ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENT1EBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LORRIE
Feuilleton
Haw*
No 9926.
VRIJDAG 16 JUNI 1939
79e Jaargang
Binnentand
BuitenSand
TWEEDE BLAD
Tnsd. >ri
\fOJK'
•■wHJwarasM vyawwaataws
NEUZENSCHE CO U RANT
PRINK BERNHARD ZIET DE DOOR HEM
ZELF OPGENOMEN FILM VAN
PRINSES BEATRIX.
Na het bijwonen van de zitting van den
Raad van State heeft Z. K. H. Prins Bernhard
Drnsdag een bezoek gebracht aan de Cineac
cip net Buitenho# te Den Haag, waar hij, de film
heeft aanschouwd, welke bij zelf van Prinses
Beatrix heeft opgenomen. De Prins was ver-
gezeld van zijn secretaris, jhr. mr. C. Dedel
en zijn adjudant kapitein J. K. H. de*Roo van
Alderwerelt.
De hooge bezoekers werden verwelkomd
door de directie van de Cineac, die den
Prins een boek aanlbood, waarin allerlei her-
inneringen aan het vertoonen van deze film
zijn aangebracht, zooals persverslagen, foto's
enzelfs een bewijs van de filmkeurings-
commdssie, dat de film van Prinses Beatrix
voor aile leeftijden was goedgekeurd.
Ten slotte heeft de Prins de film aan
schouwd), hebgeen voor hem ook al daarom
een attractie was-, omdat hij versehillende
gedeelten, welke hij heeft opgenomen, zelf nog
niet geprojecteerd heeft gezien. Er was voor
den Prins dus een geheel nieuw gedeelte bij,
Geen wonder dtis, dat hij1, evenals de vele be-
zoekers van de Cineac, ook hartelijk mee-
lachte bij het vertoonen van de film.
Het bezoelk van Prins Bernhard1 was spoedig
bekend geworden, zoodat, toen om kwart voor
vier het gezelsichap de Cineac verliet, een
groote mensehenmenigte op het Buitenhof
verzameld was, die den Prins hartelijk toe-
juddhte.
EEN GEZELSCHAPSTARIEF VOOR
5 PERSONEN.
Naar de Stand, vemeemt overweegt de
Directie van de Ned. Spoorwegen de invoering
van een nieuw gezelsehapstarief voor gazel-
sehappen van 5 personen.
Het zou in de bedoeling Idggen, dat de kaar-
tjes voor dit nieuwe tarief niet vooraf behoe-
ven te worden aangevraagd, doch direct bij
aanvraag aan 't station van vertrek verkrijg-
baar zullen zijn.
Dlit nieuwe gezelsehapstarief zou dan reeds
zeer binnenkort worden ingevoerd.
BE PRIJZEN VAN
VET RUND- EN KALFSVLEESCH.
De Nederlandsche Vereeniging van veewei-
ders en -mesters heeft Woensdag een telegram
van den volgendem inhoud gezonden aan den
Minister van Economische Zaken:
„De prijzen van vet rund- en kalfsvleesch
op die veemarkten vertoonen steeds verdere
dalimg.
De aandacht van Uwe Excellentie wordt
er op gevestigd, dat in het toijtzonder de prij
zen van vet rund- en kalfsvleesch van eerste
kwaliteit niet doorslaggevend zijn bij bepa-
ling van het prijspedl, waar vrijwel geen vet
rund- en kalfsvleesch van eerste kwaliteit
wordt aangevoerd.
Met klem dringen wij. biji Uwe Excellentie
er op aan. om spoedig in meer hoeveelheden
slachtvee van tweede en derde kwaliteit uit
de markt te nemen ter inblikking, teneinde
verdere ineenstorting der prijzen te voor-
koanen".
BE MAATREGELEN TEGEN JOE
WILDE BUSSEN.
Onvriendelijke ,daad jegens Belgie?
In den gemeenteraad van Antwerpen is
Maandag een interpellatie gehouden over het
verminderd touristenibezoek aan Belgie in het
algemeen en Antwerpen in het bijzonder ten
gevolge van de Nederlandsche maatregelen
tegen de wilde bussen.
De laatste weken, aldus de heer Berckmans,
die de interpellatie tot den burgemeester
riohtte, hehben wij geconstateerd, dat er
honderden bezoekers minder in Antwerpen
zijn geweest.
iBurgemeester Huysmans antwoordde, dat
naar zijn meening de Nederlandsche regeering
haar maatregelen tegen de bussen heeft ge-
noonen om de Spoorwegen te ibevoordeelen.
Maar de maatregelen strekken hun invloed tot
Belgie uit en de burgemeester beschouwde het
Door CHARLES GAR VICE.
70)
Vervolg.
Zrj verbleekte en keek naar haar zwarte
japon.
„Het is zoo kort geleden sinds sinds hij
stierf", antwoordde ze fluisterend.
„Vier maanden geleden!" protesteerde hij.
,,Ach Lorrie, je moet zoowel aan de levenden
als aan de dooden denken! Als je eens wist,
hoe ik er vurig naar verlang je de mijne te
noemen, mijn eigen!"
„Geef me nog een poosje", pleitte ze. „Een
maand!"
,,Neen, lieveling!" zei hij en zijn lippen zette
hij vast op elkaar. ,,Geen maand. Ik kan niet,
Lome. Misschien moet ik Engeland weer bin-
nen een maand verlaten, maar ik kan niet
zonder je gaan. Waarom zou je weigeren? Is
er een reden voor? Is het omdat je je terug
wilt trekken? Omd'at je je woord je plech-
tige belofte wilt broken?"
Haar lippen beefden, maar ze forceerde
met moeite de woorden: ,,Neen, ik zal mijn
woord niet breken."
Lieveling! Ik wist wel, dat je dat niet zou
doen, ik wist, dat ik je vertrouwen kon!" riep
hij uit, terwijl hiji haar hand nam en die naar
zijn lippen bracht.
„Wil je dan voor het einde der maand met
me trouwen, lieveling? Dan gaan we teza-
men weg, als man en vrouw."
,,'Ik zal dben, zooals jij wilt", zei ze
zwakjes.
„Nu zullen we gaan ontbijten", zei hij. met
een glimlach van voldoening. „Kom". En hij
offreerde haar een arm.
Lome week even achteruit. „Ik ik wilde
optreden der Nederlandsche regeering als een
onvriendelijke daad jegens Belgie.
Indien zulke maatregelen de vriendschappe-
lijke betrekkingen tusschen de twee landen
moeten aanwakkeren, dan is men op den ver-
keerden weg, meende burgemeester Huysmans,
die er tensiotte zijn vreugde over uitsprak, dat
een lid van den gemeenteraad deze kwestie
ter sprake had gebracht, zoodat ook de Bel
gische regeering kennis kon nemen van het
misnoegen, dat in Antwerpen ten aanzien van
de Nederlandsche maatregelen is ontstaan.
TEKORT AAN SOHEEPSMACHINISTEN
TE ROTTERDAM.
Het mag zeer merkwaardig genoemd wor
den, dat een stad als Rotterdam met haar
groot aantal technische, bij de seheepvaart
betrokken bedrijven, een tekort heeft aan
scheepsmachinisten. Dit tekort is op het
oogenblik werkelijik nijpend te noemen, het-
geen tengevolge heeft, dat door de scheep-
vaartmaatsohappijen menigeen zonder oe-
hoorlijke opleiding wordt aangenomen. Er zijn
voor het ontstaan van dit tekort verscheidene
redenen aan te voeren. Een van de meest
belangrijike factoren is de omstandigheid, dat
de techniek van de laatste jaren ook aan
boora van het schip grooten vooruitgang ge-
maakt heeft.
Door het gebrek aan aanibod is de gage
van een asssitent-scheepswerktuigkundige van
66 tot 75 gulden op het oogenblik tot 100
gulden, buiten kost en inwoning, opgeloopen.
Vorig jaar liebben in ons land ongeveer 350
personen het voorloopig diploma ibehaald.
E!r werden echter 200 assistent-machinisten
meer gevraagd. Voor velen is er op dit ge-
bied dus zeker nog iets behoorlijks te bereiken.
EXTRA UITVOER
VAN TUINBOUWPRODUCTEN NAAR
DUITSCHLAND.
De Regeeringspersdienst meldt:
Tusschen Nederland en Duitschland werd
overeenstemming verkregen over een extra
uitvoer van circa drie millioen mark
aan Nederlandsche buintoouwproducten naar
Duitschland. Deze transactie werd bevorderd
wegens den uitzonderlijik moeilijken toestand
van den tuinibouw. De betalinig van dezen
uitvoer zal niet op de gebruikelijke wijze over
de clearing geschieden, doch op een nader te
foepalen wijze door het afsluiten van bijzon-
dere transacties.
Uit de voor de steunverleening aan den tuin-
bouw voor 1939 uit het landbouw-erisisfonds
beschikibaar gestelde gelden zal de betaling
aan de Nederlandsche belanghebbenden op
zoodanige wijze gefinancierd worden, dat deze
geschiedt op een termijn die overeen komt met
een wachttijd, gelijk die (bestaat voor den over
de clearing te verrekenen export.
WILLIBRORD-HERDENKING
TE UTRECHT.
Donderdagmiddag heeft de eerste minister
Dr. H. Colijn de Willilbrord-tentoonstelling in
de kloostergang van den Dom te Utrecht offi-
cieel geopend. Op de pleohtige bijeenkomst
waren vele geestelijke en wereldlijke autori-
teiten aanwezig, alsmede vertegenwoordigers
van Belgie, Frankrijk en Zwitserland.
Vooraf voerden het woord: de burgemeester
van Utrecht, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk,
als voorzitter van het Nationaal Comite voor
de herdenking van het twaalfde eeuwgetijde
van Willibrord, den apostel der Nederlanden,
prof. dr. W. Lampen O.F.M. van de Katho-
lieke Universiteit te Nijmegen, en de directeur
van het Centraal Miuseum te Utrecht, dr. W.
C. Schuylenburg.
HET NAT.-SOO. ONTWERP
„ZONDAGSEERBIEDIGINGSWET".
Aan het voorloopig verslag over het voor-
stel van wet van den heer De Marohant
et d'Ansemhourg c.s. (n.s.) tot verbod van
politieke vergaderingen op Zondagen en door
de kerkgenootschappen van den christelijken
godsdienst algemeen erkende en gevierde
christelijke hoogtijdagen, ontleenen wij:
Algemeen was men van oordeel, dat dit ont-
werp niet kan worden beschouwd als een
ernstige poginig om te komen tot meer eer-
biediging van den Zondag en de christelijke
feestdagen.
De considerans luidt, ,,dat de eerbiediging
hier graag nog even blijven", zei ze zacht. ,,Ik
wil hierover nadenken. Neen" want zijn
gezicht werd somber ,,ik zal doen zooals
je wilt, ik zal je gehoorzamen."
„Gehoorzamen, dat is een hard woord,
lieveling."
,,Laat me hier nog even", pleitte ze. En
hij ginig, langzaam en onwillig.
(Lorrie zat voor zich uit te staren. Het was
zooals ze had gevreesd; hij was gekomen om
haar aan haar woord te houden. De dood van
haar vader had haar vier maanlden geleden
gered, maar wat zou haar nu redden? Niets,
niets
Met een zucht stond ze lusteloos op om
naar het huis terug te gaan, toen ze achter
de bank, waarop ze gezeben had, plotseling
haar patient uit het ziekenhuis, Le-verick, zag
staan.
Zij was zenuwachtig en overspannen en ze
schrok, greep de leuning van de bank vast en
noemde zijn naam. De man stond daar be-
scheiden en onderdanig, met gebogen hoofd.
Hij was heel mager geworden en zijn klee-
ren hingen om zijn lichaam, alsof hij ineen-
geschrompeld was. Hij stond naar haar te
kijfcen met een soort van hondentrouw in 2!ijn
holle oogen, terwijl hij waohtte tot zij hem
zou aanspreken. Hij vouiwde zijn handen
samen op zij-n stok, waarop hij zwak en ner-
veus leunde.
,,Ben je het werkelijik, Leverick", zei Lorrie,
gerustgesteld, „je hebt me verrast. Hoe ben
je hier gekomen?"
,,Ja, ik ben het juffrouw", zei hij zwak en
heesch. ,,Ik ik hoop, dat u niet boos bent,
juffrouw?"
,Boos Natuurlijk niet", zei Lorrie aan-
moedigend. „Maar hoe kwam je van alle
plaatsen van de wereld juist hier?"
„Ze hebben me in het ziekenhuis ontslagen,
juffrouw", zei hij, ,,en ze gaven me het geltd,
dat u voor me had achtergelaten." Hij zweeg
en zag haar met tranen in de oogen aan. „Ik
wou u graag bedanken, juffrouw, -voor al uw
van den Zondag en van de door de kerkge-
nootschappen van den christelijken godsdienst
algermeen erkende en gevierde christelijke
feestdagen wettelijke voorziening eischt" en
het voorstel draagt den naam van ,,Zondags-
eerbiedigingswet", maar het ontwerp heeft in
werkelijkheid slechts betrekkintg op een klein
deel van het vraagstuk der Zondagsheiliging
en der Zondagsrust. Indien de voorstgllen wer-
ke'lijk in de considerans bedoelde wettelijke
voorziening hadden igewenscht, dan zou hun
aandacht niet alleen en zelfs niet in de eerste
plaats zijn uitgegaan naar politieke vergade
ringen, maar veeleer naar openbare venmake-
lijkheden en wedstrijden, waardoor, naar het
oordeel van vele leden, de Zondagen en chris
telijke feestdagen ermtiger en veelvuldiger
worden ontheiligd dan door het houden van
politieke vergaderingen. Algemeen was men
dan ook van oordeel, dat de voorgestelde inci-
denteele regeling slechts een onevenwichtigen
toestand in het leven zou roepen. De eerbie
diging van den Zondag en van de algemeen
erkende christelijke feestdagen is een aange-
legenheid, welke een algemeene regeling be-
hoeft. Dit feit wordt niet ongedaan gemaakt
door een beroep op de omstandigheid, dat de
.politieke partijen" niet tot overeenstemming
zouden kunnen komen over wijiziging van de
Zondagswet.
Sommige leden verklaarden, dat zij in be-
ginsel geen ibezwaar hadden tegen een verbod
tot het houden van politieke vergaderingen op
Zondagen en algemeen erkende christelijke
feestdagen, indien aan ten minste twee voor-
waarden wordt voldaan: dat het begrip poli
tieke vergadering" nauwkeurig en eng om-
schreven zij en de verbodsbepaling een on-
derdeel zij van een algemeene Zondagswet of
een werkelijke ZondagseerbiedigingswetAan
geen dezer voorwaarden voldoet dit voorstel.
Men deed o.a. opmerken, dat ook de vol-
strekte onibepaaldheid van het begrip poli
tieke vergaderingen" de kern toch van dit
voorstel een gemis aan emst bij de voor-
stellers verraadt.
Is een optoeht, een demonstratie, een verga
dering? Is een ibijeenkomst, zooals deze her-
haaldelijk wordt georganiseerd door een vak-
vereeniging of een vereeniging van algemeen
maatschappelijk nut, waarbiji onderwerpen
worden behandeld, welke liggen op sociaal en
oeconomisch terrein, 'n politieke vergadering?
Vallen bijeenkomsten tot stiohting en wijding,
gehouden door jongelingsvereenigingen en der-
gelijke organisaties, waarbij: social© en maat-
schappelijke vragen worden besproken, onder
dit begrip De voorgestelde vage aanduiding
sluit een ibevestigend antwoord op deze vra
gen niet uit. Ja zelfs de vrijheid van prediking
op den kansel zou aan banden kunnen worden
gelegd, indien dit voorstel tot wet werd ver-
heven.
Een godsdienstoefening, gediurende weike
een preek wordt gehouden over de overheid en
haar werk, zou als een politieke vergadering
kunnen worden aangemerkt. Het uitspreken
van gebeden in openbare godsdienstoefeningen
voor de regeering, voor regeeringspersonen,
voor het behoud van den vrede zou ibelemmerd
kunnen worden. Verklaren de voorstellers een
dergelijke interpretatie niet te willen, dan
treft hen het verwijt, aldus merkt men op, dat
zij zich niet de moeite hebben gegeven, zich
de consequenties van hun voorstel voor oogen
te stellen.
Op grond van deze overwegingen kwam men
algemeen tot de slotsom, dat het indienen van
dlit' wetsontwerp niet als een ernstige parle-
inentaire handeling kan worden beschouwd,
hetgeen door vele leden te meer werd betreurd,
wijl het ontwerp betrekking heeft op een on-
derwerp van zoo verheven aard als de Zon
dagsheiliging.
Vele leden achtten ook uit constitutioneel
oogpunt de indiening van dit voorstel onge-
wenscht.
Het had vele leden verbaasd, dat dit ont
werp is ingediend door aanhangers van een
systeem, onder hetwelk gewelddadige politieke
excessen ook op Zondagen hebben plaats ge-
had, onder hetwelk op Zondagen een groote
politieke bedrijvigheid wordt ontwikkeld, onder
hetwelk een groot deel van het volk door de
verplichting tot het deelnemen aan oefeningen,
demonstraties en politieke vergaderingen, als
mede door het gedwongen verblijf in kampen,
feitelijk niet in staat is godsdienstoefeningen
bij te wonen, onder hetwelk militaire opera-
goedheid, maar ik kan niet ik kan niet!
Ik heb er geen woorden voor!" en zijn han
den berwogen zenuwachtig.
,,0, maar je hebt me nu al bedankt", zei
Lorrie. ,,Wil je niet gaan zitten ik ben
bang, dat je nog zwak bent. Was het ver-
standig om het ziekenhuis zoo gaujw te ver
laten?" voegde ze er bij, terwijl ze naar zijn
afgetobd gezicht zag en de schitterende, diep-
liggende oogen.
,,Ja juffrouw, ze zeiden, dat ik kon gaan",
antwoordde hij. ,1k, ik ging naar uw hui's
in Londen om het u te zeggen en u te bedan-
,,En ben je heelemaal hierheen gekomen
ze gaven mij, het adres."
,,En ben je heelemaal heerheen gekomen
om me te bedanken?" riep Lorrie uit, getrof-
fen door zijn dank'baarheid.
Hij sloeg zijn oogen neer voor haar blik,
toen kwam er weer de oude, geslepen trek in.
,,Ze zeiden, dat ik naar buiten moest gaan,
juffrouw, en dat u het geld voor me had ach
tergelaten om te gaan en en toen bedacht
ik om hierheen te gaan. Dit was even goed
als een andere plaats en ik dacht, dat ik u
hier misschien zien zou."
,,0", zei Lorrie. ,,Ik ben erg blij je te zien,
Leverick. Weet je zeker, dat je al sterk ge-
noeg bent om op de been te zijn? En waar
logeer je? Je moet me toestaan je op te zoe-
ken. Lady Collop zal ook blij zijn je te zien."
,,Dank u, juftfrouiw, dank u", zei hij. ,,Ik heb
onderdak in de donpsherberg ,,Het Wapen van
Latcham". maar komt u mij liever niet op-
zoeken, juffrouw."
,,Neen?" vroeg Lorrie. Waarom niet?"
Omdat ik voor nieman.d, behalve voor u
wil weten, dat ik hier hen, juffrouw."
..Wlaarom niet? Ben je hang voor iemand?"
vroeg Lorrie. ,,Je hebt t'och zeker van nie-
mand wat te vreezen? O, dat vergat ik, je
vertelde me, dat je een vijand hebt; maar die
is toch niet hier, Leverick?"
,,Ja, dat is hij wel", zei hij langzaam en
met moeite.
ties op christelijke hoogtijdagen werden inge-
zet. Deze leden wilden dan ook een woord
van protest doen hooren tegen de onwaar-
achtige geestesgesteldheid, welke uit deze
tegenstelling spreekt. Eenige leden meenden
zelfs te weten, dat op de terreinen van den
eersten onderteekenaar van de memorie van
toelichting des Zondags marschoefeningen en
j dergelijke werden gehouden, wat al zeer moei-
lijk in overeenstemmiing is te brengen met
diens zorg voor de Zondagseerbiediging door
anderen, die zich tot vergaderingen beperken.
Algemeen gaf men uiting aan zijn veribazing,
dat de voorstellers de memorie van toelichting
doen aanvangen met de door niets gestaafde
bewering, dat de neiging tot mindere eerbie-
diging van de Zondagen en christelijke
I feestdagen te wijten is aan „den steeds toe-
nemenden invloed van volksvreemde elementen
in ons laud". Indien het den onderteekenaars
met hun voorstel ernst was geweest, zouden zij
niet hebben nagelaten nauwkeurig mede te
deelen, wie deze elementen zijn en welken in
vloed zij hadden en hehben op de eerbiediging
van de Zondagen en de christelijke feestdagen
in ons land. Intusschen kende men de wijze,
waarop de voorstellers zich plagen uit te druk-
ken, voldoende om te begrijpen, dat zij Joden
bedoelen. Of zij daaronder verstaan zoowel de
niet-christelijke als de christelijke Joden, is
een vraag, waarop men gaarne een duidelijk
antwoord zou ontvangen.
Verscheidene leden ontkenden, dat de ont-
heiliging van den Zondag bevorderd wordt
door zoogenaamde volksvreemde elementen"
en dat zij zich meer voordoet dan voorheen.
Overigens meenden deze leden, dat de voor
stellers toch niet onkundig zullen zijn van het
hierboven reeds genoemde feit, dat juist in het
land, van waaruit deze aan het Nederlandsche
volk vreemde uitdmkking is ingevoerd en waar
zij het meest opgeld doet, op Zondagen dik-
wijls een groote politieke bedrijvigheid wordt
ontwikkeld.
Verscheidene leden merkten op, dat de voor
stellers, door de ontheiliging van den dag des
Heeren en de christelijke feestdagen aan
volksvreemde elementen" toe te schrijven,
blijik geven van hun onkunde ten aanzien van
het in dit voorstel ibehandelde vraagstuk en
zijn geschiedenis. Tot hen, die in ons land
veelal minder afkeer hehben van vergaderin
gen op Zondagen dan aan Protestantsche zijde
wordt gevoeld, behooren immers de roomsch-
katholieken. Toch zullen de voorstellers dit
groote deel onzer bevoiking niet wiilen reke-
nen tot de ..volksvreemde elementen'.'
Tensiotte werd opgemerkt, dat de Zondags-
ontheiliging niet van den laatsten trjd dateert,
doch reeds een veel voorkomend versehijnsel
was in een tijd, toen de calvinistische inslag
der bevoiking veel sterker was dan nu.
BELGIE WIL ZELFSTANDIG BLIJVEN.
De Belgische Kamer heeft Dinsdagmiddag
een interpellatie van de heeren Pierard en
Balthazar (sociaal-democratenj behandeld,
betrekking helbbende op het optreden van de
nationaal-socialistisiche partij in Belgie.
Pierard zei, dat zekere personen uit het
Derde Rij'k naaf Eupen zijn gekomen om te
s.preken. Hij achtte het ontoelaatbaar, dat
officieele Duitsche vertegenwoordigers zich
ongerust maken over de religieuze of poli
tieke overtuiging van Belgische onderdanen,
die Duitsche firma's vertegenwoordigen en
hun met repressaille-maatragelen bedreigen,
wanneer zij Joodseh personeel in dienst hou
den. Spreker verlangde van de regeering,
dat zij dienaangaande stappen zou doen bij
den Duitschen ambassadeur.
Vervolgens merkte Pierard op, dat de Duit
sche propaganda zeer actief is.
Verder toonde de spreker zich verontrust
over het belang, dat sommige Duitsche spre-
kers stellen in het Vlaamsohe vraagstuk en
over het contact, dat bestaat tusschen Vlaam-
sche studenten en de Duitsche jeugd.
De minister-president verklaarde, dat Bel
gie niets 'wil doen, dat schade kan berokkenem
aan de goede betrekkingen met andere landen,
doch de somvereiniteit van Belgie moet onaan-
getast blijven. Belgie wil geen vreemden in
vloed ondergaan, vanwaar deze invloed ook
komt, tenzij deze invloed bijdraagt tot ver-
Lorrle keek hem aan, alsof hij zijn verstand
had verloren door het ongeluk. „Wel, ik zal
niemand vertellen, dat je in Latcham bent, als
je het niet wilt, Leverick. Kan ik nog iets
voor je doen?"
„Niets, niets, juffrouw", zei hij heesch. „U
hebt al te veel gedaan meer, veel meer dan
ik verdien. Ik zal nu gaan, juffrouw", voegde
hij er hij, op de onhandige, verlegen manier
van menschen van zijn soort.
,,Dag Leverick", zei Lorrie. „Je moet me
eens laten hooren hoe het met je gaat en
denk erom, als je iets noodig hebt, geld of
wat ook, laat het lady Collop of mij dan
weten."
,,Dank u, juffrourw", mompelde hij, ,,maar
ik heb het geld, dat u voor me hebt achter
gelaten en dat zal wel voldoende zijn."
Toen tikte hij aan zijn hoed; hij wilde weg-
gaan, maar hij aarzelide en keek om.
,,Zoudt u mij wiilen vertellen juffrouw of
lord Kendale hier is
Lorrie's gelaat werd vuurrood en tot haar
ergernis zag ze, dat de man het had opge
merkt. ,,Ja", zei ze. ,,Lord Kendale logeert
bij lady Farnham. Mag ik hem niet vertellen,
dat je goed genoeg was om het ziekenhuis te
verlaten? Hij zal blij, zijn het te hooren."
,,iDat weet ik, juffrouw; ik weet, dat hij een
vriendelijk hart heeft, maar neen, vertel het
hem niet en niemand alstublieft. Goedenmor-
gen juffrouw en de hemel zegene u."
Hij deed zoo vreemd, dat Lorrie hem even
na bleef staren. Toen kwam het plotseling in
haar gedachten, dat hij plotseling bij haar
was geweest en dat ze hem niet had hooren
komen. Was hij hier vlak bij haar en Seymour
Melford verstopt geweest en had hij hun ge-
sprek gehoord?
Terwijl zij naar het huis liep, dacht ze nog
steeds aan den man en zijn vreemdsoortig'
gedrag.
Een lange gestalte liep het terras op en
neer en haar hart sprong op, zooals altijd
wanneer ze Guy zag. Denkend hem te vermij-
Per stuk 5 ct. 12 stuks 50 ct. Bij Apothekers en Drogisfen.
lngez. Mwt
hooging van het cultureele peil van Belgie.
Zekere feiten, waarvan de sprekers mededee-
ling hebben gedaan izijn het onderwerp van
besprekdngen met naburige landen geweest.
De overige feiten welke de regeering niet be
kend warem, zullen nader worden onderzocht.
Het is niet toelaatbaar dat vreemdelingen zich
verontrusten over de overtuiging van Belgi
sche onderdanen en men moet vertrouwen
stellen in de regeering, dat zij de inmenging
van een vreemd land zal weten te verhinde-
ren, een inmenging, welke dit land zelf niet
zou dulden. Binnenkort zullen de politiedien-
sten udtgebreid worden.
Tensiotte zei de minster-president, dat de
regeering haar plicht zhl weten te vervullen
voor de binnenlandsche veiligheid en de ver-
dediging van de grenzen.
De redte van den minister-president werd
luide toegejuicht.
GRAM.MENS EN WARD HERMANS
ZITLLEN VERVOLGD WORDEN.
Ondanks den aandrang, die van Vlaamsche
zijde op de regeering is uitgeoefend, schijnt
men te bevoegder plaatse niet voomemens te
zijn de rechtsvervolging tegen Florimond
Grammens en zijn medewerkers in den strijd
tegen ,de tweetaligheid op te schorten. De
Procureur des Konings heeft tenminste dezer
dagen den voorzitter van de Kamer, den heer
Frans van Cauwelaert, medegedeeld dat het
zijn bedoeling is de Kamerleden Grammens en
Ward Hermans wegens het ibeschadigen van
straatnaamborden en opschriften aan open-
bare gebouwen gerechtelijk te vervolgen. Wes-
halve de procureur de Kamer verzoekt de
imuniteit dezer beide Kamerleden op te hef-
fen.
De Kamercommissie van Justitie, die zich
met dit verzoek heeft beziggehouden, heeft
nog geen beslissing genomen, doch zal in
haar volgende vergadering op de zaak terug-
komen. Welke echter ook het advies van de
Kamercommissie moge zijn, in ieder geval
zullen Grammens en Ward Hermans bij de
Kamer zelf aandringen op de opheffing van
hun parlementaire onschendbaarheid, daar zij
de voile verantwoordelijkheid voor hun daden
opeisehen.
SPAANSOHE VLUOHTELINGEN IN
MEXICO AANGKKOMEN.
Te Vera Cruz zijn 1619 Spaansche vluchte-
linigen, onder wie de schrijver Antonio Zozaya,
aangekomen. Ziji werden hartelijk verwelkomd
door Garcia Tollez den secretaris van het
Mexicaansche vakverhond, die tevens minister
van bdnnenlandsche zaken is.
DE CHEF VAN DEN DUITSCHEN
GENERALEN STAF NAAR FINLAND
EN ESTLANB.
De correspondent der N. R. Crt. te Berlijn
telefoneerde Woensdagmiddag:
De aankondi'ginig van het bezoek van den
chef van den Duitschen generalen staf, Hal-
den, aan Finland en Estland, wekt hier, voor
zoover men er kennis van heeft kunnen nemen,
belangs telling.
De chef van den Finschen generalen staf,
Oesterman, heeft in het voorjaar van 1938
een bezoek aan Duitschland gebracht. Ook
de chef van den Estlandschen generalen staf
is reeds in 'Duitschland op bezoek geweest.
Haid en brengt du s een tegenbezoek, doch op-
merkelijk is het oogenblik waarop dit wordt
afgelegd, t.w. tijdens een periode, waarin Rus-
land dat in cnderhandelingen met Enge
land is gewikkeld zich verzet tegen de ver-
sterking van de Alandseilanden, op grond van
de bewering, dat de neutraliteit van Finland in
een eventueel Duitsch-Russisch conflict niet
zeker zou zijn.
Het bezoek van den chef van den Duitschen
den, ging ze de zij treden op, inplaats van die
in het midden, maar hij zag haar en kwam
naar haar toe. Hij strekte zijn beide handen
uit, scheen iets te wiilen zeggen, terwijl er
een vreemde blijdschap in zijn oogen lag,
maar hij hield zich in.
„Ben je beter?" zei hij, terrwijl hij haar
handen vasthield en haar aankeek met dien
zonderlingen, stralenden blik op zijn gelaat.
,,0 Lorrie! Lorrie!"
„Wat is er?" vroeg ze, verschrikt door zijn
toon.
„Niets, niets", antwoordde hij. ,,Dat wil
zeggen, ik kan het je nog niet vertellen."
Ze trok haar handen uit de zijne en keek
hem angst'ig vragend aan.
,,Kan je het me niet vertellen? Wat is er?"
vroeg ze.
,,Neen, nog niet! Maar Lorrie, als je eens
wist welk een gewicht er van mijn hart ge-
licht is stil, ik durf niets meer zeggen,
zelfs niet tegen jou! Ga ontbijten en en
verdraag het maar van me!"
Vol van een gevoel, dat een voorbode was
van groote gebeurtenissen, ging ze naar bin-
nen. Tegelijk kwam Diana de kamer in. Haar
trotsch, mooi gelaat was nog bleeker dan
anders, maar zij glimlachte en kuste lady
Farnham met haar gewone zellfbeheersching
en kalmte.
Beter, Lorrie?" zei ze, onverschillig knik-
kende. ,,Het moet erg heet in de kamer zijn
geweest, lady Farnham, want ik had een
hoofdpijn, waardoor ik vannacht wakker ben
gehouden. Waar is Guy?"
,,Hij heeft al ontbeten", zei lawy Farnhem.
,,Hij was een paar minuten geleden op het
terras."
,,De onvermijideiijke sigaa.r zeker", zei Diana
lui. ,,-Ik vraag me af wat er met de heeren
de.r schepping zou gebeuren, als tabak ver-
b'oden werd. Waar is1 mijn broer?"
,,'Hier ben ik", zei Seymour, die binnen-
kwam en hij ging naast Lorrie zitten."
(Wordt vervolgd.)
9