WIE PRUS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STBIEN'S MKUFBII, NOORDSTRAAT 79
TERNEUZEN, 11 AUGUSTUS 1939.
(Midd. Crt.)
DE BURGEMEESTER VAN OVEZANDE
HEEFT ONTSLAG AANGEVRAAGD.
Het aantal gevallen van verlies van betrek
king was vroeger niet zeer groot, dock in ver-
band met de gedeeltelijke mobilisatie wordt
tbans door een commissie sen onderzoek in-
gesteld. Binnenkort moet het rapport met een
wetsontwerp met dwingende bepalingen ver
schijnen. De moeilijkheid is, dat deze dwin
gende bepalingen eerder de zaak erger kun
nen maken.
De Kamer heeft tenslotte de wetsontwerpen
z.h.s. aangenomen.
DE VERSTERKING VAN DE
WEERMACHT.
Eerste Kamer bepleit verbetering
van de kostwinnersvergoedingen
Aan het eindverslag van de commissie van
rapporteurs uit de Eerste Kamer over het
ontwerp van wet tot wijziging en verhooging
van de defensiebegrooting voor 1939 ontlee-
nen wij het volgende:
Bij de overweging van dit wetsontwerp in
de afdeelingen verklaarden vele leden zich te
kunnen vereenigen met de opvatting, dat de
huidige internationale toestand er toe noopt,
thans reeds over te gaan tot den aankoop van
geschut, van voorraden voor de intendance
e.d., hoewel volg'ens de aanvankelijke plan-
nen zoodanige maatregelen pas in de volgen
de jaren zouden worden genomen.
Deze leden waren den minister erkentelijk
voor diens meermalen gegeven verzekering,
dat wordt gestreefd naar een zoo zuinig
mogelijk beheer van de aanzienlijke bedragen,
welke ons volk ten bate der defensie beschik-
baar moet stellen. Niettemin achtten zij de
ongerustheid, welke o.a. bij het laatste defen-
sie-debat in de Tweede Kamer te dien aan-
zien van meer dan een zijde tot uiting is ge-
komen, niet ongegrond. Zoo oordeelden zij
het, om althans een voorbeeld te noemen, niet
rationeel, dat nu al gedurende vier maanden
o.a. voor plaatselijke commandanten automo-
bielen in huur zijn genomen, waarvoor een
bedrag van circa f 300 per maand wordt be-
taald.
Dat het in zulke gevallen efficienter zou
zijn, voor dat doel auto's te koopen, ligt huns
inziens voor de hand. Teneinde nu aan zoo
danige bezwaren tegemoet te komen en ter
bevordering van een doeltreffend financieel
beheer in het algemeen, gaven de hier aan
het woord zijnde leden in overweging de aan-
stelling van eenen of meer deskundige contro-
leur(s).
Deze leden waren voorts van oordeel dat
van de gelden, door ons volk opgebracht of
op te brengen, bij de onderscheidene aan-
schaffingen voor leger en vloot een zoo groot
mogelijk deel in ons land dient te worden be-
steed, vooral met het oog op de bestrijding
van de werkloosheid. Hetgeen de minister
te dier zake in de Tweede Kamer heeft be-
toogd, had hen niet geheel bevredigd. Gaarne
stelden zij daarbij voorop, dat zij met voldoe-
ning kennis hadden genomen van de mede-
deeling, dat binnenkort een belangrijke op-
dracht, en wel voor den aankoop van vlieg-
tuigen binnenslands zou worden geplaatst.
Ten zeerste zouden zij het echter betreu-
ren, zoo voor den aanmaak van een ander
deel der alsnog benoodigde vliegtuigen de
gelden in den vreemde zouden worden besteed.
Indien de plannen voor het hier bedoelde type
in Nederland nog niet in voldoende mate tot
ontwikkeling mochten zijn gekomen, vindt dit,
naar htm gevoelen, zijn oorzaak in onvoldoend
of niet tijdig georganiseerd overleg van de
landmacht met de Nederlandsche industrie.
Ter bevordering van een, niet te verwaarloo-
zen werkverruiming, drongen deze leden er
bij den minister dan ook op aan, dat deze een
weg zou weten te vinden om de laatst be
doelde vliegtuigen ook in het eigen land door
de eigen industrie te doen vervaardigen.
De kostwinnersvergoedingen.
Voorts bepleitten deze leden, dat de rege-
ling voor de kostwinnersvergoedingen zou
worden verbeterd, zeker ten aanzien der-
genen, die, gelijk bij voorbeeld thans bij de
b(uitengewone) o(proeping) voor u(itwen-
dige) v(eiligheid) het geval is. zijn opgeroe-
pen onder zoo geheel andere omstandigheden
dan die, waarvoor deze regeling aanvankelijk
was bestemd. Huns inziens behooren de nor-
men beter te worden gevoegd naar de maat-
schappelijke positie en de vaste verplichtingen
van de oudere personen, die thans onder de
wapenen zijn geroepen. In de laatste maanden
hebben deze opgeroepenen namelijk in het
belang van het geheele volk zware offers ge
bracht, weshalve zij, naar de meening van de
hier aan het woord zijnde leden, reeds hierom
aanspraak kunnen maken op extra-vergoe-
ding.
Eenige leden bepleitten andermaal de in-
voering van den algemeenen dienstplicht, huns
inziens de eenig juiste oplossing van het de-
fensievraagstuk, wat betreft het ter beschik-
king hebben van de noodige manschappen.
WENSCHT DE K. L. M. ALLEEN
BLANKE PILOTEN.
De heer Rost van Tonningen heeft aan den
Minister van Kolonien de volgende vragen ge-
steld:
1. Is het waar, dat door eenige K.L.M.
autoriteiten ten aanzien van Indische Neder-
landers, die piloot wenschen te worden, een
onwelwillende houding wordt aangenomen?
2. Zoo ja, wordt die houding dan aange
nomen, omdat de Engelsche passagiers nu
eenmaal bepaalde opvattingen huldigen met
be trekking tot niet zuiver blanken?
3. Aeht de minister het juist, dat een door
de Nederlandsche regeering gesubsidieerd
lichaam als de K.L.M. een duidelijk onder-
scheid maakt tusschen Nederlandsche piloten
uitsluitend op overwegingen van ras?
EEN HISTORISOHE DAG VOOR DE
S. D. A. P.
Het Volk (s.d.) schrijft:
,,De kabinetscrisis heeft haar einde. De
heer De Geer verschijnt voor ons volk met
een ministerie, dat sympathie zal vinden bij
de breede massa. De formateur heeft een
ploeg gevormd van beproefde en nieuwe
krachten, die in dezen uiterst moeilijken tijd
van internationale spanning en nog steeds
massale werkloosheid het Nederlandsche volk
door de branding zullen sturen.
iS-edert jaren heeft de sociaal-democratie
telkenmale verklaard, dat zij bereid was, de
verantwoordelijkheid. in de regeering te aan-
vaarden. Thans, in dezen zomer van 1939, is
het uur gekomen om de daad bij het woord te
voegen. De omstandigheden, die het eerste
optreden van sociaal-democratische ministers
begeleiden, zijn niet van dien aard, dat wij
onbeheerschte juichkreten zouden aanheffen.
Maar wij eorkennen gaarne, dat het voor de
S.D.A.P. in Nederland een historische dag is.
Jaren lang hebben de politieke verhoudin-
gen den sociaal-democraten het dragen van
verantwoordelijkheid in de landspolitiek be-
let. De schuld lag bij hen, die td lang de ver-
wezenlijking van eigen opvattingen en pro
gram uit den weg zijn gegaan wij komen
hierop vandaag niet terug. Een kwart van ons
volk bleef buitengeslotende wil tot bouwen,
tot constructief werk, die een jonge partij
bezielde, bleef ongebruikt. In de oppositie
hebben de vertegenwoordigers van de S.D.A.P.
hun werk gedaan; op velerlei gebied is dit
werk vruchtbaar geweest. Maar wij wilden
meer, omdat wij overtuigd waren, het te
kunnen; wij wilden verder, omdat iedere
levenskrachtige beweging behoefte heeft aan
nieuwe mogelijkheden voor activiteit; voor
de zwaarste verantwoordelijkheid schrikken
wij niet terug, omdat wij de innerlijke over-
tuiging hebben, dat de S.D.A.P. de toekomst
van ons geheele volk kan dienen."
Nadat het blad er aan heeft herinnerd, dat
het aanvankelijk vrij sceptisch tegenover de
formatie van den heer De Geer stond, omdat
het aan een stellige erkenning van de Kamer-
uitspraak van 27 Juli de voorkeur had ge
geven, besluit het:
,,Dit ministerie begint zijn werk op een
tijdstip, dat, voor de volgende Kamerverkie-
zingen, slechts een periode van ruim anderhalf
jaar overlaat. In dien betrekkelijk korten tijd
kan men niet alles en nog wat tot stand
brengen. Het spreekt vanzelf, dat de krach-
tenverhouding in ministerie en Volksvertegen-
woordiging grenzen stelt. Tenslotte is de fi-
nancieele toestand na de aanpasserij van de
vorige jaren niet zoo, dat wij wonderen zou
den kunnen verwachten.
Maar de breede massa van ons volk weet,
dat de kwade plannen van beperking, die het
ministerie-Colijn voor werkloozensteun en
werkloosheidsbestrijding op stapel had staan,
zijn gekeerd. Ongetwijfeld zal dit kabinet
zijn voile kracht geven aan de bestrijding van
de werkloosheid en wij zijn dankbaar, dat
twee departementen, die bij deze taak direct
betrokken zijn, onder sociaal-democratische
leiding komen.
Wij hebben een ministerie, dat, in tegen-
stelling tot zijn voorganger, steunt op een
meerderheid van het parlement; een ministe
rie, dat het vertrouwen van een groote meer
derheid van ons volk heeft.
Een goede grondslag. Het werk kan be-
ginnen."
UITREIKING DIPLOMA'S VANWEGE DE
SLAGERSVAKSCHOOL TE UTRECHT.
Gisteravond had in een der lokalen van het
Hotel De Arend van den heer Zeegers alhier
de uitreiking der diploma's plaats aan de
cursisten van den alhier gehouden slagers-
cursus die, zooals wij dezer dagen hebben
gemeld, bij het alhier en aan de slagersvak-
school te Utrecht gehouden examen zijn
geslaagd. Door de Commissie van Bijstand
waren voor deze gelegenheid verschillende
uitnoodigingen verzonden, waaraan was vol-
daan door den burgemeester, de heer Mr. P.
Tellegen, een deputatie der Kamer van Koop-
handel en Fabrieken, terwijl ook een aantal
belangstellenden, waaronder vele dames
tegenwoordig waren.
De voorzitter der commissie van bijstand,
de heer Jac. van Es, heette de aanwezigen
welkom, en richtte zich daarbij] in het bijzon-
der tot de aanwezige autoriteiten. Hij wees
op het groote belang dezer bijeenkomst, om
dat zij de eindpaal is in de eerste plaats van
een intensief streven naar het verkrijgen van
een cursus in deze streek, en vervolgens van
de toegewijde studie der cursisten, die dit met
hun slagen voor het examen zagen bekroond.
Bij de tentoonstelling der werkstukken ver-
klaarde de heer De Meijer getroffen te zijn
geweest door de collegiale verhouding die hij
daar onder de vakgenooten meende te consta-
teeren. Spreker wenschte nog iets verder te
gaan. Er heeft tijdens den cursus zoowel tus
schen de leeraren op de cursisten als tusschen
deze laatsten steeds een aangename verstand-
houding betaan. De tusschenkomst der com
missie van bijstand is nimmer ingeroepen. Er
zijn nieuwe vriendschapsbanden aangeknoopt
en reeds bestaande bestendigd.
Hij verzocht vervolgens den heer Van der
Zwaag, vertegenwoordiger der S-lagersvak-
school te Utrecht de bijeenkomst verder te
willen leiden.
De heer Van der Zwaag wees op het succes
van den cursus. Van de 12 deelnemers hebben
10 met gunstig gevolg het examen afgelegd.
Een kon wegens ziekte niet aan het examen
deelnemen en een moest tot zijn spijt worden
afgewezen, doch zal binnenkort in de gelegen
heid zijn her-examen te doen,
Het behalen van het diploma is voor de cur
sisten van dubbele beteekenis. Niet alleen
kunnen zij daardoor voldoen aan de eischen
der Vestigingswet, wanneer zij zich als patroon
willen vestigen of als beheerder in een zaak
optreden, maar bovendien hebben zij nu een
kennis van het vak verworven, die in het ver-
leden veelal werd gemist. Hij waarschuwde
er echter voor, dat de gediplomeerden zich
thans niet moeten inbeelden dat zij er thans
z ij n. Zij staan nu nog slechts aan het begin
en zullen het geleerde aan de praktijk moeten
toetsen, waarbij de ervaring voor hen nog een
nieuwe leerschool zal zijn. Zij moeten him
leerboeken ook niet in de kast bergen of aan
anderen overdoen (hetgeen de Slagersvak-
school toch niet zou tolereeren), doch het ge
leerde steeds nog eens overzien, omdat het
anders vervaagd. Ook wees hij op het groote
belang van een aansluiten bij de bestaande
slagersorganisaties, die er naar streven. het
vak op hooger peil te brengen. Zeker zullen
zij niet mogen vergeten toe te treden tot de
Vereeniging voor Slagersvakonderwijs, aange-
zi-en deze ook hen in de gelegenheid heeft ge-
steld de noodige kennis te verwerven. Voorts
maande spr. alien aan, de vakgenooten niet te
beschouwen als concurrenten, die men met
lagere prijzen moet bestrijden, doch dat men
elkaar moet beschouwen als collega's, die door
gezamenlijik overleg moeten werken tot ver
hooging van het peil hunner zaken, en op die
wijze aller belangen moeten behartigen.
Nu zoovele dames tegenwoordig zijn, die
voor een deel belangstellend zullen geweest
zijn in het succes van een verloofde of van een
broeder, wees: hij er voorts op, hoe ook een
vrouw met goed doorzicht kan medewerken
aan het succes van een slagersbedrijf, terwijl
ook voorbeelden zijn aan te toonen, dat sla-
gersvrouwen de oorzaak zijn van mislukking.
De slager zel-f kan niet steeds in zijn bedrijf
zijn, hij moet er nog al eens op uit, en dan is
het zeker van beteekenis, dat zijn vrouw on-
dertusschen voor de bediening der klanten
kan zorgen. De slagersvrouwen moeten ook
geen bezwaar maken, dat de man er den tijd
moet afnemen voor het bezoeken van vergade-
ring zij-ner vakvereeniging. Ook dat is noo-
dig voor het vak.
Na op deze wijze tal van emstige aanwij-
zingen en wenken te hebben gegeven, ging de
heer Van der Zwaag over tot het uitreiken
der diploma's aan de geslaagden, en sprak
de hoop uit, dat zij. in hun volgend leven de
vruchten zullen mogen plukken van de op-
offeringen die zij. zich hebben moeten getroos-
ten voor het volgen van -den cursus.
Ten slotte deelde de heer Van der Zwaag
mede, dat de gilden-medaille, die de Vereeni
ging voor Slagersvakonderwijs uitlooft voor
den besten leerling van een cursus is behaald
door den heer C. J. Lust te Hulst, en over-
handigde dit eereteeken aan den begiftigde.
Er is van een vorigen cursus ook nog een prijs
overgeibleven, een nikkelen papierrollenstan-
daard. De commissie van bijstand heeft be-
sloten deze toe te kennen aan den opvolgenden
besten leerling. Dit was de heer A. de Smidt,
eveneens te Hulst.
Vervolgens verkreeg het woord de burge
meester, de heer Mr. Tellegen, die getuigde
van de belangstelling die ook dit onderwijs
bij het gemeentebestuur geniet. Hij zou na
de vele emstige woorden, die de heer Van
der Zwaag reeds tot de cursisten heeft ge-
richt, daaraan niet vele meer toevoegen. Hij
kon zich, vooral waar deze aanmaande samen
te werken tot verheffing van het vak, tot ver
hooging van de kwaLiteit der bedrijven, waar-
door ook het publiek, de consument daarvan
de vruchten zal kunnen genieten, ten voile
aansluiten, en besloot met de gediplomeerde
cursisten toe te wenschen, dat het succes dat
zij thans hebben behaald, in hun later leven
ook goede vruchten voor hen zal afwerpen.
Ook hem was het aangenaam te ontwaren,
dat vele dames deze bijeenkomst bezochten,
voor zoover het dames betreft die in een der
geslaagden een toekomstigen levensgezel heb
ben gekozen, hebben deze zich nu ten voile
kunnen overtuigen, welk vleesch zij in de kuip
hebben.
De heer H. R. A. de Meijer, voorzitter der
commissie voor de uitvoering der Vestigings
wet uit de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Terneuzen, verklaarde ten voile over
tuigd te zijn, dat de Vestigingswet voor velen
die zich in een tak van het kleinbedrijf wil
len vestigen moeilijikheden oplevert. Het is
echter niet tegen te spreken, dat het voort-
sohrijden van den tijd, aan het leven, en even-
zeer aan de bedrijven, steeds nieuwe en hoo-
gere eischen stelt. En wanneer men, zooals
de commissie voor de Vestigingswet met ver
schillende middenstanders of zij die het willen
worden in aanraking komt, blijkt voldoende,
dat een hooger peil van ontwikkeling, zoowel
op het gebied van handels- en wetskennis, als
van het vak, dezen zeer te stade moet komen.
Ook de eischen van het publiek worden steeds
hooger en daaraan behoort een middenstander
die met zijn tijd wil meegaan- te voldoen. Ook
hij sprak de beste wenschen uit voor het wel-
slagen der toekomstige ondernemingen van
de gediplomeerden.
Het officieele gedeelte van het samenzijn
was hiermede beeindigd, doch, naar wij ver-
namen bleven commissie, leeraren, cursisten
en verschillende genoodigden nog en-kele uur-
tjes gezellig bijeen, om het mooie resultaat
van dezen eersten slagersvakcursus te Terneu
zen te vieren.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
In den loop der maand Juli 1939 werd aan
het postkantoor alhier op spaarbankboekjes
ingelegd 70.712,76, terugbetaald 72.961,77,
derhalve minder ingelegd dan terugbetaald
f 2249,01.
Het aantal nieuw uiitgegeven boekjes be-
droeg 30.
LUXOR-THEATER.
De terugkeer van Arsene Lupin.
Hoe het zij, het is aan de karaktertrek van
de vrouw te danken, dat de schelmenroman
van voorheen en de romans, tooneelstukken
en films van thans, waarin een Raffles of een
Arsene Lupin de hoofdrol speelt, steeds van
te voren al mogen rekenen op succes. Men
kent Arsene Lupin van de planken en wij heb
ben vermaarde Nederlandsche acteurs op
knappe wijze de hoofdrol zien spelen.
Voor wie van een goede thriller houdt, is
hier volop gelegenheid aan zijn trek te komen.
De zaak gaat om een smaragd van zeer groote
waarde, bezit van een Fransche adellijke
familie, tot welke ook een bekoorlijke doch-
ter behoort.
De smaragd nu verwisselt in de film her-
haaldelijk van bezitter (dit in den niet-juridi-
schen zin van het woord). De kostbare steen
wordt n.l. een paar maal gestolen en bevindt
zich gedurende zijn mysterieuze reis telkens
in andere handen, maar het zijn niet de han-
den van den werkelijken eigenaar. De aanval-
len en contra-aanvallen op het bezit van den
steen worden pakkend en spannend geser-
veerd; herhaaldelijk knallen schoten, maar
het aantal dooden blijft betrekkelijk laag. Ten
slotte komt de smaragd terecht in de kluis
van den bona fide eigenaar en het meisje in
de armen van den man harer keuze. De toe-
schouwer vindt het ook best zoo, waarom
zouden wij niet 66k eens vergevensgezind zijn,
waarom zouden wij ook niet de spons willen
halen over de lei met jeugdvergissingen van
een berouwvollen zondaar, die immers gebro-
ken heeft met het verleden en reeds drie jaar
lang vermogend heereboer is.
Marinepronkstukken.
De Amerikaan coquetteert gaarne met zijn
Navy en deze installing weet de publici-
teit naar waarde te schatten. Zoo ziet men
dan van tijd tot tijd het gansche maritieme
apparaat ter beschikking van Hollywood ge-
steld, want ten slotte weegt een enkele goede
film ruimschoots op tegen een dozijn redevoe-
ringen over de vlootsterkte en aangenamer
ook dan te moeten luisteren naar de ietwat
verbijsterende uitgaven, die het departement
van marine absorbeert is het een filmscenario
te volgen, dat u op min of meer geraffineerde
wijze het matrozenleven als een soort ononder-
broken amusement voorstelt.
Zoo wekt ook deze film uw bewondering
voor de Amerikaansche vloot, schoon men
geen opstoomende kruiserlinies ziet. De pu-
bliciteit wordt ditmaal niet in tonnenmaat
uitgedrukt, doch zij brengt u bewondering bij
voor de kwaliteiten van de lieden, die dit gan
sche enorme apparaat bevolken en in beweging
houden hun kameraadschap en ridderlijk-
heid en physieke fitness. Want de film speelt
zich grootendeels af op de terreinen van de
Academy en ge aanschouwt hoe duizenden
jongelui hun opleiding ontvangen tot marine-
officier.
'Het is, schoon men de theorie niet vergeet,
een alleszins sportieve opvoeding en het kost
u van tijd tot tijd eenige moeite om voor oogeii
te houden, dat de Navy der Vereenigde Sta-
ten een militaire aangelegenheid is en geen
reusachtige kweekschool voor football-profs.
Wiant ten slotte is de groote match tegen het
Leger het belangrijkste feit van het seizoen
en een bijzondere prestatie in het veld verheft
den speler tot den held van dezen sportieven
burgeroorlog.
DE BURGEMEESTER VAN IJZENDIJKE
OP CERIEUZE WIJZE GEHULDIGD.
Te IJzendijke is het sinds onheuglijke
tijden gewoonte, dat -de jeugd de vrijgezellen
op hun dertigste verjaardag een sleutel aan-
biedt van abnormaal groot formaat. Boven
dien wordt de woning van den jarige dan ver-
siert. De sleutel wordt des morgens, plechtig
begeleid door de ketelmuziek aan den jarige
aangeboden.
Op deze wijze werd Maandagmorgen den
burgemeester van Uzendijike, Jhr. Von Bon-
ninghausen, een voor hem ongetwijfeld zeer
cerieuze huldiging gebracht. Pas na een uur
echter verscheen de burgemeester op de stoep
van zijn woning om de „hulde", tot groote
vreugde van de jongelui, in ontvangst te
nemen.
(Dagbl. v. N.-Br. en Z.)
DE POOLSCHE OPLICHTER HEEFT ZIJN
SLACHTOFFERS HUN GELD
TERUGGEGEVEN.
Naar wij mel-dden is de Pool Wresrynska,
in hooger beroep gegaan tegen zijn veroordee-
ling wegens oplichting in twee gevallen. Dit
betrof P. F. H. te Goes, die f 6000 ter beschik
king van Wresrynski had gesteld en een
Weensche jongedame die voor 4000 bena-
deeld zou zijn.
Wij vernemen, dat zoowel de heer P. F. H.
als bedoelde jongedame de genoemde bedragen
geheel hebben terug ontvangen.
Mr. Dr. A. J. J. M. Mes heeft met ingang
van 15 September a.s. ontslag gevraagd als
burgemeester der gemeente Ovezande.
Naar wij vernemen vindt dit verzoek om
ontslag zijn oorzaak, in het feit, dat de ge-
zondheidstoestand van burgemeester Mes,
hoewel niet ernstig, hem toch belet zijn
drukke werkzaamheden geheel te blijven ver-
richten. Naar men weet is Mr. Mes ook
burgemeester van Heinkenszand en lid van
de Tweede Kamer en van de Prov. Staten van
Zeeland. Deze functies zal hij- handhaven.
(Midd. Crt.)
ZEEUWSCHEN
POLDER- EN WATERSCHAPSBOND.
De Zaterdag in hotel Brittannia te Vlissin-
gen gehouden vergadering van den Zeeuw-
schen Polder- en Waterschapsbond, werd
geopend door den voorzitter den heer Mr. P.
Dieleman met woorden van welkom tot -de vrij
talrijke aanwezigen en wel in het bijzonder
tot de leden van Ged. (Staten, de heeren Goos-
sens en Fhilipse met den referen-daris, Dr. v.
d. Harst, tot de vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur van Vlissingen de burge
meester en de wet'houders Anker en Edel-
man, den vertegenwoordiger van den Noord-
Brabantschen Polderbond, den heer De Waard,
den vertegenwoordiger der :Z. -L. M., -den heer
C. Franse; den ontvangenden polder van
den middag, den polder Walcheren en de inge-
nieurs van den waterstaat.
Spr. wees er o.a. op, dat men thans ver-
gadert op den vierde inlaagdijk van Walche
ren, die thans echter reeds jaren als zeedijk
dienst doet. Spr. wijdde woorden van groote
waardeering aan de nagedachtenis van den
heer D. J. Dees te Terneuzen overleden oud-
bestuurslid van den Bond.
De voprzitter vond bij de vergadering
begrijpelijkerwij-ze voile instemming met zijn
voorstel om in verband met de blijde mare van
de geboorte van een Oranjespruit telegram-
men van gelukwenschen te verzenden aan
H. M. de Koningin, aan H. K. H. Prinses
Juliana en aan Z. K. H. Prins Bernhard.
Jaarverslag 1939.
De secretaris, Mr. A .F. C. de Casembroot
wijdde in zijn jaarverslag in de eerste plaats
een woord aan den voorzitter, die in Septem
ber tengevolge van een klein ongeval, zoo
ernstig ziek is geweest, dat men begon te
vreezen, of men hem ooit weer in zijn midden
zou zien. Het stemde dan ook tot groote
vreugde en dankbaarheid, toen men vernam,
dat zijn toestand goed vooruit ging.* Maar
dat men hem weer in voile glorie op deze
algemeene vergadering kan begroeten, dat
hadden velen niet durven hopen. Een welge-
meende gelukwensch met dit herstel is naar
sprekers meening dan ook zeer zeker op zijn
plaats.
Spr. herinnerde aan de vergadering in Maart
te Ossendrecht, waarin werd besproken de
mogelijkheid om voor de polders in die om-
geving liggende schorren in te polderen ten
einde een betere afwatering te verkrijgen.
Besloten werd een afwachtende houding aan
te nemen, te meer omdat Ir. Verhoeven de
schorren nog niet voldoende rijp voor indijking
achtte.
Verder herinnerde de secretaris aan de ver
gadering, die verleden jaar te Sint Philipsland
is gehouden, waar de punten fraude verzeke
ring en tertiaire wegen de hoofdpunten der
besprekingen vorm-den.
Ten slotte deelde spr. mede, dat de Bond
op 1 Januari 201 leden telde, w.o. 112 persoon-
lijke leden* en 89 polder- en waterschapsbe-
sturen.
Na het goedkeuren van het jaarverslag
werd ook de rekening over 1938, aanwijzende
een goed slot van 300,12 goedgekeurd,
waarna op voorstel van het bestuur besloten
het ,,Mosselfonds" op te heffen.
W egbeplanting.
Na nog enkele mededeelingen, sprak Mr. F.
J. van Lanschot, burgemeester van 's Her-
togenbosch, over wegbeplanting.
Deze zoo bij uitstek deskundige op het ge
bied van landelijk natuurschoon, heeft op den
hem eigen geestdriftige wijze een warm plei-
dooi gehouden voor alles wat kan bevorderen,
dat niet meer schendende handen zich aan het
landelijk schoon vergrijpen.
Nu reeds moest spr. sedert jaren een ver-
ni-etiging van Neerland's landschap door de
moderne, steeds voortwoekerende lintbebou-
wing constateeren.
Spr. had de gelegenheid er op te wijzen,
dat het landschap in ons vaderland- na
eeuwen van ongesch-onden blijven, in zeer kor
ten tijd veel veranderingen, wat ook zeggen
wilde verslechteringen, heeft te verduren ge-
had. Men kende alleen de molens, rivieren,
erven en stadjes, maar in de tweede helft van
de 19e eeuw kwamen er vele wijzigingen, o.a.
door het graven van kanalen, de in tegenstel-
ling met rivieren onnatuurlijke waterwegen.
Daarbij verrezen veelal onoogelijke sluiswach-
terswoningen, en de spoorwegen, deden ook
niet aan verbetering van het landschaps aan
zien, doch hun wachterswoningen maakten
het ook eerder minder dan beter. Dan zijn er
fabrieken met hun hooge -schoorsteenen, de
telefoon- en allerlei reclamepalen en wegwij-
zers en wat dies meer zij, die het aanzien van
het geheel weinig te stade komen. De uitbrei-
ding van dorpen en steden, doen woongelegen-
heid buiten de kommen van vroeger zoeken en
daarbij is men begonnen de wegen hun mooi
karakter te ontnemen. Men kwam tot de lint-
bebouwing, waar tegen ieder weldenkend
mensch stelling moet nemen. Men moet van
overheidswege sterk regelend optreden.
Een zeer groot aantal vervolgens vertoonde
lic'htbeelden, alle meer of minder uitvoerig
toegelicht of alleen met een aanwijzing van
„goed", of „leelijk" aangeduid, heeft daarop
de revue gepasseerd.
Hoe bleek daaruit eerst juist hoe de be-
planting het goed kan doen. In sommige ge
vallen maakt het rooi-en van boomen een weg
verfoeid leelijk om niet te spreken van de
daarop meermalen volgende lintbebouwing
door weinig fraaie producten van de bouw-
kunst; maar ook kan rooien van boomen op
wegen met meer dan een boomenrij niet alleen
het verkeer, maar ook wel d-egelijk het aan
zien van de omgeving ten goede komen. Vele
streken leenen zich totaal niet voor moderne
wegbedekking, andere juist zullen er bij win-
nen.
Zoowel het gesprokene als het op het doek
gebrachte was een doorloopend pleidooi voor
een goede regeling op dit gebied.
Nadat de vergadering met een daverend
applaus burgemeester van Lanschot hartelijk
dank had gebracht voor zijn inleiding, heeft
de Voorzitter dit gedaan met woorden en er
op gewezen, dat de heer Van Lanschot niet
alleen op geestdriftige, maar ook op geestige
wijze sprak. Spr. hoopte, dat de burgemees
ter nog zeer vele jaren de belangen van het
Nederlandsch landschap zal voorstaan. Ook
in Zeeland zal men nog meer aandacht moeten
wijden aan het natuurschoon.
De heer Goosse-ns, dankte namens Ged. Sta
ten voor de woorden van welkom en ook voor
de ontvangen uitnoodiging. Uit den aard der
zaak stellen Ged. Staten veel belang in het
werken van den Polderbond en spr. is ver-
heugd dit als jongste lid van het college te
mogen verzekeren. Ook in de toekomst zal
spr. de belangen gaarne blijven behartigen en
te meer, daar hij met Mr. Dieleman de water-
staatszaken in het college beheert.
De heer De Waard zeide, dat het zoo lang-
zamerhand gewoonte is, dat hij den Noord-
Brabantschen Bond vertegenwoordigt. Spr.
heeft met dankbaarheid geconstateerd, dat
men trachtte te geraken tot samenwerking en
hij hoopte, dat dit 'ook in de toekomst met
den Zeeuwschen Bond en het college van Ged.
Staten mogelijk zal blijven al zijn de onder-
handelingen thans dood geloopen.
De heer Edelman zeide, daar de burge
meester voor andere plichten de vergadering
had moeten verlaten, dankt voor de uitnoodi
ging tot het gemeentebestuur en het houden
van de vergadering te Vlissingen. Spr. wees
op het bezoek aan het Nollebosch, waar men
rustig heeft kunnen wandelen en dat zoo vol-
komen ligt in de bedoeling van Mr. Van Lan
schot, het bevorderen van het landschap-
schoon.
De heer Boot stelde een paar vragen, die hij
schriftelijk zal herhalen, opdat het bestuur ze
nader onder het oog zal kunnen zien.
De heer Franse bracht namens het bestuur
der -Z. L. M. dank voor de uitnoodiging en
wees er op, dat er een zeer goede verhouding
is tusschen beide organisaties. Spr. hoopte,
dat Mr. Dieleman nog vele jaren aan het hoofd
moge staan van den Polderbond en dat onder
het genot van goede gezondheid.
De Voorzitter bracht den heer Goossens
dank voor zijn waardeerende woorden en hoop
te, dat deze jonge kracht nog vele jaren in
het college van Ged. Staten zal mogen werk-
zaam zijn. Tot den heer De Waard zeide spr.,
dat de goede verhouding met den Brabant-
schen Bond ook bij den Zeeuwschen steeds op
hoogen prijs wordt gesteld. Tot den heer Edel
man, zeide spr., dat Vlissingen ook altijd be
trokken zal blijven in de goede zorgen van den
Polderbond, tot den heer Lantsheer, dat ook
spr. overtuigd is van de zorg en de kennis van
den ingenieur van Walcheren ook bij den bouw
der gemalen, die het landsschoon niet schaden.
Tot den heer Franse zeide Mr. Dieleman, dat
de goede samenwerking met de Z. L. M. steeds
op hoogen prijs wordt gesteld.
Spr. wees er als slot op, dat de belangrijk-
heid van den Polderbond steeds toeneemt, hij
geeft vele adviezen aan Ged. Staten zoowel
als aan gemee-nten -en waterschapsbesturen.
Samenwerking op allerlei gebied en ook op
dit terrein is het beste voor ons Vaderland.
Steeds heeft Nederland gekend een groote
autonomie ook voor de kleine gemeenten, en
dit is zeker een der beste steunpilaren van
onze gemeenschap. Maar men mag wat de
waterschappen en polders betreft, niet ver
geten, dat op deze een zware, belangrijke,
publiekrechterlijke taak rust. Door deze goed
te vervullen redt men de autonomie en daar-
mede is een groot belang voor de gemeenschap
gediend. De boer is gaarne koning op zijn
eigen land, maar dat kan hij niet zijn, als hij
niet te gelijk erkent, dat ook anderen zijn
rechten hebben. Met deze woorden sloot de
Voorzitter de vergadering.
De heer Lantsheer, voorzitter van den ont
vangenden Polder, n.l. den Polder Walcheren,
dankte ook dat men hier de vergadering wilde
houden en meende, dat de heer Van Lanschot
over wat de Polder doet voor het landschap
niet ontevreden kan zijn.
De lunch.
Hiema begaven de aanwezigen zich naar de
pier, waar in het restaurant een lunch werd
gebruikt, tijdens welke de heer Dieleman het
woord voerde om een dronk te wijden aan de
heugelijke gebeurtenis. op het paleis Soest-
dijk.
Toen even later het Dassi-ensemble zijn op
treden inzette met het Wilhelmus, werd dit
door alle aanwezigen spontaan staande mede-
gezongen. Trouwens des morgens tijdens de
vergadering was men opgestaan en naar serre
en terras gegaan toen de Vlissingschen
Oranjebond met de beide muziekkorpsen voor
het terras uiting gaf aan de Vaderlandsche
vreugde van de Vlissingers en het volkslied
deed hooren.
De autotocht.
Na de lunch begaf men zich naar de buiten
wachtende auto's voor een tocht door Wal
cheren. Het ging over Koudekerke, Bigge-
kerke, Zoutelande, Westkapelle en Domburg
naar Oostkapelle om in die gemeente het
fraai buiten ,,Zeeduin" van Mr. Lantsheer op
te rijden.
Hier was het bestuur van den Polder Wal
cheren gastheer op het door zijn voorzitter
beschikbaar gesteld terrein, waar het, nu het
weer zich verbeterde een heerlijk verblijven
was.
Mr. Dieleman kon zich aller tolk rekenen
toen hij den Polder Walcheren hartelijk dank
bracht voor deze ontvangst en zijn voorzitter
voor zijn gastvrijheid.
o