Een matte of gebruinde feint staat altijd charmant
Burgerlijke Stand
RECHTSZAKEN.
LOOP DER BEVOLKING.
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.,
men bet aanbrengen van dergelijke gaten
overbcdig geoordeeld.
Vergissingen met lanceerbuizen.
Dinsdag is bet verhoor van kolonel Oram
nog voortgezet. De voornaamste ondervrager
was de advocaat van een der civiele partijen,
wien bet er voornamelijk om te doen was van
kolonel Oram de verzekering te krijgen, dat
er een nalatigheid was gepleegd inzake het
toelaten van te veel menscben aan boord bij
de duikproef en inzake het nemen van de noo-
dige voorzorgsmaatregelen om in geval van
een ongeluk spoedig hulp bij de hand te heb-
ben. De advocaat van de vakvereeniging van
het werfpersoneel stelde ook vragen omtrent
het te veel aan menscben aan boord en vroeg
tevens, waarom aan de boei, die men naar de
oppenvlakte had gezonden, geen telefoon was
bevestigd. Hierop wist kolonel Oram natuur-
lijk geen antwoord te geven, waarop de pro-
cureur-generaal zei, dat men voor het vast-
stellen van deze en andere kwesties den direc-
teur van aanbouw en andere deskundigen zou
hooren.
Luitenant Woods, de officier, die als vrij-
williger met kolonel Oram naar boven was
gegaan om hulp te halen, is nog een zeer
jong officier; hij is zeven jaar geleden als
adelborst naar zee gegaan en kwam in 1936
voor het eerst op een duikboot. In October
was hij op de Thetis geplaatst, die toen nog
in aanbouw was. Woods verklaarde, dat de
diverse werktuigen op de duikboot behoorlijk
werkten.
Op de vraag van den procureur-generaal, of
hem toch niet iets had getroffen als onge-
woon, zeide Woods, dat hem getroffen had,
dat het duiken zoo langzaam ging. Hij besloot
daarop na te gaan of inderdaad de lanceer-
buizen 5 en 6 gevuld waren, zooals op de trim-
kaart was aangegeven. Hij opende daartoe
eerst de proefkraan van no. 6 en daarna die
van no. 5. Hij kwam daaribij tot de conclusie,
dat er in no. 6 eenig water was en in no. 5
water beneden de proefkraan. Hij ging daar
op naar de controlekamer en vroeg aan luite
nant Chapman, of de buizen 5 en 6 niet vol
moesten zijn. Chapman zei ja, waarop Woods
hem zijn bevindingen meedeelde.
Luitenant Chapman vroeg toen aan Robin
son, den eersten machinist van de werf, of de
buizen vol waren en kreeg ten antwoord:
neen. Na een bespreking tusschen die twee
ging luitepant Wood weer naar voren om de
zahk nog eens na te gaan en weer bleek hem,
dat no. 6 balf vol was, terwijl er uit ,de proef
kraan van no. 5 geen water kwam. Hij gaf
daarop last te telefoneeren naar de controle
kamer, dat no. 6 half vol was. Ongeveer ter
zelfder tijd ontdekte hij, dat tank A vrijwel
vol was, waaruit hij de conclusie trok, dat de
duikboot vooraan heel licht moest zijn. Hij
ging daarop weer terug naar de controle
kamer en vroeg aan luitenant Chapman, of
het misschien noodig was de torpedobuizen te
vullen om de duikboot te helpen duiken. Het
antwoord luidde: ja. Hierop vroeg hij aan Ro
binson. of de doppen, welke de lanceerbuizen
van buiten afsluiten, mechanisch bewogen
konden worden. Het antwoord was: neen,
waarop luitenant Woods weer zeide, dat hij
ze dan in orde zou brengen. Toen hij weer
vooruit kwam, vertelde een van de mannen
hem, dat de hefboomen voor de afsluiters op
gesloten stonden. Op de vraag, of alles in
orde was, kreeg hij ten antwoord: ja.
Vervolgens besloot Woods alle buizen na te
gaan om te zien, of zij droog stonden, en
daarvan rapport uit te brengen aan den eer
sten officier. Hij ging zelf den stand van de
buitenafsluiters na en bevond, dat die alle-
maal op gesloten stonden. Daarop onderzocht
hij de versdhillende buizen. Tenslotte ook
buis 5.
„lk begon te draaien aan den hefboom, wel
ke de sluiting aan den achterkant van de buis
in beweging brengt. Die werkte stroef, maar
dat vond ik niets ongewoons, omdat hetzelfde
met verschillende andere werktuigen in de
duikboot het geval was, daar alles immers
nieuw was. Toen hij tenslotte den laatsten
slag aan den hefboom had gegeven, begon er
water te druppelen van den bodem van de
buis. Ineens, voor hij er iets aan doen kon,
vloog de deur open en stroomde er een dikke
straal water naar binnen. Op dat oogenblik
was Woods er nog zoo van overtuigd, dat de
buitenpoorten van de bui'zen gesloten waren,
dat hij meende, dat er een breuk moest zijn
in de buis. Had hij dadelijk begrepen, dat de
buitendeur moest openstaan, dan zou het mis
schien nog mogelijk zijn geweest den hefboom
van den afsluiter te bereiken en te trachten
dien dicht te doen. Hij had ook nog nooit
meegemaakt, dat de controlekranen verstopt
zaten of niet goed werkten, zooals hier het
geval moet zijn geweest.
De afdeeling van de lanceerbuizen begon
snel onder te loopen en het kostte den officier
eenige moeite de deur aan bakboord te berei
ken. De matroos Hambrook, die achter hem
aanikwam, was door het water omvergewor-
pen, zoodat de officier hem op de been moest
helpen, waardoor er eenige tijd verloren ging
voordat de waterdichte deur gesloten kon
worden.
Zoodra het water binnenstroomde, riep
Woods aan den onderofficier Mitchell aan de
controlekamer door te geven, dat er geblazen
moest worden. Dit geschiedde telefonisch.
Het sluiten van de waterdichte deur kostte
moeite, omdat deze aan den kant van het
lanceercompartiment was vastgezet. Intus-
schen was de boot over gaan hellen en lukte
het niet meer de deur dicht te krijgen, zoodat
het noodig werd ook de torpedokamer achter
de lanceerkamer te ontruimen.
Woods vertelde verder weer van de pogin-
gen om via de kamer voor het Davistoestel,
welke achter de torpedokamer lag, in een
Davispak in de ondergeloopen compartimen-
ten door te dringen en de lanceerbuizen te
sluiten, waarop dan .de compartimenten van
het water bevrijd hadden kunnen worden De
eerste vrijwilliger was luitenant Chapman,
die echter onwel werd, voordat de Daviskamer
geheel vol was, en het sein gaf, dat men de
kamer weer leeg moest laten loopen. Toen
bood Woods zich zelf aan, maar hij vroeg om
een hulp mee te sturen, waartoe Mitchell
zich aanbood, die als torpedist daarvoor ook
de aamgewezen man was. Ook Mitchell kon
het met uithouden en de onderofficier
Smithers, die zich daarna aanbood, evenmin,
oods bracht op bewogen wijze hulde aan
die beide onderofficieren, die zich tegen het
gevoel van onbehagen hadden trachten te ver-
zetten en dan ook niet eigener beweging wa
ren teruggegaan, doch pas nadat hij Woods
er het sein toe had gegeven. Woods zelf had
zich met ziek gevoeld, maar was toch wel
even gaan liggen, nadat de tweede poaina
mislukt was. s
Vervolgens deelde Woods mee, dat hij zich
had opgegeven, toen er een vrijwilliger ge-
vraagd was voor een gewaagde onderneming.
Pas daarna had hij vernomen, dat het de be-
doelrng was, dat hij met het Davistoestel
tegehjk met kapitein ter zee Oram, naar
boven zou gaan.
Amilda-cr£me, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teinten. Mat of Bruin. Doos 50 en 25 ct.
Zooals men zich uit het verhoor van kolo
nel Oram zal herinneren, was de eerste keer
de Daviskamer niet geheel volgeloopen, waar-
na luitenant Chapman haar weer leeg liet
loopen. Op Woods' vraag wat er gaande was,
antwoordde Chapman, dat hij dacht, dat de
kamer boven het zee-oppervlak uitstak.
Woods geloofde dat niet en er werd een
tweede poging ondemomen, waarbij inder
daad de kamer geheel volliep.
Bij de ondervraging door den advocaat van
een der civiele partijen zei luitenant Woods
nog, dat hij niet geloofde, dat de kans op
ontsnapping voor alien op dat oogenblik nog
bestaan had. Het kostte geoefenden mannen
al moeite om him gedachten te concentreeren
op het uitvoeren van de voorschriften voor
de behandeling van het Davistoestel en de on-
geoefende burgers waren vermoedelijk niet
meer in staat geweest om zich daarvan te
bedienen. Ook van de marinemenschen waren
er misschien enkelen al te ver weg geweest
om nog een poging te wagen.
Aan de uitvoerige verslagen nopens de zit-
ting van het hof van onderzoek inzake het
vergaan van de Thetis" van Woensdag is
door de N. R. Crt. nog ontleend, dat luitenant
Woods erkende, geen gebruik te hebben ge-
maakt van de pin, .welke aan de aftapkraan,
de z.ig. proefkraan van lanceerbuis 6 was be
vestigd, om de kraan door te steken, voor
het geval deze verstopt was. Hij had dezen
doorsteker niet opgemerkt en wist niet, dat
deze bestond. Ook de drie andere mogelijke
middelen om na te gaan, of de buis leeg of
vol was, had hij nagelaten, daar hij er ten-
geVolge van de verklaring van Robinson, den
chef-machinist van de werf, en het niet komien
van water uit de proefkraan, van overtuigd
was, dat de buis leeg of althans grootendeels
leeg zou zijn. Als hij vermoed had, dat de
boegdop open had gestaan, zou hij er niet
over gedadht hebben de achtenklep van de
buis te openen. Hij zou het ook niet gedaan
hebben, als hij vermoed had, dat de buis vol
of half vol water was, omdat er dan zooveel
water in de .boot was gekomen. Luitenant
Woods had echter gedacht, dat er slechts een
klein beetje water in de buis zou zijn en wilde
de buis van achteren openmaken om te zien,
of de boegdop soms lekte, zooals wel eens op
andere duiikbooten was voorgekomen.
Op de vraag van een verdediger van een
der civiele partijen zeide Woods, dat het niet
bij hem was opgekomen, dat de kraan ver
stopt had kunnen zitten. Hij' had het vanzelf-
sprekend geacht, dat het personeel van de
werf tevoren had nagegaan, dat dit soort din-
gen in orde was. De advocaat vroeg Woods
ook, of hij er zeker van was, dat hij naar
voren was gegaan om zich zelf te overtuigen,
dat de indicateurs voor de boegdoppen alle op
gesloten stonden. Het antwoord luidde ja,
waarop de adV'ocaat zei: „De zaak kan van
belang zijn en daarom wilde ik uw geheugen
op de proef stelien." Dit wekte even de ver-
ontwaardiging van luitenant Woods, die met
luide en krachtige stem zeide: „Ik leg deze
verklaring af onder eede."
Aan het verhoor van den stoker Arnold zij
nog ontleend, dat de vier mannen, die omge-
komen zijn in de Daviskamer, daar circa vijf-
tien of twintig minuten vertoefd hebben. Toen
er al dien tijd niets gebeurd was, blies men
de kamer weer leeg en bevond men, dat drie
van de mannen dood waren. De mondstuk-
ken waren van de DaVistoestellen, die zij droe-
gen, afgescheurd. De vierde man, wiens
Davistoestel nog in orde was, leefde nog, doch
gaf spoedig den geest. Dat er vier mannen
tegelijk in de kamer waren gegaan, was ge-
schied op aandrang van jien eersten officier.
Toen bleek, dat vier man onder de gegeven
omstandigheden te veel was volgens Ar
nold zou onder normale omstandigheden de
ruimte voor vier man voldoende zijn geweest,
- besloot men weer twee mannen te laten
gaan. Aan de beurt waren Arnold en Shaw,
een van de mannen van de werf. Shaw had
nimmer proeven met het Davistoestel meege
maakt. Hij bleek te dik om de riemen zooals
het behoort dulbbel vast te maJken, waarop
Arnold ze op zijn rug samenbond. Arnold gaf
hem verder den raad gewoon te ademen en
zijn uitlaatkraan open te zetten, zoodra hij de
kamer verliet. Daarna liet hij de kamer vol-
loopen. Hierop duwde Shaw het luik open
en Arnold zag hem opst-ijgen, waarop hij zelf
ook de kamer verliet. Hij werd vastgehou-
den door een paar haken, toen hij het luik
uit wilde gaan, doch wist zichzelf vrij te trap-
pen. Ook raakte hij een paar draden, dit al
les tengevolge van den schuinen stand van
het wrak. In normale omstandigheden val-
len de haken terug in de voor hen bestemde
opening en is men bij het verlaten van de
kamer vrij van de draden.
Arnold heeft ook nog meegedeeld, dat hij,
toen de duikboot in nood was komen te ver-
keeren, verscheidene rookboeien heeft laten
opstijgen. Inzake de rookontwikkeling voor
zijn ontsnapping deelde Arnold mee, dat hij
zich op dat oogenblik in de stuurafdeeling had
bevonden. Men liet de Daviskamer leegloo-
pen, nadat Oram en Woods naar boven Waren
gegaan, en het water liep de machinekamer
m over den drempel van de waterdichte deur.
Er ontstond toen een dikke rookwolk en men
haastte zich de deur te sluiten, omdat anders
het water bij de batterijen zou zijn gekomen
en er chlorinegas zou zijn gevormd, wat de
opvarenden zou helbben vergiftigd. Toen de
rookwolk door de boot trok, werd het ademen
nog moeilijker dan het was en verscheidene
opvarenden Zetten hun gasmas'kers op of hun
Davistoestel.
Ook Arnold kon natuurlijk niet zeggen, wat
er gebeurd was, nadat hij de boot verlaten
had, en hoe het kwam, dat er niet meer men-
schen met het Davistoestel waren gered. Wel
waren, toen hij wegging, verscheidene op
varenden er heel slecht aan toe, doch er
waren toch ook nog vele anderen, die heel
goed zijn voorbeeld hadden kunnen volgen
Donderdag zou de heer Shaw, de vierde en
laatste overlevende van de ramp, een verkla
ring afleggen.
Onder de belangstellenden, die de zitting
van Woensdag bijwoonden, bevond zich de
weduwe Allen, de jonge vrouw van een der
opvarenden. Zij had haar kindje van zestien
maanden te Cardiff in de zorg van haar zus-
ter achtergelaten en had gezegd, dat zij bood-
schappen ging doen. Zij was echter naar Lon-
den gegaan. omdat zij het in Cardiff niet
langer uit kon houden en omdat zij gaarne
het onderzoek wilde bijwonen. Toen men haar
den raad gaf 's middags niet meer op de zit
ting terug te komen, zei zij: „Als ik het over-
lijden kan dragen van den besten man. die er
ooit op aarde geweest is, kan ik dit ook dra-
gen; Ik hoop in staat te zijn elken dag de
zitting bij te wan-en am te weten te komen,
waarafn af (hij ap die manier heeft maeten
omkomen."
CEESJE DE RUIJTER MAG
BILJARTEN.
De kantonrechter te Alphen a. d. Rijn heeft
schriftelijk vonnis gewezen in de strafzaak
tegen mevrouw van Giessen, exploitante van
hotel ,,De Vergulde Wagen" te Alphen aan
den Rijn, die was verbaliseerd wegens het voor
publiek laten optreden van den 14jarige bil-
jiartspeler Ceesje de Ruijter, hetwelk volgens
de tenlaste legging een overtreding van de
Arlbeidswet 1919 was. De kantonrechter heeft
verdachte vrijgesproken en motiveerde zijn
uitspraak op de volgende rechtsoverwegingen
Dat meer in het bijzonder niet is bewezen,
dat de bij dagvaarding genoemde werkzaam
J heden van C. G. H. de Ruijter waren aan te
merken als ,,arbeid" in den zin der Arbeids-
wet 1919. Art. 1 van die wet bepaalt, dat deze
j wet onder arbeid verstaat alle werkzaam-
heden in een onderneming en zooals reeds de
beteekenis van deze woorden in het gewone
spraakgebruik medebrengt en ook uit de ge-
schiedenis van gemeld artikel 1 blijkt, met
werkzaamheden in een onderneming worden
bedoeld werkzaamheden ten behoeVe van een
onderneiming verricht door hem die hetzij als
patroon, hetzij als arbeider, tot die onderne
ming in betrekking staan. Dat nu uit het in
deze opgemaakt proces-verbaal van den con-
troleur van den Arbeid A. Knetsch en de door
den geunachtigde van verdachte ter terecht-
zitting gedane opgaven wel is gebleken, dat
het biljartspel werd gespeeld ten behoeve van
verdachtes onderneming, echter niet, dat
meergenoemde de Ruijter tijdens dat spel als
arbeider tot die onderneming in betrekking
stand, immers niet alleen is niet gebleken van
een tusschen hem en verdachte bestaande
dienstlbetrekking, als bedoeld in art. 1637 a.
B.W., of van eenige andere betrekking tot
haar onderneming, maar ook het biljartspel
als zoodanig niet valt onder werkzaamheden,
welke worden verricht in een koffiehuis, in
den zin der Arbeidswet 1919, bepalende art.
5 dier wet, dat deze wet onder „koffiehuizen'
verstaat alle open of besloten ruimten, waar
spijzen of dranken uitsluitend of in hoofd-
zaak voor gebruik ter plaatse plegen verkocht
of in verband daarmede bereid te worden.
De ambtenaar van het O.M. had een geld-
boete van f 1 subs. 1 dag gevorderd.
IN BESCHONKEN TOESTAND VIER
MENiSOHEN DOODGEREDEN.
Hoewel er in de laatste weken tal van
ernstige verkeersongelukken zijn geschied,
waarbij vele dooden zijn gevallen behoort het
verkeersdrama te Lonneker, waarbij onlangs
vier slachtoffers waren te betreuren, wel tot
de ergste categorie, vooral omdat hier eigen-
lijk minder van ongeluk dan van autobandi-
tfsme moet worden .gesproken. De chauffeur
n.l. die de vier menschenlevens vemietigde,
de 36-jarige C. Sm. te Enschede, was op
Hemelsvaartsdag j.l. den g'eheelen dag uit ge
weest en hij had daarbij vele glazen bier en
anderen alcoholhoudenden drank gebruikt,
waama hij met een geleende auto van iemand
uit Winterswijk „plezierritjes" ging maken.
Hoewel hij in Oldenzaal nog gewaarschuwd
was niet meer te rijden, nam hij toch achter
het stuur plaats en in ragende snelheid ging
het naar Enschede. Onderweg, in het voor-
malige dorp Lonneker, heeft hij twee meisjes
aangereden, de 12-jaritge A. Smink en de 14-
jarige Qhr. Smit, benevens het drie maanden
oude broertje van de laatste, dat in een kin-
derwagen zat. lets later werd de 32-jarige
A. Moddejonge (die met vrouw en kind een
fietstochtje maakte) geraakt. Alle vier kwa-
men om het leven.
Dinsdag reeds moest Sm. zich wegens het
veroorzaken van dood door schuld verant-
woorden voor de Almelosche rechtbank, waar
bij uiteraard een verzwarende omstandigheid
was, dat hij zooveel drank tot zich had ge-
nomen terwijl er tevens in de dagvaarding aan
werd herinnerd, dat hij ruim een jaar geleden
veroordeeld werd wegens een overtreding van
het motor- en rijwielreglement.
Verdachte was verschenen en werd ver-
hoord door den president, Mr. A. C. Leendertz,
die den Hemelvaartsdag den zwarten dag in
het leven van den chauffeur noemde. Hij was
ondanks het feit, dat hij zijn vrouw beloofd
had in den middag thuis te komen, den ge-
heelen dag in cafe's geweest.
Verdachte zeide, dat hij meegetroond was
door een kennis van hem, den slagers-
knecht W.
President: ,,Maar U bent, toch geen kind.
U bent toch vrijwillig meegegaan.''
De president ging dan den gang van zaken
met verdachte na, doch deze wist zich zoo
goed als niets van het ongeluk te herinneren.
Hij had verscheidene cafd's bezocht en op den
terugweg van Oldenzaal naar Enschede was
het zoo wazig om hem heen geweest, dat zijn
herinnering hem volkomen in den steek liet.
Mr. Leendertz wees den verdachte er op, dat
hij onverantwoordelijk had gehandeld. Ook
vond hij het niet in de haak, dat de ver
dachte nog eenmaal na het ongeluk achter
het stuur had gezeten. Deze leemte in de
wet zal echter spoedig aangevuld worden.
De officier van justitie, mr. S. J. v. d.
Hoeven, hield zijn requisitoir, waarin hij fel
te keer ging tegen het gebruik van alcohol
door automobilisteh. Een gelukkig gevolg
van dit drama is in elk geval, dat Nederland
wakker is geschud. Een absoluut alcohol-
verbod voor automobilisten is het eenige mid-
del om ontzaggelijk veel leed te besparen.
„Mijn geduld is uit"' aldus spr. ,,met deze
categorie personen, die ik niet aarzel auto-
bandieten te noemen". Spr. zal in het ver-
volg de hoogst mogelijke straf eiscben tegen
chauffeurs, die onder invloed van drank heb
ben verkeerd, om hen zoo lang mogelijk uit de
maatschappij te verwijderen.
In dit geval eischte hij den jaar gevange-
nisstraf en twee jaar ontzegging der bevoegd-
heid om motorrrjtuigen te besturen.
De verdachte, die geen verdediger had, had
hierop niets te zeggen.
Uitspraak 18 Juli.
Petrus Cornelius Werkers, oud 26 j., jm. en
Mathilda Maria Louisa Bogaert, oud 27 j., jd.
Geboorten. 4 Juni. Richard Aloijsius Flo-
rent, z. van Robrecht van der Kelen en van
Regina Alma van Gijsel. 13 Juni. Ronald
Franciscus Maria, z. van Augustinus Jacobus
Cammaert en van Hortensia Maria de Vilder.
15 Juni. Guido Joseph, z. van Petrus Augus
tinus Nachtegael en van Julia Maria de Beijn.
19 Juni. Josefien Louise, d. van Alfons de
Backer en van Anna Verstraeten.
Overlijden. 2 Juni. Maria Ludovica Gee-
raerts, oud 80 j., d. van Gerardus en van
Amelia Goole. 7 Juni. Antoinetta Josephina
Maria de Vries, oud 69 j., echtg. van Johan
nes Wilheknus Vienings. 17 Juni. Gerardina
Amelia de Koning, oud 63 j., wed. van Joan
nes Seraphinus Maes.
SAS VAN GENT.
Geboorten. 28 Juni. Roger Cyrillus Joseph,
z. van Camillus Petrus Buijsse en van Emma
Rosalia Maas. 30 Juni. Marijke, d. van Petrus
Antonius Theodorus Doesburg en van Laura
Oole.
Overlijden. 30 Juni. Gerardus Johannes
Franciscus Kalfsvel, oud 70 j., echtg. van
Louisa Maria Dominica Renique.
SAS VAN GENT.
In de week van 25 Juni1 Juli hebben zich
in deze gemeente gevestigd:
C. F. Raes en gezin, smid, van Zuidzande.
E. Ph. van Hamme, zonder, van Assenede.
Vertrokken:
I. M. J. R. O. Brion, zonder, naar Roosen-
daal c.a.
P. H. Aamoudse en gezin, schipper, naar
Rotterdam.
Vergadering van Dinsdag 20 Juni 1939,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, P J
van Bendegem, A. Th. 't Gilde, C. Th. van de
Bilt, B. Seghers, A. van 't Hoff, A. P. Essel-
brugge, P. Dieleman, A. P. de Ruijter, J.
Fanoy, C. Hamelink, C. van Bendegem, P. de
Jonge en de Secretaris J. L. J. Maris.
(3. ;SIot.)
9. V aststelling kohier hondenbelasting,
dienst 1939.
Burgemeester en Wethouders stelien voor,
vast te stelien het kohier hondenbelasting,
dienst 1939 op een eindcijfer van 593,50.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
CLINGE.
Huwelijks-aangiften. 1 Juni. Oswald
Petrus Cornelius Werkers (van Kieldrecht),
oud 26 j., jm. en Mathilde Maria Louisa
Bogaert, oud 27 j., jd. 22 Juni. Leonardus
de Theije, oud 33 j., weduwn. en Maria Del-
phina de Bruijne, oud 25 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 9 Juni. Arthur
van Tienen, oud 21 j., jm. en Maria Justina
Annaert, oud 20 j., jd. 16 Juni. Charles
Hendrikus Albertus Rottier (van St. Jan-
steen), oud 28 j., jm. en Angelle Maria Ver
straeten, oud 22 j., jd. 26 Juni. Oswald
10. Wijziging begrooting dienst 1938.
Burgemeester en Wethouders stelien voor
a. de begrooting voor den dienst 1938 te wij-
zigen als volgt:
Onder de inkomsten te wijzigen de posten:
Te veel ontvangen salaris door den ambte
naar van den Burgerlijken Stand 40, ont-
vangst van te weinig gestorte pensioens-
bijdragen f 5, terugontvangst van de slagers
voor het ophalen van slachtafval door de
Gekro 30, bijdrage van het Rijk kraehtens
art. 65 3e lid der Womngwet 628, terug
ontvangst van te veel uitbetaalde jaarwed-
den der onderwijzers 1, ontvangst wegens
te weinig verhaalde pensioenbijdragen der
onderwijzers f 1, inkomsten in verband met
de beschikbaarsteiling van levensmiddelen
160, uitkeering uit het werklootheidssub-
sidiefonds wegens gewone bijdrage in de kos-
ten van steunverleening en werkversehaffing
aan werkloozen enz. 90, uitkeering van het
bedrijf wegens e. batig saldo en f. kosten
van verzekering, pensionneering enz. f 1422,02.
Onder de uitgaven te wijzigen de posten:
Achterstallige uitgaven van vorige dienst
f 30, presentiegeTden leden van den raad 70,
jaarwedden ambtenaren en bedienden ter
gemeente-secretarie f 75, schrijf- en bureau-
behoeften 101, druk- en bindwerk 5, abon-
nement Staatsblad, Provinciale bladen enz.
f 40, plaatsen van advertentien f 30, bezoldi-
ging der ambtenaren van den Burgerlijken
Stand 15, bevolkingsregister en huisnumme-
ring f 20, bijdragen inkoop pensioen f 85, pre
mie voor verzekering tegen inbraak, diefstal
17,50, premie van de Fraude-Onderlinge
Risicoverzekering /42, kosten van officieele
ontvangsten 47,50, kosten van officieel raads-
verslag 127,50, kosten van vergaderingen
enz. 26, uitkeering van te veel betaalde pen-
sioensbijdrage aan ambtenaren van den Bur
gerlijken Stand 5, reisgeld aan passanten
en overige uitgaven van politie 1, onderhoud
van brandbluschmiddelen /35, onderhoud van
lantaarns en verder verlichting /228, kosten
van de schietbaan 112, kosten van den
luchtbeschermingsdienst /80, kosten van
destructor van vee en vleesch /35, schrijf- en
bureaubehoeften, drukwerken 5, onderhoud
van huizen, torens, enz. /II, onderhoud van
straten en pleinen 70, onderhoud van wegen
en voetpaden /40, kosten van algemeene be-
graafplaats 20, kosten van de gemeente-
reiniging 140, kosten ter zake van verzeke
ring, pensionneering van ambtenaren 95,
rente van geldleeningen /40, aflossingenvan
geldleeningen 1000, kosten van onderhoud
van administratie van bezittingen niet van
den publieken dienst etc. /95, teruggaaf van
huur of pacht gemeente-eigendommen 65,
aanschaffen en onderhouden van schoolboe-
ken, leermiddelen en schoolbehoeften 13,
verlichting, verwarming en schoonhouden
schoolgebouwen 65, drinkwater voor school-
gebouwen 7, uitgaaf wegens over een vorigen
dienst te weinig betaalde jaarwedden der
onderwijzers 3, kosten terzake van verzeke
ring, pensionneering ambtenaren 112, resti-
tutie van teveel verhaalde pensioensbijdragen
3, bijdrage aan andere gemeenten inzake
openbaar uitgebreid lager ond'erwijs 207,
uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86
Lager Onderwijswet 15, uitkeering aan ge
meenten ingevolge art. 104 le lid 175, uit
keering aan gemeenten in de aan schoolbestu-
ren te betalen vergoeding bedoeld in artikel
205 Lager Onderwijswet /200, subsidiair aan
of ten beboeve van bijzondere bewaarscholen
f 65, tegemoetkoming of vergoeding art. 13
Lager Onderwijswet 195, bijdrage in de
kosten van scholen voor lager nijverheids-
onderwijs 400, onderhoud van muziekten-
ten 5, subsidie aan bet Burgerlijk Armbe-
stuur f 989,39, uitgaven in verband met de
beschikbaarsteiling van goedkoope levens
middelen 175, steun aan werkloozen 270,
kosten terzake van verzekering, pensionnee
ring enz. van ambtenaren 20, steunverlee-
ning aan kleine boeren 15, steunverleening
aan kleine tuinders 45, subsidie aan werk-
loozenkassen /400, kosten terzake van ver
zekering, pensionneering enz. van ambtenaren
30, bureaubehoeften arbeidsbemiddeling 30,
kosten van te'lefoon en -gesprekken f 30, kos
ten van toezicht op invordering 10, terug
gaaf van belasting 20, kosten terzake van
verzekering, pensionneering enz. van ambte
naren 10, restitutie aan het Rijk van teveel
genoten hoofdsom en opcenten op directe be
lasting, teveel genoten opcenten gemeente-
fondsbelasting 1937/1938 115, kosten terzake
van verzekering, pensionneering enz. van
ambtenaren 10, uitkeering aan het bedrijf
1412,02, onvoorziene uitgaven 2793,89.
Kapitaaldienst.
Onder de inkomsten te wijzigen de posten:
Geldleening overgebracht van Hoofdstuk
XVI 9950, gestorte bedragen voor schenkin-
gen ten beboeve van den bouw nieuw raadihuis
f 960, terugstorting van een termijn door aan-
nemer 3000, opbrengst verkoop materialen
oud raadhuis 291,40, uitkeering van het be
drijf wegens andere grondslagen 123, geld
leening 50.
Onder de uitgaven te wijzigen de posten:
Bouw van een raadhuis 14.201,40, uit
keering aan het bedrijf wegens nadeelig saldo
123, kosten van het sluiten, vervroegd af-
lossen en conversie van geldleeningen f 50.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
b. tot wijziging der begrooting van bet
Vleeschkeuringsbedrijf wordt met algemeene
stemmen besloten als door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld.
c. tot wijziging der begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur wordt met algemeene
stemmen besloten als door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld.
11. Vaststelling staat van oninbare posten.
Burgemeester en Wethouders stelien voor,
vast te stelien den staat van oninbare posten
en vervolgingskosten schoolgeld dienst 1938/39
vast te stelien op een bedrag van /4,25, en
dien van hondenbelasting en vervolgingskosten
dienst 1938 op een bedrag van 8,25.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
12. Omvraag.
a. De heer DE RUUTER zou willen vra
gen aan het college of het waar is, dat in den
loop van het jaar een vergadering is gehou-
den met den vlasconsulent, den heer De Jonge
uit Groningen, waar besproken zouden zijn de
stappen, die ondemomen moeten worden, om
voor 1939/40 te komen tot een vlascursus,
zooals die te Biervliet en in meerdere plaat
sen gehouden worden. Zoo ja, zijn Burge
meester en Wethouders bereid in die richting
stappen te doen om te komen tot een vlas
cursus
De VOORZITTER antwoordt, dat inderdaad
een vergadering is gehouden met den heer
De Jonge uit Groningen. Burgemeester en
Wethouders hebben zicb in verbinding gesteld
met den vlasconsulent en verzocht hem uit-
voerig in te lichten op welke wijze en onder
welke voorwaarden deze tot stand kan komen.
Deze zaak is nog in studie en Burgemeester
en Wethouders hopen te zijner tijd met voor-
stellen te kunnen komen.
b. De heer DE RUIJTER merkt op, dat
er langs het gemeentehuis een mooie ver-
betering van de straat tot stand is gekomen.
De inrijweg naar den tuin is echter alles-
behalve mooi. Spreker meent, dat het toch
wel noodig zal zijn, dat deze behoorlijk afge-
rasterd en in orde gemaakt wordt.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze aan-
gelegenheid zal bekeken en in orde gebracht
worden.
c. De heer ESSELBRUGGE vraagt Bur
gemeester en Wethouders of de mogelijkheid
bestaat een andere regeling te treffen voor den
toegang tot de begraafplaats. Indien deze
vroeger gesloten was kon men den sleutel bij
Freekenhorst gaan halen. Nu moet deze bij
Sorber gehaald worden. Indien men met een
Axelaar te maken heeft, is dit niet nog te
doen, doch vooral voor vreemdelingen is het
las tig. De meeste menschen weten echter
niet waar zij den sleutel moeten halen. Spre
ker heeft er reeds enkele klachten over ver
nomen. Hij vraagt of niet een of andere rege
ling te treffen, dat de sleutel in de toekomst
bij Freekenhorst berust.
De VOORZITTER antwoordt, dat in een
der laatste vergaderingen van Burgemeester
en Wethouders deze aangelegenheid bespro
ken is en toen is besloten den sleutel bij
Freekenhorst te doen berusten. Deze is er
thans reeds.
De heer DE RUIJTER meent, dat het aan-
beveling zal verdienen een bordje te plaatsen
met het adres waar men den sleutel halen kan.
De VOORlZITTER antwoordt, dat dit wel
een goed idee is. Hij zal hieraan aandacht
schenken.
De heer DE RUIJTER deelt mede, dat men
dat in meerdere gemeenten ziet.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat er
vroeger ook een bordje was.
d. De beer DIELEMAN heeft een kleine
vraag. Hij zou willen weten waar de rooilijn
ligt van het magazijn van De Bruijne op het
Bylocqueplein. De schuur staat daar 1 meter
vo6r het huis. Op die manier krijgt men geen
netten toestand.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders daarover in een vol
gende vergadering uitvoerig inlichtingen zul-
len geven.
e. De heer C. VAN BENDEGEM heeft
een heel waschlijstje met vragen. 11 Juni 1.1.
maakte spreker tijdens een r'egenbui een wan-
deling door het nieuwe gedeelte. Hij werd
toen op straat verrast door een groote regen-
bui en bleek het hem dat de riolen verstopt
zaten. Spreker meent dat zulks voorkomen
kan worden door deze riolen tijdens een droge
periode schoon te maken.
De VOORZITTER vraagt, waar het was
dat de heer Van Bendegem dit ondervond.
De heer C. VAN BENDEGEM antwoordt,
dat dit was in de Prins Hendrikstraat, op
den hoek van de Prins Mauritsstraat. Het
riool was verstopt en stond er steeds maar
te borrelen.
f. De heer C. VAN BENDEGEM heeft
een vraag met betrekking tot de verpachting
van tuingronden. Bij de begrooting is een en
ander medegedeeld, doch spreker heeft het
vergeten. Hij meent, dat de tuingronden als
regel z6o verpacht worden, dat als voorwaar-
de gesteld wordt, dat deze bij bebouwing ont-
eigend worden.
Een dergelijk geval heeft zich thans ook
voorgedaan. Er zijn meerdere perceelen ont-
eigend, o.a. ook een perceeltje van Karel
Scheele. Dit hleek later niet noodig te zijn
en ten onrechte uit de huur te zijn genomen.
Nu is het, naar sprekers meening, de juiste
manier, dat als een perceeltje ontijdig uit de
huur genomen wordt, en het blijkt niet noo
dig te zijn, dat dan de oorspronkelijke pacb-
ter ook weer de gelegenheid krijgt pachter
van dit perceeltje te worden.
g. De heer C. VAN BENDEGEM heeft een
vraag omtrent den toestand van de sloot in
den Noordpolder, langs ,,Boutje Sputten".
Het is daar geen al te pleizierigen toestand,
voor iemand die eenigszins gesteld is op
hygiene. Worden er reeds onderhandelingen
over gevoerd, en zoo niet, kunnen deze dan
gevoerd worden om aldaar een verbetering in
den toestand te krijgen?