De freer De Visser heeft nog- gesproken
over den zwijgplicht. Een jaar, of en-kele
jaren galeden heeft er in de fcranten een heeie
correspondsntie gestaan over het ambtsge-
heim. Blit is geregeld' bij art. 10 van het amb-
tena ren r eglemen td'at luidt als volgt:
Behoudems het bepaalde in art. 148 der Ge
meentewet is de ambtenaar verplicht tot ge-
heimhouding van hetgeen hem in zijn betrek-
king is ter kennis gekomen, voorzoover die
vexplichiting uit den aard der zaalk volgt of
hem uitd'rukkeilijk is opgelegd.
Hiverin is dus reeds voorzien, dus als de
ambtenaar zich aan die bepaling niet houdt,
loopt hij de kans, in conflict te komen met
•het ambtenarenreglemen tDit ikan misschien
een opheldeiring op deze vraag zijn. De heer
Koopman m,cende, dat het in de gemeentewet
geregeld was, dochi dit lis geschied bijt het
ambtenaren reglement.
De heer FBORUSSE geeft te .kennen, dat
hij zich met ide meening van zijn coHega om
trent art. 12 volkomen kan vereenigen. In de
commissiie tot naziien der rekeningen en be-
grootimgen is hierover gesproken, en n<u de
instructie gewijizigd' moet worden, komt het
°°k hem -goed voor, diti naar voren te bren-
gen. Sprekeir is er voor, dat die Secretaris
zelf geen voor- of nad'eel van een dergelijke
maatregel moet hebben, daar per islot de uit-
gaven toch door de gemeente moeten worden
gedaan. Spreker zou liever zien, dat de Secre
taris zorgde voor den aankoop van de nooddge
schrijf- en kantoorbehoeften en daarmee af.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
den led en vrij staat, een voorstel te doen
De heer DE VISSER stelt voor, art. 12 te
schrappen.
De heer HAAK gelooft, dat er iets goeds
in zit. Spreker vraagt zich ook af of het niet
beter is, dat de secretaris aan Burgemeester
en Wethouders opgaf, wat er noodig was en
dat dit aangeschaft werd, op kosten van de
gemeente. Nu heeft hij de kans, dat er een
k'ein winstje gemaakt wordt, doch anderzijds
is het voor den betrokkene niet aangenaam,
oat er geld ibij gelegd moet worden. Indien
voor de behoeften van de secretarie door den
secretaris wordt aangeschaft wat er noodig
is, dan koste het wat het kost, doch dan is
het toch een zuivere zaak.
De heer A. DE FEIJTER moet zeggen, als
hij de heeren hoort redeneeren, dat er voor
die redeneering wel wat te zeggen valt. Doch
door de som van 70 die jaarlijks voor schrijf -
en kantoorbehoeften beschikbaar gesteld
wordt, wordt den secretaris eenige zuinigheid
opgelegd. Er is spreker wel eens gezegd, wat
er gekocht werd, doch het zou kunnen voor
komen, dat er op een gegeven oogenblik voor
2 maal f 70 werd aangekocht en indien de
secretaris weet, dat hij aan die f 70 vast zit,
dan zal hij zoo zuinig mogelijk heheeren. Er
is in een heel jaar heel wat noodig, doch
spreker gelooft toch wel, d-at hij er van dit
bedrag mee kan toekomen. Er zit dus aan
dezen maatregel wel een goede zijde, doch er
kan ook een andere zijde aan zijn. Spreker
meent, dat de heeren dit artikel wel kunnen
laten staan, doch willen zij het anders, spre
ker zal er niet voor vechten.
De heer DE VISSER herinnert, dat de com-
missie voor de rekeningen en begrootingen
destijds inlichtingen over deze posten van
- 20 en 70 gevraagd heeft. Dit is evenwel
nooit opgehelderd. Spreker staat op het
standpunt, dat, indien de secretaris er vroe-
ger van komen kon, hij het nu ook kan, in
dien de kosten rechtstreeks voor rekening
der gemeente komen. En kan dat niet, dan
zegt de raad, dan is er nog het dagelijksch
beleid van Burgemeester en Wethouders om
dat te corrigeeren.
De heer A. DE EEIJTER acht dit moeilijk.
Indien een corporatie een begrooting maakt,
dan stelt zij een grens, en nu hebben Burge
meester en Wethouders ten opzichte van den
secretaris steeds gezegd, dat de grens is bij
het bedrag, dat hij voor den aankoop van
kantoor- en schrijfbehoeften noodig heeft. Er
zit dus ook een rem in.
De heer DE VISSER kan niet zien, dat de
rem zoo groot is.
De heer A. DE FEIJTER herhaalt, dat er
een rem in zit. Men gaat na, hoever men
met zijn post is, en hoever het jaar gevorderd
is, en weet dan ongeveer, hoeveel men nog
kan uitgeven, anders komt men niet toe.
Spreker denkt niet, dat er uit dezen post
voordeel voor den secretaris zal voortvloeien
'De heer DE VISSER heeft het uit dat oog-
punt ook niet gezegd.
De heer A. DE FEIJTER vervolgt, dat de
raad er steeds 70 voor gezet heeft, waar-
meae rondgesprongen moest worden.
De heer HAiMEBINK vraagt of de kans
bestaat, dat er in dezen post eenig nadeel
voor den secretaris kan schuilen.
(De heer A. DE EEIJTER veronderstelt
van niet. Men heeft thans in elk geval een
grens, tot hoever de Secretaris komen mag.
De heer KOOPMAN wil een vraag stellen
naar aanleiding van de besprekingen en wel
of door den vorigen functionaris aan Burge
meester en Wethouders wel eens een begroo
ting is overgelegd, hoeveel er besteed is aan
die verschlllende kleinigheden. Indien er een
schrijfrnachine gekocht moet worden, moet
dit bedrag daarvoor natuurlijk geen dienst
doen. Spreker meent, dat men dan een basis
heeft, om te kunnen zien of de post voldoen-
de, of ruim voldcende of krap is.
De VOORIZITTER kan niet anders zeggen
dan dat de heer Koopman lange jaren lid van
den raad is. Telken jare heeft hij de begroo
ting helpen goedkeuren, waarop ook telken
jare een bedrag stond voor den ontvanger en
den secretaris, voor de aanschaffing van kan
toor- en schrijfbehoeften.
De heer Koopman zegt, dat Burgemeester
en Wethouders kunnen niet d'at ze moeten
een specificatie van de noodige kantoor-
en schrijfbehoeften vragen. Het kon ook op
den weg van een lid van den raad gelegen
hebben, indien deze meende, dat Burgemees
ter en Wethouders niet ver genoeg gingen,
om een dergelijke specificatie te vragen. De
leden van den raad waren daartoe even goed
in de gelegenheid.
De heer KOOPMANDie kaatst, moet den
bal verwachten!
De heer HAAK vraagt of het niet billijker
is, dat het bedrag, dat noodig is, door de ge
meente wordt betaald. Eh dan gelooft spre
ker toch, dat het billijker te achten is, indien
de noodige kantoor- en schrijfbehoeften door
de gemeente worden aangekocht. Het kan
voorkomen, dat er in een jaar b.v. /80 aan
besteed wordt, en het volgende jaar b.v. f 60,
dan komt men toch aan 2 X 70. De kleine
winst, die de secretaris er op zal kunnen
maken, is hem ten voile gegund, hij moet het
niet verantwoorden als er winst op gemaakt
wordt, dodh spreker vindt het toch veel bil
lijker dat aangekocht wordt hetgeen noodig is.
De VOORZITTER vraagt of het voorstel
van den heer De Visser gesteund wordt.
Spreker verzuimde nog te reageeren op het
geen de heer De Visser gezegd heeft, n.l., dat
het niet duidelijk was, waarom den ontvanger
en den secretaris een bedrag ter beschikking
gesteld wordt. Het antwoord op die vraag
is met moeilijk, de ontvanger schaft aan het"
geen hij noodig heeft, terwijl de secretaris
zorgt voor hetgeen op de secretarie noodig is.
In dit geval zit de ontvanger hier op de secre
tarie, doch het kan ook voorkomen, dat hij
een afgescheiden kantoor heeft. Hij vraagt of
er omtrent de andere artikelen der instruc-
tie nog aanleiding tot bespreking is.
De heer DE JONGE merkt op, dat omtrent
art. 14 nog geen besluit genomen is. Indien
gemeend wordt, d'at het afhankelijk stellen
van de toestemming van Burgemeester en
Wethouders rekba'ar is, zou de zaak ook zoo
gesteld kunnen worden, dat het college, dat
benoemt, mede aansprakelijk is, en zou dit
artikel ook kunnen gelezen worden „tenzij
met toestemming van Burgemeester en Wet-
nouders, den raad gehoord'\ Dit is dan voor
Burgemeester en Wethouders gemakkelijker.
■Het dagelijksch bestuur, zoowel als de raad
zijn dan aansprakelijk, mede ten opzichte van
den secretaris. die straks benoemd moet wor
den. Het schijnt dat sommige sprekers arg-
wanend staan, jegens Burgemeester en Wet
houders, anders zouden zij die vraag niet ge
steld hebben.
De heer FLORUSSE kan zich daarmede
vereenigen. Waar hij zelf medewerking moet
verleenen aan de benoeming, kan hij zich er
mee vereenigen, dat die bepaling opgenomen
wordt. Dan kan nooit op Burgemeester en
Wethouders de sohuld geschoven worden en
wordt Burgemeester en Wethouders hierdoor
dus verlicht.
De heer WI'SSE is van oordeel. dat men
zooveel vertrouwen in Burgefneester en Wet
houders rnoet hebben, d'at zij van hun bevoegd-
heden geen mistoruik zullen maken. Hij meent,
dat men dit gerust aan Burgemeester en Wet-
houdens kan overlaten.
De heer A. DE FEIJTER geeft te kennen,
dat, als de raad mede de iverantwoordelijikheid
dragen wil, het hem good is.
De heer DE VISiSER is van meening, dat
men in ide besprekingen niet het element van
vertrouwen en wantrouwen moet gaan bren-
gen. Het betreft hier een instructie, duis een
regel'ing, waaraan de aanstaande secretaris
zich te houden zal hebben. Burgemeester en
Wethouders hebben een' orutwerp ingediend,
doch rniet een instnuctie, en het is aan den
raad, thans een objeetieve regeling vast te
stellen. Het is er hij spreker niet om te doen
geweest, eenig wantrouwen jegens Burgemees
ter en Wethouders uit te drukken, want dat
is absoluut niet aanwezig.
Spreker heeft dan ook gezegd, dat hij liever
gezien zou hebben, indien er geen wettelijke
bezwaren tegen waren, dat dan die bepaling
geschrapt werd. Doch het 'schijnt dat er in de
j.uriisprud'entie bezwaren tegen zijn. Spreker
kan het niet anders inzien, dan dat het juister
zou zijn, de bepaling te maken, dat de secre
taris geem nevenlbetrekkingen mag vervuilen.
De heer WISSE houdt staande en spreefct
uit, dat er voldoen.de vertrouwen in Burge
meester en Wethouders aanwezig moet zijn,
om de beoordleeling aan het college over te
laten.
De heer H. DE FEIJTER is prdneipieel
tegen cumulatie. Hij wil den nieuwen secre
taris niet vastleggen aan een absoluut ver-
'bod, doch spreekt de hoop uit, dat de secre
taris aan cumulatie niet mee zal doen.
Doch wel vraagt hij zich af, of het niet
beter zou zijn een zeker bedrag te noemen,
waarboven de toestemming van Burgemeester
en Wethouders voor het aannemen van neven-
betrekikingen noodig i-s. Men kan een ander
college krijlgen, en dat kan voor cumulatie
zijn.
De VOORZITTER meent, dat 'de weg, die de
heer H. de Feijter heeft aangewezen, niet de
juiste is. Hij hehhaal't nogmaals de bepaling
van art. 14. Er zijn nu heeren, die zeggen.
er voor te zijn dat d«e secretariis geen neven-
betrekkimg aanneemt. Zooeven is door ver-
ischillende leden onderstreept, dat er in het ver-
eenigingsleven omstandigheden kunnen zijn,
die het gewenscht maken, dat de gemeente-
secretaris in een bepaalde vereeniginig een
functie heeft. Dan ziet men wel eens, dat
daarvoor een kleine vergoeding wordt gegeven.
Doch wie zal er aan deniken, d'aar aanmerking
op te maken. Indien de secretaris mededeeling
van een benoemiimg in een dergelijke functie
doet, twiijfelt spreker er niet aan of Burge-
miee3'ter en Wethouders zullen zeggen: ,,ga je
gang". In het algemeen evenwel is Burge
meester en Wethouders er niet voor, dat een
goed betaalde functie aan den secretaris zal
word'en toevertrouwd. Daarom is ook het col
lege 'bij, den raad gekomen en heeft dit zoo
voorgesteld als in de 'instructie is vasitgelegd.
Dit vraagistuik is van alle kanten besiprokenl
en Burgemeester en Wethouders meenden, dat
dit de bes'te weg wais.
De heer A. DE FEIJTER wijst er op, dat
er commissies en vereenigingen kunnen zijn,
waar de gemeente bij betrokken is, en waar-
in het gewensoht is, dat de secretaris een
functie heeft. En dat kan dan nooit over
groote bedragen loopen. Mocht bepaald wor
den, dat 'de secretaris geen nevenlbetrekkingen
mocht waarnemen, dan kon hij: daar nooit hij
wezen, want dan mag het piiet. Daarom meen
den Burgemeester en Wethouders, dit zoo voor
te moeten istellen.
De heer FDORUSSE is het volkomen eens
met den Voorzitter en wethouder De Feijter,
dat het niet opgaat, dat nevenbetrekkingen
waaraan een ibelangrijik honorarium verbon-
den is, door den secretaris worden vervuld.
Doch de andlere kleine dinigen, die genoemd
zij.n, kan de secretariis .goed waarnemen in zijn
vrijie tijd. Als hij geen andere werkzaamlheden
heeft is hij. om 4 uur vrij, en op die manier
ZO.U een ander geen kans krijlgen.
De VOORZITTER meent, dat men thans
teiveel afdaalt dm details.
De heer DE KOEUER is er voor, art. 14 te
laten staan zooals het door Burgemeester en
Wethouders is voorgesteld. De heer De Jonge
heeft opgemerkt en de heer Florusse heeft dat
nog onderstreept, dat het misschien wensehe-
lijk zou zijn, den reed mede de veranitwoorde-
lijkheid te 'doen dragen. Doch ispreker raadt
aan dit eens af te zien. Elk iraadlslid heeft
in elke vergadering het recht, wijzdging voor
te stellen.. Spreker ikan er goed mee meegaan
het artikel in de instructie op te nemen, zoo
als het is voorgesteld.
De VOORZITTER constateert, dat er dus
een voorstel is;, artikel 12 te dioien vervallen.
Hij gelooft, d'at het de veiligste weg is, indien
niomand nog op- of aanmerkingen wenscht te
maken., art. 12 in stemming te brengen. Om
trent de andere artikelen bliijikt eenstemmig-
heid te ibestaan. Hij zal dus het voorstel van
Burgemeester en Wethouders omtrent art. 12
in stemming brengen.
Het voorstel wordt verworpen met 6 tegen
5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Wisse, Maa®, De
Jonge, De Koeijler en A. de Feijter; tegen
stemmen -de heeren H. de Feijter, Haak,
Hamelink, Florusse, De Visser en Koopman.
Hierdoor is dhs (besloten artikel 12 te doen
vervallen.
Behoudens deze wijziging wordt de instruc
tie met algemeene stemmen vastgesteld.
Kisruit vloeit voort, dat de artikelen, ge-
nummerd na no. 12, een cijfer opschuiven.
9. Voorstel tot regeling van de uren voor
openstelling gemeente-secretarie voor
het publiek.
In artikel 1 van de Instructie voor den ge-
meente-secretaris wordt bepaald, dat de
Secretaris ter secretarie aanwezig moet zijn
des voormiddags van 912 uren; des namid-
dags, behalve des Zaterdags van 14 uur,
terwijl hij voor het publiek te spreken is van
72 uur des voormiddags. Burgemeester
en Wethouders stellen voor dit eveneens zoo
te regelen voor de secretarie. De secretarie
zal dus op werkdagen bezet zijn des voor
middags van 912 uur en des namiddags,
behalve des Zaterdags, van 14 uur. Voor
het publiek echter alleen van 912 uur voor
middags. Zij zijn van oordeel, dat het ge-
wenseht is. d'at het personeel des namiddags
de loopende zaken kan afwerken zonder
daarbij telkens gestoord te worden. Voor
dringende zaken kan natuurlijk altijd soepel-
heid worden betraeht.
De heer HAAK heeft dit voorstel bekeken
en vindt er wat voor en wat tegen. Spreker
stemt .toe, dat het niet igewenscht kan zijn,
dat de secretarie den geheelen dag open bldjft
voor het publiek. Als er personen op de
secretarie komen kan het beziwarend zijn als
men met rekeningen of tellingen bezig is,' tel
kens voor een futiliteit er af gehaald te wor
den, doch aan den anderen kant weet spreker
met of het gewenscht is, dat de secretarie
den heelen middag voor het publiek gesloten is.
Het komt voor, dat er arbeadersmenschen
op de secretarie moeten izijin, of middernstan-
ders die buiten werken, en hun vrouw er been
moeten sturen. Nu zijn er veel vrouwen, van
de 10 wel 10, voor wie het bezwarend is, in. den
voormiddag dergelijke dingen op te knappen,
daar ze vooral in den voormiddag het druk
hebben in hun hjuishouden. Doch hiet is niet
alleen zoo voor de vrouwen, het is ook voor
de arbeiders zoo. Indien deze o.p de secretarie
moeten zijn, komen zij het liefst tusschen den
middag. Binnenkort krijigt men weer den
zomertij'd. Men ieeft hier onld'er de platte-
landstoestanden, waarbij de arbeiders: en boe-
ren den wintertijd aanhouden. De arbeiders
scheid'en om 11 uur uit, dan is het 12 uur
zomertijd. Zij kunnen bezwaarlijik tusschen
den middag naar de secretarie gaan, want dan
is het al 1 uur. Indien nu bepaald kon wor
den, dat de secretarie tusschen 1 en 2 uur
open bleef, dan had het personeel ter secre
tarie tusschen 2 en 4 uur vcldoende tijd om
ongestoord voor te kunnen werken, Spreker
gelooft, dat een dergelijke .regeling in het
aligemeein ibelang is.
De heer MA AS had dezelfde igedachte als
de heer Haak. De werkmensohen werken in
den voormidadg van 6 tot 11 uuir. Het valt
wel eens voor, dat ze op de secretarie moeten
zijn, en dan pafcken ze de fiets en rijden naar
het dorp. Als zij, bij den zomertijd om 11 uur
uitS'Oheiden, is het dan al 12 uur, en voor ze
gegeten hebben is het 1 uur nieuwe tijd. Het
zou daarom naar sprekers meening gemak-
keldjk zijin, als zij van1 1 rtot 2 uur gehioilpen
konden worden. Daarom zal spreker graag
een voorstel steunen om de secretarie tus
schen 1 en 2 uur open te stellen.
De heer HAMELINK wou zooeven hetzelfde
zeggen als de voorgaande heeren, en zal daar
om het door hen gesprokene onderstrepen.
Het is zooals de heeren Haak en Maas gezegd
hebben. Spreker vindt het geen gemakkelijke
kwestie.
De heer HAAK geeft in overweging, deze
regeling soepel uit te vioeren. Hij gelooft niet
dat er misbrui'k van gemaakt zal worden. Hij
meent dat, als er menschen zdjn, die gezien
de uren van openstelling niet op die uren er
kunnen zijn, het goed- is, als die menschen ge-
holpen worden.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
ervaring Burgemeester en Wethouders geleerd
heeft, dat het hinderlijk is, dat de secretarie
den igeheelen dag open is voor al'lerlei 'bood-
sohapjes, Er moet zeer veel werk verzet wor
den. De toestanden op de secretarie zijn
totaal. veranderd, vergeleken bij vroeger. En
dan is er ndets onaanigenamer, dan wanneer
de ambtenaren telkens gestoord worden in
hun werk. Dit is idan ook .de oorzaak gewor-
den, dat Burgemeester en Wethouders thans
voorstellen de sedretarie gedurend'e 6 halve
dagen per week open te stellen voor het
puibliek. Nu kan het in venband met den
zomertijd voor de menschen eenigsziins lastig
zijn, dat is mogelijik, spreker zal het niet ont-
kennen. Er kunnen bepaalde personen zijn,
die liever in den namiddag dan in den voor
middag naar de secretarie komen. Er is ge-
zegd, dat bij de invoering van den zomertijd
de uren gelijk loopen, daar hij toepassing van
den zomertijd de menschen otm 12 uur zomer
tijd .van het werk komen, en er geen gelegen
heid meer is, om hun zaken op de secretarie
af te doen. Ond'er de besprekingen heeft spre
ker zitten denken of het niet gewenscht kan
zijn, gedurende den zomertijd dte secretarie 1
uur voor het publiek in den namiddag open
te stellen. Burgemeester en Wethouders meen
den, dat het in het algemeen in het belang
van de zaak wasi, dat zij, voor de secretarie
opkwamen, en er voor zorgd'en dat er rustig
gewierkt kan worden, en ,dat het personeel ter
secretarie niet telkens voor boodschappen die
niets om het lijf he'bibeu, van het werk wordt
gehaald. Mocht er dan onverhoopt iets voor
komen, waardoor het noodig is, dat de secre
tarie geraadpleagd wordt, ,dan Ikan nog altijd
soepelheid' hetracht warden. Er kunnen om
standigheden zijn, -die dat wettigen, b.v. de
leeftijidsgrens, die het personen onmogelijk of
minder wenschelijk kan maken, in den loop
van den voormiddag te komen. Doch de ge-
regelde loop ddent binnen de perken te blijven.
Burgemeester en Wethou'ders moeten er voor
zorgen, dat het publiek niet op alle moigelijike
en onmogelijike ooigeniblikken de iseicretarie
binnenloopt om dingen die niet veel betee-
kenen.
De heer DE KOEIJER merkt op, dat ge
zegd is, dat de menschen om 11 uur uitschei-
den, zij kunnen dan toch van 11 tot 12 uur
geholpen worden. Gedurende den zomertijd
is het na den middag hetzelfde.
He heer HAAK: Doch dan is de secretarie
geisloten.
Be heer DE KOEIJER merkt op, dat deze
bij het voorstel van Burgemeester en Wet
houders om 12 uur gesloten wordt.
De heer A. DE FEIJTER voelt. er veel
voor, de secretarie van 1 tot 2 uur in den
namiddag open te stellen.
Be heer HAAK acht het beter, dat er in
dezen van geen zomertijd gesproken wordt,
doch dat de secretarie van 1 tot 2 uur open-
gesteld wordt. Spreker voelt de bezwaren,
die er aan verhonden zijn, doch indien de
secretarie in den namiddag het eerste uur
opengesteld wordt, meent spreker dat daar-
aan tegemoet gekomen wordt. Er zijn vak-
lieden, timmerlui, schilders, metselaars, enz.,
die hun zaak in de gemeente hebben, doch
buiten de gemeente werken, en dan tegen hun
vrouw zeggen, d'at ze voor een bepaalde zaak
naar de secretarie moeten. In verband met
de kooikgelegenheid past het dan de vrouw
niet voor den middag naar de secretarie te
gaan en daarom acht spreker het beter, na
den middag de secretarie edn uur open te
stellen.
Be heer DE VISSER: Voor de vrouw!
De heer MAAS kan zich na de toelichting
van den Voorzitter, om de secretarie gedu
rende den zomertijd van 1 tot 2 uur open te
stellen, daarmede vereenigen.
De VOORZITER merkt op, dat hij dit naar
voren heeft gebracht, naar aanleiding van de
besprekingen, doch niet namens Burgemees
ter en Wethouders, maar meer als een per-
soonlijke meening. Deze kwestie is niet be-
sproken in 'Burgemeester en Wethouders,
doch waar van deze moeilijkheid gebleken is,
is dit wellioht een tegemoetkoming
De heer DE VISSER meent, dat een ge-
deeltelijke oplossing zou. kunnen gevonden
wordem als het juist is wat de heer Haak
zegt, door voor te stellen, de uren van open-
spelling niet zooals voorgesteld in den
namiddag 1 uur te doen zijn, doch een half
uur. Men zal hem tegen kunnen werpen, dat
dit wat benepen is, doch spreker meent dat
men de menschen tegemoet zou kunnen
komen door de secretarie b.v. van 1 tot half
twee open te stellen. Persoonlijk voelt spre
ker meer voor het voorstel, zooals het in de
stukken staat, doch als er zooveel bezwaren
zijn, is hij ook wel tot tegemoetkoming bereid.
Ten slotte is de secretarie er voor het publiek,
doch als het te bezwaarlijik is, dat deze den
heelen dag open is, meent spreker d'at op de
wijze als door hem voorgesteld, aan de wen-
schen van het publiek wordt tegemoet ge
komen.
De VOORZITTER wenschte het voorstel
van Burgemeester en Wethouders zoo gefor-
muleerd te zien, dat gedurende den zomertijd
de secretarie gedu.rende een uur in den
namiddag geopend is voor het publiek.
De heer A. DE EEIJTER: Van 1 tot 2 uur.
De heer DE VISSER is het er niet mee
eens, dat dit alleen gedurende den zomertijd
zou zijn.
De heer HAAK acht het een halve oplos-
sing, dat de secretarie alleen gedurend'e den
zomertijd opengesteld zou zijn. Hij zag liever
dat deze het heele jaar door van 1 tot 2 uur
opengesteld Was.
De VOORZITTER stelt voorop, dat ieder-
een die niet in de gelegenheid is, gedurende
de uren dat d'e secretarie open is, te komen,
kan trachten geholpen te worden. En in dit
opzicht hebben Burgemeester en Wethouders
soepelheid toegezegd. Spreker meent, dat
het 't 'beste is als het voorstel van Burge
meester en Wethouders, zooals dit aangevuld
is, aangenomen wordt. Men zal tenslotte
steeds op moeilijkheden studten.
De heer "HAAK merkt op, dat als het in
den zomer kan voor het personeel ter secre
tarie, waarom dan ook niet in den winter
De VOORZITTER bekijkt de zaak niet van
den kant van het personeel ter secretarie,
doch van den kant van het publiek, dat tege
moet gekomen moet worden.
De heer HAAK acht het een moeilijkheid,
dat de secretarie in den winter gedurende den
namiddag niet open is, en in den zomer wel.
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt, met inachtneming van de
aangebrachte wijziging, aanvaard met 10
tegen 1 stem.
Voor stemmen de heeren H. de Feijter,
Wisse, Maas, Hamelink, De Jonge, Florusse'
De Visser, De Koeijer, A. de Feijter en Koop
man; tegen stemt de heer Haak.
10. iBenoeming gemeente-secretaris.
Uit de ingekomen sollicitaties naar de be-
trekking van gemeente-secretaris is door
Burgemeester en Wethouders overeenkomstig
artikel 102 der gemeentewet opgemaakt de
navolgende aan'beveling
11. J. W. Kusee, waamemend secretaris te
Zaamslag;
12. J. L. J. Maris, gemeente-secretaris te
Axel.
De VOORZITTER verzoekt de heeren Koop
man en Haa'k, met hem het stembureau te
vormen.
Uitigebracht wordeai 11 stemmen, waarvan
op J. W. Kusee 11 stemmen, zoodat met alge
meene stemmen is benoemd tot 'gemeente
secretaris de heer J. W. Kusee.
De VOORZITTER constateert, dat dus de
heer Kusee benoemd is tot gemeente-secre
taris- Hij vraagt, of de heer Kusee zijn be
noeming aanvaardt.
De heer KUSEE: Zeer gaarne.
De VOORZITTER: Mijnheer Kusee, ik wil
u gaarne igeluk wensc'hen met de omderschei-
dimg die u te beurt valt, door dat u op zoo
jeugdigen ieeftijd het vertrouwen wordt ge-
sc'honken, benoemd te word'en tot secretaris
onzer gemeente. Uit Zuid-Bevaland tot ons
'gekomen, wordt u thans igeroepen, dit ambt
waar te nemen. Moge het u gegeven zijn, in
Gods kracht naar eer en igeweten dit ambt te
vervuilen. Moge dit u een steun zijn in1 de
waameminig van het ambt dat u wacht. Ik
wensich gaarne dat u zult mogen werkzaam
zijn tot heil der gemeente. Schenike de Heere
u daartoe Zijn onmisibaren zegen.
De heer WISSE: Mijmheer Kusee: Namens
den raad felieiteer ik u van harte met uw
benoeming als secretaris onzer gemeente. De
U'itslag we'kt biji ons alien groote voldoening,
wij spreken den wensch uit, dat u d'e kracht
m°ge geschoniken iworden, die taak op zoo'n
jeugdigen Ieeftijd u te beurt gevaUen, te ver
vuilen, en dat uw arbeid vrucht'baar moge zijn
opdat de gekoesterde ver'vmchitiing niet be-
schaamd zal warden, en uw aribeid moge strek-
'ken tot 'het welzijn van de gemeente Zaamslag.
De heer KUSEE: Mijnheer de Voorzitter,
ik dank u voor de hartelijike woorden die u
tot miiji ihebt gerieht, en den heer Wisse voor
den geiulkiwensch die deze namens den raad
aan mijn adres heeft gerieht. Ook aan Bur
gemeester en Wethouders betuig ik nogmaals
mijn dank, dat zij mij hebben willen steunen.
U heeren leden van den raad, dank ik van
harte voor d'e eenstemmige medewerking, die
ik van u heb mogen on dervin den
U begrijpt alien, dat deze dag voor mij een
zeer gewichtige dag is, nu ik op zoo jeugdige
Ieeftijd geroepen wordt om dit ambt te ver
vullen.
Ik hoop, ook in de toekomst op uw aller
medewerking te mogen rekenen. en vertrouw,
dat God mij de kracht moge geven, mijm ambt
naar behooren te vervullien.
De VOORZITTER: Nu de heer Kusee be
noemd is tot gemeente-secretaris staat niets
in den weg, om tot zijn beeediging over te
gaan.
De heer KUSEE legt hierop in handen van
den Voorzitter de bij de wet vereischte
eeden af.
Hierna neemt hij de persoonlijke geluk-
wensohen van den Voorzitter, Burgemeester
en Wethouders en den raad in ontvangst.
nen vervangen. Voorgesteld wordt hiervoor
de navolgende verordening vast te stellen:
de raad der gemeente Zaamslag;
gezien de door Burgemeester en Wethou
ders opgemaak'te voordracht tot verdeeiing
der iwerkzaamheden tusschen de ambtenaren
van den Burgerldjiken Stand;
gehoord de ambtenaren van den burgerlijken
stand
b e is 1 u di t
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING rege'lende de verdeeiing
der werkzaamhedem tusschen de amb"
tenaren van den Burgerlijken Stand
in de gemeente Zaamslag.
Artikel 1.
Ten overstaan van den ambtenaar J.
Scheele zn., zullen de 'huwelijiken worden
vol'trokiken.
Artikel 2.
Alle overige akten betreffende den Burger
lijken Stand zullen ten overstaan van den
ambtenaar J. C. Eijke worden verleden, die
tevens al'le overige werkzaamheden betrek-
'kelijk den Burgerlijken Stand zal verriohten
en alle registers zal bewaren.
Artikel 3.
De ambtenaar J. W. Kusee zal. bij afwezig-
heid, verhindering of ontstentenis van de in
artikel 1 en/of artikel 2 genoemde ambtenaren
van den Burgerlijken .Stand -deze vervangen.
Artikel 4.
Ten overstaan van .den .in artikel 2 genoem-
den ambtenaar van den Burgerlijken Stand
zullen bij afwezigheid, verhindering of omt-
sitentenis van de in die artikelen 1 en 3 ge
noemde ambtenaren van den Burge-nlijken
Stand, ook de huwelijken worden voltrokken.
Artikel 5.
De in artikel 1 genoemde ambtenaar van
den Burgerlijken Stand zal bij afwezigheid,
verhindering of ontstentenis van de 'in de
artikelen 2 en 3 genoemde ambtenaren van den
Burgerlijken Stand deze vervangen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat door
.deze verordening een en ander zoo geregeld is,
dat de fiunctionarissen zoo noodig elkaar kun
nen vervangen.
De heer KOOPMAN vraagt, of er verder
niets veranderd is.
De VOORZITTER antwoordt, dat de ver
ordening een ietsje is veranderd. Dit is een
administratieve maatregel.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
vain Burgemeester en Wethouders aanvaard.
13. Vaststellen pensioengrondsJag ge
meente-secretaris.
De VOORZITTER stelt aan de orde een
punt, dat niet op de agenda voorkomt, nl. de
vaststelling van den pensioengrondslag van
den gemeente-secretaris.
Spreker meent, dat er wel geen bezwaar
tegen zal zijn, dat zulks alzoo gebeurt, en de
pensioengrondslag van den gemeente-secreta
ris met ingang van heden wordt vastgesteld
op f 2400.
Met algemeene stemmen wordt aidius be-
sloten.
De heer HAAK geeft te kennen, dat als hij
het goed voor heeft, niets meer te behandelen
is. Hij vraagt den Voorzitter verlof, de ver
gadering te verlaten, daar andere bezigheden
hem eiders roepen.
De VOORZITTER (heeft daar geen bezwaar
tegen.
De heer HAAK verlaat de vertgadenng,
14. Omvraag.
U. Benoeming ambtenaar van den Burger
lijken Stand.
Door het overlijden van .den heer J. Stolk,
is een vacature ontstaan van onbezoldigd
ambtenaar van den Burgerlijken Stand en
dlient in die vacature 'te worden voorzien.
Overeenkomstig art. 183 der .gemeentewet
wordt hiervoor aanbevolenJ. W. Kusee, wnd.
Secretaris,.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op J. W. Kusee 11 stemmen, zoodat de heer
Kusee met algemeene stemmen is benoemd.
Op de vraag van den VOORZITTER ver-
klaart de heer Kusee deze benoeming te aan
vaarden.
13. Vaststelling verordening tot regeling
van de verdeeiing der werkzaamheden
tusschen jde ambtenaren van den Bur
gerlijken Stand.
Het is gewenscht, dat de verordening tot
regeling van de verdeeiing enz. zoodanig
wordt vastgesteld, dat de 3 ambtenaren van
den Burgerldjiken Stand' dlikamder steedis kuin-
a. De heer DE VISSER vraagt, of de ge
meente wat te zqggen heeft over een bmg-
getje over een watergang, me loopt naar de
Steemovens. Daar is door het watersohap of
de gemeente over dezen watergang een brug
gelegd, en als de gemeeinte daar iets te ver-
tellen heeft, zou hij er de aandacht van Bur
gemeester en Wethouders voor willen vragen.
De VOORZITTER antwoordt, dat, zoodra
deze brug daar gelegd is, door Burgemeester
en Wethouders pagingen zijn aangewend om
deze te verbeteren. Hij, veronderstelt, dat de
heer De Visser er op doelt, dat de Ibrug niet
voldoet aan de eischen die er aan gesteld moe
ten worden. De brug is gelegd door het
Hulster- en Axeler Ambacht, en tot heden is
het niet igelukt, hierin verbetering te krijgen.
De beer DE VISSER deelt mede, dat de
toestand' aldaar niet zonder gevaar is. De
brug heeft maar edn leuning.
De heer A. DE FEIJTER deelt mede, dat
nu de heer Haak weg is, hij, kan mededeelen,
wat de heer Haak hem gezegd heeft. Terloops
is er over deze kwestie gesproken, en na het
laatste schrijven van Burgemeester en Wet
houders is door het Hulster- en Axeler Am
bacht besloten, ,de brug iets te vergrcoten,
door bijlegging van -een balk, en ook aan den
anderen kant een leuning aan te brengen.
De VOORZITTER constateert, dat dus offi-
cieel verwac'ht mag worden,, dat de toestand
zal verbeteren.
b. De heer DE VISSER w.ijist er op, dat
het hem voorkomt, dat bij de nieuw gebouwde
woning van Risseeuw de oplossing, die voor
de stoep gevonden is, hem niet aanbevelens-
waard voorkomt. Het is spreker zelf gebeurd,
dat hij er bijma over gestruikeld' is. Spreker
vindt het jammer, dat aan de lijmen voor de
trottoirs niet vastgehouden wordt. Het gaat
toch eigenlijik niet op, .dat :ie,d©r maar in-
springt, zooais het uitkomt.
De VOORZITTER geeft toe, dat hier verder
gegaan is dan wenschelijk is. Het is niet de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders,
in dezen verkeerd te doen, doch de eigenaar-
digheid doet zich voor, dat de rooilijn onregel-
matig is. Dit levert wel eens moeilijkheden
op, doch door persoonlijke relatie wordt ge-
traeht, hierin verbetering te krijgen.
c. De heer WISSE merkt op, dat nu de
heer De Visser hierover spreekt, het de aan
dacht trekt, dat de trottoirs gedeeltelijk over
de volte breedte gelegd zijn, doch dat een
ander deel zooveel smaller is. Spreker zou het
f.raaier vinden indien deze gelijk van breedte
waren.
De VOORZITTER: U bedoelt aan de Zuid-
zijde.
De heer WISSE ibevestigt dit.
De VOORZITTER antwoordt, dat die aanleg
van de trottoirs indertijd in gedeelten is uit-
gevoerd. Indien zuik een werk in stukiken ge
legd wordt, dan ondervindt men altijd later
eenige moeilijkheden. Di't wil niet zeggen dat
dit in de toekomst nieit nog eens veranderd
zal worden. Hij acht het altijd beter, een der-
geiijk werk in zijn geheel uit te voeren dan in
stukken en brokken. Want als dan zoo'n
eerste gedeelte gelegd is, dan moet er in
't vervolg rekening gehouden worden met
waterafvoer en meer andere dingen, en dan
gebeurt het wel eens, dat >t anders uitge-
voerd moet worden d a., .en het zou willen
zien. jw
Burgemeester en jandnouders hadd'en dit ook
liever anders ge4
Hij siuit de ver^ .ering door het uitspreken
van het dankgebe
fs
u