ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
LORRIE
No 9923. tv/eede blad VR1JDAG 9 JUNI 1939 79e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Oe zomerwarmte
TER NEUZENSCHE COU RANT
HERIJK 1939.
Bux.gemeester en Wethouders van TER-
NEUZE'N brengien ter openbare kennis:
a. dat de voorgeschreven Kitting voor deze
gemeente zal plaats hebben te SLUISKIL in
een de,r loikalien van die openbare school D op
Woensdag 38 Juni 1939, dies voormidldags 9'/2
12 uur en dies inamiddags 14 uur;
te TERNEUZBN in het gebouw .Emmanuel"
aan de Nieuwediepstraat voor hen wier
familienaam, naam. van de firma of vennoot-
schiap begint met een der letters:
A, B, C. E en F op Maandiag 19 Juni 1939,
van 1 y2<4% uur n.m.;
D, G, H, I en J op Dinsdlag 20 Junii 1939,
van 912 v.m. en iy24% uur n.m.;
K, L en M op Woensdag- 21 Juni 1939, van
912 v.m. en 1 y24Y2 n.m.;
TJ en V op Donderdag 22 Juni 1939, van 912
uur v.m. en voor groote partijen van
X%44/2 uur n.m.;
N, O, P, Q, R, 1S1, T op Vrijdag 23 Juni 1939,
van 9—12 uur v.m. en iy24y2 uur n.m.;
W, X, U en Z op Zaterdag 24 Juni 1939, van
912 uur;
h. dat de maten en gewiehten schoon,
droog en roestvrij moeten worden aangehoden
am onderzochlt te kunnen worden; dat ijzere
rmaten' van binnen en van buiten geverfd d'ie-
nen te zijn, koperen gewiehten afgewasschen
en 00k de gaten gereinigd; dat ijzeren gewieh
ten niet gepotlood mogen zijn, doch roestvrij
moeten zijn gemaakt en daama ingewreven
met gekookte lijnolie
e. ctat de maten en gewiehten voor 1 October
1939 gestempeld moeten zijn met de letter M
en dat er, bij verzulim of verhindering om van
de ziltting gebruik te maken, nog gelegenheid
bestaat maten en gewiehten te laiten herijken
aan het ijkkantoor te Mididelburg. Op elken
twieeden Donderdag en daaropvol genden Vrij
dag in iedere maandl, uitgeizonderd Augustus
en verder na iSeptemher volgens aankonidiging
voor het raam, van 912 uur v.m. en van
1 y4 y2 uur n.m.;
d. dat de maten en geiwichten, welke zijn
gestempeld met het Afkeuringsmerk
niet in winkels enz. mogen worden terug-
gebracht;
e. dat ten bate van 'a Rijks1 sctaatkdst
betaal'd moet worden voor het onderzoek der
maten en gewiehten (ijikloon) en voor het
justeeren der gewiehten (jusiteerloon) en
f. dat de miligramigewiehten niet op de
henijikzitting, maar all een aan het ijkkantoor
herijkt kunnen worden (opzending per post
franco met insluiting van het postbewijs tot
een bedrag, overeenkomende met de som van
10 cent voor elk gewicbt. Oak is mede te
zsendlen de gezegelde enveloppe, afgegeven bij
de vorige verificatie, daar de gewiebtjes
anders aan de aischen, gesteld voor -de nieuwe,
moeten voldoen). Ook is mcigellijik overschrij-
vinig op postrekening nr. 9877 v/h Ijkkantoor
Mididelburg.
Temeuzen, 8 Juni 1939.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVTJT J <E, Secretaris.
OOMMISSIE VAN ONDERZOEK INZAKE
HET BAR ERI.I BEDRIJF.
Het Tweede Kamerlid dte heer I. H. J. Vos
heeft aan de ministers van Eeonomische en
Sociaie Zaken de volgendte schriftelljke vragen
gesteld:
Is het juist, dat door de ministers dezer
dagen een commissie is ingest eld in verhand
met de onbevredigende positde van het bak-
kerijfoedrijf
Zoo ja, welke opdracht is aan deze commis
sie gegeven en welke overwegingen hebben bij
haar samenstelling gegolden
Is daarbij met name wel voldoende rekening
gehouden met een voldoende vertagenwoor-
diging van het georganiseerde bedrijf slevem en
van de verbruikersbelangen
Door CHARLES GAR VICE.
67) Vervolg.
„Ik moet gaan," zei de graaf. ,,Is ze
heter?" voegde hij er op verdrietigen toon en
met sprjt in zijn stem aan toe.
,,Ja. Dat arme, jonge ding," zei lady
Famiham. ,,Ga van avond niet weg, Lat-
cham. Blijf hier. Je kamer is voor je klaar,
naast die van Guy. Guy, kom je vader eens
overreden om hier tot morgen te hhjven. Er
waait een leelijke, snijdende wind en hij zal
kou vatten, als hij uit deze warme kamer
naar buiten gaat."
Guy kwam naar hem toe en zei niets, maar
de graaf kniikte alsotf hij wel had gesproken.
„Ik zal hhjven," zei hij. „Guy, kom even
op mijn kamer voor je gaat slapen."
Guy boog gehoonzaam zijn hoofd en de
graaf ging naar de beide dames om ze be-
leefd goedennaciht te zeggen. Guy ging weer
naar den muur terug en verviel in zijn oudie
bonding met bleek gelaat en vast opeenge-
klemde lippen. Het plotseling terugikeeren
van Seymour Melford had den duivel in hem
opgewekt. Het maakte hem gek om te be-
denken, dat die man het recht had om Lorrie
uit zijn armen te nemen; dat hij spoedig het
recht zou hebben om haar als zijn vrouw in
zijn armen te houden.
Lady FarnJham kwam naar hem toe en
raakte hem even aan.
„Guy, je gaat naar toed als een zoete jon-
gen, hte?" vroeg ze zacht, met toezorgde stem.
,,Wat bedoelt u?" vroeg hij kortaf.
„Wel, je bent tegenover mij niet bepaald
een lieve jongen geweest, is het wel?" zei ze
met zaeht verwijt. ,,Waarom heb je me niet
Zijin de Nijverheidsraad en Middenstandsraad
ten aanzien van de inisteTling en samenstelling
lezer commissie geraadpleegd' Zoo neen,
waarom is deze procedure niet gevolgd?
Zijn de ministers bereid het rapport van de
genoemde commissie te zijner tijd aan de orga-
nisatie van het bakkerijtoedrijf en van de ge-
organiseerde verbruikers voor te leggen, opdat
deze alsnog van haar gevoelen in deze voor j
de vcorziening van eerste levensbehoeften zoo j
belangrijke aangelegenheid kunnen doen j
blijken?
DE VESTIGINGSEISCHEN VOOR HET
KRUIDENIERSBEDRIJF.
In verband met de in werkang ge- j
treden vestigingseischen voor het kruideniers-
bedrijf heeft het hoofdbestuur van dm Lande-
lijken Bond van kruideniers een telegram
geizonden aan den minister van eeonomische
zaken, waarin wordt gezegd1, dat door het
departement in de twaalf maanden, dat de
spertijd in de kruideniershranche heeft ge- i
duurd geen enkelie oplossing is gevondein,, om
paal en perk te steillen aan de ongebreiclelde
uitbreiding van filiaal- en grootwinkelhedrij- S
ven, hetgeen urgent noodig is. Het hoofdL
bestuur verwacht thans van den minister, on-
verwijlde maatregelm, om, in afwachting van
een wettelijlke regeling, te verhindteren, dat na
heden een stroom van nieuwe ve'stigingen van
filiaal- en grootwinkelhedrijvm losbreekt,
waardoor wederom voor tal van nijvere mid-
denstanders' die weg naar de stempellokalem
zal worden geopend.
INITIATIEF-VOORSTEL VAN DEN HEER
VAN HOUTEN TOT VERLAGING VAN DE
LEERLINGENSGHALEN.
Bij; de Tweede Kamer is ingediend een voor-
stel van wet van den heer Van Houten (cbr.
dem. unie) tot wijzigting van1 de artikelen 28
en 191 der lager-onderwijiswet 1920. Aan de
memorie van toelichting is het volgende ont-
leend:
De wenschelijkheid om door verlag'ing van
de in artikel 28 van dte l'ager-onderwijswet
1920 vastgestelde geitallen te komen tot vex-
betering van de ieerlingenschalen, behoeft
nauwelijks meer aangetoond te worden.
De voorsteller meent, dlat een einde ge
maakt moeit worden aan het euvel dler te
groote klassen en tegelijkertijd aan den hoogst
ongewenschten en met alle eischen van sociaie
rechtvaardigheid1 strrjdenden toestand, dat
meer dan 4400 noodzakelijke l'eerkrachten dlie,
ondier den< naam „kweekeling met acte", de
bevoegdheid van een onderwijzer hebbende,
het werk van een onderwij'zer verricbten en d'e
verantwoordelijkheid1 van em onderwijzer.
dra>gen, zonder nochtans de rechtspositie van
een onderwijzer te bezittcn en een salaris te
ontvangen overeenkomstig dat van een onder
wijzer. Deze fdiguiur past niet in ons onder-
wij.s-sysLeem en dirnt daaruit te vendiwijiicn.
(Dit laatste zal slechts mogelijk zijn door een
geliijktijdiige belangrijke verbetering van de
in artikel 28 vastgestelde getallen. Het voor-
stel bedoelt dus zoowel het paedagogische be-
lang van dte scholen te diienen, als de sociaie
gerechtigheid te be-vorderm. Deze beidte mo-
tieven zijn voldoende om em grootere uitgave
van ongeveer 6 millioen gulden te recbtvaar-
ddgen.
Tenslotte beeft bdj den voorsteller ook
zwaar gewogen de overweging, dat bet be-
lang van ons onderwijs vordert, dat jaarlijks
een behoorlijk quantum jong, friscb bloed aan
het corps der leerkrachten wordt toegevoegd,
hetgeem gedurende de laatste 5 a 6 jaar nage-
noeg niet het geval is geweest.
Ail deze overwegmgm hebben hem doen be-
sluitm, zijn voorsbel van wet in te dienen nu
tot zijn groote teleursteUirug van den Minister
van Ondierwiijs, Kunsten en Wetenschappen
een voorstel tot verbetering van de leerlingen-
schalm blijkbaar nog niet te wachten is.
Artikel' 1 van het voorgesteld'e wetsontwerp
luidt als volgt:
De eerste vier ledm van1 art. 28 der lager-
onderwijswet 1920 worden gelezen als volgt:
1. Aan elke school voor gewoon lager on- j
derwijis wordt het hoofd1 bijgestaan door ten j
minste teen onderwijzer, zoodlra het aantal leer- I
lingen zes-en-dertig, -door ten minste twee on-
derwijzers, zood'ra het een-en-zeventig. door
tenimimste drie onde'rwijlzers, zoodra het hon- l
dierd zes, door ten minste vier onderwijzers, j
zoodra het honderd een-en-veertig bedraagt.
verteld, dat Lorrie Latimer het het meisje
was waar je van hield?"
„Waarom zou ik vroeg hij even zacht
terug. ,,Als ilk dat had gedaan, zou u haar
niet gevraagd hebben niet waar?"
,,(Natuurlijk niet, dat weet je wel."
Juist, en ik wilde, dat u haar wel vroeg.
U ziet, hoe ze is? Ze ging dood van verlan-
gten naar' het buitenleven, dat ze zoo goed
kent."
„Tocih had je het me moeten vertellen," zei
ze vriendelijk. ,,Maar het is alles in orde, nu
haar verloofde is gokomen, nietwaar?"
„Ja, daar ziet 't wel naar uit*', antwoordde
hij bitter. ,,Als ze flauw valt, wanneer ze
hem ziet."
jStil", zei ze waarsohuwen'd, want hij had
hijna luid gesprokm. ,,Ga nu naar bed als
een lieve jongen
„Wlat? En het moeilijke werk om Seymour
Melford den tijd te korten, aan u alleen over-
laten?" zei hij veelbeteekenend. ,,Ik hem hem
temauwernood gesproken."
Lady Farnham greep zijn arm vast.
„Guy, je gaat geen ruzie maken, niet
waar?" zei ze.
,,Neen," antwoordde hij bedaard, met een
diepen zucht, „ik ga geen ruzie maken. Ik
ben aan han'den en voeten gebonden en niach-
teloos. Wat geeft ruziemaken?"
Intussdhen was Seymour Melford bij Diana
gaan zitten. Zij keek hem nieuwsgierig aan
over haar waaier.
„Wlat scheelt je?" zei ze zacht. „Wat is
er gebeurd? Kan je het me niet vertellen?"
,,Neen," zei hij, terwijl hij naar de lange
gestalte keek, die tegen den muur leunde.
,,iHoe lang duurt die geschiedenis al Hoe
lanjg achtervolgt die kerel Lorrie met zijn
attenties? Hoe lang flirt hij al met haar?"
„0, hij heeft in Londen al achter haar heen
gezeten en zorgde toen, dat ze hier geinvi-
teerd werd," zei ze.
,,En jij bent laf genoeg om er bij te zitten
en het goed te vinden!" zei hij, diep adem-
halend. ,,Als je niet aan mij dacht, dan had
2. Voor elk vijf-en-veerbigtal leerlingen
boven dte hondepd-een-en-veientig wordt een
onderwijzer meer vereischt.
3. Aan elke school voor ultgebreid lager
onderwijs wordt het hoofd bijgestaan door ten
minste een onderwijzer, zoodra het aantal leer
lingen negen-en-twintig bedraagt.
4. Voor elk acht-enktwiintigtal leerlingen
boven die meg en-en-twintig word't een onder
wijzer meer vereischt.
Van^ art. 2 is dte bedioeling, de mogelijkheid
om zoogenaamdte kweekeiingen met akte als
zelfstanddge leerkracht in de scholen te ge-
bruiken, te doen vervallen.
In artikel 3 wordt de inwerkimgtreding van
de wet gesteld op 1 Januari 1940.
ONS VOLKSBESTAAN IN HET GEDING.
In zdjm jaarverslag wijst de president van
de Nederlandische Bank erop, dat het thans
gaat om het behoud1 van onze hoogste goe-
deren, te weten onze vrijheid1 en onafhanke-
lijkheid. Op zeer duidelijke wijze toont Mr.
Trip aan, hoe tenslotte militaire en oecono-
mische weerbaarheid ten nauwate met elkaar
in verband staan en dat wij er niet komen, met
eenvoudig een aantal millioenen voor de ver-
sterking van leger en vloot uit te geven. Onze
landsverdediging is niet alleen een militaire,
maar ook een oeconomische en financieele
aiangelegenbeid. In de algemeene verwarring
wordt dit helaas1 nog niet door een iedar be-
grepen, en daarom acbt dte president het ook
nu weer noodig, ons volk te waarschuwen
voor de ons van bimnien uit hedireigende ge-
varen, voor het te laat is, en de feiten ons
zullen leeren, dat wij te lang den thanis inge-
slagen weg hebben bewandeld.
Het gaat om niets mindter dan het voort-
be staan van land en volk en daartoe behoort
in .d'e eerste plaats het behoud van eemi ge-
zonde werkgelegenheid. Men denke evenwel
ndtet, zoo waarschuwt Mr. Trip, dat zooiets
te bereiken zou zijn met gelddistributie van dte
overheid. Wel kam men op deze wijze en voor
een zekeren tijd d'en schijn wekken, als zou-
den de verbruikers over een grootere koop-
kracht beschikken, doch de toekomst zal op
pijnlijke wijze aantoonen, dat het hier slechts
een verplaatsing van koopkracht betreft.
Slechts door goedkooper en ruimer te produ-
ceeren, kunnen goederen op ruimere schaal en
tegen lageren prijs ibinnen het bereik van de
consumenten gebracht worden.
Men kan het hiermede volkomen1 eens zijn.
Het is geen kunst om d'e koopkracht van be-
paalde categorieen te vergrooten, niet alleen
in schijn, maar ook in werkelijikheid het is
immers geen schijn, wanneer iemand over een
zekere koopkracht beschikt doch moeilijker
is het om de bronnen te handhaven, waaruit
die koopkracht tenslotte moet komen. Hier
begint inderdaad de schijn, waarop Mr. Trip
de aandacht vestigt.
Het ook in Nedarland in gang zijnd'e proces
van kartelleering, omder leiding en aandrang
van dte Overheid, zal, naar hij opmerkt, on-
gunstig moeten werken. Wil dte overheid in
sterke mate ingrijpen, het zij zoo, doch dan zal
zij zich tevens moeten belasten met de zorg en
de verantwoordelijkheid voor het peil der pro-
ductiekosten, de kosten van levensonderhoud
en voor de handhaving van het evenwicht tus-
schen het nationale peil en dat van de voor-
naamste landen, waarmede Ned'erland1 de in-
temationale mededinging heeft te voereti/.
Aan deze zorg omtbreekt evenwel veel, zoo
miiet alle®, want wij ziien een steedis verd'ere
verhooging van de kostern, gepaard gaandte
met een verderen drang naar bescherming en
ordeniing.
Men kome nu niet aan met de bewering,
dat een vergelijking van den oeconomischen
toestand' met 1936 nog niet tot bepaald on-
gunstige resultaten leidt of dat de tweede
helft van 1938 toch eeniige verbetering heeft
te zien gegeven. Want .dit zegt, zoo merkt de
beer Trip terecht op, nog niets voor de toe
komst, aangezitem een btetrekkelijk rijk land
als Nederland1 ziilch geruimem tijd de weelde
kan veroorlooven om van zijn reserves te
leven. Dat vertegenwoordigt evenwel geen
werkelijken rijkdom meer. Kapitaal heeft
alleen maar waarde, zoolang er in het pro-
ductieproces nieuw kapitaal mee verd'iend kan
worden. De oude physiooraten hadden het oog
niet zoo bij het verkeerde eind, toen zij de
oeconomische circulatie met die van het bloed
je toch aan jezelf kunnen denken. Je bent
met hem verloofd".
Ze lachte op haar zachte, minachtende
wijze, die hem altijd dol maakte en ant
woordde
..Beste Seymour, je bent grappig! Wat
kan het mij sdhelen met wie Guy flirt? Zoo
lang hij maar met mij trouwt, mag hij zich
met zooveel meisjes amuseeren als hij wil! Jij
neemt de dingen te emstig op. Je bent zeker
nog steeds verliefd op dat bleekneuzige nest?
Het is werkelijk al te diwaas!"
,,En jij", zei hij, nog bleeker wordend, jij
bent tot geen liefde in staat!"
..Dank je, best mogelijk. Als dat zoo is,
dan mag ik dankbaar zijn, anders zou ik mis-
schien net zoo'n idioot van mezelf maken als
jij bent. Doe me eens een genoegen en kijk
bem nfet aan of je hem op wilt eten. Hij
is in staat om hier te komen en je achter-
over het vuur in te stompen," en ze achte.
'Hij (haalde zwaar adem en foalde zijn
vuisten.
,,Vervloekt!" siste hij tussohen zijn tanden.
,,Yervloek hem zooveel als je wilt, maar
laten ze het niet hooren," antiwoordde ze
■vriendelijk. ,,Acih, wees toch geduldig, beste
Seymour, over een paar weken ben ik lady
Kendale. Als het je tevreden kan stellen, kan
ik je de verzekering geven, dat hij dan wei-
nig kans meer zal krijgen om met jouw Lorrie
Latimer te flirten."
Daarom wilde ze dus bij die oude heks
gaan wonen, om alleen te zijn. Ja! om alleen
gelaten te worden met dien schooler!"
Alsof hij zich niet langer kon bedwingen,
stond (hij op en liep op Guy toe.
Guy hief zijn hoofd op, toen Seymour Mel
ford dichterbij kwam en de twee mannen
keken elkaar strak aan.
..Ik moet u bedanken, lord Kendale, voor
de oplettendheid, die u juffrouiw Latimer hebt
bewezen gedurende mijn afwezigheid," zei
Seymour Melford met fliikkerende oogen, ter
wijl een sinister glimladhje om zijn smalle,
saamgeknepen lippen speelde.
in het menschelijk 1 iehaam vergeleken.
Wil een volkshiuiiishouddng op krachten blij-
ven, diaini moeten de oeconomische organen op
een gezondte wijze funictionmeeren. Doen zij
dat niet meer, dan ontstaat er vervetting, en
dat zien wij nu heel duidelijk in de bekende
1 buikvorming bij bepaalde bedrijven in de z.g.
kapitaalrijke landen. Men noemt dat verstgr-
ring. Tal van ondememingen krijgen te veel
voedsel, worden rond en diiik, maar op andere
gebieden krijgt men te weinig en in alle <ge-
vallen kunnen de overtollige middelen niet
meer aan een natuurlijken groei van het ge-
heele organisme van ons volksbestaani ten
goede komen. De schoorsteen trekt niet meer
en de ondememingslust dOoft uit, want hoe-
ver ,,de macht der overheid ook reikt, zij kan
tot een grooter verbruik niet dwingen, bij ont-
stentenis van de middelen en het venbrouwen
der vertbrudkers".
Zoo is bet inderdaad. Een magere man, die
honiger heeft, zal er weinig mede gebaat zijn,
dat zijn buurman van deze kwalen geen last
heeft, integendeel steed® dikker en ronder
word't. Op den diuur kan dit slechts tot een
verhooging van de sociaie spanningan leiden,
en het is d'aartegen, diat Mr. Trip heeft willen
waarschuweni.
Wat nu het bedrijf van de Nederlandische
Bank zelf betreft, hier weerspiegelen de re
sultaten wel iini hooge mate het overheid's-
ingrijpen. De voomiaamste winstbron, die van
den handel in goud, is verdwenen, nu deze
handel zich geheel in handien van het egali-
satiefonds bevindt. Dank zij een toevallige
bate van ruim een half millioen, voortvloeien1-
de uit het niet dnwisselen van bankbiljetten
van 25, heeft de hank nog een dividend van
3 pet. kunnen uitkeeren.
Haar eigenlijke credietbedrijf is zeer inge-
krompen, hetgeen ook te begrijpen is. Het
hedrijfsleven heeft geen nieuw geld noodiig,
want waar het bloeit, beschikt men over vol
doende middelen, en waar het niet bloeit, kan
men geen beroep op de ge'ld- en kapitaalmarkt
doen, en moet de overheid bijspringen.
Het lijkt nu wel heel bemoedigend, dat er
in zoo toenemende mate van het z.g. rekening-
courant-orediet van dte Nederlandsche Bank
wordt gabruik gemaakt en dat het gemididelde
d'aarvan nu tot ongeveer 20 millioen is geste-
gen, tegen nog geen 40 millioen eeniige jaren
geleden, maar ook hier hebben wij te dben
met schijn, waarop Mr. Trip helaas niet de
aandacht heeft gevestaigd. De met deze voor-
sehotten gemaakte rente bedraagt nog geen
millioen, niettegenstaandte het tarief 2 y2 pet.
is, zoodat de winst alleen uit dezen hoofde
tusschen dte 5 en 6 millioen had moeten be-
dragen, indien van dte voorschotten het voile
tarief zou zijn betaald. Dit wijst erop, dat
deze voorschotten in rekening-courant in
hoofdzaak gedaan worden aan het Egalisatie-
fonids, en wel op zoodanig gemakkelijke voor-
waarden, dat de Bank er vrijwel geen zijdte bij
spint.
Het laat zich daarom begrijpen, dat Mr.
Trip zich gedrongen gevoelt om het Neder
landsche publiek voor dte schijnwelvaart te
waarschuwen. Want inderdaad zit de presi
dent op een post, van .waaruit hij een goed
uitzicht heeft over het hem omrimgende land.
Niet zonder tragiek is. het evenwel, dat deze
functiionaris, die met nadruk betoogt, dat onze
gulden imnerlijk zeer krachtig is en in geen
enkel opzicht iets van zijn goudwaard'e be
hoeft prijs te geven, er in. het afgeloopen jaar
niettesmin toe heeft moeten medtewerken om
die goudwaarde met ruim 4 pet. te laten
deprecieeren. De Nederlandsche Bank is thans
niet veel meer dan uitvoerend orgaan1 van het
Egalisatiefonds, en er ligt een gevaar in, dat
dat op zijn beurt een instrument zou kunnen
worden in de handen van politieke machten,
die hun heil zoeken, gelijk dte president op
merkt, in depreciatie van de nationale geld-
eenheden, politiek van goedkoop geld, sterke
toeneming van de overheidsuitgaven en stij-
gendte begrootlngstekorten.
Dat zijn de voornaamste kenmerken van de
huidige crisisbestrrjding, en het is daarom
verklaarbaar, dat Mr. Trip op den afloop van
dit proces allerminst gerust is.
FIESTRIJDING VAN DE WERKLOOSHEID.
De regeeringspersdienst meldt:
De Minister van Sociaie Zaken heeft de
Bedoelt u, omdat ik zoo gelukkig was juist
vlak bij haar te staan en haar te kunnen op-
vangen, toen uw plotseling, onverwacht bin-
nenkomen haar flauw deed vallen?" vroeg
Guy.
„Ja en ook uw pogingen om haar te amu-
seeren ten huize van lady Collop", zei Sey
mour, die nauwelijks wist, wat hij zei.
Juffrouw Latimer en ik zijn oude vrien-
den", constateerde Guy op onverschilligen
toon.
,,Ja", zei Seymour, ,,en u zult bijna broer
en zuster zijn, nietwaar, als zij en ik en u
en Diana getrouwd zijn!"
Guy kromp ineen en zijn wenktorauwen
trokken zich samen.
Juist," zei hij, .zoodra deze interessante
geibeurtenissen plaats vinden."
Bedoelt u hiermee te veronderstellen, dat
zij misschien niet zullen plaats vinden?"
vroeg Seymour, nog steeds glimlachend.
,,Wie weet, wat er kan gebeuren?" ant
woordde Guy.
„Is er nog eenige tiwijfel mogehjk?" zei
Seymour uiterst vriendelijk. „Van wiens
kant? Toc'h zeker niet van den uwe. Als
het noodlot een obstiakel zou plaatsen, dat een
huwelijk van u met Diana zou verhinderen,
dan zou dat een groot ongeluk voor u zijn,
nietwaar?" en zijn glimlach werd een honend
grijnzen.
Guy stopte zijn handen diep in zijn zakken,
opdat hij ze meer in bedwang zou kunnen
houden en zijn gezicht werd hleek. Hij be-
greep den steek, die er in die schijnbaar on-
schuldige woorden opgesloten lag. Hij wist,
dat het ver.breken van de verloving met Diana
een ineenstorten van Latcham zou hetee-
kenen.
,,Elen groot ongeluk," zei 'hij en toen op
zachter toon, maar met een gevaarlijk licht
in zijn oogen: ..Mijnheer Melford, bent u van
plan beleedigend te zijn?"
..Beleedigend?" herhaalde Melford met een
lach. „Wat bedoelt u? U hebt mijn grapje
verooirzaa.kt vaak hevdge hoofdpijn; een Hartje
van Mijnihardt doet deze sipoedig bedaren.
2 st. 10 ct. 12 st. 50 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Ingez. Med.)
Commissie van Advies bij den Rijksdienst tot
Bestrijding d'er Werkloosheid als volgt samen-
gesteld
Lid,4 tevens voorzitter, is de heer Meyer de
Vries, administrateur hij het Departement
van Sociaie Zaken en regeeringscommissaris
bij voormelden dienst.
Tot leden zijn benoemd de heeren: Mr. Dr.
L. J. C. Beaufort, lid van de Tweede Kamer;
Drs. W. Reyseger, seer. Dep. van Alg. Zaken;
Mr. H. W. J. Mulder, raadadviseur hij het
Departement van Binnenlandsche Zaken; Mr.
Dr. A. A. van Rhijn, secretaris-generaal bij
het Departement van Eeonomische Zaken; Ir.
F. P. Mesu, directeur van den Cultuurt'ech-
nischen Dienst; J. Bakker, administrateur bij
het Departement van Financien; A. Vogel,
administrateur hij het Departement van
Financien; Ir. 'H. W. Mouton, hoofdingenieur
bij den Rijksrwaterstaat; N. Arkema, direc
teur der Ver. van Ned. Gemeenten; L. Bu.ur-
man, wethouder te 's-Gravenhage; Mr. F. H.
A. de Graaf, secretaris van de Alg. Wenk-
ge-versvereeniging; P. L. de Gaay Fortman,
oud-burgemeester van Dordrecht.
Tevens zullen de drie directeuren van den
Rijksdienst tot bestrijding der werkloosheid,
de heeren Ir. J. Hidde Nijland. Ir. J. O. de
Kat en Ir. J. Th. Westhof, als leden deel uit-
maken van voormelde commissie.
Tot plaatsvervangende leden zijn benoemd
de heeren Mr. W. H. Focikema Andreas, N.
A. Nap, Ir. A. P. F. van Slijpe, F. van Meurs,
Mr. J. J. P. C. van Kuyk. terwijl als secre
taris zal optreden de heer Mr. D. J. Gorter,
hoofdeommies bij den Rijksdienst tot bestrij
ding der werkloosheid en als plaatsvervan-
gend secretaris de heer Mr. J. D. J. E. van
den Berg, adjunct-inspecteur van de werk-
versohaffing in algemeenen dienst.
De commissie zal binnenkort haar werk-
zaamheden aanvangen.
De hestaande contact-commissie uit de
vakcentralen en de contact-commissie bouw-
bedrijf/werkverschaffing zullen ook in de toe
komst haar taak blijven vervullen.
STEUN AAN GEM ORILJ SEERD E
WERKNEMERS.
'Het Verlbond van Nederlandsche Werk-
gevers, de Algemeene Katholieke Werkgevers-
vereeniging en het Ghristelijk Werkgevers-
verbond hebben zich reeds bij herhaling op
oogenblikkten van Internationale spanning
gewend tot hun leden en een beroep gedaan
op den nationalen zin van de werkgevers, om
voor zoover in hun veImogen ligt in him be
drijf de maatregelen te treffen, ten einde het
onder de wapenen geroepen personeel zoo
weinig mogelijk persoonlijik nadeel te doen on-
dervinden van de verplichtingen, welke zij in
het belang van de landsverdediging hebben
te verrichten.
Het stemt tot voldoening van vele kanten
te mogen vememen, dat aan een zoodanig
beroep in ruime mate gehoor is gegeven. Tal-
rijlk zijn de gevallen, waarin werkgevers voor-
zieningen hebben getroffen ten doel hebbende
de gemobihseerde arbeidskrachten wederom
te werk te stellen, wanneer de regeering den
tijd gekomen acht, de opgeroepenen naar hun
haardstedten te doen terugkeeren. Ook wer-
den maatregelen genomen, waardoor de werk-
nemers toeslagen ontvangen op de van rijks-
wege uitgekeerde kostiwinnersvergoeding, voor
zoover de betrofckenen in verband met ge-
zinsbehoeften in een financieel aanmerkelijk
ongimstiger positie zouden komen te ver-
keeren.
De reden, dat hoogergenoemde werkgevers-
centralen voor deze aangelegenheid nogmaals
de aandacht vragen is gelegen in het feit,
dat van werkgeverszijde meermalen de vraag
wordt gesteld, hoever men zijn medewerking
zal moeten uitstrekken. Hoewel een algemeen
antwoord op deze vraag moeilijk kan worden
gegeven, omdat de omstandigheden, waar-
onder de werknemers waren tewerkgesteld,
toch zeker niet voor emst opgenomen? O,
ik hen er van overtuigd, dat u mijn zuster
zeer bent toegewijd, anders zou ik er geen
grapje over maken!"
,,Neen, dat geloof ik ook niet," zei Guy
grimmig. Hoeiwel ik niet beleedigend wil
zijn, moet ik u toch -vertellen, dat ik van-
avond niet in de stemming ben om grapjes
te aanhooren," en hij draaide zich om.
Seymour Melford ging naar de sofa terug,
terwijl hij zich zelf met moeite in bedwang
hield.
„Wel," vroeg Diana spottend, „is alles ge-
regeld? Vechten jullie het niet uit met
pistolen of met het zwaard?"
,,Was het maar mogelijk!" kermde hij.
,,Maar het is niet mogelijk en daarom kan
je heter overeen komen elkaar op de gewone
beleefde en onschuldige m'anier te ha ten,"
antwoordde ze. ,,I/k ga nu naar mijn kamer.
Je kunt .boven komen en me daar vertellen
wat je te zeggen hebt."
,,Goed," antwoordde hij. ,,Ik zal een sigaar
gaan opsteken en wat kalmer trac'hten te
worden" en hij streek met zijn gloedende hand
over zijn voorhoofd. waarop dikkezweet-
druppels stonden.
Ze stond bestudeerd langizaam op en liep
de kamer door.
„Goedennacht GUy, zei ze, haar gezicht
naar hem opheffend. ,,Wiat zie je er ver-
veeld en humeurig uit! Lorrie is niet echt
ziek, weet je. Ze zal morgen wel weer beter
zijn. Maak je er niet zoo zenuwaehtig over."
Hij kreeg een kleur. Dan bakte hij zich en
raakte haar koel voorhoofd met zijn lippen
aan. Met geweld dwong hij ziehzelf te zwij-
gen; hij was immers hulpeloos aan handen
en voeten gebonden
Terwijl hij naar da kamer van zijn vader
ging, kwam hij voorbij Lome's deur. Hij
bleef een oogenblik staan, zijn handen strek-
ten zich verlangend uit naar die levenlooze
deur en haar naam trilde op zijn lippen.
(Wordt vervolgd.)