Burgerlijke Stand
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
woord, dat van groote erkentelijkheid getuig-
de, afscheid, om zich tenslotte te -richten tot
alle anderen, die hetzij als we-rkgever- of werk-
nemerlid van het bestuur, hetzij to eenigerlei
functie in een plaatselijke Ongevallen Com-
missie de samenwerktog tot sen genoegen
maakten.
Gelooft van miiji, aldus etodigde spreker
dat alle diensten, hoe groot of hoe gering
ook, maar bovenal de vriendel'ijike wij-ze waar-
op ze altijd zijn verleen-d, biji mij, in dankbare
herinne-ring blijven voortleven.
De VOORZITTERDe bedoelingen van de
raenschen die vragen aan oris stellen zijn aan
Burgemeester en Wethouders niet bekend'.
De -heer FLORUSSE geeft te kennen, dat
hiji altijd in de veronderstel-li-ng -geleefd heeft,
dat deze kwestie in een vblgende vergadering
behandeld zou worden. Xndien het niet zoo in
zijn vragen ge-staan heeft, dan moet er bij
het typen een font ingeslopen zijn. In elk
geval zal sprieker zo-ngen, dat deze zaak in
een volgende vergadering aan de orde komt,
want met het antwoord dat hij van Burge
meester en Wethoud'ersi gekregen heeft, is
spreker voor zichzelf niet tevreden.
5. Voorstel tot wijziging van het Ambte-
narenreglQinent.
HOEK.
Hruwelijiks-voltrekkingen. 10 Maart. Andries
van Gelderen (van Terneuzen), oud 26 j., j.m.
en Adriana Bietemella de Graaf, oud 23 j., jd.
Jacobus Leu-nis (van Terneuzen), oud 25 j.,
jm. en S-uzanna Maas, oud 21 j., jd.
Geboo-rten. 5 Maart. Abraham Cornells, z.
van Jan Jacobus Veirmeuten en van Maria de
Graaf. 10 Maart. Johannes Jan, z. van Fieter
Marinus de Fouw en van Sara Wagenaar.
Maatje. d. van Frederik de Braal en van
Adriana Buijze. 14 Maart. Pieter Goverd, z.
van Mattheus de Blae-ij en van Adriana Maria
Schooff. 17 Maart. Gelein Guil-laam, z. van
Adriaan Meerteaus en van Janneke Broek-
hoven. 22 Maart. Cornelia Francina, d. van
Le-endert Marinus Witte en van Maria Neeltje
Moes.
Overldjden. 3 Maart. Aaltje Oppeneer, oud
91 j., wed. van Dirk Jansen. 5 Maart. Adriaan
Verstra-ten, oud 65 jaar, ech-tg. van Jacomina
Dieleman. 13 Maart. Johanna Michielsen, oud
64 j., wed. van Krijn Pladdet.
Vergadering van Maandag 3 April 1939,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge
meester.
Tegenwoordig de leden A. de Feijter, A. de
Koeijer, H. de Feijter, F. C. Wisise, C. Maas,
A. Haak, K. Hamelink, C. de Jonge, M. Flo
russe, A. J. de Visser, D. G. Koopman, en de
wnd. Secretaris J. W. Kusee.
1. Opening.
- De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitsp-reken van het gebedsformulier.
Notulen.
2.
Het vaststellen van de notulen van de ver
gadering van 6 Maart 1939 wordt aangehou-
den aangezien die nog niet in d-ruk zijn ver-
schenen.
3. Mededeelingen.
Geene.
4. Ingekomen stukken.
a. Berichten van aanneming der herbe-
noeming tot leden van het Aigemeen Burger-
lijk Armbestuur dezer gemeente van J.
Scheele W-zn., J. Tollenaar en J. A. Witoelm
en van aanneming der benoeming van J. van
de Wege.
Aangenomen voor Ikennisgeving.
b. Bench-ten van aanneming der foenoe-
mtogen van de in -de vergadering van 6
Maart j.l. benoemde leden van de stembureaux
en van het hoofdstembureau.
Aangenomen voor kennisgevtog.
c. Een ibesluit van den raad dd. 6 Maart
1939 tot wijziging van de ibegrooting diens-t
1938 voorzien van het ibewijis van goedkeuring
door Gedeputeerde Sitaten.
Aangenomen voor Ikennisgeving.
De heer FLORUSiSE zou Burgemeesiter en
Wethouders wiillen vragen, hoe het komt, dat
de andere leden geen kennis hehben gekregen
van de vragen, die spreker in zake de geeste-
lijke en moreeie herbewapening heeft gesteld,
noich van het antwoord' idat hij ontvangen
heeft. Naar spreker vernam heeft hij1 alleen
antwoord van Burgemeester en Wethouders
ontvangen. Spreker iweat wel, dat er geen
beslissdng kan genomen worden voor de raad
in dezen zich uitge-sproken heeft, doch hij
moet thans toch verklaren, dat hiji met het
antwoord, dat hij van Burgemeester en Wet
houders gekregen heeft, zich met accoord kan
verklaren. Spreker vindt het jammer, dat
dleze aangelegenheid niet in den raad ge-
bracht is, het meerendeel der leden weet ook
niet wat het antwoord van Burgemeester en
Wethouders geweest is, zoodat er thans
slecht over gesproken kan worden.
De VOORZITTER constateert, dat de heer
Florusse de vraag -stelt, waarom hiji alleen
antwoord heeft gekregen. Spreker kan 'hier-
op kort en zakelijk antwoorden. De heer
Florusse heeft aan Burgemeester en Wethou
ders een vraag gesteld, en Burgemeester en
Wethouders hebben hierop igeantwoord.
De heer FLORUSSE: Aan mij persoonlijik.
De VOORZITTER antwoordt, dat iemand,
die aan Burgemeester en Wethouders een
vraag stelt, oak van Burgemeesiter en Wet
houders een antwoord ikrijgt. Voor zoover
spreker bekend, is het nooit voongekomen, dat
een vraag die aan Burgemeester en Wethou
ders gesteld werd, en door dat 'college be-
antwoord werd, aan den raad werd mede-
gedeelid.
De heer FLORUSSE merkit op, gevraagd
te hebben, zijn vragen en het antwoord er op
publieik te behandelen.
De VOORZITTER gelooft, dat de heer
Florusse in dezen abuisi is. Spreker heeft ook
in de krant gelezen, dat die heer Florusse
schriftelijike vragen aan Burgemeester en
Wethouders had gesteld, met het verzoek,
hierop in de eerstvolgende vergadering van
den raad ite antwoorden. Doch die vraag is
aan Burgemeester en Wethouders niet gesteld.
De heer FLORUSSE meent, dat zijn sehrij-
ven dan verkeerd ingekieed moet geweest zijn.
Het was de ibedoeling in elk geval, dat deze
vragen in openbare raadsvergadering behan-
deld zouden 'worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat die vra
gen zoo aan Burgemeester en Wethouders
niet gesteld zijn.
De heer FLORUSSE meent, dat hij dan die
vragen in een anderen vorm nogmaals stellen
kan.
De VOORZITTER is van oordeel, dat het
dan het beste is, dat de heer Florusse nog
maals aan Burgemeester en Wethouders vra
gen stelt.
Die heer FLORUSSE meent toch, dat hij
toch gevraagd heeft, in dte eerstvolgende ver
gadering van den raad op zijn vragen te ant
woorden.
De VOORZITTER: Mijnheer Florusse, daar-
van sitaat er niets bij.
De heer FLORUSSE weet het wel zeiker,
dat hij, dat gevraagd heeft. En als dat niet
het geval zou zijn, dan moet er bij het over-
schrijven een fou't dngesiopen zijn. In elk ge
val is het toch sprekers bedoeling geweest,
dat id© antwoorden van Burgemeester en Wet
houders in openbare vergadering behandeld
zouden worden.
Door aanigebrachte wijizigingen in de diienst-
plichtwet is het wienschelijk, dat het Amibte-
naremreglement dezer gemeente daarmede in
overeenstemming wordt gebracht.
In verband daarmedie wordt voorgesteldi het
navolgende besluit te nemen:
de raad der gemeente Zaamsiag;
overwegende dat het wenschelijik is gebleken
het Ambteharenraglement dezer gemeente te
wijzigen
gehoord de in art. 3 van het Ambtenaren-
reglement bedoe'lde vereenigingen;
op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
b es lu i it:
het Ajmbteniarenreglement vastgesteld, den
30 October 1931 en laatstelijik gewijzigd den
26 Maart 1934 te wijizigen als volgt:
Artikel 1.
In het derde lid van artikel 17'bis, onder h,
c, d en e van dat lid woud't itelkens in plaats
van ,,36" gelezen ,,34".
Artikel 2.
In het tweede lid van artikel 17ter wordt
in plaats van „51/2 maand" gelezen: ,,11 maan-
den".
De VOORZITTER deelt mede, dat de heeren
in de stukken gezien zulleri hebben waar het
om gaat. Het is hier eigenlijk meer een for-
meele kwestie. Nu de diensitplieihtwet ge
wijzigd is, en de diensittijid 11, inplaats van
5% maand geworden is, dient het amb'tena-
renreglement zoo gewijzigd te worden, dat het
daarmede in overeensitemming is.
Met algemeene stemmen wordt aldus »be-
sioten.
6. Voorstel tot omwisseling van twee
aandeelen N.V. Maatschappij voor Ge-
meentecreddet in twee 3 obligatien
Mij. voor Gemeentecrediet.
Door de Maatsichappiji voor Gemeentecrediet
is ons biji ischrijven van 10 Maart 1939, A. no.
263-180, een aanbieding igedaan om die twee
in ons bezit zijnde aandeelen van Serie B dier
mij. elk groot 250 om te ruilen in twee 3
dbliigatien elk groot nominaal 500, welke
gelegenheid wordt opengesteid door de Alg.
Priesiche Levensverzekering Mij. De Miji. voor
Gemeentecrediet adviseert op dit aanbod in
te igaan daar de mogelijikheid groot is, dat op
de aandeelen in de toekomst niet meer het-
zelfde dividend als vooiheen (over 19386
zal ikunnen worden uitgekeerd.
Burgemeester en Wethouders stellen in ver
band hienmede voor tot de omwisseling te foe-
sluiten.
De heer HAAK geeft te kennen, dat, als hij
de zaak goed heziet, het zoo is, dat de twee
aandeelen van elk 250 die de gemeente be
zit, omgewisseld kunnen worden in 2 aan
deelen, die elk 500 groot zijn. Het bezit
van de gemeente van 500, wordt dus f 1000.
Doch daar staat tagenover, dat het rentetype
ook verandert, zoodat er wat de opbrengst
betrefit, geen verschil is. Immersi /500 tegen
6 geeft een rente van f 30 en 1000 tegen
3 geeft dezelfde rente, zoodat er voor de
gemeente geen voor- en nadeel uit voort-
sp-ruit. Doch de vraag is, of die laatste aan
deelen wel verhandel'baar zijn. En als dat
niiet het geval is, zou spreker willen voorstel-
len, ze van de hand te doen. Dan zi't er mis-
schien voor de gemeente nog een winstje in.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Haak opmerkt, dat de gemeente inplaats van
f 500, f 1000 zou krijgen. Oppervlakkig be-
zlen lijkt dit eenigszins oniwiaarsiohijnlijk, Dit
is echter het gevolg van een transaotie tus-
schen de Algemeene Friesehe Levensverzeke
ring Miji en de Mij voor Gemeentecrediet. De
aandeelen zijn sedert 1870 in het beziit van de
gemeente en hebben steeds een redelijk divi
dend afgeworpen. Het was dus goed dat ze in
portefeuilie bleven. Waar verschililende aan
deelen 'langzamerhand minder rente gaan af-
werpen hehben Burgemeester en Wbthoudters
zich hieromtrent in verbinding gesteld met
de Miji voor Gemeentecrediet, en waar deze
advisieerde op het gedane aanibod in te gaan,
heeft het college zich er van vergewist dat
de noodlige goedkeuring verkregen zal kunnen
worden, en stellen zij voor, deze transactie
aan te gaan. Zooals bekend is' deze onder-
worpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, en daarvan hebben Burgemeesiter en
Wethouders zich dan ook vergewist.
Burgemeester en Wethouders meenen dus,
op het gedane aanbod te moeten ingaan. De
heer Haak vraagt of de aandeelen verhandel-
baar zijn. Dat zijn ze natuurlijk wel, doch
volgens het prospectus zou getracht worden,
de obligaties op de effectenbeurs genoteerd te
krijgen.
De heer Haak zegt verder de aandeelen te
yerkoopen. Als de transactie achter den rug
is, kan men dit later nog zien. De aandeelen
die in het bezit van de gemeente zijn, vormen
altijd nog een zekere reserve. Men kan dit
zoo noodig later nog bekijken en overwegen.
De heer HAAK geeft te kennen, dat men
er oppervlakkig bezien, voordeeliger mee zou
zijn, de aandeelen om te ruilen. Doch econo
mist bekeken is dit niet altijd het geval.
Dat die f 500 aandeelen verhandelbaar zijn,
begrijpt spreker wel, doch dragen de om te
ruilen aandeelen een vast rentetype.
De VOORZITTER antwoordt, dat de obli
gaties, die door de omruiling verkregen wor
den, een vast rentetype hebben.
De heer HAAK merkt op, dat Burgemees
ter en Wethouders aangeven, dat vorig jaar
6 rente van de aandeelen getrokken werd.
Doch dit zal ook wel eens 7 of 8 geweest
zijn.
De heer A. DE FEIJTER: Tot 9 toe.
De heer HAAK wijst er op, dat geld dat op
de banken staat, ook maar 1 tot 2 op-
brengt.
De heer A. DE FEIJTER deelt mede, dat
de obligaties, zoolang ze niet geconverteerd
worden, een vaste rente van 3 blijven
dragen.
De VOORZITTER wijst er op, dat de obli
gaties te zijner tdjd ook uitgeloot worden. Na
verloop van tijd zal dit ook het geval zijn met
de om te ruilen obligaties.
De heer 'HAAK stemt toe, dat het juist is,
zooals wethouder De Feijter opmerkt. Indien
de rentestandaard verlaagt, kunnen de obli
gaties natuurlijk geconverteerd worden, doch
anders blijven ze een vaste rente dragen.
Spreker kan met het voorstel van Burge
meester genoegen nemen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
7. Vaststelling pensioensgrondslag van den
Burgemeester.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
den pensioensgrondslag van den Burgemees
ter, den heer S. van Hoeve Jzn., met inigang
van 1 Mei 1939 vast te stellen op f 2800.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
7a. Wijziging verordening op Me Keuring
van Waren.
In de vergadering van den raad van 6 Maart
j.l. werd gewijzigd de Verordening op de
Keuring van Waren in deze gemeente (punt
10). Gedeputeerde Staten schrijven ons onder
dagteekening van 24 Maart 1939, no. 228, 3e
Afd. gereg. A. 295-74, dat het aanbeveling
verdient om de bestaande verordening in zijn
geheel opmieuw vast te stellen met de wijzi
ging vervat in bovengenoemd raadstoeisluit en
met weglating van de zinsnede in artikel 7
beginnende bij ,,behouidiens de wijziging.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
hieraan te voldoen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
8. Vaststelling instructie Gemeente-secre-
taris.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
in verband met de benoeming van een ge
meente-sec-retaris de navolgende nieuwe in
structie voor dien functionnaris vast te stellen:
INSTRUCTIE voor den Secretaris der
gemeente Zaamsiag.
Artikel 1.
1. De Secretaris is verpticht, tenz'ij ambts-
beziigheden zijtn tegenwoordigheid elders ver-
eisohen, ter secretarie aanwezig te zijn op de
dagen, waarop de secretarie geopend is, van
des voormiddags 912 uur en des namiddags
behalve des Zaterdags, van 14 uur.
Hiji is voor het publiek te spreken des voor
middags van 912 uur.
'2. Hij geeft, indien hiji door ziekte of
andere reden verhinderd is aanwezig te zijn,
daarvan onmidd'ellijik berieht aan den Burge
meester.
Artikel 2.
Hij woont alle vergaderingen van den raad
en van Burgemeester en Wethouders hij en
houdt aanteekening van hetgeen daarin be
handeld en toesloten wordt, overeenkcmstig de
bapalingen van de reglementen van orde dier
vergaderingen.
Artikel 3.
In elke vergadering van Burgemeester en
Wethouders is hij verplieht te herinneren aan
de onafigedaan gebleven zaken.
Artikel 4.
De vergaderingen van de commissien van
den raad woont hiji hij1, indien Burgemeester
en Wethouders hem met het secretariaat diier
commissien hebben ibelast. In dit geval houdt
hij aanteekening van hetgeen in die vergade
ringen ibehandeM en besloten wordt.
2. Hij kan zich, voor zoover de vergaderin
gen dezer commissien betreft, door een amb-
tenaar ter secretarie iaten vervangen, tenzij
zijn persoonlijke tegenwoordigheid uitdrukke-
lijk gevraagd wordt.
Artikel 5.
1. De Secretaris is verplieht, wanneer dit
verlangd wordt, den Burgemeester, de com
mission van .den raad, waarvan hij secretaris
is, en Burgemeester en Wethouders, indien
deze zich als zoodanig verplaatsen, te verge-
zellen en dan aanteekening te houden van
hetgeen behandeld en besloten wordt.
2. Hij kan zich, voor zoover de commis
sien van den raad betreft, door een ambte-
naar ter secretarie laten vervangen, tenzij
zijn persoonlijke tegenwoordigheid uitdrukke-
lijk gevraagd wordt.
Artikel 6.
Hij zorgt voor een stipte naleving van alle
verordeningen en instructies door het onde.
hem werkzame personeel, voor zoover die
naleving van dat personeel afhangt; voor een
spoedige verzending der van de secretarie
uitgaande stukken; voor een goede verdeeling,
met inachtneming van de daarvoor door den
Raad of Burgemeester en Wethouders vast-
gestelde bepalingen, der werkzaamheden over
het onder hem werkzame personeel en voor
een geregelden gang van zaken ter secreta
rie in het aigemeen.
Artikel 7.
De Secretaris zorgt, dat behoorlijk worden
bijgehouden: de registratuur betreffende de
administratie ter secretarie, volgens daarom-
trent door Burgemeester en Wethouders te
geven voorschriften, een inventaris van alle
meubelen, kantoorhehoeften' en stukken, aan
wezig ter secretarie en in het archief der ge
meente en alle registers, staten en boeken,
waarvan Burgemeester en Wethouders het
aanleggen en bijhouden noodig zullen achten.
Artikel 8.
1. 'Hij brengt in schrift of doet ter secre
tarie in schrift brengen al datgene, waartoe
door den Raad, Burgemeester en Wethouders
of den Burgemeester besloten is.
2. Hij stelt, of doet ter secretarie stellen,
alle stukken, waarvan hem de opstelling is
opgedragen.
Artikel 9.
Hij is verplieht tot een zorgvuldige nale
ving der als bewaarder van het gemeente-
archief op hem rustende verplichtingen.
Artikel 10.
In geval van brand in de hoofdkom der ge
meente begeeft hij zich onmiddellijk naar de
secretarie, teneinde de iloodige maatregelen
te nemen voor de zekerbeid der zich aldaar
bevindende registers, boeken en andere stuk
ken.
Artikel 11.
Hij geeft, op last van den Burgemeester,
aan ieder, die dit vraagt, inzage van de be-
sluiten van den Raad en zorgt, dat daarvan
desverlangd afschriften worden bekomen
tegen de betaling, daarvoor bij verordening
vastgesteld.
Artikel 12.
Hij zorgt voor den aankoop van schrijf- en
kantoorbehoeften ten behoeve van de secre
tarie.
Artikel 13.
Hij geniet een vacantie van vier weken per
jaar.
iHij behoeft verlof van den Burgemeester
om minder dan acht dagen; van Burgemees
ter en Wethouders om acht dagen tot minder
dan een maand; en van den Raad am een
maand of langer dan een maand buiten de
gemeente zich op te houden.
'Hij moet aan den plaatsvervanger al de
inlichtingen en de mededeelingen van stuk
ken geven, die noodig zijn om den goeden
gang der zaken te verzekeren.
Artikel 14.
Hij mag geen andere hetrekkingen, waar-
aan hezoldiging verbonden is, vervullen, ten
zij met toestemming van Burgemeester en
WJethouders.
Artikel 15.
Alle gesehillen omtrent de uitlegging dezer
instructie worden door Burgemeester en Wet
houders beslist, behoudens beroep op den ge-
meenteraad. De Secretaris is verplieht zich
aan die beslissing te onderwerpen.
Artikel 16.
1. Deze instructie treedt in werking
2. Met ingang van dien datum vervalt de
bestaande instructie voor den Secretaris
dezer gemeente.
De VOORZITTER opent de bespreking
hieromtrent en wijst er op, dat de verschillen-
de artikelen der instructie in de stukken
voorkomen.
De heer HAAK wil beginnen met een
groote sprang. Het eerste tot en met het tien-
de artikel geven hem geen aanleiding tot op-
merkingen, doch omtrent art. 11 wil spreker
een vraag stellen. Daarin staat: „Hij geeft, op
last van den burgemeester, enz."
Spreker dacht zoo, is het niet beter, dat dit
,,op last" luidde „met toestemming". Ver-
ondersteld, dat er iemand komt en inzage van
een besluit vraagt en de burgemeester is er
niet. Dan kan de burgemeester ook geen last
geven, doch als de burgemeester komt, dan
kan hij vragen, het gevraagde te mogen ver-
strekken en als hij toestemming krijgt, kan
hij het geven. Spreker stemt toe, dat dit
maar een formeele kwestie is.
De VOORZITTER wil in antwoord op de
vraag van den heer Haak antwoorden, dat er
in het aigemeen leidfaden vastgesteld zijn
voor het opstellen van dergelijke instructies
en deze aangepast moet worden aan de hui-
dige toestanden. Op 't oogenhlik stellen Bur
gemeester en Wethouders voor, deze instruc
tie vast te stellen, de vorige was heel wat
uitgehreider en dateerde van de vorige eeuw.
Burgemeester en Wethouders hebben enkele
artikelen er ujt gelaten en andere er aan toe
gevoegd. Nu de heer Haak dit zegt, ziet spre
ker in zijn leidraad, en daar staat het ook zoo,
doch de heer Haak wenscht een andere for-
mule en wenscht te lezen „met toestemming
De heer DE VTSSJE2R weet niet, welk ver
schil er in is.
De heer HAAK wijst er op, als er iemand
komt en de burgemeester is er niet, hij geen
last geven kan.
iDe heer DE VISSER: Geen toestemming
ook. Spreker ziet het verschil tusschen een
en ander niet in.
De heer HAAK merkt op, dat bij de lezing,
die hij heeft voorgesteld, de burgemeester
toestemming moet geven, doch geen last. De
term „last" geven kan op iets anders slaan,
b.v. ingeval de secretaris geen inlichtingen
wou geven, dan zou de burgemeester daartoe
last moeten geven. Spreker stelde daarom
deze vraag. Het komt hem voor, dat deze
term zoo raar klinkt, daarom meende hij dat
toestemming", door den burgemeester te
geven, beter zou zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
den heer Haak bekend kan zijn, dat in de ge-
meentewet veel geregeld is, o.a. ook, dat ue
raadss'besluiten voor het publiek ter inzage
gelegd worden. Het is de geregelde gang van
zaken, dat de secretaris die ter inzage ver-
strekt, als er naar gevraagd wordt. Doch er
kunnen gevallen zijn, en die zijn ook al eens
voorgekomen, dat het niet voorgeschreven
was en dan moet er even overleg gepleegd
worden. Daarap slaat de bepaling, dat de se
cretaris op „last" van den burgemeester in
zage verstrekt. Spreker ziet weinig verschil
met de redactie, zooals de heer Haak zich die
indenkt.
De heer HAAK heeft alleen die vraag wil
len stellen. Spreker zal er niet verder op in
gaan.
De VOORZITTER meent, dat hierover
practisch nooit moeilijkheden zullen rijzen.
De heer 'HAAK stemt dit toe, als alles goed
gaat. doch het staat er alleen voor gevallen.
dat van kwaad'willigheid sprake zou kunnen
ziin.
Dan heeft spreker nog een vraag omtrent
art. 14. Hij geeft lecture van dit artikel.
Spreker weet niet, of die bepaling gemist kan
worden, doch hij zou liever zien dat bepaald
werd, dat de secretaris absoluut geen andere
betrekking mocht aanvaarden naast zijn
ambt. Spreker zou gaarne dien kant uit wil
len. Men heeft reeds veel gehoord van cumu-
latie en thans, nu een nieuwe secretaris be-
noemd moet worden, is het inderdaad wel ge-
wenscht, dat hierover gesproken wordt. Het
komt spreker voor, dat in dezen tijd, nu er
zooveel werk-loozen rondloopen, de cumulatie
niet bevorderd mag worden. Daarom zou
spreker liever zien, dat bepaald werd, dat de
secretaris geen enkele andere betrekking
mocht aanvaarden. Hij weet niet of het mo-
gelijk is, deze bepaling te schrappen, want
het kan voorkomen voor vereenigingen, waar
de gemeente bij betmkken is, dat het ge
wenscht kan zijn, dat de secretaris een be
stuursfunctie heeft. Spreker zou er in elk ge
val op willen aandringen, dat de te benoemen
fun-ctionaris zoo min mogelijk andere bezol-
digde betrekkingen aanneemt.
De beer FLORUSSE had hetzelfde willen
zeggen, dat de heer Haak zooeven gezegd
heeft. Sipreker wilde de vraag zoo stellen,
te bepalen, dat waar de secretaris een bron
van inkomsten geniet, die toereikend is voor
hem en zijn gezin lim d'e toekomsit, dat deze
geen verzekeringen en polders of dergelijke
dingen er bij zal nemen. In spneker® toranche
b.v. werken versichillende menscben die het
voor hun bestaan niet noodig 'hehben, en hij
zou dan ook liever zien, dat dergelijke dingen
in de toekomst verboden werden. Gezien de
locale verhoudingen vindt spreker het kinder-
aohtig, dat iemand die een rijksbetrekking,
dus een goed baantje heeft, er nog degelijke
dingen bij doet. Vroeger was dat anders.
Toen hadden de betrokkenen een salaris van
een twee honderd gulden of daaromtrent, en
hadden zij dergelijke bijverdiensten noodig.
Doch waar het salaris van een dergeiijik amb-
tenaar behooniijk is, kan spreker er zich mee
vereenigen, die bepaling totaal te laten ver-
valden.
De VOORZITTER merkt op, dat het idee
van de heeren Haak en Florusse in den geest
is ,van de ri-chting, die Burgemeester en Wet
houders ook uit willen.
Alleen zouden die 'heeren willen, dat het
finaal verboden is, terwijl Biurgemeester en
Wethouders zeggen, dat de secretaris zonder
goedkeuring van Burgemeester en Wethou
ders geen bijbetrekking mag aanvaarden.
De heeren weten allien, dat het in het leven
wel voorkomt, vooral in het kleine vereeni-
gingsieyen, dat er voor een bestuursfunctie
een kleine bezoldiging wordt gegeven, eigen
lijk meer een vengoeding van kosten. En° als
het dan werkelijk in het belang van de zaak
nuttig zou zijn, dat de secretaris een dergelijke
funotie waarnam, als het op zijn plaats is, dat
de secretaris een dergelijke functie waar-
neemt, en daarvoor een kleine vengoeding ont-
vangt, dan meenen Burgemeesteir en Wet
houders, dat zij; daaraan hun goedkeuring niiet
mogen onthouden. Deze bepaling is hoofd-
zakeliijk gemaakt om tegen te gaan, hetgeen
in de latere jaren to meerdere gevallen is
voorgekomen. Het lis inderdaad zooals de
heer Florusse gezegd heeft, vroeger moest
bet salaris van een dergelijke fun-ctionaris
aangevuld worden door de een of andere be
trekking, of meerdere waar te nemen, om zijn
levensomstandigheden in igunstigen zin te
veramd'erenj.
De vraag -wordt thans gesteld, om dit radi-
caal te verbie-d'en. Gelezen d-e schrifturen, die
hierover bestaan, is men het in den lande
hierover nog niet eens. In sommige gevallen
is het gelukt, de cumulatie tegen te gaan-, in
andere niet. Burgemeester en Wethouders
hebben gemeend in de -instructie de bepaling
te moeten inlassichen, -dat de secretaris geen
nevenbetrek-kingen mag aannemen dan met
hun toestemming.
D-e heer HAAk merkt op, dat dit artikel,
zooals het voor hem lag, -rekbaar was. Nu
men heeft kunnen hoo-ren wat de bedoeling
van Burgemeester en Wethouders'was, heeft
spreker er geen -bezwaar te-gen, dat deze be-
pa'iing blijft 'bestaan. Er bestaan verschil-
lende vereeniigingen, kleine vereenigingen,
waa-rin het gewenscht is, dat -die secretaris
een functie waarn-eemt, en waaraan een kleine
bezoldiging vas-tzit. De bedo-eling van spre-
ker en naar blijik-t o-o;k die van Burgemees
ter en Wethouders is evenwel, d-at de
secretaris naast zijn amibt niet iets zal waa.r-
nemen waa-rdoo-r zijn inikomen helanigriiik ver-
hoogt.
Nu .spreker verneemt, dat Burgemeester en
Wethouders slechts toeistemrnmg willen ver-
le-enen voor degelijke kleinigheidjes als spre
ker -zoo juist heeft genoemd-, kan hij er zich
bij m'eerleggen.
Na de toelichting van Burgemeester en
Wethouders kan spreker zich met d-it artikel
vereenigen'.
De heer KOOPMAN heeft zich, voor hij
wist, dat er een secretaris -benoemd moest
worden, altijd voorgenomen, dat t-e-gen te
gaan. En nu was hij bij-na vergeten er over
te spreken. Wat de -cumulatie betreft, spre
ker moet zich daartegen gewel-dig verzetten,
en het 'laatste woord daarover is nog bij lange
na niet gesproken. Spreker neemt aan, dat
er tusschen den candidaat en het gemeente-
besitu-ur een zeker ve-rtrouwen moet worden
gesc'h-apen, en- het is goed, dat Burgemeester
en Wethouders door deze ibepaling een stok
achter -de deu-r hebben, ze kunnen het verbie-
den -en blijikens de toelichting van Burgemees
ter en -Wethouders willen deze de cumulatie
ook zooveel mogelijk te-gengaan. -Spreker
vraagt Burgemeester en Wethouders- of er
toch wel met de -candidaten, die op de voor-
d-racht staan over deze kwestie gesproken is,
dat ze ge-en slag om -d'en arm houden, want
dan zou het kunn-en voorkomen, dat z-e zeggen,
Burgemeester en Wethouders kuunen dat er
nu wel in zetten, maar ik ga mijin gang. Men
moet a-an den an-deren kant ook weer niet
verder gaan dan de gemeentewet, en -d-e even-
tueele uitspraken van den Hoogen Raad,
hiierop betrekking heb-bend, voorschr-ijven. Uit
d'e 'besprekingen in deze vergadering, die in
de pers komen, kan blij-ken hoe men er hier
over denkt. Spreker is missehien wel de
woordvoerder van den -raad', hij veronderste-lt,
dat deze er unaniem tegen is, dat de secre
taris een nevenbetrekking waarneemt. Het
zou spreker te-genvallen, als- d-e can-d'idaten
daar nog op aasden-.
Spreker gelooft niet, dat er een lid in den
raad is die daar anders over denkt dan hij.
De VOORZITTER heeft met belangstelling
d-e algemeene -beschouwing van den heer
Koopman- aang-ehoord, en stelt voor, verd'er te
gaan met de behandeling -der instructie.
De hee-r DE VISSER wil gaarne hetgeen
gezegd -is omtrent artikel 14 der in-s-truetie
onderstrepen. Liever zag ispreker dat deze
bepaling geheel vervdel. Er kan nog -veel over
gedebatteerd worden, doch indien er geen wet-
tel-ijke -bezwaren tegen zijn, zou spreker er
voor zijn, -dat deze bepaling geheel verviel.
Dat zou gemakkelijik zijn voor Burgemeester
en Wethouders en ook voor -d'en functionaris
zelf. Zooals gezegd, liever zou 'hij zien dat
deze bepaling geheel verviel, do-ch Burge
meester en Wethouders stellen dit voor, en
gezien- hetgeen zijn hieromtrent opmerken, zal
hij er zich niet tegen verzetten.
H-ij heeft nog een vraag te stellen omtrent
artikel 12, waar-staat:
Hij zorgt voor den aankoop van schrijf- en
kantoorbehoeften ten behoeve van de secre
tarie.
Spreker wil het college vragen, of het niet
meer aanbeveling verdient, dit artikel te
la-ten vervallen, en -dat -door -den secretaris
gebrui-kt wordt hetgeen noodig is, en dat hij
met zelf moet -betalen uit -den post die daar
voor staat. Spreker heeft gezien, -dat de ont-
vanger f 20 en d-e secretaris f 70 per jaar
krijgt voor de aanschaffing van schrijf- en
kantoorbehoeften. In de commiss-ie tot nazien
der rekeningen en begro-otingen is hierover
ook gesproken, en het is nog ni-et dtiidelijk,
waarom dit zoo gere-geld is. De commissie
meende ook dat het be-t-er zou zijn, dat deze
vergoedtogen vervi-elen. En ruu de gelegen
heid er is, dat -per irastru-citie te doen, meent
spreker dan ook -dat het -beter is, deze bepa
lingen te doen vervallen.
Dan heeft sipreker nog een vraag omtrent
den zwijigplicht van den secretaris. De be
sloten vergaderingen van den raad vallen niet
onder deze instructie, en waar deze door den
secretaris ambtshalve worden bijgewoond,
vraagt h-ij zich af of het niet gewenscht is,
dat hem zwijigplicht wordt opgelegd, en dat
ook in de instruictie vast te leggen.
De heer KOOPMAN meent, dat men hier-
mede -moet oppassen. Omtrent hetgeen De
Visser het laatste zei, daar had spreker geen
erg in, maar hij denkt, dat -bij, de gemeentewet
geregeld' is. Indien hij- er erg in gehad had,
dan zou bij het wel nagezien hebben. Men moet
voorzichtig zijn, in dezen geen foutje te be-
gaan.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
De Visser d'e besprekinge-n begonn-en is, met
art. 14 te bes-preken. In dat artikel stellen
Burgemeester en Wethouders voor te bepalen
dat -de secretaris geen betrekking mag ver-
viu-lieni, tenzij met toestemming van Burge
meester en Wethouders. De heer De Visser
is er voor, dit radi-caal te verb-ieden. And'ere
heeren wild-en in *t begin eenigszins de ri-ch
ting uit, die door den heer De Visser ingesla-
g-en ii®, doch na de toe'li-chting -door Burge
meester en Wethouders zijn izij daarop terug-
gekomen, en hebben zi-ch vereenlig-d met het
voorstel -zooals het in de stukken vermeld is.
Burgemeester e-n Wethoiu-ders staan op het
standp-unt, -dat d'e bepaling, zooals die hii-er
voorgesteld wordt, ver genoeg ga-at. Dit is
zooeven vo'ldoende gereleveerd. De heer Haak
heeft aangestipt, -dat het voorstel van Burge
meester -en We-thoud'ers hem na -de gegeven
toelichting volkomen duidelijk is.
Men kan die zaak ook van d'en anderen kant
bekijken. Indien er lichamen- zijn, die een
fun-ctionaris moeten aanstellen, die -e-en bezol
diging geniet, kan zoo'n lichaam met de hier
gevoerde besprekingen re-kening houden.
Over art. 12 -heeft -de heer De V-isser ge
sproken. Dit is een artikel dat van oudsher
in de instructies is opgenomen. Spreker weet
niet of precies alle secretarissen -doch to
elk geval toch vele aldus gehandeld heb
ben. Nu zegt de heer De Visser, Is het niet
beter, d-it artikel weg t-e n-emen, en voor reke-
ntog van de geme-eiite -aan te koop-en hetgeen
noodig is. In dien ge-es-t is -door Burgemeester
en Wethouders niet geredeneerd.