ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENT1EBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN LORRIE Feuilleton Haw* No 9926. VRIJDAG 16 JUNI 1939 79e Jaargang Binnentand BuitenSand TWEEDE BLAD Tnsd. >ri \fOJK' •■wHJwarasM vyawwaataws NEUZENSCHE CO U RANT PRINK BERNHARD ZIET DE DOOR HEM ZELF OPGENOMEN FILM VAN PRINSES BEATRIX. Na het bijwonen van de zitting van den Raad van State heeft Z. K. H. Prins Bernhard Drnsdag een bezoek gebracht aan de Cineac cip net Buitenho# te Den Haag, waar hij, de film heeft aanschouwd, welke bij zelf van Prinses Beatrix heeft opgenomen. De Prins was ver- gezeld van zijn secretaris, jhr. mr. C. Dedel en zijn adjudant kapitein J. K. H. de*Roo van Alderwerelt. De hooge bezoekers werden verwelkomd door de directie van de Cineac, die den Prins een boek aanlbood, waarin allerlei her- inneringen aan het vertoonen van deze film zijn aangebracht, zooals persverslagen, foto's enzelfs een bewijs van de filmkeurings- commdssie, dat de film van Prinses Beatrix voor aile leeftijden was goedgekeurd. Ten slotte heeft de Prins de film aan schouwd), hebgeen voor hem ook al daarom een attractie was-, omdat hij versehillende gedeelten, welke hij heeft opgenomen, zelf nog niet geprojecteerd heeft gezien. Er was voor den Prins dus een geheel nieuw gedeelte bij, Geen wonder dtis, dat hij1, evenals de vele be- zoekers van de Cineac, ook hartelijk mee- lachte bij het vertoonen van de film. Het bezoelk van Prins Bernhard1 was spoedig bekend geworden, zoodat, toen om kwart voor vier het gezelsichap de Cineac verliet, een groote mensehenmenigte op het Buitenhof verzameld was, die den Prins hartelijk toe- juddhte. EEN GEZELSCHAPSTARIEF VOOR 5 PERSONEN. Naar de Stand, vemeemt overweegt de Directie van de Ned. Spoorwegen de invoering van een nieuw gezelsehapstarief voor gazel- sehappen van 5 personen. Het zou in de bedoeling Idggen, dat de kaar- tjes voor dit nieuwe tarief niet vooraf behoe- ven te worden aangevraagd, doch direct bij aanvraag aan 't station van vertrek verkrijg- baar zullen zijn. Dlit nieuwe gezelsehapstarief zou dan reeds zeer binnenkort worden ingevoerd. BE PRIJZEN VAN VET RUND- EN KALFSVLEESCH. De Nederlandsche Vereeniging van veewei- ders en -mesters heeft Woensdag een telegram van den volgendem inhoud gezonden aan den Minister van Economische Zaken: „De prijzen van vet rund- en kalfsvleesch op die veemarkten vertoonen steeds verdere dalimg. De aandacht van Uwe Excellentie wordt er op gevestigd, dat in het toijtzonder de prij zen van vet rund- en kalfsvleesch van eerste kwaliteit niet doorslaggevend zijn bij bepa- ling van het prijspedl, waar vrijwel geen vet rund- en kalfsvleesch van eerste kwaliteit wordt aangevoerd. Met klem dringen wij. biji Uwe Excellentie er op aan. om spoedig in meer hoeveelheden slachtvee van tweede en derde kwaliteit uit de markt te nemen ter inblikking, teneinde verdere ineenstorting der prijzen te voor- koanen". BE MAATREGELEN TEGEN JOE WILDE BUSSEN. Onvriendelijke ,daad jegens Belgie? In den gemeenteraad van Antwerpen is Maandag een interpellatie gehouden over het verminderd touristenibezoek aan Belgie in het algemeen en Antwerpen in het bijzonder ten gevolge van de Nederlandsche maatregelen tegen de wilde bussen. De laatste weken, aldus de heer Berckmans, die de interpellatie tot den burgemeester riohtte, hehben wij geconstateerd, dat er honderden bezoekers minder in Antwerpen zijn geweest. iBurgemeester Huysmans antwoordde, dat naar zijn meening de Nederlandsche regeering haar maatregelen tegen de bussen heeft ge- noonen om de Spoorwegen te ibevoordeelen. Maar de maatregelen strekken hun invloed tot Belgie uit en de burgemeester beschouwde het Door CHARLES GAR VICE. 70) Vervolg. Zrj verbleekte en keek naar haar zwarte japon. „Het is zoo kort geleden sinds sinds hij stierf", antwoordde ze fluisterend. „Vier maanden geleden!" protesteerde hij. ,,Ach Lorrie, je moet zoowel aan de levenden als aan de dooden denken! Als je eens wist, hoe ik er vurig naar verlang je de mijne te noemen, mijn eigen!" „Geef me nog een poosje", pleitte ze. „Een maand!" ,,Neen, lieveling!" zei hij en zijn lippen zette hij vast op elkaar. ,,Geen maand. Ik kan niet, Lome. Misschien moet ik Engeland weer bin- nen een maand verlaten, maar ik kan niet zonder je gaan. Waarom zou je weigeren? Is er een reden voor? Is het omdat je je terug wilt trekken? Omd'at je je woord je plech- tige belofte wilt broken?" Haar lippen beefden, maar ze forceerde met moeite de woorden: ,,Neen, ik zal mijn woord niet breken." Lieveling! Ik wist wel, dat je dat niet zou doen, ik wist, dat ik je vertrouwen kon!" riep hij uit, terwijl hiji haar hand nam en die naar zijn lippen bracht. „Wil je dan voor het einde der maand met me trouwen, lieveling? Dan gaan we teza- men weg, als man en vrouw." ,,'Ik zal dben, zooals jij wilt", zei ze zwakjes. „Nu zullen we gaan ontbijten", zei hij. met een glimlach van voldoening. „Kom". En hij offreerde haar een arm. Lome week even achteruit. „Ik ik wilde optreden der Nederlandsche regeering als een onvriendelijke daad jegens Belgie. Indien zulke maatregelen de vriendschappe- lijke betrekkingen tusschen de twee landen moeten aanwakkeren, dan is men op den ver- keerden weg, meende burgemeester Huysmans, die er tensiotte zijn vreugde over uitsprak, dat een lid van den gemeenteraad deze kwestie ter sprake had gebracht, zoodat ook de Bel gische regeering kennis kon nemen van het misnoegen, dat in Antwerpen ten aanzien van de Nederlandsche maatregelen is ontstaan. TEKORT AAN SOHEEPSMACHINISTEN TE ROTTERDAM. Het mag zeer merkwaardig genoemd wor den, dat een stad als Rotterdam met haar groot aantal technische, bij de seheepvaart betrokken bedrijven, een tekort heeft aan scheepsmachinisten. Dit tekort is op het oogenblik werkelijik nijpend te noemen, het- geen tengevolge heeft, dat door de scheep- vaartmaatsohappijen menigeen zonder oe- hoorlijke opleiding wordt aangenomen. Er zijn voor het ontstaan van dit tekort verscheidene redenen aan te voeren. Een van de meest belangrijike factoren is de omstandigheid, dat de techniek van de laatste jaren ook aan boora van het schip grooten vooruitgang ge- maakt heeft. Door het gebrek aan aanibod is de gage van een asssitent-scheepswerktuigkundige van 66 tot 75 gulden op het oogenblik tot 100 gulden, buiten kost en inwoning, opgeloopen. Vorig jaar liebben in ons land ongeveer 350 personen het voorloopig diploma ibehaald. E!r werden echter 200 assistent-machinisten meer gevraagd. Voor velen is er op dit ge- bied dus zeker nog iets behoorlijks te bereiken. EXTRA UITVOER VAN TUINBOUWPRODUCTEN NAAR DUITSCHLAND. De Regeeringspersdienst meldt: Tusschen Nederland en Duitschland werd overeenstemming verkregen over een extra uitvoer van circa drie millioen mark aan Nederlandsche buintoouwproducten naar Duitschland. Deze transactie werd bevorderd wegens den uitzonderlijik moeilijken toestand van den tuinibouw. De betalinig van dezen uitvoer zal niet op de gebruikelijke wijze over de clearing geschieden, doch op een nader te foepalen wijze door het afsluiten van bijzon- dere transacties. Uit de voor de steunverleening aan den tuin- bouw voor 1939 uit het landbouw-erisisfonds beschikibaar gestelde gelden zal de betaling aan de Nederlandsche belanghebbenden op zoodanige wijze gefinancierd worden, dat deze geschiedt op een termijn die overeen komt met een wachttijd, gelijk die (bestaat voor den over de clearing te verrekenen export. WILLIBRORD-HERDENKING TE UTRECHT. Donderdagmiddag heeft de eerste minister Dr. H. Colijn de Willilbrord-tentoonstelling in de kloostergang van den Dom te Utrecht offi- cieel geopend. Op de pleohtige bijeenkomst waren vele geestelijke en wereldlijke autori- teiten aanwezig, alsmede vertegenwoordigers van Belgie, Frankrijk en Zwitserland. Vooraf voerden het woord: de burgemeester van Utrecht, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk, als voorzitter van het Nationaal Comite voor de herdenking van het twaalfde eeuwgetijde van Willibrord, den apostel der Nederlanden, prof. dr. W. Lampen O.F.M. van de Katho- lieke Universiteit te Nijmegen, en de directeur van het Centraal Miuseum te Utrecht, dr. W. C. Schuylenburg. HET NAT.-SOO. ONTWERP „ZONDAGSEERBIEDIGINGSWET". Aan het voorloopig verslag over het voor- stel van wet van den heer De Marohant et d'Ansemhourg c.s. (n.s.) tot verbod van politieke vergaderingen op Zondagen en door de kerkgenootschappen van den christelijken godsdienst algemeen erkende en gevierde christelijke hoogtijdagen, ontleenen wij: Algemeen was men van oordeel, dat dit ont- werp niet kan worden beschouwd als een ernstige poginig om te komen tot meer eer- biediging van den Zondag en de christelijke feestdagen. De considerans luidt, ,,dat de eerbiediging hier graag nog even blijven", zei ze zacht. ,,Ik wil hierover nadenken. Neen" want zijn gezicht werd somber ,,ik zal doen zooals je wilt, ik zal je gehoorzamen." „Gehoorzamen, dat is een hard woord, lieveling." ,,Laat me hier nog even", pleitte ze. En hij ginig, langzaam en onwillig. (Lorrie zat voor zich uit te staren. Het was zooals ze had gevreesd; hij was gekomen om haar aan haar woord te houden. De dood van haar vader had haar vier maanlden geleden gered, maar wat zou haar nu redden? Niets, niets Met een zucht stond ze lusteloos op om naar het huis terug te gaan, toen ze achter de bank, waarop ze gezeben had, plotseling haar patient uit het ziekenhuis, Le-verick, zag staan. Zij was zenuwachtig en overspannen en ze schrok, greep de leuning van de bank vast en noemde zijn naam. De man stond daar be- scheiden en onderdanig, met gebogen hoofd. Hij was heel mager geworden en zijn klee- ren hingen om zijn lichaam, alsof hij ineen- geschrompeld was. Hij stond naar haar te kijfcen met een soort van hondentrouw in 2!ijn holle oogen, terwijl hij waohtte tot zij hem zou aanspreken. Hij vouiwde zijn handen samen op zij-n stok, waarop hij zwak en ner- veus leunde. ,,Ben je het werkelijik, Leverick", zei Lorrie, gerustgesteld, „je hebt me verrast. Hoe ben je hier gekomen?" ,,Ja, ik ben het juffrouw", zei hij zwak en heesch. ,,Ik ik hoop, dat u niet boos bent, juffrouw?" ,Boos Natuurlijk niet", zei Lorrie aan- moedigend. „Maar hoe kwam je van alle plaatsen van de wereld juist hier?" „Ze hebben me in het ziekenhuis ontslagen, juffrouw", zei hij, ,,en ze gaven me het geltd, dat u voor me had achtergelaten." Hij zweeg en zag haar met tranen in de oogen aan. „Ik wou u graag bedanken, juffrouw, -voor al uw van den Zondag en van de door de kerkge- nootschappen van den christelijken godsdienst algermeen erkende en gevierde christelijke feestdagen wettelijke voorziening eischt" en het voorstel draagt den naam van ,,Zondags- eerbiedigingswet", maar het ontwerp heeft in werkelijkheid slechts betrekkintg op een klein deel van het vraagstuk der Zondagsheiliging en der Zondagsrust. Indien de voorstgllen wer- ke'lijk in de considerans bedoelde wettelijke voorziening hadden igewenscht, dan zou hun aandacht niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats zijn uitgegaan naar politieke vergade ringen, maar veeleer naar openbare venmake- lijkheden en wedstrijden, waardoor, naar het oordeel van vele leden, de Zondagen en chris telijke feestdagen ermtiger en veelvuldiger worden ontheiligd dan door het houden van politieke vergaderingen. Algemeen was men dan ook van oordeel, dat de voorgestelde inci- denteele regeling slechts een onevenwichtigen toestand in het leven zou roepen. De eerbie diging van den Zondag en van de algemeen erkende christelijke feestdagen is een aange- legenheid, welke een algemeene regeling be- hoeft. Dit feit wordt niet ongedaan gemaakt door een beroep op de omstandigheid, dat de .politieke partijen" niet tot overeenstemming zouden kunnen komen over wijiziging van de Zondagswet. Sommige leden verklaarden, dat zij in be- ginsel geen ibezwaar hadden tegen een verbod tot het houden van politieke vergaderingen op Zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen, indien aan ten minste twee voor- waarden wordt voldaan: dat het begrip poli tieke vergadering" nauwkeurig en eng om- schreven zij en de verbodsbepaling een on- derdeel zij van een algemeene Zondagswet of een werkelijke ZondagseerbiedigingswetAan geen dezer voorwaarden voldoet dit voorstel. Men deed o.a. opmerken, dat ook de vol- strekte onibepaaldheid van het begrip poli tieke vergaderingen" de kern toch van dit voorstel een gemis aan emst bij de voor- stellers verraadt. Is een optoeht, een demonstratie, een verga dering? Is een ibijeenkomst, zooals deze her- haaldelijk wordt georganiseerd door een vak- vereeniging of een vereeniging van algemeen maatschappelijk nut, waarbiji onderwerpen worden behandeld, welke liggen op sociaal en oeconomisch terrein, 'n politieke vergadering? Vallen bijeenkomsten tot stiohting en wijding, gehouden door jongelingsvereenigingen en der- gelijke organisaties, waarbij: social© en maat- schappelijke vragen worden besproken, onder dit begrip De voorgestelde vage aanduiding sluit een ibevestigend antwoord op deze vra gen niet uit. Ja zelfs de vrijheid van prediking op den kansel zou aan banden kunnen worden gelegd, indien dit voorstel tot wet werd ver- heven. Een godsdienstoefening, gediurende weike een preek wordt gehouden over de overheid en haar werk, zou als een politieke vergadering kunnen worden aangemerkt. Het uitspreken van gebeden in openbare godsdienstoefeningen voor de regeering, voor regeeringspersonen, voor het behoud van den vrede zou ibelemmerd kunnen worden. Verklaren de voorstellers een dergelijke interpretatie niet te willen, dan treft hen het verwijt, aldus merkt men op, dat zij zich niet de moeite hebben gegeven, zich de consequenties van hun voorstel voor oogen te stellen. Op grond van deze overwegingen kwam men algemeen tot de slotsom, dat het indienen van dlit' wetsontwerp niet als een ernstige parle- inentaire handeling kan worden beschouwd, hetgeen door vele leden te meer werd betreurd, wijl het ontwerp betrekking heeft op een on- derwerp van zoo verheven aard als de Zon dagsheiliging. Vele leden achtten ook uit constitutioneel oogpunt de indiening van dit voorstel onge- wenscht. Het had vele leden verbaasd, dat dit ont werp is ingediend door aanhangers van een systeem, onder hetwelk gewelddadige politieke excessen ook op Zondagen hebben plaats ge- had, onder hetwelk op Zondagen een groote politieke bedrijvigheid wordt ontwikkeld, onder hetwelk een groot deel van het volk door de verplichting tot het deelnemen aan oefeningen, demonstraties en politieke vergaderingen, als mede door het gedwongen verblijf in kampen, feitelijk niet in staat is godsdienstoefeningen bij te wonen, onder hetwelk militaire opera- goedheid, maar ik kan niet ik kan niet! Ik heb er geen woorden voor!" en zijn han den berwogen zenuwachtig. ,,0, maar je hebt me nu al bedankt", zei Lorrie. ,,Wil je niet gaan zitten ik ben bang, dat je nog zwak bent. Was het ver- standig om het ziekenhuis zoo gaujw te ver laten?" voegde ze er bij, terwijl ze naar zijn afgetobd gezicht zag en de schitterende, diep- liggende oogen. ,,Ja juffrouw, ze zeiden, dat ik kon gaan", antwoordde hij. ,1k, ik ging naar uw hui's in Londen om het u te zeggen en u te bedan- ,,En ben je heelemaal hierheen gekomen ze gaven mij, het adres." ,,En ben je heelemaal heerheen gekomen om me te bedanken?" riep Lorrie uit, getrof- fen door zijn dank'baarheid. Hij sloeg zijn oogen neer voor haar blik, toen kwam er weer de oude, geslepen trek in. ,,Ze zeiden, dat ik naar buiten moest gaan, juffrouw, en dat u het geld voor me had ach tergelaten om te gaan en en toen bedacht ik om hierheen te gaan. Dit was even goed als een andere plaats en ik dacht, dat ik u hier misschien zien zou." ,,0", zei Lorrie. ,,Ik ben erg blij je te zien, Leverick. Weet je zeker, dat je al sterk ge- noeg bent om op de been te zijn? En waar logeer je? Je moet me toestaan je op te zoe- ken. Lady Collop zal ook blij zijn je te zien." ,,Dank u, juftfrouiw, dank u", zei hij. ,,Ik heb onderdak in de donpsherberg ,,Het Wapen van Latcham". maar komt u mij liever niet op- zoeken, juffrouw." ,,Neen?" vroeg Lorrie. Waarom niet?" Omdat ik voor nieman.d, behalve voor u wil weten, dat ik hier hen, juffrouw." ..Wlaarom niet? Ben je hang voor iemand?" vroeg Lorrie. ,,Je hebt t'och zeker van nie- mand wat te vreezen? O, dat vergat ik, je vertelde me, dat je een vijand hebt; maar die is toch niet hier, Leverick?" ,,Ja, dat is hij wel", zei hij langzaam en met moeite. ties op christelijke hoogtijdagen werden inge- zet. Deze leden wilden dan ook een woord van protest doen hooren tegen de onwaar- achtige geestesgesteldheid, welke uit deze tegenstelling spreekt. Eenige leden meenden zelfs te weten, dat op de terreinen van den eersten onderteekenaar van de memorie van toelichting des Zondags marschoefeningen en j dergelijke werden gehouden, wat al zeer moei- lijk in overeenstemmiing is te brengen met diens zorg voor de Zondagseerbiediging door anderen, die zich tot vergaderingen beperken. Algemeen gaf men uiting aan zijn veribazing, dat de voorstellers de memorie van toelichting doen aanvangen met de door niets gestaafde bewering, dat de neiging tot mindere eerbie- diging van de Zondagen en christelijke I feestdagen te wijten is aan „den steeds toe- nemenden invloed van volksvreemde elementen in ons laud". Indien het den onderteekenaars met hun voorstel ernst was geweest, zouden zij niet hebben nagelaten nauwkeurig mede te deelen, wie deze elementen zijn en welken in vloed zij hadden en hehben op de eerbiediging van de Zondagen en de christelijke feestdagen in ons land. Intusschen kende men de wijze, waarop de voorstellers zich plagen uit te druk- ken, voldoende om te begrijpen, dat zij Joden bedoelen. Of zij daaronder verstaan zoowel de niet-christelijke als de christelijke Joden, is een vraag, waarop men gaarne een duidelijk antwoord zou ontvangen. Verscheidene leden ontkenden, dat de ont- heiliging van den Zondag bevorderd wordt door zoogenaamde volksvreemde elementen" en dat zij zich meer voordoet dan voorheen. Overigens meenden deze leden, dat de voor stellers toch niet onkundig zullen zijn van het hierboven reeds genoemde feit, dat juist in het land, van waaruit deze aan het Nederlandsche volk vreemde uitdmkking is ingevoerd en waar zij het meest opgeld doet, op Zondagen dik- wijls een groote politieke bedrijvigheid wordt ontwikkeld. Verscheidene leden merkten op, dat de voor stellers, door de ontheiliging van den dag des Heeren en de christelijke feestdagen aan volksvreemde elementen" toe te schrijven, blijik geven van hun onkunde ten aanzien van het in dit voorstel ibehandelde vraagstuk en zijn geschiedenis. Tot hen, die in ons land veelal minder afkeer hehben van vergaderin gen op Zondagen dan aan Protestantsche zijde wordt gevoeld, behooren immers de roomsch- katholieken. Toch zullen de voorstellers dit groote deel onzer bevoiking niet wiilen reke- nen tot de ..volksvreemde elementen'.' Tensiotte werd opgemerkt, dat de Zondags- ontheiliging niet van den laatsten trjd dateert, doch reeds een veel voorkomend versehijnsel was in een tijd, toen de calvinistische inslag der bevoiking veel sterker was dan nu. BELGIE WIL ZELFSTANDIG BLIJVEN. De Belgische Kamer heeft Dinsdagmiddag een interpellatie van de heeren Pierard en Balthazar (sociaal-democratenj behandeld, betrekking helbbende op het optreden van de nationaal-socialistisiche partij in Belgie. Pierard zei, dat zekere personen uit het Derde Rij'k naaf Eupen zijn gekomen om te s.preken. Hij achtte het ontoelaatbaar, dat officieele Duitsche vertegenwoordigers zich ongerust maken over de religieuze of poli tieke overtuiging van Belgische onderdanen, die Duitsche firma's vertegenwoordigen en hun met repressaille-maatragelen bedreigen, wanneer zij Joodseh personeel in dienst hou den. Spreker verlangde van de regeering, dat zij dienaangaande stappen zou doen bij den Duitschen ambassadeur. Vervolgens merkte Pierard op, dat de Duit sche propaganda zeer actief is. Verder toonde de spreker zich verontrust over het belang, dat sommige Duitsche spre- kers stellen in het Vlaamsohe vraagstuk en over het contact, dat bestaat tusschen Vlaam- sche studenten en de Duitsche jeugd. De minister-president verklaarde, dat Bel gie niets 'wil doen, dat schade kan berokkenem aan de goede betrekkingen met andere landen, doch de somvereiniteit van Belgie moet onaan- getast blijven. Belgie wil geen vreemden in vloed ondergaan, vanwaar deze invloed ook komt, tenzij deze invloed bijdraagt tot ver- Lorrle keek hem aan, alsof hij zijn verstand had verloren door het ongeluk. „Wel, ik zal niemand vertellen, dat je in Latcham bent, als je het niet wilt, Leverick. Kan ik nog iets voor je doen?" „Niets, niets, juffrouw", zei hij heesch. „U hebt al te veel gedaan meer, veel meer dan ik verdien. Ik zal nu gaan, juffrouw", voegde hij er hij, op de onhandige, verlegen manier van menschen van zijn soort. ,,Dag Leverick", zei Lorrie. „Je moet me eens laten hooren hoe het met je gaat en denk erom, als je iets noodig hebt, geld of wat ook, laat het lady Collop of mij dan weten." ,,Dank u, juffrourw", mompelde hij, ,,maar ik heb het geld, dat u voor me hebt achter gelaten en dat zal wel voldoende zijn." Toen tikte hij aan zijn hoed; hij wilde weg- gaan, maar hij aarzelide en keek om. ,,Zoudt u mij wiilen vertellen juffrouw of lord Kendale hier is Lorrie's gelaat werd vuurrood en tot haar ergernis zag ze, dat de man het had opge merkt. ,,Ja", zei ze. ,,Lord Kendale logeert bij lady Farnham. Mag ik hem niet vertellen, dat je goed genoeg was om het ziekenhuis te verlaten? Hij zal blij, zijn het te hooren." ,,iDat weet ik, juffrouw; ik weet, dat hij een vriendelijk hart heeft, maar neen, vertel het hem niet en niemand alstublieft. Goedenmor- gen juffrouw en de hemel zegene u." Hij deed zoo vreemd, dat Lorrie hem even na bleef staren. Toen kwam het plotseling in haar gedachten, dat hij plotseling bij haar was geweest en dat ze hem niet had hooren komen. Was hij hier vlak bij haar en Seymour Melford verstopt geweest en had hij hun ge- sprek gehoord? Terwijl zij naar het huis liep, dacht ze nog steeds aan den man en zijn vreemdsoortig' gedrag. Een lange gestalte liep het terras op en neer en haar hart sprong op, zooals altijd wanneer ze Guy zag. Denkend hem te vermij- Per stuk 5 ct. 12 stuks 50 ct. Bij Apothekers en Drogisfen. lngez. Mwt hooging van het cultureele peil van Belgie. Zekere feiten, waarvan de sprekers mededee- ling hebben gedaan izijn het onderwerp van besprekdngen met naburige landen geweest. De overige feiten welke de regeering niet be kend warem, zullen nader worden onderzocht. Het is niet toelaatbaar dat vreemdelingen zich verontrusten over de overtuiging van Belgi sche onderdanen en men moet vertrouwen stellen in de regeering, dat zij de inmenging van een vreemd land zal weten te verhinde- ren, een inmenging, welke dit land zelf niet zou dulden. Binnenkort zullen de politiedien- sten udtgebreid worden. Tensiotte zei de minster-president, dat de regeering haar plicht zhl weten te vervullen voor de binnenlandsche veiligheid en de ver- dediging van de grenzen. De redte van den minister-president werd luide toegejuicht. GRAM.MENS EN WARD HERMANS ZITLLEN VERVOLGD WORDEN. Ondanks den aandrang, die van Vlaamsche zijde op de regeering is uitgeoefend, schijnt men te bevoegder plaatse niet voomemens te zijn de rechtsvervolging tegen Florimond Grammens en zijn medewerkers in den strijd tegen ,de tweetaligheid op te schorten. De Procureur des Konings heeft tenminste dezer dagen den voorzitter van de Kamer, den heer Frans van Cauwelaert, medegedeeld dat het zijn bedoeling is de Kamerleden Grammens en Ward Hermans wegens het ibeschadigen van straatnaamborden en opschriften aan open- bare gebouwen gerechtelijk te vervolgen. Wes- halve de procureur de Kamer verzoekt de imuniteit dezer beide Kamerleden op te hef- fen. De Kamercommissie van Justitie, die zich met dit verzoek heeft beziggehouden, heeft nog geen beslissing genomen, doch zal in haar volgende vergadering op de zaak terug- komen. Welke echter ook het advies van de Kamercommissie moge zijn, in ieder geval zullen Grammens en Ward Hermans bij de Kamer zelf aandringen op de opheffing van hun parlementaire onschendbaarheid, daar zij de voile verantwoordelijkheid voor hun daden opeisehen. SPAANSOHE VLUOHTELINGEN IN MEXICO AANGKKOMEN. Te Vera Cruz zijn 1619 Spaansche vluchte- linigen, onder wie de schrijver Antonio Zozaya, aangekomen. Ziji werden hartelijk verwelkomd door Garcia Tollez den secretaris van het Mexicaansche vakverhond, die tevens minister van bdnnenlandsche zaken is. DE CHEF VAN DEN DUITSCHEN GENERALEN STAF NAAR FINLAND EN ESTLANB. De correspondent der N. R. Crt. te Berlijn telefoneerde Woensdagmiddag: De aankondi'ginig van het bezoek van den chef van den Duitschen generalen staf, Hal- den, aan Finland en Estland, wekt hier, voor zoover men er kennis van heeft kunnen nemen, belangs telling. De chef van den Finschen generalen staf, Oesterman, heeft in het voorjaar van 1938 een bezoek aan Duitschland gebracht. Ook de chef van den Estlandschen generalen staf is reeds in 'Duitschland op bezoek geweest. Haid en brengt du s een tegenbezoek, doch op- merkelijk is het oogenblik waarop dit wordt afgelegd, t.w. tijdens een periode, waarin Rus- land dat in cnderhandelingen met Enge land is gewikkeld zich verzet tegen de ver- sterking van de Alandseilanden, op grond van de bewering, dat de neutraliteit van Finland in een eventueel Duitsch-Russisch conflict niet zeker zou zijn. Het bezoek van den chef van den Duitschen den, ging ze de zij treden op, inplaats van die in het midden, maar hij zag haar en kwam naar haar toe. Hij strekte zijn beide handen uit, scheen iets te wiilen zeggen, terwijl er een vreemde blijdschap in zijn oogen lag, maar hij hield zich in. „Ben je beter?" zei hij, terrwijl hij haar handen vasthield en haar aankeek met dien zonderlingen, stralenden blik op zijn gelaat. ,,0 Lorrie! Lorrie!" „Wat is er?" vroeg ze, verschrikt door zijn toon. „Niets, niets", antwoordde hij. ,,Dat wil zeggen, ik kan het je nog niet vertellen." Ze trok haar handen uit de zijne en keek hem angst'ig vragend aan. ,,Kan je het me niet vertellen? Wat is er?" vroeg ze. ,,Neen, nog niet! Maar Lorrie, als je eens wist welk een gewicht er van mijn hart ge- licht is stil, ik durf niets meer zeggen, zelfs niet tegen jou! Ga ontbijten en en verdraag het maar van me!" Vol van een gevoel, dat een voorbode was van groote gebeurtenissen, ging ze naar bin- nen. Tegelijk kwam Diana de kamer in. Haar trotsch, mooi gelaat was nog bleeker dan anders, maar zij glimlachte en kuste lady Farnham met haar gewone zellfbeheersching en kalmte. Beter, Lorrie?" zei ze, onverschillig knik- kende. ,,Het moet erg heet in de kamer zijn geweest, lady Farnham, want ik had een hoofdpijn, waardoor ik vannacht wakker ben gehouden. Waar is Guy?" ,,Hij heeft al ontbeten", zei lawy Farnhem. ,,Hij was een paar minuten geleden op het terras." ,,De onvermijideiijke sigaa.r zeker", zei Diana lui. ,,-Ik vraag me af wat er met de heeren de.r schepping zou gebeuren, als tabak ver- b'oden werd. Waar is1 mijn broer?" ,,'Hier ben ik", zei Seymour, die binnen- kwam en hij ging naast Lorrie zitten." (Wordt vervolgd.) 9

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 5