drie uur gehad
met Molotow en Stalin. Von Ribbentrop heeft
zich des avonds om tien uur wederom naar
het Kremlin begeven om de besprekingen
voort te zetten.
De onderhandelingen zijn geeindigd in een
overeenstemming inzake een niet-aanvals-
verdrag tusschen Duitschland en Rusland,
welk verdrag door Molotow en von Ribben
trop in aanwezigheid van Stalin en den Duit-
schen gezant is onderteekend.
Moskou en Berlijn laten elkander
de vrije hand.
De Duitsche Rijksregeering en de regeering
voor het meisje, dat hij zich ooit verwaardigen
zal als meesteresse des huizes binnen te lei
den? Je verwedt er soms alles om, dat het
zoo is. Zijn koninklijke hoogheid zou een meis
je moeten hebben van denzelfden stand als hij
zelf, maar vergeet dat niet, een die kans ziet
om wat meer leven in dit sterfhuis te brengen
dan die eeuwig lamenteerende mama, of zijn
onmogelijke zusters, met hun twee en veertig
politieschoenen. Je moet me niet kwalijk
nemen, dat ik mijn oordeel zeg over je eigen
familie, maar met je verlof, het is een stel,
waar ze in den dierentuin niet eens geld mee
zouden verdienen. Het is een collectie dra-
ken, zooals ik nergens ter wereld heb ont-
moet."
Peggy zei niets. Waarschijnlijk omdat zij
deze kwalificatie in den grond niet kon ont-
kennen, al was zij het wellicht niet geheel eens
met den vorm.
,,iEn toch", ging Arabella verder, terwijl zij
weer heVig borst«lde en opnieuw tegen haar
eigen beeld in den spiegel sprak, „en toch zou
hij niet buiten een meisje kunnen, dat al die
koude beweging van jullie officieele leven zou
verwaarloozen. Hij heeft wel degelijk een
vrouw noodig, die al die fratsen even goed
kent als zijn mama, al kan ze er geru.st een'
beetje flinker pas inzetten. Hij zou een meisje
moeten hebben, dat als het moest erg be
scheiden zou kunnen zrjn, dat voornaam zou
kunnen schijnen. Daar zit hem voor al die
jongelui de moeilijkheid. Een dame, een echte
dame is over het algemeen criant vervelend
en het andere soort, waar ze in den grond het
meest voor voelen is geen dame. Kijk maar
naar je nederige dienares. Maar ik heb een
meisje gezien, dat juist voor hem geknipt zou
zijn. Ik zeg je, dat ik allang een meisje voor
hem op het oog heb, dat precies genoeg van
het een en genoeg van het ander heeft om een
perfecte vrouw voor den moeilijken en toch
zoo levenslustigen Eric Cattermole te wor
den."
(Wordt vervolgd.)
t
CI