Ter Neuzensche Courant Arabella de Verschrikkelijke Binnenland Feuilleton Buitenland Feuilleton-vertellingen Pluimvee-Rubriek Maandag 10 Juli 1939 No. 9936 TWEEDE BLAD BRABANTSCHE BRIEVEN. VAN NOTARIEELE TARIEVEN. De Minister van Justitie heeft afwijzend beschikt op een venzoek der landbouw-organi- saties, om een vertegenwoordiger te mogen aanwijizen in de cocmmissie voor de notarieele tarieven. Wei zal de comissie kennis nemen van eventueele opmerkingen van landbouw- zijde. WERKTUIGEN-OREDIET. Ten behoove van amibaehtslieden en Ikleine industrieelen. De Minister van Economische Zaken heeft een commissie ingesteld, welke zal beslissen op de aanvragen van ambachtslieden en kleine industrieelen tot het verkrijgen van een z.g. „werktuigen-crediet'" alsmede in het alge- meen de normen voor deze crediefverstrekking zal aangeven. Tot leden dezer commissie zijn toenoemd de heeren Dr. W. L. Groeneveld Meijer, administrateur bij het Departement van Eco nomische Zaken, Mr. Ph. C. M. van Campen, ambtenaar bij de afdeeling algemeene zaken van het Departement van Financien, E. L. Brouwer, adjunct-directeur van de Nederland- sche Middenstandsbank N.V. te Amsterdam, Drs H. L. Jansen, adjunct-directeur van den Nederlandschen R. K. Middenstandsbond te 's-Gravenhage, en tot adViseerend lid de heer Ir F. J. N. Stades, ingenieur in tijdelijken dienst bij den teohnischen voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid, werkzaam bij het Departement van Economische Zaken. Als voonzitter deizer commissie is aange- wezen de heer Dr W. L. Groeneveld Meijer. VERSCHIL IN ECONOMISCHE SYSTEMEN VAN DUITSCHLAND EN NEDERLAND. De Duitsche minister van economische zaken dr. Funk, heeft Vrijdagmorgen in een persgesprek een uiteenzetting gegeven van het verschil in het Duitsche en het Nederland- sche economische systeem. In Nederland huldigt men het principe van, vrijen handel, in iDuitschland is alles gereglementeerd. Maar Duitschland zoekt naar nieuwe wegen om het economische verkeer te stimuleeren. Met de landen in het zuidoosten van Europa is het Duitschland gelukt verruiming van het ruil- verkeer te krijgen. Dit is nog niet met de geheele wereld mogelijk, omdat men den han del niet geheel tot ruilhandel kan terug- brengen. Wat Nederland betreft dacht dr. Funk aan wat Duitschland tot voor kort met Engeland ibereikt had. Dat in die relaties stagneering is opgetreden, was niet het gevolg van de foelemmering uit den handel zelf voortgeko- men, maar een gevolg van politieke oonzaken. Tot zijn groote voldoening kon de Duitsche minister verklaren, dat zijn besprekingen in Nederland het uitzicht hebben geopend op de mogelijkheid, dat mettertijd de zuivere clea ring kan worden opgeheven en beide landen tot vrij betalingsverkeer zouden kunnen ge- raken. De weg ertoe is open en met goeden wil van beide kanten zal dat ongetwijfeld gelukken. i In dit verband sprak dr. Funk met veel waardeering over minister iSteenberighe en dr. Hirschfeld. Hij verklaarde voorts, dat zijn bezoek bewijst, dat Duitschland niet alleen naar het zuidoosten van Europa kijkt. Neder land en Duitschland zijn van elkaar beste klanten, aldus dr. Funk. Een goed begrip van beide kanten achtte hij van het allergrootste belang en in dit verband wees hij op de ver- antWoordelijkheid van de pers. De pers moet de waarheid zeggen, aldus dir. Funk. Doet zij dat niet, dan zal de voklswoede zich tegen die pers richten. Voortgaande betuigde dr. Funk zijn inge- nomenheid met de maandelijksche bijeen- komsten van de leiders .der groote circulatie- banken bij de bank van internationale beta- lingen te Geneve. Dr. Funk besprak zijn bezoek aan de Zuider- zeewerken en uitte zijn diepe bewondering voor hetgeen ons land op dit gebied presteert. Daaruit blijkt een overeenkomst tusschen het Nederlandsohe .en het Duitsche volk, omdat ook aan de oostizijde der oostgrens groote werken zijn aangevat en uitgevoerd. Mede op grond van deze verwantschap moet het mogelijk zijn de moeilijkheden, welke voort- komen ,uit het niet overeenstemanen van de economische systemen van beide landen te overwinnen. VERHOOGING PRIJZEN VOOR BAOONVARKENS. Men meldt uit Den Haag: Zooals bekendi, is het reeds gedurende eenigen tijd door bepaalde omstandigheden EEN VROOEIJKE LIEFDESROMAN van Berta Ruck. Vertaald door TBO DE WITTE. 4) Vervolg. ,,Ja, ga zoo maar door, lach 'n mensch maar midden in z'n gezicht uit", zei het jongmensch op de sofa verontwaardigd. „Ik zal niet zeg gen dat jij geen vrijers kunt vdnden, die niet een beetje goochemer zijn dan ik ben, maar ik zeg je dat je er ook wel eens eentje tegen zult komen die een beetje leelijker is, Arabella en...'" hij leunde een beetje voorover en keek met onverholen bewondering in die prach- tige oogen en scheen bijna plezier te vinden in dien spottenden lach om de hagelwitte tan- den. ,,Maar je kunt het probeeren en heel Lon- den afloopen, maar ik zeg je, ik heet geen Sharpe meer of ik ben geen reiziger in cor ned beef als jij ooit een jongen zult vinden, die doller op je is dan ik, of die meer voor je over zal hebben dan ik. Dat hob ik je al eens gezegd en ik zeg het nog eens of je naar me luistert of niet." ,,Als je het maar niet te dikwijls zegt", zei Arabella Ames, terwijl ze hem rustig zat uit te geeuwen. ,,Ik heb je op mijn beurt toen ge- antwoord, mr. Sharpe, als er iets is, wat ik niet uit kan staan, dan is het die vervelende saaie sentimentaliteit, waarmee je me altijd aan mijn hoofd ligt te zeuren. Wat mijn hu- welijk betreft, ik trouw niet! Denk je dat ik gek ben om mijn heerlijke vrijheid op te offe- ren om met handen en voeten gebonden te worden aan het gasfomuds van mijn echtge- noot, om meneer zijn eten klaar te maken, de mogelijk, een .grootere hoeveelheid bacon van iseaerland paar Engeland uit te voeren. uaar de landbouwers center niet in voldoende mate hun baconvarkens aan de Nedenana- sche Veehouderijoentrale ter aflevering aan- .bieden, kon deze centrale aan deze grootere uitvoermogelijikheid niet geheel voldoen. Hierin heeft de minister van economische zaken aanieiding gevonden de prijzen voor baconvarkens te verhoogen, doch tevens be- sloten, na 8 .Juli geen gelegenheid meer te geven tot het aanbieden van zware varkens aan die Veehouderijoentrale in andere provin- cies dan in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. De varkens, welke voor 9 Juli reeds ter levering waren opgegeven zullen ook in die overige provincien, indien overigens aan de gestelde voorwaarden is voldaan, in de periode van ,14 Augustus16 September tegen de reeds bekend gemaakte prijzen worden af- genomen De opgave in de drie genoemde provincies kan op de normale wijze voort- gang vinden op de voorwaarden, op 17 Juni 1.1. gepubliceerd. Om geen ongegronde verwachtingen te doen ontstaan, wordt nadrukkelijk vermeld, dat een verdere verhooging van prijzen van bacon varkens niet zal plaats hebben. HET SPAANSCHE GOUD. Te Parijs is het proces om het Spaansche goud begonnen. Men weet, dat het teruggave van anderhalf milliard goud betreft, dat in 1931 door de Bank van Spanje als waarborg van door de Bank van Frankrijk toegestane voorschotten hier in bewaring gegeven was. Oorspronkelijk stond de Bank van Burgos tegenover die van Valencia. Toen begin van dit jaar Frankrijk de Regeering van Franco erkende, wend hem de restitutie van dat goud in uitzicht gesteld. Daarom trok het.. Spaansche Instituut de aanvrage van 1938, aangaande rechtsingang tegen de andere Bank in, omdat het, dank zij erkenning en accoorden, voldoening verkregen had, maar Olwer, oud-gouverneur der Bank van Valencia, en vele schuldeisohers namen er geen genoegen mee. De adVocaat der officieele Bank bepleitte niet-ontvankelijkverklaring van Olwijer's eisch omdat hij niets meer vertegenwoordigt, even- als die van vermeende crediteuren, houders van door de Republiikeinsche Regeering uitge- geven biljetten, die in de eerste maanden van den burgeroorlog door Franco ongeldig wer- den verklaard. Hun verdediger had zware valiezen meegebracht, ongeveer 30 millioen aan waardelooqe (biljetten bevattende. Hij betwistte de geldigheid van de annuleering voor de Fransche houders en kwam op voor onder sekwester stelling van het goud als pand voor de schuldeischers, zoo lang ize niets krijgen. De Bank van Spanje staat bij een koopman te Perpignan voor frs. 900.000 in het krijt. DE ENGELSCHE PERS CONSTATEERT ONTSPANNING IN DE AFFAIRE-DANTZIG Havas meldt uit Londen: De Engelsche bladen constateeren een merkbare ontspanning in de kwestie-Dantzig, doch wijzen er op, dat deze in het geheel niet te danken is aan een verzwakking van Polen. De „Daily Express" schrijft: ,,In buitenland- sche politieke kringen heerschte Zaterdag de meening, dat de vooruitzichten voor een ■vreedzame regeling der kwestie-Dantzig sterk ■verbeterd zijn. De Daily Telegraph" schrijft: Hitler schijnt zich rekenschap te hebben gegeven van het gevaar voor Duitschland, om van de kwestie- Dantzig een aanieiding tot een algemeenen oorlog te maken. Indien deze situatie aan- houdt, zou het onmogelijk zijn, dat men op een punt belandt, waarop de Poolsche regee ring het mogelijk acht, de onderhandelingen met Berlijn te hervatten. De geruchten, als zou Londen druk op Warschau hebben uitge- oefend, zijn door de Poolsche regeering zelf tegensproken. Frankrijk en Engeland heb ben uitsluitend om nauwkeurige inlichtingen verzocht, welke houding Polen zal aannemen bij alle verwikkelingen die zich kunnen voor- doen. Ook de Fransche pers bespreekt de kwestie- Dantzig. De Excelsior" schrijft: Indien de Duitsche leiders inzien, dat Duitschland bij een oorlog weinig te winnen en veel te verlie- zen heeft, zullen zij de huidige ontspanning, welke random Dantzig geeonstateerd wordt aanmoedigen en zullen zij de vrije stad weer tot welvaart laten komen. SCHOTTEN, ENGfcLSCHEN, JODEN EN EEN DUITSCHER. De beste grapjes, schrijft de N. R. Crt., zijn die, welke verteld worden over de zuinig- heid van de Schotten. Iedereen heeft er ple zier in en de Schotten zelf misschien nog het meest, al geven zij er de voorkeur aan ze zelf te vertellten, liever dan ze te hooren van een Engelscjiman of een Ier. Maar over het algemeen is de Schotsehe zin voor humor voldoende ontwikkeld om een grap als grap te waardeeren en niet dadelijk te verwerpen, verschrikkelijke gaten in zijn sokken te stop- pen en elken morgen tegen hetzelfde onuitge- slapen gezicht aan de ontbijttafel ,,goeden- morgen schat" te zeggen." ,,Ik zal niet iederen morgen aan de ont bijttafel zitten", protesteerde mr. Sharpe. ,,Dat is al een van de voordeelen als je met een reiziger trouwt. Ik ben minstens vier dagen van de week op pad." ,,De drie andere zouden al meer dan ge- noeg voor me zijn. Dank je. Ik zeg je, ik neem geen man." ,,Nou ja, zooveel haast is er natuurlijk niet bij. Maar later zul je er misschien anders over denken Arabella, en dan kon je er wel eens spijt van hebben dat je geen „ja" hebt gezegd, ging de handelsreiziger verder met een overredingskracht en een geduld, die zijn be- roep eer aan deden en tegelijkertijd een be- wijs waren van zijn emstige liefde. „Je kon nog wel eens raar opkijken als je wat anders te doen kreeg dan gelukkig te leven met een aardige jongeman, die een behoorlijke duit verdient met zijn vak en die gewoonweg al de grond in zijn zak zou willen steken waar jij je kleine voetjes op hebt gezet." ,,Zeker, het zou heel wat slechter kunnen, maar nooit eentoniger", antwoordde de wreede miss Ames. ,,En wanneer ik er ooit anders over zou denken ,,Ja", vloog de vurige minnaar ineens op dit laatste sprankje hoop af. ,,Als jij van plan bent om er anders over te gaan denken?" ,,Nou, dan zou al heel wat moeten veran- deren", zei Arabella Ames. ,,Dat is alles." ,,Jouw hart is compleet van steen", zei mr. Sharpe bitter. ,,Ik zie wel in, dat ik er al mijn tijd aan verspil." En hij stond op. ,,Ge- groet." „0, ta, ta," zei miss Arabella, terwijl ze hem vanaf haar pianokrukje nog eens mede- lijdend nakeek. ,,Laat tenminste een haarlok achter." De jonge Sharpe sloot de deur heel voor- zichtig achter zich dicht. Fij vond dat hc.t omdat de Schotten erin worden ,,genomen". Die zin voor humor bezitten, naar het schijnt, de Duitschers in veel mindere mate. Zoo heeft in het tijdsc'hrift New Literature zekere heer Vesper, een Duitscher, geprotesteerd tegen mopjes op de Schotten, omdat de Schotten het meest Duitsche ras zijn onder de Britten en de mopjes zelf gemeenlijk van Joodschen oor- sprong zijn. Volgens den heer Vesper zijn de Schotten zelfs de laatste nog overgebleven gezonde nationale krachten, die er op de Britsche eilanden bestaan, en dat is volgens Vesper voldoende grond voor de Joden en de door Joden geinfecteerde Engelschen om de Schotten te haten en te probeeren ze bespot- telijk te maken. Of zou dit ook maar een grap zijn van Vesper? BRAND OP EEN SOHIP MET VLIJCHTELINGEN. Wederom hebben Europeesche Joden een verschrikkelijk drama beleefd op hun tocht naar andere gebieden, aldus meldt Havas uit Haifa. Het gebeurde Donderdag in de wa- teren van de Dodekanesos, waar brand ont- stond aan boord van de Rim, een schip, dat onder Panameeschen vlag voer en dat 400 Oostenrijksche Joden aan boord had. De Rim bevond zich ter hoogte van het eiland Simi, bij Rhodes. Het Italiaansche s.s. Fiume, dat bij Rhodes voor anker lag voer terstond uit en verleende assistentie. De opvarenden werden aan boord gebracht van het Italiaansche schip en de Rim zou tenslotte gestrand zijn. Arnico, Ulvenhout, 6 Juli ,1939. 'n Ouw sprikwoord luidt: „als ge verre reizen doet, dan kun- de veul verhalen." Mja! Ik heb 'nen kwie- bus gekend, die over de heele wereld den weg wist, als gij bij jou in de buurt. Van z'n achttiende tot z'n zestigste jaar had ie geregeld de heele weareld bereisd en of ie nou in Parijs, Pe king, Petersburg, Padang, Peru, Papendrecht, Plymouth, Port- said of Poeldijk was, hij kost oe dalijk ver- tellen: „deuze straat uit, links op den hoek, daar staat 'n brievenbus". Of: ,,daar, in dat stamineeke doen ze 'm tot den rand vol." En toen ik 'm 'nen keer 'ns aan 't ,,Ver- halen" wilde hebben en vroeg: „vertel me nou 'ns, Frits, wat is na veertig jaren trek- ken over den ganschen eerdbol jouwen totaal- indruk, toen draaide-n-ie aan 't voetje van z'n glaaske emzee: „Dre, ieVerans gaan de bergen omhoog en 't water omlaag, maar deus Schiedammerke krijgde nieverans!" Uitgeklasjeneerd was ik, dee 'm nog 'ns vol en 't ouwe sprikwoord da 'k van mijnen schooltijd af netjes had gehouwen, zat danig in de kreukels. Denk nie, dat den Frits 'n uitzondering is, amico. 't Is lank gelejen da 'k 'ns verbleef in 't schoonste gedeelte van heel ons weareld- deel. Op 'nen rnergen, dat de zon heuren gouwen gloei langs de ibosschen en over de rotsige sneeuwtappen van 't bergland toover- de, fonkelende nevels wegwolkten langs den Biirgenstock, de blanke toppen van den Pila- tus begosten op te blinken als 'nen hemel- troon duuizenden meters iboVen de weareld voldaan; en de gladde, nevelgrijize Vierwald- statersee begost te glanzen in de diepste kleu- ren van groenen kristal, kortomals hier 't schoonste blad van 's wearelds kleurig pren- i tenboek wierd opgeslagen; als de wondere sprook Luzern daar gunderwijd gong open- bloeien lijk 'nen lelienboekee, z66 lagen daar de witte hotelkasteelen gespreid in de groene bergen, pijlsnelle forel-vischkes uit grondelooze diepten opschoten naar den kris- tal-groenen meerspiegel, dan hoorde-n-ik 'nen korten, dikken kwiedam, 'nen soortement van deurgewinterden handelsreiiziger mee 'n idioot groen-wit alpenmutske op iz'n hoofd, zeggen: ,,Sien, ik ga morgenavond, azze we thuis bin- nen, regelrecht naar ,,De Zuurlbom" in de tHoogstraat en eet me daar ziek an zod'n stapel broodjes-half-om. "kHeb hier in geen Veertien dagen 'n fussoendelijke, ibeleege boter- ham gekregen Voor me goeie centen." En nijdig schoof ie z'n groene mutske op Bij, gooi- de 'n rotte pruim in 'n school forellen, foeterde dat ,,dat hotelgajes nou geregeld een rotte pruim in die menage-zak (lunchpakket) goo- chelde." Ik wil daarmee maar zeggen, amico: Fritsen, horre! En om veul te kunnen ver halen, hoefde zoo wijd nie weg te trekken. Ik mag gerust zeggen: ,,izie maar naar mij." Ik kom nie veul wijer van huis dan aan 't end van de noste stad elken dag en 'k heb oe daar al 'n heelen schep vertessels over gedaan, 'zou 'k zoo zeggen. Of ge mee 'nen Pullman rijdt of mee 'nen groentewagel't is eeve- rans interessant, als g' oew ooren en oogen 'n heel wat fijnzinniger protest was dan een harde slag. Ofschoon zijn onstuimige liart hem aanvankelijk tot dit protest had aange- zet. Nog voordat hij het huis verlaten had, hoorde hij miss Arabella, die met alle kracht een ragtime uit de toetsen trommelde. Maar hij heeft nooit geweten, dat diezelfde wreede Arabella, dit luide ,,de profundis" van zijn huwelijksaspiraties onmiddellijk beeindig- de, toen zij hem even later op den landweg wist en hem daar van achter het gordijn zoo lang bleef volgen als haar blauwe oogen maar zien konden. ,,Het is toch een verbazend kranige kerel en ik vind, dat hij keurig van zich heeft af- geSproken", bekende ze even later tegen zich zelf. ,,Hij ziet er nog zoo slecht niet uit voor een aankomende man, maar ik zou toch lie ver hebben, dat hij eens wat verstandiger praat verkocht, als hij hier kwam, in plaats van me altijd te vervelen met zijn huwelijks- aanzoeken!" Arabella Ames was een zeer rechtschapen kind, maar op dit punt hleld ze zich zelf toch een beetje voor den mal. Zij zou het heelemaal niet liever gehad hebben, indien de jonge Sharpe haar niet met zijn huwelijksaanzoeken had lastig gevallen, telkens als hij het dorp aandeed voor een order van zijn beroemde Tomaenne's Tinned Tongues. Ze had den jongeman dan ook heel wat beter kunnen behandelen, maar dat is al weer iets anders. Toen ze bijna sentimenteel zich van het venster afwendde, werd ze uit haar opkomende droomerijen gewekt door een vervaarlijk gegil vanuit den winkel: Bella!" ,,Ja pappie? Ik ben hier." De oude Ames trad de ,,lichte" kamer bin- nen. Zijn gezicht straalde als had hij zoo juist zijn bruid naar het altaar gebracht, zoodat Arabella hem verrast vroeg: ,.Maa.r Wat is er met jou gebeurd, pappie? Waarom zie je er zoo stralend uit? Heb je weer een reuze koopje gedaan maar open houdt. En in zooverre ben ik dan 66k 'nen „Frits", da'k de bosschen van Ulven hout zeker zoo schoon vind als die van Zwit- serland, al liggen de onze dian v'lak. Maar genogt 'k wou deus week weer 'ns 'n ,,groentenwagel-vertessel" doen en laat ik, na dieen grooten omweg over China, Rus- land, O. en W. Indie, Noord Amerika en 't iVierwoudstederuneer, dan daarmee maar 'ns ibeginnen. 'Nen heelen omgank veur 'nen wage! nieuwe petatjes, peekes-en-peultjes 'k Wou vertellen van 'n steeg, 'n ouw, dood- loopend strotje, waar 'n eigenaardig volkske Van „bek-vechters" schuilt. 'tis er altij en eeuwig ruzie of 'tschilt nie veul. Of dat nou komt omdat 't strotje maar eenen uit-en-in- gank bezit, of omdat 't er zoo nauw is en 't volk malkaar veul te goed is gaan kennen, ik weet 't nie zoo sjecuur. Maar feit is't stelletje ligt heel 't jaar en altij mee malkaar bverhoop. 'k Heb dikkels izoo'n bietje schrik om die „scheur" binnen te rijen. Want als twee teugen over malkaar wonende mevrou- wen toevallig in diepgaande conferentie zijn en 'n sierlijke maar zeer vluchtige eerepoort apridhten ter gelegenheid van die plechtigheid, deur naar malkaar 'nen teil waschwater te mikken, dan is 't niks ginnen foesten tref, om toevallig onder dieen Vluchtigen eereboog te motten ,passeeren! Minder nog mee 't oog op oew pet, dan wel mee 'toog op den verschen spinazie en de eerebezies (aardbeien) en zoo. Afijn. We schikken dat maar onder ,,bedrijfs- 'risico" en hopen elken dag weer opnieuw, droog en onbesmeurd die ruziespleet uit te Ikomen. Vooral den lesten tijd is 'ter veul hommeles. Ze schelden er malkaar uit veur rotte visch, bedreigen malkaar mee moord en doodslag en schijnen den ganschen dag te Verzinnen en te piekeren op allenhande treite- rijen en geplaag, om er malkaars bloed mee af te tappen. Daar woont o.a. 'n lange, schrale kadee, die den bijnaam draagt vn ,,de Perre- pluu." Nooit is deus frummes in d'ren huis; nooit! Ik kan er nie komen, indeus duvelsche strotje, of madame Perrepluu scherrelt er rond, over de morsige klinkers, onderweg naar 'n andere buurdame, die den bijnaam draagt van „de Berin", bij wie de Perrepluu teugenwoordig den stijl van de deur afloopt. Dat is me 'n gekonkel, 'n gekonkel, amico, tusschen die twee dat de anderen er allegaar zenuwachtig onder worden! Nou mot ik er ditte bij zeggen: de Berin is huiselijk genogt. En dat nie alleen: ze houdt ook 'rjong bin nen. E6n van 'r kinders, zoo'nen korten, dik ken vetzak van 'nen kwajongen, die meestal hioeders boodsehappen dee, en dan veur 'n handje had om bij de Perrepluu binnen te gaan, die 'm koekskes en babbeleers gaf, of bij de rosse Marjan, die ook zoo „anhalerig" Is, deuzen knaap is deur de Berin naar 'nen baas gestuurd, om 'n vak te leeren. Zij laat nou de boodsehappen thuis bezurgen en den kleinen, aanhaligen snoeper, mee zijnen eeuwigen boodsehappenzak, zie 'k nou niemeer rondslenteren, deur 't smerig strotje. Wat veur mij 'nen steen van m"n hart is! Ik was nooit gerust op dieen ,,zwerver". Vrin- tielijk was ie genogt, daar nie van, maar mee al z'n vrindelijkheid: als ik m'n zaken moest doen mee 't Hitje, de Perrepluu, de Berin, Rosse Marjan, de Theemuts, vtouw Polak afijn, laat ik nou nie beginnen mee heel m'n klantenboekske af te schrijven en dan, Vaneigens, mee 'm 'nen rug naar den wagel stond', dian kwam ik oogen te kort. Appeltjes, peeen, eiers, eerebezies in deus tij 't lag allegaar z66 veur 't grijpen. Ennedat Vrindelijke schotffie, Lietje noemden ze 'm daar, vertrouwde-n-ik maar net zoo lank als ik 'm mee m'n eigen oogen kost zien! Want ik heb me nooit wijsgemaakt, amico, dat zoo'n frummes, die ik stond te helpen, mij waar- schouwen zou, als dieen kleinen sloeber 'nen bos peeen van m'nen wagel zou gappen. Per slot is zulk poortjesvolk mee een sop over- goten, naar mijn gedacht. De leste dagen hangt er 'n heimelijke stilte in 't buurtje. De deuren zijn dicht, de ,,tuin- tjjes" ontvolkt. Tuintjesnoujja! Veurl elke villa" daar, ligt 'n paar meter grond, 'n kleinen erf, omrasterd mee vier mooie palen waartusschen wat roestig pinnekesdraad waaraan ge zoo lekker oewen jas kunt scheu- ren, als 't waait. Op 't erfke staat hier en daar 'nen vuilnisbak deur de steeg te stinken, 'nen brandnetel dood te gaan naast 'nen stok- ouwen hond, die daar op den deurdrempel 'tzelfde zit te doen. Niks tiert er, dan alleen ruzie, maar, lijk ik zeg: de leste dagen is 'ter verdacht stil. Hoogstens staan de Rosse Mar jan en de lange Perrepluu bij malkaar over "t pinnekesdraad te vezelen en te konkelfoe- 'zen. En als ik dan aanklop bij vrouw Polak, 'n donker, vettig kadeeke, dat altij staat te krab/ben tot ik eigens jeuk krijg, dan is 't 'n vermaak om te zien, hoe de Rosse en 'de Lange Vriendelijk en 'n bietje heimelijk staan te knikken naar MeVrouw Jeuk, die op haar beurt oh, zoo vriendelijk ,,sjoertjes doet", en knipoogt. Net of ze alle drie iets hebben!", wat de rest in 't strotje nie weten mag, doch alleen maar vermoeden. Afijn, ge verstaat me wel: van die echte wijvenmanie- ren, waarover ik me stillekes staai te bedooien. Omda 'k er alle dagen kom, weet ik wel zoo omtrent teugen wie dat gaat! 'tis teugen 't Hitje.. Die heeft in 'tveurjaar haar huiske „Nou en of", zei de oude Ames, terwijl hij zich in een leunstoel liet neervallen, die kreun- de onder dit blijk van doorslaande sympathie. ,,1'k zal het je onmiiddellijk vertellen, maar i b'iecht me eerst eens op, tegen wien of wat jij daar kushandjes stond te geven aan het raam." Arabella kreeg zoo mogelijk een nog die- 1 per kleur. Toen begon ze zenuwachtig te lachen om haar onrust te verbergen. „Ik had het eigenlijk niet moeten doen", gaf ze toe. ,,Maar hij heeft me niet gezien hoor, pappie. Ik zat hem eigenlijk achter zijn rug nog voor den aap te houden. Ik heb hem alleen maar op kushandjes getracteerd, toen hij me niet meer zag, zooiets van ,,opgeruimd staat netjes"', begrijp je wel?" i ,,Ja, maar hem Wie was het Wie was dat ,,opgeruimd" ,,Och, de jonge Sharpe, die altijd tong komt verkoopen." ,,Tong! Hij loopt wat al te veel met zijn tong te koop... die onbeschaamde rakker. Om zijn oogen te durven verheffen naar het edele aangezicht van mijn dierbare dochter! Zij is niet voor hem. daar kan hij alvast ,,Amen" op zeggen!" ,,Dat heb ik hem ook al gezegd, pappie", zei miss Ames bedeesd. ,,Goed zoo, ik zie dat je voelt, wat voor hooge toekomst er voor jou is weggelegd, of schoon ik niet begrijp, van wie jij die fijnge- Voeligheid kunt hebben. Mlaar het zal in ieder geval de laatste keer geweest zijn, dat je hem de deur hebt moeten wijzen. Vloordat je nog tot drie kunt tellen heb jij het fijnste huwe- lijk gesloten, dat je maar denken kunt." ..Werkelijk zei miss Ames vroolijk. ,,Bent u een of anderen markies of hertog tegen- gekomen pappie Want bij mij is nog nie- mand naar miss Arabella komen vragen." ,,Je behoeft je ouden vader niet uit te lachen, vervelende spotvogel, want het is doodernstig." opgeschilderd en 't erfke proper gemokt. Toen nieuw pinnekesdraad oan 't erf gevlochten en dat wordt heur veul kwalijk genomen, niern^e palen gestagen, royaal in de naaste buren hunnen grond. Man, daar is 'n ruzie over gewist, da 'k nou en dan benauwd was veur m'nen wagel. Gescholden, gescholden! Ze hadden malkaar wel op kunnen vreten van kwajigheid. Veural de Perrepluu en op heuren grond was toch niks gebeurd, ze woont heelgaar in den anderen hoek van de steeg veural de Perrepluu was op 't Hitje ge- beten. Da schijnt 'm weer te zitten in laoh nie, in 't standsverschil! Ja, man, zoo goed als den baron z'n eigen twee peerltjes beter Vindt dan den jonkheer, zoo goed voelt den scherenslieper, mee z'n vakmanschap, zich boven den gebuur te staan, die mee 'nen voddenwagel langs de huizen gaat. Zoo zijn de meeste menschen, van groot tot klein. De Perrepluu woont in den hoek van de steeg. Zoodoende hee zij langs twed kanten Van 'r„villa" wat erf liggen. En daarom is ze ,,deftiger"' dan 't Hitje en kan ize 't aan 'r •tanden nie velen, dat 't Hitje heuren erf ver- grootte mee 'nen spaai-steek! Toen mokte ze 'theelegaar van eiers: ze schafte 'r eigen 'nen nieuw meublement aan, zette 'nen „fetui" in den „tuin"', mee eenen poot op den buur zijnen grand, vroeg de Theemuts van den overkant op visite en zee toen, flink hardop, dat 't in de straat altij zoo onfrisch rook! Waarop de Theemuts beweerde: ,,zeg maar gerust, buur- vrouw, dat 't zoo ongenadig meugelijk stinkt! Wij samen moesten hier eigenlijk heel de straat 'ns keeren!" Vrouw Polak, op haren grond stond den stoeipoot van 't Hitje, had die woorden gehoord! Krabbende liep ze naar de Rosse, die gongen toen samen naar de Perrepluu en van daar stapten ze mee 'r drieen naar de Berin! Woeiend! ,,Nou moest 't uit zijn!'" Maarede Berin gaf nie thuis. Die liet maar kloppen, kloppen. Dee net of ze doof was aan eenen kant. En nou wordt er in 't steegske gesmoest, dat 't Hitje, vroeger water en vuur mee de Berin, hoe is dat mee noste buren? dat 't Hitje achter 't huiske kommekes koffie, koekskes en ibordekes eerebezies over de schutting aanreikt aan de Berin. 't Kan best zoo zijn, want ik heb 't Hitje de leste weken nog al 'ns eerebezies geleverd /En zoo, amico, is er in deus vergiftige, on- frissche strotje, 'n stil gekonkel aan den gank, da' k elken mergen zoo rap meugelijk mee m'nen wagel zie weg te komen, want ik ver- trouw 'tniks. 'tis me te stilEn 'kzie de Perrepluu maar te veul rondneuzelen. Hier vertelt ze iets, daar vertelt ze wat, hier knikt ze, daar wuift ze mee 'n slap handjeneee 'tis er nie kauscher! En wat me 66k nie bevalt, de Theemuts en 't Hitje houwen ramen en deuren stijf toe, zijn kort en afgebeten teugen me, terwijl ze vroeger geren 'ns 'n protje mochten maken, ze klasjeneerden me gaten in m'n sokken zelfs, maar de leste weken Als ze, kort en bits, de groentes hebben aangenomen, dan gaat de deur mee 'nen smak toe, dat de Perrepluu, daar ginder in den hoek heelegaar, 'twel hooren mot! Neee, 't dugt er niks in deus putluchtsteeg. Neee, da's den naam nie, .amico; 'tstrotje hiet officieel: ,,Europasteeg." Maar 'n put- luchtje hangt er toch! Afijn, we kruisen er mee onzen groenten- wagel maar zoo lank meugelijk deur en halen er mee 'n bietje humor en 'n dichtgeknepen neus, ons kostje op. In de hoop, dat 't aan eenen kant nog 'ns wordt deurgebroken, dan krij'gt 't buurtje spuiing, lucht. Dian loopt 't uit op 'tzonnige Vredesplein, er komt wat meer passage, en al die buurtjeswijven heb ben iets anders om naar te kijken, dan naar malkaar. Den stank waait er uit en de koppen worden frisch. Maar eer 't zoowijd is, zal er nog wel 'ns 'nen vieze vuilnisemmer door de locht keilen.Eenen wenschdat ik er dan toe vallig nie onder staai. En nou schei 'k er af, amico. Veul groeten Van Trui, Dre fin, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t.a.v. DRe. Vragen, deze rubriek betreffen.de, kunnen door onze abonne's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Heemraadsingel 111 te Rotterdam. Poetzegel voor antwoord insluiten en blad vermeld.en. EEN WAARSCHUWING IN DEN ZOMER. Nu de warme dagen voor de deur staan is het zaak nog eens te bespreken wat er in den vollen zomer gedaan moet worden op b \t pluimveebedrijf. Vooral echter een waarschuwing die ook geheel in dezen tijd past. Ik ben deze week als deskundige opgeroepen voor een rechts- zaak waar het betrof bedrog in den handel met jonge hennen. Een leverancier had in verschillende bladen geadverteerd, dat hij prachtige, gezonde jonge hennen aan kon bie- den, vrij op zicht, betaling nadat ze gezien ,,Wat is het? Kom op, pappie. D'r moet iets gebeurd zijn, dat heb ik wel in de smiezem Zeg maar ineens, wat het is." En hij vertelde haar alles. ,,Ik heb het dus klaar gespeeld," besloot hij met een triomfantelijk gezicht, nadat hij lang had stil gestaan bij wat hij tegen den squire had gezegd, ,,dat jij binnen veertien dagen voorloopig op ,,De Schuur" gaat wonen.'' ,,Ik?" vroeg Arabella en van verbazing ver- loor ze haar evenwicht, zoodat het piano krukje begon te draaien en miss Ames met haar vollen arm op de toetsen neerkwam. ,,Tijd genoeg zou ik meenen, om je in te spannen, om met al die hooge dames gelijk op te kunnen gaan. Daar! Daar nou, Bella! Wat zeg je nou van je pappie ,,Wat ik ervan zeggen moet? Wel... dat ik niet ga", kwam het vastberaden over de on- geverfde karmijnroode lippen. ,,Ze zullen me er met geen vier paarden heen kunnen sleu- ren! Ik? Daar? Ik op „De Schuur", waar al die nuffen me om het hardst zullen treiteren en achter mijn rug zullen grinniken om mijn burgermanieren O nee, mij tusschen al die ijsco-gezichten en die taai-taai complimenten Geloof het maar niet! Ik ga er niet naar toe, pappie, en daar blijft het bij!" Toen volgde in diezelfde vroolijke kamer een dispu.ut, waarin beiden zich u its'.oof den in kracht van termen en intonatie. Tegelijkertij had een dergelijk onderhoud plaats in mrs. Cattermole's knusse achttiende- eeuwsche boudoir. De argumenten waren minder luid en minder kras maar des te bit- terder. Haar man stond hoog boven haar; zij leunde vermoeid lady Cattermole leunde altijd vermoeid, indien zij haar zin niet kreeg op de sofa. Met haar zachte, azijnzure stem, sprak ze: ,jHet kan nu eenmaal niet, Horace. Zoo iets doet men niet in onze kringen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 5