PHILIPS
Voorkomt verkoudheid en keelpijn.
Administratiebureau Z. C. EGKHARDT
Type 470A Prijs: f 89.-
Buitenland
Hypolkck
Lypcthckcn
Tegen
zeerbe-
scheiden
prijs geeft
de Philips
470A U volop
te genieten.Een
groot aantal zen-
ders komf krach-
tig, zuiver en rustig
door. Oe royale zon-
neschaal vergemakke-
lijkt de stationskeuze.
Ook op de kortegolf ont-
vangt U een reeks zenders
schitterend. Alleen de groot-
ste radio-industrie ter wereld
beschikte over de middelen,om
een matigen aankoopprijs met
zooveel overwaarde te beloonen!
NIEUWE SERIE 1938-1939
In prijzen vanaf f 89.-
VOOR DE SPAANSCHE VLUCHTELINGEN.
DE NED. HERV. RADLO-OMROEP EN DE
NED. HERV. KERK.
beschikbaar op landerijen en huizen
Rente vanaf 3'/2 °/o
Axelschestraat 38a - TERNEUZEN - Telef. 172
TERNEUZEN, 3 FEBRUARI 1939,
"H'WHIIIIliHmn.n,
66
Ingez. Med.
lieht. Hij zal ons een krachtige prikkel zijn,,
am met alle nergie, die in ons is, voort te
werken aan het ons gestelde doel. Op deze
-wijze hopen wiji met de middelen, die ons
ten dienste staan, op ons terrein een bij-drage
te kunnen leveren tot den geestelij-ken en
Btoffelijken opbouw van ons volk, welke op-
bou/w Hare Majestei-t zoo zeer ter iiarte gaat.
Een telegram aan Minister Colijn.
Een aantal inwoners van Laren en Biaricum
hebben een telegrtm aan Minister Colijn ge-
zonden, waarin wordt verzocht, dat vanwege
Nederland de helpende hand worde geboden
aan de Spaansche vluchtelingen, die thans ten
getale van duizenden aan de Spaansch-Fran-
edhe grens komen en voor wie Frankrij-k alleen
niet zorgen kan.
,,Toen een toevloed van Joodsche vluchte
lingen onze grenzen belegerde, ald-us het tele
gram, heeft het Nederlandsche volk on-dub-
belzimnig doen bl-ijken van zijn samaritaansche
gezindheid, Overal, ook te Laren-Blarieum,
stonden niet alleen de harten maar ook de
hudzen voor hen open. Wij hebben er geen
mogen ontvamgen.
,,Er zijn in deze twee gemeenten hoofdzake-
lijk r.k. tgezinnen. Zij zullen zonder fcwijfel r.k.
Spaansche vluchtelingen opnemen. Er zijn
hfer Protesitanten en verder menschen van alle
dehkriehtdnigen, die bereid zijn vluchtelingen
op te nemen.
Met aandrang wordt de regeering gevraagd:
„Steekt uit naam van Nederland de hel-
pende hand <uit. De aartsdeken van West
minster vroeg, door talrijke mannen van naam
ondersteund, 50.000 Vluchtelingen in Enge-
land te herbergen. Reeds hebben de Zweed-
sche en Zwi-tsersche bondsregeering een som
gelds gevoteerd tot steun aj.n vluchtelingen
uit Spanje. De Zweed-s-che heeft bovendien
levens- en geneesmiddelen ter -beschik-king ge-
stel'd. Kan de Nederlandsche regeering niet
met eenzelfde gebaar beginnen? Om daama
tevens onze grenzen open te z-etten voor een
niet gering aantal vluchtelingen".
Het c.-h. Tweede Kamerlid Krijger heeft den
Minister van Birmenlan-d-sche Zaken de vol-
gende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat door den zich noemen-
den Nederlandsch-Hervormde Radio-omroep"
zendltrjd is gevraagd met de bedoeling dien
uitsluitend te gebr-ui-ken voor uitzending van
hervormde kerkdiensten, het houden van
iezdngen over onderwerpen, die van belang
zijn voor de Nederlandsch-Hervormde kerk,
besprejking van hetgeen vootvalt op ker,kel-ijk
terrein, het -geven van voorlichting in al die
dingen, die het leven -der kerk raken, van
hervormde zijde de vraagstukken omtrent
kerk, staat en maatsohappij te belichten en
voorfcs aan alle takken van arbe-i-d binnen de
Nederlandsch-Hervormde kerk de gelegenheid
te bieden zich meerderen ingang bij en steun
van ons volk te verzekeren
2. Indien het antwoord bevestigend luidt, is
de Minister dan bereid mede te deelen of en
in hoeverre hern bekend is, op grond waarvan
bedoelde organisatie zich gerechtigd acht zich
te noemen naar de Nederlandsch-Hervormde
kerk en zich te beschouwen zoo niet als orgaan
diier kerk dan toch als bevoagd om haar in-
zicht, d.i. dat van de personen, die namens
haar voor den omroep zullen optreden, aan te
dienen als het inzicht, dat de Nedertands-ch-
Hervormide kerk heeft of uiteraard in over-
eenstemminig met haar belijdenis behoort
te hebben, in vraagstukken, met name van
kerk, staat en maatschappij
3. Is de Minister bekend1, dat zeer vele
leden van de Nederlandsch-Hervormde kerk
ambtsdragers en niet-ambtsdragers, hoewel
zij instemmen met de goede toedoelingen van
de oprichters den door -de in vraag 1 bedoelde
organisatie gekozen weg separatisch en mede
daarom strijdig achten met het karakter en
niet bevorderlijtk voor den bloei van de Neder
landsch-Hervormde kerk?
4. Indien uit het antwoord op vraag 2 zou
blijken, dat de daarin bedoelde bevoegdheid
niet bestaat, althans den Minister niet bekend
is en dat de Nede rl andsch-H e rvo rmde kerk
zelf zich niet -heeft uitgesp-roken betreffende
hetgeen waarover onder haar leden geen over-
eenstemmdng bestaat, is de Minister dan be
reid mede te deelen dat, indien een of meer
andere organisatie® van leden van de Neder
landsch-Hervormde kerk eveneen-s am zend-
tijd zouden verzoeken, deze zullen worden
behandeld op vo-et van -gelijkheid met de in
vraag 1 bedoelde organisatie
5. Is -de Minister bereid anderen kerken,
indien zij den wensoh daartoe te kennen geven,
voor de uitzending van kerkdiensten, onder de
noodige waarborgen, dezelfde rechten te ver-
leenen als zijn toegekend aan de tot -het ver-
band der „Gereformeerde kerken" -behoorende
plaatselijike kerk van Bloem-endaal?
OECON. TOENADERING TUSSCHEN
NEDERLAND EN BELGIE.
Een rede van den heer Ph. van Isacker.
Aan den maaltijd ter gelegenheid van het
vierde lustrum van de R.K. werkgeversver-
eeni-ging in het diocees 's-Hertogenbosch,
heeft de Belgische oud-minister van handel
en nij.verheidi Ph. van Isacker een rede uitge-
sproken.
-De heer Van Isiac-ker begon, blijkens de N.
R. Crt. met te verklaren, dat de hartelijke
-geestdrift, waarmede het Nederlandsche volk
Roiling Leopold b-ij zijn bezoek heeft b-egroet,
-in Belgie diep-en indruk heeft ge-maakt, en
hij verklaarde er zich van o-vertuigd, dat het
bezoek van K-oningin Wilhelmina in al de
lagen der Belgische hevo-lking een warme
geestdrift zal opw-ekken. Nooit wellicht, in
-het verleden, is zoo sterk tot uiting gekome-n
dat het Nederlandsche en Belgische volk n-aar
t'oenadering zceken. De genegenheid van
onze twee vo-rstelijke huizen vo-or elkander is
overgegaan tot de heel-e bevolking van d-e
beide landen. Voor hen, die in officieele oom-
missies en andere bevoegde organismen naar
de practisohe middelen zoeken om, op gelijk
we-lk gebied, de toen-adering te bewerkstelh-
gen, is deze gunstige atmosfeer een reden om
met geestdrift te arbeicienze geeft de zeker-
heid, dat onze pogingen niet vruchteloos zul
len zijn. En zoo vaak is de taak van de Per-
man-ente Economische Nederlan-ds-c-h-Belgisch-
Lux-emburgsche Commissie, die sedert April
1.-1. het vraagstuk van onze oeconomische toe-
nadering in studie heeft genomen, werkelijk
een aangename taak.
Spr. wees ero-p, dat niet pas- sedert enkele
m-aanden het probleem van de oeconomische
toenaderin-g tusschen Nederland en Bel-gie is
gesteld. Re-eds korte jaren na de gebeurte-
nissen van 1830 verklaarde een man van
hooge beteekenis, minister Lebeau, in 1839 in
de Belgische Kamer van Volksvertegenwo-or-
digers, dat de ware zending van Belgie en het
wel-begrepen eigenbelang van dit land dient
gezocht in een steeds inni-ger samen-werking
met Nederland, vooral op het oeconomisch
terrein. Sedert Lebeau is het in Belgie als
een traditie gew-orden, dat de meest klaar-
ziende staatslieden, iedermiaal zich een gele
genheid voordeed om deze toenadeiing te be-
werkstelligen, deze n-ooit lieten voorbijgaan
en zelfs met de meeste verreikende resuita-
ten hebben nagestreefd.
Ik heb me wel eens de vraag gesteld, zeide
spr., waarom voor den wereldoorlog pogingen,
op -gezaghehbend mitiatief ondernom-en en
geleid door perso-nalit-eiten van hooge betee
kenis, prac-tisch zonder tastbare resultaten
gebleven. IndPrdaad, tot op den voor-
avond van den oorlog, waren de oeconomi
sche banden tusschen Nederland en Belgie
met nauwer aamgesloten dan tusschen een
van onze beide landen en -gelijk weik ander
land van Europa. Misschien is dat wel, om-
dat naast de innxge begeerte die wij badden
om toenaderinig te zoeken, de volstrekte
noo'd!zakehjikheid om deze toenadering tot
stand te hrengen onvoldo-ende werd gevoeld.
De evolutie van den wereldlhandel, in de laat-
ste decennia van de 19e eeuw en meer nog in
de voor-oo r logs che jaren van de huidige eeuw,
gi-ng snel en onafgebroken naar steeds bree
der verruiming. Wij, Nederlanders en Belgen,
die van- ruime hand-elsbetrekkingen met het
buitenland mo-eten leven, omdat onze eenige
sup-erioriteit de-ze is van een gunstige, ligging,
hebben in deze j-aren van steeds meer toene-
m-enden vrijhande-1 een oeconomischen- bloei
gevond-en, die op treffemde wijze dioor de
handelsstatistieiken wordt bewezen.
Het was ge-en noodzakelijkheid, dat we on-
derling n-aar n-auwere toenadering zochten,
verm-i-ts we de toenadering hadd-en met haast
alle handeidrijVende naties van de wereld.
Daarin, zoo wil het spr. voorkomen, is de ver-
klaring te zoeken van dit bij een oppervlak-
kige besoh-ou-wing onverklaarb-are varschijn-
sel, dat we niet hebben tot stand gebracht
wat we beiden zeer -siterk begeerden en
waamaar de beste onder onze staatsheden
hebben gestreefd.
Sedert den oorlog en vooral s-e-dert den aan-
vang van de o-aconomisoh-e crisis zijn de toe-
standen veranderd. De weelde, die we ons
vo-or den oorlog mochten gunnen om het
vraagstuk van de toenadering tusschen Ne
derland en Belgie te houden op heit terrein
van een zuiver acad-emisohe discus-sie, is
thans niet meer t-oegelaten. We zijn verplicht
naar relaties te zoeken. Wat sedert lang
door onze beide landen werd hegeerd, is
thans een noodzakelijkheid geworden. Na den
oorlog hebben Nederland en Belgie, gedu-
remde de jaren die de oeconomische crisis zijn
voorafgegaan-, de traditie van vroeger hemo-
men. Waar intemationale oeconomische be-
sprekingen plaats grepen, traden steeds een-
drac-htig de vertegenwoordigers van onze
beide landen op, om het vrijhandeisideaal te
-verdedigen. In dit verband herannerde spr.
aan de pogingen om dit ideaal te doen zege-
vieren op de besprekinigen van Geneve in
1927. Het was een Belg, staa tsministe r
Theunis, die de conferentie van 1927 voorzat
en minister-ipresiderut Colijn had het voo-rzdt-
terschap van de vo-omaamste afdeeling aan-
vaard.
Na de conferentie van 19-27 en de nieuwe
handelsbesprekingen, die te Geneve in 1930
plaats grepen, was het wel duidelijk gewor
den, dat de meest-e naties, en vooral de groote
mogendiheden naar an-dere formules zochten,
dan die vo-or 1914 den welstand aan de wereld
hadden verzekerd. De oeconomische crisis
was cndertusschen vo-or alle landen voel-baar
gew-o-rden en de eerste scherper afgehjnde
protectionistische m-aatregelen werden getrof-
fen in een reeik-s van landen, die op de wereld-
oeconomi-e een overwegenden invloed hadden.
In korte jaren was haast over de heele we
reld het systeem van vrij-handel vervangen
door bescherming en autarkie. De intematio
nale handelsrelaties waren door deze maat-
regelen in den tijid van slecihts een paar jaren
onder een geheel n-ieuw regiem gesteld. Zoo-
wel in Nederland als in Belgie werd de meest-
begunstigingsclausule, die de bron was ge-
weest van den vroegeren welstand, als een
af te schaffen b-edin-g veroordeeld.
Deze ingrijpende wijzigingen konden niet
anders dan de opvattingen en de houding
van de Nederlanders en de Belgen grondig
influenceer-en. Zij- zijn naar het spr. voo-r-
komt, de aanledding geweest tot een eerste
meer concrete poging tot oeconomische toe
nadering tusschen onze beide landen. Zij
hebben namelij-k -Oslo en Ouohy doen ont-
staaon. Het lijkt wel inderdaad, dat Oslo en
Ouohy h-un verklaring vinden in het verdwij-
nen, zoow-el in Nederland als in Belgie, van-
het geloof aan een toekom-st, die nog zou
steunen op het ste-lsel der bilaterale handels-
aecoorden en de clausule der meestbegunsti-
ging. Wij hebben getracht op een meer he-
perkt terrein ruimere han-delsbetrekkingen
te be-houden nadat deze onmo-gelijk waren
gehleken op het breeder algemeen intema-
tionaal gebie-d.
Het stelsel van de multilaterale verdragen
heeft hij d-e kl-eine landen op al de punten van
d-e kaart van Europa geduren-de enkele jaren
d-e voorkeur gekregen boven de vooro-orl-o-g-
sche fo-rmule van het bilateraal verdrag,
zeker niet omdat men prinoipieel dit stelsel
verkoos, maar alleen omdat het, bij geb-rek
aan veralgemoende handelsvrijheid, dan t-och
nog vrijheid overhet op een beperkt gebied.
Vervo-lgens releveerde spr. waaro-m Ouchy
is gebleven bij een zuiver theoretische poging.
Toen in de lente van 1937 d-e Nederlandsche
m-inister-president Colijn de stat-en van Oslo
heeft uitgenoodigd om de vro-egere onderhan-
delingen te hervatten, hebben we er zorg v-oor
gedragen dat d-e besprekingen bl-ev-en o-p een
terrein, d-at met de objectie van de meestbe-
gunstiging niet kon worden aangevailen. De
„regehng voor de uitbreidinig van de handels-
betrekkingen", getr-o-ffen d-oor de Os-lo-staten
in 1937 was het venh-eugend resultaat van een
paging tot toenadering, waar aan in de eerste
plaats Ned-erland en Belgie bun beste krach-
ten hadden be-steed. Jammer werd de reg-e-
hng afgesl-oten- toen reeds duidelijk de v-oor-
teekenen van de oeconomische depressi-e, die
we thans doormaken, zichthaar waren. En
het pleit voor den realiteitsz-in van onze n-oo-r-
delijke lianden, dat we tegenover dezen nieu-
wen to-estand liever de uitvoering van de
regeling hebben -g-esch-orst dan het gevaar te
loop-en d-e Osl-o-gedaohte d-oor een nieuwe
mislukking bepaald vo-or d-e toeko-ms-t weg te
wisschen.
De-ze gebeurt-enis heeft evenwel den dran-g
naar toenadering speoiaal in Nederland en in
Belgie niet verlamd. Pas was de regeling van
1937 gesohorst of reeds ging men in betide
landen n-aar een nieuwe gelegenheid zoeken
van oeconomische samenwerking. In de
lente van 1938, tijidens de viering van het 7e
lustrum van de Nederlandsche Handels-
kamer van Brussel, werd de Permanente
Econ-omiscthe Nederlandsch-Belgisch-Luxem-
burgsohe Comimissde gesticht. Haar d-o-el is,
buiten een officieele inmenging der regeerin-
gen om, d-e vertegenwoordigers van de groote
oeconomische beiang-en van de drie landen
bij-een te brengen om het terrein van vruoht-
bare onderhandelingen vanwege gouverne-
menteele vertegenwoordigers voor te b-erei-
den. Wij staan aldus vo-or een nieuwe poging
en dit wel in zeer gunstige omstandigheden.
Er is op het gebied van de intemationale
handelsbetrekkingen wel iets gebeurd sedert
de Oslo-staten voor het eerst zijn bijeenge-
komen en het aocoord van Ouchy werd af-ge-
sloten. De voornaamste gebeurtenis is net
afsluiten van de acooorden van Washington.
Deze verdragen doen ons terugdenken aan de
handelsmethoden uit de jaren van vo-or den
oorlog. Alle hebben ze de tolmuren gevoelig
afgebouwd en de clausule van de meestbegun-
stiging heeft de talrijke tarievenverminde-
rin-gen d-oor al de landen toegestaan op heel
het complex van de achttien staten toegepast.
Het komt me voor aldus spr. dat de
oritiek, die we na 1932 tegen de meestbsgun-
stiging hebben uitgeb-raoht, nu wel in zaohter
bewoordingen dient te word-en uitgedmkt.
Zeker is in de wereld de neiging naar autar
kie en overdreven bescherming nog vrij sterk.
Maar zijn de autarkielanden niet reeds aan
het voelen, dat hun stelsel de standing van
de bevolking zeer verlaagt, dat het voor eigen
volk een oorzaak is van stoffelij-k lijden en
het heelemaal nog niet is uitgemaakt, dat
het eindresultaat niet de oeconomische ineen-
storting der autarkielanden zelf zal mee
brengen Daarente-gen zijn to-ch reeds veel
landen in Europa en in de andere werelddee-
ien de nieuwe richting van de Vere-enigde
S-taten bijgetreden. Ik geef toe, dat hun han-
delen ,ndet in alles overeenstemt met de
grondbeginselen, die ze hebben aangenomen.
Er is evenwel in de intemationale han-dels
betrekkingen sedert 1935 een nieuwe geest
gekomen of tenmins-te een nieuwe theoreti
sche positie. Het stelsel1 van de bilaterale
aoc-oorden met de meestbegunstigimgsclausule
is w-edero-m voor de toekmst een moge-Ujk
regiem geworden, dat de ruiiibetrekkingen
onder d-e landen kan beheerschen. Met dit
f-eit hebben wij, Nederlanders en Belgen, re-
kening te ho-uden, nu we, l-an-gs den weg van
de Premanente Economische Commissie, op-
nieuw naar practls-che formules van toenade
ring aan bet zoeken zijn. De formul-e van
Ouchy kunnen we nog wel als een tweede
verdediginigstelling vo-oirtoehouden, voor het
gerval onze hoop in d-e- richting, d-o-or de Ver-
eenigde Staten aangewez-en, opnieu-w een te-
leurstel-ling mo-cht worden. Maar het wil me
voorkomen, dat in de gegeven omstandig
heden niets in onze toenadering van dien
aard mag zijn, d-at het in strijd zou komen
m-et het -grondbeginsel van'd-e meesthegunsti-
ging.
Wlellicht stel-t ge de vraag: is dan nog een
nauwere en speciale same nwerki n g tusschen
Nederland en Belgie mo-gelijik en moet onze
actie zich niet wederom gaan beperken tot
een eenvoudig optreden voor meer vrijheid
over het algemeen, zooals we het hebben ge-
daan voor 1930? Er is natuurlijik een uiter-
ste formule mogelijk, die geenszdns in strijd
is met de meestbegunstigin'g. H-et is deze,
die Belgie en Luxemburg onderiing na den
oorioig hebben aangenomen: de tolunie. Een
tolunie tusschen Nederland en Belgie zult ge
wellicht in Nederland evenzeer als wrj in Bel
gie in de huidige omstandigheden, onmoge-
lijk achten. Het is voldoende de oeconomi
sche intrusting van dp beide landen na te
gaan, den k-ostprijs van de productie, de stan
ding van de bevolking, om onmdddellijk in te
zien, dat wij thans niet aangewezen zrjn op
een zoo innige oeconomische samenwerking.
Bij deze hypothese wensch-te spr. dan ook niet
verder stil t-e blij-ven staan, maar hij b-iijft er-
van overtu-igd, dat buiten de t-o-lunie en buiten
een systeem van preferent-tarieven nog een
ruim veld li-gt van p-ractische middelen om
nader samen te werken. !Hier evenwel past
het over te gaan tot ee-n zeer concreet en ge-
detailleeu'd onderzoek van de ruilmogelijk-
heden tusschen onze beide landen.
IZoowel in Nederland alls in B-elgie hebben
meent spr. menige do-uanemaatregel en
contingenteering in de eerste plaats nade-el
berokkend aan de wederzijdsche handeisbe-
trekkingen. Deze maatregelen vinden weinig
of geen rechtvaardigin-g in de noodzakelijk
heid, die ons geboden was o-m onze markten
te beschermen tegen het protectionisme of de
dumpiingsmethoden van andeire landen. Zij
zijn alleen noodzakelij-k gewees-t omdat in de
beide lanid-e-n de nationale pro-duetie verplicht
was mesr afzet op de binnemmarkt te zoeken.
Het gevol-g ervan was ook een inkrimping
van de hand-elsbetrekkingen tusschen onze
beide landen, wat over het algemeen in het
-nade-e-l zoows-1 van de Nederlandsche als van
de Belgische oeconomie is uitgevallen.
Ik stelde me de vraag zoo zeide- de heer
Van Isacker of een systematdsche herzie-
ning van deze heschermingsmaatregelen, die
in hoofdzaa-k onze wederzijdsche han-delsbe-
trekkmgen hebben ges-chaad, met het prac-ti-
sche program van toenadering is, dat we in
de eerste j-aren moeten ui-tvoer-en. Het zou
van nu af moeten vaststaan, dat in geen ge-
val in de beide landen nog nieuiwe beperkings-
maatregeien worden getro-ffe-n, die meer
speciaal de handeisfoetrekkingen tusschen
Nederland en Belgie schaden. Hierna kan,
met omzichtiigheid en met geleid-elijkheid, in
wederzijdsche toegevingen, naar verruiming
word-en- gestr-eefd.
De uitvoering van een dergelijk program-
ma is een arbeid van langen d-uur, die gron-
dige voorstu-die vraagt. Het is een taak,
waarmede geautoriseerd'e vertegenwoordigers
van de groote oeconomische belangen uit de
beide landen zich moeten belasten; de perma
nente oeconomische commissie kan z.i. de
toenadering ve-rwezenlijken.
SLLNKEND REGEERINGSGEBIED
IN CATALONIE.
De orde aan de grens keert terug.
Uit de beriohten, di-e d-e laaste dagen zijn
bmneng-ekomen b-lijkt, dat Franco's tr-oep-en
dagelij-ks nieuwe stukken van Catalonie in
be-zlt nemen. De bezs-tting van de k-ust-
pl-aatsen Oalella, Pineda en Malgrat nabij de
bo-cht waar de weg van Barcelona naar het
Noorden buigt, -wijst erop, dat de nationa-
listen de grens van de provincie Gferona zijn
gen-a-derd, welker hoofdplaats een der zetels
van de repu-blik-ednsche regeering vomit.
Langs d-en weg, die van Barcelona recht
naar het Noorden over Vich leidt, is de recht-
sche ^'oorh-oede, zooals ge-meld, deze laaste
plaats zoover genaderd, dat zij onder het be-
reik van de artilierie ligt. Nog verder naar
het Westen staan de oprukkende tro-epen op
eenige kilo-meters van Berga, t-erwijl zij aan
den voet van de Pyreneeen Se-o de Urgell
naderen. De burgerbevolking h-ee-ft de stad
verdaten in de richting van Puigcerda, waar
de vrouwen en kiuderen wel over de Fransche
grens zullen gaan.
Er zijn ook beriohten, volgens welke Seo de
Urgell reeds omsingeld zou zijn. Valt deze
plaats, dan verhinde-rd niets meer dten natio-
nalisten snel op te rufcken langs den grooten
weg naar Puigcerda.
De stroom van vluchtelingen over de Fran
sche grens is overigens eenigszins vermin-
derd. De weg van Fi-gueras naar Le Perthus
is nu weer v-riji, afgeizien van incidenteel-e op-
stoppingen.
In h-et communique van het ministerie van
landsverdediging te Gerona wordt medege-
deeld, dat de republikeins-che troepen aan het
front in Catalonie in eenige s-ectoren tegen-
stand bieden. De rechts-che troepen hebben
er hun stellingen iets verheterd.
Overigens wordt opnieuw tegengesproken,
dat zich in de gelederen der regeeringstroe-
pen manschap-pen zo-uden bevinden van de
lie, 13-e en 15de brigade. De intemationale
commissie kan zich van de onjuistheid dezer
beweiringen van d-en vijand vergewissen.
Gisteren is de Cortes bijeen gekomen, op
een plaats, die tot op het laatste oogenblik
geheim is gehouden.
Verder blij-kt, dat door d-e bezet-ting van
Barcelona twee duikibooten in Franco's han
d-en zijn gevallen.
Krachtige taal van Miaja.
De republikeinsc-he opperbeivelhebber aan
het front van Estrama-dura, gene-raal Miaja,
heeft in een onderhoud met de Londensehe
Evening Standard verklaard, dat hij van een
bezoek aan de vijf le-gers in Centraal Sp-anje
den indruk h-eeft gekregen, dat zijn mannen
tot den laatsten druppel -b-loed zullen stand-
houden. Laat niemand de iilusde hebben, al
dus Miaja, dat de oorlog sp-oedig voorbij zal
zijn, omdat Barcelona is gevallen. Er is geen
kwestie van overgave en wij hopen slechts,
dat zij, die nu aan het h-oofd der democrati-
sche -staten staan, sp-oedig hun- vergissing
zullen inzien. Wij, bezltten nog steeds ge
heel Centraal Sfranje en de hoofdstad Madrid.
Wij hebben in 1937 de Italianen in den Gua
dalajara op de vlucht gedreven, wij bekom-
mer-en cms er niet om, hoe sterk thans de aan-
vallers zijn. U kunt het Britsche publiek
■vert-ellen, dat wij verder veohten, besloo-t
Miaja.
De autoriteiten te Burgos achten de rnoge-
iijkh-eid niet uitgesloten dat de repiuiblikein-
sch-e regeering aan Engeland en Frankrijik
een le-ening zal vragen, z-ooals ook aan Tsje-
oho-Sl-oiwakije verstrekt werd.
De burgemee-ster van Algiers heeft in een
telegram aan Daladier en Bonnet medege-
deel-d, dat Algiers geen Spaansche vluchte
lingen kan opnemen weg-ens de onder de in
landers heerschende werklo-osheid en hot ge
vaar voor het verspreiden van extremisti-sche
leerstellin-gen.
BUITENLANDSCHE SCHEPEN DOOR
JAPANNERS AANGEiHOUDEN.
De Britsche marineautori-te-iten hebben den
Japanners -verzocht, onmiddeDijk uitleg te
geven van de re-denen, waarom het E-ngelsche
schip ,,S-t. Vincent de Paul", dat thans te
Sjanghai is aangekomen, aangehouden was.
De Japanners hebben beloofd, heden uitleg-
ging te zullen geven.
-Het Britsche schip is met twee Noorsche
booten bij Haitsjo-u aangehouden, toen men
be-zig was met de lossing. Een douane-vaar-
tui-g en twee torpedobootjagers brachten de
schepen naar Tsingtao op. De Noorsche
schepen stel-den zi-ch in verbinding met Sjang
hai, waama de Britsche marine-autoriteiten,
gewaarschu-wd door de reeders van de ,,St.
Vincent", den kruiser Birmingham" naar
Tsingtao zonden. Deze kruiser heeft het
Britsche schip van. Tsingtao af begeleid. zon
der dat de Japanners optraden.
DE B.B.C. BLLJFT IN HET DUITSCH
ZENDEN.
In gezaghe-bbende k-ringen te Londen ver-
klaart men, dat de British Broadcasting Cor
poration in het geheel niet voomemens is
haar uitzendingen van- nieuiwsberichten in de
Duitsohe taal, waarmede zij in September
van het vorige jaar begon-nen is, te staken.
De rede van Chamberlain is in samenvatting
in h-et Duitsch uitgezonden. Mien herinnert
in dit verband aan de passage in de rede van
Hitler in den Rijksdag, waarin hij zeide dat
DuitsichiTand op radio-uitzend-ingen in zeke-re
landen, -bestemd voor Duitschland een pas-
send antwoord zou we-ten te vinden.
OP SEN DAG 12.000 VLUCHTELINGEN.
'Het totale aantal Spaansohe vluchtelingen,
dat het station Bordeaux-Saint Jean is ge-
passeerd, heeft op 6<5n dag Woensdag
12.000 personen bedragen.
Al deze ongeluk-kigen zijn door de prefecto-
rale en gemeentelijke autoriteiten gevoed al-
vorens naar de versohillende centra te wor
den gediriceerd, waar zij onderdak zullen
vinden.
KUNSTSCHATTEN ZOUDEN NAAR
FRANKRIJK WORDEN VERVOERD.
United Press mel-dt uit Parijs:
Het is zee-r g-oed mogelijik, dat die Spaan
sche kiunstwerken voor de dterde maal sedert
de 2 jaar, dat de tourgeroorl-og duurt, zullen
verhuizen. M-en veronderstel't, dat zij van
hun huidige schuilplaats in het kasteel Pere-
lades, in d-e nabijhe-id van Figu-eras, de vol-
gende -weeik naar het Louvre zullen worden
overge-bracht.
OOe kunststukken, welke in het kasteel ziJn
opgeborgen, zouden een waarde van- meer dan
4 billioen goudpesetas (van voor den oorlog)
vertegenwoordigen. De Spaansche ambassa-
d-eur h-seft Bonnet ge-durende het weekelnde
tweemaal bezocht teneinde van de zijd-e -van
Frankrij-k garanties te verkrijigen, -voordat
toestemming tot het verzenden van de kunst-
werken gegeven zal worden. Onder deze ga
ranties izouden worden -verstaan, de verzeke-
ringen van de zdjde van Frankrijik, dat doze
kun-stschatten aan de Spaansche regeeripg
zullen worden teruggegeven wanneer de oor
log eenmaal beeindigd zal zjjn, onverschillig
wie deizen zal' win-nen.
Mochten ech-ter de huidige fronten gesta-
biliseerd worden, dan besehouwt de Spaan
sche regeering het Pareladeskasteel als vol
doende veilig en zouden de kostbaarheden
dus m Catalonie blijven. In het tegenover-
geste-lde geval zal a.s. week met het vervoer
van de kunsts-chatten worden hegonnen.
Ivorol-gebruikers zijn zelden verkouden en
hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta
den mond dagelijks grondig desinfecteert.
FRANSCHE SOLDATEN SNELLEN INGE-
SNEEUWDE VLUCHTELINGEN TE HULP.
H-onderdvijftig vrouwen en 400 kinderen
zijn geduire-nde 2 dagen door de sneeuw inge-
sloten geweest in een bouwvalUge kapel in
de Pyreneeen, toen zij op weg waren naar
Frankrijk.
-Een afdeeling Fransche bergtroepen van
60 man, geassisteerd door vrijtwilligers, trok,
van voedsel en sleden vo-orzien, de grena over
cm d-e yl-uchbelimgen uit hun benarde positie
te bevrijden. Na een toch-t van 8 -uur, langs
smalle, besneeuwde -bergp-aadjes, bereikten
de kapel. In geen tiwee dagen hadden de
vrouwen en kinderen eenig voedsel gehad.
Vier -kinderen waren reeds doodgevroren,
slechts enkelen van de vrouwen en kinderen
konden nog loopen.
Aangezien spoedig hulp geboden moest
worden, ondemam men direct, hoewel het
nacht was, den terugtocht. Aan de grens
werden de vluchtelingen opgewacht door
vraohtauto's, waarmee ze naar veildger plaat-
sen werden vervoe-rd.
WALVISCHTRAAN VERKOCHT.
Een gedeelte van de in het vorige jaar door
de Engelsche regeering gekoohte 100.000 ton
walvis-chtraanals reserve in -gevallen van
1 evensmiddelenschaarschte is verkocht. Men
is echter niet van plan het houden van een
perm-anenten voorraad op te geven. De
traanverbruikers zouden de verplichting op
zic-h hebben geno-men, eenzelfde hoeveelheid
te-ru-g te leveren onafhankelijk van prijs-
schomm e-lingen
Hoewel walvischtr-aan ongeveer drie jaar
zonder schadel'ijke gevolgen kan worden be-
waard, acht men het better, de voorradwi
walvischtraan van tijd tot tijd door versche
te vervangen.
UK
CURSUSSEN LUCHTBESCHERMING.
-Wij vestigen nogm-aals dringend- de aan-
da-cht op het groote belang van het volgen
van opgemelde cursussen.
Notg veel te we-indg wordt de noodzaak ge
voeld, dat minstens ccn persoon in een ge-
zin, de gedragslijnen weett, waaraan hi} zich
te houden heeft, om 1 ij:f en goed zooveel
mogelij-k te beschermen in tijden van oorlog
en luchtgevaar. Nog talloozen blijken onver-
schi-llig te zjjn en traag en willen alles uit ge-
makzucht maar aan de Overhead overllaten.
De Overhead- echter kan, niets bereiken zon
der de medewerktog der burgers. Als er
vij-andelijike vliegtuigen naderen, -kan zrj
waarlijk niet meer de burgers Ieeren zich zelf
te beschermen; zij heeft dan de handen vol
met de verdediging van algemeene belangen.
H-et zwaartepunt ligt ibij de -houding der
bu-rgerij-; die althans d-e eerste, eenvoudige
beginsele-n van zelfbes-cherming dient te
we-ten.
H-ier I-igt ook een gewichtige taak voor de
vrouwen, op -wie niet zelden juist in tijden
van oorlog een groote verantwoordedijkheid
rust, wanneer de mannen in actieven mili-
tairen ddenst zijn. Het s-temt tot groote
blijdsc-h-ap, dat vele vrouwen van Temeuzem
blijk hebben gegeven hun roepdng te ver
staan.
Men -late zich toch vooral niet bepraten
door saboteurs, wiier eenig streven is om af
te breken en het goede in hun medeburgers
te dooden.
De cursussen voor de tweede groep ziutllen
worden gehouden op de Woensdagen 8, 15 en
22 Februari en 1 Maart a.s., des avonds van
7y29y2 uur in de boveoizaal van hotel De
Vrieze aan de M-arkt. Gelijk bekend, worden
ze geleid door den heer Dr. C. Campagne, 1
leeraar aan de R.H.B.S. a-lhier, en H. Bier-
man, 1-uit. k-ol. b.d., te Middel-burg.
Nog een vijftig a zestigtal personen kunnen
in de tweede groep deelnemen. Men kan ztcb
opgeven bij dien secretar-is der afdeeling Ned
Vereeniging tot Lucht-bescherming, Mr. G
Ti-chelman, Scheld-ekade 30, tel. 189.
LUXOR-THEATER.
Marie Walewska-
Marie Walews-ka is een film, die vraagt om
tw6e sterke persoonlijikheden, en op d-en voor-
grond staat niet de vrouw maar de man, en
deze man is Napoleon. Men h-eeft den Fran-
schen acteu-r Charles Boyer verweten, dat zjjn
Napoleon niet precies zoo was als Bonaparte
uit de geschiedenis-boeken. Maar zijn Napo
leon leeft. Hij weet een uitbeelding te geven
van een d-omineerend karakter. En d!us staat
-hij op het eerste plan. Wronski was die man,
die door Anna Karenina werd- beonind, en
Armand de man, dien Marguerite Gauthier
lief -had, maar Marie Walewska is de vrouw
wie Napoleon's onstuimig veriangen en later
zijin domineerende liefde gol<l Greta Garbo's
persoon, haar perso-onlijkheid is er niet naar
om op het tweede plan gedrongen te worden.
Wat h-aar optreden heeft verloren aan myste-
rie, heeft het aan diepte gewonnen. Zij, is in
d-eze film niet La Garbo, zjj werd Marie
Walewska.
Aldus overdenkt een taelangstellende, aan
wier beschouwing wij hi-er -gaarne plaats in-
ruimen. Zij concentreert en het is begrjj-
pelijk haar aandacht op de persoon van
Greta Garbo, maar -het is een feit, dat men
haar ook rammer zo-o goed zag spelen als
than®, tegenover de zeer merkwaardige,
boeiende, we zouden, haast s-chrijven sensa-
tioneele prestatie van Charles Boyer.
Men heeft Napoleon herhaaldeljjk uitge-