BuitenSand het vorige jaar met 21,9 millioen franken toe- genomen. Opvallend is, dat meer dan de helft n.l. 12 millioen franken van deze toeneming op rekening komt van den handel tusschen Zwitserland en Nederland. Uit de officieele statistische gegevens blijkt, dat de invoer uit Nederland in 'het eerste kwartaal' van dit jaar 1,6 millioen franken hooger was dan het vorig jaar en in totaal 12,9 millioen franken bedroeg, zijnde 3,2 pet. van den geheelen invoer van Zwitserland. De uitvoer naar Nederland steeg met 10,4 mil lioen tot 23,9 millioen franken en was daar- door gestegen tot 7,2 pet. van den geheelen uitvoer. Nederland vormde in het eerste kwartaal na Duitschland, Prankrijk en Enge- land het belangrijkste uitvoerland van Zwit serland. DR. J. O. DE GRUYTER. Op initiatief van het verbond der cultureele vereenigingen te Antwerpen is in den stads- schouwburg te Antwerpen Dr. J. O. de Gruyter die als oprichter en oorspronke- lijke leider van het Vlaamsch Volkstooneel door herhaald otreden ook alhier bekendheid verwierf tien jaren na zijn dood herdacht. Dr. C. Godelaine, hoogleeraar te Luik, en Joris Diels hebben redevoeringen gehouden, waarin zij de beteekenis van den Vlaamschen tooneelvemieuwer heblben geschetst. Arthur van Thillo heeft voorgedragen. ENGELANDS EN DUITSCHLANDS KWETSBAARHEID VOOR LUCHT- BOMBARDEMENTEN. Aanvallen op vliegtuigfabrieken van essentieel belang. In de Daily Telegraph schrijft, volgens de N. R. Crt,, group captain" van de lucht- maeht L. G. S. Payne over de verdediging van Engeland tegen luchtaanvallen, Een plotse- linge en groot opgezette lucihtaanval, aldus begint hij zijn artikel, is de meest directe be- dreiging voor het land en het geheele natio- nale leven in geval van oorlog. Bevolkings- centra, de zetel van de regeering, havens, koopvaardijschepen in de nauwe wateren rondom de kust, binnenlandsche verlbindings- wegen, depots, wapenfabrieken en militaire en vlootbases zijn alle blootgesteld aan aan vallen, en dit feit mag men niet verdoezelen. De grondslag van onze verdediging, waarbij men dan rekening houdt met een langen oor log, waarin de overwinning uiteindelijk ver- zekerd kan worden door onze zeekrachten en de operaties van de troepen te velde, kan nog zoo goed zijn, zij kan echter alleen haar doel bereiken, wanneer behoorlijke voorberei- dende maatregelen genomen zijn, die er zorg voor dragen, dat wij niet verslagen kunnen worden in een eerste intensieve fase van luchtoorlog. Andere landen, die voorraden opslaan en die hun kracht moeten aanwen- den om vervoer van buiten te krijgen, kun nen dit wellioht niet langer volhouden dan een jaar, wanneer de oorlog zoolang zou duren. Engeland wordt echter niet ernstig bedreigd door een aanval van troepen. Men heeft ons voortdurend gerustgestald, dat vijandelijke duikbooten en oorlogsschepen niet op beslis- sende wijze een aanval op onize verbindingen ter zee kunnen uitvoeren. De hoop van den vijand om Engeland in het beginstadium van een conflict uit te schakelen berust daarom uitsluitend op het werk van de luchtmacht. Andere naties baseeren hun plannien op een korten oorlog, in welken operaties van de luchtmacht tegen ons land een overheer- soliende rol moeten spelen, en wanneer men de verdedigende maatregelen hiertegen be- raamt, zal men goed moeten overwegen, dat luehtverdediging nu iets heel anders is dan in de jaren '14 tot 18. Na de neutraliseering van het luchtschip als aanvalswapen in 1916 was de mogelijkheid voor luchtaanvallen op Engeland zeer beperkt, omdat de vliegtuigen slechts een kleinen actieradius hadden en omdat de navigatie nog niet over voldoende hulpmiddelen beschikte. De Noordzee vormde nog een bijna onoverkomelijiken hinderpaal voor aanvallen met vliegtuigen op Engeland, die hun uitgangspunt vonden aan de Duitsche kust. Wanneer Duitschland niet in staat was geweest om vliegvelden in Belgie aan te leg- gen, dan zou in den wereldoorlog de werking van het luchtwapen nog geringer geweest zijn. Het kleine bereik maakte het nood- zakelijk, dat de vliegtuigen Engeland langs de kust van Essex of van Kent bereikten. Door onzen luchtafweer in deze gebieden te conoentreeren en natuurlijk rondom Donden, bereikten wij tevens een bescherming van de gebieden, die verder Westelijk of Noordelijk gelegen waren. Een andere toestand. Nu is de toestand heelemaal veranderd. De actieradius van de bombardementsvliegtuigen is zeer veel grooter geworden en hun snel- heid eveneens. Een bereik van ruim 2500 km is wel het minste, wat wij van een modern bombardementsvliegtuig mogen verwachten, en een toestel met een radius van ongeveer 1300 km kan ieder deel van Engeland, Wales, Schotland of Ierland en zeker ook de Shet- land-eilanden van de Duitsche Noordzeekust af bereiken. En een zoo'n bombardeur kan een aantal bommen meevoeren, ongeveer ge- lijk aan dat van een geheel escadrille Duit sche Gotha's in 1918. Moderne navigatie- methoden als instrumenten voor het peilen van de positie, automatische piloten, blind- vlieg-instrumenten, instrumenten om landin- gen in mist en bij slecht zicht mogelijk te maken enz. hebben de moeilijkheden van de navigatie des nachts, in slecht weer en boven de zee aanzienlijk vereenvoudigd. Zoowel de capaciteiten van de bombardementsvliegtui gen als hun bereik is dus toegenomen. Af- standen als die tusschen de kusten van 'Duitschland en Engeland, vallen weg in ver- gelijking met de capaciteiten van de toestel- len. Geen deel van de Britsche Oostkust hoeft meer dan twee-en-een-half uur vliegen van de Duitsche kust af te liggen. De verdediging van deze lange en kwets- bare kustlijn en van het geheele land, dat er- achter ligt, tegen vijandelijke bombarde mentsvliegtuigen, die zonder of met een late waarschuwing uit zee komen opdagen, vormt een zeer moeilijk probleem. Men kan wel zeggen, dat het ongewenscht is geheel te ver- trouwen op groote aantallen jachtvliegtuigen, ballonversperringen, luohtdoelgeschut, zoek- lichten, geluidstoestellen en waarnemings- posten, en dat de mogelijkheid van krachtige tegenaanvallen, die erop gericht zijn de aan- valsmogelijikheid van den vijand bij de bron aan te tasten, van zeer groote beteekenis is. Neutraliteit van Nederland en Belgie. Het schijnt, dat Duitschland op het oogen- blik weinig te winnen heeft bij het aanleggen van vliegvelden in de lage landen. Indien het dat zou kunnen doen, zou het zijn esca- drilles binnen afstanden van 150 of 200 km van onze vitale punten kunnen brengen, in plaats van de ongeveer 430 km van nu. Het eerste zou echter bezetting van Holland of Belgie met zich mee moeten brengen. Doch de afstand, die hiermee gewonnen zou wor den en die op zijn hoogst toch nog minder dan een uur vliegen is, zou de mate, waarin Engeland kwetsbaar wordt voor luchtaanval len, toch niet ernstig doen toenemen, en buitendien zouden de Duitsche vliegvelden, die* dan dichter bij Engeland en Frankrijk lagen, op hun beurt meer kwetsbaar zijn voor bombardementen uit deze landen. Aan den anderen kant zou het in het voordeel van Duitschland zijn,.. wanneer de Belgische en Nederlandsche neutraliteit geeerbiedigd wer- den door alle strijdende luchtvloten. Vliegtuigen, die van Engeland uit ope- reeren, zouden dan een aanzienlijken omweg moeten maken om het Ruhrgebied en andere beangrijke doelen in West-Duitschland te be reiken, en de lengte van de Duitsche grenzen, die tegen de nadering van Engelsche vlieg tuigen beschermd zouden moeten worden, zou beperkt worden tot de 200 km breede poort tusschen Denemarken en Holland en het 250 km breede gat tusschen Luxemburg en Zwit serland. Buitendien zou, wanneer Duitsch land naar het Oosten zou willen optreden en in het Westen in het defensief zou willen blijven, een doeltreffende neutraliteit van de lage landen de lengte van de grenzen in het Westen, die krachtig verdedigd zouden moe ten worden, zeer verminderen. Zoowel Belgie als Nederland zouden, aldus kapitein Payne, de neutraliteit kunnen be- houden, indien zij van meening waren niet bedreigd te worden door Duitschland. De eerste noodzakelijkheid voor de verdediging van Engeland tegen luchtaanvalen is de mate, waarin het mogelijk is om Duitsche toestel- len te vemielen, zoo groot mogelijk te doen zijn. Dit kan niet gebeuren door, wanneer de gelegenheid zich voordoet, Britsche jacht vliegtuigen en Britsch luchtdoelgeschut Duit sche bombardementstoestellen omlaag te doen schieten, zoolang de Duitsche vliegtuig- industrie in staat is de machines in 't zelfde tempo als ze vemield worden aan te maken. [Belangrijke resultaten kunnen alleen be- reikt worden, wanneer de mogelijkheid om vliegtuigen te maken ter zelfder tijd aanzien lijk wordt verminderd, en dit kan weer alleen gebeuren in het begin van een oorlog door in tensieve bombardementen. De meeste van deze fabrieken zijn nu in Oostelijk Duitschland gelegen en eenige van de meest belangrijke liggen in de buurt van Berlijn. De Duitsche hoofdstad ligt ongeveer 640 km van de Fransche grens, 190 km van de Poolsohe en ongeveer 830 km van de Engelsche kust langs den weg om het Noor- den van Nederland. In geografisch opzicht zijn de vliegtuigfabrieken rondom Berlijn dus kwetsbaarder uit Oostelijke richting dan uit het Westen. Rusland is het eenige land met een groote luchtviloot in het Oosten, maar de Sowjetgrens is ongeveer 1000 km en geschei- den door Poolsch gebied van Berlijn. Om daarom de vliegtuigfabrieken in Oostelijk Duitschland te bombardeeren, is het noodig, dat de Russische luchtmacht vooruitgescho- ven vliegvelden in Polen krijgt. Afgeschei- den van de mogelijke hulp van de Sowjet- Unie, kunnen escadrilles Frankrijk verlaten, vliegtuigfabrieken in Oost-Duitschland bom bardeeren en landen in Polen, en vandaar uit hun aanval herhalen. En het zou dus moge lijk zijn op ieder oogenblik het meerendeel van de Britsche en Fransche aanvallende macht op korten afstand van de Duitsche vliegtuigfabrieken onder te brengen, en Duitschland zou dus het vooruitzicht hebben zoowel van het Westen uit als van het Oos ten ernstig gebombardeerd te worden. Om dit te bereiken zouden talrijke technische voorbereidingen noodizakelijk zijn. De vlieg tuigen van de verschillende landen gebruiken nu verschillende merken benzine, afwijkende systemen van peiling en zij gebruiken 'bom men, die alleen op bepaalde toestellen aan- gewend kunnen worden. Of deze zaken zou den dus gestandariseerd moeten worden, of de noodzakelijke voorraden van bommen en benzine zouden zoowel in Frankrijk als in Polen beschikbaar moeten zijn. Het is duide- lijk, dat dit 'n moeilijk probleem is, doch daar het van het grootste belang is, dat de samen- werkende luchtvloten werkelijk beweeglijk zijn en kunnen opereeren van vliegvelden in verschillende landen, is het ook noodzakelijk, dat de maatregelen, die dit mogelijk moeten maken, genomen worden. MOET ENGELAND GIBRALTAR ONTRUIMEN Volgens berichten uit Parijs, zou generaal Franco eischen, dat Engeland Gibraltar ont- ruimt, zoodra de Italiaansche en Duitsche troepen »Spanje zullen hebben verlaten. Graaf Ciano zou op 15 Mei te Madrid een rede houden, waarin hij zal proclameeren, dat Italie het Spaansche grondgebied wenscht te respecteeren. Hij zal de andere naties, met name Engeland, uitnoodigen hetzelfde te doen. De FranschSpaansche grens bij Le Per- thus is Zondag door de Spaansche autoritei- ten om onbekende redenen gesloten gehou den. Een groep van 125 vluchtelingen uit het kamp bij Barcares mocht de grens niet over- schrijden en reizigers met een vrijgeleide moesten terugkeeren. Met het stoomschip ,,Aquileia" zijn te Napels 600 leden van het Italiaansche legioen in Spanje teruggekeerd. ANTI-JOODSCHE MAATREGELEN IN ITALIe, Havas meldt uit Rome: Op grond van een door den Italiaanschen ministerraad goedgekeurd wetsontwerp zullen de Joden in Italie slechts zakelijke betrekkin- gen kunnen onderhouden met andere personen van Joodsch ras. De officieele lijsten der advocaten, genees- heeren, ingenieurs e.d. zullen in drie groepen w'orden verdeeld. le Arische burgers; 2e Joden wier militaire of burgerverdiensiten werden erkend; 3e. an dere Joden. Tenslotte zal het ambt van notaris verbo- den zijn voor iederen burger die niet van Arisch ras is. Het wetsntwerp zal aan Kamer en Senaat ter goedkeuring worden voorgelegd en zes maanden na publicatie in het staatsblad van kracht worden. AANVALLEN VAN REBELLEN TE NAZARETH. Dinsdagmorgen hebben zich te Haifa en om- geving emstige incidenten voorgedaan. Rebel- len bonden daar een fellen strijd aan met Britsche troepen in de omgeving van den oerg Carmel. De opstandelingen, die onder bevel stonden van den nieuwen opperbevelhebber Aboe Baker, ondemamen een poging om Nazareth te omsingelen, met als doel de wo- ningen van de Arabische familie Farhoen, welker leden bekend staan om hun opvattingen ten gunste van een Britsch-Arabische over- eenstemmin.g in Palestina. Terwijl rebellen op de daken van enkele huizen vuurden ter- dek- king van andere opstandelingen, namen deze laatsten stormenderhand twee huizen, die toe- behooren aan de familie Farhoen. Zij staken de wo.nin.gen in brand, evenals verscheidene regeeringsbureaux. Tijdens den aanval werd een Arabische vrouw gedood en een non gewond. Een knaap, lid van de familie Farhoen, werd ontvoerd. Na twee uur trokken de rebellen terug achter- volgd door politie en troepen, die him emstige verliezen zouden hebben toegebracht. Zij gre- pen echter laat in, tengevolge van het feit, dat alle telefoondraden rondom Nazareth waren doortgesneden. De autoriteiten hebben den toestand thans weer in handen en zij be- reiden strenge strafmaatregelen voor. In de eerste paats is een verbod uitgevaardigd om gedurende 48 uur de huizen te verlaten. Verder is te Haifa de directeur van een dagblad, een Arabische notabele ter plaatse, Dinsdagmorgen op het marktplein gedood. HITLER SPREEKT DE DUITSCHE JEUGD TOE. Hitler heeft Maandagmorgen op de bijeen- komst voor de jeugd, in het Olympische Sta- dion te Berlijn, - een toespraak gehouden, waarin hij, na herinnerd te hebben aan de 1 Mei-feesten in 1933, o.a. verklaarde: Wat in deze zes jaren gebeurd is, is niet te danken aan een toeval. Dat gij, mijn jeugd, thans tot een geacht en sterk volk behoort, is uitsluitend het redultaat van den inwendigen arbeid aan dit volk. Ik weet, dat uw jonge harten reeds meegeleefd hebben, dit laatste jaar, toen het groot-Duitsche rijk gevormd werd. De Duitsche natie zal eens in de toe- komst de macht vertegenwoordigen, welke al- tijd opnieuw in de jeugd reeds haar uit gangspunt vindt. Van u verwaeht ik, dat ge eens flinke Duitsche mannen en getrouwe Duitsche vrouwen wordt. Flinke mannen, die vooruit weten, dat niets cadeau wordt ge- geven, doch dat men hier op de wereld om alles moet worstelen en dat men niets be- houdt, dat men niet bereid is zoo noodig ook te verdedigen. Ge zult niet die leugenachtige leuzen opnemen, waarmede een andere wereld meent oprechte volkeren te kunnen vergif- tigen en te vemietigen. Om ons heen leven volkeren, die de Duitsche eenheid niet wen- schen, want zij willen ons volk niet de noodige levensrechten verschaffen, die aan andere volkeren vanzelfsprekend gegeven zijn. Wij en eenige andere jonge volkeren moeten ons deze levensrechten, die eens door onze voor- vaderen op lichtzinnige wij'ze zijn prijsge- geven, eerst moeizaam verwerven en wellicht eens voor hen opkomen. In dat opzicht bouw ik pas goed op u, vooral op mijn Duitsche jongens, opdat, wanneer eens het uur mocht komen, dat een andere wereld meent naar de Duitsche vrijheid te kunnen grijpen, uit deze jeugd een millioenvoudige kreet moge op- klinken. De tijd om te hopen op een innerlijke ver- splintering van Duitschland is thans definitief voorbij. De harde school der nationaal-socia- listische opvoeding heeft het klaargespeeld, eindelijk een Duitsch volk te vormen. Daar- mede echter gehoorzamen wij ook een gebod van den Almachtige, want Hij gaf ons ge- meenschappelijk bloed, onze taal en ons ge- meenschappelijik gevoels- en zielsleven. En daarmede gehoorzamen wij ook een gebod van God, dat, aldus Hitler, zegt: „De mensch zal niet vernielen, wat God geschapen heeft." De andere wereld mag dreigen. Zij zal mislukken, waaraan zij nog steeds mislukt is: aan de Duitsche eenheid. Ge kunt trotsch zijn op de mannen, die thans Duitschland regeeren en ik wil even trotsch zijn op u, die Duitschland's toekomst zijt. ONRUSTIG MIDDEN-EUROPA. Er zullen, schrijft de N. R. Crt., maar weinig menschen zoo optimistisch zijn om te meenen, dat de grenzen van Midden-Europa reeds hun definitieve afbakening hebben gevonden. Defi nitief hier dan genomen in den zeer betrekke- lijken zin, welken dit woord ten aanzien van landsgrens blijkens de ervaring heeft gekre- gen. Een van de gebieden, ten aanzien waarvan deze onzekerheid wel het krachtigst spreekt, is de nieuwe staat Slowakije. Toen Tsjechie van de landkaart verdween als zelfstandige staat, zullen velen reeds denzelfden dag een soortgelijk lot voor iSlowakije hebben ver waeht. Maar het lot bleek Bratislava gunstig gezind; het bleef voorloopig zelfstandigheid behouden. Veel vertrouwen blijkt men echter in de toekomst niet te hebben. Ondanks de door Duitschland gegarandeerde beperkte zelfstan digheid van het land. Vooral in Bratislava heerschte de laatste dagen, toen het bezoek van de Hongaarsche ministers aan Berlijn be kend werd, een groote ongerustheid. Tevoren had reeds het gerucht de ronde gedaan, dat Mussolini een voorstander van de aanhechting van Slowakije aan Hongarije zou zijn en in dezen zin aan Hitler geadviseerd zou hebben. Dat het Slowaaksche gebied vroeger of later aan Hongarije zal worden gehecht is een bijna algemeen aanvaarde stelling. Het aantal van hen, die zich hier achter scharen, is vele ma- len grooter dan dat diergenen, die meenen, dat Duitschland zijn ..beschermende vleuge- len" over dit gebied zou blijven uitstrekken en het eventueel aan het Rijk zou hechten. Maar het gaat er om,r,of zulks nu zal gebeu ren dan wel of de beslissing inzake het lot van Slowakije tot later zal worden ver- schoven. Reeds spoedig kon men uiteenzettingen ver- nemen, waarin de meening werd verdedigd, dat het bewuste oogenblik nu was aange- broken. Duitschland zou Hongarije in ver schillende opzichten moeten teleurstellen, het zou zich bovendien willen verzekeren van een inniger samenwerking en het zou daarom Slowakije aanbieden als tegenprestatie. Hoe logisch dit verhaal ook moge klinken, het houdt geen rekening met verschillende fac- toren van mentaliteit, waardoor de werkelijk- heid eenerzijds meer gecompliceerd, anderzijds eenvoudiger wordt. Evenmin met den zin der opmerkingen, welke Hitler in verband met Polen over Slowakije maakte. Hoewel tot dusverre omtrent de resultaten van het bezoek der Hongaarsche staatslieden aan Berlijn vrij- wel niets bekend is geworden, moet men toch zeggen, dat noch het communique noch de tafelredevoeringen aanleiding geven te ver- moeden, dat een dergelijk besluit zal zijn gavallen. Dit beteekent noohtans niet, dat over de kwestie te Berlijn niet gesproken is. Men mag zelfs met volledige zekerheid aannemen, dat deze kwestie in het kader van de besprekin- gen over de Hongaarsche betrekkingen tot de buurlieden ter sprake is gebracht. Maar juist de toon van het communique, dat in warme bewoordingen over volledige overeenstem- ming rept, doet vermoeden dat er in deze zaak geen beslissing is genomen. Hongarije verkeert op het oogenblik in een diplomatieke lastige positie. Het is eenerzijds nauw bevriend met Duitschland, dat een grooten invloed heeft, en Italie, dat toch ook niet den indruk geeft de Duitsche activiteit inzake de wenschen tegenover Polen te zul len remmen. Deze beide vrienden zouden Boedapest gemakkelijk mede kunnen steepen in een conflict tegen Polen, dat reeds eeuwen- lang een van de beste vrienden van Hongarije was, Gelijk men zich herinnert, heeft in den laatsten tijd vooral Polen een groote activiteit aan den dag gelegd voor de totstandkoming van de Poolsch-Hongaarsche grens en is het e'en krachtig pleitbezorger geweest voor de Hongaarsche belangen. Deze vriendschap van eeuwen willen noch kunnen de Hongaren verloochenen. Zij voelen, dat zij in een scheeve positie zitten, zij beseffen, dat de wil van Duitschland tenslotte overheerscht, maar zij willen toch trachten een zoo zelfstandig en lidderlijk mogelijke houding tegenover War- schau 'aan te nemen. Nu kan men natuurlijk het vermoeden opperen, dat juist daarom en des te eerder Slowakije aan Hongarije zal worden aange- boden om het te verzoenen met de gebeurte- nissen, welke voor Polen nog op het tableau staan. Maar het is niet zoo heel waarschijn- lijk, dat men daarmee eenig sucees zou be reiken. Want de kwestje is, dat de Hongaren niet tegen de Polen zouden willen vechten. Zij kunnen natuurlijk de Duitschers er niet van weerhouden het wel te doen, zij kunnen in hun positie al evenmin de zijde van Polen kiezen, maar zij zouden in deze kwestie zoo- veel mogelijk een neutraliteitspositie willen innemen. Neutraliteit dus voor het geval dat Duitschland en Polen alleen staan; een rege- iing, waarbij Hongarije Polen zal ontzien, indien een dergelijk conflict aanleiding zou geven tot een oorlog van grooteren omvang, waarin Hongarije aan de zijde van Duitsch land zou staan. Men zou nu op grond van het communique mogen aannemen, dat Duitschland deze positie van Hongarije heeft gebillijkt. Maar men 'begrijpt evenzeer, dat zoo Berlijn begrip toont voor het Hongaarsche standpunt en zich daar mede accoord verklaart, het voor het oogen blik nog een behoefte voelt om Slowakije nu in Hongaarsche handen over te doen gaan. Want wie de kaart beziet, zal onmiddellijk zien, dat Polen en Slowakije over een lange strook aan elkaar grenzen. Zoolang Slowakije nog zelfstandig is, kan Duitschland van deze grens gebruik maken. Hoewel deze bergen nu stellig niet de gemakkelijkste grens zijn, zul len zij deze niet duidelijk opgeven, omdat zij daarmede bet voordeel van de omvatting prijs zouden geven. Dit bezwaar zou uiteraard vervallen, indien Hongarije zich bereid verklaarde tegen Polen te marcheeren. Dit was het kardinale punt van de Berlijnsche besprekingen. Dit ook is het punt, dat beslissend is voor de vraag, of Slowakije nu in principe aan Hongarije zal worden ,,gegund". Wat op dit punt is besproken, welke precies de conclusies zijn, is nog niet bekend. Men weet slechts, dat de Hongaren toen zij de reis naar Berlijn aanvaardden niet te veel lust hadden hun Poolsche vrienden te verlaten. Zal de atmosfeer van Berlijn hen van besluit hebben doen veranderen? De eerste aan- wijzingen gaan niet in die richting, maar wij zullen het spoedig weten. DE HONGAARSCHE MINISTERS UIT BERLIJN VERTROKKEN. Graaf Teleki, de Hongaarsche minister-pre sident, en graaf Csaky, de minister van bui- tenlandsche zaken, die een officieel bezoek aan Berlijn gebracht hebben, zijn Dinsdag morgen per extra-trein weer naar Boedapest vertrokken. Von Ribbentrop heeft hun op het station uitgeleide gedaan. De besprekingen, wel-ke de Hongaarsche staatslieden tijdens hun bezoek te Berlijn heb ben gevoerd, hebben, naar het D. N. B. van welingelichte zijde zegt vernomen te hebben, tot volledige overeenstemming in de betrok- ken kwesties geleid. De besprekingen, welke in hartelijken geest overeeiikomstig Hongarije's vriendschap je- gens de mogendheden van de spil, gevoerd werden, hebben, naar vernomen wordt, deels betrek'king gehad op de kwesties, welke beide landen rechtstreeks raken, deels op vraag- stukken van Midden- en Zuid Oost Europa, waaronder de betrekkingen van Hongarije tot zijn buurstaten. ENGELAND- ZAL EERLANG EEN MILLIOEN MANSCHAPPEN ONDER DE WAPENEN HEBBEN. Wanneer wij rekening houden met de kor- telings bekend gemaakte plannen voor mili taire oefening, aldus lord Chatfield, de Engel sche minister voor de codrdinatie, in een te Londen uitgesproken redevoering, zullen wij zonder een beroep te doen op onze reserves of op onze civiele defensiediensten een goed mil lioen man heibben voor de verdediging des lands. Wij zijn bereid de vrijheid der zeeen te verdedigen tot den laatsten Britschen zee- man. Wij hebben niet den geringsten wenseh om de wettige ontwikkelingen van Duitsch land %e .beperken. Er bestaat stellig geen vijandschap jegens het Duitsche volk in Groot Brittannie, maar het gaat ons aan, er zorg voor te dragen, dat de Duitsche eischen niet worden doorgedreven ten koste van de ver- nietiging der onafhankelijkheid van andere naties, die precies evenveel levensrecht heb ben als- Duitschland of wij zelf. Het is onge- lukkig, aldus lord Chatfield, dat de Duitsche regeering de beide verdragen heeft opgezegd, welke Hitler in het verleden beschreven heeft als zijn voornaamste bijdrage tot den vrede, want de opzegging van welk verdrag ook, zonder voorafgaande termijn, en zonder reke ning te houden met de verdragsbepalingen, moet een verstorenden invloed uitoefenen op de wereld. DE TITELS VAN VICTOR EMMANUEL. In het Engelsche Lagerhuis heeft Chamber lain medegedeeld, dat de Italiaansche regee ring zich bereid verklaard heeft, er in toe te stemmen, dat de gelo-ofsbrieven van den nieu wen Britschen ambaseadeur in Rome, sir Percy Lorraine, gericht zullen zijn aan ,,Z.M. den Koning van Italie en Keizer van Abes- synie". De derde titel koning van Albanie" wordt dus weggelaten. Engeland weigert tot dusver, om dezen titel te erkennen. DE BARRICADEN BIJ GIBRALTAR VERWIJDERD. Renter meldt uit Gibraltar: De barricaden welke onlangs bij Gibraltar op den weg naar Lalinea waren gebouwd, zijn Dinsdagochtend op last van de militaire autoriteiten ver- wijderd. 'Het Britsche slagscihip Ramilles is met drie Britsche en drie Fransche torpedojagers uit Gibraltar vertrokken in Oostelijke richting. Officieel wordt medegedeeld, dat de Ramilles schietproeven zal nemen. Men verwachtte, dat de Duitsche oorlogs schepen in de Middellandsche Zee Dinsdag uit Tanger en de Spaansche havens zouden ver- trekken. VERBANNING VAN DUITSCHERS UIT ENGELAND. De Vdlkischer Beobachter meldt uit Londen: Nadat de ,,Landesgruppenleiter" Karlowa, zijn medewerker Himmelmann en de leidster der vrouwenorganisatie, Wolf, reeds op 30 April Londen moesten verlaten, zien opnieuw zes Duitschers zich voor de noodzakelijkheid geplaatst, voor 15 Mei uit Engeland te ver- trekken. Het zijn de vertegenwoordiger van de ..Essener Nationalzeitung", dr. Rossel, tevens ,,Ortgruppenleiter" van centraal Don den, de leider van het arbeidsfront Frauen- dorfer, en vier andere partijgenooten. Naar aanleiding .hiervan schrijft de Vdlki scher" o.a.De uitwijzdng der negen Duit schers uit Engeland heeft een voorgeschiede- nis, welke ongeveer zoo oud is als het Derde Rijk. Al gauw nadat het nationaal-socialisme de macht in handen had genomen, begon de Engelsche pers, met de (socialistische) Daily Herald voorop, verdachtmakingen te puiblicee- ren tegen die Duitsche mannen en vrouwen, die zich bij de partij hadden aangesloten. Be- weerd werd, dat deze lieden een terroristi- schen dwang uitoefenden op de in Engeland wonende Duitschers, teneinde hen te dwingen toe te treden tot de plaatselijke partij-organi- saties. Voorts werd beweerd, dat de Duitsche vereenigingen op Engelsehen bodem slechts een verkapte spionnageorganisatie vormden. Beide beweringen zijn absolute leugens. DE BERG INC VAN DE PARIS. V ertegenwoordigers van Nederlandsche, Engelsche en Deensche bergingsmaatschap- pijen hebben, daartoe uitgenoodigd, een on- derzoek ingesteld naar de bergingsmogelijk- heden van het in de haven van Havre door brand vernielde s.s. Paris. Ook de Nederland sche firma L. Smlt Co. tezamen met Van der Tak's bergingsmaatschappij heeft, naar men aan de N. R. Crt. mededeelt, ingeschre- ven. Een beslissing is nog niet genomen, zoo- dat berichten dat het werk aan de Fransche maatschappij Abeille zou zijn opgedragen, op zijn minst zeer voorbarig zijn. Vernomen wordt, dat de berging in elk geval een werk van langen adem al zijn en vermoedelijk be- langrijk meer dan een jaar zal duren. WASHINGTON WEIGERT HITLERS REDE ALS HET ANTWOORD OP ROOSEVELTS BOODSCHAP TE BESCHOUWEN. Reuter meldt uit Washington: Hull heeft medegedeeld, dat het Duitsche ministerie van buitenlandsche zaken een copie van Hitlers rede heeft doen toekomen aan de Amerikaansche ambassade te Berlijn en in een daarop volgend telefoongesprek heeft verklaard, dat deze copie het antwoord aan president Roosevelt was. Hull voegde hieraan toe, dat de overhandi- ging van deze copie echter niet als een ant woord op de boodschap van Hitler beschouwd zal worden. NOORWEGEN HOOPT BUITEN EEN EVENTUEEL CONFLICT TE BLIJVEN. Havas- meldt uit Oslo: De Noorsche minis ter van buitenlandsche zaken Koht heeft te Hamer (provincie Hedmark) in een redevoe ring verklaard, dat de kleine staten gedwon- gen werden terug te komen op hun oude neu- traliteitspolitiek. iGeen der groote groepen mogendheden heeft thans den wensch Noorwegen aan te vallen, doch indien een oorlog in Europa zou uitbarsten, zouden wij niet zonder meer veilig zijn. Indien wij niet in staat zijn eenige doel treffende hulp te verleenen aan andere sta ten, toch stelf de organisatie van onze ver dediging ons in staat onze neutraliteit te be- schermen. Wij hopen op die wijze buiten een conflict te blijven. GORING SPREEKT IN DEN LUSTGARTEN. De viering van den lsten Mei is te Berlijn bes'loten met een demonstratie in den L-ust- garten, waar Goring het woord voerde. Goring zeide onder meer, dat de daden van Hitler hard als hamerslagen op elkaar ge- volgd zijn en historische beslissingen vorm den. Eenige dagen geleden heeft de Fiihrer in den Rijksdag de groote lijnen van zijn poli- tiek voor de geheele wereld duidelijk uiteen gezet. De verschrikkelijke droom van 1919, dat Duitschland voor goed vernietigd en machteloos zou zijn, is voorbij. Als het Duit sche volk eendrachtig is, als in deze 80 mil lioen menschen hetzelfde bloed stroomt als in de aderen van den Fiihrer klopt, dan zal Duitschland onoverwinnelijk alle bezwaren kunnen trotseeren. Duitschland bedreigt nie- mand, zooals Hitler ook verklaard heeft, maar het ligt ook niet meer in machtelooze zwak- heid temeer en met het Duitschland van thans kan men niet spelen zooals vroeger. Men tracht thans, aldus Goring, door een politiek van omsingeling, de zwakken in ons volk zwa'kker te maken, maar dreigementen en intimidatie heblben nog slechts een weer- klank gevonden: den weerklank van de kracht. Nooit in de toekomst zal Duitschland zwak zijn. Geen macht ter wereld zal het Duitsche volk vernietigen, want het is ge- bouwd op de eeuwige eenheid van zijn volk. DE POOLSCHE PERS GEMATlGDER. Havas meldt uit Warschau: De bladen zijn terughoudender over de kwestie van Dantzig, ongetwijf'eld om de Duitsche reacties op de Poolsche tegenvoor- stellen af te wachten, maar leggen zich erop toe om te bewijzen, dat Duitschland sedert 1934 niet anders gedaan heeft dan een diplo- matiek spel tegen Polen voortzetten. De Polska Zibrojna schijft, dat Duitsche agenten de Tsjec'hen ertoe gebracht hebben om de Polen in Silezisoh Teschen te vervol- gen, om de Tsjechen en Polen tegen elkaar op te zetten. Zij hebben te Dantzig en Berlijn centra van Oekrainseh irredentisme gesticht en bepaalde Litauers ertoe aangezet om de stichting van een Litausch-Wit-Russisehen staat te eischen, met Wilna als hoofdstad. Op het oogenblik zetten zij de Slowaken tegen Hongarije en Polen op en Duitschland, dat over vele belangrijke zeehavens beschikt, eischt Dantzig op om den Weichsel de levens- ader van Polen, te beheerschen. Andere bladen herinneren aan de vervol- gingen, waaraan de Polen de laatste jaren te Dantzig van Duitsche zijde hebben taloot ge- staan. Alle bladen wijden groote aandacht aan de verklaring van het Engelsche ministerie van buitenlandsche zaken, dat Polen de eenige rechter is over zijn belangen en onmiddellijk zonder voorbehoud de hulp van Engeland en Frankrijk zou krijgen, indien het het noodig achtte om met de wapens op een bedreiging van zijn onafhankelijkheid te antwoorden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 2