Ter Neuzensche Courant
Arabella de Verschrikkelijke
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
Feuilleton-vertellingen
Pluimvee-Rubriek
Maandag 10 Juli 1939 No. 9936
TWEEDE BLAD
BRABANTSCHE BRIEVEN.
VAN
NOTARIEELE TARIEVEN.
De Minister van Justitie heeft afwijzend
beschikt op een venzoek der landbouw-organi-
saties, om een vertegenwoordiger te mogen
aanwijizen in de cocmmissie voor de notarieele
tarieven. Wei zal de comissie kennis nemen
van eventueele opmerkingen van landbouw-
zijde.
WERKTUIGEN-OREDIET.
Ten behoove van amibaehtslieden
en Ikleine industrieelen.
De Minister van Economische Zaken heeft
een commissie ingesteld, welke zal beslissen
op de aanvragen van ambachtslieden en kleine
industrieelen tot het verkrijgen van een z.g.
„werktuigen-crediet'" alsmede in het alge-
meen de normen voor deze crediefverstrekking
zal aangeven.
Tot leden dezer commissie zijn toenoemd
de heeren Dr. W. L. Groeneveld Meijer,
administrateur bij het Departement van Eco
nomische Zaken, Mr. Ph. C. M. van Campen,
ambtenaar bij de afdeeling algemeene zaken
van het Departement van Financien, E. L.
Brouwer, adjunct-directeur van de Nederland-
sche Middenstandsbank N.V. te Amsterdam,
Drs H. L. Jansen, adjunct-directeur van den
Nederlandschen R. K. Middenstandsbond te
's-Gravenhage, en tot adViseerend lid de heer
Ir F. J. N. Stades, ingenieur in tijdelijken
dienst bij den teohnischen voorlichtingsdienst
ten behoeve van de nijverheid, werkzaam bij
het Departement van Economische Zaken.
Als voonzitter deizer commissie is aange-
wezen de heer Dr W. L. Groeneveld Meijer.
VERSCHIL IN ECONOMISCHE SYSTEMEN
VAN DUITSCHLAND EN NEDERLAND.
De Duitsche minister van economische
zaken dr. Funk, heeft Vrijdagmorgen in een
persgesprek een uiteenzetting gegeven van
het verschil in het Duitsche en het Nederland-
sche economische systeem. In Nederland
huldigt men het principe van, vrijen handel,
in iDuitschland is alles gereglementeerd. Maar
Duitschland zoekt naar nieuwe wegen om
het economische verkeer te stimuleeren. Met
de landen in het zuidoosten van Europa is het
Duitschland gelukt verruiming van het ruil-
verkeer te krijgen. Dit is nog niet met de
geheele wereld mogelijk, omdat men den han
del niet geheel tot ruilhandel kan terug-
brengen.
Wat Nederland betreft dacht dr. Funk aan
wat Duitschland tot voor kort met Engeland
ibereikt had. Dat in die relaties stagneering
is opgetreden, was niet het gevolg van de
foelemmering uit den handel zelf voortgeko-
men, maar een gevolg van politieke oonzaken.
Tot zijn groote voldoening kon de Duitsche
minister verklaren, dat zijn besprekingen in
Nederland het uitzicht hebben geopend op de
mogelijkheid, dat mettertijd de zuivere clea
ring kan worden opgeheven en beide landen
tot vrij betalingsverkeer zouden kunnen ge-
raken. De weg ertoe is open en met goeden
wil van beide kanten zal dat ongetwijfeld
gelukken. i
In dit verband sprak dr. Funk met veel
waardeering over minister iSteenberighe en dr.
Hirschfeld. Hij verklaarde voorts, dat zijn
bezoek bewijst, dat Duitschland niet alleen
naar het zuidoosten van Europa kijkt. Neder
land en Duitschland zijn van elkaar beste
klanten, aldus dr. Funk. Een goed begrip van
beide kanten achtte hij van het allergrootste
belang en in dit verband wees hij op de ver-
antWoordelijkheid van de pers. De pers moet
de waarheid zeggen, aldus dir. Funk. Doet
zij dat niet, dan zal de voklswoede zich tegen
die pers richten.
Voortgaande betuigde dr. Funk zijn inge-
nomenheid met de maandelijksche bijeen-
komsten van de leiders .der groote circulatie-
banken bij de bank van internationale beta-
lingen te Geneve.
Dr. Funk besprak zijn bezoek aan de Zuider-
zeewerken en uitte zijn diepe bewondering
voor hetgeen ons land op dit gebied presteert.
Daaruit blijkt een overeenkomst tusschen het
Nederlandsohe .en het Duitsche volk, omdat
ook aan de oostizijde der oostgrens groote
werken zijn aangevat en uitgevoerd. Mede
op grond van deze verwantschap moet het
mogelijk zijn de moeilijkheden, welke voort-
komen ,uit het niet overeenstemanen van de
economische systemen van beide landen te
overwinnen.
VERHOOGING PRIJZEN VOOR
BAOONVARKENS.
Men meldt uit Den Haag:
Zooals bekendi, is het reeds gedurende
eenigen tijd door bepaalde omstandigheden
EEN VROOEIJKE LIEFDESROMAN
van Berta Ruck.
Vertaald door TBO DE WITTE.
4)
Vervolg.
,,Ja, ga zoo maar door, lach 'n mensch maar
midden in z'n gezicht uit", zei het jongmensch
op de sofa verontwaardigd. „Ik zal niet zeg
gen dat jij geen vrijers kunt vdnden, die niet
een beetje goochemer zijn dan ik ben, maar
ik zeg je dat je er ook wel eens eentje tegen
zult komen die een beetje leelijker is, Arabella
en...'" hij leunde een beetje voorover en
keek met onverholen bewondering in die prach-
tige oogen en scheen bijna plezier te vinden in
dien spottenden lach om de hagelwitte tan-
den. ,,Maar je kunt het probeeren en heel Lon-
den afloopen, maar ik zeg je, ik heet geen
Sharpe meer of ik ben geen reiziger in cor
ned beef als jij ooit een jongen zult vinden,
die doller op je is dan ik, of die meer voor je
over zal hebben dan ik. Dat hob ik je al eens
gezegd en ik zeg het nog eens of je naar me
luistert of niet."
,,Als je het maar niet te dikwijls zegt", zei
Arabella Ames, terwijl ze hem rustig zat uit
te geeuwen. ,,Ik heb je op mijn beurt toen ge-
antwoord, mr. Sharpe, als er iets is, wat ik
niet uit kan staan, dan is het die vervelende
saaie sentimentaliteit, waarmee je me altijd
aan mijn hoofd ligt te zeuren. Wat mijn hu-
welijk betreft, ik trouw niet! Denk je dat ik
gek ben om mijn heerlijke vrijheid op te offe-
ren om met handen en voeten gebonden te
worden aan het gasfomuds van mijn echtge-
noot, om meneer zijn eten klaar te maken, de
mogelijk, een .grootere hoeveelheid bacon
van iseaerland paar Engeland uit te voeren.
uaar de landbouwers center niet in voldoende
mate hun baconvarkens aan de Nedenana-
sche Veehouderijoentrale ter aflevering aan-
.bieden, kon deze centrale aan deze grootere
uitvoermogelijikheid niet geheel voldoen.
Hierin heeft de minister van economische
zaken aanieiding gevonden de prijzen voor
baconvarkens te verhoogen, doch tevens be-
sloten, na 8 .Juli geen gelegenheid meer te
geven tot het aanbieden van zware varkens
aan die Veehouderijoentrale in andere provin-
cies dan in Noord-Holland, Zuid-Holland en
Utrecht. De varkens, welke voor 9 Juli reeds
ter levering waren opgegeven zullen ook in
die overige provincien, indien overigens aan
de gestelde voorwaarden is voldaan, in de
periode van ,14 Augustus16 September tegen
de reeds bekend gemaakte prijzen worden af-
genomen De opgave in de drie genoemde
provincies kan op de normale wijze voort-
gang vinden op de voorwaarden, op 17 Juni
1.1. gepubliceerd.
Om geen ongegronde verwachtingen te doen
ontstaan, wordt nadrukkelijk vermeld, dat
een verdere verhooging van prijzen van bacon
varkens niet zal plaats hebben.
HET SPAANSCHE GOUD.
Te Parijs is het proces om het Spaansche
goud begonnen. Men weet, dat het teruggave
van anderhalf milliard goud betreft, dat in
1931 door de Bank van Spanje als waarborg
van door de Bank van Frankrijk toegestane
voorschotten hier in bewaring gegeven was.
Oorspronkelijk stond de Bank van Burgos
tegenover die van Valencia. Toen begin van
dit jaar Frankrijk de Regeering van Franco
erkende, wend hem de restitutie van dat goud
in uitzicht gesteld.
Daarom trok het.. Spaansche Instituut de
aanvrage van 1938, aangaande rechtsingang
tegen de andere Bank in, omdat het, dank zij
erkenning en accoorden, voldoening verkregen
had, maar Olwer, oud-gouverneur der Bank
van Valencia, en vele schuldeisohers namen
er geen genoegen mee.
De adVocaat der officieele Bank bepleitte
niet-ontvankelijkverklaring van Olwijer's eisch
omdat hij niets meer vertegenwoordigt, even-
als die van vermeende crediteuren, houders
van door de Republiikeinsche Regeering uitge-
geven biljetten, die in de eerste maanden van
den burgeroorlog door Franco ongeldig wer-
den verklaard. Hun verdediger had zware
valiezen meegebracht, ongeveer 30 millioen
aan waardelooqe (biljetten bevattende. Hij
betwistte de geldigheid van de annuleering
voor de Fransche houders en kwam op voor
onder sekwester stelling van het goud als
pand voor de schuldeischers, zoo lang ize niets
krijgen.
De Bank van Spanje staat bij een koopman
te Perpignan voor frs. 900.000 in het krijt.
DE ENGELSCHE PERS CONSTATEERT
ONTSPANNING IN DE AFFAIRE-DANTZIG
Havas meldt uit Londen:
De Engelsche bladen constateeren een
merkbare ontspanning in de kwestie-Dantzig,
doch wijzen er op, dat deze in het geheel niet
te danken is aan een verzwakking van Polen.
De „Daily Express" schrijft: ,,In buitenland-
sche politieke kringen heerschte Zaterdag de
meening, dat de vooruitzichten voor een
■vreedzame regeling der kwestie-Dantzig sterk
■verbeterd zijn.
De Daily Telegraph" schrijft: Hitler schijnt
zich rekenschap te hebben gegeven van het
gevaar voor Duitschland, om van de kwestie-
Dantzig een aanieiding tot een algemeenen
oorlog te maken. Indien deze situatie aan-
houdt, zou het onmogelijk zijn, dat men op
een punt belandt, waarop de Poolsche regee
ring het mogelijk acht, de onderhandelingen
met Berlijn te hervatten. De geruchten, als
zou Londen druk op Warschau hebben uitge-
oefend, zijn door de Poolsche regeering zelf
tegensproken. Frankrijk en Engeland heb
ben uitsluitend om nauwkeurige inlichtingen
verzocht, welke houding Polen zal aannemen
bij alle verwikkelingen die zich kunnen voor-
doen.
Ook de Fransche pers bespreekt de kwestie-
Dantzig. De Excelsior" schrijft: Indien de
Duitsche leiders inzien, dat Duitschland bij
een oorlog weinig te winnen en veel te verlie-
zen heeft, zullen zij de huidige ontspanning,
welke random Dantzig geeonstateerd wordt
aanmoedigen en zullen zij de vrije stad weer
tot welvaart laten komen.
SCHOTTEN, ENGfcLSCHEN, JODEN
EN EEN DUITSCHER.
De beste grapjes, schrijft de N. R. Crt.,
zijn die, welke verteld worden over de zuinig-
heid van de Schotten. Iedereen heeft er ple
zier in en de Schotten zelf misschien nog het
meest, al geven zij er de voorkeur aan ze
zelf te vertellten, liever dan ze te hooren van
een Engelscjiman of een Ier. Maar over het
algemeen is de Schotsehe zin voor humor
voldoende ontwikkeld om een grap als grap
te waardeeren en niet dadelijk te verwerpen,
verschrikkelijke gaten in zijn sokken te stop-
pen en elken morgen tegen hetzelfde onuitge-
slapen gezicht aan de ontbijttafel ,,goeden-
morgen schat" te zeggen."
,,Ik zal niet iederen morgen aan de ont
bijttafel zitten", protesteerde mr. Sharpe.
,,Dat is al een van de voordeelen als je met
een reiziger trouwt. Ik ben minstens vier
dagen van de week op pad."
,,De drie andere zouden al meer dan ge-
noeg voor me zijn. Dank je. Ik zeg je, ik
neem geen man."
,,Nou ja, zooveel haast is er natuurlijk niet
bij. Maar later zul je er misschien anders
over denken Arabella, en dan kon je er wel
eens spijt van hebben dat je geen „ja" hebt
gezegd, ging de handelsreiziger verder met een
overredingskracht en een geduld, die zijn be-
roep eer aan deden en tegelijkertijd een be-
wijs waren van zijn emstige liefde. „Je kon
nog wel eens raar opkijken als je wat anders
te doen kreeg dan gelukkig te leven met een
aardige jongeman, die een behoorlijke duit
verdient met zijn vak en die gewoonweg al de
grond in zijn zak zou willen steken waar jij
je kleine voetjes op hebt gezet."
,,Zeker, het zou heel wat slechter kunnen,
maar nooit eentoniger", antwoordde de wreede
miss Ames. ,,En wanneer ik er ooit anders
over zou denken
,,Ja", vloog de vurige minnaar ineens op
dit laatste sprankje hoop af. ,,Als jij van plan
bent om er anders over te gaan denken?"
,,Nou, dan zou al heel wat moeten veran-
deren", zei Arabella Ames. ,,Dat is alles."
,,Jouw hart is compleet van steen", zei mr.
Sharpe bitter. ,,Ik zie wel in, dat ik er al
mijn tijd aan verspil." En hij stond op. ,,Ge-
groet."
„0, ta, ta," zei miss Arabella, terwijl ze
hem vanaf haar pianokrukje nog eens mede-
lijdend nakeek. ,,Laat tenminste een haarlok
achter."
De jonge Sharpe sloot de deur heel voor-
zichtig achter zich dicht. Fij vond dat hc.t
omdat de Schotten erin worden ,,genomen".
Die zin voor humor bezitten, naar het schijnt,
de Duitschers in veel mindere mate. Zoo heeft
in het tijdsc'hrift New Literature zekere heer
Vesper, een Duitscher, geprotesteerd tegen
mopjes op de Schotten, omdat de Schotten het
meest Duitsche ras zijn onder de Britten en
de mopjes zelf gemeenlijk van Joodschen oor-
sprong zijn. Volgens den heer Vesper zijn de
Schotten zelfs de laatste nog overgebleven
gezonde nationale krachten, die er op de
Britsche eilanden bestaan, en dat is volgens
Vesper voldoende grond voor de Joden en de
door Joden geinfecteerde Engelschen om de
Schotten te haten en te probeeren ze bespot-
telijk te maken.
Of zou dit ook maar een grap zijn van
Vesper?
BRAND OP EEN SOHIP MET
VLIJCHTELINGEN.
Wederom hebben Europeesche Joden een
verschrikkelijk drama beleefd op hun tocht
naar andere gebieden, aldus meldt Havas uit
Haifa. Het gebeurde Donderdag in de wa-
teren van de Dodekanesos, waar brand ont-
stond aan boord van de Rim, een schip, dat
onder Panameeschen vlag voer en dat 400
Oostenrijksche Joden aan boord had. De Rim
bevond zich ter hoogte van het eiland Simi,
bij Rhodes. Het Italiaansche s.s. Fiume, dat
bij Rhodes voor anker lag voer terstond uit en
verleende assistentie. De opvarenden werden
aan boord gebracht van het Italiaansche schip
en de Rim zou tenslotte gestrand zijn.
Arnico,
Ulvenhout, 6 Juli ,1939.
'n Ouw sprikwoord
luidt: „als ge verre
reizen doet, dan kun-
de veul verhalen."
Mja!
Ik heb 'nen kwie-
bus gekend, die over
de heele wereld den
weg wist, als gij bij
jou in de buurt. Van
z'n achttiende tot z'n
zestigste jaar had ie
geregeld de heele
weareld bereisd en of
ie nou in Parijs, Pe
king, Petersburg,
Padang, Peru, Papendrecht, Plymouth, Port-
said of Poeldijk was, hij kost oe dalijk ver-
tellen: „deuze straat uit, links op den hoek,
daar staat 'n brievenbus". Of: ,,daar, in dat
stamineeke doen ze 'm tot den rand vol."
En toen ik 'm 'nen keer 'ns aan 't ,,Ver-
halen" wilde hebben en vroeg: „vertel me
nou 'ns, Frits, wat is na veertig jaren trek-
ken over den ganschen eerdbol jouwen totaal-
indruk, toen draaide-n-ie aan 't voetje van
z'n glaaske emzee: „Dre, ieVerans gaan de
bergen omhoog en 't water omlaag, maar deus
Schiedammerke krijgde nieverans!"
Uitgeklasjeneerd was ik, dee 'm nog 'ns
vol en 't ouwe sprikwoord da 'k van mijnen
schooltijd af netjes had gehouwen, zat danig
in de kreukels.
Denk nie, dat den Frits 'n uitzondering is,
amico. 't Is lank gelejen da 'k 'ns verbleef
in 't schoonste gedeelte van heel ons weareld-
deel. Op 'nen rnergen, dat de zon heuren
gouwen gloei langs de ibosschen en over de
rotsige sneeuwtappen van 't bergland toover-
de, fonkelende nevels wegwolkten langs den
Biirgenstock, de blanke toppen van den Pila-
tus begosten op te blinken als 'nen hemel-
troon duuizenden meters iboVen de weareld
voldaan; en de gladde, nevelgrijize Vierwald-
statersee begost te glanzen in de diepste kleu-
ren van groenen kristal, kortomals hier 't
schoonste blad van 's wearelds kleurig pren-
i tenboek wierd opgeslagen; als de wondere
sprook Luzern daar gunderwijd gong open-
bloeien lijk 'nen lelienboekee, z66 lagen
daar de witte hotelkasteelen gespreid in de
groene bergen, pijlsnelle forel-vischkes uit
grondelooze diepten opschoten naar den kris-
tal-groenen meerspiegel, dan hoorde-n-ik 'nen
korten, dikken kwiedam, 'nen soortement van
deurgewinterden handelsreiiziger mee 'n idioot
groen-wit alpenmutske op iz'n hoofd, zeggen:
,,Sien, ik ga morgenavond, azze we thuis bin-
nen, regelrecht naar ,,De Zuurlbom" in de
tHoogstraat en eet me daar ziek an zod'n
stapel broodjes-half-om. "kHeb hier in geen
Veertien dagen 'n fussoendelijke, ibeleege boter-
ham gekregen Voor me goeie centen." En
nijdig schoof ie z'n groene mutske op Bij, gooi-
de 'n rotte pruim in 'n school forellen, foeterde
dat ,,dat hotelgajes nou geregeld een rotte
pruim in die menage-zak (lunchpakket) goo-
chelde."
Ik wil daarmee maar zeggen, amico:
Fritsen, horre! En om veul te kunnen ver
halen, hoefde zoo wijd nie weg te trekken.
Ik mag gerust zeggen: ,,izie maar naar mij."
Ik kom nie veul wijer van huis dan aan 't end
van de noste stad elken dag en 'k heb oe daar
al 'n heelen schep vertessels over gedaan,
'zou 'k zoo zeggen. Of ge mee 'nen Pullman
rijdt of mee 'nen groentewagel't is eeve-
rans interessant, als g' oew ooren en oogen
'n heel wat fijnzinniger protest was dan een
harde slag. Ofschoon zijn onstuimige liart
hem aanvankelijk tot dit protest had aange-
zet. Nog voordat hij het huis verlaten had,
hoorde hij miss Arabella, die met alle kracht
een ragtime uit de toetsen trommelde.
Maar hij heeft nooit geweten, dat diezelfde
wreede Arabella, dit luide ,,de profundis" van
zijn huwelijksaspiraties onmiddellijk beeindig-
de, toen zij hem even later op den landweg
wist en hem daar van achter het gordijn zoo
lang bleef volgen als haar blauwe oogen maar
zien konden.
,,Het is toch een verbazend kranige kerel
en ik vind, dat hij keurig van zich heeft af-
geSproken", bekende ze even later tegen zich
zelf. ,,Hij ziet er nog zoo slecht niet uit voor
een aankomende man, maar ik zou toch lie
ver hebben, dat hij eens wat verstandiger
praat verkocht, als hij hier kwam, in plaats
van me altijd te vervelen met zijn huwelijks-
aanzoeken!"
Arabella Ames was een zeer rechtschapen
kind, maar op dit punt hleld ze zich zelf toch
een beetje voor den mal. Zij zou het heelemaal
niet liever gehad hebben, indien de jonge
Sharpe haar niet met zijn huwelijksaanzoeken
had lastig gevallen, telkens als hij het dorp
aandeed voor een order van zijn beroemde
Tomaenne's Tinned Tongues.
Ze had den jongeman dan ook heel wat
beter kunnen behandelen, maar dat is al weer
iets anders.
Toen ze bijna sentimenteel zich van het
venster afwendde, werd ze uit haar opkomende
droomerijen gewekt door een vervaarlijk
gegil vanuit den winkel: Bella!"
,,Ja pappie? Ik ben hier."
De oude Ames trad de ,,lichte" kamer bin-
nen. Zijn gezicht straalde als had hij zoo juist
zijn bruid naar het altaar gebracht, zoodat
Arabella hem verrast vroeg:
,.Maa.r Wat is er met jou gebeurd, pappie?
Waarom zie je er zoo stralend uit? Heb je
weer een reuze koopje gedaan
maar open houdt. En in zooverre ben ik dan
66k 'nen „Frits", da'k de bosschen van Ulven
hout zeker zoo schoon vind als die van Zwit-
serland, al liggen de onze dian v'lak.
Maar genogt 'k wou deus week weer
'ns 'n ,,groentenwagel-vertessel" doen en laat
ik, na dieen grooten omweg over China, Rus-
land, O. en W. Indie, Noord Amerika en 't
iVierwoudstederuneer, dan daarmee maar 'ns
ibeginnen. 'Nen heelen omgank veur 'nen
wage! nieuwe petatjes, peekes-en-peultjes
'k Wou vertellen van 'n steeg, 'n ouw, dood-
loopend strotje, waar 'n eigenaardig volkske
Van „bek-vechters" schuilt. 'tis er altij en
eeuwig ruzie of 'tschilt nie veul. Of dat nou
komt omdat 't strotje maar eenen uit-en-in-
gank bezit, of omdat 't er zoo nauw is en
't volk malkaar veul te goed is gaan kennen,
ik weet 't nie zoo sjecuur. Maar feit is't
stelletje ligt heel 't jaar en altij mee malkaar
bverhoop. 'k Heb dikkels izoo'n bietje schrik
om die „scheur" binnen te rijen. Want als
twee teugen over malkaar wonende mevrou-
wen toevallig in diepgaande conferentie zijn
en 'n sierlijke maar zeer vluchtige eerepoort
apridhten ter gelegenheid van die plechtigheid,
deur naar malkaar 'nen teil waschwater te
mikken, dan is 't niks ginnen foesten tref, om
toevallig onder dieen Vluchtigen eereboog te
motten ,passeeren! Minder nog mee 't oog op
oew pet, dan wel mee 'toog op den verschen
spinazie en de eerebezies (aardbeien) en zoo.
Afijn. We schikken dat maar onder ,,bedrijfs-
'risico" en hopen elken dag weer opnieuw,
droog en onbesmeurd die ruziespleet uit te
Ikomen. Vooral den lesten tijd is 'ter veul
hommeles. Ze schelden er malkaar uit veur
rotte visch, bedreigen malkaar mee moord en
doodslag en schijnen den ganschen dag te
Verzinnen en te piekeren op allenhande treite-
rijen en geplaag, om er malkaars bloed mee
af te tappen. Daar woont o.a. 'n lange, schrale
kadee, die den bijnaam draagt vn ,,de Perre-
pluu." Nooit is deus frummes in d'ren huis;
nooit! Ik kan er nie komen, indeus duvelsche
strotje, of madame Perrepluu scherrelt er
rond, over de morsige klinkers, onderweg
naar 'n andere buurdame, die den bijnaam
draagt van „de Berin", bij wie de Perrepluu
teugenwoordig den stijl van de deur afloopt.
Dat is me 'n gekonkel, 'n gekonkel, amico,
tusschen die twee dat de anderen er allegaar
zenuwachtig onder worden! Nou mot ik er
ditte bij zeggen: de Berin is huiselijk genogt.
En dat nie alleen: ze houdt ook 'rjong bin
nen. E6n van 'r kinders, zoo'nen korten, dik
ken vetzak van 'nen kwajongen, die meestal
hioeders boodsehappen dee, en dan veur 'n
handje had om bij de Perrepluu binnen te
gaan, die 'm koekskes en babbeleers gaf, of
bij de rosse Marjan, die ook zoo „anhalerig"
Is, deuzen knaap is deur de Berin naar
'nen baas gestuurd, om 'n vak te leeren. Zij
laat nou de boodsehappen thuis bezurgen en
den kleinen, aanhaligen snoeper, mee zijnen
eeuwigen boodsehappenzak, zie 'k nou niemeer
rondslenteren, deur 't smerig strotje.
Wat veur mij 'nen steen van m"n hart is!
Ik was nooit gerust op dieen ,,zwerver". Vrin-
tielijk was ie genogt, daar nie van, maar mee
al z'n vrindelijkheid: als ik m'n zaken moest
doen mee 't Hitje, de Perrepluu, de Berin,
Rosse Marjan, de Theemuts, vtouw Polak
afijn, laat ik nou nie beginnen mee heel m'n
klantenboekske af te schrijven en dan,
Vaneigens, mee 'm 'nen rug naar den wagel
stond', dian kwam ik oogen te kort. Appeltjes,
peeen, eiers, eerebezies in deus tij 't lag
allegaar z66 veur 't grijpen. Ennedat
Vrindelijke schotffie, Lietje noemden ze 'm
daar, vertrouwde-n-ik maar net zoo lank als
ik 'm mee m'n eigen oogen kost zien! Want
ik heb me nooit wijsgemaakt, amico, dat zoo'n
frummes, die ik stond te helpen, mij waar-
schouwen zou, als dieen kleinen sloeber 'nen
bos peeen van m'nen wagel zou gappen. Per
slot is zulk poortjesvolk mee een sop over-
goten, naar mijn gedacht.
De leste dagen hangt er 'n heimelijke stilte
in 't buurtje. De deuren zijn dicht, de ,,tuin-
tjjes" ontvolkt. Tuintjesnoujja! Veurl
elke villa" daar, ligt 'n paar meter grond,
'n kleinen erf, omrasterd mee vier mooie
palen waartusschen wat roestig pinnekesdraad
waaraan ge zoo lekker oewen jas kunt scheu-
ren, als 't waait. Op 't erfke staat hier en
daar 'nen vuilnisbak deur de steeg te stinken,
'nen brandnetel dood te gaan naast 'nen stok-
ouwen hond, die daar op den deurdrempel
'tzelfde zit te doen. Niks tiert er, dan alleen
ruzie, maar, lijk ik zeg: de leste dagen is 'ter
verdacht stil. Hoogstens staan de Rosse Mar
jan en de lange Perrepluu bij malkaar over
"t pinnekesdraad te vezelen en te konkelfoe-
'zen. En als ik dan aanklop bij vrouw Polak,
'n donker, vettig kadeeke, dat altij staat te
krab/ben tot ik eigens jeuk krijg, dan is
't 'n vermaak om te zien, hoe de Rosse en
'de Lange Vriendelijk en 'n bietje heimelijk
staan te knikken naar MeVrouw Jeuk, die op
haar beurt oh, zoo vriendelijk ,,sjoertjes
doet", en knipoogt. Net of ze alle drie iets
hebben!", wat de rest in 't strotje nie weten
mag, doch alleen maar vermoeden. Afijn, ge
verstaat me wel: van die echte wijvenmanie-
ren, waarover ik me stillekes staai te
bedooien.
Omda 'k er alle dagen kom, weet ik wel zoo
omtrent teugen wie dat gaat! 'tis teugen
't Hitje.. Die heeft in 'tveurjaar haar huiske
„Nou en of", zei de oude Ames, terwijl hij
zich in een leunstoel liet neervallen, die kreun-
de onder dit blijk van doorslaande sympathie.
,,1'k zal het je onmiiddellijk vertellen, maar i
b'iecht me eerst eens op, tegen wien of wat jij
daar kushandjes stond te geven aan het
raam."
Arabella kreeg zoo mogelijk een nog die- 1
per kleur. Toen begon ze zenuwachtig te
lachen om haar onrust te verbergen.
„Ik had het eigenlijk niet moeten doen",
gaf ze toe. ,,Maar hij heeft me niet gezien
hoor, pappie. Ik zat hem eigenlijk achter zijn
rug nog voor den aap te houden. Ik heb hem
alleen maar op kushandjes getracteerd, toen
hij me niet meer zag, zooiets van ,,opgeruimd
staat netjes"', begrijp je wel?" i
,,Ja, maar hem Wie was het Wie was
dat ,,opgeruimd"
,,Och, de jonge Sharpe, die altijd tong komt
verkoopen."
,,Tong! Hij loopt wat al te veel met zijn
tong te koop... die onbeschaamde rakker. Om
zijn oogen te durven verheffen naar het edele
aangezicht van mijn dierbare dochter! Zij is
niet voor hem. daar kan hij alvast ,,Amen"
op zeggen!"
,,Dat heb ik hem ook al gezegd, pappie", zei
miss Ames bedeesd.
,,Goed zoo, ik zie dat je voelt, wat voor
hooge toekomst er voor jou is weggelegd, of
schoon ik niet begrijp, van wie jij die fijnge-
Voeligheid kunt hebben. Mlaar het zal in ieder
geval de laatste keer geweest zijn, dat je hem
de deur hebt moeten wijzen. Vloordat je nog
tot drie kunt tellen heb jij het fijnste huwe-
lijk gesloten, dat je maar denken kunt."
..Werkelijk zei miss Ames vroolijk. ,,Bent
u een of anderen markies of hertog tegen-
gekomen pappie Want bij mij is nog nie-
mand naar miss Arabella komen vragen."
,,Je behoeft je ouden vader niet uit te
lachen, vervelende spotvogel, want het is
doodernstig."
opgeschilderd en 't erfke proper gemokt. Toen
nieuw pinnekesdraad oan 't erf gevlochten en
dat wordt heur veul kwalijk genomen,
niern^e palen gestagen, royaal in de naaste
buren hunnen grond. Man, daar is 'n ruzie
over gewist, da 'k nou en dan benauwd was
veur m'nen wagel. Gescholden, gescholden!
Ze hadden malkaar wel op kunnen vreten van
kwajigheid. Veural de Perrepluu en op
heuren grond was toch niks gebeurd, ze woont
heelgaar in den anderen hoek van de steeg
veural de Perrepluu was op 't Hitje ge-
beten. Da schijnt 'm weer te zitten in
laoh nie, in 't standsverschil! Ja, man, zoo
goed als den baron z'n eigen twee peerltjes
beter Vindt dan den jonkheer, zoo goed voelt
den scherenslieper, mee z'n vakmanschap,
zich boven den gebuur te staan, die mee 'nen
voddenwagel langs de huizen gaat. Zoo zijn
de meeste menschen, van groot tot klein.
De Perrepluu woont in den hoek van de
steeg. Zoodoende hee zij langs twed kanten
Van 'r„villa" wat erf liggen. En daarom is
ze ,,deftiger"' dan 't Hitje en kan ize 't aan 'r
•tanden nie velen, dat 't Hitje heuren erf ver-
grootte mee 'nen spaai-steek! Toen mokte ze
'theelegaar van eiers: ze schafte 'r eigen 'nen
nieuw meublement aan, zette 'nen „fetui" in
den „tuin"', mee eenen poot op den buur zijnen
grand, vroeg de Theemuts van den overkant
op visite en zee toen, flink hardop, dat 't in
de straat altij zoo onfrisch rook! Waarop de
Theemuts beweerde: ,,zeg maar gerust, buur-
vrouw, dat 't zoo ongenadig meugelijk stinkt!
Wij samen moesten hier eigenlijk heel de
straat 'ns keeren!"
Vrouw Polak, op haren grond stond den
stoeipoot van 't Hitje, had die woorden
gehoord! Krabbende liep ze naar de Rosse,
die gongen toen samen naar de Perrepluu en
van daar stapten ze mee 'r drieen naar de
Berin! Woeiend! ,,Nou moest 't uit zijn!'"
Maarede Berin gaf nie thuis. Die liet
maar kloppen, kloppen. Dee net of ze doof
was aan eenen kant.
En nou wordt er in 't steegske gesmoest,
dat 't Hitje, vroeger water en vuur mee de
Berin, hoe is dat mee noste buren? dat
't Hitje achter 't huiske kommekes koffie,
koekskes en ibordekes eerebezies over de
schutting aanreikt aan de Berin. 't Kan best
zoo zijn, want ik heb 't Hitje de leste weken
nog al 'ns eerebezies geleverd
/En zoo, amico, is er in deus vergiftige, on-
frissche strotje, 'n stil gekonkel aan den gank,
da' k elken mergen zoo rap meugelijk mee
m'nen wagel zie weg te komen, want ik ver-
trouw 'tniks. 'tis me te stilEn 'kzie
de Perrepluu maar te veul rondneuzelen.
Hier vertelt ze iets, daar vertelt ze wat,
hier knikt ze, daar wuift ze mee 'n slap
handjeneee 'tis er nie kauscher!
En wat me 66k nie bevalt, de Theemuts en
't Hitje houwen ramen en deuren stijf toe,
zijn kort en afgebeten teugen me, terwijl ze
vroeger geren 'ns 'n protje mochten maken,
ze klasjeneerden me gaten in m'n sokken
zelfs, maar de leste weken Als ze,
kort en bits, de groentes hebben aangenomen,
dan gaat de deur mee 'nen smak toe, dat de
Perrepluu, daar ginder in den hoek heelegaar,
'twel hooren mot!
Neee, 't dugt er niks in deus putluchtsteeg.
Neee, da's den naam nie, .amico; 'tstrotje
hiet officieel: ,,Europasteeg." Maar 'n put-
luchtje hangt er toch!
Afijn, we kruisen er mee onzen groenten-
wagel maar zoo lank meugelijk deur en halen
er mee 'n bietje humor en 'n dichtgeknepen
neus, ons kostje op. In de hoop, dat 't aan
eenen kant nog 'ns wordt deurgebroken, dan
krij'gt 't buurtje spuiing, lucht. Dian loopt 't
uit op 'tzonnige Vredesplein, er komt wat
meer passage, en al die buurtjeswijven heb
ben iets anders om naar te kijken, dan naar
malkaar. Den stank waait er uit en de koppen
worden frisch.
Maar eer 't zoowijd is, zal er nog wel
'ns 'nen vieze vuilnisemmer door de locht
keilen.Eenen wenschdat ik er dan toe
vallig nie onder staai.
En nou schei 'k er af, amico.
Veul groeten Van Trui, Dre fin, den Eeker
en als altij gin horke minder van oewen t.a.v.
DRe.
Vragen, deze rubriek betreffen.de,
kunnen door onze abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Heemraadsingel 111 te Rotterdam.
Poetzegel voor antwoord insluiten
en blad vermeld.en.
EEN WAARSCHUWING IN DEN ZOMER.
Nu de warme dagen voor de deur staan is
het zaak nog eens te bespreken wat er in
den vollen zomer gedaan moet worden op b \t
pluimveebedrijf.
Vooral echter een waarschuwing die ook
geheel in dezen tijd past. Ik ben deze week
als deskundige opgeroepen voor een rechts-
zaak waar het betrof bedrog in den handel
met jonge hennen. Een leverancier had in
verschillende bladen geadverteerd, dat hij
prachtige, gezonde jonge hennen aan kon bie-
den, vrij op zicht, betaling nadat ze gezien
,,Wat is het? Kom op, pappie. D'r moet iets
gebeurd zijn, dat heb ik wel in de smiezem
Zeg maar ineens, wat het is."
En hij vertelde haar alles.
,,Ik heb het dus klaar gespeeld," besloot hij
met een triomfantelijk gezicht, nadat hij lang
had stil gestaan bij wat hij tegen den squire
had gezegd, ,,dat jij binnen veertien dagen
voorloopig op ,,De Schuur" gaat wonen.''
,,Ik?" vroeg Arabella en van verbazing ver-
loor ze haar evenwicht, zoodat het piano
krukje begon te draaien en miss Ames met
haar vollen arm op de toetsen neerkwam.
,,Tijd genoeg zou ik meenen, om je in te
spannen, om met al die hooge dames gelijk
op te kunnen gaan. Daar! Daar nou, Bella!
Wat zeg je nou van je pappie
,,Wat ik ervan zeggen moet? Wel... dat ik
niet ga", kwam het vastberaden over de on-
geverfde karmijnroode lippen. ,,Ze zullen me
er met geen vier paarden heen kunnen sleu-
ren! Ik? Daar? Ik op „De Schuur", waar al
die nuffen me om het hardst zullen treiteren
en achter mijn rug zullen grinniken om mijn
burgermanieren O nee, mij tusschen al die
ijsco-gezichten en die taai-taai complimenten
Geloof het maar niet! Ik ga er niet naar toe,
pappie, en daar blijft het bij!"
Toen volgde in diezelfde vroolijke kamer
een dispu.ut, waarin beiden zich u its'.oof den
in kracht van termen en intonatie.
Tegelijkertij had een dergelijk onderhoud
plaats in mrs. Cattermole's knusse achttiende-
eeuwsche boudoir. De argumenten waren
minder luid en minder kras maar des te bit-
terder. Haar man stond hoog boven haar; zij
leunde vermoeid lady Cattermole leunde
altijd vermoeid, indien zij haar zin niet kreeg
op de sofa. Met haar zachte, azijnzure
stem, sprak ze:
,jHet kan nu eenmaal niet, Horace. Zoo iets
doet men niet in onze kringen."
(Wordt vervolgd.)