Ter Neuzensche Courani Binnenland Buiteniand Feuilleton-vertellingen Landbouwberichten. wa™»" Maandag 27 Maart 1939 No. 9893 TWEEDE BLAD „POLEN ZAL ZICH IN GEEN ENKEL BLOK LATEN MEESLEEPN." BRABANTSCHE BRIEVEN. Se bkSt aan 6611 Pr°CeS-Verbaal en GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. VAN familie iC. zou ook dit -bezoek wel eens onaan- gename gevolgen kunnen hebben. De familie heeft er gehoor aan gegeven. Zij is spoedig daarop van San Remo naar Nice vertrokken. (Msb.) VEREDELING VAN DE KERMIS TE ZAANDAM. Op aanstichting van burgemeester In 't Veld worden pogingen beraamd om te komen tot veredeling van de kermis te Zaan- dam, waartoe de medewerking is ingeroepen van de plaatselijke vereeniigingen, vakorgani- eaties en particulieren. Reeds is net derakbeeld geopperd, de ker mis te openen met een gecosfcumeerden op- tocht, in den trant van een camavalsoptocht, waartbij ,,Prins Saenden", die te voren ge- ko-zen zal worden, na afloop een toespraak zal bouden tot de deelnemers en het publiek, hun een prettige kermis zal toewenschen en zal laten uitkomen, dat van dit kermisfeest een opvoedkundige kracht d'ient uit te gaan. Ten -einde dit plan te bes-preken en verder uit te werken, zal een bijeenkomst worden ge- hauden, waarin burgemeester in 't Veld de be- doeling uiteen zal zetten. DE WERKLOOSHEID DAALT. De directeur van den rijksdienst der werk- loosheidsveraekering en arbeidsbemiddeling deelt mede, dat blij-kens door bet Centraal bureau voor de statistiek verstreikte voor- loopige gegevens in de week van 6 t/m 11 Maart 1939 -bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 577.538 personen (waaronder 75.702 landarbeiders). Van de 501.836 verzekerden, buiten de landarbeiders, was bet werkloosbeidspercen- tage 22.8 (in de vorige verslagweek, 20 t/m 25 Februari 1939, was dit percentage 24.6). Van de 577.538 verzekerden, met inbegrip van de landarfbeiders, was het werkloosheids- percentage 21.9 (vorige verslagweek 23.8). Men zou tot 1931 terug moeten gaan om in dezen tijd van bet jaar een lager werkloos- heidspercentage aan te treffen dan bet tbans bereikte. Op 11 Maart 1939 waren bij de organen der openibare arbeidsbemiddeling ingescbreven 378.407 werkzoekenden, waarvan er 360.731 werkloos waren, nl. 346.462 mannen en 14.269 vrouwen. HET RIJTIJDENBESLUIT. Bezwaren van de zijde der toerwagen- ondememers. De Commissie voor het Toerwagenbedrijf ingesteld door den B. B. N., kwam op 24 Maart j.l. in vergadering bijeen ter bespreking van het dezer dagen afgekondigde Rijtijden- besluit. De Commissie bleek van oordeel, dat het Rijtijdenbesluit de ondernemers in het toer wagenbedrijf, vooral in het reisseizoen, voor groote moeilijkheden zal plaatsen, en droeg den B. B. N. op, haar bezwaren en wenschen ter kennis van de Overheid te brengen. DE VOETBALWEDSTRIJD NEDERLANDDUITSCHLAND. Naar de N. R. Crt. verneemt, heeft het bestuur van den Koninklijken Nederlandschen Voetbalbond een brief gericht aan den Duit- schen Voetbalbond, in welken het voorstelt opnieuw een wedstrijd tusschen Nederland en Duitschland vast te stellen op een nader te bepalen datum. Deze ontmoeting, die zeer waarschijn-lijk niet meer in dit seizoen zal kunnen worden gespeeld, omdat daarvoor in beide landen geen tijd meer beschikbaar is, za'i in Nederland plaats vinden. De wedstrijd komt in de plaats van de ontmoeting, welke op 11 December van het vorig jaar te Rotterdam was vastgesteld -en welke de burgemeester toen verboden heeft. DE HEER VON BoNNENGHAIJSEN GAAT IN BEROEP. De vroegere burgemeester van Ootmarsum, jhr. E. L. M. T. J. von Bonninghausen heeft meldt het Handelsblad besloten tegen het hem met ingang van 1 iMaart j.l. verleende ontslag in -beroep te gaan bij het Ambtenarengerecht. De beer von Bonninghausen heeft steeds ver- klaard, dat hem geen beroep open stond. Des- kunddgen zijn over het algemeen van de tegen- overgestelde meening. In ieder geval zal thans blijken, of het amibtenarengerecht zich ont- vankelijk zal verklaren. DEN DERMONDE WEER G VRN IZO'ENST AD De Oost-Vlaamsche stad Dendermonde, die na den oorlog, als vesting gedeeltelijk ont- manteld werd, gaat thans weer een garnizoen krijgen. Een afdeeling zware artillerie zal er fbinnenkort worden gehuisvest. Gelegen op de plaats waar de rivier de Dender in de Schelde uitmondt en verscheidene groote straatwegen en -spoorlijnen elkaar kruisen is Dendermonde een punt van belangr-ijke stra- tegische beteekenis. ALS GOERING OP REIS IS. Een bekend Apeldoomsch ingezetene ont- ving dezer dagen van betrouwbare zijde een brief, waarin besehreven werd wat de Bel- gisch-Duxemburgsche familie C. bij haar be zoek aan San Remo heeft ondervonden, waar zaj in het hotel Royal gelijk met de familie Goerinig logeerde. Het gevolg van den heer Goering telde veebtig personen, ettelijke Duitsche politie- mannen omringden hem en ibewaakten zijn omgeving. In de eetzaal merkte mevrouw C. op den dag van aankomst bij het begin van het diner op, dat Goering en zijn vrouw er ook waren. Dadelijk daarop gelastte een -Duitsch -politie- man haar met haar gezelschap hem te vol- gen. Het verzoek, eerst het diner te mogen beeindigen werd van de hand gewezen. Ook werd geen reden van het politiebevel opge- geven. De familie C. werd in een klein kam-er- tje gebracht. Mevrouw C., die er op de eenige stoel wou gaan zitten, werd toegesnauwd, dat zij moest folijven staan. Bij de ondervraging behandelden de Duitschers alle antwoorden zeer ongeloovig. Zij meenden, dat er beleedi- gender uitlatingen over den heer Goering waren gedaan dan alleen het opmerkzaam maken op zijn aanwezigheid. Het gezelschap werd in het kamertje opgesloten van 9 uur 's avonds tot een uur's nachts. Daama mocht het naar bed1 gaan. Den volgenden morgen werd de familie belet, na het ontibijt uit te gaan haar koffers moesten onderzocht wor den. 's Avonds wilden zij het Casino te San Remo bezoeken. Welwillende menschen raad- den haar dit af. De heer Goering zou er ook heengaan. Gezien den argwaan tegen de De Poolsche Express Poranny, de spreek- trompet van den Poolschen minister van bui- tenlandsohe zaken, zette Vrijdag in een hoofd- artikel het Poolsche standpunt ten aanzien van de buitenlandsche situatie uiteen. Het feit zoo schrijft het blad dat Duitsch land het beginsel van den nationalen staat heeft verlaten, en zich heeft gewend tot een imperiale politiek, heeft in de Westelijke sta- ten koortsachtige pogingen in het leven ge- roepen om te komen tot een herstel van het evenwicht der krachten. De toekomst zal uitmaken of de middelen door deze staten toegepast effect zullen heb- ben, maar op het oogenblik kan men zich sleohts afvragen of de samenwerking onder het schild van de iSowjets niet gegrond is op illusies. Polen verwacht niets van een derge- lijke samenwerking en zal zich in geen epkel blok laten meesleepen en er geen enkel vor- men. Polen zal den weg blijven bewandelen welke het totnogtoe gevolgd heeft en zijn krachten versterken tot consolidatie van het land en tot ontwikkeling van zijn gewapende macht en zijn oeconomisch leven. De Poolsche diplomatic kan slechts met effect handelen indien zij niet slechts gebruik maakt van het succes van de omstandigheden, maar ook van het succes, dat ibelang heeft voor de toekomst, indien de geheele natie haar steunt. Polen heeft geen enkele territo- riale eisch te stellen op dit oogenblik van de geschiedenis. Het zal niet trachten zijn in- vioed uit te breiden door andere naties onder zijn bescherming te nemen. Intusschen zal het waakzaam zijn om de onschendbaarheid van zijn grenzen te doen in acht nemen en het zal zijn ibelangen in het aangrenzende gebied van Europa niet uit het oog verliezen. Indien wij deze waarheden als een nationale I leerstelldng aanvaarden kunnen wij zeker zijn dat het stormachtige tijdvak, hetwelk wij doormaken, ons niet alleen in een defensieve maar ook in een affensieve houding zal vin den. De groote krachten van de natie en een d'uidelijke kijk op den huidigen toestand zullen het ons mogelijk maken een vohnaakte kalmte te bewaren. HAMSTEREN VERBODEN; LAAT THUISKOMEN NIET MEER. De magistraat van Praag heeft een waar- schuwing aan die bevolking gericht, waarin gezegd wordt, dat hamsteren verboden is. De overheid heeft het recht de opgeslagen voor- raden op te eischen. Tegen .prijsopdrijving zijn straffen ingesteld tot een maximum- boete van 50.000 kronen of 6 maanden ge- vangenisstraf. 'Sedert de komst der Duitschers mocht men niet tusschen middernaoht en 6 uur 's och- tends op straat zijn. Deze bepaling is thans opgeheven. De cafe's mogen weer tot 1 uur open zijn. Nog steeds is het luchtverkeer tusschen Nederland en Praag niet hervat. DE BESLUITELOOSHEID TE LONDEN. De correspondent der N. R. Crt. te Londen meldt dat een zekere ongerustheid zich in de Engelsche pers kenbaar begint te maken over het uitblijven van de vier mogendheden-ver- klaring, waar nu reeds een week lang aan gewerkt wordt. Niet alleen oppositiebladen zooals de News Chronicle en Daily Herald, maar ook de con- servatieve Daily Telegraph dringen op de noodzaak van spoed aan. De bladen geven uiting aan een nauw verholen vrees, dat de regeering van Chamberlain nog geen vol doende doortastendheid toont bij' den opbouw van een internationaal front tegen de Duit sche aggressie. In dit vermoeden voelen de (bladen zich versterkt door een passage uit Chamberlain's verklaring van Donderdag, die bij velen den indruk heeft gewekt, dat de premier zich nog steeds niet geheel uit de gedachtensfeer der verzoeningspolit.iek heeft kunnen losmaken. Dit is de passage, waarin hij zeide dat de vrij - heidlievende landen zich als een man zouden verzetten „indien het zou blijken" dat Duitsch land tracht de opperheerschappij, in Europa te veroveren. Deze uitermate voorzichtige formuleering wordt door sommigen opgevat als een teeken dat de premier nog steeds niet geheel over- tuigd is, dat hij in het nazi-Duitschland met een progressief imperialisme te doen heeft. dat hij nog nadere bewijzen daarvan wil zien voor hij alle hoop opgeeft, en dat hij Duitsch land nogmaals een kans wil geven, om zijn goede bedoeling te toonen. iDe Daily Telegraph wil van deze houding niets hooren. Niets zou fataler zijn schrijft het blad dan afwachten of Duitschland door een nieuwe aanvalsdaad zelf een ant- woord zou geven op de vraag, of het werke- lijk naar de opperheerschappij streeft ,,Wij moeten nu onmiddellijk eens en voor altijd beslissen, op welk punt wij ons met al onze kracht tegen een verdere aggressie zul len verzetten. Hoe spoediger wij dit besluit nemen, en hoe vastbeslotener de verplichting, welke wij op ons nemen, hoe grooter de kans, dat oorlog zal worden voorkomen.'' Het blad gaat door met de hoop uit te spreken, dat de aarzeling van sommige poten- tioneele onderteekenaren van de vier-mogend- hedenverklaring niet te wijten is aan een vage en dubbelzinnige formuleering van de ver- plichtinjgen, welke Enigeland op zich zal nemen. Het sluiten van het Roemeensch Duitsche handelsverdrag, aldus het blad, toont maar al te duidelijk het groote gevaar van verdere vertraging. Een andere passage uit Chamberlain's ver klaring, welke tot veel commentaar aanleiding gegeven heeft, is die waarin hiji verklaart Europa niet in twee ideologische iblokken te willen splitsen. Sommigen hebben ook daarin een bevestiging gelezen van bun vrees, dat Chamberlain den internationalen toestand nog steeds in hetzelfde licht beziet als voor den dood der verzoeninigspolitiek. De meerderheid en die heeft het in dit geval waarschijnlijk bij het rechte eind vat de ibetrokken passage echter geheel anders op. Zij wordt geacht bedoeld te zijn als een discrete aanwijizing voor Italie, dat de nog op te bouwen coalitie niet tegen het dictator- schap als zoodanig geridht zal zijn, maar tegen de aanvalspolitiek van het Duitsche dicta torschap. Mien zal uit deze vingerwijzing, dat er in het vredesblok eventueel plaats zou zijn voor dictatoriaal geregeerde landen, niet dadelijk mogen opmaken, dat Londen nogmaals een pcging zou wagen om Italie door een tege- jj moetkomende houding, b.v. voorspraak van de Italiaansche eischen in Afrika, van de spil los te maken. Op het ministerie van buiten- f landsche zaken althans wil men daar niets j van weten. Men put daar weliswaar eenige j hoop uit de rede van den Italiaanschen j koning, maar men blijft ook nu nog van oor- deel, dat Engeland en Frankrijk hun afwacb tende houding moeten bewaren. Zij moeten de dour openlaten, en verder niets. Of men er in Downingstreet, waar tot vcor kort de wer- kelijike leiding van het Engelsche beleid be- rustte, ook zoo over denkt, is een andere kwestie. Polen, Rusland, Roemenie. Inmiddels blijft de onzekerheid over het vooruitzicht van de viermogendhedenveikla- ring nog steeds voortduren. In sommige kringen schijnt men de hoop op deelneming van Polen reeds zoo zwak te achten, dat ge- sproken wordt over de Weneohelijkheid nu maar vast te beginnen met de publicatie van een verklaring, die alleen door Engeland, Frankrijk en Rusland geteekend zou zijn. Afgezien van de vraag of een dergelijke verklaring veel indruk zou maken in Duitsch land, waar men de zeer betrekkelijke mil-i taire en strategische waarde van e'en dergelijk drievoudig verbond zonder Polen, maar al te goed zou doorzien, schijnt deze oplossing ook nog andere bezwaren te hebben. Mag men het bericht gelooven, dan heeft Rusland in middels slechts in principe zijn goedkeuring aan de Britsche verklaring gehecht, en zai het dit document -eerst willen ondert'eekenen, wann-eer ook de instemming van Polen is ver- kregen. Ten slotte zou ook het sluiten van het Duitsch-Roemeensche handelsverdrag kunnen worden opgevat als een teeken, dat de geest- drift voor de Internationale coalitie in Oost- Europa er niet bepaald sterker op wordt. De gedetailleerde inhoud van dit verdrag is hier klaarblijikelijk te laat bekend geworden, (Jan dat men zich reeds voor het ter perse gaan van de ochtendbladen een oordeel over zijn politieke beteekenis -heeft kunnen vormen. De bladen leveren althans nog geen commen taar. De ged-achte laat zich echter niet onder- drukken, dat dit stilzwijgen gedeeltelijk ook geinspireerd zou kunnen zijn door de typisch Engelsche neiging, naar de zonzijde te blijven kijken en de dingen, die niet in 'die zonzijde passen, zooveel mogelijk dood te zwijgen. Ulvenhout, 23 Maart 1939. Amico, Als twee menschen b.v. in den trouw, in het huwelijk, mdlkaar nie willen of nie kunnen ver- staan, dan wordt ieders leven eenen kluwen weergaren. Dan is er al rap gin- nen streng meer terug te vinden dan is 't end en 't begin van dieen weerboel kwijt. Dan staat zo'nen mensch in zijn eigen leven lijk 'n kat in 'n vrimd pakhuis. Dan staart zo'nen mensch versuft -en hulp- loos in z'n bestaan. 't Opgezette huishouwentje wordt 'n hel leke in zakformaat; 't ieven van die twee malkaar nie-begrijpende, eigengereide mensch- kinders is naar de pinnekes! Bij 't minste of geringste staat 't huishou- wen op' z'nen kop. En van de ongelukken leest ge dagelijks in de krant. De weareld bestaat vandaag uit twee milliard menschen, die malkaar nie wil len verstaan. De werald staat dus op 'ren kop. En van de ongelukken leest ge dagelijks in de krant. Van 't ontstaan van 't leven weten we niks. Ik bedoel: wetensohappelijk. Maar wel weten we: 't eenmaal tierende leven kan nie bestaan zonder 'n volkomen harmonie. Weinig is noodig, om die harmonie te ver- storen. Dat weinige is den stap van leven naar dood. Als in 't groote, onbegrijpelijk schoon- georganiseerde lichaam een kleine klier 't bijltje er bij neerlegt, dan gaat 't groote, sterke lichaam kwijn-en. Zonder volkomen harmonie kan ginnen grassprie-t groeien. Kan 'nen mensch nie tieren. Kan 'n huwelijk ni-e ontwikkelen. Kan 'n weareld nie draaien. -De harmonie in deuze weareld? De gedachte daaraan doet oe lachen (als 'nen boer mee kiespijn, tenminste). De weareld draait dan ook kapot. En daar is op heel de groote weareld al ginnen mensch meer, of hij ondergaat aan den lijve de gevol-gen van zijn krakende weareld. Kleinste bloeikes- missen den noodzakelij-ken inslag; missen veul warmte van de liefde, want ze zijn dikkeds- ,,te veul" veur vader en moeder. De bloeien ondervinden, van den eersten oogenblik van hun -bestaan, de gevol- gen van 'n weareld die kapot draait. Ouwe menschen missen alles, van 'n pij.p tabak 'tot kinderliefde, missen alles wat noodig is, aan licht en warmte in den avond- schemer van den leVensdag, die kil ten ende gaat. De jon-ge vrouw hee gin toekomst om geluk- kig in te droomen. Den jongen man gin meugelij-kheid om haar die toekomst te geven. Den volwassen kearel slentert langs de wegels, of knutselt in 't gunstigst geval aan nuttelooze todden, maar hij ziet z'n gezin ver- zinken in- -den ermoei. En den volwassene, die wel werken mag, hij durft z'n eigen teugen niks meer verwe- ren, hij- is lafbek om den broode. En -zoo, van jong -tot oud, ondergaat iederen mensch aan den lijve de gevol-gen van zijn krakende weareld! Den kleinen bloed wordt -geknot van zijnen prilsten levensbloei. Den grijsaard snakt naar 't Ende. -Den jon-gen mensch loopt z'n eigen teugen 'nen onzichtbaren muur te pletter. De volwassene -z'n kostelijke en fiere krach ten zijn weerd-eloos. 't Onmisbare geluk is van deuze weareld vervlogen. Want -de menschen willen malkaar nie meer verstaan. En ze staren versuft en hul- peloos in hun eigen leven voelt niks veur die moreelehoe is 't ook alweer?" „Moreele erbewapening," zee den Pielp en meteen stak ie 'nen v-inger in z'n-en mond, om de kaarten sjeouur te gaan steken. ,,Daar voel ik halles veur," zee den Fiel-p verstrooid, meer oog veur z'n spel, dan veur ons: ,,-maarm-isere mannen, misere!" riep ie ineens! Wij waren efken-s verrast. Misere...,..., nou- nou, dat zette mee 'nen plons in! ,/Pas," zee ik. Pas, bromde den J aandie -perbeerde deur den Fiel-p -z'n kaarten henen te kijken. „Pasook," riep den Blaauwe: „kom maar op, hedelhachtbare!" „Mot ik (heigens huitkomen?" vroee den Fielp benaauwd. ,,Ik heb tenminste gegeven en zod draait de zon" zee den (Blaauwe akelig zakelijk. "Dan 't beste peerd van stal," besloot den bakker en mee 'nen kolos-salen dreun ibeukte- n-ie izijnen vuist op de tafel, als ie ruiten-twee spulde, erbij zeggende: „doet daar maar 'ns Mets teugen, ipnullemannen!" Den Jaan bekende gin kleur. En kleintjes veurovergebogen, vroeg den Fielp hum: „zeg' sjerif, zoude nie 'ns- fatsoendelijk bekenn'en V' ,,-Denkte soms da'k verzaak?" vroeg den Jaan vuii. „Ge zit er niks te goed veur," -zoo reikte den Fielp n twijfelachtig bewijs veur -goed en zedelijk gedrag uit. ,,Nie bakeren," zee den Blaauwe: ,,hiier!" En hij kwam veur mee ruiten tien. ..Bakeren? Bakeren? Hasteblief, de negen," stoefde den bakker: ,,ge -doe me niks, Blaau- wen." Maar ik had ook gin ruiten meer Gooide schuppen aas weg. A-ai...! Ruiten"op twee han-den. Dat wierd lillijk. Den Fielp keek me 'ns ongeloovig aan. ,,Eh..i... ehhehstotterde-n-ie. „Ik kan ze nie maken, Fielp", troostte- n-ik 'm. Toen begost den Blaauwe heel duidelijk en langzaam z'n kaarten te tellen. Dee heel bedachtzaam, of ie den Fielp nou 'ns seer- jeus en koud-onversahillig den nek gong af- snijen. Toen keken ze malkaar aan, ze wisten nou percies van malkaar wat ze -in handen hadden en den Blaauwe -zee toen: „Fillipus, ik flans oe 'r in, veur vier slagen!" ,,-Kinderen slaan his gin kunst," bromde den bakker bleek: „ge wit wa'-k hin m'n fik- ken eb." En den F-ielp haal-de 'nen vuilen misere meev zeuven slagen! Hij zat veur schan- daal. ,,Neee, hover die moreele erbewapening denk ik zod,' begost ie: ,,da's 'n eel mooi h-iets, maar ,,Maar 'nen misere mee zeuven slagen is 'n lillijk hiets!" zee den Jaan: betalen! ^Has gij zo'nen grooten muil hopzet," sprak den Fielp bleek, kalm van kwaaiegheid: ,dandan Toen kwam den Joost, uit Oosterhout, bin- nen, den Sportman. ,,Dan gade maar verom naar oew Tonia" zee den bakker toen, nou den -vijfden man binnen was. Den Joost: ,,middag, jongens! Wa's dat nou Den radio nog nie aangestoken Om drie uur beginnen ze en 't is nou hij pakte z'nen horloge: ,,'t is nou al vijf min-uten &r veur! Zal 'k'm efkes aansteken?" Den Fielp: ,,Neee, -zal 'k heigens wel doen; gij -kunt uit hal die knobbekens toch gin wijs.'' Den Joost: ,,wie wint?" Den Jaan: ,,pas een potje gedaan. Maar...'' Toen keek ie eerst 'ns den Fielp zijnen kant uit enJanus -zweeg. Den Joost: ,,kunde 't nogal winnen van- middag, Fielp Den Fielp: ,,ik kan Ilversum ni-e te pakken krijgen. Blaauwe perbeerde ,gij 'ns?"Toen: "Och, winnen. Wat za'k zeggen, Joost. We zijn sjuust begonnen. Net een potje gespuld1." Den Jaan: 'n miserke." Den Joost: ,,'nen misere? Dien had 'k geren meegemokt! Wie?" Ik: ,.,den Fielp, Joost". Den Joost: „en gehaald, F-ielp? Ja, zekers!" Den Fielp: ,,oemneu". Den Jaan: „op zeuven slagskes na Den Joost: „zeuzeuhahaha' Zeuven slagen, Fielp? Hahaha! Den Fielp: „,iukt 't, Blaauwe?" In dieen gees't, amico, wierd er wijer ge- kaart. Nou onder 't lawijt van 'nen zenuw- achtigen omroeper, die daar in den Anvers, in z n radiokotje net zoo hard voetbalde als de twee-en-twintig v-oetballers in 't veld. En 't scheen er hard naar toe te gaan, want telkens moest er 'n ,,Oranjehemd" uit de kreukels gewreven worden! Ge wit van vroeger: den Fiel-p is in 't voetbal pro-BelsEn hij- had -gewed om vier krentenmikken van de vorige week, dat de Bel-zen winnen zouwen Als 't vier—vier was, zee den Fielp: „kek s, Joost, tsitsoo. Hik ben, has weldenkend mensch, vane-igens vlak veur die moreele erbewapening. Haltij eb 'k gewerkt veur 't halgemeen belang van Hulvenout, dus waar- om zou 'k nou teugen m'n heigen gedacht hin- gaan? Maar hik eb 'n ard oofd in de huit- voering. Den eelen w-eareldkrippot his ge- schift! Gin -ba-l deugt 'r meer van, waar- ofnie?" Den Joost knikte. ,,Dusdus...i... hik zeg, luister goed Jozef, dus ik prittendeer: de leiding ee nie gedogenWaarofnie Den Joost knikte. „Wat zien we nou, Sjozef Eel de moreele erbewapening Vijfvier! die krentenmikken blijven de mijn," was den Fielp z'n conclusie! Amico, 'k heb 'nen leutigen mid-dag g'ad mee m'n ouwe, trouwe kameraads. Zoolang ik die mag houwen, lach ik m'n eigen deur dieen geschiften krippot wel henen! Maar nou schei 'k er af. ':t Is wellekes. Veul groeten van Trui, Dre III en den Eeker, en als altij, -gin horke minder van oewen t.a.v. DRE. BESTRIJDING VAN DE IEPENZIEKTE. Nog kan men in onze lage l-anden statige oude iepenlanen vinden en boerderijen ver- scholen tusschen hooge iepen. Maar steeds neemt het aantal dezer boomen, die door hun schoonheid en door de hoedanigheid van het hout, dat zij opleveren, uitmunten, af; jaar- lijks vallen er veel boomen ten offer aan de iepenziekte, die 20 jaar geleden voor het eerst in ons land optrad. Toch staan wij niet machteloos tegenover deze ziekte. Wij wil len er hier nog eens met nadru-k op wijzen, dat bij een strikte naleving der voor de be- strijding der ziekte vastgestelde voorschrif- ■ten een sterke beperking van het aantal ziektegevallen zeer wel mogelijk is. Het beeld -der ziekte is zeer opvallend- midden in den zomer verwelken de boomen of (g-edeelten daarvan plotseling- en sterven af. Ook komt het voor, dat de boomen elk jaai kaler, het blad ijler en kleiner wordt- bij dezen vorm der ziekte loopt de boom, wan- neer deze ni-et te sterk is aangetas-t, is het voorjaar normaal uit, doch in den loop van den zomer wordt hij- dan geel, verliest veel blad en sterft langzaam af. De ziekte heeft zoo emstig onder de iepenboomen huisgehou- den, dat zij in sommige streken geheel ver- dwenen zijn. In andere deelen van het land heeft ze de boomen in veel minder ernstige mate aangetast. Voor het geheele land sa- sindi3 1930 ruim 300.000 van de vierde 1€pen »erooid. dus ongeveer een De ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel, die in het hout van den boom groeit. De verspreiding van deze schimmel vindt plaats door de iepenspintkever, die zhn eieren legt en waarvan de larven leven in de schors van kwijnende of doode (gevelde) iepen leven. De kever vreet ook aan de tak- ken en brengt daarbij de schimmel van den eenen naar den anderen iepenboom over. Wanneer men den kever belet zich te ver- meerderen door het omhakken van zieke en kwijnende boomen en het vernietigen van de schors van deze, voorkomt men dus de ver spreiding van de ziekte. Als voorbeeld van de mvloed, die het verwijderen en onschadeliik maken der zieke boomen ter voorkoming van de verspreiding der ziekte uitoefent, kan ge wezen worden op den Haarlemmermeerpol- der, waar bij particulieren sinds 1981 niet minder dan 59 van iedere 100 boomen door de Kte gronde ginnen, terwijl dit aantal aldaar bij de iepen van het Departement van Defensie slechts 28 en van het polderbestuur J5 van iedere 100 boomen bedroeg, daar het Departement van Defensie en het Polderbe stuur de voorschriften van het rooien der boomen en vernietigen der schors zorgvuldig opvolgden, terwijl dit bij particulieren vaak veel te wenschen overliet. -Hieronder vojgt een omschrijving van de -(?hr,^°nl:Jk besiuit vastgestelde voor- Waaraan iedere eigenaar van iepen ,,Has 'k nou maar 'ns kaarten krijg zee den Fielp, toen we zoowijd waren mee onze gedachten, als we bij- malkaar zaten in zijn bakkerij en nog efkes wachtten op den vier- den man. Want da's 't gekke, amico, alls menschen, tot den eenvoudigste toe, wdten, kennen sje- cuur de kwalen van hun weareld, maar nie- mand stikt hand of vinger uit, om die weareld te -helpen. Ze kunnen 'r hall-emaal zoo lekker hover zeeveren", zee den Fielp: ,,maar gif mij maar 'ns dertien kaarten. 'k heb trek hins 'nen malschen piek!" Den Jaan was binnengeko-m-en, den Blaauwe deel-de de kaarten. En onderwijle vroeg den Blaauwe, zoo lanigs z'n neus weg: ,,d-us gij De krentenhroojen wierden uit den winkel gehaald en op den luidspreker geetaleerd. Toen 't eenn-ul was, veur de Belzen, toen lee den Fiel-p -bij el-ken rni-k nog twee sigaren. ^En toen 't eeneen was, vroeg den Jaan of ie alvast een sigaar mocht opsteken. En den Fiel-p knikte vaderlijik, maar toch wel mee 'n bietje minachting veur den Jaan z'n slechte opvoeding of zoo iets. ,,-Breng de -mijn ook maar mee!" riep den Blaauwe: ,,want dat gepruts van die rooie duvels geven me zo'nen flaauwen smaak in rn'nen mond." Tweeeen En zonder dat er iemand zoo gauw erg in had, kwiek als ik 't izelden van 'm gezien had, greep den Fielp mee twee handen de sigaren uit den mond van den Blaauwe en den Jaan. En zonder 'n w-oord gong ie de neuken op den radio leggen. ,,'Wij hebben wel 'n fijn-uigezaagd en kun- stig ingelegd stukske gastheer," vond den Blaauwe. ,,Als ie 'nen mis-fere mee zeuven slagen haalt en die Belze knoeiers 'n doelpunt cadeau krijgen om ze 'n bietje aan te moedi- gen, dan is zijn hedelachtbare nie om te ge- naken -Den Fielp zweeg. Spulde z'n kaarten mee de noodige boriken op tafel. „En 't vuilste is," zee den Jaan toen teugen d-en Joost: „lhij is nog teugen de moreele her- Ibewapening .ooik!" ,,Wie beweert dat, -hongel-uk?" vroeg den Fielp zoo kalm meugelijk. „Gij eigens, hardzak!" „Hikke?" En hij wees z'n eigen aan mee van verontweerdiging dichtgeknepen oogen, dat ie er uitzag als 'n vergrooting van 'n bleirend zuigelinkske. ,,Ebhikdatgezeed ,,Ja!" zee den Blaauwe volmondig, teu gen beter weten in! „Dre, gij zijt den verstandigste: eb hik dat -gezeed?" 't Was zond-e om neee te zeggen. ,,Ja, Fielp." Drie-een! Veur de Belzen. Den Fiel-p stond op. Waggelde mee z'n zware lijf naar den radio, nam de krent-en- broojen onder d-en erm en brocht ze verom in den winkel. En zoo, amico, w-ierd er gepropt, gelachen, ruzie-gemokt, gekwekt -en leut geproduceerd, 'nen ganschelijken middag lang. J Sen I*- h°lden heeft- Doet h0 dat ^et. dan Van de iepen, welke reeds in den afgeloo- pen herfst zijn gemenkt, moeten van de met 2 kruisen voorziene iepen de stam en de tak- ken, welke dikker zijn dan 7 cm, onmiddel- Jk na de veiling en ter plaatse van de vel- ling worden ontschorst, zoodat dit hout dus met mag worden vervoerd, alvorens van de schors te zijn ontdaan. De schors moet ver- volgens onschadelijk gemaakt worden door deze te verbranden of onder water gedompeld te houden. Van de met 1 kruis gemerkte iepen moet de schors van den stam en van takhout, dat dikker is dan 7 cm, vddr 1 Mam ™°ntSw?deIijlk worden gemaakt door stam en takken van de schors te ontdoen en de schors te verbranden of onder water °-e- dompeld te houden. Voorts is bepaald, dat al het ongeschilde lepenhout tusschen 1 April en 1 Sber water moet worden bewaard Deze voorzorg is genomen, omdat odk -hout van »e- xonde iepen spoedig een broedplaats voor den voorschriften, medewerken tot hft behoud van de iepen in ons land. Hierdoor dienf van en Zljn e'gen b6lanS, maar ook dat van de gemeenschap! Ter y-ervanging van gerooide iepen kan voorloopig proefsgewijs de Buisman, die niet door de ziekte^* sretaot or, u: v,-- e zleKte worut aan- getast en die bij verschillende boomkweekers reeds verkrijgbaar is, worden aanbevolen. Christine wordt aan- 1939, Vergadering van Donderdag 9 Maart des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Telle- gen, Bungemeester. Tegenwoordig de leden L. J. Geelhoedt P van Cadsand, C. A. Verlind-e, N. J. C Lam- b-rechtsen van Ritthem, J. Riemens, D. E. de Kraker, O. A. J. Stockman, E. L. van He-cke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde. M. de Vos, G. D:ee.s en A. de Bruij.n. Afwezig de heer J. den Hamer. De VOORZITTER opent d-e vergadering. Hij deelt mede, dat ibericht van verhindering is mgekomen van den heer Den Hamer we<^ens ongesteldheid. 1Beeedliging raadslid. De VOORZITTER verzoekt den heer Van Driel, den heer -Stockman, aangewezen als lid van den raad in -de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer J. Duu-rinck, de vergadering binnen te leiden. De heer STOCKMAN komt ter vergadering en- leigt in handen van den Voorzitter de bij de wet vereischte eeden af.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 5