ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No 9899.
WOENSDAG 12 APRIL 1939
79e Jaargang
Bmnenland
Buitenland
TWEEDE BLAD
DE GRENSBATALJONS WEER
OPGEROEPEN.
PRINS BEKNHARD BEZOEKT
DE GREKSTROEPEN.
■man »uagpg*aaa' aaoiKW uxor.?
»^»OKt^ajjiaweHasa<K^jHiiw*iu(33aieDBssis«wCT,3aEff^7^.aar«WEEr^^c^Kryv-si «y5Kangsg^j««y«HWMjR^'W!^r^w'a^fli»«t«a»g«CTrjr<rar«iMrgc.in
sa2D"iT^ca^^HK£i^£fljE^^siiKai^jaia»2aaEB'Mrw
lEWKJHEaJIH
NEUZENSCHE COURANT
KOSTWINNERSVERGOEDING.
De Burgemeester van TERNE'UZEN brengt
het volgende ter kennis van ibelamghebbenden.
Aanspraak op vergoeding.
Indiien tengevolge van het verplicht verbldjf
in werkeliiken dienst van .een dienstpliohtige
voldoemde middelen tot levensonderhoud ont-
Ibreken of zouden komen te outbroken aani per-
isonen, als in het tweede lid van artikel 16 der
dienistp'lichtwet bedoeld, wordt een vergoeding
aiit 't Rijks kas toegekend.
Rechthebbenden.
In het tweede lid van artikel 16 der wet
worden de volgende personen genoemd:
a. de echtgenoote van den ingeschrevene;
b. izijn bloed- en aanverwamten in de recbte
limie;
c. zijn andere 'bloed- en aanvenwanten in
den tweeden graad;
d. zijn pleegouders;
e. degenen, in wier cxnderhoud de inge
schrevene ingevolge creebterlijk vonnis
moet voorzien.
Wijze van aanvraag.
.De aanvrage ter venkrijging van kostwin-
nersvengoeding kan zoowel mondieling als
schriftelijk geschieden.
Zij behoort te worden ingediend todji den bur
gemeester der gemeente waar de verzoeker
woonplaats heeft.
Indieni de woonplaats van den verzoeker
fouitens'lands is gelegen wordt de aanvraag ge-
daan toij den burgemeester der igemeente, voor
weiike de ingeschrevene voor den dienstplieht
is ingeschreven.
De aanvraag behoort te geschieden door of
namens den persoon te wiens aanzien de inge
schrevene als kostwinner wordt besehouwd.
De aanvraag om vergoeding moet gechie-
den zoodra naar het oordeel van den verzoe
ker aanleiding tot het doen van de aanvraag
is ontstaan.
Bewijsstukken, zooals trouwboekje, Iaatste
huurkwitantie, loonbriefje enz. mede te
brengen.
Temeuzen, 11 April 1939.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
De regeeringspersdienst meldde in den
vroegen morgen van Dinsdag:
Bij Kon. besluit van heden is bepaald, dat
de tegen woordige buitengewone omstandrg-
heden inhouden oorlogsgevaar in den zin
waarin dat woord in's lands wetten voorkomt.
Erachtens dit besluit is heden opgeroepen
het personeel van de ibataljons voor de grens-
'beveiiiging.
Deze verklaring en oproeping zijn niet te
beschouwen als. een rechtstreeksdh gevolg van
de gebeurtenisisen der Iaatste dagen. De al-
gemeene toestand in Eturopa heeft de regee-
riing de wenschelijkheid doen gevoelen, dat
onze grenzen beter dan tot dusver beveiligd
worden, ter verzekering van onze politiek van
zelfstandigheid. De verdere ontwikkeling van
de gebeurtenissen zal dientengevolge met
meer ige.rustheid kunnen worden afgewadht.
Minister Colijn sprak voor de radio.
Dinsdagvoormiddag te 10 uur heeft de voor-
eitter van den raad van Ministers Dr. H.
Colijn, de volgende toespraak tot het Neder-
landsohe volk gericht over de drie omroep-
zenders
In veiband met de buitengewone tijdsom-
standigheden heeft de regeering ziich ander-
maal verplicht gezien in het belang van het
vaderland bljzondere maatregelen te treffen.
In den afgeloopen n'acht is n.l. overgegaan
tot het onder de wapenen roepen van het per
soneel behoorende tot de bataljons die bestemd
zijn voor de zjg. grensbeveiliging.
Ten einde onnoodige bezongdheid bij. de foe-
volking te voorkomen wil Ik thans door de
radio een kort woord tot iu riehten om de
beteekenis van dezen maabregel in het juiste
licht te stellen.
Ik begin dan met te zeggen wat men er
nie t' in moet zien.
Men moet er niet in zien, men moet er
niet uit lezen, dat de regeering beducht is
voor een directe bedreiiginig van ons land1.
Voor Eulk een opvatting is geen enkele aan
leiding aanwezlg. Onze betrakkingen met het
buitenland laten niets te wenschen over. Met
alle mogendheden is de verhouding goed.
Daarom kon ik zeggen, dat de regeering niet
beducht is voor een directe bedreiging van
s Lands veiligheid en de genomen maatregel
dus n i. e t in dat licht mag worden gezien.
Nu ikomt echter van zelf de vraag naar
voren wat men er dan w e 1 in moet zien. En
het antwoord daarop is: men moet er een
zuivere voorzorgsmaatregel in zien, in
venband met den algemeenen toestand in
Buropa.
Ons werelddeel verkeert in een toestand
van latente Internationale spanninigen die ons
verplichten er rekening mee te 'houden, dat
die spanninigen zidh kunnen ontladen in'
vijandelijkheden. En als dit geval zich mooht
gaan voordoen dan m'Oeten ,we niet slechts in
Woortlen dbch metterdaad in staat zijn op af-
doende wijze blijik te geven van onzen vasten
wil, onze zelfstandigheid en onzdjidigheid te
handhaven. Te handhaven onder alle omstan-
diigheden en n'aar alle zijden.
Om dit effectief te kunnen doen, wanneer
de noodzaak er van zou bldjken, moet onze
gehe*Ie weermacht ten slotte gemobiliseerd
worden. Maar, in ons huidig legerstelsel en
bij het zeer snelle verloop, dat de krijgshan-
delmgen in onzen tdjd kenmerkt, is de nor-
male sterkte van ons leger op vredesvoet on-
genoegzaam om de zekerheid' te s-cheppen dat
die mobilisatie ongestoord zal verloopen.
Daarom is het een eisch van voorzichtig
beleid de voorwaarden te scheppen die het
ongestoord verloop eener mobilisatie kunnen
waarborgen.
Maatregelen worden voorbereid om, zoo-
lang de rust in Euroipa niet is weiergekeerd,
in deze leemte op doeltreffende wijze te voor
zien. Maar daarmee is eenige tij.d gemoeid en
daarom heeft de regeering, ter overbrugging
van die periode, besloten het personeel van
de afzonderlijike grensibataljons evenals in
S'eptemiber onder de wapenen te roepen, ter
versterking van de reeds aanwezige bataljons
van de onder de wapenen zijnde lichting.
De normale toestand is volstrekt onbevre-
digend' voor regeering en volk beide. Telkens
wanneer- de linternationiale ispanningen een
acuut ikarakter krijgen staat de regeering
voor de moeilijike vraag: moeten we bijzon-
dere maatregelen treffen of kunnen we ze
nog achterwege iaten. En telkens wanneer
zulke omstandigheden zich voordoen rijst ook
onder ons volk soortgedijke vraag, waarmede
dan ongerustheid pleegt gepaard te gaan.
Daarom is het noodig voorzaeningen te
treffen die een meer permanent 'karakter
dragen en van zoodanigen aard zijn dat niet
teikenmale 'tot het treffen van ibijzondere
maatregelen foehoeft te worden overgegaan
en men de ontwikkeling der gebeurteni'ssen
dus met meer gerustheid kan afwachten dan
thans het geval is. De nu genomen maat
regel is, zooals ik reeds zeide, te zien als een
overbrugging van den tijid, die noodzakelijik
verloopen moet tot aan het oogenblik, dat de
meer permanente maatregelen effectief kun-
nien werken.
Lk herhaal nog eenis wat ik in den beginne
reedis igezegd heb: we duchten van ndemand
eenige vijandeMjke handeling tegen Nederland,
maar we willen tagenover ieder onzen duide-
lijiken wil toonen, dat we onze beproefde zelf-
standiigheidspolitdek en onze onzijdigheid met
alle ons ten dienste staande middelen willen
han'dhaven.
Dat en dat alleen ,is de strekking van den
thans genomen maatregel.
Maar, omdat dit zoo is, miag ik aan wat ik
gezegd heb nu ook pen raad vastknoopen.
Deze raad' nl., dat er geen enkele reden aan-
wezig is voor bijzondere onigerustheid. Na-
tuurlijik houdt de toestand in de ^vereld ook
onze aandacht gespannen. Maar d!a:t is heel
wat anders dan beduchtheid voor onze eigen
onmiddellijike veiligheid. Voor zulk een be
duchtheid ik herhaal dit acht ik geen
enkelen grond aanwezig.
Hoe kalmer we den toeistand onder de
oogen zien, hoe ruistiger wiji alien ons dage-
lijksoh werk blijsven verrichten, hoe /beter dit
is voor ons zelf en hoe gunstiger indruk dit
naar buiiten zal maken.
En voorts belijden we, ook als voilk, in die-
pen emist, dat het lot ook van ons land, uit-
eindelij'k niet in de hand van menschen ligt,
niet van den wil eens menschen afhankelijk
is, maar dat God Almachtig de wereld
legeert. In dat geloof schuilt kracht; het
schept vastheid van wil aan 's menschen
zijde en het voorkomt dat men als een riet
door den wind heen en weer bewogen wordt.
Men melidt van officieele zijde, dat Prins
Bemhard, vengezeld van den fcolonei van den
generalen staf, M. W. L. van Alphen, direc-
teur van de hoogere fcrijgsschool, Zondagmid-
dag en Maandag (Tweeden Paaschdag), een
bezoek bracht aan< de itroepen van de grens-
ibeveiliginig in westalijk Noord-Brabant en in
Overdjssel, die aldaar gedurende die Paasch-
d'agen hun taak verrichten.
Van and'ere 'zijde meldt men aan de N. R.
Ort.:
De miiitaireni, die in verband met de inter-
nationale spanning en de dlaaruit voort-
vloeiende door die NederOamdlsche regeering
genomen maatregelen van grensbewaking,
gedurende de Baaschdagen van verlof waren
veristo'ken, werden op Eersten Paaschdag aan-
genaam verrast door een geheel omverwacht
bezoek van Prims Bernhard.
Z. K. H., die gekleed! was in nitmeesters-
uniform, kwam des middags omstreeks 4 uur
uit de richting Tilburg te Breda aan.
De Prins bracht hier een bezoek aan een
dor mobilisatiebureaux en begaf zich ver-
volgens naar de verschiilende pliaatsen in het
grensgebied. Z. K. H. nam overal met groote
foelangstelling vaai de getroffen veiligheids-
maatregelen kennis. Voorts bezi'chtigdte de
Prins de kwartieren der manschappen en
onderofficieren, waarbij hij bedangstellend in
formeerde naar de in .het belang der militairen
genomen maatregelen.
Zoo volkomen onverwacht was het bezoek
van den Prins, dat hij' op die meeste plaatsen
door het publiek, zelfs niet herkend werd,
terwiji de militairen hem eerst herkenden,
wanneer hij uit den door hem zelf bestuurden
gelen auto stapte. Overal werd de prins biji
zijn vertrek luidte toegejuicht.
Hoewel de van verlof verstoken militairen
de Paaschdagen niet thuis hebben kunnen
doorbrengen, zoo zijn zij toch niet van
Paascheieren. verstoken gebleven. Beide
Paaschdagen toch kregen de maninen bij het
ontbijt extra drie gekookte eieren en een
krentenbrood. Ook de mididagmaaitijden
waren voor zoover zulks althans bij ibereiding
in ikeukenwagens mogelijk is, extra verzorgd.
De officieren van het bureau van den ter-
litorialen bevelhebber te 's-Heritogenbosch
hebben den Prins een groot Paaschei voor
Prinses Beatrix aangehoden. Na 'zijn terug-
keer ten paleize heeft Z. K. H. nog eens tele-
grafisch dank gebracht voor dit geschenk.
OP WEG NAAR EiEN HERZIENEVG VAN
HET VERiDRAG MET BELGIE.
In een. Vrijidiag ibelegde persconferentie door
den 'Chef van dem| regeeringspersdienst, heeft
d'e Minister van' Buitenlandisiche Zaken, Mr.
J. A. N. Patljm, mededeclingen gedaan,' over
de Rijnvaartovereenkomst met Belgie en
Frankrijk. Hij gaf daarbij te ikennen, dat
Erankrdjk deze regeling wenschte en dat er
voor idle daarbij! verder betrohken landen
Nedienland en Beligie geen redien is om victorie
te kraaien, al worden beide landen er beter
van. De beteekenis van deze overeenkomst
gaat uit boven de genomen beslissingen, om
dat er, nu steedis hangende kwesties uit dsn
weg zijn geruimd', een goede atmosfeer is ge-
schapen, die verdlere onderhandelingen in de
toekomst zal vergemafekeliiiken eai voorziet de
Minister dat het mogelijk zal worden om de
onderhandelingen over een herziening van het t
Verdrag van 1839 aan de orde te stellen, al I
zullen dan te voren nog eenige moeilijkheden,
o.m. d'e positie der haven van Terneuzen, moe
ten worden opgelost.
VERDRAG NEDERLANDBELGIE
INZAKE SCHEEPSHYPOTHEEKBANKEN.
Ingediend is een wetsonbwerp tot goedkeu-
ring van het op 17 December 1938 te Brussel
tusschen Nederland en Belgie gesloten ver
drag inzake Scheepshy.potheken.
Bij Beligisch Kon. besluit van 7 Jan. 1936 en
van 30 Juni 1936 wordt onder meer geregeld
de inrichting van het toezLcht op die onder-
nemingen, die gewoo'n zijn hypothecaire1 lee-
ningen of hjfpothecaire credieten in Belgie te
verstrekken. Genoemde Belgische Kominklijke
besluiten zijn mede toepasselijk op Nederland-
sche Scheepshypotheekiban'ken, voor zoover zij
haar bedlrijf in Belgie udtoefenen.
Het onderhavige verdrag heeft ten dioel de
mogeiijkheid te scheppen, dat aan bovenbe-
iQoelde Scheeps-hypot'heekbanken ontheffing
j wordt verleend van een aantal dier voorschrif-
ten van genoemde Koninklijike besluiten, die
beperkende bepalingen behelzen voor boven-
genoemde ond'ernemangen.
WENSCHEN VAN DE LANDBOUW-
ORGANISATIES.
i De centrale landbouworganisaties hebben
j op een brief van den Minister van Oeconomi-
sche Zaken, hun gezonden naar aanleiding
van een audientie, geantwoord1, dat zij met
genoegen kennis hebben genomen van de tijde-
lijike vergroote exportmoigelij'kheid van bacon
naar Engeland. Daar echter voor de zwaar-
d'ere varkens eerst over eenigen tijd een prijs-
verhoogenden invloed van beteekenis te wach-
ten is, vragen zij met het uit de markt nemen
van zware varkens nog eenige woken te willen'
dOorgaan. Ook verzoeken1 zij: op korten ter-
mdjn den innemingsprijs van bacon en zware
varkens met enkele centen per Kg. te verhoo-
gen. Een verhooginig van den vankenisprijs zou
ook stimuleerend werken op den prijs van het
schapenvleesoh.
De C. L. O. betreuren het, dat de Minister
niet bereid is den richtprije voor tarwe met
de door de C. L. O. gevraagde f 1 per 100 Kg.
te verhoogen.
HET PAASCHCONGRES
VAN DE SJLA.P.
Het jaarlijfcsche Paaschcongres van de
S.D.A.P., dat dit jaar te 's-Gravenhage in den
Dierentuin wordt gehouden, is Zatardagoch-
tend geopend met een rede van den partij-
voorzitter, den heer K. Vorrink.
De groeiende spanning gedurende den zomer
van het vorige jaar. ald.us spr., ontlaadde
zich in de noodlottige gebeurtenissen van Sep
tember. Door het verraad vaui Mimchen werd
toen het lot van Tseeho-Slowakije bezegeld.
Onze sombeirste verwachtinigen zijn in ver-
vulling gegaan. Praag werd door die troepen
van het derde rijk bezet. Een nieuwe me-
thode, n.l. het vrijwillige inroepen van die be-
scherming van Adolf Hitler door murw ge-
maakte volkerenen volksigi-oepen, heeft haar
intrede gedaan. Het goedgeloovige deel dler
menschheid, dat na Munchen vlaggen uitstak
voor het behoud van den vrede, ziet eenskiaps
in die nationaal-sociaiistische intemationale
politiek het met welwillende tagemoet-
komendheid heoorideelde „vol'ksche" beginsel,
vervangen dioor het beginsel van die onont-
beerlijke, noodzakelijke ,,levensruimte".
Ons comgresl komt bijeen op 'het oogenblik
dat Mussolini zich nieuwe lauweren vengaart
door met geweld het kleine Albanie te foe-
zetten. Het feit op zich zelf is een nieuwe
bij'drage tot dte kennis van> wat er aan zelf-
besehikkinigsrecht voor de kle'ine natiies nog
is overgebleven. Maar bovendien is deze be-
zetting een duidelijke schending van het
Ehgelsch-Italiaansche verdrag en niemand
vermag nog de gevolgen daarvan voor den
vrede te overzien.
De gebeurtenissen van de Iaatste weken
zoo gin.g spr. verder hebiben geleid tot een
krachtige houding van Engeland en Frankrijk
tegenover de aggressiviteit der totaJlitaire
staten. Er is wel geen mensch, die de vrij-
heid lief heeft, die zich daarover niet ver-
heugt.
Het mag ons zeker als sociaal-demooraten
niet doen verge ten, aldus de heer Vorrink,
dat de vraag toegeven of weeristand bieden
die uit kan monden in die vreeselijlke vraag
oorlog of vrede, onttrokken is aan een be-
oordeeliimg, gebaseerd op de rechtsnormen van
het Volkenbondispaet. De reohtsmotieven in
de te nemen beslissingen zijn op. ibedtenkel'ijke
wijze vertroebeld door machtspolieke over-
wegingen.
Wij zijn er ons van. bewust, dat dat die kleine
staten in een moeilijike en. onaangename posi-
■tie brengt. Het bren.gt ook de sociaal-demo-
craten, die een actieve belangstenipg koeste^
ren voor intemationale vraagstukken, in een
onbevredigende positie.
De sociaail-democraten in Engeland en ook
in Frankrijk Ikunnen op de Iaatste en zwaar-
ste besl'isisinigen een zekeren invloed uitoefe-
nen. De kleinen zijn echter in hooge mate
afhankelijk van wat de grooten ibesliuiten. Dat
heeft hier en daar verlammend gewerkt op
den wil tot weerstand tegen het fascisme in
de kleine staten.
Lntusschen sohijnt het, dat de overtuiging
groeit, na al de toitterei ervaringen van de
Iaatste jaren, ,dat onrecht duiden beteekent
voor nieuw onrecht den weg banen.
Mage hieruit, aldus spr., een nieuwe samen-
werking groeien tusschen alle vredelievende
voliken.
De ontwikkeling der intemationale betrek-
kingen heeft vanzelfsprefcend gevoerd tot een
aligemeene verster'king van het national© be-
wustzijn, ja van het nationale saamhoorig-
heidsigevoel. Ook in de rijen der socialistische
arheidersbeweging.
In het gezicht van de groote bedreiging van
de onafhankel'ijkheid der ikleine naties en ons
bewust van alle consequentieis, daaraan ver-
bonden, aarzelen wij niet ons vertrouwen uit
te s.preken in den vastberaden wil van de
overweldigende meerderheid van ons volk,
alle krachten in te spanner om ons zelfstan-
dig voliksfoestaan te handhaven. Weike ver-
sohiililen van inzicht ons als oppositie-ipartij
mogen scheiden van de huidige regeriing, wij
hebben een overtuiging: „De Nederlandsche
minister-president gaat niet naar Berlijn".
De dreigende gevaren hebben velen toegan-
kelijik gemaakt men vindt ze in alle poli-
tieke partijen voor een krachtig aampakken
van onize eigen national© problemen. Voor
a.les van het probleem der massale weikloos-
hedd, waaronder ons land nog steeds gebukt
gaat. Helaas moeten wij tevens eonstateeren.
dat zeer velen met al te groot gemak woorden
als geestelijke en moreele herbewapening in
den mond nemen., zond'er daaraan voor de
practische politiek ook maar eeniigerlei con.se-
quentie te verbindien, integendeel somwijien
met een beroep op de nationale -eenheid een
soort Godsvrede met die huidige regeering ver-
langen.
Daar kan wel nooit sprake van zijn, zoo
lang er nog lieden gevonden worden als de
beroemde negen, die in hun verafgoding van
een straffe bezuinigings- en aanpassingspoli-
tiek aan de regeering mededeeten, dat het
Nederlandsche volk in al 'zijn igeledingen leeft
op een te hoogen voet.
Tot een grootschen aanval op de werkloos-
heid, ondankis alle rapporten en plannen en
toezeggingen en ibCloften, is het nog steeds
niet gekomen. Wij. .kennen, aldus spr., alien
de oorzaak daarvan: de tegenstellingen in het
kabinet veirlammen de kracht der regeering.
De actie, die de partij in het achter ons lig-
gende jaar ontwilkkelde, werd door die ge
beurtenissen in het buitenland en door het be
leid van het kabinet Colijn bepaald.
Het was een actie tegen de dictatiuur en
voor de democratic, een actie tegen de half-
slachtige politiek van geven en nemen van de
regeering en voor een krachtige welvaarts-
politiek.
lntusschen is het 'ledental der partij niet
onbelanigrijk gedaald, n.l. van 88.897 leden op
31 December 1937 tot 82.145 leden op 31 Dec.
1938. Dus met ruim 6500 leden.
Spr. wees er op, dat .deze achteruitgang
niet ontstaan is door een, in vergelijking met
het voorafgaande jaar, grootere afsehrijving
van leden. Het aantal afgeschreven leden is
vrijwel gelij.k gebleven. De achteruitgang is
ontstaan uit een belangrijike vermindering van
het aantal imgeschreven nieuwe leden.
Spr. comcludeerde hieruit, dat de eigenlijke
kern der partiji onaangetast is gebleven, maar
dat de werfkraoht heeft igeiLeden onder den
druk der buitenlandsche publieke gebeurtenis
sen en hun onvermijdelijken terugslag op eigen
partijpositie.
Spr. wees vervolgens op den groei van de
Arbeiderspers, de V.A.R.A. en het N.V.V.
Tenslotte herdacht spr. de partdjgenooten,
die in het afgeloopen jaar zijn overleden.
ITALIe OVERWELDIGDE ALBANIe.
De krachtsverhouding ItalieAlbanie is
gelijk 40 staat tot 1houdt men rekening met
allerlei andere factoren dan kan men de
krachtsverhouding gerust 60 tegen 1 noemen
Overmachtig Italie nu is Albanie aan- en bin-
nengevallen na een bliksem-ultimatumkwes-
tie op Goeden Vrijdag met behulp van 175
oohlogsbodems, 400 legervliegtuigen en 60 a
70.000 man. De Albaneezen hebben zich
woedend verzet, dbch moesten de belang
rijkste havensteden in puin den Italianen
m handen laten.
Italiaansche bladen noemen het optreden
van Italie een ..nood'zakelijken maatregel van
zelfverdediging". In geval van oorlog is het
bezit van het Albaneesche gebied voor Italie
een levenskwestie! Gayda beschuldigt koning
Zogoe van „aanvalsplannen tegen Joego-
S la vie, om de Italiaan.sche-Joego-Slavisohe
betrekkingen te vertroebelen".
Merkwaardig is, dat de Italiaansche bladen
Vv oensdag j.l. geen melding hebben gemaakt
van de geboorte van een Albaneeschen
kroonprins.
Volgens de Italiaansche bladen hebben zich
vorige week Dinsdag anti-Italiaansche demon-
straties voorgedaan tijd'ens een militaire
parade te Tirana.
Ofschoon ieder wist, dat koning Zogoe een
marionet van Mussolini was, kon niemand
vermoeden, dat op een gegeven oogenblik
Italie Albanie tot springplank zou maken
voor een actie op het Balkan-schiereiland. De
gebeurtenissen van Vrijdag schijnen het resul-
taat te zijn van een lang overwogen strate
gic. Italie wenscht echter onder geen beding
Jcego-Slavie's achterdocht gaande te maken.
Telkens weer heeft men te Rome de onzekere
houding van dat land gesi'gnaleerd. Deze
houding kan er Italie missehilen nog wel toe
brengen, een verbrokkeling van Joego-Slavie
m de hand te werken. Het is buiten kijf, dat
het bestaan van een grooten staat als Joego-
Slavie aan de Adriatische Zee verre van gun-
stig is voor de buitenlandsche politiek van
Italie.
De Italianen zouden gaarne een Italiaansch
Dalmatie zien naast een onafhankelijk Kroa-
tie en een zelfstandig Servie zooals vdbr den
oorlog en een staatje Montenegro (vaderland
van Italie's koningin Helena), hetgeen zou
beteekenen, dat Italie de geheele Adriatische
Zee en bovendien het grootste deel van het
Balkan-schiereiland zou overheerschen. Zeer
waarschijnlijk is, dat in dit geval een Italiaan
sche gouverneur of stadhouder den scepter
,,aan den overkant" zal zwaaien; men spreekt
in Italie reeds van een prins van Savoye
Het Romeinsche publiek is enthousiast
over wat thans in Albanie gebeurt. Het volk
kent slechts een begeerte: den grooten oor
log. Het verlangt naar een uitbarsting.
Tot zoover de tefonade met de Italiaansche
hoofdstad.
Duitschland noemt Italie's optreden ,,in
overeenstemming, zoowel met de letter als
met den geest van het Italiaansch-Al'banee-
sche vriendschapsverdrag van 1927 en met de
diepgewortelde sympathie van Italie voor
Albanie!"
Duitschland begrijpt Italie volkomen en
vindt de zaak juridisch zeer juist. Hitler
heeft langduriig met Mussolini getelefoneerd,
v66r de Italiaansche troepen naar Albanie op-
rukten.^ Hitler heeft toen de actie van Italie
goedgekeurd. Berlijn beweert: De westelijke
mogendheden hebben zich niet met Albanie
te bemoeie-n."
De houding van Engeland is die van: af
wachten tot de officieele rapporten ,,binnen"
zijn. De Italiaansche regeering heeft op 4
April en daama op den Sen aan Londen mee-
gedeeld, dat zij geemszins wenschte, verande-
ring te brengen in den status quo van Albanie.
Het optreden van Italie heeft in Ameri-
kaansche kringen een slechten indruk ge
maakt. Wiashington zegt: ,,Men ziet thans,
dat de beide einden van de as even aggressief
en trouweloos zijn; zij blijven het volkenrecht
ongestraft scihenden".
De bevolking van -het Nabije Oosten is ver-
ontwaardigd, vooral het Mohammedaansehe
deel ervan. Overal in Syrie, Palestina en
Irak beschouwt men de gebeurtenissen in
Albanie als een waarschuwing, dat men zich
moet houden aan de „as" ParijsLonden.
Het uitvoerend comite van den Pan-Arahi-
schen Bond te Londen heeft een resolutie
aangenomen, waarin wordt verklaard, dat,
wanneer Albanie zich zal verzetten, de ge
heele Mohammedaansehe wereld te hulp zal
komen.
Zoowel in Beligie als in Zwitserland wordt
de nadruk gelegd op het feit, dat Mussolini
den heiligsten dag van het jaar, den Goeden
Vrijdag, heeft ontheiligd door te trachten met
170 schepen en 100.000 man het dappere
landje Albanie te veroveren.
In het commentaar op den strijd in Albanie
schrijft de Daily Telegraph, dat zelfs de Ita
liaansche lezing, welke natuurlijk poogt het
optreden van Italie in een zoo gunstig moge
lijk licht te plaatsen, geen twijfel laat of een
nieuwe aanval is gedaan op een klein en niet
verdedigd land. Deze beweging van de as
want zonder twijfel was Duitschland op
de hoogte is een zonderlinge bijdrage tot
den langdurigen vrede, welken Hitler op 30
Januari heeft voorspeld en welken Mussolini
noodzakelijk verklaarde voor de ontwikkeling
van de Europeesche beschaving.
Bovendien is het optreden van Italie in
strijd met het Britsch-Italiaansche verdrag,
en worden Joego-Slavie, Griekenland, Roeme-
nie en Turkije bedreigd. Indien Mussolini
v.erwaehtte, deze mogendheden ontzag in te
boezemen, dan is dit een misrekeninig, want
thans komen er nieuwe recruten voor het
anti-aanvals-verdrag.
Ook worden de gevolgen niet alleen in
Eu,ropa gevoeld, want Albanie is een over-
wegend Mohammedaansch land en reeds zijn
de bewij'zen ontvangen, dat de Mohamme
daansehe wereld is geschokt.
De Manchester Guardian schrijft, dat deze
aanval de betrekkingen tusscben Engeland en
Italie moet benadeelen; hierdoor moet het
vertrouwen van Chamberlain in het woord
van Mussolini even volkomen worden vemie-
tigd als de aanval van Hitler op Tsjecho-
Slowakije zijn vertrouwen in diens woord'
heeft te niet gedaan. Mussolini heeft niet al
leen alle verdragen met Albanie verbroken,
doch ook de Britsch-Italiaansche overeen
komst.
De News Chronicle verklaart,' dat Musso
lini juist den verjaardag heeft gekozen van
de zwartste daad der geschiedenis. Het moet
het geweten, niet alleen van de buitenwereld,
doch ook van velen zijner landgenooten, heb
ben geschokt, dat hij op Goeden Vrijdag de
open kuststeden van een bevrienden en vrij
wel niet verdedigden buurstaat heeft gebom-
bardeerd. In enkele weken trjids zijn Tsjecho-
Slowakije, Memel en Albanie in de macht van
de as gevallen, terwiji het eenige resultaat
van het Britsche initiatief de overeenkomst
met Polen is, een schakel van vitaal belang in
een volledig coltectief systeem, docih van twij-
felachtige waarde, wanneer de keten niet is
gesloten.
De ijdel'heid van den duce edscht diploma-
tieke en militaire suceessen en wat is een
gemakkelijker slachtoffer dan een zwakke
en vertrouiwende vriend? Waarheen dit al-
les zal leiden is nog niet te zien. De inval
in Albanie bedreigt den geheelen Balkan en
daarmede geheel Europa met een algemeenen
oorlog.
Ben ding is zeker: het fascistische Italie
heeft bewezen, dat geen vertrouwen meer kan
worden gesteld in zijn woord. Chamberlain
heeft gezien, dat de overeenkomst tusschen
Engeland en Italie een verscheurd en ont-
eerd vodje papier is. Hieruit moet hij zijn
conclusies trekken.
Groot-Brittannie, zegt de Times, dat bij
zondere bewijzen gegeven heeft van zijn
wensch om harmonie en stabiliteit te bevor-
deren in de Middellandsche Zee, heeft het
recht de volledige beteekenis te eischen van
deze beweging, welke beide verstoort. Voor
zich zelf en voor anderen heeft het aldaar
vitale belangen te verdedigen en het is voor-
nemens, indien het noodig is, deze verdedi-
ginig uit te voeren.
KONINKLIJKE PALEIZEN IN ALBANIe
DOOR GEWAPENDE BENDEN
GEPLUNDERD.
Uit Tirana wordt gemeld, dat na het ver
trek van Koning Zog en zijn regeering in de
Albaneesche hoofdstad schietpartijen ontston-
den.
Gewapende benden hebben o.a. het konink-
lij'k paleis en de paleizen van 's Konings zus-
ters igeplunderd en alles meegenomen, wat
dezen hadden moeten aehterlaten.
Een oogenblik werd de toestand voor de in
de Italiaansche legatie aanwezige Italianen,
die zich hadden voorbereid op de verdediging
van- het gebouiw, critiek. Ten slotte werden
talrijke plunderaars gegrepen en werd de orde
hersteld.
ENGELSCHE VOORZORGSMAATREGELEN
IN BE MIDDELLANDSCHE ZEE.
De kust.- en l.uchtverdediging van Malta
waren Maandag bij wijze van voorzorgsmaat-
regel bemand.
Naar Havas uit San Remo meldt, zijn het
31.009 ton groote liniescihip Warspite en de
flotieljeleider Aberdeen, die op de reede van
San Remo lagen en daar tot Dinsdag zouden
blijven met onbekende bestemming vertrok-
ken. De officieren, die zich aan wal bevon-
den, waren met sirenes aan boord teruv^ge-
roepen.
Het 31.000 ton metende B'ritsehe linieschip
Malaya, 'dat op de reede van Menton lag eu
Maandagoctotend zou deelnemen aan een
Fransch-Britsche plechtiigheid, is in den loop
van den Zondagnacht met onbeikende hestem-
ming vertrolcken.
Te Londen vemeemt Reuter, dat op 8 April
alle eenheden van de Middellandsche zeevloot,
welke een bezoek brachten aan Italiaansche
havens, deze havens veriaten hebben.