S?- g?ZSeZerer
22?^Twf? dau' tde M de
P^n'ciZ
vSpS™
I.n Se™n"
steTMn^Trg™tefr°w;>fatHhet V°°^
..sv„c.n
Sprekerachuf1LT,4,™i'ik0e7«ln
A m""'' I938'
Wei is het naar sprekers oordeel mogelijk,
om de stemming te bekorten. dat groepsge-
wijze gestemd wordt.
De heer HAAK geeft te kennen, dat hij geen
voornemens heeft in te grijpen in de leiding
door den Voorzitter. Wat betreft de meening
van den Voorzitter, dat bij het volgen van
die gedragslijn in de toekomst moeilijkheden
zouden kunnen ontstaan, merkt hij op, dat
ieder geval op zichzelf beschouwd moet wor-
den. Het was alleen maar om den leden een
boel geschrijf te besparen, dat spreker dit
voorstelde, tenzij er zich natuurlijk een der
leden tegen zou verklaren.
De VOORZITTER meent, dat men zou kun
nen afspreken, dat in dien men geen bezwa-
ren heeft tegen de voorgedragenen, men zjjn
briefje zou kunnen uitbrengen op ,,de voor
gedragenen", wenscht een der heeren een an-
der, dan zal hij dienen aan te geven, welke
personen hij voor een bepaald stembureau
aangewezen wil zien.
De heer HAAK geeft te kennen, dat hij niet
onwillig is. Indien de Voorzitter er voor een
beteren gang van zaken prijs op stelt, dat zoo
gestemd wordt, wil hij zich daar gaarne bij
neerleggen.
Stembureau I.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zSijn benoemd
de heeren A. Haak en C. de Jonge als leden
en F. O. Wisse en J. W. Kusee als plaatsver
vangende leden
Stembureau II.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoemd
tot voorzitter de heer A. de Feijter, tot leden
de heeren D. G. Koopman en M. Florussen,
tot plaatsvervangende leden de heeren A. de
Visser en J. C. Erjke.
Stembureau III.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoemd
tot voorzitter de heer A. de Koeijer; tot leden
de heeren C. Maas en H. de Feijter en tot
plaatsvervangende leden de heeren K. Hame-
linflt en P. Dees.
8. Benoeming leden Stembureau en Hoofd
stembureau voor de verkiezing van
leden van den Gemeenteraad.
Voor de stembureaux I, II en III zijn te be-
noemen 1 voorzitter (behalve voor I, waar
van de burgemeester ambtshalve voorzitter
is)2 leden en ten minste 2 plaatsvervangende
leden.
Voor het Hoofdstembureau1 voorzitter, dit
is ambtshalve de burgemeester; 4 leden en 3
plaatsvervangende leden.
Burgemeester en Wethouders bevelen aan:
Voor Stembureau I: S. van Hoeve, ambts
halve voorzitter; leden: F. C. Wisse en C. de
Jonge; plaatsvervangende leden: A. Haak en
M. Florussen.
Voor Stembureau II: voorzitter: A. de Feij
ter; leden: A. de Visser en J. C. Eijke; plaats
vervangende leden: H. de Feijter en D. G.
Koopman.
Voor Stembureau III: voorzitter: A. de
Koeijer; leden: K. Hamelink en C. Maas;
plaatsvervangende leden: P. Dees en E. de
Putter.
Voor het 'Hoofdstembureau: (S. van Hoeve,
ambtshalve voorzitter); leden: J. W. Kusee,
H. J. Wijn, J. Kosten en F. C. Jansen Ver-
planke; plaatsvervangende leden: A de Feij
ter, A. de Koeijer en J. C. Eijke.
Stembureau I.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoemd
tot leden de heeren F. C. Wisse en C. de Jonge,
tot plaatsvervangende leden A. Haak en M.
Florusse.
Stembureau H.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoemd
tot voorzitter de heer A. de Feijter, tot leden
de heeren A. de Visser en J. C. Erjike en tot
plaatsvervangende leden de heeren H. de
Feijter en D. G. Koopman.
Stembureau IH.
Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoemd
tot voorzitter de heer A. de Koeijer, tot leden
de heeren K. Hamelink en C. Maas en tot
plaatsvervangende leden de heeren P. Dees en
E. de Putter.
Hoofdstembureau.
Uitgebracht worden 11 stemmen. waarvan
op de voorgedragenen 11, zoodat zijn benoem
tot leden de heeren J. W. Kusee H J. Wijn,
J. Kosten en F. C. Jansen Verplanke en tot
plaatsvervangende leden de heeren
Feijter, A. de Koeijer en J. C. Erjke.
Wijziging verordening Keuringsdienst
van vee en vleesch.
Blijkens een ontvangen schrijven van Bur
gemeester en Wethouders van Axel (gereg. a
157-159) is het in verband met de uittredmg
van de voormalige gemeente Boschkapelle
uit den keuringsdienst voor vee en vleesch in
de gemeenten Axel enz. noodzakelijk dat de
titel der verordening op dien dienst wordt ge-
wij'zigd. Tevens is het wenschelijk gebleken,
art. 25 dier verordening te wijzigen, daar het
practisch niet uitvoerbaar is de stempeling
van het vleesch ten uitvoer te brengen over-
eenkomstig de thans geldende voorschriften.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
in verband hiermede het navolgende besluit te
nemen
De Raad der gemeente Zaamslag:
besluit
de verordening op den keuringsdienst van
vee en vleesch in de gemeenten Axel, Zaam
slag, Boschkapelle, Overslag, Koewacht en
Zuiddorpe, te wijzigen als volgt:
Artikel 1.
De titel te doen luiden:
Verordening op den keuringsdienst van vee
en vleesch in de gemeenten Axel, Zaamslag",
Overslag, Koewacht en Zuiddorpe.
Artikel 2.
Artikel 25 te lezen als volgt:
Met inachtneming van het bepaalde m ar
tikel 50 van het Koninklijik Besluit van 5 Juni
1920 (Staatsblad no. 285) worden bij de
slachtdieren op de daarbij genoemde organen
en lichaamsdeelen merken aangebraeht als
volgt:
9.
op iedere liohaamshelft:
bij runderen, uitgezonderd kalveren en bij
eenhoevige dieren, uitgezonderd veulens:
harst staartstukmuis van de platte bil
sprerstuk jachterschenkel, duimstuk, vang,
lenden, uitwendige ribbenwand (2 afdrukken),
voorschenkels hals en schouder.
Bij< gras-, nuchtere kalveren en veulens:
harst (staartstuk), achterschenkels, duim
stuk, lenden, uitwendige ribwand, schouder
en hals.
Bij vette kalveren:
Achterschenkel, lenden, uitwendige rib
wand, schouder en hals.
■Bij sehapen en geiten. met uitzondering
van lammeren:
Achterschenkel, lenden, uitwendige rib
wand (2 afdrukken) en hals.
Bij varkens, met uitzondering van speen-
varkens:
Harst (staartstuk), achterschenkel, lenden,
zijden (2 afdrukken), bulk (2 afdrukken), in-
wendige ribwand en voorschenkel.
Bovendien bij alle slachtdieren op de na
volgende organen en deelen:
Kop (kaakvlakte), tong, longen, hart,
lever, milt, nieren en voor zoover in voldoen-
de ontwikkeling aanwezig, niervet (reuzel),
darmscheil, groote en kleine net en uierhelf-
ten, benevens bij runderen, gras- en vette
kalveren de ondervoeten.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
deze verordening moest gewijzigd worden in
verband met de uittreding der gemeente
Boschkapelle en in de tweede plaats ten ge-
volge van een teehnische verandering in de
voorschriften.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
10. Wijziging verordening op de keuring
van waren in de gemeente Zaamslag.
In de verordening op de keuring van waren
in de gemeente Zaamslag, vastgesteld in de
vergaderingen van 10 Juni 1921 en 30 Aug.
1929, goedgekeurd bij K. B. d.d. 22 Februari
1936, no. 168, wordt in de artt. 1, 4 en 7 nog
verwezen naar de Warenwet 1919 S. 58.
Deze wet is vervallen en vervangen door de
Warenwet 1935 S. 793. Het is wenschelijk,
dat de boven aangehaalde verordening hier
mede in overeenstemming wordt gebracht en
stellen Burgemeester en Wethouders voor, in
de artt. 1, 4 en 7 van bovenbedoelde verorde
ning de woorden „Staatsblad 1919, no. 581"
te wijzigen in „Staatsblad 1935, no. 793".
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
11. Opheffing van de door den gemeente-
ontvanger ten behoeve der gemeente
gestelde zekerheid.
Ingevolge het bepaalde onder a van het
K. B. van 4 Januari 1939, no. 380, vervalt de
verplichting tot het stellen van zekerheid
door den gemeente-ontvanger met ingang van
21 Januari 1939, indien het zgn. v66rrisico is
gedekt. De voor deze gemeente loopende polis
ter verzekering van de gemeentegelden van
de Incassobank te Amsterdam dekt onbeperkt
alle voorrisico. Burgemeester en Wethouders
stellen in verband hiermede voor, het navol
gende besluit te nemen:
de raad der gemeente Zaamslag:
overwegende, dat op 21 Januari 1939 inge
volge het bepaalde onder a van het Konink-
lijk besluit van 4 Jan. 1939, S. 380, ten aan-
zien van den ontvanger dezer gemeente de
verplichting tot zekerheidstelling is vervallen;
besluit
toestemming te verleenen tot het ophef-
fen der door den gemeente-ontvanger, den
heer J. C. Eijke, ten behoeve der gemeente
gestelde zekerheid bestaande in een eerste
hypotheek ten bedrage van f 5000 op een
woonhuis en erf in de gemeente Zaamslag,
kadaster seetie F no. 2855, groot twee aren
en vier en vljftig centiaren.
De VOORZITTER deelt mede, dat de ge
meente-ontvanger, zooals bekend, bij zijn
aanstelling zekerheid heeft moeten stellen.
Met het oog op de veranderde omstandigheden
behoeft dit niet meer, daar de gemeente thans
onderdak gebracht is bij de Incassobank,
waaruit voortvloeit, dat ontheffing kan wor
den verleend van de zekerheidsstelling, die
loopende is.
Met algemeene stemmen wordt alus be-
sloten.
12. Vasts telling voorschotten aan bijz. 1. o.
overeenkomstig art. 103 der I.. O wet 1920.
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
stellen Burgemeester en Wethouders voor,
het navolgende besluit vast te stellen:
De raad der gemeente Zaamslag;
gezien de verzoeken van de Vereeniging tot
bevordering van Geref. lager onderwijs en de
vereeniging voor Chr. volksonderwljs te Zaam
slag, om voorschot op de gemeentelijke ver-
goeding overeenkomstig artikel 103, 6e lid
der Lager Onderwijswet 1920 ten behoeve van
hare scholen op het Dorp, Reuzenhoek en
Otihene en op het dorp, over het jaar 1939;
overwegende, dat het bedrag per leerling
bedoeld in art. 55bis der Lager Onderwijswet
1920 voor genoemd jaar is bepaald op /8.15,
dat het aantal leerlingen volgens de maat-
staf van art. 28 der L. O. wet 1920 m het
afgeloopen jaar bedroeg;
voor de school van de Ver. voor Geref. L O.
dorp 112%, idem Reuzenhoek 82i/:!, idem
Othene 36, voor de school van de Ver. vooi
C. V. O. dorp 164;
dat naar dit aantal en bovenvermeld be
drag per leerling de vergoeding zal ^dragen
resp. 915,52; 671,02; j 293,40 en 1336,60,
besluit
het bedrag van het voorschot over het jaar
1939 vast te stellen voor: de Ver. tot bevorde-
ring van Geref. Lager Onderwijs voor haar
school Dorp op 915,52, idem Reuzenhoek op
671 02 idem Othene op 293,40; de Vereeni
ging voor Chr. Volksonderwijs voor haar
school Dorp op 1336,60.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
13.
tot
Verzoek van G. C. Overdulve e.a.,
beklinkering van de Achterstraat.
Van G. C. Overdulve en 18 anderen is een
verzoek, d.d. 28 Januari 1939, gereg. A 118-
166, ingekomen, luidende als volgt:
Ondergeteekenden, bewoners van de Ach
terstraat, doen met verschuldigden eerbied
een verzoek aan het gemeentebestuur om be
klinkering der straat en om het leggen van
een trottoir met tegels, daar de straat toch
opgebroken moet worden voor de waterlei-
ding, daar bij regenweer de straat en de stoep
in een slechten toestand verkeeren;
en rekening te willen nemen met het ver-
keer op het einde der straat bij den bewoner
G. C. Overdulve, A 320, daar bij het in- en
uitrijden der Korte Delft nu steeds op de
stoep gereden moet worden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit verzoek in hunne handen te stellen, ten-
eincle daaraan te zijner tijd aandacht aan te
besteden en dan met voorstellen dienaangaan-
de te komen.
De heer DE JONGE geeft te kennen, dat,
afgedacht van hetgeen Burgemeester en Wet-
nouders zullen besluiten, er hier iets is dat
naar- zijn gedacht hard noodig is. Er wordt
in het adres over gesproken, dat men bij
het in- en uitrijden met auto's steeds over de
stoep moet rijden. Dit is een gevolg van het
feit, dat de straat ter plaatse te smal is voor
het verkeer van tegenwoordig. In verband
niermede zou het naar zijn meening aanbe-
veling verdienen, dat de gemeente een paar
vierkante meters grond aankocht van Neeltje
Geelhoedt en dat dan tegelijikertijd de zaak
van den rioolput die daar ligt en die nu. ook
geregeid weg gereden wordt, eens kon be-
keken worden. Wellicht konden Burgemees
ter en Wethouders een en ander bij gelegen-
heid van het onderzoek naar hun voorstel
eens nader overwegen.
De VOOiRZITTER acht dit een goede op-
merking van den heer De Jonge. Het is zoo
als deze zegt, de straat is smal, eigenlijk te
smal voor de tegenwoordige eischen van het
verkeer. Indien het zoo geregeid kon worden,
dat de hoeken afgesneden werden, door aan-
koop van een stukje grond van het tegenover-
Jig'&end pand, zou dit toe te juichen zrjn. Zoo
als men ziet, zullen Burgemeester en Wethou
ders trachten, hierop mettertijd iets te vin-
den. De heeren hebben wel begrepen, dat die
klacht hoofdzakelijk het in- en uitrijden met
vrachtauto's betreft. Alleen moet spreker op-
merken, dat als de vrachtauto's de straat niet
in of uit kunnen, zonder over de stoep van
Overdulve te rijden, de toestand niet zou ver-
beteren, als er een trottoir aangelegd zou
worden. De bedoeling van Burgemeester en
Wethouders is, dat deze straat verbeterd zal
worden. er is dan ook reeds in die richting
gesproken en indien verbetering mogelijk is,
zal dit niet nagelaten worden.
Met de wenschen van de betrokkeneii, die
terecht zijn, zullen Burgemeester en Wethou
ders rekening houden en vermoedelijk zullen
nog wel eens onderhandelingen met de eige-
naars der gronden noodig zijn. Dergelijke
dingen kosten altijd een tikje hoofd'brekens.
De heer MAAS heeft den toestand in het
Achterstraatje bekeken en hij vindt, net als
de heer De Jonge, dat men blij zal mogen
zijn, nog eens een verbetering van dit straatje
te mogen beleven en dat hij er trotsch op mag
zijn ook aan deze verbetering te hebben mo
gen medewerken.
De heer HAAK heeft de situatie ter plaatse
bekeken en kan zich vereenigen met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Het verzoek van adressanten is een biUtjk
verzoek te achten. Toch meent spreker te
moeten opmerken, dat hoewel de stoep daar
niet perfect is, de bewoners vermoedelijk gen
ding over het hoofd hebben gezien. Zij vragen
om de straat te beklinkeren en om den aanleg
van een trottoir. Doch zij hebben er vermoe
delijk geen rekening mee gehouden, dat, als
er een trottoir zou komen, de ingang van de
woningen aan den lagen kant, zoodat men
als het ware van het trottoir naar beneden
zou moeten gaan om de woningen te betreden.
Spreker zegt dit maar om te voorkomen, dat
de bewoners later berouw van hun verzoek
zouden krijgen. Spreker acht het juist gezien,
dat Burgemeester en Wethouders deze zaak
willen laten rusten tot na den aanleg van de
waterleiding, een verbetering thans tot stand
te brengen, komt hem ongewenscht voor. Een
verbetering van den draai aldaar komt hem
ook gewenscht voor. Indien zooals de heer
De Jonge gezegd heeft Neeltje Geelhoedt
en stukje grond zou willen afstaan, kan de
toestand daar aanmerkelijk verbeteren.
De heer KOOPMAN zegt, dat het een mooi
straatje zal zijn als het eenmaal opge'knapt is.
Spreker stelt voor, de straat voor auto's te
verbieden. Thans wordt er geklaagd, dat de
auto's over de stoep moeten rijden, doch hij
moet er op attent maken, dat, als de straat
eenmaal verbeterd is en de auto's rijden er
in of er uit bij nat weer, de ramen wel zeer
bespetterd zullen zijn. Daarom zou spreker
dit straatje, als het eenmaal mooi aange
legd is, ,yoor auto's willen verbieden. De men-
schen zullen ongetwijfeld gaan klagen over de
spetters die de auto's veroorzaken, als zij
met nat weer dien draai passeeren. Spreker
meent, dat het geen onwil moet zijn om het
straatje voor het verkeer met auto's te ver
bieden. De auto's worden grooter, breeder en
hooger en men kan dergelijke smalle straat-
jes toch niet gaan onteigenen.
De VOORZITTER merkt op, dat de straat
aldaar niet is aangelegd voor het verkeer van
tegenwoordig. Het verkeer verbieden heeft
ook zijn moeilijkheden. Iemand zal in zoo'n
straatje een pakhuis hebben en zal daar met
een vrachtauto geregeid in en uit moeten. De
heer Koopman zegt wel, dat de auto's hoe
langer hoe breeder en hooger worden, doch
dit is niet zoo. De auto's zijn wel degelijk ge-
bonden aan de maten die zijn voorgeschreven.
Burgemeester en Wethouders hebben voorge-
steld, deze zaak eens nader te bekijken, wel
licht zou de mogelijkheid bestaan, de straat
voor verkeer uit edn richting te verbieden
Men moet rekening met de eischen van het
verkeer houden en als het gevaar op zou leve-
ren, dan zou het moeten. Dat er bij een be
woner eens een spatje tegen de ramen vliegt,
valt meer voor als het overvloedig regent.
De heer HAAK gelooft, d'at er van dit
straatje geen gebruik wordt gemaakt dan
door de menschen die er moeten zijn. Spreker
is er niet voor, dit straatje voor het verkeer
af te sluiten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aange-
nomen.
14. Verkoop van enkele pereeeitjes grond
aan de provineie Zeeland.
In verband met de verbetering van de weg-
vakken St. AnnapolderGroenstraat en
ZaamslagZaamslagsche Veer, ged. 26a en
b van het Prov. Wegenplan, is het gewenscht,
dat enikele pereeeitjes grond daarvan aan de
provineie worden verkocht; dit zijn:
Wegvak St. AnnapolderGroenstraat: sec-
tie E gemeente Terneuzen no. 1028 6650 c.A.,
no. 1024 140 c.A.; hiervan is voor de helft
consort de Zaamslagpolder;
wegvak ZaamslagZaamslagsche Veer:
sectie F no. 2658, gemeente Zaamslag, 673 c.A.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
hiertoe te besluiten en de koopprijs te bepa-
len op 1.
De heer KOOPMAN weet niet hoe groot
het perceel grond is, doch meent dat deze toch
zeer goedkoop wordt verkocht, als men ziet,
dat de gemeente zelf een stoep moet koopen
voo r 5.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
oppervlakte der perceelen in de stukken
staat.
De heer KOOPMAN: Begin daar eens aan!
Hij blijft er bij, dat, waar de gemeente zelf
een stoep moet koopen voor f 5, deze grond
zeer goedkoop van de hand gedaan wordt. De
gemeente behoeft er geen misbruik van te
maken, doch zou 25 kunnen vragen van
den kostenden prijs. Stel je eens voor - al
dus spreker dat de gemeente een zestien
a zeventien duizend gulden voor dien grond
gegeven heeft.
De heer HAAK acht de opmerking van den
heer Koopman juist. Als men de centiaren
bij elkaar telt, komt men tot een heel stukje.
En dan is een prijs van 1, zooals Burgemees
ter en Wethouders voorstellen, geen prijs.
Men moet dit echter zoo bezien, dat de ge
meente haar goeden wil tegenover de provin
eie wil toonen, terwijl de grond voor de
gemeente zelf bijna waardeloos is. Spreker
moet ook zeggen, dat het een zeer miniem be
drag is, dat Burgemeester en Wethouders
voorstellen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de ge
meente eigenares is van den grond, doch deze
heeft voor de gemeente niet de minste waar-
de. Jaren terug hebben de gemeente en de
polder dit stuk elk voor de helft gekocht, ter
wijl de weg in onderhoud is bij den Zaamslag
polder. De gemeente is zooals gezegd
vcor de helft eigenares.
Nu de provineie den weg aan gaat leggen,
is het administratief beter, dat ook deze
strooken eigendom van de provineie zijn. En
het andere stukje aan den Veerweg is in 1920
of 1921 door de gemeente aangekocht, om een
verbetering aan te brengen ook voor de halte
van den tram. De gemeente heeft daar ook
den weg aangelegd. Burgemeester en Wet
houders staan op het standpunt, dat waar de
weg thans door de provineie verbeterd gaat
worden, het eigenlijk maar een kwestie van
formaliteit is, dat de eigendom van de een op
denander overgaat. Hoe gaat het met soort-
gelijke dingen? Anders moet er weer een
schikking getroffen worden en dan kost het
nog meer.
De heer DE VISSER vraagt of die verbete
ring destijds ook zoo'n luttel bedrag heeft
gekost.
De VOORZITTER antwoordt, dat de grond
aan den Veerweg destijds is aangekocht van
de familie De Boer, omdat het daar ter plaatse
een onhoudbare toestand was. Men had daar
toen een keibaan van 2,75 meter, een stuk
zijkantweg en een breede sloot. En de zijkant-
weg was een groot deel van het jaar stuik-
gereden. De verbetering is toen door de ge
meente, de Zaamslagpolder en de tram ge-
zamenlijik bekostigd, de tram heeft daar ook
een hek geplaatst. Dit heeft destijds een
macht met geld gekost. Spreker zou het be
drag op het oogemblik niet kunnen noemen.
In elk geval heeft de grond meer gekost, dan
waarvoor Burgemeester en Wethouders voor
stellen ze over te geven.
De heer DE VISSER acht het niet billijk,
den grond dan voor niets te verkoopen. Men
zou dan ongeveer den kostende prijs moeten
nemen, en naar rato daarvan den verkoop-
prijs berekenen. Het zou toch billijk zijn, dat
aan de provineie hetzelfde gevraagd werd als
de grond gekost heeft? Wellicht zou de pro
vineie daar geen bezwaar tegen hebben. Het
is naar sprekers oordeel niet noodig dat de
gemeente Zaamslag de provineie een schen-
king doet. Spreker gaat er mee accoord, dat
de grond missehien voor de gemeente niets
waard is, doch het haalt niets uit, om den
grond nu zoo maar weg te geven. De ge
meente heeft destijds toch ook geld uitge-
geven voor wegsverbetering. Spreker wil
daarom vragen of het college het ook niet
billijk zou vinden, dat eens onderhandelingen
daarover werden gevoerd.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders zeker den kant
op kunnen gaan die de heer De Visser aan-
geeft, en probeeren in die riohting iets te be-
reiken. Probeeren kost geen geld, doch men
zal daarmede naar sprekers meening niets
bereiken. De grond is destijds aangekocht
van de familie De Boer, en is geheel afge-
schreven, Indien de grond zou worden over-
genomen, die b.v. 70 of 80 jaar in het bezit
der gemeente was geweest, zou men kunnen
zeggen, dat de gemeente daaraan ook vele
tientallen jaren interest heeft bekostigd, en
dan zou, men nog een groot bedrag krijgen,
als men naar rato zou willen laten betalen.
Er ligt in het voorstel van Burgemeester en
Wethouders alleen een formaliteit. De pro- I
vinciale weg zal worden aangelegd, dit be- J
sluit is nu eenmaal genomen. Waarschijnlijk
komt de weg ook in onderhoud bij de provin
eie en dan is het toch ook noodzakelijk, dat
de provineie er den eigendom van krijgt, de
prijs is slechts een nevenfactor.
De heer KOOPMAN weet toch wel zeker,
dat ze het van een particulier voor een gul
den niet zouden hebben gekregen.
De VOORZITTER merkt op, dat men niet
moet verwarren tusschen aankoop van grond
van een particulier en overname van een open-
baren weg. De weg ligt daar nu, er is niets
aan veranderd. Deze weg moet voor het open-
baar verkeer in gebruik blijven. Men moet
het van dien kant bekijken, dat de grond als
zoodanig voor de gemeente geen waarde
heeft.
De heer DE KOEIJER meent, dat, als men
aannemen zou, dat de Veerweg particulier
eigendom was, men er niets voor vergoed zou
krijgen. Men heeft b.v. den weg Reuzenhoek
Gthene, deze is voor een stuk particulier
eigendom, en is stukgereden, doch men heeft
er geen cent voor betaald. Dit is nu
particulier eigendom. Burgemeester en Wet
houders stellen nu voor, dezen openbaren weg
aan de provineie over te dragen voor 1.
De heer HAAK meent. dat het sop de kool
niet Waard is. Er is niets tegen dit stuk
grond aan de provineie over te dragen. Wat
den eigendom betreft, is hetzelfde of een par
ticulier, dan wel de gemeente eigenaar van
den grond is. Spreker zou niet zoover willen
gaan als de heer De Visser, die een prijs zou
willen vragen naar rato van hetgeen de grond
gekost heeft. Momenteel heeft men aan den
grond niets, en spreker heeft er niets tegen,
deze aan de provineie over te dragen.
De heer KOOPMAN merkt op, dat de heer
Haak thans net eender redeneert als den heer
De Visser.
De heer HAAK heeft willen doen uitkomen,
dat het sop de kool niet waard is. In de
redeneering van den heer De Visser zit ech
ter wel iets.
De heer DE KOEIJER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders rekening heb
ben gehouden met hetgeen de grond waard is,
en dat is niets.
Het betreft hier stukken, die destijds be-
hoorlijk betaald zijn, doch thans voor de ge
meente zoo goed als waardeloos zijn.
De heer A. DE FEIJTER deelt mede, dat
20 jaar geleden, toen er aan den Veerweg een
gevaarlijken toestand heerschte, doordat er
druk tramverkeer en een smalle weg was, met
aan de kanten 2 meter zijkantweg, geklaagd
werd door het publiek over dezen weg, dat
men met wagens, karren en auto's van den
weg en ook wel eens in de sloot raakte.
De gemeente heeft toen met den polder en
den tram den toestand daar verbetert, de
sloot aangekocht van de familie De Moor en
gerioleerd, en den weg na verbetering ten ge-
bruike gegeven aan het publiek. Het zou niet
billijk zijn van de gemeente, dien weg thans
aan het publiek te gaan onttrekken. De ge
meente heeft er inderdaad een goeden prijs
voor betaald, doch heeft dit gedaan om het
publiek te helpen en het publiek is er mee
geholpen geweest. Het publiek heeft dezen
weg gebruikt en thans wil de provineie den
weg aldaar verbeteren en een goeden toe
stand scheppen. Burgemeester en Wethou
ders stellen voor, den weg voor f 1 te verkoo
pen. Wat" legt het ten slotte af, als de ge
meente er nog eens enkele guldens bij zou
krijgen. Men moet voor de verbetering wat
over hebben, men moet er aan meewerken,
clat het open'baar verkeer wordt bevorderd.
De weg is nu eenmaal aan het publiek in ge
bruik gegeven, men kan die daar niet meer
aan onttrekken.
De VOOiRiZITTER deelt mede, dat een
particulier ook in dezelfde verhouding zou
staan. De heeren moeten niet vergeten, dat
er een vastgestelden prijs is. Men krijgt voor
tuingrond meer dan voor bouwland, voor
bouwland meer dan voor slooten en voor sloo-
ten minder dan voor zrjkantwegen. De ge
meente krijgt voor den verkoop spreker
sternt het toe een kleinigheid, doch het
moet anderzijds toch ook gewaardeerd wor
den, dat de provineie den weg gaat verbete
ren. En dan moet men niet gaan rekenen,
wat het gekost heeft. De kosten zijn niet
evenredig aan de waarde. Spreker beveelt'
den raad aan, het te regelen, zooals Burge
meester en Wethouders hebben voorgesteld
De heer HAAK geeft te kennen, dat hij al
leen heeft willen doen uitkomen, waarom
spreker met dien minderen prijs genoegen wil
nemen. Men kan niet rekenen met de prrzen
die een particulier zou vragen. Van de tafel
van Burgemeester en Wethouders is nu °-e-
zegd, waarom Burgemeester en Wethouders
dit voorstel hebben ingediend. Spreker kan
"h mee vereenigen. Het is een stuk
pubheke weg geworden, en daarom ook kan
aC? Vereeni»en met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders. De gemeente
v^r f"1€t8 T"' aIS Zij enkele »uldens meer
I voor den grond zou krijgen
De heer FLORUSSE heeft aan dit onder-
Z I aandacht besteed, doch vraagt
dan wetV t €lin? 1 per meter te -Sm
£™LV°°r het Steele stuk.
De heer FLORUSSE geeft te kennen Hat
neei veel heeft gekost en het dius voor Hp
fse?ppntLUltlOOPt °P ^root verlies. Het
is geen bouwgrond, maar publieke weg Sore
her zal er zich bij neerleggen met S
Cle °vereen te komen, doff kan idet na£Z"
mogeliik om t evenwel niet
om, zooals de heer De Visser 18 T
een poging te wagen. overweging
heele geZl hZ^etZgevallen Zu
koopen. Het is hier eielnlnu^^11®^ te
zelfde geval. Deze stopr, Precies het-
worden onttrokken Z aan het gehnuik
daarvoor f 5. En dan gaat dit^^Z6 geeft
hjk niet op. Spreker ri m voorstel eigen-
stel van BurgemeSer en^ Wor"
Gedeputeerde Staten lezen dit d°oh
nen dan een klein Kp dlt °°k' en ze
<Be er m «n,
ook, en ze kun-
teliing zi<
Het viel
Bur gem e<
om 5 te geven
worden voorgesteld''""T 6r hier
op te vestieen ei de aandacht
beide Wethouders dat®UI'fenieester en de
pnjs er voor zou moeten geven. den
zooaH «,ln aie tW6e voorstellen
ter en WethZders^LZ om
wZeZZJf;.5™nd.terwijl er hier S
Be VOORZITTER acht d,+
geroepen de eigendommen van de ge
meente te bewaren en mogen er nW»
vervreemden zonder t °en e.r mets van
raad ^,,.i toestemming van den
raad. Spreker sternt toe, dat er v
geen geld van komt, doch het is met
welke waarde het heeft. Dit geval kL
niet <rp.liiiir otoiia L &evai kan
Stuk Trotktoi"teIle^met den Verkoop
men
r van een
a11e grond binnen de kom is
altijd iets meer waard dan die er buiten Fr
dan een kwestie nn m€er
del?' X???1 Vaf Burgemeester en Wethou-
vaard. algemeene stemmen aan-
15. Verzoek van A. Donze tot a,fvoering
zoek mgekomen het navolgende ver-
KrSraat ZZ 6rf' t<5t °mstreeks de
mfo ao omstreeks achthonderd meter
en €gge' van wegen en voetpaden af te
van hn'tdaar Tj n°g 31 eens ^st ondervinden
van het openstaan der dammen, waardZ de
daf te^ aZ0Uden loopen in een adders
Zten om® klIMe" verw^ken buiten ons
Gehoord het advies van het bestnnr vnr. a
Margarethapolder, stellen BuSmeestZ en
heschikkem TO°r' af^Z6nd °P h<* ^rzoek te
bek'eken6r FIjORjUSSE heeft de situatie daar
bekeken, en passeert er ook wel eens Fr
wordt van dezen weg weinig gebruik ge-
Sna Hs? hS hCt -nU werkelijk van zoo'n be
Jang, dat deze met wordt afgevoerdDp
,21 ^St,Z*te5?aS» en Zond«g» kaa
atsluiten. Spreker heeft gedacht, dat dit mis
sehien mogelijk zou zijn, hoewel Donze niet
e recht heeft iemand te verbieden er over
tc ^ciEn.
De heer H. de Feijter kan beter dan apre-
ker weten hoe de situatie -daar is. Hij vraagt
of deze den weg noodig 'heeft om naar het
land te gaan.
De heer H. DE FEUTER antwoord toe-
stemmend.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat uit
het advies blijkt, dat het van belang is dat
de weg met wordt afgevoerd van den legger
van wegen en voetpaden. Er loopt bovendien
een procedure over deze kwestie, die pas aan
ta gang is, zoodat het bezwaren zou kunnen
hebben, hierop thans in te gaan. Burgemees
ter en Wethouders meenden dan ook, den weg
om den betrokkene ter wiile te zijn, niet te
moeten bewandelen zonder het bestuur van
a en Margarethapolder, dat ter zake kundi-g*
is, hie rover te hebben gevraagd van advies te
dienen.
De heer MAAS is ter plaatse zeer goed be
kend. Er staat in het verzoek, dat er van
den weg weinig gebruik wordt gemaakt. Dat
is waar. Er komen echter altijd menschen
door, die te voet naar de Val gaan. Er staat
in het adres, dat het voorkomt, dat ze de
dammen open laten, dit zal hoogst zelden ge-
beuren, en spreker heeft er nog nooit van
gehoord, dat er kwaad gedan is. Menschen,
die een beetje gezond verstand hebben. doen
dat niet.
Er ligt daar van Jan de Regt een kavel
land, waar menschen van Othene op werken,
die met de fiets heen en weer naar het land
gaan. En dan is het bekend, dat het tusschen
den middag met den tijd zeer nauw aangezet
is. Indien dan ook besloten zou worden, dien
weg op te heffen, zouden die menschen een
heel grooten omweg moeten maken. Spreker
kan er zich daarom best mee vereenigen, dat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt aangenomen.
De heer H. DE FEUTER kan zich ver
eenigen met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, daar er onder den zeedijk een
man in een huisje woont en waar zou die heen
moeten, als de weg afgevoerd was? Die man
moet toch uitweg hebben.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
(Wordt vervolgd.