Ter Neuzensche Courant
Binnenland
Buitenland
Woensdag 31 Mei 1939 No. 9919
TWEEDE BLAD
TURKUE EEN BOLWERK TEGEN HET
DUITSCHE GEVAAR.
DE „TELEGRAFO" WAARSCHUWT POLEN
VAN
PRINSELIJK PAAR AAN BOORD VAN DE
„PIET HEIN".
Zaterdagmiddag is de „Piet Hein", meldt de
Telegraaf", met het Prinselijk Paar aan boord
de jachthaven te Muiden uitgevaren, en het
was Zaterdagavond omstreeks middernacht
dat het jacht den Ketelmond invoer. Het werd
geescorteerd door een rijkspolitievaartuig. Ter
hoogte van Brunnepe, beneden Kampen, werd
geankerd.
Des ochtends togen vele Kampenaren naar
de plaats waar de ,,Piet Hein" gemeerd lag.
De politie zorgde er voor, dat het publiek op
een afstand bleef. Te»gen halfelf stapte Prins
Bernhard in zijn raceboot en voer naar de
stad om een klein gezelschap op te halen.
Prinses Juliana stond bij de terugkomst van
de raceboot aan den valreep, -waar zij de be-
zoekers, onder wie dr. J. Eykman, die de gods-
dienstoefening aan boord zou leiden, te ver-
welkomen.
Tegen den middag zocht het gezelschap een
beschut plekje op het voordek. Intusschen
voer het jacht verder den IJsel op. Prins
Bernhard begaf zich weer met enkele gasten
in de raceboot en voer fullspeed in de richting
van de IJselbrug, waar hij informeerde hoe
laat de brug werd geopend. Toen de ,,Piet
Hein" met een kalm vaartje langs de IJsel-
kade voer, stonden de Kampenaren in dichte
drommen op de kade. Even voorbij de stad
begaven de Prins en de andere inzittenden
van de raceboot zich weer aan boord van de
,,Piet Hein". Op voile kracht zette dit vaar-
tuig hierna koers in de richting van Zwolle.
Des avonds omstreeks halfnegen keerde de
,,Piet Hein" na een tocht, welke zich onge-
veer tot Hattem had uitgestrekt, in Kampen
terug. Gedurende den nacht bleef het jacht
bij de gemeentelijke werf liggen.
De tweede dag.
Den vGlgenden ochtend vroeg, om zeven
uur reeds, werd het IJselmeer opgevaren.
Eenige uren later bereikte men Muiden, waar
aan den jachtsteiger gemeerd werd. De Muide-
naren, die hiervan getuige waren, vermoedden
dat dit geschiedde om Prinses Beatrix aan
boord te doen komen. Er arriveerde echter
een hofauto uit Den Haag met gasten van het
Prinselijk Paar, die zich nu aan boord bega
ven. Het jacht voer echter nog niet weg en
dus bleven ook de belangstellenden wachten.
Zij werden niet teleurgesteld, want om twaalf
uur reed een auto uit Soestdijk voor, waarin
Prinses Beatrix op den schoot van jkvr. Peith
was gezeten. Toen deze met het Prinsesje
den auto verliet, ging er een luid gejuich op,
waarop het Prinsesje lachend met haar handje
igroette. Om ongeveer ddn uur voor het jacht,
met nu ook Prinses Beatrix aan boord, Mui-
dens haven uit om het ruime sop te kiezen.
Tegen vier uur ongeveer verscheen Prins
Bernhard, nu in zijn raceboot, weer te Muiden,
om mede te deelen, hoe laat de ,,Peit Hein"
in de haven zou terugkeeren. Tot 's avonds
negen uur heeft het publiek hierop moeten
wachten. Zoodra men Prinses Beatrix, die
door een der dames van het gevolg op den arm
werd gedragen, op den steiger van de jacht-
haven zag, gingen luide hoera's uit de wach-
tende menigte op. Per auto keerde het Prin
selijk Gezin naar het paleis terug.
INTREKKING VAN HET
WAARSCHUWINGSTELEGRAM VAN
DEFENSIE.
De maatregelen betreffende de grens-
en kustbeveiliging blijven van kracht.
De Regeeringspersdienst meldt:
De Minister van Defensie heeft bepaald,
dat het. waarschuwingstelegram, dat op 11
April 1939 is verzonden en tot op heden nog
van kracht is, met ingang van 27 Mei 1939
is ingetrokken.
Van de maatregelen, welke op grond van
het waarschuwingstelegram werden genomen
zijn enkele gehandhaafd, waardoor bij weder
uitzending van dit telegram de te verrichten
arbeid tot een minmum is beperkt.
Hieruit volgt, dat de schriftelijke waar-
schuwingen (in oranje-enveloppen), welke zijn
uitgereikt aan hen, die bij voormobilisatie in
werkelijken dienst zouden moeten komen, zijn
vervallen. Indien zulks onverhoopt noodig
blijkt, wordt een nieuwe schriftelijke waar-
schuwing aan ieder der betrokkenen uitge
reikt.
Zij het ten overvloede, wordt hierbij ver-
meid, dat intrekking van dit waarschuwings
telegram niets verandert aan de getroffen
maatregelen betreffende de grens- en kust
beveiliging.
SLAGKRUISERS VOOR ONZE MARINE?.
Minister Welter heeft de vorige week in de
Memorie van Antwoord op het voorloopig ver-
slag. van de Eerste Kamer over de Indische
begrooting medegedeeld, dat iederen dag de
publicatie kan worden verwacht van de regee-
ringsplannen ten opzichte van de vloot-
uitbreiding.
Die betreffende de slagkruisers circuleeren
op het oogenblik, naar werd bericht, om ad-
vies bij de deskundigen.
Het ,,Alg. Handelsblad" vernam nu, dat het
de bedoeling is het parlement voor te stellen
er drie te doen bouwen. Zij zullen, wordt het
doel der Regeering bereikt, hier te lande
worden gebouwd. En voor de regeerings-
opdracht zal, behalve een tweetal werven in
andere gedeelten des lands, ook stellig in aan-
merking komen de grootste in Nederland: die
van de Nederlandsche Scheepsbouw-Mij te
Amsterdam.
Het bouwen van de twee andere slagkruisers
zouden worden verdeeld over Wilton
Feijenoord te Rotterdam en ,,De Schelde" te
Vlissingen.
Want ook bij zulk een belangrijke opdracht
van de zijde van Defensie wordt gerekend,
aldus werd ons ter bevoegder plaatse verze-
kerd, met een gelijkmatige verdeeling van de
daaraan verbonden werkverruiming.
RUITEN INGEWORPEN BIJ DEN
NEDERLANDSCHEN CONSUL-GENERAAE
TE DANTZIG.
Havas meldt uit Warschau dat onbekend
gebleven menschen Vrijdagnacht zes ruiten
van de woning van den Nederlandschen con-
sul-generaal te Dantzig hebben vernield. On-
getwrifeld. aldus Havas, dachten de daders de
ruiten te raken van de woning van den Pool-
schen vice-commissaris, welke in de nabij-
heid is.
De Nederlandsche consul heeft de aandacht
der autoriteiten gevestigd op het in gebreke
blijven der Damtzigsche politie. Een vertegen-
woordiger van de senaat heeft verontschuldi-
gingen aangeboden.
GENERAAL SNIJDERS OVERLEDEN.
Vrijdagnacht te tien minuten voor twaalf
is, generaal C. J. Snijders in het ziekenhuis te
Hilversum, zacht en kalm overleden.
'Cornells Jacobus Snijders is op 29 Septem
ber 1852 te Nieuwe Tonge op Overflakkee ge-
boren. Hij volgde aldaar de 1 age re school en
bezocht daarna de H.BjS. te Middelburg.
Van 1869 tot 1872 bezocht de jonge Snijders
de Koninklijke Militaire Academie te Breda.
Op 27 Juli 1872 werd hij tweede luitenant der
Genie, van 18731875 was hij gedetacheerd
bij het leger in Ned.-Indie en in de jaren 1876
tot 1880 en 1887 tot 1894 was hij werkzaam
als leeraar, later als hoofd van onderwijs aan
de K.M.A. Na verschillende rangen te hebben
doorloopen werd de heer Snijders op 27 Mei
1906 kolonel der Genie, twee jaren later volgde
zijn aanstelling tot sous-chef en in 1908 tot
chef van den Generalen Staf. Op 31 Maart
1911 is hij bevorderd tot luitenant-generaal en
31 Juli 1914, toen de wereldoorlog was uitge-
broken, is hij benoemd tot oppertoevelhebber
van land- en zeemacht. Op den negenden
Augustus van dat jaar werd hij generaal.
Gedurende de mobilisatie bleef hij het hoog-
ste bevel voeren.
Het is een minder opvallend feit, doch
Generaal Snijders was onze eenige generaal.
Uitgezonderd Koning- Willem II, die zich ook
dien rang heeft toegekend, had nog niemand
in ons land dien rang bekleed. De omstandig-
heden die in 1914 intraden, hadden er der
regeering toegeleid, een generaal opperbevel-
hebber te benoemen.
Teleurstelling is hem niet gespaard geble
ven. Want toen in November 1918 de revolutie
dreigde en de defaitisten een grooten mond
opzetten, viel hij als slachtoffer van de demo-
ralisatie, waaraan ook ons land niet ontkwam.
Na een onaangenaam parlementair conflict
moest hij ontslag nemen.
Maar hij kreeg dit op de meest eervolle wijze
en met den bijzonderen dank van H. M. de
Kondngin voor de uitnemende diensten door
hem aan Hare Majesteit de Koningin en den
Lande in verschillende gewichtige betrekkin-
gen en in buitengewoon moeilijke omstandig-
heden bewezen. En tevens gewerd hem de
hoogste onderscheiding welke in ons land be-
staat, het grootkruis van den Nederlandsche
Leeuw, welke onderscheiding, behalve de leden
van het Koninklijk Huis, slechts door Dr.
Colijn mag worden gedragen.
Na zijn ontslag heeft generaal Snijders zich
niet in een rust teruggetrokken. Integendeel,
want zijn vitaliteit en zijn strijdlustige natuur
vonden volop werk, vooral op het gebied van
de luchtvaart, waaraan hij zijn hart had ver-
pand. Hij organiseerde de E.L.T.A. te Am
sterdam en richtte daar met anderen de
K.L.M. op. Hij bleef het leger met zijn sym-
pathie omhullen en stond op de bres, waar het
ging om de bestrijding van de weerloosheids-
gedachte. Hoon, verguizing en verdacht-
making werden hem daarbij niet gespaard,
maar hij ging den weg, welken hij voor zich-
zelf had bepaald, rechtuit en het moet voor
hem wel een groote voldoening zijn geweest,
dat in de laatste jaren van zijn leven, zooveel
van zijn idealen werden verwezenlijkt.
Tot op het moment van zijn eerste operatie
bleef hij aotief, speciaal voor wat de lucht
vaart betreft. Hij maakte zelf een vlucht
naar Indie mee en hij vond zelfs nog tijd in
samenwerking met den luitenant-generaal Du-
four in de mobilisatie zijn rechterhand
een belangrijk werk te schrijven ,,Over den
invloed van de generale staven op het ont-
staan van den wereldoorlog", waartoe een
grondige bronnenstudie noodig is geweest.
Inderdaad, generaal Snijders was een buiten-
gewone figuur; hij was een der grootste
landgenooten uit deze eeuw en met hem ver-
dween weder een man, waarop ons land trotsch
kan zijn.
Het bestuur der Koninklijke Nederlandsche
Vereeniging „Ons Leger" heeft reeds een actie
ingesteld voor het oprichten van een gedenk-
teeken op het graf van den grooten Neder-
lander, generaal Snijders, den oud-opperbevel-
hebber van Land- en Zeemacht.
HET VERVOER VAN PERSONEN MET
MOTORRIJTUIGEN.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet betreffende
het vervoer van personen met motorrijtuigen,
is het volgende ontleend:
Eenige leden waren van meening, dat voor
het treffen van een definitieve regeling van
het vervoer het gunstige moment nog niet
was aangebroken.
Bovendien is huns inziens het vervoers-
vraagstuk niet een probleem, dat alleen tot
de competentie van het departement van
Waterstaat behoort. Huns inziens toch is het
eveneens van economischen aard, en heeft ook
's lands defensie belang bij een goed geregeld
en wel toegerust vervoers-apparaat.
In de Kberaal-kapitalistische maatschappij
achten, aldus betoogden deze leden, de exploi-
tanten der onderscheidene verkeersmiddelen
het hun taak, elkaar het vervoer af te nemen,
in dit streven gesteund door de overheid.
In een door deze leden voorgestane
nationaal-socialistische volkshuishouding daar-
entegen zullen alle verkeersmiddelen door op-
wekking van nieuwe verkeersbehoeften hebben
bij te dragen tot verheffing van de volkshuis
houding en van de cultuur.
Met de thans voorgestelde regeling wordt
huns inziens niet de normale ontwikkeling van
het verkeer in onze volkshuishouding bevor
derd, doch klaarblijkelijk zit hier het doel voor,
de verliezen van de Spoorwegen zooveel moge-
lijk weg te werken en deze door verhoogde of
te hooge t&rieven te leggen op de schouders
van den consument, d.w.z. de verbruikers van
het vervoersapparaat.
De oorzaak der moeilijkheden.
De diepste oorzaak van de moeilijkheden,
welke de regeling van het vervoersvraagstuk
oplevert, is huns inziens te zoeken in de over-
kapitalisatie van het Nederlandsche spoorweg-
bedrijf.
De leden, hier aan het woord, laakten in het
algemeen. dat het autobusvervoer slechts
wordt gezien als een aanvulling van het
spoorwegvervoer.
Sommige andere leden hadden tegen de
voorgestelde regeling vooral dit bezwaar, dat
het karakter van coordinate er aan ontbreekt
en dat een vaste richtlijn niet er in wordt
aangegeven. Het ontwerp draagt huns inziens
in geenen deele bij tot de verkeerscoordinatie
en houdt ten hoogte enkele regelen nopens het
wegverkeer in.
Bovendien sloten deze leden zich in zoo-
verre bij het in den aanvang van dit verslag
betoogde aan, dat ook zij van meening waren,
dat bij de Regeering wederom de bedoeling
heeft voorgezeten, het wegverkeer eenigszins
aan banden te leggen, teneinde het railverkeer
niet te zeer te benadeelen.
Verscheidene leden keurden af, dat het ont
werp zooveel aan de Kroon ter regeling over-
laat o.a. zeer belangrijke aangelegenheden als
de bepaling van de leeftijdsgrens van bestuur-
ders en de beoordeeling van hun algemeene
geschiktheid.
Enkele leden waren van oordeel, dat het
oiioetwijfeld toejuiching verdient, dat de ma-
terie van het vervoer van personen per motor-
rijtllig thans hechten wettelij'ken grondslag
staat te verkrijgen.
Anderdeels mag huns inziens de vraag wor
den gesteld, of in dit wetsontwerp niet te veel
wordt geregeld.
Noch de interlocale busdiensten, noch bus-
diensten, noch groepsvervoer binnen een ge-
meente, zullen meer vrij zijn. Evenmin wordt
het ongeregelde vervoer, hetzij van de eene
gemeente naar de andere, hetzij binnen een
gemeente, vrijgelaten. Voor alles zal een ver-
gunning noodig zijn. Den leden hier aan het
woord, ging dit te ver.
Vele leden verklaarden zich met de strek-
king van het wetsontwerp te kunnen ver-
eemgen.
Deze leden waren van oordeel, dat alleen
de spoorwegen het massale vervoer, zoowel
van personen als van goederen, kunnen ver-
werken.
Gaarne zou men nader worden ingelicht, in
hoeverre dit wetsontwerp de mogelijkheid
biedt om ordening te brengen in het taxi- en
huurautobedrijf.
HET BEZOEK DER KONINGIN
AAN BELGIE EN EEN DUITSCHE
BESCHOUWING OVER DE POSITIE DER
BEIDE LANDEN.
Naar aanleiding van het bezoek van H. M.
Koningin Wiihelmina aan Brussel schrijft de
Deutsche Diplomatisch Politische Korres-
pondenz" o.a. het volgende:
Het is voor alle bij een waren vreae ge-
interesseerde staten een voldoening, wanneer
zij de overtuiging kunnen krijgen, dat landen
van de beteekenis en positie van Belgie en
Nederland het oprechte streven toonen om,
in plaats van de plannen van machtengroe-
peeringen, welke ook, te. bevorderen en daar-
door de spanningen te verhoogen, integendeel
door een bew.ust afstand doen daarvan de
rustende polen in het Buropeesche volkeren-
lever. te vermeerderen en te versterken.
Wat Duitschland's standpunt jegens de
beide naburige Noordzeelanden betreft, het
is ondubbelzinnig: Het Duitsche rijk eerbie-
aigt onvoorwaardelijk de onafhankelijkheid
van beide landen, wenscht echter ook die
onafhankelijkheid door alle anderen geeerbie-
digd te weten. Alle veronderstellingen betref
fende Duitsche plannen tot een overval en tot
agressie behooren derhalve zonder meer thuis
in het rijk der fabelen. Zij kunnen dus slechts
het doel hebben om de beide staten in de
rechtlijnigheid hunner politiek te doen wan-
kelen en hen met de middelen van den laster
te brengen in een front, waarbij egocentrische
voorstellingen of ego'istische motieven over-
heerschen en ieder rekening houden met
erkend gerechtvaardigde strevingen van
anderen ontbreekt.
Duitschland zelf heeft in geen enkel opzicht
bedoelingen of bijgedachten om buitenstaan-
ders en hen, die in het geheel niet betrokken
zijn bij politieke controversen, welke het zelf
nu eenmaal niet bespaard blijven, daarbij te
betrekken. Het verwacht van zijn kant niets
anders, dan dat deze derde mogendheden haar
welbegrepen belang er in zoeken, dat aan-
wezige spanning door haar houding niet even-
tueel nog verhoogd worden, maar dat in laat
ste instantie de weg naar een vreedzame op-
lossing gevonden wordt.
DE HITLER-GROET OP COMMANDO.
In Duitschland worden maatregelen getrof
fen om den Hitler-groet te consolideeren. Den
laatsten tijd klonk het „Heil Hitler!" niet
meer zoo veelvuldig, al waagde het wel nie
mand om, wanneer deze heilwensch als groet
werd toegepast, niet met hetzelfde te ant-
woorden. Je kunt nooit wetenDe volks-
mentaliteit wordt aardig geteekend door de
volgende ware gebeurtenis. Een voile tram,
ergens op een buitenweg, zij het nochtans een
hoofdverkeersweg. Komt een nieuwe passa-
gier binnen met den luiden groet „Heil Hit
ler!" Niemand antwoordde. Eenige oogen-
blikken later andermaal een nieuwe passagier,
eentje van het echt gemoedelijke soort, die
zich bij het tramgezelschap voegde met een
opgewekt ,,Mahlzeit". Hij kreeg zijn groet
terug met een in voile koor geuti ,,Mahlzeit!"
In deze verslapping in Duitschland wordt
nu verandering gebracht. Men begint met de
winkelzaken. De eigenaar, de winkeljuffrouw,
bediende of wat ook, dus degene, die ver-
koopt, zal niet meer mogen afwachten tot de
binnentredende zijn groet heeft geuit, (en dus
in vele gevallen daarnaar handelen!), maar hij
moet eigenerbeweging met „Heil Hitler", be
ginner., waarop dan de binnenkomende wel op
dezelfde wijze zal antwoorden.
DE KOFFIE-SCHAARSCHTE
IN DUITSCHLAND.
De koffieschaarschte in .Duitschland geldt
niet voor Oostenrijk en het Sudetenland, meldt
Havas, waar het nationaal-socialistisch regime
de gewoonten der bevolking ontziet, die er
erg gesteld is op koffie met slagroom. Deze
is in Duitschland nog slechts te krijgen op
vertoon van een doktersrecept. In Oostenrijk
is zij schijnbaar zonder beperkingen te ver
krijgen. Deze bevoorrechte toestand van
Oostenrijk trekt clienten uit de rest van het
rijk, die er alles koopen wat van hun gading
is om dan te Berlijn of elders te verkoopen.
De „Wiener Neuste Nachr." schrijft: ,,Het
is voor de rest van het Rijk verboden in Oos
tenrijk koffie te koopen. Onze koffie is voor
ons".
Er zijn maatregelen genomen om dit mis-
bruik tegen te gaan.
DE VREDESACTIE VAN HET
VATICAAN.
In de kringen van het Vaticaan, die het ge-
rucht ongegrond geacht hebben, dat de Paus
bereid zou zijn om een co,nferentie ten gunste
van den vrede bijeen te roepen, wordt thans
te verstaan gegeven, dat de Heilige Stoel
geenszins een initiatief in deze richting ge
nomen heeft, maar er zich mee tevreden ge
steld heeft van de normale diplomatieke
wegen gebruik te maken om de betrokken
regeeringen uit te noodigen den toestand van
de wereld in vredelievenden geest te over-
wegew. De Heilige Stoel is op geen enkele
wijze in de bespreking van de internationale
vraagstukken tusschenbeide gekomen. Hij
heeft slechts den nadruk gelegd op de zede-
lijke beginselen, die bevelen te trachten op
alle manier een oorlog te voorkomen. De
Heilige Stoel heeft er daarbij aan herinnerd,
dat een vreedzame oplossing van alle vraag
stukken verkregen kan worden hetzij door de
bijeenroeping van een conferentie van de be
trokken mogendheden, hetzij langs den weg
van tweezijdige onderhandelingen.
POLEN EN DANTZIG.
Een Pool uit Wcisizyn in Posnau, die door
vier Duitschers was aangevallen, is tengevolge
van de bekomen slagen overleden.
In een groote fabriek bij Lodz zijn gevallen
van sabotage ontdekt, die door Duitschers ge-
pleegd moeten zijn. Naar aanleiding van
berichten over onlusten te Lodz wordt van
Poolsche zijde meegedeeld, dat twee Duitsche
groepen, n.l. aanhangers en tegenstanders van
het nationaal-socialisme, met elkaar gevoch-
ten hebben, waarbij 15 personen werden ge-
wond. Op Dantzigsch grondgebied is Vrijdag
weer tegen Polen geageerd. Een Poolsche
burger werd om onbekende redenen gear-
resteerd. Te Koningsbergen hebben onbeken-
den de ruiten van het Poolsche consulaat ver
nield; de politie bleef passief. In leidende
nazi-kringen te Dantzig is men ten zeerste
verstoord over de opdracht, welke de raad van
den Volkenbond aan zijn vertegenwoordiger
aldaar, prof. dr. Burckhardt, heeft gegeven on-
middellijk via Warschau naar Dantzig terug te
keeren en te trachten een compromis tusschen
de regeering der Vrije Stad en Warschau tot
stand te brengen, dat op een status quo zou
moeten .uitloopen.
De Dantziger Vorposten wil niets weten
van een ,,herhaling van het experiment-Run-
ciman". De door Hitler afgelegde belofte, dat
Dantzig tot het rijk zal terugkeeren, is voor
de bevolking der Vrije Stad, zegt het blad
nadrukkelijk, van meer waarde dan de belofte
van Engeland aan Polen, dat de tegenwoor-
dige situatie niet zal worden gewijzigd.
De Temps schrijft over de kwestie-Dantzig:
,,Het kost moeite, toe te geven, dat het
vraagstuk niet met vreedzame middelen op
behoorlijke wijze zou kunnen worden opgelost.
Polen heeft nooit de belangen der Duitsche
meerderheid van de Vrije Stad betwist of mis-
kend. Het heeft niets anders op het oog dan
het waarborgen der rechten, welke voor Polen
van vitaal belang zijn, daar Dantzig zijn na-
tuurlijken uitweg naar de zee vormt.
Indien men afziet van de nationaal-socialis
tische ideologie, is er geen enkele reden,
waarom de Polen en Dantzigers niet in ver-
trouwen zouden kunnen samenwerken, daar
de welvaart der Vrije Stad voor een groot
gedeelte afhankelijk is van het Poolsche ver
keer, terwijl Dantzig de longen vormt, die
Polen in staat stellen, vrij adem te halen.
Alle overeenkomsten, die gesloten zijn met
het oog op de organisatie van het vredes-
front, in het bijzonder de Engelsch-Poolsche
en Fransch-Poolsche bondgenootschappen,
hebben de deur opgelaten voor een vreed
zame regejing der kwestie-Dantzig".
De Manchester Guardian denkt er anders
over. Het blad vreest, dat de Dantzigers op
een afgesproken itee'ken de douane-kantoren
zullen bezetten, de Poolsche autoriteiten zul
len verjagen en zullen aankondigen, dat
Dantzig bevrijd is.
Dan zal, overeenkomstig het oude recept, om
de bescherming van het Duitsche rijk worden
gevraagd. De Duitsche strijdkrachten zouden
de onderdrukte rasgenooten te hulp Snellen.
En de rasgenooten zelf zouden reeds voldoen-
de geoefend en gewapend zijn om een eersten
Poolschen aanval te kunnn weerstaan, terwijl
de militaire hulp uit het Duitsche vaderland
in aantocht is,
Dat is de mogelijke loop der gebeurtenissen
in Dantzig, welken het blad voorziet.
MET HET LICHTEN VAN DEN GEZONKEN
ONDERZEEeR IS BEGONNEN.
De marine heeft een begin gemaakt met het
lichten van den verongelukten onderzeeer
,,Squlps". De Falcon", het reddingsvaartuig,
deelde Vrijdag per radio mede, dat een duiker
naar beneden was gegaan om een permanente
afdalingslijn aan het kanonnendek van de
„Squalus" vast te maken. Dit is de eerste
voorbereiding om de antennes en andere uit-
stekende voorwerpen, welke het werk zouden
kunnen hinderen, van het dek te verwijderen.
Dit werk zal dagen, ja zelfs weken in beslag
nemen, waarbij de duikers den dood en de ver-
stijvende koude op 40 vaam onder't zee-opper-
vlak .trotseeren.
De 30 overlevenden hebben het hospitaal
verlaten. Het is hun verboden over de ramp
te spreken. De reden van dit verbod is, dat
een van de opvarenden, Alfred Prien-, hulp-
machinist, die met de bediening van het ven-
tiel belast is, door welke het water in de boot
is gedrongen, aan persvertegenwoordigers had
verklaard, dat volgens hem het ongeluk te
wijten is aan sabotage. Hij noemde in dit ver-
band zelfs den naam van een der opvarenden.
In een onderhoud met den correspondent
van de .Paris Soir" heeft de Turksche minis
ter van buitenlandsche zaken, volgens het
Handelsblad", in bijzonder krachtige bewoor-
dingen gesproken over Turkije's vastbesloten
heid om ,,het hoofd te bieden aan het Duitsche
gevaar".
De minister, die ook in zijn verdere uitlatin-
gen geen blad voor den mond nam, begon met
te verklaren, dat Turkije twee fundamenteele
machtsfactoren heeft: zijn ligging aan de
zeeengten en zijn militaire kracht. Sedert
1911, zoo zei hij, hebben wij steeds gevochten
en als het noodig is, zullen wij morgen op-
nieuw beginnen".
De minster spra'k vervolgens over de voor-
zorgsmaatregelen, welke Turkije begon te
nemen, „toen een zekere mogendheid het
verlangen ging toonen de gevestigde orde te
veranderen". ,,Kemal sloot het Balkanverdrag
en haalde de banden met Rusland aan. Toen
Italie in A.bessinie opdrong, sloot Kemal zich
zonder aarzelen bij de sancties aan. Toen
Engeland hem vroeg, of Turkije zou opmar-
cheeren in geval van oorlog, antwoordde
hij: Ja.
,,iSedert 1918 heeft de Turksche regeering
de gewoonte gehad niets te doen, dat de Duit
sche neiging tot overheerscbing zou kunnen
bevorderen. Kemal gaf de voorkeur aan neu-
traliteit. Maar als hij van meening was ge
weest, dat zijn neutraliteit Duitschland zou
hebben bevoordeeld, zou hij oogenblikkelijk
zijn houding herzien hebben. Dat ziet men
nu gebeuren.
Toen Duitschland Roemenie zijn handels-
ultimatum oplegde, heb ik Gafencu te Istan-
boel de verzekering gegeven, dat Turkije in
overeenstemming met het Balkanverdrag
steun zou verleenen".
Over de Albaneesche kwestie zeide de
minister: „Wij Turken kennen Albanie. Wij
hebben het bestuurd. Wij weten, dat Albanie
geen natuurlijke rijkdommen. bezit, welke de
verovbring zouden kunnen motiveeren. Die
verovering had uitsluitend een strategisch
doel. Tegenover die bedreiging moest Turkije
zich beschermen, eveneens door strategische
maatregelen."
Saradjoglou vertelde vervolgens van zijn
eerste onderhoud met Von Popen. Deze zeide:
,,Wij hebben ten aanzien van Roemenie een
zeer redelijke politiek gevolgd. We hebben
slechts de opbrengst van het land verhoogd
en de inwoners hebben er niet van te lijden".
,,Mijnheer de ambassadeur", aldus had1
Saradjoglou. geantwoordt, „als men in een
Afrikaansche kolonie komt, heeft men er ook
geen belang bij de inwoners te dooden. Men
verhoogt liever de opbrengst van het land om
de koloniseerende mogendheid te verrijken.
Gijwilde in Roemenie een koloniale politiek
voeren. Wel, ik zeg u: Ik zou het ernstig
vinden, als U op zekeren dag voor mij ver
scheen om Turkije een dergelijke politiek aan
te bieden".
De toestand is zeer duidelijk, volgens den
Turkschen minister. De mogendheden achten
het onmogelijk Frankrijk in twee maanden te
verpletteren. Zij moeten de noodige reserves
verwerven door de hand op Klein-Azie te leg
gen, en daarvoor moeten zij den Bosporus
oversteken. ,,Wij Turken echter", zeide Sarad
joglou, „zijn vast besloten. Wij zullen het
Duitsche gevaar het hoofd bieden. Wij hebben
ons accoord met Engeland gesloten en zullen
ons binnenkort met Frankrijk verstaan".
Over Rusland zeide de minister: ,,Wij zijn
beslist anti-communistisch en de Russen weten
dat. Dat heeft echter ons nooit verhinderd
op het gebied der buitenlandsche politiek met
hen samen te werken".
GOUDEN VAATWERK VAN
KONING ZOG GECONFISKEERD.
Italiaansche douanebeambten aan de
GriekschAlbaneesche grens hebben, volgens
den correspondent te Tirana van de Giomale
d'ltalia, gouden tafelgerei in beslag genomen,
gegraveerd met het wapen van koning Zog.
De kostbare voorwerpen werden ontdekt in
blikken, welke in een gewone autobus van
Albanie naar Griekenland vervoerd werden.
Als mhoud der blikken werd aangegeven kaas,
en het vaatwerk, dat met paarlmoer was in-
gelegd, werd onder een laag kaas gevonden.
Een Grieksche passagier in de autobus zou
haastig de grens overgevlucht zijn.
GENERAAL PRCHALA UITGEWEKEN
NAAR POLEN.
Havas meldt uit Warschau: De gewezen
minister van oorlog en binnenlandsche zaken
in het ministerie van Wolosjin en vertegen
woordiger der regeering van Praag in Sub-
Karpatisch Roethenie, generaal Leo Prchala,
is Vrijdagavond te Warschau aangekomen, na-
dat hij in het geheim uit Praag was ver-
trokken.
Hij verklaarde in Polen een Tsjechisch
legioen te willen oprichten om de bevrijding
van Tsjecho-Slowakije voor te bereiden.
Na betoogd te hebben, dat alle Tsjechen
op een geschikt oogenblik zouden opstaan
om hun vaderland te heroveren, besprak
generaal Prchala de positie der Tsjechen onder
het tegenwoordige Duitsche bestuur.
,,De Duitschers, aldus de generaal, zenden
niet alleen alle voorraden naar het rijk, zoo-
dat te Praag reeds een tekort aan levensmid-
delen merkbaar wordt, doch alles, wat naar
Duitschland kan worden verzonden, tot ge-
bruikte knoopen toe".
Hij verklaarde verder, aldus Havas, dat de
Duitschers Tsjechisohe arbeiders ontslaan
om hen te vervangen door uit Duitschland
gekomen arbeiders. Daartegenover zouden
meer dan 200.000 Tsjechische werklieden naar
Duitschland zijn gezonden. In de Skoda-
fabrieken wordt door Duitschers gewerkt.
Nader wordt gemeld:
Generaal Prchala heeft nog tegenover
Havas verklaard, dat hij, alvorens zijn werk
in Polen te beginnen, de meening der Pool
sche leidende kringen zou vragen. In politieke
Poolsche kringen beoordeelt men de aankomst
van den generaal gunstig. Men maakt eenige
reserve ten aanzien van zijn plannen tot orga
nisatie der Tsjechen, doch verklaart een gun
stige mogelijkheid te zien voor een unie van
Tsjechen en Slowaken op Poolsch gebied.
DUITSCH SOHIP DOOR JAPANSCH
OORLOGSSCHIP AANGEHOUDEN.
Reuter meldt uit Sjanghai: Een Japansch
oorlogsschip heeft het Duitsche stoomschip
Sauerland, dat op weg was naar Sjanghai,
gedwongen te stoppen. Eenige Japansche
manschappen begaven zich aan boord van
de Sauerland een schip van de Hamburg
Amerikalijn en bleef daar twintig minuten.
De scheepspapieren werden nauwkeurig onder-
zocht. Het te Sjanghai verschijnende dag-
blad China Press, dat dit bericht lanceerde
meldt verder, dat de Duitsche consul-gene-
raal te Sjanghai krachtig heeft geprotesteerd.
Volgens het blad was het incident ver-
zwegen gehouden, doch is het bekend gewor-
den na de aankomst van de Sauerland te
Sjanghai.
Nader wordit gemeld, dat het incident zich
reeds Woensdag der vorige week heeft voor-
gedaan, kort nadat het Fransche schip
Aramis ter hoogte van Hongkong was aan-
gehouden.
Havas meldt uit Polen: Onder het opschrift
„Quo vadis Polonia?'" tracht de Telegrafo, het
blad der familie Ciano, eenerzijds het groote
belang aan te toonen, dat Duitschland heeft
bij het bezit van Dantzig en den Corridor, en
anderzijds de zwakheid van de strategische
positie van Polen. Het blad wijst op het stra
tegische belang voor Duitschland van den
spoorweg SilezieGdynia. Het schrijft voorts:
een land, waarvan de bevolking voor een derde
uit minderheden bestaat en dat een ongunstige
strategische positie inneemt, kan moeilijk aan
buitenlandsche vijanden weerstand bieden,
vooral wanneer een dezer vijanden Duitschland
heet.
Na verklaard te hebben, dat Polen niet al te
zeer kan vertrouwen op den bijstand van
Engeland en de Sovjet-Unie vervolgt het blad:
wij gelooven, dat Beck niets anders overblijft
dan te streven naar een politiek van overeen
stemming met de asmogendheden.
AMERIKA EN OORLOGSGEVAAR.
De voorstellen, die Cordell Hull, de minister
van buitenlandsche zaken der Vereenigde
Staten, bij het parlement heeft ingediend tot
herziening van de bestaande Neutraliteitswet,
komen, schrijft het Handelsblad, neer op een
strenger compromis tusschen de belangen en
de gevoeligheden van Amerika.
Deze wet, die ten doel heeft Amerika het
risico te besparen, wederom in een Europee-
schen oorlog te worden betrokken gelijk in
1917 geschiedde als gevolg van den toen
verscherpten Duitschen duikbootenoorlog, of
daardoor financieel te worden gedupeerd, be-
vredigt de Amerikanen niet ten voile. Zij be-
rust op het beginsel, dat de oorlogvoerenden
met hun eigen schepen in Amerika streng
bepaald oorlogsmateriaal, waarvan uitvoer
met Amerikaansche schepen is verboden, kun
nen komen halen uitsluitend tegen contante
betaling. ,,Cash and carry", zegt de wet.
In de praktijk zou ziij hierop neerkomen, dat
Engeland en Frankrijk alle voordeelen van de
wet genieten.
Deze twee mogendheden zijn in geval
van oorlog in staat, een blokkade van hun
Europeesche rivalen toe te passen en dezen te
beletten de scheepvaart op Amerika te onder-
houden. Zij ook beschikken over de noodige
gouddepots om het oorlogsmateriaal contant
te betalen, terwijl hun rivalen deze dep6ts
derven.
Intusschen werkt de wet, tegen de bedoeling
van Washington echter ook ten gunste van
Japan; dank zij haar feitelijk niet-discrimi-
neerende bepalingen. kunnen de Japanners
zich. zoolang hun goudvoorraden strekken,
zich onbekrompen van Amerikaansche oor-
logsvoorraden voorzien; China, dat door
*4