Pluimvee-Rubriek EEN BOEKJE OVER KUNSTMATIG BROEDEN. De VOORZITTER wenscht den heer Stock man gelu'k met zijn benoeming als lid van den raad. Hij hoopt, dat deze tot voldoening van zichzelf en tot heil der gemeente werkzaam zal mogen zijn, en in Gods kracht zijn aribeid moge volbrengen. Hij richt zich vervolgens tot den raad in de volgende bewoordingen Wederom is, gelijik ten vorigen jare, reeds geruimen tijd verstreken sinds de jaarwisseling een nieuw jaar van arbeid voor ons ontsloot en aleer ik U het gebruikelijk overzicht kan geven van hetgeen uit het afgeloopen jaar voor Temeuzen meldenswaard is. Helaas Iheeft ook 1938 geen uitzichten ge- opend, die bij dit relaas een blijden toon kun nen doen hooren. Gij weet het alien en de agenda van deze vergadering geeft bovendien de bewijzen, dat slechts een bedachtzaam beleid voor deze gemeente de finantieele zelf- standigheid kan bewaren waarop een ver- antwoordelijk gemeentebestuur, zelfs in deze tijiden van noodlijdendiheid rondom, prijs heeft te stelien. Niemand kan in de toekomst zien. Bij voortduren van deze uiterst moeilijke tijden zullen ook wij op den duur moeten gaan steunen op regeeringshulp, meer dan ons lief is. E>och evenzeer is het mogelijk, dat eindelijk betere tijden zuilen aanbreken. Dan zai het mogelijik zijn in gemeentelijke vrijheid de vmchten te plukken van het zuinig beheer in deze jaren, een gemeentelijke vrij heid, die zich thans helaas alleen kan uiten in het zelfstandig opleggen van meerdere lasten op de burgers, doch die daarom een niet minder kostelijk bezit is. Want al waren en zijn wij door den nood der tijden gedwongen die lasten te verzwaren, wij kunnen ons nooit duidelijk genoeg voor oogen houden, dat bij noodlijdendheid die lasten nog aanmerkelijk vergTOot en vermeerderd worden. Zoo kunnen wij dus met gepaste voldoening vaststellen. dat Terneuzen als eenigste grootere gemeente in Zeeland die zelfstandigheid nog heeft weten te bewaren. Bevolking. De ibevol'king is van 11.356 in- woners op 31 December 1937 toegenomen tot 11.494 inwoners op 31 December 1938. Deze belangrijike toename is evenals in 1937 uit- sluitend ontstaan uit het geboorte-overschot. Immers in het afgeloopen jaar werden er in deze gemeente 238 nieuwe ingeizetenen ge- boren, terwijl er 90 overleden. Nieuw vestig- den zich hier 523 ingeizetenen, doch er ver- trokken 10 meer n.l. 533. De zuivere bevol- kingstoename bedroeg derhalve 136 zielen tegen 58 in 1937. Er werden 89 huwelijiken voltrokken tegen 102 in 1937. Het aantal verhuizingen binnen de gemeente bedroeg niet minder dan 523. Het aantal kiezers nam toe tot 6306 van 6214 in 1937. Arbeidsbemiddeling. Het gemiddeld aantal ingesdhreven werkloozen boven de 18 jaar bedroeg in 1938 549 tegen 507 in 1937voor die beneden 18 jaar respectievelijk 23 en 25. Het aantal ingeschrevenen beneden 18 jaar zal in werkelijkheid aanmerkelijk meer bedra- geru Thans wordt het grootste percentage ge- vormd door de kinderen der steuntrekkenden, die verplicht zijn zich bij de beurs te laten in- schrijven. Dat de anderen zich niet of slechts bij uitzondering laten inschrijrven is voor een goed deel gevolg van het feit, dat de werk- gevers zich voor het aannemen van jeugdig personeel nog niet veel tot de arbeidsbeurs wenden, zoo dat inschrijving veelal geen resul- taat geeft. Eerst wanneer de jeugdregistratie algemeen zal zijn ingevoerd, zal een betrouw- baar beeld van de jeugdwerkloosheid obk hier ter stede mogelijk zijn. Dat dit een eerste en noodzakelijke stap is op den weg om te ge- raken tot een bestrijding der werkloosiheid in haar hart en niet in haar gevolgen behoeft geen nader betoog. De hiervoor genoemde gemiddelde cijfers zijn verkregen uit de aantallen ingeschrevenen aan het einde der maand. Daar het grootste aantal transportarbeider is, welke zeer onge- regeld werk hebben, valt uit deze cijfers eigenlijk geen betrouwbaar beeld der werk- loosheid te vormen. Dit verkrijgt men wel I door het totaal aantal werklooze dagen van alle ingeschrevenen te nemen. Daarnaast is een juister beeld te vormen uit de cijfers van de steunverleening en de werkverschaffing. Het is een voor onze arbeidsbeurs verblij1- dend verschijnsel1, dat het aantal aanvragen en plaatsingen ook over 1938 weer aanmerke lijk is toegenomen, waaruit blijkt, dat hoe langer zoo meer van de beurs gebruik wordt gemaakt. In 1938 waren er 1451 aanvragen tegen 1073 in 1937. Hiervan werden voldaan in 1938 door 1361 uit deze gemeente en 69 uit andere gemeenten, in 1937 door 927 uit deze gemeente en 80 uit andere gemeenten. Het totaal aantal plaatsingen bedroeg in 1938 98 van het aantal aanvragen, in 1937 93 De in mijn vorig overzicht genoemde rui- mere werkgelegenheid bij de N.V. ,,De Hoop" duurde tot eind 1938. De werkzaamheden aan de Zevenaarpolder werden omstreeks Mei beeindigd. Beihalve het havenwerk deden zich in 1938 geen bijizondere werkgelegenheden voor. Het aantal ingeschrevenen in den land- bouw was in beide laatste jaren ongeveer gelijk. Werkverschaffing en Steunverleening. Ter wijl in 1937 het aantal manweken zorg 13.779 bedroeg was dat voor 1938 12.868. In totaal werd in 1938 aan steun- en werkverschaffings- loon uitgekeerd 117.217 en over 1937 132.526 dus in-1938 ruim 15.309 minder; deze mindere uitgave vond voornamelljk oor- zaak in het kleiner aantal naar de werkver schaffing uitgezonden arbeiders. De kosten van steun zijn immers gemiddeld ongeveer 8 per manweek en voor de werkverschaffing ongeveer gemiddeld 14 of f 6 meer. In 1937 werden 3646 personen naar de werk verschaffing gezonden, in 1938 slechts 1736. Dit beteekent ongeveer een mindere uitgave van 1910 X 6 11.460. Werkloosheidsverzekering. In 1937 werd 28.553,29 uitgekeerd tegen 36.264 in 1938. Deze zooveel lagere uitkeering over 1937 wordt verklaard door het groote aantal per sonen, dat over dat jaar geen uitkeering ont- ving, daar zij: drie jaar uitgetrokken waren. Burgerlijk Armbestuur. Door het steeds verder overhevelen van niet of niet meer vaJtide arbeiders uit de steun naar armen- zorg werd in de jaren 1936, 1937 en 1938 aan het burgerlijk armbestuur uitgekeerd respec tievelijk een bedrag van 38.000, 43.500 en 48.000, terwijl voor 1939 is geraamd f 53.500. In de plaats van den heer Nanninga werd tot geneesheer te Sluiskil belast met de armen- praktijk benoemd de heer Wechelaar. Financien. Bij de op dit punt zoo wel voor- ziene agenda ben ik met de navolgende cijfers niet geheel meer au fait, doch U zult ze na afloop der vergadering, naar ik hoop met een dankbaar gemoed wel willen aanvullen. In 1938 werd f6000 aan de reserve toege- voegd, zoodat deze 43.200 bedroeg. Voor de begrooting 1939 is beschikt over f 13.880, zoo dat het restant f 29.320 bedraagt. Door de verlaging met 40 der opcenten op de perso- neele belasting werd voor 1938 14.000 prijs gegeven, deze belastingverlaging moest voor 1939 weer ongedaan worden gemaakt. Men kon hierfbij hoogstens opmerken, dat het beter is ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald. Bij een overzicht van 1938 past, mede in dit kader, dat een voorstel tot invoering van een straatbelasting alsook tot verhooging van het schoolgeld door U werd verworpen. Nochtans werd vastgesteld een precario- verordening ter vervanging van de tot heden geheven recognities, die niet op een verorde- ning gegrond waren. Het batig saldo 1936 verwerkt in begrooting 1938 bedroeg 42.931,15; het batig saldo 1937 verwerkt in begrooting 1939' bedroeg f 20.259,09. In 1938 werden geconverteerd de leeningen: 28600 in 3VZ f 28550 in 3% en f 26800 in 3 Huisvesting. Voor de huisvesting onzer be volking werd in 1938 vergunning verleend voor den bouw van 71 niieuwe woningen, tegen 48 in 1937. 4 woningen werden onbewoonbaar verklaard. Het aantal verleende hinderwets- vengunningen bedroeg 10. Onderwijs. Aan mej. Nijssen werd wegens huwelijk ontslag verleend, in welke vacature werd voorzien door de benoeming van mej. Koopman. Aan mej. Lansen werd wegens ziakte iverlof verleend. In de vacature ont staan door het vertrek van mej. Polman werd benoemd mej. Donkelaar. In de vergadering van 19 Mei 1938 is aangewezen de plaats waar de nieuwe openbare lagere school zal worden gevestigd en waarvoor de grond werd aangekocht. Medewerking werd verleend voor een belangrijke uifibreiding der plaatselijke Ambachtsschool, in welk verband ik hier nog eens moge wijzen op het uitnemend belang dat voor de thans nog schoolgaande straks werklooze jeugd gelegen is in deze prachtige gelegenheid om zich in eenig ambacht te be- kwamen om daardoor met te meer zekerheid later een werkzaam en loonend aandeel in het maatschappelijk leven te kunnen verwerven. In uw laatste vergadering van het afgeloo pen jaar kon nog kennis worden genomen van het voornemen der Z. L. M. om hier een Landbouwhuishoudschool te bouwen. Besmettelijke ziekten. Vastgesteld werden 15 gevallen van roodvonk, 1 geval van para- typhus, 1 geval van febris typhoidea en 1 geval van poliomelitis interior acuta. Bij de veestapel kwam weer mond- en klauwzeer voor, gelukkig in minderen omvang dan het vorige jaar, welke ziekte over het algemeen een goedaardig verloop had. De landbouw werd in 1938 voor het eerst bezoch't door de gevreesde coloradokever bij de bestrijding waarvan zooveel als mogelijk bleek naar samenwerking met belanghebben- den werd gestreefd. Brandweer. In 1938 kwamen geen branden voor. Bij gehouden oefeningen bleek de brand weer goed toegerust en wel berekend voor haar taak. De interne reorganisatie kwam in 1938 tot stand. Thans staan ter beschikking 2 motorspuiten, een motorslangenwagen, 2 kleine .slangenwageritjes. Met beide motor spuiten kan de brandweer, op voile kracht werkende een ibrand bestrijden met 13 stralen met een totale productie van 3550 liter water per minuut. Luchtbeschedming. Voor dit al even droeve als noodzakelijke nieuwe voorwerp van ge- meentezorg werd voor dit jaar een extra bedrag van f 1000 op de begrooting uitgetrok ken. Begrijpelijk kan hiermede slechts zeer ten deele worden voorzien in het aller nood- zakelijkste. De onderscheiden hulpdiensten zijn thans georganiseerd en hebben biji de laatste provinciale verdiuisteringsoefening be- wezen voor haar taak berekend te zijn. De volledige uitrusting dier diensten zal door de beperkte middelen meer tijid vorderen dan ge- wenscht lijkt, doch ook hier hebben wij ons aan te passen en bestaat althans de zeker heid, dat gedaan wordt wat gedaan kan wor den. Met erkentelijkheid mag hier wel gewag worden gemaakt van de zeer omvangrijke arbeid die hiervoor door het door mij aange wezen hoofd der luchtbeschermingsdienst wordt verricht zonder dat daarvoor eenige vergoeding kon worden toegekend, terwijl ik dan tevens met waardeering melding maak van de voorlichting der burgerij ten aanzien van de z.g. zelfbescherming waarvoor de af- deeling Temeuzen der Ned. Ver. voor L/ucht- bescherming onvermoeid bezig is. Wanneer ik hiermede de verschillende dienstvakken de revue heb laten passeeren, dan iblijft er nog voldoende over, dat uit het jaar 1938 onze aandacht trekt. Allereerst moge dan :in dit overzicht plaats vinden een woord van diepen weemoed en hulde aan de nagedachtenis van wijlen het raadslid en den wethouder Dirk Scheele, wiens helder oordieel en welsprekend woord niet meer in deze raadzaal zullen worden gehoord en waaraan wij toch nog zoo vaak behoefte zullen gevoelen. Zijn nagedachtenis blijve bij ons in eere, zijn onvermoeide arbeidzaamheid en strikte onkreukbaarheid ons alien een voorbeeld. Ten aanzien van de vernieuwing der Axel- sche brug hebben wij ons, mede door den wel- haast zichtbaren bodem der sch'atkist daartoe gemaand, moeten neerleggen bij de voorstellen der regeerdng volgens welke de ibrug zal ge- bouwd worden op een plaats die volgens meer- der oordeel niet de aangewezene was. Zij die zouden meenen, dat thans aan de bestaande wantoestand spoedig een eind zou komen, zijn nochtans in hun verwachtinig beschaamd, daar volgens de laatste berichten een voltooiing der nieuwe brug niet v66r Juni 1940 kan worden tegemoet gezien. De eenige troost is, dat wij voor dien tijd dan ook niet behoeven te betalen. Het .is wellicht niet te onpas, dat wij naar aanleiding van dit verkeersobstakel tevens even stilstaan bij een andere verkeersmoge- lij.kheid waaivoor sinds jaren gewerkt wordt. Ik bedoel de pogingen die sinds langen tijd doende zijn voor Zeeuwsch-Vlaanderen een eigen vliegveld te verkrijgen. Het kan U be- kend zijn, dat de provincie heeft toegezegd onder nader te stelien voorwaarden een rente- loos voorschot van f 100.000 beschikbaar te stelien voor dit doel; het kan U tevens bekend zijn, dat nog steeds onverpoosd gewerkt wordt aan de verdere uitwerking der plannen, doch wel mag worden betreurd, dat tegenover de zoo guile medewerking der provincie blijkbaar van Rijikswege niet wordt ingezien, dat ook ten deze Zeeuwsch-Vlaanderen een deel van Nederland is dat door zijn bijzondere ligging, met zijn geringe en weinig kapitaalkrachtige bevolking, bijzondere zorg en bijzondere steun van noode heeft. Hier moge aan worden toe- gevoegd, dat indien eenmaal voor dit doel een beroep op uw medewerking wordt gedaan verwacht mag worden, dat de gemeente Ter neuzen de overige gemeenten in Zeeuwsch- Vlaanderen zal voorgaan. Als slot van mijn overzicht moge ik nog aanstippen de noodzaak die einde 1938 bleek om voor den dienst van gemeentewerken elders onderdak te zoeken in verband met het nijpend gebrek aan plaatsruimte voor de secretarie waarvan de afdeeling burgerlijke stand c.a. naar de begane grond verhuisde. Ook hier zal slechts een volledige revisie af- doende oplossing kunnen brengen, die wij niet anders kunnen zien dan door den bouw van een nieuw raadhuis. Moge ik met deze blijde toekomstklanken eindigen op, een oogenblik dat alles rondom ons weliswaar nog duis'ter is, doch waarop wij toch even moedig voorwaarts gaan, omdat wij weten, dat die toekomst voor ons Ter neuzen nog veel schoons verborgen kan hou den. Dat God ons tot die toekomst moge sterken en onze beraadslagingen moge bestu- ren is mijn bede voor U en voor mij zelve. De heer VAN GADSAND: Mijnheer de Voorzitter, als naar gewoonte wensch ik bij den aanvang van onze werkzaamheden in deze raadszaal in 1939 u en uw gezin, mede namens den secretaris en het personeel ter secretarie geluk bij de intrede van 1939, en hoop, dat het ons allemaal gegeven zal zijn, in 1940 in dezelfde samenstelling aanwezig te zijn. Ik hoop, dat wij onze werkzaamheden zullen mogen vernichten in dier voege, dat wij er alien van overtuigd zijn, bet beste te doen in het belang der gemeente. De VOORZITTER dankt den heer Van Cad- sand voor den namens den raad en het perso neel der gemeente tot hem geriehten geluk- wensch. Hij hoopt, tot heil der gemeente werkzaam te mogen blijven. 2. Notulen. iBurgemeester en Wethouders stelien voor, de notulen der vergaderingen van 29 Novem- ben en 22 December 1938 vast te stelien, zoo- als deze in druk zijn verschenen. De heer GEEJDHOEDT merkt omtrent de notulen der vergadering van 29 November 1938 op, dat hij aan het eind der vergadering in verband met de beschouwingen omtrent de reserves een soort waarschuwing meende te moeten doen hooren, dat men aanvanke- lijk in de volgende begrootingen jaarlijks een bedrag zou moeten zoeken van 3300. De ver- slaggever heeft dit verkeerd verstaan en ge- meend, dat dit betrof de bijdrage voor de haven. Spreker heeft dit niet gezegd, doch wel, dat men er rekening mee houden moet, dat jaarlijks een vermindering van dit bedrag op de begrooting voorkomt, tengevolge van het feit, dat ingevolge de financieele verhou- dingswet de rijksbijdrage jaarlijks met 10 vermindert. Na aanbrengen van deze correctie worden de notulen met algemeene stemmen vastge steld. 3. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 29 November 1938, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1938, voorzien van bewijs van goed- keuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 29 November 1938, tot vaststelling der verordening op de heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting, voorzien van bewijs van koninklijke goedkeu- ring. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een schrijven van den Nederlandschen ouderraad bij het openbaar lager onderwijs, luidende Geeft met verschuldigden eerbied te ken- nen, het bestuur van den Nederlandschen Ouderraad bij het Openbaar Lager Onder wijs, opgericht te Utrecht op 24 Februari 1923, ten deze domicilie kiezende Antonie Duyckstraat 5 te's Gravenhage: dat de Staten-Generaal door de aanneming van artikel VII der Wet van 22 Mei 1937, Stbl. 323, in artikel 20 der Lager Onderwijs- wet 1920 een belangrijke wijziging en aan- vulling hebben gebracht; dat door de aanvulling van artikel 20 der L. O. wet met het 2e lid de gemeenteraad in een gemeente waar meer dan een oudercom- missie bestaat, een ouderraad kan instellen; dat het adressant wenschelijk voorkomt, uw raad te wijzen op het navolgende: 1. dat bij de behandeling van artikel VII van het wetsontwerp tot wijziging van de L. O. wet 1920 in de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal (in den nacht van 18 op 19 Maart 1937) de woorden wordt een ouder raad ingesteld" als gevolg van een amende- ment van het Kamerlid Wendelaar werden vervangen door de woorden ,,kan een ouder raad instellen"; 2. dat nochtans, zoowel uit de toelichting op dat amendement als uit de woorden waar- mede de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het overnam, duidelijk is ge- bleken, dat de strekking van het amende ment niet tegen het instellen van een ouderraad was gericht, doch dat het slechts moest voorkomen, dat ook in gemeenten, waar niet meer dan twee oudercommissien (moeten) zijn, een ouderraad zou moeten worden ingesteld; 3. dat toch de toelichting van het amen dement luidde: ,,dat naar onze meening het wel wat ver gaat om in elke gemeente, waar meer dan een oudereommissie is, een ouderraad voor te schrijven. Het kan zijn, dat er maar twee oudercommissies zijn, en dan is het wel wat heel zwaarwichtig om daar een ouderraad voor te schrijven"; 4. dat de Minister het amendement aan- vaardde met de navolgende woorden: ,,De heer Wendelaar heeft zijn amendement aldus verdedigd, dat daaruit in geen enkel opzicht blijkt zijn begeerte om een ouderraad niet te zien ingesteld. Hij heeft alleen ge zegd, dat er gevallen zijn, waarin de instelling niet wenschelijk is, en wil blijkbaar aan den gemeenteraad overlaten, de zaak van geval tot geval te beslissen"; dat naar de meening van adressant de wenschelijkheid van de instelling van een ouderraad is gebleken, zoowel uit het rap port van de Staatscommissie Rutgers (1930), als uit de latere wetsontwerpen van de Minis ters Rutgers en Terpstra; dat het belang van het instituut der ouder commissien en dat van het openbaar lager onderwijs door de instelling van een ouder raad in alle gemeenten, waar drie of meer oudercommissien zijn, gediend wordt; dat de Nederlandsche Ouderraad om die redenen voor de instelling van een ouderraad steeds in woord en geschrift heeft geijverd. Redenen waarom het Bestuur van den N. O. R. O. L. O. uw raad wel met den mees- ten aandrang verzoekt, tot het instellen van een ouderraad te besluiten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een verzoek van M. Roofack-Klaassen en 189 anderen, luidende: Geven met verschuldigden eerbied te ken- nen, ondergeteekenden, alien inwoners uit de kom der gemeente: dat in de gemeenteverordening de sluitings- tijd in den zomer is vastgesteld op 9 uur n.m., wettelijke tijd; verzoeken U Ed. beleefd deze verordening te willen wijzi-gen, dat het sluitingsuur voor den .zomertijd wordt bepaald, zooals deze thans geldig is voor den wintertijd, n.l. op 8 uur n.m., wettelijke tijd. De heer 't GIDDE constateert, dat dit be- treft het verzoek der winkeliers om het slui tingsuur in den zomer, dat thans op 9 uur bepaald is, te stelien op 8 uur. Spreker heeft dit verzoek gelezen en daaruit gezien, dat men het wel niet algemeen eens is, doch dat toch ongeveer drie vierde van het aantal win keliers voor de sluiting te 8 uur zijn stem, of liever zijn handteekening, heeft gegeven. Spreker zou willen adviseeren, aan dit ver zoek tegemoet te komen, en gedurende den zomertijd het sluitingsuur een uur vroeger, dus op 8 uur 's avonds, te bepalen. iSpreker weet wel, dat vroeger sluiten ook thans mag, doch uit concurrentie-oogpunt wordt dit nagelaten. Waar zich thans der winkeliers voor deze vroegere sluiting heeft verklaard, acht spreker het van alge meen belang, dat aan dit verzoek wordt tege moet gekomen, en dat het sluitingsuur worde bepaald op 8 uur. De "VIOORZITTER antwoordt, dat het col lege verschilt van oordeel met den heer 't Gilde, wat dit belangrijk deel der nering- doenden betreft. De onderteekenaars zijn hoofdzakelijk kleine neringdoenden en spreker meent, dat men zijn wil niet mag opleggen aan alien, omdat deze betrokkenen dit ver zoek hebben gedaan. Het college ziet geen reden om van standpunt te veranderen. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat de bedoeling van dit verzoek is, dat het zal gel- den voor de winkels. in de kom. De VOORZITTER antwoordt, dat dit er niet met zooveel woorden in gezegd wordt. De heer 't GILDE merkt op, dat er winke liers zijn, die wel om 8 uur zouden sluiten, doch het alleen laten omdat er in de onmid- lijke nabijheid een winkel in dezelfde bran- che gevestigd is. En als die open blijft, is men wel verplicht zijn zaak ook open te houden. Spreker vindt sluiting om 8 uur niet be- bezwaarlijk. Blijven de winkels lang open, dan wordt er ook lang gekocht. Hij ziet er het nut niet van in, en vindt eigenlijk 8 uur reeds te laat. Spreker is er niet voor, het zoo te laten, nu er dat is 75 van het aantal winkeliers, voor is. In het vroegere geval stond men half om half, toen moesten de betrokkenen het zelf weten, maar, nu er zooveel voor zijn, is spreker er voor, het slui tingsuur gedurende den zomertijd op 8 uur te bepalen. De VOORZITTER vraagt of de heer 't Gilde dit voorstelt. De heer 't Gilde zegt nu wel, dat er voor is, doch dit is niet na te gaan. De heer 't GIDDE merkt op, dat er wel ge- teld 240 winkeliers in de gemeente zijn, waar van er 190, dus ongeveer voor sluiting om 8 uur is, terwijl de rest, dus ongeveer (4er tegen is. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM acht het onbillijk, dat de raad het sluitings uur zou bepalen op 8 uur. Er is jarenlang gestreden tusschen de kleine neringdoenden en de groote concerns en spreker acht het onbil'lijk en heel inconsequent, dat men thans de kleine neringdoenden het drijven van hun zaak onmogelijk zou maken. De heer COLSEN vraagt hij kent natuurlijk niet alle namen of niet na te gaan is, of er ook kleine neringdoenden ge- weest zijn, die niet op het verzoek geteekend hebben. De VOORZITTER antwoordt, dat dit zoo niet na te gaan is. De heer DE VOS kan moeilijk aannemen, dat zoo niet nagegaan kan worden of de kleine winkeliers niet geteekend hebben. Hij merkt op, dat de heer Lambrechtsen van Rit- them meent, dat het niet aangaat, om aan de kleine neringdoenden den wil van den raad op te leggen terwille van de groote concerns. Doch dan moet hij er toch op wijzen, dat er 190 neringdoenden op het adres geteekend hebben en men heeft in deze gemeente toch geen 190 groote concerns. Er zullen dus onder de onderteekenaars ook wel een groot aantal kleine winkeliers zijn. Spreker acht het beter, als het voor den raad niet vaststaat, hoe de verhouding is, en wat hiermede gedaan moet worden, dit verzoek aan te houden. IHet kan nooit de bedoeling zijn, de kleine winkeliers te drukken, wanneer dat de be doeling zou zijn, zou spreker er absoluut niet aan meewerken. Doch, zooals de heer 't Gilde zegt, zoolang de winkels open zijn, wordt er gekocht, en, indien de bepaling voor alle win kels gelijik is, kan er toch niets tegen zijn, dit verzoek in te willigen. De heer LAMIBRECIHTSEN VAN RITTHEM wijst er op, dat het sterk zal afhangen van de omstandigheid, welke zaken men drijft. iHij neemt aan, dat een meubelhandelaar er geen voordeel van zal hebben of (hij zijn zaak om 8 uur dan wel om 9 uur sluit. De heer DE VOS stelt daartegenover, dat, indien er 66n is, die er belang bij heeft, dit toch wel een sigarenwimkelier is. En toch hebben er sigarenwinkeliers op geteekend. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM kan er niet aan meewerken, de menschen nog te doen verldezen. De menschen moeten reeds elken dag strijden voor hun bestaan. Moeten wij hen dan nog in hun (bestaan bemoeilijken De heer DE VOS: Dat is een opvatting! De heer LAMJEREOHTSEN VAN RITTHEM Verdienen is verdienen. De heer DE VOS: Het is een poging tot ordening, die uit het bedrijf zelf is opge- komen. De VOORZITTER maakt er op attent, dat hij aan het woord wast. Hij vraagt of de leden stemming wenschen over het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dit schrij ven aan te nemen voor kennisgeving. De heer VERLINDE meent, dat er geen bezwaar tegen is, om dit schrijven aan te houden. In Mei begint de zomertijd, er is dus nog gelegenheid om deze kwestie te bekijken. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders dit verzoek aan- houden. e. Een schrijven van H. de Lijzer, luidende: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Hubrecht de Lijzer, oud 46 jaar, werkman, woniende Walravenstraat no. 1 te Terneuzen. Verzoekt Uw Edelachtbare Raad om mij in de steunregeling te plaatsen. Reden dat ik mij tot Uw Edelachtb. raad wend, daar mijn gezin uit 7 personen bestaat en niet in staat is van 6 gulden B. A. mijn kinderen te voeden, daarom neem ik de gepaste vrijmoe- digheid het daar heen te leiden om mij in dezen ter wille te zijn. Gezien het rapport van den ambtenaar be- last met de uitvoering der steunregeling, luidende In verband met het door den ambtenaar aan den Gemeenteraad gericht schrijven, be- treffende plaatsing in de steunverleening, niet kan geplaatst worden omdat ik uit eigen beweging ontslag heb genomen bij B. Bies- heuvel, Spaarndam. Waarom heeft de ambtenaar van de steun verleening wel menschen opgenomen, die ook uit eigen beweging ontslag hebben genomen. Zoo kun je alien zien, dat het een knoeiboel is in de steunregeling. Zoodus, op mijn woord, dat ik niet opgenomen wordt in den steun, zal ik mijn kinders naar jullie toe sturen om te eten en voor k'leeren. Burgemeester en Wethouders kunnen doen wat ze willen, maar ik stuur ze; ik kan ze van 6 gulden niet onderhouden. Huishuur 2,40 Bakker f 5, Melk f 1, 8,40 Waar blijft het andere dan? Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijven van ,,Het Zeeuwsche Landschap", luidende: Uwe gemeente, die in het algemeen niet rijk is aan natuurschoon, bezit in het ten westen yan het kanaal NeuzenGent ge legen bol'werk iets, dat niet enkel herinnert aan den tijd, dat Terneuzen een sterke ves ting en de sleutel van Zeeuwsch-Vlaanderen was, doch dat ook in zijn tegenwoordigen toestand waard is, behouden te blijven als oord van verpoozing en ontspanning voor de ingezetenen. Een wandeling over de wallen biedt een schilderachtigen en telkens wisse- lenden aanblik, hetzij het oog zich richt op de door houtgewas omzoomde grachten, het zij men van de wallen den blik laat weiden over de Schelde, om te genieten van het steeds veranderende spel van wind en water. In tal van plaatsen in den lande tracht men met groote uitgaven iets tot stand te brengen, wat in uwe gemeente in den loop der eeuwen is ontstaan en gegroeid. Ons bestuur zou het ten zeerste betreuren, indien dit stadsdeel, hetwelk, gelijk wij reeds opmerkten, zoowel historische als ideeele en actueele waarde heeft, te niet zou gaan of zeifs, door onvoldoend onderhoud zijn uit nemend belang zou verliezen. Het veroor- looft zich daarom, er bij uwen raad op aan te dringen, dat, hetzij door wijziging en aan vulling van het uitbreidingsplan uwer ge meente, hetzij langs een anderen weg al het mogelijke worde gedaan om in stand te hou den en voor het nageslacht ongerept te be waren hetgeen hier aan plaatselijk schoon aanwezig is. Burgemeester en Wethouders stelien voor, dit adres in hun handen te stelien ter nadere voorbereiding. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders een studie van dit verzoek willen maken, en te zijner tijd met voorstellen bij den raad zullen komen, om in den geest van het verzoek te handelen. Met algemeene stemmen wordt het voor stel van Burgemeester en Wethouders aan- vaard. (Wordt vervolgd. Vragen, detze rubriek betreffem.de, kunnen door onze abonn6's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Heemraadsingel 111 te Rotterdam. Poetzegel voor amtwoord insluitem en blad vermekien. Vorige keer zagen wij, dat er op het ge- bied der pluimveeziekten een interessant boekje verschenen is van de hand van prof. Beller. Ook voor de broedtijd is er bij Pfen- ningstorff in Berlijn onlangs een aardig boekje gepubliceerd, dat zeer zeker ook in een groote behoefte voldoet. Op het gebied van broeden met de machine is er n.l. zeer weinig goeds in de literatuur bekend en meestal vol- staat men er mee naar de handleidingen der broedmachinefabrikanten te verwijzen. Dat is trouwens altijd raadzaam, want elk type machine vereischt zijn aparte handigheidjes om er uit te halen wat er uit te halen is, maar men wil toch ook wel eens wat meer algemeene kennis opdoen omtrent het ge- heele broedproces dat toch zoo'n groote in- vloed heeft op ons geheele bedrijf. Een goede machine door een bekwaam man bediend haalt toch uit de bevruchte eieren wel gauw een 80 tot 85 pet. kuikens en iemand die het va(k niet kent, brengt er toch vaak niets van terecht en wat nog uitikomt is zwak en gaat gauw dood. De bekende Dr. W. Kupsch te Berlijn nu heeft een boekje geschreven dat het geheele standpunt der broederij van den tegenwoor digen tijd overziet. Dit boekje beleeft thans reeds zijn lie druk, dus wel een bewijs, dat het veel gevraagd wordt. Het omvat een ddkke honderd bladzijden en heeft 66 interes- sante plaatjes ter verduidelijking van den tekst. Het bespreekt niet alleen het broeden van kipeieren, doch ook dat vein eenden, gan- zen en kalkoeneneieren. Allereerst krijgen we een inzicht in de ontwikkeling van de kiem in het ei, waarbij zelfs de nieuwste techniek om de levende kiem te bestudeeren door een venstertje in het ei niet vergeten is. Ook aan het hoofdstuk voedering van den foktoom herkennen wij den nieuwen tijd, De rol van verschillende eiwitbronnen en vitami- nen wordt besproken. Verder zien we een verhandeling over een kwestie waar ik ook al vaker over gesproken heb, de beoordeeling van het eiwit in de broedeieren. Men moet kippen die eieren leggen met veel waterig eiwit van de fofckerij uitsluiten. Het aantal dagen dat de eieren gebroed moeten worden wordt als volgt opgegeven: duiven 17 dagen, kippen 21 dagen, eenden ?8 dagen, kalkoenen 28 dagen, ganzen 30 tot 32 dagen, zwanen 35 dagen, struisvogels 45 tot 48 dagen. Dit zijn gemiddelden, want als men kipeieren lang bewaart voor men ze te broe den legt kan de uitkomst daardoor wel een dag vertraagd worden. Interessant is het hoofdstuk over het schouwen der eieren met de daarbij gevoegde plaatjes. Over de temperatuur tijdens het broeden valt natuurlijk heel wat te zeggen en het is zeer nuttig eens te leizen hoe het komt dat men in verschillende machines verschillende temperaturen moet hebben, die ecfater alleen er op neer komen dat de kiem ongeveer 38 gr. C. moet hebben. In een ouderwetsdhe machine, waarbij de warmte van boven inge voerd wordt, zien we aan een teekening hoe de lucht boven in de machine 47 gr. C. is, dan aan den bovenkant der eieren 38.5 gr. C. is, doch onder de lade waarop de eieren liggen, slechts 37 gr. C. is en onder in de machine zelfs maar 31 gr. C. Bij de modeme broedkasten is dat natuurlijk geheel anders, daar wordt de luoht in de machine door ventilators voont- durend in beweging gehouden en is overal egaal warm. Bij de bespreking over de tem peratuur worden allerlei thermometers be- schreven en ook de methode om deze te con- troleeren, wat zeer noodig is, wil men met succes broeden. Ook de regulateurs worden uitvoerig besproken, allemaal onderdeelen die men moet begnjpen om er mee te (kunnen werken. De vochtigheidsregeling is ook een punt van belang. Over het algemeen zijn in de kleinere machines de instrumenten om de vochtigheid te bepalen weinig betrouwbaar, de groote broedkasten hebben daarvoor dure instrumenten, die natuurlijk wel goed zijn. Het z.g. keeren der eieren wordt uitvoerig besproken, evenals de inrichtingen die dienen om de eieren allemaal tegelijik te keeren. Schijnbare kleinigheden als het schoonhou- den der petroleumbranders, het afknippen der pitten, worden aan de hand van aardige teekendngen besproken. De laatste hoofdstukken zijn aan het broe den van eenden, ganzen en kalkoeneneieren gewijd. Het boekje laat zich voor hen die Duitsch kunnen lezen, heel aangenaam lezen, juist omdat het door een man geschreven is, die zoowel de theorie als de praktijk grondig kent en allerlei kleinigheidjes waarop men soms vastlcopt, weet aan te geven en te ver- mijden. Dr. B. J. C. TE HENNEPE. (Nadruk v-~rboden.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 6