I
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN
Het debatover de regeeringsverklaring.
Arabella de Verschrikkelijke
No 9944.
fn
VRIJDAG 28 JUL! 1939
79® Jaargang
ee/D Jrijsuraag
Feuilleton
TWEEDE BLAD
l.
WIL U NOG MEEDOEN?
*zFoitei SHecjb
TEGEN VERMOEIDE HUID
T
-
mssmssaammBTts.. aorjiut-'as
BPWSaraffl» V* ■wot 1•^^«\SSKS.'-^SffrB»/J2t'jT3W4r'-aS«l
oasais«^v;,wa«?a3s^»,CTzac^&x4v a *m«ftai!KaES2M«mamta*ftr - sm Knew* saut&cmsmx».*aBJKW^a^3r-K?TOa3!Kc/E^sii^ix:u.-i7ri - -s*-?zmir*r-»mL-*at***>g!ium
TER NEUZENSCHE COURANT
In de Tweede Kamer is Woensdagmiddag
het debat aangevangen over de regeerings
verklaring. Het eerst was het woord aan de
voomaamste oppositie, aan den heer Deckers
van de R. K. Staatspartij,.
De heer Deckers (r.k.) zegt, dat het moei-
iijk zai valien in de parlementaire geschiede-
nis van ons land een voorbeeld te vinden van
een crisis, die een einde maakte aan het leven
van een kabinet als het th&ns heengegane.
Tevens zai het onmogelijk zijn, sinds 1868 een
kabinetsformatie aan te wijzen van het karak-
ter als het onderhavige.
In het geding was blijkens het regeerings-
eommundque de bestrijding van de werkloos-
heid en de dekking van de gevolgen hiervan.
Vast staat, dat het begrootingseindcijfer
voor Sociale Zaken voor 1940 reeds op lager
niveau was gelbracht dan dat van de begroo-
ting voor 1939 op het moment van het aftre-
den van Minister De Wilde. De meerderheid
van het kaibinet achtte wijziging van den be-
staanden toestand noodig in verfband met de
uitgaven voor Onderwijs, Defensie, Water-
staat en Sociale Zaken. De minderheid erken-
de dat eveneens, doch kon zich niet vereeni-
gen met de daartoe door de meerderheid ge-
dachte middelen.
Spr. herinnert eraan, hoe de Ohristelijk-
Historische afgevaardigde Krol en de liberaal
Dr. Vos zich hebben geschaard achter de
werkloosheidspolitiek der regeering. Deze
werd schier door de geheele Kamer gesteund.
Indien het vierde kabinet-Colijn die politiek
had voortgezet, dan ware geen dam geworpen
in den arbeid: van Minister Romme. Het
sociale effect van de maatregelen van dien
Minister van Sociale Zaken was in ieder geval
veel grooter dan wanneer men de „econo-
mische" methode zou hebben toegepast, al
zou deze een millioen goedkooper zijn.
Wij wiilen aldus spreker voortgaan
met de werkloosheidspolitiek, zooals zij de
laatste jaren is gevoerd, met inbegrip van de
spaarregeling en de steunverhooging voor
kostwinners van groote gezinnen.
Zoo min als van deze zijde is te verwach-
ten, dat aan de Defensie de noodige middelen
zullen worden onthouden, zoomin zai zij zijn
te vinden voor een aantasting onzer volks-
kracht.
Tegemoetkomende toezeggingen ten aanzien
van de leerlingenschaal en van de z.g. kwee-
kelingen met akte had het kabinet eerder
moeten doen. Dan ware een conflict met
Minister Slotemaker de Brulne vermeden.
De Kamer heeft nu slechts rekening te
houden met de kabinetsformatie van het
oogenblik.
Vast staat evenwel, dat het huidige kabinet
geen rekening houdt met de parlementaire
samenstelling. De formateur heeft het staats-
bestel, dat sinds 1868 geldt, niet geeerbiedigd.
Is er eenige rekening gehouden met de recht-
sche meerderheid in deze Kamer? Spreker
beantwoordt deze vraag ontkennend, evenals
de vraag of de formatie berust op de parle
mentaire samenstelling in het algemeen. Het
kabinet berust slechts op den grondslag, die
door vier leden dezer Kamer (de liberalen)
kan worden erkend.
Er zitten in dit kabinet bekwame mannen,
doch veel zai nog moeten worden opgehelderd
op staafckundig gebied, willen wij aldus
eindigde spreker in staat zijn onzen steun
aan dit kabinet te verleenen.
De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) criti-
seert het optreden van de R. K. Staatspartij
en van de S.D.AjP. en schetst den zijns in-
ziens hachelijken toestand van de werkloozen,
tot verbetering waarvan Minister Romme
heeft nagelaten het noodige te verrichten.
Het aantal zelfmoorden bedroeg in de laat
ste jaren in ons land 5600. De R. K. Staats-
partij en de S.D.AjP. hebben geen kans gezien
eenige verbetering in den toestand te bren-
gen. De S.D.A.P. heeft door haar neo-mar-
xistische politiek den grooten dichter Pieter
Jelles Troelstra geheel verloochend.
Lijnrecht in tegenstelling tot de politiek
der R. K. Staatspartij, en der S.D.A.P. staat
het beginsel van de NjS.B., die liefde voor ons
volk heeft en het tot eenheid wil brengen.
De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) ver-
volgt
Het nationaal-socialisme doet in Europa
volk na volk opstaan in eendracht en samen-
werking.
Het politieke katholicisme bleek in Oosten-
rijk alleen tot gewelddaden in staat. Ook
hier streeft de R. K. Staatspartij naar een
dergelijke politiek, doch heeft daartoe mede-
werking van andere groepen noodig. In alle
stilte wordt een coalitie met de S.D.A.P. voor-
bereid.
iSpreker hoopt, dat het Nederlandsche volk
den heeren Deckers en Albarda zai toonen,
dat men daarvan niet is gediend.
In het R.K. dagblad Onsi Noorden is zelfs
geschreven, dat voor een strijd tegen de Kroon
desnoods niet uit den weg moet worden ge-
gaan. Dat beteekent een conflict met Oranje,
onder welks leiding ons volk 80 jaren voor
zijn vrijiheid heeft gestreden.
Het wordt tijd, dat de R.K. Staatspartij
haar toon matigt. Spreker herinnert er nog
aan, dat indertijd huurlingen van het poli
tieke katholicisme den voorzaat van onze
Koningin hebben vermoord.
Komende tot de werkloosheid zelve, consta-
teert spreker, dat een Christelijk-Historische
man als de heer Westhoff getracht heeft een
reeele oplossing van het probleem te vinden.
Zijn rapport, waarmee de N.S.B. zich vrijwel
kon vereenigen, kwam in Juni 1938 in het be-
zit van Minister Romme, die echter niets
heeft gedaan om maatregelen in dezen zin te
nemen, doch wel kans heeft gezien, de zaak
totnutoe op te houden.
Het plan-Westhoff strekte om de landbouw-
producten op gezond peil te brengen en de
werkgelegenheid uit te breiden door herstel
van koopkracht. Dit laatste behoort voorop
te staan.
Nadat de heer Rost van Tonningen zijn
rede had besloten met de verklaring, dat de
heer Albarda, zoo hij zich bij de Katholieken
aansloot, zich tot „Knecht der inquisitie"
zou verlagen, verkreeg de aldus gesmade
j leider der sociaal-democratische fractie het
I woord. Zijn aanvaller negeerend, begon de
j heer Albarda met de opmerking, dat reeds
j vodr het aftreden van den oud-Minister van
Financien, den heer De Wilde, het gebrek
aan eensgezindheid in het vroegere kabinet
was gebleken. De heer Colijn heeft het con
flict onoplosbaar gemaakt door het zoodanig
I toe te spitsen, dat geen der twee partijen nog
een concessie kon doen zonder zich te bla-
meeren.
De wetenschap, dat hij de meerderheid van
het oude kaibinet aan zijn kant had, heeft den
heer Colijn misschien den moed gegeven een
poging tot Kabinetsformatie te wagen. Hij had
j echter moeten bedenken, dat hij in de Kamer
j de Katholieken, sociaal-democraten en vrij-
1 ainnig-demodraten tegenover zich zou heb-
ben, die tezamen 60 van de 100 stemmen
hebben. Toch heeft hij van zijn eerste falen
en na de poging van den heer Koolen, waarvan
i de mislukking onmiddellijk was te voorzien,
een nieuwe poging gewaagd en de vraag rijst
i wat hem daartoe heeft bewogen.
Maar misschien doet men beter te vragen
wie hem daartoe heeft bewogen? Wie stond
er achter Colijn? Was het de heer De Vos
van Steenwijk, de hoogbejaarde, maar nog
krachtige voorzitter van de Eerste Kamer?
j Dan zou men kunnen spreken van een kabinet-
De Vos van Steenwijkzonder formateur.
Het nieuwe kabinet steunt op slechts drie
partijen, anti-revolutionnairen, christelijk-
historischen en liberalen, tezamen slechts
i door 29 leden in de Kamer vertegenwoordigt!
Het is de smalste basis, dien men zich kan
denken. Die van een dubbeltje op zijn kant.
Een dergelijk minderheidsfcabinet, is in ons
1 staatsbestel een onmogelij.kheid. En het
experiment, er zoo een te vormen, moet wel
vooral in dezen tijd van internationale drei-
ging uiterst gevaarlijk worden genoemd.
Er is niets van gebleken, dat de formatie
van een kabinet op breede basis onmogelijk
was. De heer Colijn heeft zijn tegenstanders
niet de gelegenheid gegund, het tegendeel te
bewijzen. Zeker, er is opdracht tot kabinets
formatie aan den katholieken heer Koolen
gegeven, doch de heer Koolen staat dichter
bij den heer Colijn dan bij de Roomsch-Katho-
300 fiorloges grails!
BEN VROOLIJKE LIEFBESROMAN
van Berta Ruck.
Vertaald door TEO DE WITTE.
Een groot aantal prachthorloges werden reeds uit-
gereikt. Heeft U al een inzending gestuurd? Lux
Toilet Zeep, schitterend wit, delicaat geurend, en
de enige toiletzeep, die het euvel van een „ver-
moeide huid" voorkomt, biedt U nog een paar
dagen een kans op een schitterende prijs.
Al wat U te doen heeft is het volgende:
Geef in hoogstens 30 woorden Uw opinie over
Lux Toilet Zeep voor de verzorging van het ge-
laat. Frankeer Uw inzending als brief en vermeld
duidelijk Uw naam en adres. Adresseer aan: Lux
Toilet Zeep prijsvraag, postbus no. 7, Rotterdam
en voeg bij Uw inzending 3 buitenomslagen van
Lux Toilet Zeep. U kan zo vaak inzenden als U
wil, indien U maar bij elke inzending 3 buiten
omslagen van Lux Toilet Zeep voegt. Op de uitslag
is geen beroep mogelijk en correspondence
over de prijsvraag kan niet worden gevoerd. Alle
inzendingen worden ons eigendom en kunnen
door ons naar goeddunken worden gebruikt.
LTS 180-0250^
Ingez. Med.
12) Vervolg.
Maar het antwoord van den squire verraste
zijn dochter niet weinig.
,,Hm. Wat voor tekortkomingen er ook
gevonden mogen worden in miss Ames' op-
voeding, niemand zai kunnen zeggen dat ze
jaloersch is of haatdragend," merkte hij op.
..Ik heb nog nimmer een goedhartiger kind
ontmoet en ik geloof, dat jullie er allemaal
een voorbeeld aan mogen nemen."
Beryl Cattermole keek haar zusters ver-
aasa aan. Zij kon op het oogenblik geen
woord uitbrengen. Maar toen haar vader
even iater het; hek uit ging naar den rent-
meester, zei ze tegen Amber:
he]b in de gaten. wat dat buiten-
gewone kind heeft weten klaar te spelen
Het is met a leen Eric of dat stomme schaap,
dat natuurhjk voor elke boerenmeid in aan-
biddmg neervalt, als ze maar roze kaken en
dd,ke armen heeft; ze heeft ook vader om
haar vmger weten te winden
"'Het meisje is niets meer of minder dan een
mannenvershndster," merkte miss Tmber
Cattermole uit de hoogte op.
Mannen zijn buitengewone wezens", stelde
de meesteresse des huizes vast, toen het om
derwerp in den loop van den morgen nog eens
werd opgenomen. .,Je wordt altfjd opfevoed
met de overtuiging. dat ze zoo vreeselijk moek
hjk z0n voor de vrouwen, die voor de heeren
in alle opzichten onberispelijke ladies" moe
ten zijn. En dan bemerkt men ineens tot zijn
schrik, dat ze zich laten verblinden door vul-
gariteit en een aardig gezichtje. Zoowel Eric,
als zijn vriend en ook je vader zijn onmiddel
lijk bereid om al de verschrikkelijke eigen-
schappen van miss Ames over het hoofd te
zien, zoo ze zich maar kunnen vergapen aan
haar ontzettende massa blonde haar, haar
mooie tanden, haar mollige wangen en dien
ontzettenden luiden lach. Na dit alles kan ik
niet meer aannemen, dat een man het recht
heeft zich als kenner en rechter der vrouwen
op te werpen. Zij hebben voorgoed bij mij af-
gedaan, voorgoed!"
,,Ik heb het nooit geloofd," merkte Amber
snibbig op. ,,U zult geen enkele vrouw aan-
treffen, die ook maar een woord van lof over
heeft voor dat ontzettend kind".
Hierin had ze echter ongelijk.
Het zou dienzelfden middag nog bewezen
worden.
De komst vaM een zekere bezoekster had
reeds de geheele week over „De Schuur" ge-
hangen als een dreigende onweerswolk boven
een strand vol van badgasten.
De slag viel. Het onweer brak los. Hare
Hoogheid de hertogin van Countshire had het
in haar zeer prikkelbare en aristocratische
oude hoofd gezet om dienzelfden midda°- een
bezoek te brengen aan „De Schuur".
Hare Hoogheid was een intieme kennis van
dien klagenden bundel zenuwen, mrs. Catter
mole en ze was de meter van Amber. Daar-
bij stond ze bekend als de meest onaange-
name vrouw van geheel Londen. Ze had wel
lets weg van den ouden hertog van Welling
ton met zijn eeuwig loerende en doordrin-
gende kraaloogjes. Haar peper-en-zoutgrijze
haren had ze vanaf haar voorhoofd achter-
over gekamd met hetzelfde onherroepelijke
gebaar, waarmede zij een stroohalm uit haar
onberispelijk geschoren grasveld zou hebben
verwijderd, en die achter op haar hoofd met
drie spelden in een dotje bij elkaar werden ge
houden. Zij beweerde steeds een doodgewone
/rouw te zijn en dan nog wel een oude vrouw
I en dat het maar gekkenwerk was om anders
i te willen schijnen, dan je inderdaad was.
..Andere vrouwen mogen het leven tot een
last maken en hun kameniers de stuipen op
het lijf jagen door hun geschmink en mas
sage en een paar elastieke banden om elk
been en al die dwaze dingen meer. Ik zai me
er niet druk om maken. Maar ik blijf er wel
van overtuigd, dat meisjes, die ten minste een
kans hebben om goed voor den dag te komen
en er eenigszins presentabel uit te zien, voort-
durend moesten worden aangemoedigd om in
derdaad wat meer werk van haar toilet te
maken en niet als half naakte jongens in
allerlei vodden rond te loopen."
Deze pijl was gericht op de golfsohoenen en
tenmshemden van haar peetdochter.
Ze had ook altijd enkele opmerkingen voor
Beryl, de glorie van haar college.
,,Nog steeds niet ten huwelijk gevraagd
napte ze er uit, toen zij als een wrekende
godm uit haar auto stapte. Ze had een ouder-
wetsch zwart hoedje op en ontdekte tot haar
met gennge voldoening, dat de Cattermole's
met de thee zaten te wachten. ,,En je zult
nooit ten huwelijk worden gevraagd, indien
je met diczelfdc hooghartigheid op alle jonge-
iui blijft neerzien en over niets anders wenscht
te praten dan middeleeuwsche Fransche let-
terkunde of je belachelijke college. Ik verfoei"
(dit was een van haar geliefkoosde termen)
verfoei al die intellectueele vorming van
de modeme jonge vrouwendat gaat veel
te ver. Er is nog nooit een meisje geweest"
gmg ze met dezelfde beslistheid verder, ..die
met heel wat beter geweest zou zijn, indien
ze heelemaal niets van al die dingen had
geweten. Opvoeding? Intellectueele vorming?
Geef mij een meisje, dat nauwelijks weet w=at
die rare woorden beteekenen!"
mcht Christina, er is een jonge vrouw
ij hand, die geheel aan uw beschrijvin*0,
beantwoordt," merkte mrs. Cattermole bitter
lie-ke Staatspartij.
Na de mislukking van de eerste poging van
den heer Colijn en die van den heer Koolen
was het oogenblik gekomen om een poging
tot formatie van een kabinet op breede basis
te doen. Katholieken, vrij'zinnig-democraten
en sociaal-democraten hadden daartoe moeten
samenwerken. Maar samenwerking met de
sociaal-democraten willen de katholieken niet.
Ook nu nog niet, al gebruiken zij de moge-
lijkheid van die ,,uiterste noodzaak" reeds
lang als wapen tegen him vroegere coalitie-
genooten.
Spr. wilde niet beweren, dat een poging
als de bedoelde zou zijn geslaagd.
Maar men had in elk geval gelegenheid
moeten krijgen, haar te doen.
Ook de sociaal-democraten en de katholieken
erkennen de wenschelijkheid van een sluitend
budget. Er zijn echter uitgaven zoo noodzake-
lijk, dat de wenschelijkheid voor deze moet
wijken.
Het nieuwe kabinet belooft er een te zijn
van drastische bezuiniging en de beruchte
aanpassingspolitiek. In strijd met die bezui-
niging scbijnt intusschen de voorspiegeling
van verlaging van de leerlingenschaal en ver
betering van den toestand der kweekelingen
met akte. Waar moeten de millioenen vandaan
komen, die deze voorzieningen zullen kosten?
Spr. meende, dat men zai trachten die gelden
te vinden door verzwakking van de werk-
loosheidsbestrijding.
Van de beloofde verbetering van de zorg
voor ouden van dagen verwacht spr. niets.
En de bevordering van de financieele onafhan-
kelijikheid der noodlijdende gemeenten zai wel
hierop neerkomen dat men deze gemeenten
vrijwel geheel aan haar lot overlaat, of haar
nog zwaarder belast dan zij al zijn.
De vendediging van Indie.
Is de heer Colijn nu opeens voorstander van
slagschepen voor de verdediging van Neder-
landsch-Indie geworden
Die slagschepen zullen in elk geval pas over
enkele jaren klaar zijn. Intusschen eischen
urgent© voorzieningen in die verdediging
dadelrjk groote uitgaven, daar komen de kos
ten van den aanbouw der slagschepen nog
boven open dan spreekt men van bezui
niging!
Uitwassen van de steunregeling voor de
werkloozen zullen worden bestreden. Best.
Maar wat verstaat men daaronder? De heer
Colijn is niet de man, van wien Nederland
een ernstige bestrijding van de werkloosheid
heeft te verwachten. Met ,,maren en bezwa-
ren" heeft hij altijd geremd. En het is te
voorzien, dat onder het voorwendsel van het
bestrijden van uitwassen, verschillende nuttige
maatregelen achterwege zullen worden
gelaten.
Het heengaan van het kabinet mag niet tot
het najaar worden uitgesteld. Onverwijld
moet een beslissing worden genomen, opdat
de meerderheid der Kamer de gelegenheid
krijgt te toonen wat zij vermag.
Het was te begrijpen, dat na de breedvoe-
rige uiteenzettingen van de voornaamste
tegenstanders van het kabinet, anderen, die
aan hun zijde stonden, niet veel nieuws meer
hadden te zeggen. Zoo herhaalde de heer
Joekes (vrijz. dem.) op zijn wijze wat zijn
katholieke en sociaal-democratische voorgan-
gers reeds over d© kabinetscrisis, de formatie
van het kabinet en de regeeringsverklaring
hadden opgemerkt maar bij voegde er toch
iets aan toe. ,,Handhaving van onze onaf-
hankelijkheid" had spr. in de regeeringsver
klaring gemist. Ook over de verdeeling van
de lasten der verdediging van Nederlandsch
Indie is, zeide spr., niets1 medegedeeld. En
zai Indie in de organisatie van de verdedi
ging, worden gekend en in de technische
commissie, welke men gaat vormen, vertegen-
woordigd zijn?
De afhankelijkheid der noodlijdende gemeen
ten is het natuurlij-k gevolg van het feit, dat
die gemeenten zich niet kunnen bedruipen.
Wil men nu bezuinigen door haar nog minder
steun te verleenen? En men wil die gemeen
ten tegelijk haar financieele zelfstandigheid
teruggeven! Aldus ontstaat een tegenstrij-
digheid in de desbetreffende politiek, waar-
voor men geen oplossing zai kunnen vinden.
De heer Joekes besprak nog andere punten
van de regeeringsvenklaring en besloot met
de opmerking, dat de formatie van een min-
op. Over bet algemeen was ze veel te
van haar hooge nicht om „het tegen haar op
te nemen," maar vanmiddag scheen ze alle
vrees in haar boudoir achtergelaten te heb
ben. „Wiji hebben juist zod'n meisje bij ons
te logeeren."
,,Haha," zei Hare Hoogheid, terwijl ze zich
door de nichten lekker in baar stoel liet stop-
pen met een kussen bier en een kussen daar,
het voetenbankje iets naar links, dankje en
nu nog dat zonnescherm wat hooger. ,,Haha,
dat is dan zeker het meisje waar ik eens naar
kom kijken. Ik hoorde van miin kamermeisje
©en allervroolijkst commentaar over de reden
van haar komst (een opperbest kind, de hemel
zij gedankt), dat Horace er in geslaagd was
om door den dorpsslager van valschheid in
geschrifte of iets dergelijks beticht te wor
den en den man den mond heeft weten te
snoeren door hem te beloven 2ijn dochter aan
het Hof voor te stellen. Is het werkelijk niet
alleraardigst. Te moci om waar te zijn
••WelI" begon mrs. Cattermole. En toen
kwam een eleigie over het hoe en waarom van
miss Ames waarschijnlijk eindelooze bezoek
aan ,,De Schuur".
IJet gemeenste van alles was, dat Hare
Hoogheid niet kon nalaten elk nieuw detail
of elke snibbige opmerking der drie volwas-
sen babies met een ondeugend lichten van
haar scherpe oogjes te beantwoorden. Ze
scheen een stiekum genoegen te scheppen in
het meer dan ongehoorde discrediet, dat
Horace Cattermole over het statige huishou-
den van zijn statige Sybil had weten te
brengen.
„En is het meisje werkelijk hier, Sybil?"
„Inderdaad."
„Hoe ziet ze er ongeveer uit?"' vroeg de
hertogin met veel belangstelling.
..Het is gewoonweg onmogelijkonmo
gelijk zeg ik je, om een beschrijving van haar
te geven," zei mrs. Cattermole, terwijl ze ach-
terover in haar stoel leunde en een der drie
schoothondjes streelde. Ze keek als een
Penelope over de groene gazons, die koel en
derheidskabinet, zonder dat een ernstige
poging is gedaan, een meerderheid-skabinet
te vormen, in strijd met de beginselen van
ons parlementaire stelsel moet worden geacht.
Het positief-cbristelijke cement, waarmede
het vorige kabinet was gemetseld, heeft niet
gehouden, zei de heer De Yisser (comm.)
Maar de heer Colijn kan niet alleen metselen,
hij kan ook lijmen en krammen. Ziet men het
nieuwe ministerie, dan zegt men: het is toch
een kunststulk, zoo'n stel bij elkaar te halen!
De katholieken hebben niet willen meedoen.
Waarom niet? Om nu te kunnen zegigen:
daar zitten de reactionnairen en wij, de voor-
uitstrevenden, mogen niet aan de regeering
deelnemen. Daten zij dan met steun van ben,
die ook niets van dit ministerie moeten heb
ben, zoo spoedig mogelijk gebruik maken van
de gelegenheid tot deze ministers te zeggen:
Keert terug tot waar vandaan gij zijt ge
komen!
Nadat zijn eerste poging tot kabinetsfor
matie was mislukt, had de heer Colijn voor
de opdracht moeten bedanken. Hij had de
Koningin toen moeten adviseeren opdracht te
geven, aan andere democratische krachten.
Dat heeft de heer Colijn echter niet gedaan;
hij heeft een tiweede poging gewaagd. Invloed
van het Hof? Ik vermoed, zeide spr., dat
de Draagster van de Kroon
De voorzitter hamerde. ,,Ik verzoek u, de
Draagster van den Kroon buiten bet debat
te laten", zeide hij.
Ik heb bet recht nu ook de hoog^te
macbten in den iStaat te critiseeren, repli-
ceerde spr., en na te gaan, of van haren zijde
invloed is geoefend wat in strijd zou zijn
geweest met de constitutioneele rechten van
ons volk.
Hij koos intusschen de wijste partrj en liet
het daarbij.
Een doeltreffende bestrijding van de werk
loosheid meende spr. niet te mogen verwach
ten. Zeker niet van Minister Damme, gezien,
dat onder diens directeurschap van de P.T.T.
loonen en arheidSvoorwaarden van het post-
en telegraafpersoneel zijn verslecht en het
aantal arbeidscontractanten bij die diensten
sterk is toegenomen. Veeleer dan aan die
behoeften der werkloozen, zai men tegemoet-
komen aan de wenschen van het groote kapi-
taal. De negen mannen van het beruchte
manifest wrijven in de handen. En wat de
kabinetsformatie betreft: het optreden van
een minderheidskabinet met veronachtzaming
van de parlementaire meerderheid, vormt een
voedingsbodem voor bet binnenlandscbe
fascisme, zooals het handhaven van den heer
Patijn als Minister van Buiteniandsche Zaken
een bestendigimg van de „capitulatie-politiek"
ten aanzien van het buitenlandsehe fascisme
beteekent.
Spr. sloot zicb verder aan bij, den heer
Albarda. In het aanblijven van bet kabinet,
al ware 't maar voor enkele maanden, schuilt
een gevaar. Doch zullen de sociaal-democra
ten een uitspraak van de Kamer vragen?
Aldus was veel critiek op het nieuwe kabi-
met geoefend. Ter afwisseling, zeide de beer
Wendelaar (lib.) onder luid gelach der
Kamer, wil ik eens andere klanken doen
hooren. Was bij, verheugd over de ruime
yertegenwoordiging in het kabinet van het
liberale element? Van de formatie weet ik
niets af, verzekerde spr. Nocb de heer Colijn,
noch de heer Koolen heeft eenig overleg
gepleegd met onze partij. Maar heit is niet
juist, dat een kabinetsformateur rekening
moet houden met staatkundige strevingen in
het parlement, welke dan ook. Hij is tot niets
meer verplicht dan tot het afleggen van ver-
antwoording van zijn keuze. Zoo heeft ook
Thorbecke het al begrepen. Aan die verant-
woording komen wij straks toe en daarbij
zai dan wel blij,ken of men de keuze goed-
keurt.
De regeeringsverklaring had spr. slechts op
een punt teleurgesteld. Hij betreurde bet,
dat men met de verdediging van Ned.-Indie
nu nog niet verder is dan het plan tot bet
instellen van een technische oommissie van
voorbereiding. Overigens was spr. zeer
tevreen, al vergat hij niet, dat de regeerings
verklaring nog maar plannen behelst. De hou-
ding der liberalen tegenover het kabinet, als
altijd loyaal, zai verder afhangen van ziin
daden.
Donderdag zijn de beschouwingen voort
gezet.
effen lagen te rusten in de schaduw der hooge
platanen. ,,Maar nu je blijkbaar zoo gesteld
bent op het ontbreken van opvoeding en intel
lect, zul je werkelijk in de wolken zijn over
het exemplaar, dat ik je binnen enkele minu-
ten zai voorstellen. Ik vraag me werkelijk
af, of ze wel kan lezen en schrijven!"
„'0 ja, moeder, ze zit op het oogenblik als
het ware begraven in een romannetje en ze is
niet uit haar kamer te slaan," zei Pearl, die
zich wijselijk op den achtergrond had gehou
den in de hoop bij de grooten te mogen blijven
en zoo te kunnen hooren, wat die verschrik
kelijke hertogin wel te zeggen zou hebben.
„Na de lunch zag ik haar tranen met tuiten
scbreien. Ik dacbt eerst, dat het kwam door-
dat ze wellicht gehoord had, wat een van
ons gezegd had over die antemacaesar of
kanten bedsprei, waarin ze vanmoigen aan
de ontbijttafel was verschenen. Ik wilde haar
een beetje op haar gemak brengen en vroeg
voorzichtig wat het was. Toen bekende ze,
dat het kwam door het verschrikkelijke
drama, dat ze gelezen had en dat het zoo
vreeselijk ontroerend was, dat ze er zelf bij
was gaan huilen."
,/Wat voor een boek was dat dan wel?"
vroeg Beryl ten overvloede.
„Een prul dat ze van de bovenste plank
van de speelkamer had weggehaajd," legde
Pearl uit. „Het heet: „Vaarwel, geliefde!"
„He<t eenige boek waar ik zelf bij schreide,
in de zestiger jaren, en geschreven door de
eenige vrouwelijke auteur, die werkelijk een
behoorlijke liefdesscene in elkander kan zet-
ten," decreteerde de hertogin op haar hate-
lijke manier om altijd in de contramine te
zijn. „We schijnen in ieder geval al in een
opzicht van hetzelfde gevoelen te zijn. Ik
moet haar zien. Waar is ze Waarom houden
jullie haar voor mij verborgen
,,'Ga haar halen, Peggy," beval mrs. Cat
termole gelaten.
■'1*1
I,
(Wordt vervolgd.)