BuitenSand
het vorige jaar met 21,9 millioen franken toe-
genomen. Opvallend is, dat meer dan de helft
n.l. 12 millioen franken van deze toeneming
op rekening komt van den handel tusschen
Zwitserland en Nederland.
Uit de officieele statistische gegevens blijkt,
dat de invoer uit Nederland in 'het eerste
kwartaal' van dit jaar 1,6 millioen franken
hooger was dan het vorig jaar en in totaal
12,9 millioen franken bedroeg, zijnde 3,2 pet.
van den geheelen invoer van Zwitserland. De
uitvoer naar Nederland steeg met 10,4 mil
lioen tot 23,9 millioen franken en was daar-
door gestegen tot 7,2 pet. van den geheelen
uitvoer. Nederland vormde in het eerste
kwartaal na Duitschland, Prankrijk en Enge-
land het belangrijkste uitvoerland van Zwit
serland.
DR. J. O. DE GRUYTER.
Op initiatief van het verbond der cultureele
vereenigingen te Antwerpen is in den stads-
schouwburg te Antwerpen Dr. J. O. de
Gruyter die als oprichter en oorspronke-
lijke leider van het Vlaamsch Volkstooneel
door herhaald otreden ook alhier bekendheid
verwierf tien jaren na zijn dood herdacht.
Dr. C. Godelaine, hoogleeraar te Luik, en
Joris Diels hebben redevoeringen gehouden,
waarin zij de beteekenis van den Vlaamschen
tooneelvemieuwer heblben geschetst.
Arthur van Thillo heeft voorgedragen.
ENGELANDS EN DUITSCHLANDS
KWETSBAARHEID VOOR LUCHT-
BOMBARDEMENTEN.
Aanvallen op vliegtuigfabrieken
van essentieel belang.
In de Daily Telegraph schrijft, volgens de
N. R. Crt,, group captain" van de lucht-
maeht L. G. S. Payne over de verdediging van
Engeland tegen luchtaanvallen, Een plotse-
linge en groot opgezette lucihtaanval, aldus
begint hij zijn artikel, is de meest directe be-
dreiging voor het land en het geheele natio-
nale leven in geval van oorlog. Bevolkings-
centra, de zetel van de regeering, havens,
koopvaardijschepen in de nauwe wateren
rondom de kust, binnenlandsche verlbindings-
wegen, depots, wapenfabrieken en militaire
en vlootbases zijn alle blootgesteld aan aan
vallen, en dit feit mag men niet verdoezelen.
De grondslag van onze verdediging, waarbij
men dan rekening houdt met een langen oor
log, waarin de overwinning uiteindelijk ver-
zekerd kan worden door onze zeekrachten
en de operaties van de troepen te velde, kan
nog zoo goed zijn, zij kan echter alleen haar
doel bereiken, wanneer behoorlijke voorberei-
dende maatregelen genomen zijn, die er zorg
voor dragen, dat wij niet verslagen kunnen
worden in een eerste intensieve fase van
luchtoorlog. Andere landen, die voorraden
opslaan en die hun kracht moeten aanwen-
den om vervoer van buiten te krijgen, kun
nen dit wellioht niet langer volhouden dan een
jaar, wanneer de oorlog zoolang zou duren.
Engeland wordt echter niet ernstig bedreigd
door een aanval van troepen. Men heeft ons
voortdurend gerustgestald, dat vijandelijke
duikbooten en oorlogsschepen niet op beslis-
sende wijze een aanval op onize verbindingen
ter zee kunnen uitvoeren. De hoop van den
vijand om Engeland in het beginstadium van
een conflict uit te schakelen berust daarom
uitsluitend op het werk van de luchtmacht.
Andere naties baseeren hun plannien op een
korten oorlog, in welken operaties van de
luchtmacht tegen ons land een overheer-
soliende rol moeten spelen, en wanneer men
de verdedigende maatregelen hiertegen be-
raamt, zal men goed moeten overwegen, dat
luehtverdediging nu iets heel anders is dan in
de jaren '14 tot 18. Na de neutraliseering
van het luchtschip als aanvalswapen in 1916
was de mogelijkheid voor luchtaanvallen op
Engeland zeer beperkt, omdat de vliegtuigen
slechts een kleinen actieradius hadden en
omdat de navigatie nog niet over voldoende
hulpmiddelen beschikte. De Noordzee vormde
nog een bijna onoverkomelijiken hinderpaal
voor aanvallen met vliegtuigen op Engeland,
die hun uitgangspunt vonden aan de Duitsche
kust. Wanneer Duitschland niet in staat was
geweest om vliegvelden in Belgie aan te leg-
gen, dan zou in den wereldoorlog de werking
van het luchtwapen nog geringer geweest
zijn. Het kleine bereik maakte het nood-
zakelijk, dat de vliegtuigen Engeland langs
de kust van Essex of van Kent bereikten.
Door onzen luchtafweer in deze gebieden te
conoentreeren en natuurlijk rondom Donden,
bereikten wij tevens een bescherming van de
gebieden, die verder Westelijk of Noordelijk
gelegen waren.
Een andere toestand.
Nu is de toestand heelemaal veranderd. De
actieradius van de bombardementsvliegtuigen
is zeer veel grooter geworden en hun snel-
heid eveneens. Een bereik van ruim 2500 km
is wel het minste, wat wij van een modern
bombardementsvliegtuig mogen verwachten,
en een toestel met een radius van ongeveer
1300 km kan ieder deel van Engeland, Wales,
Schotland of Ierland en zeker ook de Shet-
land-eilanden van de Duitsche Noordzeekust
af bereiken. En een zoo'n bombardeur kan
een aantal bommen meevoeren, ongeveer ge-
lijk aan dat van een geheel escadrille Duit
sche Gotha's in 1918. Moderne navigatie-
methoden als instrumenten voor het peilen
van de positie, automatische piloten, blind-
vlieg-instrumenten, instrumenten om landin-
gen in mist en bij slecht zicht mogelijk te
maken enz. hebben de moeilijkheden van de
navigatie des nachts, in slecht weer en boven
de zee aanzienlijk vereenvoudigd. Zoowel de
capaciteiten van de bombardementsvliegtui
gen als hun bereik is dus toegenomen. Af-
standen als die tusschen de kusten van
'Duitschland en Engeland, vallen weg in ver-
gelijking met de capaciteiten van de toestel-
len. Geen deel van de Britsche Oostkust hoeft
meer dan twee-en-een-half uur vliegen van
de Duitsche kust af te liggen.
De verdediging van deze lange en kwets-
bare kustlijn en van het geheele land, dat er-
achter ligt, tegen vijandelijke bombarde
mentsvliegtuigen, die zonder of met een late
waarschuwing uit zee komen opdagen, vormt
een zeer moeilijk probleem. Men kan wel
zeggen, dat het ongewenscht is geheel te ver-
trouwen op groote aantallen jachtvliegtuigen,
ballonversperringen, luohtdoelgeschut, zoek-
lichten, geluidstoestellen en waarnemings-
posten, en dat de mogelijkheid van krachtige
tegenaanvallen, die erop gericht zijn de aan-
valsmogelijikheid van den vijand bij de bron
aan te tasten, van zeer groote beteekenis is.
Neutraliteit van Nederland en Belgie.
Het schijnt, dat Duitschland op het oogen-
blik weinig te winnen heeft bij het aanleggen
van vliegvelden in de lage landen. Indien
het dat zou kunnen doen, zou het zijn esca-
drilles binnen afstanden van 150 of 200 km
van onze vitale punten kunnen brengen, in
plaats van de ongeveer 430 km van nu. Het
eerste zou echter bezetting van Holland of
Belgie met zich mee moeten brengen. Doch
de afstand, die hiermee gewonnen zou wor
den en die op zijn hoogst toch nog minder
dan een uur vliegen is, zou de mate, waarin
Engeland kwetsbaar wordt voor luchtaanval
len, toch niet ernstig doen toenemen, en
buitendien zouden de Duitsche vliegvelden,
die* dan dichter bij Engeland en Frankrijk
lagen, op hun beurt meer kwetsbaar zijn
voor bombardementen uit deze landen. Aan
den anderen kant zou het in het voordeel van
Duitschland zijn,.. wanneer de Belgische en
Nederlandsche neutraliteit geeerbiedigd wer-
den door alle strijdende luchtvloten.
Vliegtuigen, die van Engeland uit ope-
reeren, zouden dan een aanzienlijken omweg
moeten maken om het Ruhrgebied en andere
beangrijke doelen in West-Duitschland te be
reiken, en de lengte van de Duitsche grenzen,
die tegen de nadering van Engelsche vlieg
tuigen beschermd zouden moeten worden, zou
beperkt worden tot de 200 km breede poort
tusschen Denemarken en Holland en het 250
km breede gat tusschen Luxemburg en Zwit
serland. Buitendien zou, wanneer Duitsch
land naar het Oosten zou willen optreden en
in het Westen in het defensief zou willen
blijven, een doeltreffende neutraliteit van de
lage landen de lengte van de grenzen in het
Westen, die krachtig verdedigd zouden moe
ten worden, zeer verminderen.
Zoowel Belgie als Nederland zouden, aldus
kapitein Payne, de neutraliteit kunnen be-
houden, indien zij van meening waren niet
bedreigd te worden door Duitschland. De
eerste noodzakelijkheid voor de verdediging
van Engeland tegen luchtaanvalen is de mate,
waarin het mogelijk is om Duitsche toestel-
len te vemielen, zoo groot mogelijk te doen
zijn. Dit kan niet gebeuren door, wanneer
de gelegenheid zich voordoet, Britsche jacht
vliegtuigen en Britsch luchtdoelgeschut Duit
sche bombardementstoestellen omlaag te
doen schieten, zoolang de Duitsche vliegtuig-
industrie in staat is de machines in 't zelfde
tempo als ze vemield worden aan te maken.
[Belangrijke resultaten kunnen alleen be-
reikt worden, wanneer de mogelijkheid om
vliegtuigen te maken ter zelfder tijd aanzien
lijk wordt verminderd, en dit kan weer alleen
gebeuren in het begin van een oorlog door in
tensieve bombardementen.
De meeste van deze fabrieken zijn nu in
Oostelijk Duitschland gelegen en eenige van
de meest belangrijke liggen in de buurt van
Berlijn. De Duitsche hoofdstad ligt ongeveer
640 km van de Fransche grens, 190 km van
de Poolsohe en ongeveer 830 km van de
Engelsche kust langs den weg om het Noor-
den van Nederland. In geografisch opzicht
zijn de vliegtuigfabrieken rondom Berlijn dus
kwetsbaarder uit Oostelijke richting dan uit
het Westen. Rusland is het eenige land met
een groote luchtviloot in het Oosten, maar de
Sowjetgrens is ongeveer 1000 km en geschei-
den door Poolsch gebied van Berlijn. Om
daarom de vliegtuigfabrieken in Oostelijk
Duitschland te bombardeeren, is het noodig,
dat de Russische luchtmacht vooruitgescho-
ven vliegvelden in Polen krijgt. Afgeschei-
den van de mogelijke hulp van de Sowjet-
Unie, kunnen escadrilles Frankrijk verlaten,
vliegtuigfabrieken in Oost-Duitschland bom
bardeeren en landen in Polen, en vandaar uit
hun aanval herhalen. En het zou dus moge
lijk zijn op ieder oogenblik het meerendeel
van de Britsche en Fransche aanvallende
macht op korten afstand van de Duitsche
vliegtuigfabrieken onder te brengen, en
Duitschland zou dus het vooruitzicht hebben
zoowel van het Westen uit als van het Oos
ten ernstig gebombardeerd te worden. Om
dit te bereiken zouden talrijke technische
voorbereidingen noodizakelijk zijn. De vlieg
tuigen van de verschillende landen gebruiken
nu verschillende merken benzine, afwijkende
systemen van peiling en zij gebruiken 'bom
men, die alleen op bepaalde toestellen aan-
gewend kunnen worden. Of deze zaken zou
den dus gestandariseerd moeten worden, of
de noodzakelijke voorraden van bommen en
benzine zouden zoowel in Frankrijk als in
Polen beschikbaar moeten zijn. Het is duide-
lijk, dat dit 'n moeilijk probleem is, doch daar
het van het grootste belang is, dat de samen-
werkende luchtvloten werkelijk beweeglijk
zijn en kunnen opereeren van vliegvelden in
verschillende landen, is het ook noodzakelijk,
dat de maatregelen, die dit mogelijk moeten
maken, genomen worden.
MOET ENGELAND GIBRALTAR
ONTRUIMEN
Volgens berichten uit Parijs, zou generaal
Franco eischen, dat Engeland Gibraltar ont-
ruimt, zoodra de Italiaansche en Duitsche
troepen »Spanje zullen hebben verlaten.
Graaf Ciano zou op 15 Mei te Madrid een
rede houden, waarin hij zal proclameeren, dat
Italie het Spaansche grondgebied wenscht te
respecteeren. Hij zal de andere naties, met
name Engeland, uitnoodigen hetzelfde te doen.
De FranschSpaansche grens bij Le Per-
thus is Zondag door de Spaansche autoritei-
ten om onbekende redenen gesloten gehou
den. Een groep van 125 vluchtelingen uit het
kamp bij Barcares mocht de grens niet over-
schrijden en reizigers met een vrijgeleide
moesten terugkeeren.
Met het stoomschip ,,Aquileia" zijn te
Napels 600 leden van het Italiaansche legioen
in Spanje teruggekeerd.
ANTI-JOODSCHE MAATREGELEN IN
ITALIe,
Havas meldt uit Rome:
Op grond van een door den Italiaanschen
ministerraad goedgekeurd wetsontwerp zullen
de Joden in Italie slechts zakelijke betrekkin-
gen kunnen onderhouden met andere personen
van Joodsch ras.
De officieele lijsten der advocaten, genees-
heeren, ingenieurs e.d. zullen in drie groepen
w'orden verdeeld.
le Arische burgers; 2e Joden wier militaire
of burgerverdiensiten werden erkend; 3e. an
dere Joden.
Tenslotte zal het ambt van notaris verbo-
den zijn voor iederen burger die niet van
Arisch ras is.
Het wetsntwerp zal aan Kamer en Senaat
ter goedkeuring worden voorgelegd en zes
maanden na publicatie in het staatsblad van
kracht worden.
AANVALLEN VAN REBELLEN TE
NAZARETH.
Dinsdagmorgen hebben zich te Haifa en om-
geving emstige incidenten voorgedaan. Rebel-
len bonden daar een fellen strijd aan met
Britsche troepen in de omgeving van den oerg
Carmel. De opstandelingen, die onder bevel
stonden van den nieuwen opperbevelhebber
Aboe Baker, ondemamen een poging om
Nazareth te omsingelen, met als doel de wo-
ningen van de Arabische familie Farhoen,
welker leden bekend staan om hun opvattingen
ten gunste van een Britsch-Arabische over-
eenstemmin.g in Palestina. Terwijl rebellen op
de daken van enkele huizen vuurden ter- dek-
king van andere opstandelingen, namen deze
laatsten stormenderhand twee huizen, die toe-
behooren aan de familie Farhoen. Zij staken
de wo.nin.gen in brand, evenals verscheidene
regeeringsbureaux.
Tijdens den aanval werd een Arabische
vrouw gedood en een non gewond. Een knaap,
lid van de familie Farhoen, werd ontvoerd.
Na twee uur trokken de rebellen terug achter-
volgd door politie en troepen, die him emstige
verliezen zouden hebben toegebracht. Zij gre-
pen echter laat in, tengevolge van het feit,
dat alle telefoondraden rondom Nazareth
waren doortgesneden. De autoriteiten hebben
den toestand thans weer in handen en zij be-
reiden strenge strafmaatregelen voor. In de
eerste paats is een verbod uitgevaardigd om
gedurende 48 uur de huizen te verlaten.
Verder is te Haifa de directeur van een
dagblad, een Arabische notabele ter plaatse,
Dinsdagmorgen op het marktplein gedood.
HITLER SPREEKT DE DUITSCHE
JEUGD TOE.
Hitler heeft Maandagmorgen op de bijeen-
komst voor de jeugd, in het Olympische Sta-
dion te Berlijn, - een toespraak gehouden,
waarin hij, na herinnerd te hebben aan de
1 Mei-feesten in 1933, o.a. verklaarde:
Wat in deze zes jaren gebeurd is, is niet te
danken aan een toeval. Dat gij, mijn jeugd,
thans tot een geacht en sterk volk behoort, is
uitsluitend het redultaat van den inwendigen
arbeid aan dit volk. Ik weet, dat uw jonge
harten reeds meegeleefd hebben, dit laatste
jaar, toen het groot-Duitsche rijk gevormd
werd. De Duitsche natie zal eens in de toe-
komst de macht vertegenwoordigen, welke al-
tijd opnieuw in de jeugd reeds haar uit
gangspunt vindt. Van u verwaeht ik, dat ge
eens flinke Duitsche mannen en getrouwe
Duitsche vrouwen wordt. Flinke mannen, die
vooruit weten, dat niets cadeau wordt ge-
geven, doch dat men hier op de wereld om
alles moet worstelen en dat men niets be-
houdt, dat men niet bereid is zoo noodig ook
te verdedigen. Ge zult niet die leugenachtige
leuzen opnemen, waarmede een andere wereld
meent oprechte volkeren te kunnen vergif-
tigen en te vemietigen. Om ons heen leven
volkeren, die de Duitsche eenheid niet wen-
schen, want zij willen ons volk niet de noodige
levensrechten verschaffen, die aan andere
volkeren vanzelfsprekend gegeven zijn. Wij
en eenige andere jonge volkeren moeten ons
deze levensrechten, die eens door onze voor-
vaderen op lichtzinnige wij'ze zijn prijsge-
geven, eerst moeizaam verwerven en wellicht
eens voor hen opkomen. In dat opzicht bouw
ik pas goed op u, vooral op mijn Duitsche
jongens, opdat, wanneer eens het uur mocht
komen, dat een andere wereld meent naar de
Duitsche vrijheid te kunnen grijpen, uit deze
jeugd een millioenvoudige kreet moge op-
klinken.
De tijd om te hopen op een innerlijke ver-
splintering van Duitschland is thans definitief
voorbij. De harde school der nationaal-socia-
listische opvoeding heeft het klaargespeeld,
eindelijk een Duitsch volk te vormen. Daar-
mede echter gehoorzamen wij ook een gebod
van den Almachtige, want Hij gaf ons ge-
meenschappelijk bloed, onze taal en ons ge-
meenschappelijik gevoels- en zielsleven. En
daarmede gehoorzamen wij ook een gebod
van God, dat, aldus Hitler, zegt: „De mensch
zal niet vernielen, wat God geschapen heeft."
De andere wereld mag dreigen. Zij zal
mislukken, waaraan zij nog steeds mislukt is:
aan de Duitsche eenheid. Ge kunt trotsch
zijn op de mannen, die thans Duitschland
regeeren en ik wil even trotsch zijn op u,
die Duitschland's toekomst zijt.
ONRUSTIG MIDDEN-EUROPA.
Er zullen, schrijft de N. R. Crt., maar weinig
menschen zoo optimistisch zijn om te meenen,
dat de grenzen van Midden-Europa reeds hun
definitieve afbakening hebben gevonden. Defi
nitief hier dan genomen in den zeer betrekke-
lijken zin, welken dit woord ten aanzien van
landsgrens blijkens de ervaring heeft gekre-
gen.
Een van de gebieden, ten aanzien waarvan
deze onzekerheid wel het krachtigst spreekt,
is de nieuwe staat Slowakije. Toen Tsjechie
van de landkaart verdween als zelfstandige
staat, zullen velen reeds denzelfden dag een
soortgelijk lot voor iSlowakije hebben ver
waeht. Maar het lot bleek Bratislava gunstig
gezind; het bleef voorloopig zelfstandigheid
behouden.
Veel vertrouwen blijkt men echter in de
toekomst niet te hebben. Ondanks de door
Duitschland gegarandeerde beperkte zelfstan
digheid van het land. Vooral in Bratislava
heerschte de laatste dagen, toen het bezoek
van de Hongaarsche ministers aan Berlijn be
kend werd, een groote ongerustheid. Tevoren
had reeds het gerucht de ronde gedaan, dat
Mussolini een voorstander van de aanhechting
van Slowakije aan Hongarije zou zijn en in
dezen zin aan Hitler geadviseerd zou hebben.
Dat het Slowaaksche gebied vroeger of later
aan Hongarije zal worden gehecht is een bijna
algemeen aanvaarde stelling. Het aantal van
hen, die zich hier achter scharen, is vele ma-
len grooter dan dat diergenen, die meenen,
dat Duitschland zijn ..beschermende vleuge-
len" over dit gebied zou blijven uitstrekken
en het eventueel aan het Rijk zou hechten.
Maar het gaat er om,r,of zulks nu zal gebeu
ren dan wel of de beslissing inzake het lot
van Slowakije tot later zal worden ver-
schoven.
Reeds spoedig kon men uiteenzettingen ver-
nemen, waarin de meening werd verdedigd,
dat het bewuste oogenblik nu was aange-
broken. Duitschland zou Hongarije in ver
schillende opzichten moeten teleurstellen, het
zou zich bovendien willen verzekeren van
een inniger samenwerking en het zou daarom
Slowakije aanbieden als tegenprestatie. Hoe
logisch dit verhaal ook moge klinken, het
houdt geen rekening met verschillende fac-
toren van mentaliteit, waardoor de werkelijk-
heid eenerzijds meer gecompliceerd, anderzijds
eenvoudiger wordt. Evenmin met den zin
der opmerkingen, welke Hitler in verband met
Polen over Slowakije maakte. Hoewel tot
dusverre omtrent de resultaten van het bezoek
der Hongaarsche staatslieden aan Berlijn vrij-
wel niets bekend is geworden, moet men toch
zeggen, dat noch het communique noch de
tafelredevoeringen aanleiding geven te ver-
moeden, dat een dergelijk besluit zal zijn
gavallen.
Dit beteekent noohtans niet, dat over de
kwestie te Berlijn niet gesproken is. Men mag
zelfs met volledige zekerheid aannemen, dat
deze kwestie in het kader van de besprekin-
gen over de Hongaarsche betrekkingen tot de
buurlieden ter sprake is gebracht. Maar juist
de toon van het communique, dat in warme
bewoordingen over volledige overeenstem-
ming rept, doet vermoeden dat er in deze
zaak geen beslissing is genomen.
Hongarije verkeert op het oogenblik in een
diplomatieke lastige positie. Het is eenerzijds
nauw bevriend met Duitschland, dat een
grooten invloed heeft, en Italie, dat toch ook
niet den indruk geeft de Duitsche activiteit
inzake de wenschen tegenover Polen te zul
len remmen. Deze beide vrienden zouden
Boedapest gemakkelijk mede kunnen steepen
in een conflict tegen Polen, dat reeds eeuwen-
lang een van de beste vrienden van Hongarije
was, Gelijk men zich herinnert, heeft in den
laatsten tijd vooral Polen een groote activiteit
aan den dag gelegd voor de totstandkoming
van de Poolsch-Hongaarsche grens en is het
e'en krachtig pleitbezorger geweest voor de
Hongaarsche belangen. Deze vriendschap van
eeuwen willen noch kunnen de Hongaren
verloochenen. Zij voelen, dat zij in een scheeve
positie zitten, zij beseffen, dat de wil van
Duitschland tenslotte overheerscht, maar zij
willen toch trachten een zoo zelfstandig en
lidderlijk mogelijke houding tegenover War-
schau 'aan te nemen.
Nu kan men natuurlijk het vermoeden
opperen, dat juist daarom en des te eerder
Slowakije aan Hongarije zal worden aange-
boden om het te verzoenen met de gebeurte-
nissen, welke voor Polen nog op het tableau
staan. Maar het is niet zoo heel waarschijn-
lijk, dat men daarmee eenig sucees zou be
reiken. Want de kwestje is, dat de Hongaren
niet tegen de Polen zouden willen vechten.
Zij kunnen natuurlijk de Duitschers er niet
van weerhouden het wel te doen, zij kunnen
in hun positie al evenmin de zijde van Polen
kiezen, maar zij zouden in deze kwestie zoo-
veel mogelijk een neutraliteitspositie willen
innemen. Neutraliteit dus voor het geval dat
Duitschland en Polen alleen staan; een rege-
iing, waarbij Hongarije Polen zal ontzien,
indien een dergelijk conflict aanleiding zou
geven tot een oorlog van grooteren omvang,
waarin Hongarije aan de zijde van Duitsch
land zou staan.
Men zou nu op grond van het communique
mogen aannemen, dat Duitschland deze positie
van Hongarije heeft gebillijkt. Maar men
'begrijpt evenzeer, dat zoo Berlijn begrip toont
voor het Hongaarsche standpunt en zich daar
mede accoord verklaart, het voor het oogen
blik nog een behoefte voelt om Slowakije nu
in Hongaarsche handen over te doen gaan.
Want wie de kaart beziet, zal onmiddellijk
zien, dat Polen en Slowakije over een lange
strook aan elkaar grenzen. Zoolang Slowakije
nog zelfstandig is, kan Duitschland van deze
grens gebruik maken. Hoewel deze bergen nu
stellig niet de gemakkelijkste grens zijn, zul
len zij deze niet duidelijk opgeven, omdat zij
daarmede bet voordeel van de omvatting prijs
zouden geven.
Dit bezwaar zou uiteraard vervallen, indien
Hongarije zich bereid verklaarde tegen Polen
te marcheeren. Dit was het kardinale punt
van de Berlijnsche besprekingen. Dit ook is
het punt, dat beslissend is voor de vraag, of
Slowakije nu in principe aan Hongarije zal
worden ,,gegund".
Wat op dit punt is besproken, welke precies
de conclusies zijn, is nog niet bekend. Men
weet slechts, dat de Hongaren toen zij de reis
naar Berlijn aanvaardden niet te veel lust
hadden hun Poolsche vrienden te verlaten.
Zal de atmosfeer van Berlijn hen van besluit
hebben doen veranderen? De eerste aan-
wijzingen gaan niet in die richting, maar wij
zullen het spoedig weten.
DE HONGAARSCHE MINISTERS UIT
BERLIJN VERTROKKEN.
Graaf Teleki, de Hongaarsche minister-pre
sident, en graaf Csaky, de minister van bui-
tenlandsche zaken, die een officieel bezoek
aan Berlijn gebracht hebben, zijn Dinsdag
morgen per extra-trein weer naar Boedapest
vertrokken.
Von Ribbentrop heeft hun op het station
uitgeleide gedaan.
De besprekingen, wel-ke de Hongaarsche
staatslieden tijdens hun bezoek te Berlijn heb
ben gevoerd, hebben, naar het D. N. B. van
welingelichte zijde zegt vernomen te hebben,
tot volledige overeenstemming in de betrok-
ken kwesties geleid.
De besprekingen, welke in hartelijken geest
overeeiikomstig Hongarije's vriendschap je-
gens de mogendheden van de spil, gevoerd
werden, hebben, naar vernomen wordt, deels
betrek'king gehad op de kwesties, welke beide
landen rechtstreeks raken, deels op vraag-
stukken van Midden- en Zuid Oost Europa,
waaronder de betrekkingen van Hongarije tot
zijn buurstaten.
ENGELAND- ZAL EERLANG EEN
MILLIOEN MANSCHAPPEN ONDER
DE WAPENEN HEBBEN.
Wanneer wij rekening houden met de kor-
telings bekend gemaakte plannen voor mili
taire oefening, aldus lord Chatfield, de Engel
sche minister voor de codrdinatie, in een te
Londen uitgesproken redevoering, zullen wij
zonder een beroep te doen op onze reserves of
op onze civiele defensiediensten een goed mil
lioen man heibben voor de verdediging des
lands. Wij zijn bereid de vrijheid der zeeen te
verdedigen tot den laatsten Britschen zee-
man. Wij hebben niet den geringsten wenseh
om de wettige ontwikkelingen van Duitsch
land %e .beperken. Er bestaat stellig geen
vijandschap jegens het Duitsche volk in Groot
Brittannie, maar het gaat ons aan, er zorg
voor te dragen, dat de Duitsche eischen niet
worden doorgedreven ten koste van de ver-
nietiging der onafhankelijkheid van andere
naties, die precies evenveel levensrecht heb
ben als- Duitschland of wij zelf. Het is onge-
lukkig, aldus lord Chatfield, dat de Duitsche
regeering de beide verdragen heeft opgezegd,
welke Hitler in het verleden beschreven heeft
als zijn voornaamste bijdrage tot den vrede,
want de opzegging van welk verdrag ook,
zonder voorafgaande termijn, en zonder reke
ning te houden met de verdragsbepalingen,
moet een verstorenden invloed uitoefenen op
de wereld.
DE TITELS VAN VICTOR EMMANUEL.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Chamber
lain medegedeeld, dat de Italiaansche regee
ring zich bereid verklaard heeft, er in toe te
stemmen, dat de gelo-ofsbrieven van den nieu
wen Britschen ambaseadeur in Rome, sir
Percy Lorraine, gericht zullen zijn aan ,,Z.M.
den Koning van Italie en Keizer van Abes-
synie". De derde titel koning van Albanie"
wordt dus weggelaten. Engeland weigert tot
dusver, om dezen titel te erkennen.
DE BARRICADEN BIJ GIBRALTAR
VERWIJDERD.
Renter meldt uit Gibraltar: De barricaden
welke onlangs bij Gibraltar op den weg naar
Lalinea waren gebouwd, zijn Dinsdagochtend
op last van de militaire autoriteiten ver-
wijderd.
'Het Britsche slagscihip Ramilles is met drie
Britsche en drie Fransche torpedojagers uit
Gibraltar vertrokken in Oostelijke richting.
Officieel wordt medegedeeld, dat de Ramilles
schietproeven zal nemen.
Men verwachtte, dat de Duitsche oorlogs
schepen in de Middellandsche Zee Dinsdag uit
Tanger en de Spaansche havens zouden ver-
trekken.
VERBANNING VAN DUITSCHERS UIT
ENGELAND.
De Vdlkischer Beobachter meldt uit Londen:
Nadat de ,,Landesgruppenleiter" Karlowa,
zijn medewerker Himmelmann en de leidster
der vrouwenorganisatie, Wolf, reeds op 30
April Londen moesten verlaten, zien opnieuw
zes Duitschers zich voor de noodzakelijkheid
geplaatst, voor 15 Mei uit Engeland te ver-
trekken. Het zijn de vertegenwoordiger van
de ..Essener Nationalzeitung", dr. Rossel,
tevens ,,Ortgruppenleiter" van centraal Don
den, de leider van het arbeidsfront Frauen-
dorfer, en vier andere partijgenooten.
Naar aanleiding .hiervan schrijft de Vdlki
scher" o.a.De uitwijzdng der negen Duit
schers uit Engeland heeft een voorgeschiede-
nis, welke ongeveer zoo oud is als het Derde
Rijk. Al gauw nadat het nationaal-socialisme
de macht in handen had genomen, begon de
Engelsche pers, met de (socialistische) Daily
Herald voorop, verdachtmakingen te puiblicee-
ren tegen die Duitsche mannen en vrouwen,
die zich bij de partij hadden aangesloten. Be-
weerd werd, dat deze lieden een terroristi-
schen dwang uitoefenden op de in Engeland
wonende Duitschers, teneinde hen te dwingen
toe te treden tot de plaatselijke partij-organi-
saties. Voorts werd beweerd, dat de Duitsche
vereenigingen op Engelsehen bodem slechts
een verkapte spionnageorganisatie vormden.
Beide beweringen zijn absolute leugens.
DE BERG INC VAN DE PARIS.
V ertegenwoordigers van Nederlandsche,
Engelsche en Deensche bergingsmaatschap-
pijen hebben, daartoe uitgenoodigd, een on-
derzoek ingesteld naar de bergingsmogelijk-
heden van het in de haven van Havre door
brand vernielde s.s. Paris. Ook de Nederland
sche firma L. Smlt Co. tezamen met Van
der Tak's bergingsmaatschappij heeft, naar
men aan de N. R. Crt. mededeelt, ingeschre-
ven. Een beslissing is nog niet genomen, zoo-
dat berichten dat het werk aan de Fransche
maatschappij Abeille zou zijn opgedragen, op
zijn minst zeer voorbarig zijn. Vernomen
wordt, dat de berging in elk geval een werk
van langen adem al zijn en vermoedelijk be-
langrijk meer dan een jaar zal duren.
WASHINGTON WEIGERT HITLERS REDE
ALS HET ANTWOORD OP ROOSEVELTS
BOODSCHAP TE BESCHOUWEN.
Reuter meldt uit Washington:
Hull heeft medegedeeld, dat het Duitsche
ministerie van buitenlandsche zaken een copie
van Hitlers rede heeft doen toekomen aan de
Amerikaansche ambassade te Berlijn en in
een daarop volgend telefoongesprek heeft
verklaard, dat deze copie het antwoord aan
president Roosevelt was.
Hull voegde hieraan toe, dat de overhandi-
ging van deze copie echter niet als een ant
woord op de boodschap van Hitler beschouwd
zal worden.
NOORWEGEN HOOPT BUITEN EEN
EVENTUEEL CONFLICT TE BLIJVEN.
Havas- meldt uit Oslo: De Noorsche minis
ter van buitenlandsche zaken Koht heeft te
Hamer (provincie Hedmark) in een redevoe
ring verklaard, dat de kleine staten gedwon-
gen werden terug te komen op hun oude neu-
traliteitspolitiek.
iGeen der groote groepen mogendheden
heeft thans den wensch Noorwegen aan te
vallen, doch indien een oorlog in Europa zou
uitbarsten, zouden wij niet zonder meer veilig
zijn. Indien wij niet in staat zijn eenige doel
treffende hulp te verleenen aan andere sta
ten, toch stelf de organisatie van onze ver
dediging ons in staat onze neutraliteit te be-
schermen. Wij hopen op die wijze buiten een
conflict te blijven.
GORING SPREEKT IN DEN
LUSTGARTEN.
De viering van den lsten Mei is te Berlijn
bes'loten met een demonstratie in den L-ust-
garten, waar Goring het woord voerde.
Goring zeide onder meer, dat de daden van
Hitler hard als hamerslagen op elkaar ge-
volgd zijn en historische beslissingen vorm
den. Eenige dagen geleden heeft de Fiihrer
in den Rijksdag de groote lijnen van zijn poli-
tiek voor de geheele wereld duidelijk uiteen
gezet. De verschrikkelijke droom van 1919,
dat Duitschland voor goed vernietigd en
machteloos zou zijn, is voorbij. Als het Duit
sche volk eendrachtig is, als in deze 80 mil
lioen menschen hetzelfde bloed stroomt als
in de aderen van den Fiihrer klopt, dan zal
Duitschland onoverwinnelijk alle bezwaren
kunnen trotseeren. Duitschland bedreigt nie-
mand, zooals Hitler ook verklaard heeft, maar
het ligt ook niet meer in machtelooze zwak-
heid temeer en met het Duitschland van
thans kan men niet spelen zooals vroeger.
Men tracht thans, aldus Goring, door een
politiek van omsingeling, de zwakken in ons
volk zwa'kker te maken, maar dreigementen
en intimidatie heblben nog slechts een weer-
klank gevonden: den weerklank van de
kracht. Nooit in de toekomst zal Duitschland
zwak zijn. Geen macht ter wereld zal het
Duitsche volk vernietigen, want het is ge-
bouwd op de eeuwige eenheid van zijn volk.
DE POOLSCHE PERS GEMATlGDER.
Havas meldt uit Warschau:
De bladen zijn terughoudender over de
kwestie van Dantzig, ongetwijf'eld om de
Duitsche reacties op de Poolsche tegenvoor-
stellen af te wachten, maar leggen zich erop
toe om te bewijzen, dat Duitschland sedert
1934 niet anders gedaan heeft dan een diplo-
matiek spel tegen Polen voortzetten.
De Polska Zibrojna schijft, dat Duitsche
agenten de Tsjec'hen ertoe gebracht hebben
om de Polen in Silezisoh Teschen te vervol-
gen, om de Tsjechen en Polen tegen elkaar
op te zetten. Zij hebben te Dantzig en Berlijn
centra van Oekrainseh irredentisme gesticht
en bepaalde Litauers ertoe aangezet om de
stichting van een Litausch-Wit-Russisehen
staat te eischen, met Wilna als hoofdstad. Op
het oogenblik zetten zij de Slowaken tegen
Hongarije en Polen op en Duitschland, dat
over vele belangrijke zeehavens beschikt,
eischt Dantzig op om den Weichsel de levens-
ader van Polen, te beheerschen.
Andere bladen herinneren aan de vervol-
gingen, waaraan de Polen de laatste jaren te
Dantzig van Duitsche zijde hebben taloot ge-
staan.
Alle bladen wijden groote aandacht aan de
verklaring van het Engelsche ministerie van
buitenlandsche zaken, dat Polen de eenige
rechter is over zijn belangen en onmiddellijk
zonder voorbehoud de hulp van Engeland en
Frankrijk zou krijgen, indien het het noodig
achtte om met de wapens op een bedreiging
van zijn onafhankelijkheid te antwoorden.