Landbouwberichten.
bier geweest is, en men weet, dat aangeschaft
worat. hetgeen voor Axel, als gelegen in de
derde gevarenklasse, aanwezig moet zijn,
meent hij dat men zich aan het advies van den
deskundige kan toevertrouwen, en volstaan
met voor 660 aan te schaffen.
De heer VAN 't HOFF is liet in groote
trekken met den heer Hamelink eens. Spre-
ker zal daar niet verder over uitweiden. Het
spijt hem, dat de regeering in dezen niets
doet. Met hetgeen door den heer Hamelink
hierover gezegd is, kan spreker instemmen.
Hetgeen evenwel de heer Hamelink op het
oog heeft, nl. voor f 660 nemen nit den ge-
wonen dienst, en de rest op crediet koopen,
daarmede schiet men naar zijn meening niet
veel op. Want het is voldoende bekend, dat
een crediet niet anders tot stand komt, dan
door betaling van extra geld. En men kan
waarschijnlijk wel een leverancier klaar vin-
den die er genoegen mee neemt, dat de be
taling volgt, als de gemeente dat goed vindt,
doch dat kost rente, en dus meer geld.
Dan heeft spreker nog een andere vraag.
Tot heden weet men niet wat er aangeschaft
worden zal, doch daarbij mogen goede dege-
lijke sirenes ook niet ontbreken.
De VOORZITTER geeft een opsomming van
hetgeen aangeschaft moet worden blijkens de
opgave van den Inspecteur der Luchtbescher-
ming, nl. gasmaskers, zaklantaarns, afscher-
ming voor ramen, verbandmiddelen, brancards,
chloorkalk, gaspakken, topografische kaart,
alarmeering enz.
De heer VAN 't HOFF leidt hieruit af, dat
de brandweer dus van gasmaskers voorzien
zal worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat alle men-
schen die ingeval van luchtaanvallen op
straat moeten zijn, van gasmaskers voorzien
zullen worden. Het aantal dat moet worden
aangeschaft, hangt af van de grootte van de
bevolking.
De heer VAN 't HOFF merkt op, dat hij
niets over een sirene hoort.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze be-
grepen zijn in den post voor alarmeering. Dit
houdt verband met het luchtbeschermingsplan
voor de gemeente, dat reeds tweemaal is inge-
stuurd, doch tot heden toe niet goedgekeurd is.
De heer VAN 't HOFF hoopt, dat Burge-
meester en Wethouders er aandacht aan zul
len besteden, dat sirenes aangeschaft zullen
worden, die werkelijk gehoord worden. Er
heeft er in de gemeente al eens een proef ge-
stoomd, die van te geringe capaciteit was.
De VOORZITTER antwoordt, dat het niet
de bedoeling is, edn sirene aan te schaffen
voor de bevolking van Axel. Het kan ook
best zijn, dat 4 sirenes aangeschaft zullen
worden. Doch indien die 4 te samen een capa
citeit hebben die niet zoo groot is als een
sirene, dan zou het mogelijk zijn, dat er
slechts een, doch dan van grooter capaciteit
aangeschaft wordt.
De heer VAN 't HOFF kan niet anders dan
aanbevelen, dat de sirenes indien ze aange-
kocht worden, van goede capaciteit zijn.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester
en Wethouders zullen zorgen, dat de capaci
teit voldoende is.
De heer VAN 't HOFF moet Burgemeester
en Wethouders werkelijk aanbevelen, dat de
sirenes die gekocht worden, zoo zullen zijn,
dat ze werkelijk door de burgerij gehoord kun-
nen worden.
De VOORZITTER: Daar worden ze ook
voor geplaatst.
De heer DE JONGE zou er maar voor zijn,
f 660 te voteeren, daar men hiertoe venplioht
is. Aangezien die 1250 toch ook maar een
lapmiddel is en de gemeente dit zelf moet
financieren, en ze al zoo arm is als de straat,
zal het toch niet gaan om een volledigen dienst
in te richten. Daarom zou spreker willen be-
ginnen voor 660 materialen aan te schaffen
en spreker hoopt, dat het aan te schaffen
materialen wat 'kwaliteit betreft, niet veel
verschil zal uitmaken met het andere.
De VOORZITTER merkt op, dat bij de
materialen die opgesomd zijn, niets is, dat
voor de brandweer bestemd is, zooals stand-
pijpen, slangen enz., die op de vorige begroo
ting wel vermeld waren.
De heer DE JONGE heeft zooeven het
staatje gehoord van hetgeen aangeschaft zal
worden, en dat wijkt zooveel af van het
andere.
De VOORZITTER antwoordt, dat hier thans
voor de heele brandweer niets bij is. Dit is bij
de vorige begrooting wel het geval geweest,
en toen zijn die materialen gebracht ten laste
van dezen post, terwijl ze nu ten laste van de
brandweer moeten komen.
De heer DE JONGE constateert, dat er dus
niet zooveel verschil is.
De VOORZITTER denkt er over als volgt.
Laten de leden zich thans tevreden stellen
met 660 te nemen uit den loopenden dienst,
en Burgemeester en Wethouders machtiging
verleenen, desnoods aankoopen te doen indien
dit noodig is zonder voorafgaande machtiging
van den raad. En laten Burgemeester en
Wethouders dit dan in de eerstvolgende raads-
vergadering mededeelen.
De heer OGGEL: Dan natuurlijk geen
2000 a 3000.
De VOORZITTER: Daarvoor kent de raad
ons college wel.
De heer DE RUIJTER constateert, dat in
de door den Voorzitter opgesomde materialen
inderdaad niets is begrepen voor de brandweer.
Doch laat de begrooting het toe, dat de mate
rialen voor de brandweer worden aangeschaft.
De VOORZITTER merkt op, dat indien in
den loop van het jaar zou blijken, dat b.v. een
slang niet vemieuwd zou moeten worden, er
voor het geld dat deze anders kosten zou, een
standpijp zou kunnen worden aangeschaft.
De heer DE RUIJTER vraagt of de pioge-
lijkheid bestaat, dat Axel in de tweede ge
varenklasse gerangschikt zou worden, in ver
band met de fabriek te Sluiskil.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit voor
de groote kom van Axel niet het geval zal
zijn. Indien zulks in verband met de fabriek
noodzakelijk zou blijken, dan komt niet de ge-
heele gemeente, doch het gedeelte, waarin deze
fabriek gelegen is, in de tweede gevarenklasse.
De heer DE RUIJTER meent, dat indien de
gemeente in de tweede klasse zou komen, men
den weg zou kunnen berijden van verzoeken
om vergoeding aan het rijk.
De VOORZITTER antwoordt, dat indien
daarvoor vergoeding gegeven zou worden, die
besteed moet worden voor dat gedeelte, dat
in de tweede gevarenklasse ingedeeld wordt.
De groote kom der gemeente zal evenwel zeer
zeker in de derde klasse ingedeeld tolijven.
Gehoord de besprekingen acht spreker het
t beste, dat de raad de gevraagde f 660
voteert, en Burgemeester en Wethouders
machtigt om verdere aankoopen te doen, in
dien deze strikt noodzakelijk blijken, waarbij
Burgemeester en Wethouders zich verbinden
hiervan in de eerstvolgende raadsvergadering
mededeeling te doen.
De heer 't GILDE is het eigenlijk roerend
eens met den heer Hamelink, doch voor spre
ker geldt in dezen zeer zeker, dat de zui-
nigheid, die alle leden, en ook Burgemeester
en Wethouders zoozeer voorstaan, de wijsheid
niet mag bedriegen. Het spijt spreker dat er
geen andere middelen zijn om dezen dienst
beter in orde te krijgen, en hij betreurt het
dan ook, dat het rijk geen middelen beschik-
baar stelt, en deze taak ook weer afwentelt
op de schouders van de financieel zwakke ge-
meenten. Hoewel het eigenlijk geen pas geeft,
en geheel buiten dit onderwerp staat, moet
spreker toch als zijn meening uitspreken, dat
deze kwestie rijkszaak behoorde te zijn, en dat
de gemeenten hierdoor met veel te zware zor
gen belast worden, vooral die gemeenten, die
gelegen zijn in een andere gevarenklasse.
De heer HAMELINK kan eigenlijk niet
goed begrijpen, waarom het college niet vast-
houd aan de aanvankelijke gedachte om een
hooger bedrag uit te trekken. En nu kunnen
Burgemeester en Wethouders en verschillende
andere heeren zeggen, dat de gemeente niet
bij machte is, meer te doen, doch dan blijft
het prutswerk.
De VOORZITTER: Ik voel wel, waar u
heen wilt.
De heer HAMEDINK: Doch u hebt er be-
zwaar tegen. Spreker meent, dat de raad
deze zaak beter in handen kan houden. Spre
ker voelt er niets voor, dat Burgemeester en
Wethouders lot aanschaffing van noodige
materialen overgaan, en dit dan later den raad
zeggen. Dit wil niet zeggen, dat spreker
wantrouwen koestert ten opzichte van Burge
meester en Wethouders. Doch hij meent, dat
de raad aan Burgemeester en Wethouders
geen nieuwe bevoegdheden moet delegeeren.
De raad wil het college ineens machtiging
geven om voor f 1250 materialen aan te koo
pen. Spreker heeft zoo juist een regeling
aangegeven waar feitelijk niets in zit. Hij kent
een gemeente waar men heelemaal zoo gehan-
deld heeft. En daarop verkrijgt men wel de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Spre
ker is er ook voor, dat zoo goedkoop mogelijk
en zoo weinig mogelijk wordt ingekocht, doch
dat nu de raming van het strikt noodzake-
lijike op de helft gebracht wordt van hetgeen
in November 1.1. noodig werd geacht, vindt hij
toch nog al sterk. Hij is er van overtuigd,
dat men dan niet de gelegenheid hebben zal,
iets behoorlijks te doen. Onder deskundige
leiding is destijds uitgeknobeld hetgeen er
noodig was, en dit werd dan het uiterste
minimum geacht. iSpreker acht het volk te
goed daarvoor. Spreker neemt aan, dat
zooals de heer Oggel zegt andere, en betere,
deskundigen hebben uitgeknobeld, dat dit
thans het uiterste minimum is. Doch dit
blijft altijd nog fictief. Indien er nog andere
deskundigen zouden komen, doen die er mis-
sehien iets bij,, of knabbelen er nog wat af.
Spreker is er van overtuigd, dat men voor dit
geld geen behoorlijke sirene zal kunnen koo
pen, en dat de maatregelen die genomen kun
nen worden met deze materialen voor de
bevolking practisch niets om het lijf hebben.
Indien eohter een grooter bedrag beschikbaar
gesteld wordt, kunnen behoorlijke dingen,
worden aangeschaft, bijv. sterke forsche sire
nes en brancards, en spuitgeweren enz. Voor
dit geld kan men kinderspeelgoed koopen, doch
men kan er niets forsch, flinks en sterks
voor aanschaffen. Laat men dan een sirene
nemen van de dubbele capaciteit van thans,
en laat men zich met het uiterste minimum
niet tevreden stellen. Dan kan men met iets
voor den draad komen. Wat heeft men voor
de brandweer aan een spuit, die niet kan
blusschen? Wat heeft men aan een sirene,
die men niet kan hooren? Laat men de din
gen koopen, zooals het behoort, doch dan
andere dingen, dingen die goed zijn, want het
gaat hier om menschenlevens. En als dit
dan niet kan uit den loopenden dienst, dan
op een andere wijze. Dan kan men goede,
forsche dingen aanschaffen en spreker meent,
dat de Commissaris der Koningin ook niet
bdleedigd zal zijn indien de raad van Axel dit
bedrag beschikbaar stelt, doch integendeel de
overtuiging zal hebben, dat de raad zijn best
gedaan heeft.
Waarom neemt het college sprekers gedach
te niet over? En dit temeer, waar het college
toch verder gaan wil, aangezien het machti
ging vraagt van den raad. Een principieel
bezwaar er tegen bestaat bij Burgemeester en
Wethouders niet. Met machtsdelegaties heeft
de raad niet de ibeste ervaringen opgedaan.
Men heeft toch al zoo weinig te zeggen. Laat
dan aan den raad iblijven wat des raads is.
Spreker is bereid, Burgemeester en Wethou
ders de grootst mogelijke ruimte te geven.
De heer Van 't Hoff gevoelt niet voor
koopen op crediet, doch hij vergeet een ding,
en wel, dat voor de dingen die gekocht zouden
worden een leeninkje gesloten zou worden.
Dat kost ook geld, en met de er aan verbonden
formaliteiten meent spreker dat zulks min-
stens evenveel kost.
Spreker doet ook niet graag, zooals hij voor-
stelt, doch als de loopende dienst meevalt, kan
dit bedrag gevonden worden. Spreker wil dus
dit voorstel doen. Hij is bereid, de verant-
woordelijkheid daarvoor op zich te nemen. Hij
stelt dus voor, f 1250 beschikbaar te stellen
voor den aankoop van materialen en benoo-
digdheden voor den luchtbeschermingsdienst,
en dit bedrag te besteden gelijk hij uiteengezet
heeft. Dit bedrag lijkt spreker het uiterste
minimum waarvoor iets behoorlijks aange
schaft kan worden. Een bedrag van 660
kan dan van den loopenden dienst worden af-
genomen en de rest op afbetaling.
Dit voorstel wordt ondersteund door den
heer C. van Bendegem.
De heer VAN DE BELT begrijpt den heer
Hamelink niet goed. Als hij goed verstaan
heeft, wil deze 1250 beschikbaar stellen. Hij
vraagt verder over hoeveel jaren de leening
was verdeeld. De VOORZITTER antwoordt,
dat bij het oude raadsfoesluit de leening op
10 jaar tijds moest zijn afgelost.
De heer SEGHERS gelooft, dat in de geval-
len, zooals het college die genoemd heeft, en
zooals de heer Hamelink dit heeft uiteengezet,
weinig verschil bestaat. De heer Hamelink
wil komen tot een hooger bedrag, en dat
direct, terwijl het college nog eens wil afzien.
Naar hij meent hebben Burgemeester en Wet
houders wel de overtuiging, dat het met
660 niet blijvend zal kunnen volstaan. Spre
ker is daarvan ook overtuigd, en zal daarom
meegaan met het voorstel van den heer Hame
link, en dit steunen.
De heer VAN DE BILT moet vragen, of de
heer Hamelink dus 600 direct wil betalen,
en de rest z.g. ,,op de plak'' koopen of leenen.
De VOORZITTER moet, voor het voorstel
van den heer Hamelink in stemming gebracht
wordt, er op wijzen, dat het aanbeveling zal
verdienen, dat de heer Hamelink zijn voorstel
wijzigt. Men kan zoo redeneeren, dat voor
1250 zal worden aangeschaft, dit beschou-
wen, dat thans uit den loopenden dienst 660
genomen wordt uit den post voor onvoorzien,
en dat dan in den loop van het jaar overlegd
wordt, hoe de andere 590 gedekt wordt. Om
op den plak te koopen, zooals de heer Van de
Bilt zegt, daarvoor zou spreker zich schamen.
De heer OGGEL merkt op, dat dit toch in
het voorstel van den heer Hamelink lag.
De VOORZITTER meent, dat men ook dit
doen kan. Men kan thans f 1250 nemen uit
den post voor onvoorzien, en dan later, waar
dit 590 te hoog is, besluiten, hoe dit bedrag
gedekt moet worden.
De heer HAMELINK vindt het heel handig
dat de Voorzitter met dit financieringsplan
voor den dag komt. Doch dit is niet anders
dan alvast van den raad de toestemming ver-
krijgen, het heele bedrag uit den loopenden
dienst te nemen.
De VOORZITTER ontkent, dat dit zoo is.
De heer HAMELINK merkt op, dat er in
dit advies van den Voorzitter ligt, dat het
noodige gekocht en betaald wordt. En later,
hoe moet het dan? Men kan dan de goederen
niet meer terug gaan zenden aan den leve
rancier. Practisch zijn ze dan gekocht uit de
loopende begrooting. En dit kan niet anders,
want leenen staan Gedeputeerde Staten niet
toe.
De VOORZITTER meent, dat men het
bedrag ook kan financieren via den kapitaal-
dienst en het dan verdeelen over 3, 4 of 5 jaar.
De heer HAMEDINK geeft te kennen, dat
de heer Van de Bilt een eenigszins ordinaire
naam heeft gebruikt voor de door hem voor-
gestane betalingswijze. Men moet dit niet
beschouwen, alsof het noodige op de groote
plak gekocht wordt, doch daartegenover is te
stellen, dat, als men leent, men feitelijk ook
op de plak koopt.
De heer VAIN DE BILT: Ik bedoel het niet
verkeerd.
De heer HAMELINK vervolgt, dat het niet
zoo moet worden, dat de jongens achter ons
aan komen, als ze de luchtbeschermingsdienst
zien: ,,daar heb je den dienst van de plak".
Het is spreker er alleen om te doen een metho-
de te vinden, dat men betere spullen kan aan
koopen.
De heer OGGEL merkt op, dat de heer
Hamelink hierin een verkeerde meening heeft.
Hij is van meening, dat voor die 660 evenveel
aangekocht zal worden als bij het vorige raads-
besluit voor 1250, en dat de dienst dus slechts
op halve kracht zal werken. In het bedrag
van 1250 waren verschillende benoodigd-
heden begrepen die voor de brandweer bestemd
waren, en die er nu afvielen. Het bedrag
van 660 was alleen bestemd voor den lucht
beschermingsdienst, om benoodigdheden te
hebben, waardoor men eenigszins voldoende
kon werken. Men zit ook voor den luchtbe
schermingsdienst niet aan die f 1250 vast. Er
zijn verschillende dingen die niet direct aan
geschaft behooren te worden. Men zou zoo
kunnen doen, dat 660 werd genomen uit den
post voor onvoorzien, en dat de raad het col
lege machtiging verleent, zoo noodig verder
te gaan. Dit kan b.v. vastgelegd worden op
een bedrag van f 1250 waardoor Burgemees
ter en Wethouders dan toch ook gebonden
zijn. Het is er niet om te doen, een bianco
volmacht te krijgen van den raad.
De VOORZITTER zou een bianco volmacht
zelfs niet willen vragen.
De heer OGGEL vervolgt, dat de omstandig-
heden van dien aard kunnen worden, dat het
noodig is, dat meerdere voorzieningen worden
getroffen. En indien Burgemeester en Wet
houders dan gemachtigd waren tot 1250 te
neerd wordt uit den kapitaaldienst. Hij doet
hiertoe het voorstel.
Dit wordt gesteund door de heeren Seghers
en C. van Bendegem.
De VOORZITTER constateert, dat de heer
Hamelink dus voorstelt, 660 te nemen uit
den post voor onvoorzien, 1250 te voteeren,
en zien hoe de afloop van den dienst van dit
jaar is, en het meer benoodigde bedrag via
den kapitaaldienst financieren.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
dit voorstel geboren is uit de gedachte, dat
1250 ineens uit den post voor onvoorzien
niet wel mogelijk is.
De heer VAN 't HOFF constateert, dat het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
was, 660 te nemen uit den post voor onvoor
zien. Bij het voorstel van den heer Hamelink
zouden Burgemeester en Wethouders dus een
crediet krijgen van f 1250.
De VOORZITTER antwoordt, dat het voor
stel van Burgemeester en Wethouders voldoet
aan de verlangens van den Inspecteur der
Luchtbescherming. Blijkens de mededeeling
van den Commissaris der Koningin moet dit
bedrag uit de loopende begrooting bekostigd
worden.
De heer OGGEL: En het college confor-
meert zich aan het advies van den deskundige.
De heer VAN 't HOFF: Het advies was,
dat voor dit bedrag de beslist noodzakelijke
dingen kunnen worden aangeschaft?
De VOORZITTER: Doch ook hetgeen
strikt noodzakelijk is. Spreker stelt zioh voor
den raad bijeen te roepen indien men onder
zulke omstandigheden zou komen te verkee-
ren, dat het gewenscht is, dat dit wordt uit-
gebreid. Hij heeft ten slotte ook liever dat de
raad daarover beslist.
Het voorstel van den heer Hamelink wordt
verworpen met 4 tegen 7 stemmen.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Seghers,
C. van Bendegem en Van de Bilt; tegen stem-
men de heeren De Jonge, Dieleman, 't Gilde,
De Ruijter, Van 't Hoff, Esselbrugge en
Oggel.
De VOORZITTER meent, hieruit te mogen
concludeeren, dat het voorstel van Burge
meester en Wethouders is aanvaard.
Dit wordt met algemeene stemmen aan-
genomen.
Omvraag.
a. De heer 't GILDE heeft hedenmiddag
de moeite genomen de Pieter Paulusstraat
eens aan een opmeting te onderwerpen. Deze
korte straat is er edn met een verbluffende
perspectief en varieert op verschillende pun-
ten aanzienlijk in breedteverschil. Bij den
gaan, dan kon men vooruit. Men heeft dan heer Wieles en de hoek gevormd door een der
nllo 1/nwn H 4- a L112- i i
alle kans dat een dergelijk besluit wordt goed
gekeurd, terwijl er best kans is, dat een besluit
als door den heer Hamelink voorgesteld niet
goedgekeurd wordt.
De VOORZITTER wijst er op, dat hij ook
den raad kan bijeenroepen. Hij, is er niet
bevreesd voor, een spoedeischende vergadering
te beleggen, hoewel hij hoopt dat dit niet
noodig zal zijn.
De heer DE RUIJTER merkt op, dat er
500 tekort is, doch meent, er dan op te mo
gen wijzen, dat in deze begrooting reeds f 175
is \erwerkt.
Be VOORZITTER antwoordt, dat dit bedrag
ten goede kan komen aan de plaatselijke ver-
eeniging.
De heer DE RUIJTER herinnert er aan, dat
bij het oorspronkelijk voorstel van f 1250, op
de begrooting van dit jaar was geplaatst f 150
voor aflossing van de leening en f 25 voor
rente.
De VOORZITTER merkt op, dat toen de
begrooting was afgehandeld en de vergade
ring gesloten, opgemerkt werd, dat dit bedrag
wel wat laag was. Spreker meent dat men bij
de behandeling van dit onderwerp het beste
maar zal zwijgen over dien post.
De heer DE RUIJTER constateert, dat dus
de bedoeling is, dezen post niet af te voeren.
Anders zou het bedrag van 590, dat te kort
kwam teruggebracht zijn tot /415.
De heer 't GILDE was, toen hij naar den
raad kwam bezield met de gedachte, aan wat
de Franschman noemt „un beau geste" (een
mooi gebaar) doch het is gebleken, dat de
bezuinigingswoede Burgemeester en Wethou
ders geen parten heeft gespeeld, hoezeer alle
leden overigens op bezuinigingspolitiek gesteld
zijn. De Voorzitter heeft aangetoond, dat
voor ongerustheid daarbij geen aanleiding is,
en mede op grond van een meer d-eskundig
advies dan het Axelsche van November j.l.
stelt hij daarin vert-rouwen en wil hij het voor
stel van Burgemeester en Wethouders ten
slotte steunen in de overtuiging, echter dat
een behoorlijke uitrusting der -diensten enz.
meer zal kosten. Daarom streve de Axelsche
afdeeling er naar op andere wijze hiervoor in
het bezit van gelden te komen. Spreker heeft
persoonlij-k meerdere cursusavonden meege-
maakt, en weet dat er heel wat noodig is.
Waarom probeert men het niet eens met een
bazar, een bloempjes- of speldjesdag, collecte's
als anderszins?
De VOORZITTER wijst er op, dat de plaat
selijke afdeeling heel prachtig werk verricht.
Aanvankelijk werd een cursus gehouden met
40 menschen, op aandrang van de bevolking
is er nog een gehouden, die gisteravond ge
houden is met 150 deelnemers. En men is
er nog niet. Doch de afdeeling zit niet goed
in de finaneien, daarom zegt spreker ook
tegen den heer De Ruijter dat hij over dien
bewusten post niet verder spreken moet. Er
moet toch ook geld zijn om de on-kosten te
betalen. Vandaag nog krijgt spreker een brief
van den burgemeester van Terneuzen betref-
fende een cursus voor gasverkenners die inge-
richt zal worden. Door het werk der vereeni-
ging komt de bevolking meer en meer op de
hoogte. Men heeft hier thans een vereeniging
die 300 leden telt, en deze breidt met den dag
uit.
De heer DIELEMAN meent, dat men over
deze zaak lang en breed kan delibereeren.
Spreker meent, dat het nu eigenlijk gaat over
de vraag of 660 of f 1250 beschikbaar ge
steld zal worden. Burgemeester en Wethou
ders komen 660 vragen en de heer Hamelink
wil 1250 geven. Indien 1250 gevoteerd
wordt, wordt er dan ook iets voor de buiten-
wijken gedaan, of is dat dan alleen voor de
kom
De VOORZITTER antwoordt, dat hij niet
kan zeggen, dat er niets voor de buitenwijken
gedaan wordt. Doch hij kan ook niet zeggen,
wat er gedaan zal worden. De kwestie der
buitenwijken heeft de voile aandacht van
Burgemeester en Wethouders. Spreker kan
hier wel mededeelen, dat een commissie is
benoemd, waarbij 1 burgemeester het contact
met de andere gemeenten zal onderhouden om
na te gaan, waar de verschillende buitenwijken
moeten worden ondergebracht. B.v. moet
Spui bij Axel of bij Zaamslag ondergebracht
worden? Te Sluiskil komen 4 gemeenten
samen, doch het zou niet opgaan, dat daar
ook 4 diensten georganiseerd werden, en het
verdient ook aanbeveling, dat een burgemees
ter daar de lakens uitdeelt. Dat alles wordt
thans georganiseerd. Spreker meent, dat de
heer Dieleman hieruit wel kan afleiden, dat
aan de buitenwijken wel degelijk aandacht
wordt geschonken.
De heer HAMELINK zal ingaan op het
advies van den Voorzitter, dat het restant van
het bedrag dat benoodigd is, a f 590, gefour-
perceelen van den heer Mieras meet zij 11 a
12 Meter. Een weinig tientallen meters ver
der bij den heer Den Exter is de breedte tot
pl.m. 8 Meter geslonken en deze trechtervor-
ming zet zich voort tot het einde der straat
aan de uiterste westzijde waar de breedte
slechts 5 Meter meer blijft (binnen de trot-
toirs) terwijl de straat als men de goten e-r
afrekent niet eens 5 Meter meer breed is.
Dit is een nieuwe ernstige wantoestand die
ergernis geeft en aan de omwonenden, onder
wie menschen met meerdere groote vracht-
auto's ongerief en ellende zal geven bij in- en
uitrrjden in deze richting.
Waar ten dezen nu in Axel reeds zooveel is
verknoeid wou hij vragen hoe Burgemeester
en Wethouders hieronder staan en zou hij
gaarne daaromtrent het standpunt van Bur
gemeester en Wethouders vernemen.
,De VOORZITTER antwoordt, dat hij deze
kwestie zal bespreken in Burgemeester en
Wethouders en zoo noodig de bouwcommissie
er voor bij elkaar zal roepen. De heer't Gilde
zal op deze vraag in een volgende vergadering
antwoord ontvangen.
b. De heer 't GILDE heeft voorts ernstige
klachten ontvangen over de tewerkstelling
van Axelsche arbeiders bij de Z.-Vl. Waterlei-
ding Maatschappij. Deze verdienen daar voor
soins -zwaar grond- en graafwerk een loon van
zegge 23 cent per uur. Hij noemt dit maar
broodcenten en voor een gezin nog nauwe-lijks,
zoodat de arbeidsprikkel wel navenant zou
kunnen wezen. Voor een stuk kleeding of
schoeisel schiet er bij deze menschen niets
meer op over. Deze toestand is treurig en
zou het z.i. op den weg der gemeenten liggen
daarin verandering te brengen. Dat de
Waterleiding Maatschappij zich uitbreidt en
daardoor binnen niet onafzienbaren tijd ver-
laging der tarieven mogelijk kan worden is
toe te juichen, doch deze Maatschappij moet
dat niet willen verkrijgen ten koste van ont-
houding van loon des arbeiders. Dat is een
treurige toestand.
De VOORZITTER wenscht op deze vraag
in de eerstvolgende vergadering antwoord te
geven, tegelijkertijd met het antwoord op de
vragen die door de heeren Hamelink en C. van
Bendegem hierover gesteld zijn.
c. De heer SEGHERS heeft in de vergade
ring van 28 Februari 1.1. een vraag gesteld
over de uitdeeling van goederen van het B-
comite. Kort daarop is een gedeelte der goe
deren uitgedeeld, doch tot heden toe is nog
niet alles verstrekt. Wat is toch de reden
dat dit zoo achteraan komt.
De VOORZITTER antwoordt, dat de reden
is, dat de goederen nog niet alle zijn ontvan
gen. Hierover is reeds veel heen en weer gecor-
respondeerd, en dit moet van die fabriek
komen, dat weer van een andere, doch thans
is toegezegd, dat het restant zoo spoedig
mogelijk afgezonden zou worden.
De heer SEGHERS merkt op, dat reeds
overal uitdeeling heeft plaats gehad. Hier-
mede is thans 5 maanden gemoeid. Spreker
vindt, dat het er treurig mee gesteld is. Er
zijn zooveel menschen die weinig of niets
verdienen, en die maar op hun goederen zitten
te wachten.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij de
goederen ook liever uitgekeerd zou hebben.
Doch wat er thans nog uitgedeeld moet wor
den is niet veel meer. Er is reeds een massa
verstrekt. Toen de heer Seghers er naar
gevraagd had, is juist dienzelfden dag een
partij binnen gekomen, en heeft direct daarop
ook uitreiking plaats gevonden.
De heer SEGHERS merkt op, dat als het
zoo doorgaat, het nog een maand of 3 kan
duren, voor de menschen de goederen krijgen.
En dan moet feitelijk de uitdeeling van dit
jaar reeds plaats vinden.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
menschen zullen krijgen hetgeen waarop ze
recht hebban.
Hij sluit de vergadering door het uitspreken
van het dankgebed.
KORT VERSLAG
van de op Vrijdag 12 Mei j.l. gehouden
vergadering van het Dagelijksch Bestuur
der Zeeuwsche Landbouw Maatschappij
te Goes.
De vergadering werd geleid door den heer
Mr. P. Dieleman, Algemeen Voorzitter der
Z. L. M.
Bij den aanvang der vergadering dankt de
Voorzitter voor de talrijke blijken van mede-
leven, welke hij tijdens zijn ziekte en herstel
van vele zij den mocht ontvangen.
In de vergadering kwamen o.m. de volgende
onderwerpen in bespreking:
Uitvoering Pachtwet.
Een der maatschappij en van landbouw heeft ae
aandacht van het Landbouw-Comite gevestigd op
den h.i. ongewenschten toestand dat de grasverkoo-
pingen buiten de Pachtwet vallen.
Eigenaren van grasland, die zich niet aan de
Pachtwet willen onderwerpen, zullen er wellicht toe
overgaan in toenemende mate hun land in de gras-
verkoopingen te brengen, waarbij veelal buiten-
sporige prijzen geboden worden. Niet alleen worden
de -belangen der gebruikers van deze landerijen hier
door geschaad, maar ook uit algemeen oogpun-t is
dit te veroordeelen, daar het grasland, waarvan de
vrucht op stam verkocht wordt, op den duur in
waarde teruggaat.
De meest afdoende oplossing zou .welicht zijn. dat
ook op overeenkomsten inzake verkoop van gras op
stam de Pachtwet van toepassing werd verklaard.
Hoewel in Zeeland grasverkoopingen weinig plaats
vinden, en een regeling hiervan voor deze provin
ce van weinig belang is, deelt het Dagelijksch
Bestuur de zienswijze van voornoemde maatschappij.
Leerkrachten landbouwonderwijs.
De Inspecteur van den Landbouw en het Land
bouwonderwijs heeft een onderzoek ingesteld naar
het aantal leerkrachten, dat in elke provincie be
schikbaar is voor het middelbaar en lager landbouw
onderwijs.
Hierbij is gebleken, dat alleen in de provincie
Zeeland een tekort aan land- en tuinbouwonder-
wijzers bestaat.
Getracht zal worden in dit tekort zoo spoedig
mogelijk te voorzien.
Opleiding landbomvhuishoudleerares.
Het Dagelijksch Bestuur besloot de aandacht van
de ouders op het platteland te vestigen op de moge-
lijkheid van opleiding der meisjes tot landbouwhuis-
houdleerares aan de Landbouwhuis-houdschool De
Nieuw Rollecate" te Deventer.
Er bestaat behoefte aan landbouwhuishoudleera-
ressen die uit landbouwkringen afkomstig zijn.
Een publicatie over deze opleiding zal in het offi-
cieel orgaan wbrden opgenomen.
Belastingvoorstellen van de Regeering.
Besloten werd de Belastingcommissie der Z. L. M.
te verzoeken advies uit te brengen over de belas
tingvoorstellen welke de Regeering aanhamrig heeft
gemaakt bij de S-taten-Generaal.
Landeigendom.
Het Landbouw-Comitie heeft een landelijke com
missie van Beraad ingesteld, welke deze organisa-
tie zal adviseeren omtrent de vraag of de tijd ge-
eigend is om langs wettelijken weg het aankoopen
van landerijen uit een oogpunt van geldbelegging
tegen te gaan en te bevorderen, dat de eigenaar
zijn bezit zelf explo'iteert.
Het Dagelijksch Bestuur besloot in deze commis
sie als vertegenwoordiger der Z. L. M. aan te
wijzen de heer A. I. Leenhouts te Retranchement.
Suikerbietengarantie.
De Z. L. M. heeft eertijds via het Landbouw-
Comite de Regeering verzocht de niet-benutte sui
kerbietengarantie over te schrijven op een volgend
jaar.
Het college van Regeeringscommissarissen heeft
thans aan de centrale landbouworganisaties bericht
gezonden, dat aan dit verzoek niet kan worden vol-
daan, daar het doel der garantieregeling is, dat een
zekere oppervlakte met suikerbieten zal worden
beteeld en niet dat een bepaalde, vooruit vastge-
stelde hoeveelheid bietsuiker zal worden geprodu-
ceerd.
Het Dagelijksch Bestuur heeft zich met deze
zienswijze geenszins kunnen vereenigen. Een schrij
ven werd aan het Landbouw-Comite verzonden,
waarin uitdrukkelijk wordt vastgesteld, dat het
primaire doel van den bietensteun niet is het in
stand houden van den verbouw eener bepaalde
oppervlakte met suikerbieten, doch een veel wijdere
strekking heeft, n.l. het in stand houden van de
suikerproductie in haar geheel, dus zoowel van de
suikerbietenteelt als van de suikerindustrie in
Nederland.
Verzocht werd deze zienswijze ter kennis van het
College van Regeeringscommissarissen te brengen.
Paardenvordering.
De 3 Centrale Landbouworganisaties hebben een
schrijven aan den Minister van Defensie gericht
waarin wordt verzocht te willen bevorderen, dat hij
de paardenvorderingen in zooverre het oogen-
blikkelijke landsbelang daardoor niet wordt ge
schaad een aantal der beste fokpaarden van de
paardenvordering wordt vrijgesteld, evenals dit in
Belgie geschiedt.
Tevens is verzocht de paardenvorderingen zooveel
mogelijk in verschillende gemeenten te doen plaats
vinden, waardoor wordt voonkomen, dat alle op een
bedrijf aanwezige paarden worden gevorderd, waar
door de belangen van een dergelijk bedrijf in hooge
mate worden geschaad.
Het Dagelijksch Bestuur heeft zich met den in-
houd van dit schrijven geheel vereenigd.
Vrijstelling omzetbelasting.
Het Dagelijksch Bestuur nam met instemming
kennis van het besluit van den Minister van Finan
eien, dat geen omzetbelasting verschuldigd is voor
zelf gemeste en geslachte varkens uitsluitend voor
eigen gebruik.
Versperring wegen.
Het Dagelijksch Bestuur heeft den chef van den
Generalen Staf in Zeeland verzocht, zooveel moge
lijk rekening te willen houden met de bezwaren,
welke de landbouw ondervindt van de versperringen
welke voor militaire doeleinden in de provincie zijn
aangebracht.
Bericht werd ontvangen, dat aan deze bezwaren
zooveel mogelijk zal worden tegemoetgekomen, o.m.
is reeds opdracht gegeven de brug bij Othene bij
Terneuzen voor het verkeer vrij te geven.
Reglement landbouwhuishoudonderwijs.
Het Dagelijksch Bestuur heeft een reglement voor
het landbouwhuishoudonderwijs aan scholen en cur-
sussen, georganiseerd door de Z. L. M. samengesteld.
Dit reglement zal aan het Hoofdbestuur ter goed
keuring worden voorgedragen.
Denaturatie aardappelen.
Het Dagelijksch Bestuur heeft zijn bevreemding
uitgesproken over de stopzetting der denaturatie
van consumptie-aardappelen behoorende tot de A-
rubriek. Het acht deze regeling onbillijk, daar de
verbouwers van deze aardappelen dezelfde teelt-
heffing hebben betaald als de telers van andere
aardappelrassen. Daarbij komt dat geen enkele
zekerheid is gegeven, dat, wanneer de intemationale
spanning is geweken, de gelegenheid tot denaturatie
weer zal worden opengesteld.
Daar de aardappelprijzen onbevredigend zijn en er
voor consumptie-aardappelen op dit oogenblik een
zeer slechte markt is, is aan het Landbouw-Comite
verzocht pogingen in het werk te stellen, dat de
gelegenheid tot denaturatie van deze aardappelen
weer wordt opengesteld.
Het Dagelijksch Bestuur is van oordeel, dat de
denaturatietoeslag behoort te worden verlioogd, ten-
einde de aardappelen op een loonenden prijs te bren
gen en dat tevens bewaarloon dient te worden ge
geven aan hen die niet in de gelegenheid waren hun
aardappelen te laten denatureeren.
Een desbetreffend verzoek is bij het Landbouw-
Comite ingediend.
Opening en sluiting der jacht.
In verband met de schade blijkens de ondervinding,
welke door eenden wordt aangericht aan de ge-
wassen, heeft het Dagelijksch Bestuur het Land
bouw-Comite verzocht pogingen in het werk te
stellen de jacht op eenden voor het seizoen 1939
1940 te doen openstellen op 1 Juli 1939.