WIE PRIJS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEN'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79
Buitenland
EEN FIER ANTWOORD VAN EEN
FRANSOHEN AAN EEN JAFANSCHEN
ADMIRAAL.
EEN OPROEP AAN HET DUITSCHE VOLK
UITGEWERKT DOOR DEN BRITSCHEN
LABOURRAAD.
VON NEURATH ZET EEN AANTAL
GEMEENTEBESTUREN AF.
De plaatselijke commissies van samenwer-
king brachten ten behoeve van dezelfde ge-
vallen bijeen 31.300,80, zoodat in die maand
aan aanvragers, verdeeld over 114 gemeenten,
een bedrag van 47.117,80 kon worden uit-
gekeerd.
Hat gironuimmer van bet Nationaal Fonds
voor Bijzondere Nooden te 's-Gravenhage is
2727127.
DE VERBRUIKSCOoPEItATIES IN 1938.
Blijkens de door het Centraal Bureau voor
de statistiek samengestelde statistiek van
omizet en ledentallen der verbruiksoooperaties
(zonder branldstoffencodperaties), is de dating
in het ledental, welke sinds 1936 viel waar te
nemen, in 1938 tot s'taan gekomen; zelfs is
er een geringe stijging met 1442 leden, zij het
dat deize stijging ten achter is geb'leven bij het
bevolikingsaccres. Op 1 Januari 1939 bedroeg
het ledental 298.887 teigen 297.445 op 1 Jan.
1938 of, in procenten der bevolking, resp. 3.42
en 3.44.
De amizet in 1938 (resp. boekjaar 1937/38
was, naar die waarde gereikend, in totaal ruim
en 'bedroeg /68.2 millioen. Ongeveer de helft
van dit bedrag heeft betrekking op kruide-
nierswaren en aanverwante artikelen.
DE SPOORWEGEN IN 1938.
Blijikens het jaarverslag van de N.V. Ne-
Iderlandsche Spoorwegen hefalben de Neder-
landsehe Spoorwegen in 1938 een verlies ge-
leden van f 23.3 millioen. De totale ontvang-
sten uit het vervoer daalden met ruim een
millioen gulden van f 100.4 millioen tot f 99.3
millioen. De opbrengst uit het personenver-
voer vertoonde een geringe stijging, n.l. van
55.2 millioen in 1937 tot f 55.5 millioen in
1938; die van het goederenvervoer daalde
van /40.3 millioen in 1937 tot f 38.6 millioen.
Het totaal aantal afgelegde kan steeg van
52.37 mill, tot 54.84 millioen, dat is derhalve
aanzienlijk meer dan de stijging der inkomsten
uit het reizigersbedrijf, terwijl alle andere in
komsten daalden. De omvang van het goede-
renvervoer daalde in het binnenlandsche ver-
keer met 10 pet. In het buitenlandsche en
transietverkeer met ruim 8 pet.
Wat de explloitatie'kosten betreft, zijn de
personeelsuitgaven met ruim /2 millioen ge-
daald. Zij bedragen thans 72.3 pet. der totale
exploitatiekosten. De kosten voor onderhoud
van rollend materieel, brandstoffen en elec-
trischen stroiom stegen tezamen met 2.7 mil
lioen. Het exploitatiesaldo bedroeg /12.4 mil
lioen, waartegen de noodzakelijke afschrijvin-
gen /20.5 millioen eisdhen, welke dus voor
60.5 pet. gedekt kunnen worden uit de ex-
ploitatie-inkomsten. In verlband met de reor-
ganisatie daalde het debetsaldo van de intrest-
rekening van f 20.9 millioen tot 15.2 mil
lioen, hetwelk tezamen met het niet gedekte
bedrag d'er afschrijvingen het eerder vermelde
verliessaldo brengt.
DE BEVOLKING VAN DE
WIERINGERMEER.
De Stidhting voor het bevolkingsonderzoek
in de drooggelegde Zuiderzeepolders heeft
zioh bezig gehouden met de samenstelling van
de bevolking in den Wieringermeerpolder. Mr.
dr. J. H. van Zanten wijdde er een geschrift
aan, dat dezer dagen bij de Alphensche uit-
geverij Samson het licht heeft gezien.
Aan deze publicatie is het volgende ont-
leend:
De statistieken zijn opgemaakt aan de hand
van de gegevens per 1 Januari '38. Er zal dus
sindsdien wel wat veranderd zijn, maar over
't algemeen kunnen wij ons reeds uit deze ge
gevens een goed beeld vormen van de nieuwe
Wieringermeerbevo Iking.
In den heelen polder wonen 3% duizend
menschen. Zij behooren bij een der drie ge
meenten Middenmeer, Slootdorp of Wierin-
gerwerf, dorpen, zooals men ze moet noemen,
met resp. 1400, 1300 en 700 inwoners. Dat
Wieringerwerf ver in de minderheid is komt
hierdoor, dat dit deel van den polder het
laatst in pacht is uitgegeven. Hier moeten de
meeste boerderijen nog gesticht worden en de
bevolking Van deze gemeente zal dan ook in
de komende jaren nag aanzienlijk stijgen.
Uit alle elf provincies van ons land hebben
zich hier gezinnen gevestigd. Het is een gese-
lecteerde bevolking, want de overheid heeft
er wel degelijk op gelet, welke gezinnen in het
nieuwe land neerstreken. Alleen ongehuwde
landarbeiders, die bij anderen inwonen, zijn
niet door de direotie van den polder uitge-
kozen.
De meeste gezinnen zijn uit Noord-Holland
gekomen, wat blijkt uit den volgenden staat:
percentsgewijze
gezinnen vrijgez.
Zuid-Holland 4% 4
Noord-Holland 39 24
Noord-Brabant 9 8
Geliderland 4 7%
Limburg 0 1
Gverijsel 2 1
Utredht 2
Friesland 15 25
Groningen 12 10
Zeeland 11 13%
Drente 3 4
De belangstelling van Limburg voor de
nieuwe grondem was dus uitermate gering.
Qpmerkelijk is, dat Friesland en Noord-Hol
land, de provincies die het dichtsbij zijn,
samen de helft van alle vrijgezellen leverden.
De Noord-Hollanders vormen de meerderheid
in Middenmeer, de meeste Friezen zijn naar
Slootldorp getrokken, terwijl de Zeeuwen weer
een voorkeur aan Wieringerwerf gaven. Ove-
rigens is het op zichzelf al een belangwek-
kende proefneming, om menschen uit alle
deelen van het land, in een polder samen te
brengen. Men zou de Wieringermeer met
goed recht een ,,proefpolder" voor de bevol
king kunnen noeanen.
Er is ook een groote verscheidenheid in
godsdienst bij de nieuwe bewoners. Het
meerendeel is protestant en wel 65 pet., tegen
23 pet. roomsch-katholiek en 12 pet. die niet
bij een kerk zijn aangeslotan. Deze cijfers
vormen geen juiste afspiegeling van de ver-
houding voor het geheele rijk. Daarvan zijn
de cijfers: protestant 45% pet., roomsch-
katholiek 36 pet. en 14% pet. voor de niet-
aangeslotenen
De meeste roomsch-katholieken wonen in
Middenmeer, Slootdorp is bijna geheel protes
tant, terwijl Wieringerwerf een protestant-
sche meerderheid heeft. Ook in Middenmeer
zijn er acht protestanlen tegen drie roomsch-
katholieken. Men kan dus wel zeggen, dat
de nieuwe gronden goeddeels protestant zijn.
De meeste polderbewoners zijn betrokken
bij den landbouw em wel een verhouding tot
de nijverheidsklasse van 14 3. Van de vrije
beroepen zijn er 2 geneesheeren, 2 veeartsen,
5 technisehe ambtenaren, 3 landbouwinge-
nieurs, een makelaar, een architect en een
verslaggever.
Wieringermeer heeft geen kapper en geen
fietsenmaker, Middenmeer geen schoerumaker
en Slootdorp geen kruidenier. Verder is er
maar een groenteboer in den polder en die
woont im Middenmeer. Bij de vrouwelijke be
roepen moeten 4 onderwij ze res sen genoemd
worden, 1 kinderjuffrouw, een winkelierster
en 50 dienstboden.
Een bedenkelijk verschijnsel is het teveel
aan mannen in den polder of liever het tekort
aan vrouwen. Er loopen in de drie dorpen
bijna 400 ongetrouwde mannen rond, terwijl
het aantal vrouwen, dat nog niet naar het
stadhuis is geweest 190 bedraagt. Een over-
schot van mannen dus van ruim 200.
ROOSEVELT MAAKT ZIOH BEZORGD
OVER DEN TOESTAND IN EUROPA.
Reuter meldt uit 'Hydepark: Aan de dag-
bladcorrespondenten is bekend gemaakt, dat
president Roosevelt zich ernstig bezorgd
maalkt over de mogelijkheden van een oorlog
in Europa. Ofschoon geen officieele verkla-
ring is uitgegeven, wordt vemomen, dat de
president de ontwiikkelingen van nabij volgt en
talrijke telefonische rapporten heeft ontvan-
gen van het staatsdepartement en zijn diplo-
matieke adviseurs in Europa.
Oolk is medegedeeld, dat de president van
oordeel is, dat de houding van het Huis van
Afgevaardigden, dat geweigerd heeft, het
embargo op wapens op te heffen, de kansen
op een oorlog nog heeft doen toenemen. Men
verwacht dat hij in een te houden persconfe-
rentie zijn standpunt ten aanzien van deze
kwestie zal uiteenzetten.
Men schrijft aan de N. R. Crt.:
De dagbladen van de geheele wereld hebben
onlangs het fiere antwoord vermeld, dat de
Amerikaansche admiraal Yamell aan de
Japansche autoriteiten gaf: ,,Mijn schip zal
daar blijven, waar Amerikaansche belangen
verdedigd moeten worden.' Naar aanleiding
hiervan zal men zich een niet minder fier
antwoord herinneren, dat eveneens verdient,
in de geschiedenis te worden opgenomen, en
wel dat van den Franschen admiraal Le Bigot,
te Sjanghai, in 1937.
Overal vijandelijkheden; de Japansche admi
raal noodigt de andere admiraals tot een be-
spreking uit, en richt de volgende woorden
tot admiraal Le Bigot, die juist uit Europa
aangekomen is en zijn vlag op de ,,Lamotte-
Piquet" heeft doen hijschen:
.Admiraal, Uw schip ligt voor de Fransche
concessie voor anker; het hindert onze bat-
terijen bij het schieten; ik verzoek u, het
schip te willen verwijderen. Indien u dit wei-
gert, wijs ik elke verantwoordelijkheid af voor
het geval uw schip geraakt mocht worden
door een Japansche granaat".
En admiraal Le Bigot antwoordde:
.Admiraal, indien de Fransche concessie
door de ,,Lamotte-Piquet" op sleeptouw kon
worden genomen en verre van het terrein der
krijgsverrichtingen' gebracht, zou ik zeer
gaarne aan uw verzoek voldoen. Daar dit
echter niet het geval is, blijft mijn schip waar
het is. Indien er op geschoten wordt, zal het
hierop antwoorden. Indien uw batterijen het
doen zinken, is dat niet van belang, daar er
slechts een meter water onder de kiel is; het
schip zal een meter dieper komen te liggen en
doorgaan met schieten".
De Japansche admiraal drong niet verder
aan en de Fransche concessie werd geres-
pecteerd.
De Britsche Labourraad, welke het Trades
Union Congress en de Labourpartij vertegen-
woordigt, heeft een oproep aan het Duitsche
volk uitgewerkt, waarin er bij de arbeiders
van alle landen op wordt aangedrongen, dat
zij er aandrang op zullen uitoefenen, dat de
geschillen worden geregeld door rede en niet
door oorlog. Onder het opschrift ,,Waarom
elkander dooden"? vraagt de oproep: waar
ligt de verantwoordelijkheid voor den huidi- i
gen toestand? De oproep gaat dan verder: j
„Sommigen uwer zeggen wellicht, dat de
vrede in Europa bedreigt wordt, omdat
Duitschland door vijanden omsingeld wordt, I
die uw land willen vernielen en het ecomo- j
mische leven van het Duitsche volk onmoge-
lijk willen maken. Dat is een slechte, valsehe j
voorstelling en uw Minister van propaganda
weet dat.
Het is juist, dat vele Europeesche volke-
ren zich nauw aaneengeslotem hebben tot
zelfverdediging. De Britsche arbeiders heb
ben bij de regeering aangedrongen op het
aanvaarden van deze politiek, niet om
Duitschland te benadeelen, maar om den
vrede in de wereld te behouden door succes-
volle agressie onmogelijk te maken.
Voor ons alien is boter beter dan kanon-
nen, maar waar wij ons niet aan kunnen on-
derwerpen is, dat wij zouden worden afgeperst
en bedreigd door zelfzuchtige dictatoren.
DUITSGH PAPIERVERBRUIK WORDT
BEPERKT.
Eenigen tijd geleden zijn, meldt „De Tele-
graaf", in Duitschland nieuwe bepalingen
uitgevaardigd die ten do el hebben tot een
besparing op papier te komen. Deze bepalin
gen hebben terugwarkende kracht tot 1
Juni j.l.
Aan de uitgevers van tijdschriften en ge-
illustreerde bladen is medegedeeld, dat zij
voortaan 17 op hun papier moeten bespa-
ren. AJs maatstaf voor deze besparing is de
maand Maart van dit jaar genomen. Van Juni
af mogen uitgevers, die tot de genoemde ca-
tegorie behooren, dus slechts 83 van de
hoeveelheid papier gebruiken, die zij in Maart
noodig hadden. Deze besparing moeten de uit
gevers bereiken, door hun tijdschriften kleiner
of dunner te maken.
De oplaag mag alleen vergroot worden bin-
nen het kader van de uitgevaardigde beper-
king ten aanzien van het verbruik van het
ter beschikking staande papier.
Tevens hebben de papierfabrieken de op-
dracht gekregen, om bij de fabricatie van pa
pier minder cellulose te gebruiken, welke
grondstof in hoofdzaak ter beschikking moet
blijven voor de bewapeningsindustrie. De pa
pierfabrieken moeten zich in meerder mate
tevredenstellen met andere grondstoffen, zoo
bijvoorbeeld met Holzschilf' en met lompen.
Het Duitsche Nieuiwsbureau meldt uit
Praag
De rij'ksprotector, Freiherr von Neurath,
heeft een verordening uitgegeven van den
volgenden inhoud:
1. De stedelrjke vertegenwoordigingen in
Boheemsch Budweis, Briinn, Igiau, Moravisch
Ostrau en Olmiitz worden orumiddellijk ont-
boniden.
i2. Tot regeeringsciammissarissen worden
onmiddellijk benoemd: a. voor Briinn de re-
dacteur Oskar Judex; b. voor Iglau dr. Leo
Engelmann; c. voor Moravisch Ostrau dr.
Hinner; d. voor Olmtitiz de advocaat dr. Czer-
mak.
3. De voor Boheemsch Budweis door de
landsoverheiid te Praag als reigeeringscommis-
saris aangesitelde leider van een drukkerij
Joseph David, blijft tot nader order in func-
tie.
4. Het uitschrijven van nieuiwe verkiezin-
gen in deze gemeenten moet tevoren door den
Rijksprotector worden goeldgekeurd.
5. De algeheele bevoegtdheid, die volgens
het in het proteetoraat Boihemen en Moravie
geldende recht toekomt aan de gemeente-
organen, in het bijizonder aan den hurgemees-
ter, de wethouders en den-gemeenteraad, gaat
tersbonid over op de nieuw aangestelde regee-
ringscommissarissen.
6. De onttoonden gemeenteraden, de colle
ges van wethouders, de tot dusverre in func-
tie geiweest zijnde burgemeesters en alle an
dere door par. 5 betrokken gemeente-organen
moeten zich onmiddellijk van iedere ambts-
beizigheid onthouden.
DE BEWAPENINGSKOSTEN VAN DE
GROOTE STATEN.
Het nationale inkomen wordt zwaar
belast.
De bewapeningsudtgaven der zeven groote
staten: Duitschland, Frankrijk, Italie, Japan,
Engeland, de Vereenigde Statesn en Rusland
zijn volgens een op het congres der Interna
tionale Kamer van Koophandel te Kopen-
hagen door 'Louis Marlio, vice-president van
de Compagnie des Produits Chimdques eit
Electro-Metallusgiiques Alais, Froges et Ca-
margue, gehouden rede, tusschen 1932 en
1938 met 500 pet. gestegen. Voor 1938 wer-
den de bewapeningsuitgaven in de geheele
wereld op 17 a 18 milliard dollar of 600
a 680 milliard franc geschat.
Duitschland.
Wat de bewapeningsuitgaven voor de af-
zonderlijke landen betreft, deze werden voor
Duitschland in 1933'34 op 3 milliard mark
geschat en waren in 1938'39 de 16 milliard
mark reeds gepasseerd, tenwijl de sterk stij-
gende tendens nog steeds aanhoudt. Welk
percentage dit bedrag van het jaarlijksche
budget uitmaakt, is niet te bepalen, daar
Duitschland de desbetreffende cijfers niet pu-
bliceert.
Engeland.
Voor Engeland bedraagt het budget der
uitgaven voor 1939'40, exclusief de uitgaven
welke uit het instellen van den militairen
dienstplicht voorvloeien, 1.322 millioen pond
sterling en de bewapeningsuitgaven 630 mil
lioen pond sterling of 47 procent van het bud
get.
Frankrijk.
Voor Frankrijk wordt de begrooting 1939
op 108 a 110 milliard franc geraamd, waarvan
de bewapeningsuitgaven ad 54 milliard franc
circa 50 procent uitmaken.
Italie.
In Italie zijn de bewapeningsuitgaven van
5.4 milliard lire in 1932 tot 15.5 milliard lire
in 1936 en tot 17.4 milliard lire in 1937 ge
stegen. Na den oorlog in Abessinie daalden zij
in 1938 weer tot 10 milliard lire, doch volgens
jongste schattingen zullen zij voor 1939'40
weer tot 16 milliard lire of tot 45 a 48 procent
van het budget 1939'40, dat de 30 milliard
lire overtreft, gestegen zrjn.
Japan.
Verre het grootste percentage van de be
grooting nemen de bewapeningsuitgaven in
Japan in beslag, daar in verband met den
oorlog in China van de begrooting 1939'40
ad 8874 millioen yen naar schatting 72.5 pro-
cent of 6432 millioen yen aan de bewapening
ten koste gelegd wordt.
De bewapeningskosten en het
nationale inkomen.
'Ook als men de bewapeningskosten met het
nationale inkomen Vergelijkt komt men tot
ontstellende hooge cijfers. In Duitschland
wordt het percentage, dat van het nationale
inkomen voor de bewapening geofferd wordt,
op meer dan 20 procent geschat. Voor Enge
land is dit percentage naar schatting 12 a 13
procent, voor Frankrijk bijna 20 procent, voor
Italie 25 a 30 procent en voor Japan om-
streeks 30 procent. Dat Japan in oorlogstijd
een niet veel grooter aandeel van het natio
nale inkomen voor de bewapening behoeft te
besteden dan Italie in vredestijd, dankt Japan
aan de snelle stijging van zijn nationaal inko
men, dat volgens schatting in 1930 slechts
weinig meer dan 10 milliard yen bedroeg, doch
in 1937 tot 21 milliard en in 1938 tot 25 mil
liard was gestegen.
Nu is het ongetwijfeld juist, dat de militaire
uitgaJven der groote Ehropeesche landen
steeds zeer hoog geweest zijn. In een normaal
vredesjaar voor den oorlog maakten de kosten
van bewapening 25 a 35 procent van het bud
get uit en namen 3 a 4 procent van het natio
nale inkomen in beslag. Van 1908 tot 1913
stegen de bewapeningskosten echter met 50
procent en in 1913, toen de bewapeningswed-
loop zijn toppunt bereikte, waren de percen
tages, welke de militaire uitgaven van het
budget en het nationale inkomen in de ver-
schillende landen als volgt:
Duitschland naar schatting 55 pet. van de
totale begrooting; in Frankrijk 40.4 pet.;
in Engeland 39 pet.; in Italie 27.2 pet.; in de
Vereenigde Staten 66 pet. en in Japan 36.5
pet.
DS. NIEMOLLER BLIJFT ZIOHZELF
TROUW.
,,Ds. Martin Niemoller heeft formeel ge-
protesteerd tegen de beschikking van den
rijkskerkeraad, waarbij hij op de lijst vain
predikanten in niet-actieven dienst geplaatst
is".
Met dit korte bericht is aan optimistische
verwachtingen de bodem ingeslagen. Men
had n.l. gehoopt, dat ds. Niemoller, die nu
practisch uit zijn ambt vain voorganger der
evangelische gemeente BerlijnDahlem is
ontzet, vrrjgelaten zou worden.
Ds. Niemoller heeft het reeds, zoolang hij
in het concentratiekamp Oranienburg-Sach-
senhausen gevanjgen zit, in eigen hand gehad
of hij weer in vrijheid igesteld kon worden of
niet. De igeheime staatspolitie, wier gevan-
gene hij is, nadat de justitie hem op vrije voe-
ten had gesteld, vol'handt in haar eisch, dat
ds. Niemoller zal belooven, in geen enkelen
vonm meer een actieve rol te spelen in den
Duitschen kerkestrijd. Totnutoe had de lei
der van het Belijdenisfront dit geweigerd.
Door het besluit van het consistorie van
Brandenburg echter zou hij, indien hij zijn
vrijheid van beweging terugkreeg, in dien zin
niets meer kunnen ondernemen, zelfs wan-
neer hij zulks wilde, want vergaderimgen,
waarin hij als spreker zou kunnen optreden,
mogen niet gehouden worden, terwijl tijd
schriften, waarin hij zijn zienswijze zou kun
nen verdedigen, alle zonder uitzondering heb
ben opgehouden te verschijnen. Zoo be-
schouwd zou er voor de Geheime Staatspoli
tie geen redelijke grond meer bestaan om
Ds. Niemoller nog langer opgesloten te hou
den. Nu Niemoller zich verzet, kan men
hem moeilijk toch vrijlaten, want de kwestie
is voor het Derde Rijk langzamerhand een
kwestie van prestige igeworden. Overal, in
Duitschland zelf en misschden nog meer daar
buiten, is er op de scherpste wijze geprotes-
teerd', toen de Gestapo Niemoller in ,,bescher-
mingsarrest" nam, nadat deze tot besluit van
een achter gesloten deuren gevoerd proces
veroordeeld was tot de eervolste straf, welke
het Duitsche wetboek van strafrecht kent,
de vestingstraf namelijk, die hij overigens
nooit heeft ondergaan, omdat het langdurige
voorarrest in mindering werd gebracht! Voor-
al op deze buitenlandsche protesten hebben
de hoogsten in den lande met Hitler aan het
hoofd, meermalen in officieele redevoeringen
krachtig repliek geleverd. Het is bekend,
hoe zorgvuldig het Derde Rijk ook maar
elken schijn van prestige koestert.
De Gestapo zit, om het populair uit te
drukken, met ds. Niemoller wel eenigszins in
zijn maag en zou den gevangene t eigenlijk
gaarne kwijt willen zijn. Ook in nationaal-
socialistische kringen, waar men klaarblijke-
lijk niet verwacht had, dat deze zaak zoo'n
vaart loopen zou, voelt men het als een wan-
toestand, dat een man, die als voormalig
duikboot-commandant en bevelvoerend offi-
cier in den strijd der vrijeorpsen tegen het
bolsjewisme in Duitschland een bijzonder eer-
vollen staat van dienst heeft, als een land-
verrader jaren lang in een concentratiekamp
zit. In kringen, waar men zulke dingen kan
weten, wordt vert eld, dat de commandant van
het concentratiekamp te Oranienburg reeds
sinds jaar en dag zijn wekelijksch rapport
over ds. Niemoller besluit met de steriotiepe
aanmerking die in andere gevallen steeds
oogenblikkelijk ontslag uit het kamp ten ge-
volge heeft ,,Zou voor invrijheidsstelling in
aanmerking kunnen komen".
Tenslotte een zienswijze, welke in buiten
landsche kringen te Berlijn bestaat: Men her-
innert eraan, dat Hitler in het begin van zijn
rdgime door verschillende maatregelen men
denke slechts aan het concordaat er in kor-
ten tijd in geslaagd is, de sympathie en het
vertrouwen der katholieken te winnen, die in
het algemeen vijandig tegenover zijn beweging
stonden. Zou het niet mogelijk zijn, zoo
redeneert men, dat Hitler in dezen moeilijken
tijd het protestantsche deel van het Duitsche
volk. dat hij door zijn kerk-politiek ontegen-
zsglijk voor een groot deel van zich verwij-
derd heeft, terug tracht te winnen door een
clementer houding tegenover Niemoller en
dat het besluit van het consistorie van Bran
denburg in overleg met de regeering van het
Derde Rijk genomen werd?
DE RAMP VAN DE „THETIS".
Het onderzoek begonnen; de ver-
klaring van kapitein Oram.
Maandag is in de Law Courts te Londen
de openbare behandeling begonnen van het
onderzoek naar de ramp van de Thetis en
haar oorzaken onder leiding van rechter
Bucknill. Sir Donald Somervell, de procu-
reur-generaal sprak eerst voor de admirali-
teit. Er stond een model van het schip van
anderhalven meter op een groote tafel voor
technisehe inlichtingen. De publieke ga,an-
derij was dicht bezet. Nadat Sir Donald de
feiten, voor zoover bekend gereleveerd had,
werd als eerste getuige kapitein Oram geroe-
pen, die meedeelde, dat de duikboot de gewone
oefeningen begonnen was, toen er iets niet in
orde bleek te zijn, want de beide voorste com-
partimenten waren eensklaps vol geloopen.
Achtereenvolgens hadden luitenant Chapman
en twee andere vrijwilligers van buitengewone
lichaamskracht getracht de deur van deze
compartimienten te sluiten, maar zij hadden
door uitputting en duizeligheid die taak moe
ten opgeven. Nadat een poging om door het
laten leegloopen van de ballasttanks de boot
weer omhooig te krijgen eveneens mislukt was
werd krijgsraad gehouden en nog in den
nacht besloten vrijwilligers met het Davis-
toestel naar buiten te zenden om te trachten
hulp te verkrijgen. Getuige had zich met lui
tenant Woods en drie minderen gemeld en op
het oogenblik dat hij de opening van de ont-
snappingskamer bereikt had waren de eerste
diepzee-bommen ontploft ten teeken dat men
de ligging van de boot van buiten af ontdekt
had. Toen getuige de boot verliet was de
lucht reeds vuil geworden, zoodat de adem-
haling bemoeilijkt werd maar meer nog niet.
De bemanning die den tijd met praten over
sport gekort had was allengs stiller gewor
den, maar de discipline en de goede moed
waren tot het uiterste oogenblik bewaard en
kapitein Oram bracht met ontroering in zijn
stem nogmaals van deze plaats een groet aan
zijn doode kameraden. De drie mannen die in
de ontsnappingskamer verdronken waren,
hadden hun Davis-toestel niet goed aange-
daan anders was verdrinken niet mogelijk ge
weest. Het is waarschijnlijk dat iemand in
de buis die naar de oppervlakte leidt verdron
ken is, en die aldus verstopt heeft want ge
tuige kon anders geen veirklaring vihden
voor het feit dat niet meer mannen toen de
lucht reeds verstikkender is moeten worden,
geen poging tot ontsnapping met het Davis-
toestel hebben gedaan.
De Engelsche bladen wijden volgens de
N. R. Crt., zeer uitvoerige verslagen aan het
onderzoek inzake de ramp van de Thetis.
Kapitein-ter-zee Oram, een van de vier over-
levenden van de ramp, was niet de comman
dant van het schip, doch de bevelhebber van
de vijfde flottielje duikbooten te Gosport.
Onder zijn toezicht ressorteerde de aanbouw
en indienststelling van enkele nieuwe duik
booten, en om de officieren, belast met het
toezicht op den bouw, nader te leeren kennen,
bracht hij af en toe bezoeken aan de werven
om te zien, op welke manier zij werkten. Om
die reden had hij ook deelgenomen aan dezen
proeftocht van de Thetis. Kapitedn-luitenant-
ter-zee Bolus, de commandant van de Thetis,
was al bijna een jaar op de werf geplaatst
en had voortdurend toezicht op den bouw ge
houden. Verder waren er bij den proeftocht,
zooals men weet, ook verscheidene ambtena
ren van de werf Cammell Laird and Co.
aan boord. Na het vertrek uit Birkenhead
had kolonel Oram verschillende dingen van
algemeenen aard met de ingenieurs van de
werf besproken en na het verlaten van de
Mersey was men begonnen met te zien, hoe
de stuurinrichting zich hield bij het varen op
voile kracht. Vervolgens werden de hoofd-
tanks gevuld en leeggeblazen om zich te over-
i tuigen, dat zij goed werkten. Het hoofddoel
van den proeftocht was het schip voor het
eerst onder water te probeeren.
De duikboot werd gesloten om langzaam
te gaan duiken. Overste Bolus had de bege-
leidende sleepboot langszij geroepen en gaf te
kennen, dat ieder, die de duikboot wilde ver
laten voor het duiken, boven kon komen. Toen
niemand aan dien oproep gehoor gaf, riep hij
de sleepboot toe, dat zij op ongeveer een kilo
meter afstands aan bakboord moest blqven
waarbij hij, naar Oram meende, ook iets ge-
zegd had over den koers voor de duikvaart.
Gedurende het eerste kwartier gaf de hoek
van de duikroeren, welke dienen moeten om
het schip, nadat de hoofdtanks met water ge
vuld zijn, zoodat het in zwevenden toestand
komt te verkeeren, te laten duiken, te ken
nen, dat het vaartuig erg licht was. Men be-
schouwde dit in de stuurkamer als nonmaal,
omdat met het oog op de veiligheid het schip
zoo licht mogelijk getrimd was. Men had er
klaarblijkelijk op gerekend, dat er meer men
schen dan gewooniijk aan boord zouden zijn.
Tenslotte was de duikboot op ongeveer zes
meter diepte gekomen en de duikroeren hid
den haar op deze diepte.
Na ongeveer een half uur werd het duide-
lijk, dat de lichtheid van het schip vooruit
gezocht moest worden en daar de meeste bij-
tanks in het voorschip reeds met water ge
vuld waren, begon de eerste off icier zich af
te vragen, hoe het kwam, dat het voorschip
zoo licht bleef. Hij wendde zich tot zijn com
mandant, met de opmerking, dat hij zich af-
vroeg, of de lanceerbuizen no. 5 en 6 wel vol
waren. Men vroeg om inlichtingen in de
torpedo-afdeelingen en het volgende, wat
Oram zich herinnert, is, dat de luchtdmk in
zijn ooren plotseling hooger werd, waarop hij
op den barometer keek en zag, dat zijn ge-
voel hem niet had bedrogen. Dit beteekent,
dat de luchtdruk in de duikboot plotseling
was vergroot. Dat deed den kolonel reeds
vreezen voor een onregelmatigheid. Hij wend
de zich tot overste Bolus en gaf hem den raad
zijn hoofdtanks zoo snel mogelijk leeg te bla-
zen. Overste Bolus gaf het bevel hiertoe en
noemde de tanks op, welke leeggeblazen moes-
ten worden. Het leegblazen geschiedde, maar
had vrijwel geen invloed op de positie van het
schip. Spoedig daarop rees de luchtdruk nog
meer; het schip dook als het ware voorover
en kwam in een stand, welke vermoedelijk
ongeveer 40 graden van horizontaal afweek.
Daarbij stootte het voorstuk op den bodem.
Overste Bolus gaf daarop het bevel halve
kracht aehteruit te varen om te trachten den
boeg uit het slijk te krijgen. Het resultaat
was slechts, dat de boot nog meer voorover
helde.
Hierop liet de commandant de motoren
stoppen en gaf hij bevel de waterdichte deu
ren naar het voorschip te openen. Hij ging
naar voren om na te gaan, wat de oorzaak
was van het plotselinge verlies van trim
(evenwicht) en kolonel Oram volgde hem. Uit
het onderzoek bleek, dat de voorste afdeelin-
gen van het schip voor luik 40 vol water
waren geloopen door lanceerbuis no. 5. Men
besprak toen, hoe men zou trachten deze af-
deelingen weer leeg te krijgen. Het leegbla
zen werd te gevaarlijk geacnt, omdat men
dan te veel luchtdruk zou verliezen. Men be-
sloot daarom te trachten het water uit te
pompen, doch daarvoor was het noodig eerst
het gat te sluiten, waardoor zij volgeloopen
waren. Men had dit willen doen via het ver
trek, dat gebruikt wordt om uit een gezon-
ken boot te ontsnappen met een z.g. Davis-
toestel. Het bleek echter, dat geen van de
opvarenden, die zich achtereenvolgens vrij-
willig voor dit werk aanmeldden, in staat was
het lang genoeg uit te houden om het doel te
bereiken.
Reddi n gs[>l anne n
Intusschen was het schip plat op den bodem
komen te liggen. Men besloot nu om te
trachten het achterschip opnieuw te doen
rijzen, om daardoor de kans op 't lichten van
het schip of het ontsnappen rut het schip te
verhoogen. Technisch bleek het schip, behou-
dens dan de ondergeloopen compartimenten,
volkomen in orde. De toestand werd echter
benard, omdat de lucht slechter werd. De
kolonel berekende, dat, met zooveel menschen
aan boord en gezien den reeds bij het leeg-
maken van de tanks verloren geganen druk,
de mannien het slechts 24 uur zouden kunnen
uithouden. Vandaar dat men besloot, toen
een hoek van ongeveer 35 graden bereikt was,
eenige mannen te verzoeken als vrijwilliger
met het Davis-toestel uit de boot te ontsnap
pen om aanwijzingen te geven voor de red-
dingspogingen. Intusschen zouden zij door de
overige opvarenden gevolgd worden. Telkens
in paren van een man van de werf en een
marineman.
Kolonel Oram bood zich aan om het eerst
het schip te verlaten en vroeg een vrijwilliger
om gelijktijdig met hem naar boven te gaan.
Luitenant Woods en twee matrozen boden
zich aan en Oram koos Woods uit, omdat hij
de meeste kennis van dit type duikbooten had.
Zij, die de oppervlakte bereikten en door
vaartuigen zouden worden opgepikt, zouden
de beneden uitgedachte plannen voor de ber-
ging overgeven. Kapitein ter zee Oram bond
zijn plan om zijn arm. Luitenant Woods en
hij gingen de kamer voor het Davis-toestel
binnen. Den eersten keer liet luitenant Chap
man, die belast was met de bediening van
deze kamer, haar weer leegloopen, nadat zij
half gevuld was geweest. Hij had kolonel
Oram getracht een verklaring daarvan te
geven, doch Oram had niets verstaan tenge-
volge van het gesuis in zijn ooren. Bij de
tweede poging werd de kamer gevuld en juist
toen Oram en Woods het luik openden, hoor-
den zij drie dieptebommen ontploffen als een
teeken, dat men aan de oppervlakte de lig-
plaats van de Thetis had ontdekt. Het kostte
Oram moeite om zich de instructies voor het
bedienen van het Davis-toestel te herinneren,
waarschijnijk tengevolge van het begin van
kolendampvergiftiging. Hij kwam echter
evenals luitenant Woods goed aan de opper
vlakte en werd door een visschersboot opge
pikt, waarop hij zich dadelijk in verbinding
wist te stellen met de verschillende marine-
afaeelingen, die bij het red dings we rk moesten
heipen. Hoe het kwam, dat na nem nog
slechts twee mannen, een stoker en iemand
van Cammell Laird met het Davis-toestel ont-
snapt zijn en dat vier menschen in de Davis-
kamer zijn verdronken, kon hij zich niet be-
grijpen. Hij vermoedde, dat er spoedig nadat
hij met het Davis-toestel het schip verlaten
had, een nieuw ongeluk was gebeurd.
De uitgedachte plannen om het schip te
lichten of er althans lucht in te brengen voor
hen, die nog aan boord waren, waren mislukt,
omdat men geen luchtbuis had kunnen aan-
brengen, o.a. doordat het wrak met het tij was
omgezwaaid.
Op de vraag, waarom er in deze duikboot
geen openmgen waren, waarop luchtbuizen
konden worden bevestigd, zooals bij oudere
types, antwoordde kolonel Oram, dat men die
gaten noodig had om duikbooten te lichten,
wanneer er menschen aan boord waren, doch
sinds de invoering van het Davis-toestel had