slag- clezen stap niet aan zou durven, kan men later ook geen aamspraken laten gelden. De heer Koopman heeft opgemerkt, dat d'e re-gee ring als zoodimi'g geen geldi heeft, doch dat dit geld van d'e belastingbetalers, en dais ook van ons, afkomstig is. En dat is ook zoo. Alle bezwaren en mo'eilijkheden die er zijn, zullen misschien niet uit den weg te ruimen zijn. doch spreker wijst er op, dat de water- leiciing maatschappij toch een soepele hoarding aianmemt. Zoo sprak hij vorige week een in- won er dier gemeente, die bij den d'ireetenr der waterlaiding maatschappij geweest was, en aansluiting had verzocht, doch dleze niet kon verkrijgen, daar de gemeente Zaamslag niet aangesloten was. Eenige da-gen later kreeg spreker die vrouw vain diem betrokkene hij zich, die hem verzocht nogmaals een poging te* wagem om tot aanslniting van hun perceel te komen. Spreker heeft hierop een brief naar den directeur geschreven en naar aanleiding diaarvan bezoek ontvangen van een ambtenaar der waterleiding maatschappij. Het gevolg van een en a.ndter is geweest, dat thans de eerste aanslniting in de gemeente Zaamslag tot stand gekomen is, en dat na 1 Januari a.s met den aanleg een begin zal gemaakt worden De betrokkene komt, indien de gemeente be sluit tot aansluiting, ook in aanmerking voor de premie die door de waterleiding maatschap pij gegeven wordt. Men moet bus niet zeggen, dat er in de ge meente geen menschen zijn, die naar d'e water leiding snakken. Dit betrof hier iemand die op de grens der gemeente Axel woonde, en werkelijk in nood zat. De^ heer DE JON'GE geeft te kennen, dat er reeds zooveel leden het woord over deize kwestie -gevoerd hebben. Ten eerste is begon- nen de heer Maas, die gezegd heeft, dat er goed en voldoende waiter bij de ingezetenen aanwezig is. Het mag misschien waar zijn, dat men over goed regenwater beschikt, doch wat put- 'en welwater betreft, dit is toch niet geschikt voor menschelijk -gehruik. En indien er voldoemidie water was, zou de waterleiding niet tot stand' behoeven te komen. Spreker is het 't meeste cans met wethouder De Feijter, zooals die de zaak heeft uiteengezet. Hij staat op het standpoint, dat hij den eed heeft af- gelegd het beste te -zullen zoeken voor de ge meente. En waar wethouder De Feijter ge- sproken heeft over het brandgevaar en de moeilijkheden om in een peri ode van droo-gte een eventueelan brand te blusschen, meent spreker dlat hierin voorzien moet worden. De heer De Visser noemt die waterleiiding luxe. Als luxe beschouwt spreker het aanschaffen van een raddotoestel, of het meubileeren van een kamer, doch de aanleg van een waterlei ding kan spreker niet als luxe beschdfcwen. Men moest het integendeel, naar zijn meenimg, toejuichen dlat aan den tijd diat er 6, 7 men schen zich in een bakje water wasschen, een eind gemaakt wordt. Wat de scholenkwestie betreft, sprelcer kan niet aniders zeggen dan dat de hygiene voor de kinderen van groot helang is, en dat niet genoeg gedaan kan worden om d'e gezomd- heid van die jeugd te hevorderen. Dat dit van de gemeentefina-ncien een offer vergt, is niet te misgaan. Alles bij elkaar genomen heeft ook spreker het voor en tegen ter dege over- wogen, en zal hij zich aansluiten hij d'e meer- derheid van Burgemeesrber en Wethouders. Hij is van oordeel, dlat dit de best mo-gelijke op- loss ing is. De heer HAAK meent, dat thans alle leden over deze kwestie het woord gevoerd hebben behalve spreker. Dit heeft zijn oorzaak. Bur- gemeester en Wethouders zijn geiwoon den raad een goed menu voor te zetten, doch het dessert is voor spreker een zu.re appel, en hij zal moeten besludten daarin te bijten of niet. Misschien is die appel ook wel bevroren. Spreker heeft zich thans opizettelijk afzijdig gehouden. Aansluithaar zijn de perceelen, die op een afstand van 40 meter van een hoofd- buis zijn gelegen en daaronder behoort de woning van spreker niet, zoodat hij niet van de waterleiding kan profiteeren. Dit vindt hij jammer. Er is naar voren gebracht, dat er water genoeg zou zijn, doch spreker be- twijfelt dit sterk en is van meening dat er wel degelijk gebrek aan water heerscht. Tereoht heeft de heer De Visser naar voren gebracht, dat men zich daarvoor niet basee- ren mag op een of twee droge jaren, die voor- gekomen zijn. Men heeft echter in den loop der jaren kunnen constateeren, dat er tijdens den zomer in een groot aantal huizen gebrek aan water heerscht. Eh ook heeft spreker gezien, dat het beestiaal onder het gebrek aan water leed. En het is voor het beestiaal toch van groot helang, dat het voldoende water drinken kan. Meestal moet het zich in den zomer echter behelpen met modder water. Er is dus wel degelijk gehrek aan water. Omtrent de kwaliteit van het water is naar voren gebracht, dat dit goed was. Doch ook daarvan heeft men moeten constateeren, dat het op verschillende plaatsen veel en veel te wenschen overiiet. Als men ziet wat er dik- wijls uit de regenfoakken komt, als ze schoon- gemaakt wordt, doet spreker tot de over- tuiging komen, dat men voor de hygiene het leidingwater moet prefereeren. Andere -be zwaren, die er tegen de waterleiding zijn, zoo als de financieele bezwaren b.v., kan spreker omderschrijven. Als men nagaat dat de gemeente Zaamslag in het eerste jaar moet opbrengen f 4900, welk bedrag geleidelijk opklimt tot 8000 dan vindt spreker dat er inderdaad oip de gemeente Zaamslag een nieuwe be lasting gelegd wordt. Doch het is met het water hetzelfde geval als met de electricitedt, als men het nut er van voldoende heeft leeren kennen, le-ert men dit ook waardeeren. De heer De Visser heeft gezegd, en dit is ook bestreden, dat de brandkranen geld kos- ten. Inderdaad is het zoo, dat, als er 50 kranen geplaatst worden, dit de gemeente f 250 kost. Daarin heeft de heer De Visser gelijk. Doch wat een groot voordeel heeft men daarvan niet bij brand. Welke voordeelen heeft men dan niet, die zijn ook ontzettend groot en wegen, niaiar spreke-rs meening, tegen de offers, die gebracht moeten worden, op. Andere sprekers hebben er op gezdnspeeld, dat er gelden uit het Werkfonds voor de Waterleidingmaatschappij beschikbaar zijn ge- steld, o:m de waterleiding naar andere streken te brengen. In den breede is do-or wethouder De Feijter uiteengezet, dat daarvan dan an- deren profiteeren, terecht heeft de heer Koop man gezegd, dat ook wij daaraan mee moeten beta! en. Spreker meent dan ook, dat ook hij door den zuren appel heen zal moeten bijten, zoo als gezegd heeft hij zich opzettelijk op den aohtergrond gehouden, oradat hij als land- bouiwer en ver van de leading af wonende, er niet van mee zal kunnen profiteeren. Doch dat neemt niet weg, dat hij ook den eed heeft afgelegd, de belangen der bevolking te zuillen dienen. Spreker gelooft dat het voor de anderen, eveneens voor hem, een moeilijke beslissing geweest is en het zou hem spijten indien deze belangrijke zaak thans met een kleine raadsmaerderheid ingang zou vlnden. Naar zijn meening moet een zoo groote zaak in het algemeen door een ruime meerderheid worden aanvaard. De kwestie wat een ieder betalen moet is niet zoo eenvoudig. In het voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft spreker gezien, dat er enkeilen zijn, die 50 ct. per maand zullen moeten betalen. Dit aantal is evenwel niet noemenswaard. Er zijn 80 womingen, waarvoor 70 ct. per maand zal moeten worden betaald. Dat is nog geen 2 duhbeltjes per week. 146 woningen moeten 90 ct. per maand betalen, wat neerkomt op goad 20 ct. per week. Dat zijn toch werkelijk bedragen die te overkomen zijn. De tarieven zijn verd-er cupiklimmende en spreker cijfert het niet weg, dat het daardoor mcgeilijk is, dat de hetaling van het water- geld voor den middenstand bezwaren zal op- leveren. Deze beschikken alien over woningen die grooter zijn dan een woomkamertje, keu- ken en slaapplaats. Toch mag men ook aan deze bezwaren geen overiwegende beteekenis toekennen, want er zijn nog woningen die veel grooter zijn. Spreker wijst er op, dat misn niet alleen kan afgaan op het aidvies van de 93 personen, die vragen, de waterleiding er niet te brengen, aangezien daar tagenover staan adressen van 206 -personen, die aan- dringen op een waterleiding tegen billijike tar-ieven. Hoe denikt men echter weer over dit laat- ste? Wat de een billijk zal noemen, zal de ander niet ballijk kunnen vinden. Men moet evenwel niet zeggen, dat er voor de bevolking groote bedragen mee gemoeid zijn. spreker heeft' zoojuist uiteengezet, waar- op de tarieven neerkomen. Spreker heeft de voor- en nadeelen terdege overiwogen en meent, dat hij gerekend moet worden onder de voorstanders. De VOO'iHZITTER moet beginnen met den leden dank te zeggen voor de zakelijke wijze waarop de besprekingen gevoerd zijn. Deze houding is in overeenstemming met den emst van het onderwerp, dat hesproken werd. Uit den aard der zaak is spreker ook dankbaar aan den directeur der waterleiding maat schappij, diie aangehodlen heeft, zich beschik baar te stellen voor het geven van inlich- tingen. De wijze waarop de voorstanders de water leiding helbben verdedigd, moet spreker respecteeren, ook heeft hij respect voor de leden die als hun overtuiging te kennen gaven, niet voor daze zaak te zijn. De financieele zijde van deze kiwestie is grondig en degelijk bekeken, dat is nuttig en goed, want een dergelijke ernstige zaak dient ook ernstig te worden opgevat. Er zijn over de aansluiting aan de waterleiding verschillende bespre kingen en comite gehouden, deze kwestie is reeds van alle kanten bezien en deize vergade- ring kan niet anders bevatten dan beschou- wingen over hetgeen reeds behandeld is. Er zijn verschillende technische vragen gesteld, die spreker als zijnde niet technisch, niet be- antwoonden kon, kartom, men heeft ten voile gelegenheid gehad, zich hierover te doen in- licbten. De heer De Visser heeft gevraagd wie de kosten voor de aansluiting der scholen maken moest. Alle openbare gehouwen der ge meente moeten van waterleiding worden voorzien. IJet is toch een belang van de eerste orde, dat de scholen, waar de kinderen des volks onderwijs genieten, van waterleiding worden voorzien. Naar sprekers oordeel is de waterleiding voor dergelijke instellingen van groote Ibeteekenis. De heer De Visser heeft verder betwijfeld, dat de rioleering niet in staat zou zijn het meerdere water te ver- werken. De rioleering is wel in o-rde. Spreker moet direct zeggen, dat de rioleering van cuderen datum niet die doorsnede heeft zooals deze thans gemaakt wordt, de rioleering zoo als die de laatste jaren aangelegd is, is uit- stekend geschikt om het te loozen water te verwerken. In het algemeen kan spreker op dit punt den heer De Visser gerust stellen. Ook wat de aansluiting op de rioleering be treft is het tamelijk wel in orde, dit jaar zijn er in de Axelschestraat enkele perceelen ge weest, die niet direct op de rioleering zijn aan gesloten, ihoewel het overgroote percentage wel aangesloten is. Deze hebben in elk geval de kans gehad. Spreker kan aan het reeds gesprokene wei- nig meer toevoegen, na de uitnemende verdedi- ging van dit onderwerp door wethouder De Feijter en anderen. Men kent sprekers stand punt, dat de watervoorziening een belang van de eerste orde i;s. Indien men zou rondkijken in onze pfovincie, ja zelfs in ons geheele vadleirland, dan zal men toch wel tot die con- clusie komen, dat de -gemeente Zaamslag lang niet de eerste geweest is om aan te sluiten. De waterleiding is begonnen in de groote steden, waar ze ahsoluut niet gemist kon worden. Vandaair is ze ook overgekomen naar het platteland. De eerste waterleiding ten plattelande is die op Zuid-Bevelandi geweest. Deze is than® reedis meer dan 25 jaar oud. Wethouder De Feijter heeft gaschetst hoe deze waterleiding geslaiagdi is, hij heeft ook mel ding gemaakt van het geval-BoTSsele, waar men ten slotte ook tot aansluiting is over- ge-gaan, en waar men de waterleiding niet meer zou willen missen. De heer Koopman heeft gewezen op die wiajterleidingan op Schou- wen-Duivelainid, op Tholen, en in West-Bra bant, waar die waterleiding ook overal doar- ged'rongen is. Zoo mag men zeggen, dat er wateifeidihgen zijn in onis geheele land, he- halve naar ispreker meent in Drenthe. Tenslotte is d'e waterleiding ook in Zeeuwsch- Vlaanideren gekomen, na een worsteling. In d'en aa-nvang heeft men er de gemeente Zaam slag nooit tusschen weten be krijgen, deze heeft zich op den achtergrond gehouden. Thans is voor diit doel gesticht een naamlooze ven- nootschap, die, niaiar spreker overtuigd is, op een goede basis staat, ien de gemeiente thans in dte gelegenheid Stelt om aan te sluiten. Naar zijn oordeel is daarvoor thans het tijd- stip ook aangebroken om aan te sluiten. De waterlaidiing is van een, groot hyglenisch belang, en dit kan pas tot zijn recht komen, als men over het water beschikt. Er is ireeds veel gesproken over de kwestie of men goed water heeft of niet. Spreker moet toestemmen, dat men nog niet altijd goed1 water heeft, al komt men er niet van om. Bij ,dien toestand van vroeger, zooals de heer Ma,3is die geschetst heeft, kwam de be volking ook niet om, doch alle ledien zullen het met spreker eens zijn, dat het zeer goed en nuttig is geweest, dat in den toestand, dat men zijn water uit een tonnetje kreeg, vetr- beterimg i,s gekomen. Dat het voor hepaalde menschen financieel niet gemakkelijk zsil zijn, is een feit dat spre ker graag wil erkennen. Dat het voor die menschen moeilijkheden zal opleveren om ui'tgaven, te doen, die ook weer gedekt moe ten worden. moet sprekeir toestemmen. Doch het is een zaak van zoo groot algemeen he lang dat men najar zijn oordeel niet mag nalaten dit besluit te nemen, ten gunste van de geheele bevolking. Dat er dwang moet worden toegepast hij zooiets als den bouw van een waterleiding. dat zoo groote financieele offers vralagt, en waarmede zulke groote risiico's gemoeid zijn, is iets dat niet te misgaan is>. Mien kan nu eenmaal voor een d'ergelijk werk niiet afhan- kelijk zijn van het wel en wee der inwoners, indien er een ,dergelijke aamctie niet achter zat, zou het mogelijk zijn, dat zoo'n zaak reeds bij de geboorte sneuvelde, wat op finan cieel gebied een ramp zou beteekenen voor het geheele district. De heer KOOPMAN wil te zijner verdedi- ging iets zeggen. De heer Haak heeft gezegd, dat het hem als laindbouweir geweldig spij.t, dat hij niet in de termen valt om aan te slui ten aan die waterleiding omdat hij er te ver vandaan woo.nt, omdat hij van meeniUg is, dat ook die landbouwers de waterleiding hard noodig hebben, hetzij ,dat zij een briandkraan hebben op het erf, hetzij voor drinkwater voor het vee. Er is spreker eens gezegd, door een deskumdiige, dat hij aan een beest kon zien, welk water het ged'ronken had. De heer Haak meent, dat het spijtig is, dat de heele bevol king niet van de waterleiding kan profiteeren. Spreker zou ten aanzien hiervan de opmerking willen, maken, dat het hiermedie zal gaan als met het electrisch licht. Dit aan het adres van aen heer Haak. Toen het electrisch licht hier kwam, had niemand kunnen profiteeren, dat er zoo n, animo zou komen om aan te sluiten. Vorige week b.v. was spreker in ,d)en Kam- pei'schem hoek. Wie ziet spreker daar, een ambtenaar van de P.Z.E.M., die de bewoners wraagt of zij zim hebben om op het electrisch licht aangesloten te worden. Indien men dit bij den aanvang van de1 electrische verhchtiing geprofi'teerd, had1, zou men hem niet voor vol aangezien hebben. Zoo zal het mot het water net eender gaan. Natuurlijk kan men thans de resultaten nog niet overzien1, dlaarvoor is tijd en eenige opoffering noodig. De directeiur d'er waterleidingmaatschappij heeft ve-rteld, cat de maatschappij om d'e winst de gemeente niet noodig heeft, want de zaak marcheert goed. Doch krachtens zijn ambt heeft hij de rnoreele verplichting zooveel gemeenten als mogelijk zal zijn, aan te sluiten. Er wordt thans voldoende winst gemaakt, om ook zonder de gemeente Zaamslag het bedrijf goed te kunhen exploiteeren. Er wordt een resiervefonds gevormd om ook dte mind'er gunstige projecten te kunnen aansluiten, en is het eenmaial zoo ver, dan kan men verder zien. Dan is het ook niet onmogelijik, dat de landbouwers, waarover de heer Haak sprak, in de gelegenheid zullen zijn om ,aan te sluiten. Doch dlan moet de gemeente eerst beginnen met aan te sluiten. Er is verder opgemerkt, dat er een zeker percentage der bevolking zal zijn, dat aan- Siiiiting nooit zal kunnen betalen. Doch dlaar- bij moet men er rekenimg mee houden, dat een zeker percentage nooit zal behoeven aan te sluiten. Spreker bedoelt hier geen percen tage menschen, doch woningen. Er zal ook wel rekening mee worden ge houden, wie er van buiten kunnen blijven. Men wil thans het publiek aan het gebruik viam water leeren wennien, en ongetwijfeld zal ook na verloop van een zeker aantal jaren, indien er veel aansluitingen zijn, en de moge- lijkheid bestaat, het tarief ook we'l verlaagd worden. Verder zou spreker nog willen vra gen of in het be,d,i!ag dat bereikt moet wor den. de bedragen die de gemeente voor de openbare gehouwen en de brandkranen moet betalen, ook begrepen zijn. De VOORZ1TTER meent, dat de heer Koop man bedoelt de openbare scholen ein de ge- meentegebouwen. De opbrengst die genoemci is, is die total© geldtelijke opbrengst, waarin alles begrepen is. De heer A.. DE FEIJTER zegt, dlat dit zijn de jaarontvangstendie in dte gemeente i Zaamslag bereikt moeten worden. De heer KOOPMAN merkt op, dat dit heel wat verlicht, indien ook dte openbare gehou wen en dte1 brandkranen in die opbrengst be grepen zijn. De heer DE KOEIJER moet na dit uitstapje van den heer Koopman opmerken, dat zijn vergelijking met het licht in den Kamperschen hoek niet opgaat. Wat het licht betreft, daarin is ieder vrij, of hij electrisch licht nemen wil of niet, dat moeten de menschen zelf weten, zij worden tot niets varplicht. Doch bij de waterleiding rust op de inwoners de verplichting om aan te slui'ten. En dan wil spreker nog een opmerking maken omtrent hetgeen gezegd is omtrent de brandslangen dat er minder noodig zullen zijn. Is dit wer kelijk waar? Indien er brand nitbreekt bui ten het dorp, moet men toch over brandslan- gen beschikken, zoodiat spreker betwijfelt of er werkelijk zooveel minder noodig zullen zijn. Watergebrek voor het vee is er zeldzaam. Bovendien is het de vraag of dte landbouwers kunnen aansluiten aan de waterleiding. In de derde plaats is gezegd', dlalt men een pl'icht heeft als raadsiid. Nu ligt het er maar aan, hoe men diien plicht opvat. Spreker heeft ook den eed gezworen, de belangen der ge meente naar beste weten te dienen, em hij meent, dit op deze wijze te moeten doen. Spreker herhaalt, dat hij die' nood'zakelijkheid, vain den aanleg van de waterleiding niet in>- zi'et. Deze zaak is reeds in den breede he sproken. Spreker zal er thans verder weinig van zeggen, doch hij kan geen vrijheid vin den, zijn stem voor aansluiting uit te bren gen, en zal dan ook tegen stemmen. De VOORZITTER antwoordt, dat de bezui- niging wat dte brandsliangen betreft, geen be- zuiniging van de eerste orde is. Men kan niet zeggen. dat er geen slangen meer nood'ig zul len zijn, .als er brandkranen geplaatst zijn. Voor de buiten-omgeving zal men altijd slan gen noodig hebben, dabfrvoor moet natuurlijk steeds vold'oende materiaal aanwezig zijn. Niattemin schuilt hierin wel eenig profijt, al mag men niet direct zeggen, dat het een be- zuimiging van de eerste orde inhoudt. De heer A. DE FEIJ1ER meent dat dit in de toekomst wel -het geval zal zijn. Indien er op een hofstede brand uitibreekt, is men als regel voor hlusdhwater aangewezen op den put. Men behoeft dan toch niet de uiter- ste hoeveelheid brandslangen aan te schaffen die men thans heeft. De VOORZITTER merkt ap, naar voren ge bracht te hebben, dlat hierin well eenige be- zuiniging zitten zal, al is het dan geen be zuinjging van de eerste orde. De heer DE KOEIJER merkt op, dat er wat de landbouwers betreft, slechts enkele zullen kunnen aansluiten en dan uitsluitend zij, wier woningen langs het buizennet ge legen zijn. De VOO'RZITTBR wijst er op, dat de water leading zoo is geiprojecteerd, dat vanaf Axel een aftakking wordt gemaakt, naar de kom, het Veer, Reuizenhoek en dat vanaf de Moffen- sohans de leiding naar Othene gelegd wordt, waaraan iedere landihouwer, wiens woning daar langs gelegen is, zal kunnen aansluiten. Een andere landbouwer kan ook wel aan sluiten, doch dit gaat met groote kosten ge- paard. Wht de Kampersche Hoek betreft, de P.Z.E.M. heeft daar een complex boerderijen aangesloten en zal thans ook trachten, de be woners daar aan het net aangesloten te krijgen. Het gemeemtelbestuur zou indertijd ook graag de geheele gemeente van licht voorzien hebben, ook den Kamperschen Hoek, doch verkeerde daartoe niet in de gelegenheid, Thans bereikt men met de waterleiding een groot percentage der aansluitbare woningen, men heeft er thans in totaal 664, dat is tame lijk veel. De heer DE JOiNGiE vraagt, of de mogelijk held bestaat, voor de menschen van buiten die niet kunnen aansluiten, een kraan be> sphikhaar te stellen, waaruit het water °-e- distribueerd kan worden. Be VOORZITTER anitwoordt, dat ter sprake gebracht ds d'e mogelij'kheid om een standipijp te plaatsen en van daaruit water fceschiikibaar te stellen v.oor degenen die er ge brek aan hebben en niet van de aansluiting aan de watarleidlihg kunnen profiteeren. De heer DE JiONGlE aeht dit in elk geval een tegemoetko'indng. De heer HAAK merkt omtrent de kwestie die de heer De Koeijer naar voren gebracht heeft, op, diat hij geweizen heeft op gebrek aan drinkwater voor het vee, omdat verschil lende sprekers naar voren gebracht hebben, dat er voldoende water was en er de laatste 2 jaren slechts gebrek aan water zou zijn ge weest voor menschen en dier. Wat de heer Koopman gezegd heeft, dat men zien kon welk water een beest gedronken heeft, is ge- beuid op Zuid-Beveland. Daar was iemand, die aangesloten was op de waterleiding en wiens beiesten ook leidingwater dronken, ter- wijl daarnaast de dieren van een niet-iaange- sloten boer modderwater moesten drinken. En nu geheurde het dat de dieren die leiding water dronken, er beter uitzagen dan de beesten die zich met modderwater tevreden moesten stellen. De heer De Koeijer brengt naar voren dat hij den eed heeft afgelegd en meent den op zich genomen plicht te vervullen door tegen de waterleiding te stemmen. Spreker heeft dit gezegd omreden, dat spreker en verschil- ende andere landbouwers van de waterleiding" verstoken moeten blijven. Niettemin acht hij het als raadsiid zijn plicht, zich voor de waterleiding te verklaren. Iemand wiens ge- weten hem zegt, dat hij er tegen moet zijn, is naar zijn meening even goed verantwoord en doet even goed' zijn plioht. De VOORZITTER meent, dat thans een be- sussing genomen moet woriden. 'De heer HAAK wil nog even een inlichting vragen. In het voorstel van Burgemeester en Wethoudens staat, „dat de uitvoering der „werk'zaamheden moet geschieden in een ,,periode van werkloosheid, zoo mogelijk nog ,,in het voorjaar van 1939 en uitsluitend door ,,ailbeiders uit deze gemeente, voorzooiver het ugeen technische aangelegenheden betreft". opieaer acm dit iogascii en een heel goedo voorwaardie. Men moet dan evenwel met dit werk niet half den zomer beginnen, doch wel in een tijd diat er weinig werk is, en er zoo- cioemdte veel werkloosheid is. Spreker acht di't van groot belang, an juicht dteze voor- wiaarde zeer toe. De VOORZITTER d'eelt medie, dlat Burge meester en Wethouders dlit als voorwaarde voorgestei'd hebben omdat zij meenden, dat dit .die beste oplossing wiaiS' om dten aanleg zoo rendlabel mogelijk voor de gemeente te helpen makeln. De heer HAAK meent, dat d'e gemeente werklooze arbeidlers genoeg heeft. De VOORZITTER wijst er op, dlat ook het onderhoud der bestrating voor 2 jaar ten laste dter waterleidingmaatsichappij komt. De heer KOOPMAN wil nog even Be VOORZITTER: U hebt in tweedte in- staintie reeds het woord gevoerd. De hear FLORUSSE merkt op, dlat in de confarentie met den directeur d'er waterlei- dingmaatschappij de kwastiei dar loonen ook naar voren is gebracht, en dat hierbij loonen zijn ganoemd van 28, 30 en 35 ct. Spreker geeft in overweging, ni'et dte laags.te loonen vast te stellen, doch loonen van 30 tot 32 cent. Wellicht is dit voor d'en raad geen' punt van overweging, doch spreker is van oordeel, dat men die niet naar den allerlaagsten kant nemen moet. De VOORZITTER acht dte' opmerking vain den heer Florusse zeer juist. Spireker weet niet, welken loonnorm te Axel gegoldan heeft. Spreker stelt er ook prijs op, dat bij het werk een behoorlijk loon1 verd'iend wordt. Bur gemeester en Wethoudters zullien daar ook aan den ken. Zij kunnen zich evenwel niet vast- leggen, wat dte basis van het loon betreft. De heer VISSER geeft in overweiging, de normem van het landelijk contract aan ,te nemen. De VOORZITTER laicht het best mogelijk, dat deze norm aangenomen wordt. De heer KOOPMAN zou het nu volgende niet te sprake brengen al® hij er niet van overtuigd was, dat het voorstel van Burge meester en Wethouders aangenomen zou wor den. Het gaat er echter door, en daarom brengt spreker dlit ter sprake. Er is hem niedegedeeld, dat men ten opzichte van laat maar zeggen e,en gasfitter, die heeft men hier in de gemeente niet, niet zoo soepel is wat het keu/ren1 van' die bintmenlteiidiingan betreft als wanneer de aannemer viam de waterleiding het doet. •Spreker heeft dit niet onderzocht. Hij was voornemens hierover naar dten directeur te gaan, doch het weer was er de laatste dagen te ongunistig voor. Spreker hoopt, dat het- geen h:j gezegd heeft, grootendeels onwaar is, doch hem is medegedeeld, d'at die technisch amhtenaair, die de binn en aansluitingen moet keu.ren niet zoo vlug komt wanneer het een particuliere fitter, dan wanneer dte aannemer zelf de aansluiting verzorgt. Spreker geeft in overweging, dat Burgemeester en Wet houders het voor elkaar zien te krijgen, dat de middenstand'ers uit de gemeente, die dit werk ook goed kunnen doen, hiertoe ook de bevoegdheid krijgen, en dat iedersi terrein goed' wordt afgebakend. De menschen van Zaam slag dienen daarvoor ook in de gelegenheid te zijn. Spreker heeft hooren verluidien, dlat de keurinig enz. stroever werkt indien een aansluiting door een particuliere fitter wordt gedaan dan wanneer dit geschiedt door den aannemer. Spreker deelt dit medte, opdat Burgemeester en' Wethouders wenschen in dit opzicht kunnen med'edeelen aan dten directeur. De VOORZITTER zal niet vergeten hieirop de a.andacht te vestigen. De veranbwoorde- iijkheid vooi de leidingen ligt echter men moet ait in het oog houden niet bij Bur gemeester en Wethouders, doch bij de wiaiter- leiding maatschappij. Burgemeester en Wet houders zullen echter den gevraagdien wenk geven. De heer KOOPMAN wijst er op, dat zoodra de leidin.gen aongelegdl zijn, deze geperst moe ten worden. En nu duurt het veel langer voor dit kan gebeuren als er een pairticiulier de lei- d;ng aangelegd heeft, dan wanneer dit dbor den aannemer gedaan is. 'Spreker geeft slechts weer hetgeen hem gezegd is door den hierbij betrokkene, die het echter wel weten kan. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 7 tegen 4 stem- men. Voor stemmen de heer en Koopman, Hame- link, Wisse, Florusse, Haak, De Jonge en A. de Feijter; tegen stemmen dte heeren De Vis ser, Maas, De Koeijer en H. dte Feijter. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders ous met 7 tegen 4 stemmen is aangenomen. Het is een gewicbtig besluit, vain ver sitrek- kende beteekenis, en spreker hoopt, dat het van dien aard mag zijn, dat het een gunstige ontwikkeling der gemeente bevordtert, en. van blijvenden zegan moge zijn voor de gemeente en haar inwoners. 9. Omvraag. a. De heer MAAS heeft in de vorige raad.5- zitting een verzoek gedaan voor de inwoners van Othene om daar te mogen stempelen. Dit verzoek is in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld. Toen spreker daarovefr het woord gevoerd heeft, heeft hij gezegd, er van overtuigd te zijn, dlat het niet gemakke lijk zijn zou, omdat men; er dan ook van andere buurtschappen op zou aandringen, zoo als De Griete, die Eemdragt, het Poontje enz. Doch spreker heeft ook omar voren gebracht om alle kastrekk'ers eenmiaial per week naar Zaamslag te doen komen om te stempelen 3 weken geledten heeft spreker vernomen, dat Burgemeester en Wethouder® op dit verzoek een 'afwijzende beschikking hadden genomen. De VOORZITTER antwoordt, dat toen de heer Maas deze kwestie ter tafel heeft ge bracht, hij dit eenigszins heeft verdedigd, doch dat spreker in zijn anitwoord reeds had inge- lochten, dat het moeilijkheden met zich zou brengen om dit verzoek in te willigen. Bur gemeester en Wethouders moeten toezien, dht er niet te veel variatie in komt. Spreker heeft toen ook reeds gezegd, dat, indien ze niet naar Zaamslag zouden moeten komen, ait voor hen lichamelijk gemakkelijkar zou zijn, doch d'at hij meend'e, dat het nu niet zoo'n groot bez,waar was, om te komen stempelen. De heer DE VISSER merkt op, dat het een ont spanning is voor iemand die geen werk heeft. De VOORZITTER geeft te kennen, dat uit den aard dter zaak de kastrekkers eenmiaal per week gecontroleerd worden. Burgemeester en "Vtethouders wenschen evenwel in de regaling niet teveel variatie .te brenigen. Indien dit voor de menschen van Othene zou toegestaan worden, zouden anderen, die even ver van het dorp af wonen, met hetzelfde recht kunnen komen. Dit was een motief. Doch er is nog een ander. Er zijn ook menschen die een kas- toeslag krijgen, en die moeten toch zeker komen. Het percentage menschen, dat dan tbuis zou kunnen blijven zou daardbor zeer klein worden!. De heer MAAS geeft te kennen, dat ziin beodehng is, dat alle kastrekkers maar een maal per week niet niaiar het dorp zouden moeten komen om te stempelen. Dat iemand die 1 astoeslag krijgt, iederen dag moet komen. dat begrijpt hij. Spreker meent, dat dit komen stempelen voor iemainds eergevoel zoo ver- nederend is. Hij heeft het groote voorrecht gehad, dat hij dazed morgan voor dte eerste maal in dit jaiar is moeten komen, en dan heeft hij steeds het idee, dat men an het dorp staat te kijken: ,,.daar heb je Kees Maas, die igaat stempelen" iHet is voor spreker zeer moeilijk om dien gang te maken, dat doet zeer. En als men zooals nu, door de sneeuw heen moest komen,, valt het ook niet mee. De heer Visser zegt nu wel, dat het een ontspamning is, doch ails men v-ani Othene door de sneeuw moet komen, blijft men ook liever thuis. De heer DE VISSER merkt op, dat men ook wel eens liever niet naar zijn werk gaat, als men werk geeft. De heer MAAS meen't, dat 1 keer per week voor dte kastrekkers best kan. De heier FLORUSSE geeft te kenneni, dat er dan geen controle op is. Demogelijkheid is dan niet uitgesloten, dat iemand uit Othene een dag werk zou kunnen krijgen en die dan natuurlijk neemt. In Axel heeft men het ook een tijidje gedaan, maar men is er vanzelf weer op teruggekomen, omdat er verschillende klachten blnnenkiwamen. Spreker heeft wel vernomen van iemand, die ging stempelen en daarna nog 3 schaft ging werken. De heer MAAS meent, d'at men de werk loosheid zou moeten ondervinden om er van te kunnen praten. De heer DE VISSER merkt op, dat het toch is, zooals hij gezegd heeft. Het moet toch een ontspanmng zijn voor de menschen die op Othene wonen en in de Griete en in den Een- tiragt, om naar Zaamslag te komen als men een heelen langen dag niets te doen .heeft De hear FLORUSSE is er vandaag ook aoor geboikst. En gisteren heeft hij do°or de sneeuiw ook 60 K.M. op de fiets moeten af- leggen. .De heer DE VISSER acht het een ziekeliik streven van den heer Maas. De overheid heeft maatregelen genomen om controle op de werkloazen uit te oefenen en de voorsehrif- ten verbieden ahsoluut hetgeen de heer Maas voorstelt. Men scihiet er niets mee op. En wat betreft, dat men er liever niet" door zou gaan, daarop zal spreker maar niet doorgaan, want dan zou men een boom op kunnen zetten tot morgenochtend. Spreker meent, dat de menschen een doel moeten hebben. Over deze heele geschiedenis hangt een zeer droeve waas. Men moet tiachten het moreel van de arbeiders op te knappen. De heer MAAS merkt op, dat de heer De Visser op Zaamslag woont. De heer DE VISSER: Ik hen ook veel op Othene geweest. Be heer MAAS: Vroeger (gelach). Men moest dit van hoogerhand goedvinden. De minister weet niet wat het voor een arbeider beteekent. De VOORZITTER geeft te kennen, dat men deze kwestie goed moot belkijken. Alle steun vereischt controle en zelfs strenge controle. Dit is niet alleen voor den werkloozensteun zoo, doch ook voor andere vormen van steun Burgemeester en Wethouders zijn er verant- woordelijk voor, dat de steunmaatregelen op de juiste wijze worden uiitigevoerd, anders zou net een hopelooze toestand worden. Men ma°' •in dergelijke dingen n.u eenmaal niet te °e° moedslijk en toegeeflijk zijn. Men-kan niet toegeven aan wat men misschien ook graag zou willen, doch moet al die dingen zakelijk bekijken. En indien men dat niet doet, loopt het vast. I>. De heer HAMEILINK heeft in de vori°e vergadermg gevraagd om een lichtpuntje te doen aanbrengen op de Val. 'Hij vraagt of Burgemeesters en Wethouiders dit reeds be keken hebben. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog niet gediaan is. iHet staat op het progi^mma. Waar men thans aan het eind van het jaar is, en de eerste 3 maanden van het verlich- tingsseizoen reeds gepasseerd zijn, -hebben Burgemeester en Wethouders gemeend, dit voor dit jaar nog eens te moeten aanzien. Men moet dan daarvoor nog een accoord sluiten met de P.Z.E.M., zoodat hierover ook nog eenigen tijd zou aanloopen. Spreker weet wel, dat men dit wel kan aanvuren, doch Burgemeester en Wethouders meenden dat het beter was, dit te bekijken en eventueel te besiuiten als het lichtverstrekkingstijdperk voorbij is en dan in het voorjaar er werk van te maken. Misschien kan het dan tegen het vodgend seiizoen voor elkaar z,ijn. Hij vervolgt, dat het mensiohelijkeriwijze ge sproken de laatste vergadering zal zijn, die in 1938 gehouden wordt. Hij danikt alien voor de medewerking, die hij bij het leiden der raadsvergaderiingen heeft mogen ondervinden en die tot een goed verloop daarvan hebben bijigedragen. iHij meent, dat men tevreden mag zijn over den loop die deze genomen hebben. Hij sluit de vergadermg door het uitspreken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 8