Ter Neuzensche Courani
Binnenland
Buiteniand
Feuilleton-vertellingen
Landbouwberichten.
wa™»"
Maandag 27 Maart 1939 No. 9893
TWEEDE BLAD
„POLEN ZAL ZICH IN GEEN ENKEL
BLOK LATEN MEESLEEPN."
BRABANTSCHE BRIEVEN.
Se bkSt aan 6611 Pr°CeS-Verbaal en
GEMEENTERAAD VAN
TERNEUZEN.
VAN
familie iC. zou ook dit -bezoek wel eens onaan-
gename gevolgen kunnen hebben. De familie
heeft er gehoor aan gegeven. Zij is spoedig
daarop van San Remo naar Nice vertrokken.
(Msb.)
VEREDELING VAN DE KERMIS
TE ZAANDAM.
Op aanstichting van burgemeester In
't Veld worden pogingen beraamd om te
komen tot veredeling van de kermis te Zaan-
dam, waartoe de medewerking is ingeroepen
van de plaatselijke vereeniigingen, vakorgani-
eaties en particulieren.
Reeds is net derakbeeld geopperd, de ker
mis te openen met een gecosfcumeerden op-
tocht, in den trant van een camavalsoptocht,
waartbij ,,Prins Saenden", die te voren ge-
ko-zen zal worden, na afloop een toespraak zal
bouden tot de deelnemers en het publiek, hun
een prettige kermis zal toewenschen en zal
laten uitkomen, dat van dit kermisfeest een
opvoedkundige kracht d'ient uit te gaan.
Ten -einde dit plan te bes-preken en verder
uit te werken, zal een bijeenkomst worden ge-
hauden, waarin burgemeester in 't Veld de be-
doeling uiteen zal zetten.
DE WERKLOOSHEID DAALT.
De directeur van den rijksdienst der werk-
loosheidsveraekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat blij-kens door bet Centraal
bureau voor de statistiek verstreikte voor-
loopige gegevens in de week van 6 t/m 11
Maart 1939 -bij gesubsidieerde vereenigingen
met werkloozenkas waren aangesloten 577.538
personen (waaronder 75.702 landarbeiders).
Van de 501.836 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was bet werkloosbeidspercen-
tage 22.8 (in de vorige verslagweek, 20 t/m
25 Februari 1939, was dit percentage 24.6).
Van de 577.538 verzekerden, met inbegrip
van de landarfbeiders, was het werkloosheids-
percentage 21.9 (vorige verslagweek 23.8).
Men zou tot 1931 terug moeten gaan om in
dezen tijd van bet jaar een lager werkloos-
heidspercentage aan te treffen dan bet tbans
bereikte.
Op 11 Maart 1939 waren bij de organen der
openibare arbeidsbemiddeling ingescbreven
378.407 werkzoekenden, waarvan er 360.731
werkloos waren, nl. 346.462 mannen en 14.269
vrouwen.
HET RIJTIJDENBESLUIT.
Bezwaren van de zijde der toerwagen-
ondememers.
De Commissie voor het Toerwagenbedrijf
ingesteld door den B. B. N., kwam op 24
Maart j.l. in vergadering bijeen ter bespreking
van het dezer dagen afgekondigde Rijtijden-
besluit.
De Commissie bleek van oordeel, dat het
Rijtijdenbesluit de ondernemers in het toer
wagenbedrijf, vooral in het reisseizoen, voor
groote moeilijkheden zal plaatsen, en droeg
den B. B. N. op, haar bezwaren en wenschen
ter kennis van de Overheid te brengen.
DE VOETBALWEDSTRIJD
NEDERLANDDUITSCHLAND.
Naar de N. R. Crt. verneemt, heeft het
bestuur van den Koninklijken Nederlandschen
Voetbalbond een brief gericht aan den Duit-
schen Voetbalbond, in welken het voorstelt
opnieuw een wedstrijd tusschen Nederland en
Duitschland vast te stellen op een nader te
bepalen datum. Deze ontmoeting, die zeer
waarschijn-lijk niet meer in dit seizoen zal
kunnen worden gespeeld, omdat daarvoor in
beide landen geen tijd meer beschikbaar is,
za'i in Nederland plaats vinden.
De wedstrijd komt in de plaats van de
ontmoeting, welke op 11 December van het
vorig jaar te Rotterdam was vastgesteld -en
welke de burgemeester toen verboden heeft.
DE HEER VON BoNNENGHAIJSEN
GAAT IN BEROEP.
De vroegere burgemeester van Ootmarsum,
jhr. E. L. M. T. J. von Bonninghausen heeft
meldt het Handelsblad besloten tegen het hem
met ingang van 1 iMaart j.l. verleende ontslag
in -beroep te gaan bij het Ambtenarengerecht.
De beer von Bonninghausen heeft steeds ver-
klaard, dat hem geen beroep open stond. Des-
kunddgen zijn over het algemeen van de tegen-
overgestelde meening. In ieder geval zal thans
blijken, of het amibtenarengerecht zich ont-
vankelijk zal verklaren.
DEN DERMONDE
WEER G VRN IZO'ENST AD
De Oost-Vlaamsche stad Dendermonde, die
na den oorlog, als vesting gedeeltelijk ont-
manteld werd, gaat thans weer een garnizoen
krijgen. Een afdeeling zware artillerie zal
er fbinnenkort worden gehuisvest. Gelegen op
de plaats waar de rivier de Dender in de
Schelde uitmondt en verscheidene groote
straatwegen en -spoorlijnen elkaar kruisen is
Dendermonde een punt van belangr-ijke stra-
tegische beteekenis.
ALS GOERING OP REIS IS.
Een bekend Apeldoomsch ingezetene ont-
ving dezer dagen van betrouwbare zijde een
brief, waarin besehreven werd wat de Bel-
gisch-Duxemburgsche familie C. bij haar be
zoek aan San Remo heeft ondervonden, waar
zaj in het hotel Royal gelijk met de familie
Goerinig logeerde.
Het gevolg van den heer Goering telde
veebtig personen, ettelijke Duitsche politie-
mannen omringden hem en ibewaakten zijn
omgeving.
In de eetzaal merkte mevrouw C. op den
dag van aankomst bij het begin van het diner
op, dat Goering en zijn vrouw er ook waren.
Dadelijk daarop gelastte een -Duitsch -politie-
man haar met haar gezelschap hem te vol-
gen. Het verzoek, eerst het diner te mogen
beeindigen werd van de hand gewezen. Ook
werd geen reden van het politiebevel opge-
geven. De familie C. werd in een klein kam-er-
tje gebracht. Mevrouw C., die er op de eenige
stoel wou gaan zitten, werd toegesnauwd, dat
zij moest folijven staan. Bij de ondervraging
behandelden de Duitschers alle antwoorden
zeer ongeloovig. Zij meenden, dat er beleedi-
gender uitlatingen over den heer Goering
waren gedaan dan alleen het opmerkzaam
maken op zijn aanwezigheid. Het gezelschap
werd in het kamertje opgesloten van 9 uur
's avonds tot een uur's nachts. Daama mocht
het naar bed1 gaan. Den volgenden morgen
werd de familie belet, na het ontibijt uit te
gaan haar koffers moesten onderzocht wor
den. 's Avonds wilden zij het Casino te San
Remo bezoeken. Welwillende menschen raad-
den haar dit af. De heer Goering zou er ook
heengaan. Gezien den argwaan tegen de
De Poolsche Express Poranny, de spreek-
trompet van den Poolschen minister van bui-
tenlandsohe zaken, zette Vrijdag in een hoofd-
artikel het Poolsche standpunt ten aanzien
van de buitenlandsche situatie uiteen. Het
feit zoo schrijft het blad dat Duitsch
land het beginsel van den nationalen staat
heeft verlaten, en zich heeft gewend tot een
imperiale politiek, heeft in de Westelijke sta-
ten koortsachtige pogingen in het leven ge-
roepen om te komen tot een herstel van het
evenwicht der krachten.
De toekomst zal uitmaken of de middelen
door deze staten toegepast effect zullen heb-
ben, maar op het oogenblik kan men zich
sleohts afvragen of de samenwerking onder
het schild van de iSowjets niet gegrond is op
illusies. Polen verwacht niets van een derge-
lijke samenwerking en zal zich in geen epkel
blok laten meesleepen en er geen enkel vor-
men. Polen zal den weg blijven bewandelen
welke het totnogtoe gevolgd heeft en zijn
krachten versterken tot consolidatie van het
land en tot ontwikkeling van zijn gewapende
macht en zijn oeconomisch leven.
De Poolsche diplomatic kan slechts met
effect handelen indien zij niet slechts gebruik
maakt van het succes van de omstandigheden,
maar ook van het succes, dat ibelang heeft
voor de toekomst, indien de geheele natie
haar steunt. Polen heeft geen enkele territo-
riale eisch te stellen op dit oogenblik van de
geschiedenis. Het zal niet trachten zijn in-
vioed uit te breiden door andere naties onder
zijn bescherming te nemen. Intusschen zal
het waakzaam zijn om de onschendbaarheid
van zijn grenzen te doen in acht nemen en
het zal zijn ibelangen in het aangrenzende
gebied van Europa niet uit het oog verliezen.
Indien wij deze waarheden als een nationale
I leerstelldng aanvaarden kunnen wij zeker zijn
dat het stormachtige tijdvak, hetwelk wij
doormaken, ons niet alleen in een defensieve
maar ook in een affensieve houding zal vin
den. De groote krachten van de natie en een
d'uidelijke kijk op den huidigen toestand zullen
het ons mogelijk maken een vohnaakte kalmte
te bewaren.
HAMSTEREN VERBODEN;
LAAT THUISKOMEN NIET MEER.
De magistraat van Praag heeft een waar-
schuwing aan die bevolking gericht, waarin
gezegd wordt, dat hamsteren verboden is. De
overheid heeft het recht de opgeslagen voor-
raden op te eischen. Tegen .prijsopdrijving
zijn straffen ingesteld tot een maximum-
boete van 50.000 kronen of 6 maanden ge-
vangenisstraf.
'Sedert de komst der Duitschers mocht men
niet tusschen middernaoht en 6 uur 's och-
tends op straat zijn. Deze bepaling is thans
opgeheven. De cafe's mogen weer tot 1 uur
open zijn.
Nog steeds is het luchtverkeer tusschen
Nederland en Praag niet hervat.
DE BESLUITELOOSHEID TE LONDEN.
De correspondent der N. R. Crt. te Londen
meldt dat een zekere ongerustheid zich in de
Engelsche pers kenbaar begint te maken over
het uitblijven van de vier mogendheden-ver-
klaring, waar nu reeds een week lang aan
gewerkt wordt.
Niet alleen oppositiebladen zooals de News
Chronicle en Daily Herald, maar ook de con-
servatieve Daily Telegraph dringen op de
noodzaak van spoed aan. De bladen geven
uiting aan een nauw verholen vrees, dat de
regeering van Chamberlain nog geen vol
doende doortastendheid toont bij' den opbouw
van een internationaal front tegen de Duit
sche aggressie.
In dit vermoeden voelen de (bladen zich
versterkt door een passage uit Chamberlain's
verklaring van Donderdag, die bij velen den
indruk heeft gewekt, dat de premier zich nog
steeds niet geheel uit de gedachtensfeer der
verzoeningspolit.iek heeft kunnen losmaken.
Dit is de passage, waarin hij zeide dat de vrij -
heidlievende landen zich als een man zouden
verzetten „indien het zou blijken" dat Duitsch
land tracht de opperheerschappij, in Europa te
veroveren.
Deze uitermate voorzichtige formuleering
wordt door sommigen opgevat als een teeken
dat de premier nog steeds niet geheel over-
tuigd is, dat hij in het nazi-Duitschland met
een progressief imperialisme te doen heeft.
dat hij nog nadere bewijzen daarvan wil zien
voor hij alle hoop opgeeft, en dat hij Duitsch
land nogmaals een kans wil geven, om zijn
goede bedoeling te toonen.
iDe Daily Telegraph wil van deze houding
niets hooren. Niets zou fataler zijn schrijft
het blad dan afwachten of Duitschland
door een nieuwe aanvalsdaad zelf een ant-
woord zou geven op de vraag, of het werke-
lijk naar de opperheerschappij streeft
,,Wij moeten nu onmiddellijk eens en voor
altijd beslissen, op welk punt wij ons met al
onze kracht tegen een verdere aggressie zul
len verzetten. Hoe spoediger wij dit besluit
nemen, en hoe vastbeslotener de verplichting,
welke wij op ons nemen, hoe grooter de kans,
dat oorlog zal worden voorkomen.''
Het blad gaat door met de hoop uit te
spreken, dat de aarzeling van sommige poten-
tioneele onderteekenaren van de vier-mogend-
hedenverklaring niet te wijten is aan een vage
en dubbelzinnige formuleering van de ver-
plichtinjgen, welke Enigeland op zich zal
nemen. Het sluiten van het Roemeensch
Duitsche handelsverdrag, aldus het blad, toont
maar al te duidelijk het groote gevaar van
verdere vertraging.
Een andere passage uit Chamberlain's ver
klaring, welke tot veel commentaar aanleiding
gegeven heeft, is die waarin hiji verklaart
Europa niet in twee ideologische iblokken te
willen splitsen. Sommigen hebben ook daarin
een bevestiging gelezen van bun vrees, dat
Chamberlain den internationalen toestand
nog steeds in hetzelfde licht beziet als voor
den dood der verzoeninigspolitiek.
De meerderheid en die heeft het in dit
geval waarschijnlijk bij het rechte eind vat
de ibetrokken passage echter geheel anders
op. Zij wordt geacht bedoeld te zijn als een
discrete aanwijizing voor Italie, dat de nog
op te bouwen coalitie niet tegen het dictator-
schap als zoodanig geridht zal zijn, maar
tegen de aanvalspolitiek van het Duitsche
dicta torschap.
Mien zal uit deze vingerwijzing, dat er in
het vredesblok eventueel plaats zou zijn voor
dictatoriaal geregeerde landen, niet dadelijk
mogen opmaken, dat Londen nogmaals een
pcging zou wagen om Italie door een tege- jj
moetkomende houding, b.v. voorspraak van
de Italiaansche eischen in Afrika, van de spil
los te maken. Op het ministerie van buiten- f
landsche zaken althans wil men daar niets j
van weten. Men put daar weliswaar eenige j
hoop uit de rede van den Italiaanschen j
koning, maar men blijft ook nu nog van oor-
deel, dat Engeland en Frankrijk hun afwacb
tende houding moeten bewaren. Zij moeten
de dour openlaten, en verder niets. Of men er
in Downingstreet, waar tot vcor kort de wer-
kelijike leiding van het Engelsche beleid be-
rustte, ook zoo over denkt, is een andere
kwestie.
Polen, Rusland, Roemenie.
Inmiddels blijft de onzekerheid over het
vooruitzicht van de viermogendhedenveikla-
ring nog steeds voortduren. In sommige
kringen schijnt men de hoop op deelneming
van Polen reeds zoo zwak te achten, dat ge-
sproken wordt over de Weneohelijkheid nu
maar vast te beginnen met de publicatie van
een verklaring, die alleen door Engeland,
Frankrijk en Rusland geteekend zou zijn.
Afgezien van de vraag of een dergelijke
verklaring veel indruk zou maken in Duitsch
land, waar men de zeer betrekkelijke mil-i
taire en strategische waarde van e'en dergelijk
drievoudig verbond zonder Polen, maar al te
goed zou doorzien, schijnt deze oplossing ook
nog andere bezwaren te hebben. Mag men
het bericht gelooven, dan heeft Rusland in
middels slechts in principe zijn goedkeuring
aan de Britsche verklaring gehecht, en zai
het dit document -eerst willen ondert'eekenen,
wann-eer ook de instemming van Polen is ver-
kregen.
Ten slotte zou ook het sluiten van het
Duitsch-Roemeensche handelsverdrag kunnen
worden opgevat als een teeken, dat de geest-
drift voor de Internationale coalitie in Oost-
Europa er niet bepaald sterker op wordt.
De gedetailleerde inhoud van dit verdrag
is hier klaarblijikelijk te laat bekend geworden,
(Jan dat men zich reeds voor het ter perse
gaan van de ochtendbladen een oordeel over
zijn politieke beteekenis -heeft kunnen vormen.
De bladen leveren althans nog geen commen
taar.
De ged-achte laat zich echter niet onder-
drukken, dat dit stilzwijgen gedeeltelijk ook
geinspireerd zou kunnen zijn door de typisch
Engelsche neiging, naar de zonzijde te blijven
kijken en de dingen, die niet in 'die zonzijde
passen, zooveel mogelijk dood te zwijgen.
Ulvenhout, 23 Maart 1939.
Amico,
Als twee menschen
b.v. in den trouw,
in het huwelijk,
mdlkaar nie willen
of nie kunnen ver-
staan, dan wordt
ieders leven eenen
kluwen weergaren.
Dan is er al rap gin-
nen streng meer
terug te vinden dan
is 't end en 't begin
van dieen weerboel
kwijt. Dan staat
zo'nen mensch in zijn
eigen leven lijk 'n kat in 'n vrimd pakhuis.
Dan staart zo'nen mensch versuft -en hulp-
loos in z'n bestaan.
't Opgezette huishouwentje wordt 'n hel
leke in zakformaat; 't ieven van die twee
malkaar nie-begrijpende, eigengereide mensch-
kinders is naar de pinnekes!
Bij 't minste of geringste staat 't huishou-
wen op' z'nen kop. En van de ongelukken
leest ge dagelijks in de krant.
De weareld bestaat vandaag uit twee
milliard menschen, die malkaar nie wil
len verstaan.
De werald staat dus op 'ren kop. En van
de ongelukken leest ge dagelijks in de krant.
Van 't ontstaan van 't leven weten we niks.
Ik bedoel: wetensohappelijk. Maar wel weten
we: 't eenmaal tierende leven kan nie bestaan
zonder 'n volkomen harmonie.
Weinig is noodig, om die harmonie te ver-
storen. Dat weinige is den stap van leven
naar dood.
Als in 't groote, onbegrijpelijk schoon-
georganiseerde lichaam een kleine klier 't
bijltje er bij neerlegt, dan gaat 't groote,
sterke lichaam kwijn-en.
Zonder volkomen harmonie kan ginnen
grassprie-t groeien. Kan 'nen mensch nie
tieren. Kan 'n huwelijk ni-e ontwikkelen. Kan
'n weareld nie draaien.
-De harmonie in deuze weareld?
De gedachte daaraan doet oe lachen (als
'nen boer mee kiespijn, tenminste).
De weareld draait dan ook kapot.
En daar is op heel de groote weareld al
ginnen mensch meer, of hij ondergaat aan den
lijve de gevol-gen van zijn krakende weareld.
Kleinste bloeikes- missen den noodzakelij-ken
inslag; missen veul warmte van de liefde,
want ze zijn dikkeds- ,,te veul" veur vader en
moeder. De bloeien ondervinden, van den
eersten oogenblik van hun -bestaan, de gevol-
gen van 'n weareld die kapot draait.
Ouwe menschen missen alles, van 'n pij.p
tabak 'tot kinderliefde, missen alles wat
noodig is, aan licht en warmte in den avond-
schemer van den leVensdag, die kil ten ende
gaat.
De jon-ge vrouw hee gin toekomst om geluk-
kig in te droomen.
Den jongen man gin meugelij-kheid om haar
die toekomst te geven.
Den volwassen kearel slentert langs de
wegels, of knutselt in 't gunstigst geval aan
nuttelooze todden, maar hij ziet z'n gezin ver-
zinken in- -den ermoei.
En den volwassene, die wel werken mag,
hij durft z'n eigen teugen niks meer verwe-
ren, hij- is lafbek om den broode.
En -zoo, van jong -tot oud, ondergaat iederen
mensch aan den lijve de gevol-gen van zijn
krakende weareld!
Den kleinen bloed wordt -geknot van zijnen
prilsten levensbloei.
Den grijsaard snakt naar 't Ende.
-Den jon-gen mensch loopt z'n eigen teugen
'nen onzichtbaren muur te pletter.
De volwassene -z'n kostelijke en fiere krach
ten zijn weerd-eloos.
't Onmisbare geluk is van deuze weareld
vervlogen.
Want -de menschen willen malkaar nie
meer verstaan. En ze staren versuft en hul-
peloos in hun eigen leven
voelt niks veur die moreelehoe is 't ook
alweer?"
„Moreele erbewapening," zee den Pielp en
meteen stak ie 'nen v-inger in z'n-en mond, om
de kaarten sjeouur te gaan steken.
,,Daar voel ik halles veur," zee den Fiel-p
verstrooid, meer oog veur z'n spel, dan veur
ons: ,,-maarm-isere mannen, misere!"
riep ie ineens!
Wij waren efken-s verrast. Misere...,..., nou-
nou, dat zette mee 'nen plons in!
,/Pas," zee ik.
Pas, bromde den J aandie -perbeerde
deur den Fiel-p -z'n kaarten henen te kijken.
„Pasook," riep den Blaauwe: „kom maar
op, hedelhachtbare!"
„Mot ik (heigens huitkomen?" vroee den
Fielp benaauwd.
,,Ik heb tenminste gegeven en zod draait
de zon" zee den (Blaauwe akelig zakelijk.
"Dan 't beste peerd van stal," besloot den
bakker en mee 'nen kolos-salen dreun ibeukte-
n-ie izijnen vuist op de tafel, als ie ruiten-twee
spulde, erbij zeggende: „doet daar maar 'ns
Mets teugen, ipnullemannen!"
Den Jaan bekende gin kleur. En kleintjes
veurovergebogen, vroeg den Fielp hum: „zeg'
sjerif, zoude nie 'ns- fatsoendelijk bekenn'en V'
,,-Denkte soms da'k verzaak?" vroeg den
Jaan vuii.
„Ge zit er niks te goed veur," -zoo reikte
den Fielp n twijfelachtig bewijs veur -goed en
zedelijk gedrag uit.
,,Nie bakeren," zee den Blaauwe: ,,hiier!"
En hij kwam veur mee ruiten tien.
..Bakeren? Bakeren? Hasteblief, de negen,"
stoefde den bakker: ,,ge -doe me niks, Blaau-
wen." Maar ik had ook gin ruiten meer
Gooide schuppen aas weg. A-ai...! Ruiten"op
twee han-den. Dat wierd lillijk.
Den Fielp keek me 'ns ongeloovig aan.
,,Eh..i... ehhehstotterde-n-ie.
„Ik kan ze nie maken, Fielp", troostte-
n-ik 'm.
Toen begost den Blaauwe heel duidelijk en
langzaam z'n kaarten te tellen. Dee heel
bedachtzaam, of ie den Fielp nou 'ns seer-
jeus en koud-onversahillig den nek gong af-
snijen.
Toen keken ze malkaar aan, ze wisten nou
percies van malkaar wat ze -in handen hadden
en den Blaauwe -zee toen: „Fillipus, ik flans
oe 'r in, veur vier slagen!"
,,-Kinderen slaan his gin kunst," bromde den
bakker bleek: „ge wit wa'-k hin m'n fik-
ken eb."
En den F-ielp haal-de 'nen vuilen misere
meev zeuven slagen! Hij zat veur schan-
daal.
,,Neee, hover die moreele erbewapening
denk ik zod,' begost ie: ,,da's 'n eel mooi
h-iets, maar
,,Maar 'nen misere mee zeuven slagen is 'n
lillijk hiets!" zee den Jaan: betalen!
^Has gij zo'nen grooten muil hopzet,"
sprak den Fielp bleek, kalm van kwaaiegheid:
,dandan
Toen kwam den Joost, uit Oosterhout, bin-
nen, den Sportman.
,,Dan gade maar verom naar oew Tonia"
zee den bakker toen, nou den -vijfden man
binnen was.
Den Joost: ,,middag, jongens! Wa's dat
nou Den radio nog nie aangestoken
Om drie uur beginnen ze en 't is nou
hij pakte z'nen horloge: ,,'t is nou al vijf
min-uten &r veur! Zal 'k'm efkes aansteken?"
Den Fielp: ,,Neee, -zal 'k heigens wel doen;
gij -kunt uit hal die knobbekens toch gin wijs.''
Den Joost: ,,wie wint?"
Den Jaan: ,,pas een potje gedaan. Maar...''
Toen keek ie eerst 'ns den Fielp zijnen kant
uit enJanus -zweeg.
Den Joost: ,,kunde 't nogal winnen van-
middag, Fielp
Den Fielp: ,,ik kan Ilversum ni-e te pakken
krijgen. Blaauwe perbeerde ,gij 'ns?"Toen:
"Och, winnen. Wat za'k zeggen, Joost. We
zijn sjuust begonnen. Net een potje gespuld1."
Den Jaan: 'n miserke."
Den Joost: ,,'nen misere? Dien had 'k
geren meegemokt! Wie?"
Ik: ,.,den Fielp, Joost".
Den Joost: „en gehaald, F-ielp? Ja, zekers!"
Den Fielp: ,,oemneu".
Den Jaan: „op zeuven slagskes na
Den Joost: „zeuzeuhahaha'
Zeuven slagen, Fielp? Hahaha!
Den Fielp: „,iukt 't, Blaauwe?"
In dieen gees't, amico, wierd er wijer ge-
kaart. Nou onder 't lawijt van 'nen zenuw-
achtigen omroeper, die daar in den Anvers,
in z n radiokotje net zoo hard voetbalde als
de twee-en-twintig v-oetballers in 't veld.
En 't scheen er hard naar toe te gaan,
want telkens moest er 'n ,,Oranjehemd" uit
de kreukels gewreven worden!
Ge wit van vroeger: den Fiel-p is in 't
voetbal pro-BelsEn hij- had -gewed om vier
krentenmikken van de vorige week, dat de
Bel-zen winnen zouwen
Als 't vier—vier was, zee den Fielp: „kek
s, Joost, tsitsoo. Hik ben, has weldenkend
mensch, vane-igens vlak veur die moreele
erbewapening. Haltij eb 'k gewerkt veur
't halgemeen belang van Hulvenout, dus waar-
om zou 'k nou teugen m'n heigen gedacht hin-
gaan? Maar hik eb 'n ard oofd in de huit-
voering. Den eelen w-eareldkrippot his ge-
schift! Gin -ba-l deugt 'r meer van, waar-
ofnie?"
Den Joost knikte.
,,Dusdus...i... hik zeg, luister goed
Jozef, dus ik prittendeer: de leiding ee nie
gedogenWaarofnie
Den Joost knikte.
„Wat zien we nou, Sjozef Eel de moreele
erbewapening
Vijfvier!
die krentenmikken blijven de mijn,"
was den Fielp z'n conclusie!
Amico, 'k heb 'nen leutigen mid-dag g'ad
mee m'n ouwe, trouwe kameraads. Zoolang
ik die mag houwen, lach ik m'n eigen deur
dieen geschiften krippot wel henen!
Maar nou schei 'k er af. ':t Is wellekes.
Veul groeten van Trui, Dre III en den
Eeker, en als altij, -gin horke minder van
oewen t.a.v. DRE.
BESTRIJDING VAN DE IEPENZIEKTE.
Nog kan men in onze lage l-anden statige
oude iepenlanen vinden en boerderijen ver-
scholen tusschen hooge iepen. Maar steeds
neemt het aantal dezer boomen, die door hun
schoonheid en door de hoedanigheid van het
hout, dat zij opleveren, uitmunten, af; jaar-
lijks vallen er veel boomen ten offer aan de
iepenziekte, die 20 jaar geleden voor het
eerst in ons land optrad. Toch staan wij niet
machteloos tegenover deze ziekte. Wij wil
len er hier nog eens met nadru-k op wijzen,
dat bij een strikte naleving der voor de be-
strijding der ziekte vastgestelde voorschrif-
■ten een sterke beperking van het aantal
ziektegevallen zeer wel mogelijk is.
Het beeld -der ziekte is zeer opvallend-
midden in den zomer verwelken de boomen
of (g-edeelten daarvan plotseling- en sterven
af. Ook komt het voor, dat de boomen elk
jaai kaler, het blad ijler en kleiner wordt-
bij dezen vorm der ziekte loopt de boom, wan-
neer deze ni-et te sterk is aangetas-t, is het
voorjaar normaal uit, doch in den loop van
den zomer wordt hij- dan geel, verliest veel
blad en sterft langzaam af. De ziekte heeft
zoo emstig onder de iepenboomen huisgehou-
den, dat zij in sommige streken geheel ver-
dwenen zijn. In andere deelen van het land
heeft ze de boomen in veel minder ernstige
mate aangetast. Voor het geheele land sa-
sindi3 1930 ruim 300.000 van de
vierde 1€pen »erooid. dus ongeveer een
De ziekte wordt veroorzaakt door een
schimmel, die in het hout van den boom
groeit. De verspreiding van deze schimmel
vindt plaats door de iepenspintkever, die zhn
eieren legt en waarvan de larven leven in de
schors van kwijnende of doode (gevelde)
iepen leven. De kever vreet ook aan de tak-
ken en brengt daarbij de schimmel van den
eenen naar den anderen iepenboom over.
Wanneer men den kever belet zich te ver-
meerderen door het omhakken van zieke en
kwijnende boomen en het vernietigen van de
schors van deze, voorkomt men dus de ver
spreiding van de ziekte. Als voorbeeld van de
mvloed, die het verwijderen en onschadeliik
maken der zieke boomen ter voorkoming van
de verspreiding der ziekte uitoefent, kan ge
wezen worden op den Haarlemmermeerpol-
der, waar bij particulieren sinds 1981 niet
minder dan 59 van iedere 100 boomen door de
Kte gronde ginnen, terwijl dit aantal
aldaar bij de iepen van het Departement van
Defensie slechts 28 en van het polderbestuur
J5 van iedere 100 boomen bedroeg, daar het
Departement van Defensie en het Polderbe
stuur de voorschriften van het rooien der
boomen en vernietigen der schors zorgvuldig
opvolgden, terwijl dit bij particulieren vaak
veel te wenschen overliet.
-Hieronder vojgt een omschrijving van de
-(?hr,^°nl:Jk besiuit vastgestelde voor-
Waaraan iedere eigenaar van iepen
,,Has 'k nou maar 'ns kaarten krijg zee
den Fielp, toen we zoowijd waren mee onze
gedachten, als we bij- malkaar zaten in zijn
bakkerij en nog efkes wachtten op den vier-
den man.
Want da's 't gekke, amico, alls menschen,
tot den eenvoudigste toe, wdten, kennen sje-
cuur de kwalen van hun weareld, maar nie-
mand stikt hand of vinger uit, om die weareld
te -helpen.
Ze kunnen 'r hall-emaal zoo lekker hover
zeeveren", zee den Fielp: ,,maar gif mij maar
'ns dertien kaarten. 'k heb trek hins 'nen
malschen piek!"
Den Jaan was binnengeko-m-en, den Blaauwe
deel-de de kaarten. En onderwijle vroeg den
Blaauwe, zoo lanigs z'n neus weg: ,,d-us gij
De krentenhroojen
wierden uit den winkel gehaald en op den
luidspreker geetaleerd.
Toen 't eenn-ul was, veur de Belzen, toen
lee den Fiel-p -bij el-ken rni-k nog twee sigaren.
^En toen 't eeneen was, vroeg den Jaan
of ie alvast een sigaar mocht opsteken. En
den Fiel-p knikte vaderlijik, maar toch wel
mee 'n bietje minachting veur den Jaan z'n
slechte opvoeding of zoo iets.
,,-Breng de -mijn ook maar mee!" riep den
Blaauwe: ,,want dat gepruts van die rooie
duvels geven me zo'nen flaauwen smaak in
rn'nen mond."
Tweeeen
En zonder dat er iemand zoo gauw erg in
had, kwiek als ik 't izelden van 'm gezien had,
greep den Fielp mee twee handen de sigaren
uit den mond van den Blaauwe en den Jaan.
En zonder 'n w-oord gong ie de neuken op den
radio leggen.
,,'Wij hebben wel 'n fijn-uigezaagd en kun-
stig ingelegd stukske gastheer," vond den
Blaauwe. ,,Als ie 'nen mis-fere mee zeuven
slagen haalt en die Belze knoeiers 'n doelpunt
cadeau krijgen om ze 'n bietje aan te moedi-
gen, dan is zijn hedelachtbare nie om te ge-
naken
-Den Fielp zweeg. Spulde z'n kaarten mee
de noodige boriken op tafel.
„En 't vuilste is," zee den Jaan toen teugen
d-en Joost: „lhij is nog teugen de moreele her-
Ibewapening .ooik!"
,,Wie beweert dat, -hongel-uk?" vroeg den
Fielp zoo kalm meugelijk.
„Gij eigens, hardzak!"
„Hikke?" En hij wees z'n eigen aan mee
van verontweerdiging dichtgeknepen oogen,
dat ie er uitzag als 'n vergrooting van 'n
bleirend zuigelinkske.
,,Ebhikdatgezeed
,,Ja!" zee den Blaauwe volmondig, teu
gen beter weten in!
„Dre, gij zijt den verstandigste: eb hik dat
-gezeed?"
't Was zond-e om neee te zeggen. ,,Ja,
Fielp."
Drie-een! Veur de Belzen.
Den Fiel-p stond op. Waggelde mee z'n
zware lijf naar den radio, nam de krent-en-
broojen onder d-en erm en brocht ze verom in
den winkel.
En zoo, amico, w-ierd er gepropt, gelachen,
ruzie-gemokt, gekwekt -en leut geproduceerd,
'nen ganschelijken middag lang. J
Sen I*- h°lden heeft- Doet h0 dat ^et. dan
Van de iepen, welke reeds in den afgeloo-
pen herfst zijn gemenkt, moeten van de met
2 kruisen voorziene iepen de stam en de tak-
ken, welke dikker zijn dan 7 cm, onmiddel-
Jk na de veiling en ter plaatse van de vel-
ling worden ontschorst, zoodat dit hout dus
met mag worden vervoerd, alvorens van de
schors te zijn ontdaan. De schors moet ver-
volgens onschadelijk gemaakt worden door
deze te verbranden of onder water gedompeld
te houden. Van de met 1 kruis gemerkte
iepen moet de schors van den stam en van
takhout, dat dikker is dan 7 cm, vddr 1
Mam ™°ntSw?deIijlk worden gemaakt door
stam en takken van de schors te ontdoen en
de schors te verbranden of onder water °-e-
dompeld te houden.
Voorts is bepaald, dat al het ongeschilde
lepenhout tusschen 1 April en 1 Sber
water moet worden bewaard Deze
voorzorg is genomen, omdat odk -hout van »e-
xonde iepen spoedig een broedplaats voor den
voorschriften, medewerken tot hft behoud
van de iepen in ons land. Hierdoor dienf
van en Zljn e'gen b6lanS, maar ook dat
van de gemeenschap!
Ter y-ervanging van gerooide iepen kan
voorloopig proefsgewijs de
Buisman, die niet door de ziekte^*
sretaot or, u: v,-- e zleKte worut aan-
getast en die bij verschillende boomkweekers
reeds verkrijgbaar is, worden aanbevolen.
Christine
wordt aan-
1939,
Vergadering van Donderdag 9 Maart
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Telle-
gen, Bungemeester.
Tegenwoordig de leden L. J. Geelhoedt P
van Cadsand, C. A. Verlind-e, N. J. C Lam-
b-rechtsen van Ritthem, J. Riemens, D. E. de
Kraker, O. A. J. Stockman, E. L. van He-cke,
H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde.
M. de Vos, G. D:ee.s en A. de Bruij.n.
Afwezig de heer J. den Hamer.
De VOORZITTER opent d-e vergadering.
Hij deelt mede, dat ibericht van verhindering
is mgekomen van den heer Den Hamer we<^ens
ongesteldheid.
1Beeedliging raadslid.
De VOORZITTER verzoekt den heer Van
Driel, den heer -Stockman, aangewezen als lid
van den raad in -de vacature, ontstaan door
het bedanken van den heer J. Duu-rinck, de
vergadering binnen te leiden.
De heer STOCKMAN komt ter vergadering
en- leigt in handen van den Voorzitter de bij
de wet vereischte eeden af.