blijft 30 of 1343,49, waarvan nog op
de buitengemeenten kan worden verhaald
335,87;
gelet op de Nijverheidsonderwijswet;
b e s 1 u i t
de oprichting van een landbouwhuishoud-
school in de gemeente Terneuzen noodig te
oordeelen.
De beer COLSEN zou dit punt willen be-
spreken tegelijk met punt 7de beslissing
daarover kan van inrvloed zijn op zijn stem.
De VOORZTTTER veronderstelt, dat de
heer Colsen hierbij het oog heeft op het onder
dak brengen van den Landbouwhuishoudcur-
sus, maar dat is buiten de orde.
De heer COLS EN merkt op, dat men, de
stukken nalezende, bij oppervlakkige beschou-
wing tot de conclusie moet komen, dat, als
de gemeenteraad het besluit neemt overeen-
komstig art. 25 der Nijverheidsonderwijswet
en de Z. L. M. bouwt een nieuwe school voor
20.000, de gemeente aan subsidie minder
•kwijt izal zijn dan thans het geval is. Die
conclusie is echter niet juist, want men moet
er ook rekening mee houden, dat de gemeente
de f 400 huiur derft, die ze tegewwoordig trekt
van het lokaal in school C, dat bij dien cur-
sus in gebruik is.
Als de Z. L. M. de huur van dat lokaal op-
zegt, komt dat dus leeg staan. In verband
daanmede zou spreker in de eerste plaats wil
len vragen: k£Ln ihet kantoor van den ge-
meentebouwmeester dan niet in dat leeg-
komende lokaal worden ondergebracht. Spre
ker wil daaromtrent dezen namiddag geen
voorstel doen, doch vraagt, of Burgemeester
en Wethouders de draagkracht van hun voor
stel ten deze goed hebben overzien. Hij wijst
er op, dat elders voor een R.K. landbouw-
school een gewone lagere school is aange-
kocht. De Z. L. M. heeft hier in een daartoe
samengevoegd lokaal in school C geruimen tijd
dien huishoudcursus gegeven. Zou nu, vraagt
hij, de Z. L. M. niet geneiigd zijn am, in plaats
van een nieuwe school te bouwen, 3 lokalen
van school C van de gemeente voor dat doel
te koopen?
De Z. L. M. zou van de ruimte in de school
slechts 3 lokalen noodig hebben. Als ze die
■koaht hield de gemeente er nog 3 over en die
zouden dan kunnen bestemd worden voor
kantoor van den gemeentebouwmeester. De
gemeente bezit daar een groot complex. Men
heeft daar ook het gebouw waarin de Arbeids-
beurs onder dak is gebracht. Dat is een
woning met ook allemaal kleine kamers. Die
installing zou misschien ook nog in de school
kunnen gevestigd worden en het tegenwoor-
dige kantoor weer als woning kunnen worden
bestemd. Dit zijn denkbeelden, die bij spreker
zijn gerezen. Hij begrijpt wel, dat daarover
vanimiddag niet allemaal kan worden beslist,
maar het kan toch worden overwogen en dan
zou hij dezen namiddag ook niet wenschen te
beslissen over het bij'bouwen van een kantoor
voor gemeentewerken bij de remise. Hij ge-
voelt niet veel voor het bouwen van die nieuwe
lokalen, als er kans is dat de gemeente loka
len vrij krijgt.
De VOORZITTER merkt op, dat deze uit-
eenzetting eigenlijk buiten de agenda gaat en
beter bij punt 7 op zijn plaats zou zijn. Thans
is alleen aan de orde de vraag, of de raad het
wenschelijk acht, dat d'e landbouwhuishoud-
school hier komt en hij gelooft, dat daarover
niet veel verschil van meening zal zijn.
De heer DE K'RAKER stemt toe, dat er
over de wenschelijkheid der vestiging van een
huishoudschool wel weinig verschil van ge-
Voelen zal bestaan, maar hem komt het be
drag van 20.000, voor het bouwen eener
nieuwe school, nogal hoog voor. Maken ze
van de lokalen veel gebruik?
De heer OOLSEN betoogt, naar aanleiding
ider opmerking van den Voorzitt'er, dat, als
de raad op de thans gestelde vraag ,,ja" zegt,
dat de Z.L.M. dan de gelden die ze vraagt
ook krijgt en zelfstandig kan handelen.
De VOORZITTER deelt medie, dat een denk
beeld, als door den heer Colsen geopperd, in
de conferentie met het bestuur der Z.L.M. niet
is besproken. Mogelijk zullen zij zelf wel
willen bouwen.
De heer LAMBREidHTSEN VAN RITTHEM
Eigenlijk komt het er op neer, dat door ons
principieel beslist wordt, of een nieuwe school
voor de Z.L.M. noodig is.
De heer't GILDE merkt op, dat het een ver-
toand houdt met het andere. Als de raad zich
uitspreekt de school noodig te oordeelen,
spreekt het van zelf, dat er ook ruimte voor
moet zijn. Als de raad ja zegt, kunnen ze
beginnen met de stichting.
De VOORZITTER: Dan kunnen ze inder-
daiad gaan bouwen.
De heer 't GILDE erkent, dat dit toch van
invloed kan zijn op de verdere plannen der
gemeente ter voorziening in kantoorruimte
voor gemeentewerken.
De VOORZITTER acht het beter, dit bij
punt 7 te besproken. Het gaat thans alleen
over de noodzakelijkheid der school, niet over
•het onderdak.
De heer VERLINDE wijst er op, dat de
heer Colsen het denkbeeld oppert, of ze mis
schien een deel van school C zouden willen
koopen, maar ze vragen eigenlijk geld om een
school te bouwen. Moeten we daar genoegen
mee nemen?
De VOORZITTER herhaalt, dat de raad
moet beslissen over de noodzakelijkheid der
school.
De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM
Dat zou dus alleen het principe betreffen.
Maar hoever strekt dat besluit overigens?
De heer DE VOS: Dat de Z.L.M. dan geheel
vrij staat en doen kan wat ze wil.
De VOORZITTER: Als men in een of an-
deren zin invloed zou willen uitoefenen zou
men het besluit moeten verbinden aan het
denkbeeld van den heer Colsen.
De heer COLSEN zou, daarom het voorstel
willen terug verwijzen naar Burgemeester en
Wethouders en het college tevens opdragen
te trachten een deel der school aan de Z.L.M.
te verkoopen. Als ze dat dan niet willen doen
of er te weinig voor geven, kunnen we nog
besluiten.
De heer DEN HAMER merkt op, dat het
bedrag der kosten voor de Z.L.M. geen ver
schil zal maken. Die staat daar toch buiten,
aangezien het rijk 70 der kosten betaalt
en de gemeente de andere 30 De vereeni-
ging zelf blijft dus buiten het geding. Als de
Z.L.M. de school moest koopen, dan wordt
dat toch door het rijk en de gemeente betaald.
In verband met de besprekingen wijst spreker
er op, dat de kostenberekening door de Z.L.M.
is opgemaakt in verband met den op f 20.000
berekenden bouw eener nieuwe school. Maar
als de raad nu een besluit neemt, legt hij zich
toch niet aan dien nieuwbouw vast?
De VOORZITTER: Dan legt de raad zich
alleen vast voor de exploitatie.
De heer DEN HAMER bespreekt de conse-
quenties van het voorstel van den heer Colsen.
Indien de Z.L.M. zou overgaan tot het koopen
van 3 lokalen van school C, wordt er dan geld
bespaard
De heer VERLINDE meent, dat er dan aan
vast zit het bouwen eener nieuwe openbare
school.
De VOORZITTER: Of wel dat de Z.L.M.
bouwt.
De heer VERLINDE meent, dat het, als het
denkbeeld van den heer Colsen kon verwezen-
Irjkt worden, nooit anders zou kunnen uit-
komen, dan dat de gemeente meer geld kwijt
zal zijn, dan volgens de voorstellen van Burge
meester en Wethouders. Er zit wel de be-
doeling bij voor, om de f 2500 voor een te
bouwen kantoor tijdelijk voor gemeentewerken
uit te sparen, docih dan zou men ook, wanneer
er tijdelijk een te bouwen arbeiderswoning
voor in gebruik werd genomen. Als dan ge
meentewerken die niet meer noodig heeft, kan
het gebouw als woning verhuurd worden. Dat
zal dan wel niet zonder eenige verbouwing
gaan, maar kost dan toch wel niet meer dan
f 3000, waarvan men weer de rente trekt.
Wanneer evenwel de school werd verkocht
voor een bedrag van f 20.000 zou de gemeente
voor het bouwen van een nieuwe school een
aanmerkelijk bedrag meer kwijt zijn, want die
zou, gedachtig aan onze ervaring met de
school te Sluiskil wel een 36.000 kosten. Dat
is dus een nogal groot verschil.
De heer OOLSEN stelde dit voor, omdat hij
er tegen is gemeentewerken onderdak te
brengen in lokalen die bij de remise gebouwd
moeten worden.
De heer VERLINDE meent, dat deze kwes-
tie toch in den geest van den heer Colsen
kan worden opgelost, omdat, als de Z.L.M.
bouwt, er toch lokalen in school C leeg komen
te staan.
De VOORZITTERIk wil even opmerken,
dat Burgemeester en Wethouders de vrij
komende lokalen van school C liever voor
onderwijs wenschen te benutten.
De heer VERLINDE: Die lokalen, thans
bij de huishoudschool in gebruik, komen dan
in elk geval vrij.
De VOORZITTER: Er zijn thans voor het
onderwijs 3 lokalen in gebruik, zoodat er ook
drie vrijkomen.
De heer VERLINDE ziet geen aanleiding
om van gemeentewege nu, een 15.000 meer
uit te geven voor een nieuwe school, aangezien
school C een goed gebouw is. Er blijkt toch
nergens uit, dat dit niet voldoende is?
De heer COLSEN: Dat zeg ik niet.
De heer VERLINDEMaar toch zoudt U
deze school willen verkoopen om een nieuwe
te bouwen.
De heer COLSEN meent op deze wijze het
beste mee te werken voor het tot stand
brengen der huishoudschool en ook in het be-
lang der gemeente. Hij zou a! de hiermede
in verband staande onderwerpen willen terurfj
zenden naar Burgemeester en WethoudM
voor nadere beoordeeling. Hij zegt niet,
de school rfiet goed is, maar als daarvan de
drie voorste lokalen worden verkocht, dan
hield de gemeente daar nog een groot com
plex terrein geheel vrij, met grond en al, want
het speelterrein neemt ook een groote opper-
vlakte in beslag. Dat zou dan later allemaal
ten gebruike van gemeentewerken kunnen
komen. Daarentegen breidt de gemeente in
Zuidelijke richting steeds uit en zou het naar
de meening van spreker in het belang van de
kinderen zijn, als er een school in het uit-
breidingsplan der gemeente kon gesticht
worden. Hij meent, dat de raad verplicht is,
daar ook oog voor te hebben.
De VOORZITTER: Maar dan zal de raad,
verondersteld dat het gelukken zou een deel
van school C voor f 20.009 te verkoopen, toch
f 15.000 meer kwijt zijn voor een nieuwe, dat
zien we wel te Sluiskil.
De heer DEN HAMER: Nog wel meer, want
die kost 40.000.
De VOORZITTER stelt in het licht, dat,
wanneer dat denkbeeld van den heer Colsen
uitvoerbaar zou blijken en de Z.L.M. de school-
lokalen die men wil presenteeren voor f 20.000
zou koopen, de zaak daarmede nog niet gered
is, want dan is er nog geen kantoor vrij en
het zou, nog geruimen tijd duren eer die op-
lossing voor elkaar was. Daaraan zouden nog
vele instanties hun goedkeuring moeten ver-
leenen, terwijl de uitbreiding der gemeente-
secretarie met 1 Januari noodig is.
Het is daarom het best, dat de raad zich
thans uitspreekt over de noodzakelijkheid der
uitbreiding van de huishoudschool.
De heer OOLSEN is van oordeel dat, indien
de raad in een volgende vergadering zou weten
dat een nieuweschool f 40.000 zou moeten
kosten, hij dan nog besluiten kon zooals hij
het beste oordeelde. Volgens hem zou die
oplo-ssing aan de gemeente evenwel geen
20.000 kosten. En wat de uitbreiding van
de secretarie betreft, als sprekers plan mocht
doorgaan kon gemeentewerken dan toch tijde
lijk op Java geborgen worden. Er zal daar
dan wel venmoedelijk een of andere woning
van de woningbouwvereeniging die leeg staat
kunnen gehuurd worden.
De heer VAN OADlSAND: Maar die moeten
we dan toch ook weer inrichten!
De heer OOLSENMaar niet voor vast,
dus daar behoeft men niet zooveel aan te
doen. Ik stel daarom voor, alles terug te
sturen naar Burgemeester en Wethouders
voor een grondig onderzoek en om met de
Z.L.M. te onderhandelen. Die kan nu, toch
ook niet bouwen, dus er behoeft niets te ver-
tragen. Nu is er een van de lokalen van
school C toch ook al in gebruik als teeken-
kamer. Als we eenmaal gebouwd hebben, is
het moeilijker om tot een andere oplossing te
komen en met een beetje goeden wil kan er
wel een woning gehuurd worden.
De heer DE, BRUIJN: Is er geen ruimte
in de kopschool?
De heer't GILDE heeft beluisterd, wat door
de verschillende heeren is aangevoerd. Hij
was voomemens, over den voorgestelde bouw
voor gemeentewerken ook iets te zeggen, even
wel bij het desbetreffende punt. Nu er al zoo
veel gezegd is, wil hij op iets anders wijzen,
en wel, dat naar de meening van zijn fractie,
gezorgd dient te worden, dat om de school een
rustige sfeer blijft bestaan. Aan de eene zijde
heeft men nu al het stempellokaal en als men
nu aan de andere zijde der leslokalen ook
meer uitbreiding aan e'en en ander gaat geven,
gelooft hij, dat deze. school wel leelijk in het
gedrang komt. Het betreft hier kleine kin
deren van af 7 jaar, die er het onderwijs moe
ten volgen, en die moet men niet te veel af-
leiden. Voor den voorgenomen bijbouw aan
de remise, zal ook een stuk van de speel-
plaats af moeten genomen worden, en er zal
hoe langer hoe meer gedruisch van de werk-
zaamheden die daar gebeuren en de menschen
die er komen in de school doordringen.
Wanneer Burgemeester en Wethouders het
schoolgebouw en de omgeving geheel willen
gaan gebruiken voor gemeentewerken, dan
zou hij liever zien, dat ze over gingen tot den
bouw eener nieuwe lagere school, al is het dan
ook dat die wel meer zal kosten dan f 40.000,
aangezien de grond hier duurder is dan te
Sluiskil. Daarvoor zou de raad dan echter
niet mogen terugschrikken, aangezien het niet
te voorzien is, dat die grond in de eerste 10
of 15 jaar goedkooper zal worden.
Hij kan er zich dus mee vereenigen, dat dit
punt en punt 7 naar Burgemeester en Wet
houders worden teruggezonden, met verzoek
te trachten hieromtrent met een reeele goede
oplossing te komen.
De heer RIEMENS verklaart zich voor het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De andere heeren bespreken nu andere, zeer
ver strekkende voorstellen, die zoo maar niet
terstond zijn te overzien. O.m. wordt er dan
aan vastgeknoopt, dat uit een groot complex,
aan de gemeente behoorende, een stuk grond,
met het daarop staande gebouw zou worden
verkocht, en dat men daarvan later, bij uit
breiding van een of anderen dienst, spijt zou
kunnen hebben. Hij zou eenvoudig willen be
sluiten aan de Z. L. M. steun te verleenen
en te kennen geven dat wij zijn voor het bou
wen van een nieuwe school.
De heer 't GILDE: Dat vragen ze ook.
De heer RIEMENS meent voorts, dat men
voor mijnheer Van der Griendt een der vrij
komende lokalen zou kunnen inrichten. Hij
kan er niet aan den'ken, dat nu uit deze be
sprekingen zoo maar op eens een nieuwe open-
bare school zou kunnen voortkomen.
De bestaande school is enkele jaren geleden
geheel gere'staureerd. Hij zou aan de voor
stellen zijn goedkeuring willen verleenen, zoo
als deze ter tafel liggen.
De heer 't GILDE kan zich vereenigen, als
men met de school maar los komt van ge
meentewerken. Hij heeft er bezwaar tegen,
aat men in de eene lielft van het gebouw
school zou houden en in de andere helft
gemeentewerken onder dak zou worden
gebracht. De andere schoolhoofden klagen
geregeld over het geloop en het daardoor ver-
oorzaakte leven.
De VOORZITTER: Daarom wenschen wij
hot gebouw ook alleen voor onderwijs te be
nutten.
De heer 't GILDE blijft bezwaar opperen,
om daar bij de remise op een deel van de
speelplaats te gaan bouwen.
De VOORZITTER deelt mede dat het college
van Burgemeester en Wethouders den toe-
stand ook allesbehalve ideaal vindt, maar het
is de goedkoopste oplossing voor de bestaande
behoefte, en zij hebben gemeend momenteei
op deze wijze de gemeentebelangen het beste
te dienen.
De Z. L. M. zal een eigen gebouw wenschen,
en die kwestie moet vrij gehouden worden
van de oplossing voor gemeentewerken.
De heer 't GILDE zou de speelplaats geheel
vrij willen houden voor de schoolkinderen.
De VOORZITTER vraagt, of de raad zich
naar aanleiding van de besprekingen kan ver
eenigen met het voorstel van den heer Colsen
om de besproken punten nader aan te houden.
De heer OOLSEN geeft te kennen, dat hem
een en ander te binnen schoot, bij de kennis-
neimng van het verzoek der Z. L. M.
H^HvOORZittER meent toch, dat het ver-
i Z. L. M. van de andere zaken kon
-wrncr afgescheiden.
■jIDe heer 't GILDE acht, al het aangevoerde
Wn aanmerking nemend, een beslissing nu
moeilijk en zou een betere oplossing dan de
voorgestelde wenschen. Daarom is hij vdor
het voorstel-Colsen.
De VOORZITTER: Maar daar zitteh
zware consequenties aan vast. Dat zou wel
eens een bezwaar kunnen worden.
De heer DEN HAMER had aanvankelijk
voor de denkbeelden van den heer Colsen wel
eenige sympathie, maar bij nadere beschou-
wing is hij tot de overtuiging gekomen, dat
men dan een f 20.000 zal moeten uitgeven.
En aangezien men in dat geval ook een eigen
stuk grond tusschen het eigen perceel zou
kwijt geraken, is hij van meening veranderd
en gevoelt geen behoefte meer aan uitstel.
De uitgaven zouden bij die voorgestelde oplos
sing te groot worden. Hij zal daarom het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
steunen en hij zou alleen aan de betrokken
vereenigingen willen verzoeken, dat ze de
school op de voordeeligste manier oprichten.
Hij kan voorts niet inzien dat het onderwijs
in de school zou worden verontrust door het
vestigen van een kantoor voor gemeentewer
ken bij de remise. Hij zal dus dit voorstel
aanvaarden en straks over punt 7 het zijne
zeggen.
De heer COLSEN geeft te kennen, dat, als
men bezwaar maakt tegen verkoopen, hij er
ook genoegen mee nemen zou, als men aan de
Z. L. M. de noodige lokalen zoiS willen ver-
huren.
De VOORZITTER: Men kan toch wel be-
grijpen, dat de Z. L. M. een school die wij zelf
niet geschikt achten van ons zou huren.
De heer GEELHOEDT is van meening, dat
de Z. L. M., indien zij wenscht te bouwen, dit
geheel naar eigen inzicht zal doen. Als ze
lokalen van de gemeente kochten of huurden,
zouden ze veel kosten moeten maken om die
te verbouwen overeenkomstig de behoefte der
huishoudschool.
Tegen het in de school onderbrengen van
den dienst van gemeentewerken bestaat het
bezwaar, dat het aantal schoolgaande kinde
ren weer kan toenemen, of ook dat door ver-
laging van de leerlingenschaal weer meer
lokalen noodig zijn. Dan zou men met het
kantoor voor gemeentewerken weer in het
gedrang komen.
Overigens is het ook de vraag, of, indien
de raad zou besluiten tot ve-rkoop van de
school aan de Z. L. M. indien deze dat zou
wenschen daarop wel goedkeuring zou wor
den verkregen, want er kan niet gezegd wor
den, dat de school er niet goed uitziet of dat
deze bouwvallig is.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat er
blijkbaar heel wat bezwaren worden aange
voerd, tegen het voorstel betreffende het
onder dak brengen van het kantoor van ge
meentewerken. Doch wat het bezwaar be
treft, dat een deel van de speelplaats der
school in beslag zou worden genomen kan hij
meedeelen, dat het hoofd der school daar-
tegen geen bezwaar heeft gemaakt.
Burgemeester en Wethouders zijn in dit op-
zicht niet over ijs van een naeht gegaan. Het
hoofd der school heeft er zijn goedkeuring
aan verleend.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
wijst op de debatten in de Tweede Kamer
betreffende de leerlingenschaal en de sterke
toezegging van den Minister om verlaging
daarvan te overwegen". Als dat gebeurde,
zouden we dan in school C meer lokalen noo
dig hebben?
De VOORZITTER: Dan zou er 1 lokaal
meer in gebruik moeten worden genomen.
De heer DEES sluit zich aan bij de heeren,
die in verband met den financieelen toestand
der gemeente tot voorzichtigheid aanmanen.
We hebben zegt hij in de vorige verga
dering over het bezuinigen op kleinigheden
uren zitten boomen en thans wordt er hier
over het uitgeven van duizenden guldens ge-
sproken op een manier, dat omwonenden van
onze gemeente wel moeten denken, dat we
hier in Texas wonen en de vogels ons gebra-
den in den mond vliegen. Onze gebraden
Kerstkip lijkt mij echter zeer mager en moet
misschien nog wel verhandeld worden om uit
te komen. Dan blijven slechts de veeren over,
doch, waar we het nu hebben over het stichten
van een landbouwhuishoudschool, kunnen ze
daar misschien van die veeren voor ons nog
wel een pluimpudding klaar maken.
Waar wij intusschen voor de algemeene
ontwikkeling zijn, achten wij deze school niet
overbodig, doch moet de stichting hiervan ons
zoo weinig mogelijk kosten. Ik zal daarom
in dit geval meegaan met en stemmen voor
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer RIEMENS is van meening, dat het
in het belang der zaak is, indien thans over
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt beslist.
De heer COLSEN wil een motie voorstellen,
waarin de raad Burgemeester en Wethouders
verzoekt, de punten 3 en 7 der agenda thans
terug te nemen voor een nadere overweging.
De heer VERLINDE wil zijn stem motivee-
ren die hij vdor het voorstel van Burgemeester
en Wethouders zal uitbrengen. Hij acht het
bouwen eener nieuwe openbare school niet
noodzakelijk. We hebben nu juist een plan
voor een nieuwe school leggen en weten wat
de kosten daarvan zullen zijn. Spreker heeft
het zoo even al gezegd, dat hij graag voor het
openbaar onderwijs aan die zijde der kom een
nieuwe school zou willen hebben, maar toch
acht hij op het oogenblik de tijd nog niet ge
komen om tot het bouwen daarvan over te
gaan, die zou te veel kosten en de geldmidde-
len daarvoor kunnen we thans niet missen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, om de oprichting van een landbouwhuis
houdschool in de gemeente Terneuzen noodig
te oordeelen, wordt alsnu aangenomen met 9
tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Den Hamer, Dees,
De Bruijn, Geelhoedt, Van Cadsand, Verlinde!
Lambrechtsen van Ritthem, Riemens en De
Kraker; tegen stemmen de heeren Colsen,
Van Driel, 't Gilde, De Vos en Van Hecke.
De heer DE VOS verklaart, dat het uitbren
gen zijner stem tegen, niet is gericht tegen
het oprichten der huishoudschool. Zijn fractie
juicht die oprichting toe. De stem tegen
houdt verband met andere oplossingen die in
verband hiermede werden besproken.
5. Wijziging der verordening op den Keu-
ringsdienst van Waren.
In den Keuringsverordening van Waren
wordt schrijven Burgemeester en Wethou
ders in de artikelen 1, 4 en 7 nog ver-
wezen naar de Warenwet 1919 St. 581. Nu
deze wet is vervangen door de Warenwet
1935 S. 793 is het wenschelijk deze verorde
ning hiermede uit administratieve overwegin-
gen in overeenstemming te brengen.
In verband met het bovenstaande stellen
wij U voor de verordening op de keuring van
Waren, vastgesteld in Uw vergaderingen van
16 Maart 1922 en 24 Januari 1929, goedge-
keurd bij Koninklijk besluit van 22 Februari
1936 no. 168 te wijzigen als volgt:
In de artikelen 1, 4 en 7 de woorden ,,Staats-
blad 1919 no. 581" te wijzigen in ,,Staatsblad
1935 no. 793".
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
6. Bouwen van een openbare lagere school
te Sluiskil.
Burgemeester en Wethouders schrijven aan
den gemeenteraad:
In de vorige vergadering is in onze
handen gesteld ter nadere behandeling in de
commissie van bijstand voor gemeentewerken,
het plan tot het bouwen van een openbare
lagere school te Sluiskil.
Dit plan is ter bespreking geweest in de
commissie van bijstand voor openbare werken
en financien. Verschillende ontwerpen zijn
hierbij ter tafel geweest, terwijl ook ter sprake
is gebracht, uitvoering van het werk in eigen
beheer of door een particulier architecten-
bureau.
Ons college geeft er de voorkeur aan, dat
de door gemeentewerken opgemaakte plannen
werd uitgevoerd en stellen U voor de school
te bouwen volgens het plan dat bij de stukken
ter inzage is nedengelegd, t.W. een school zon
der verdieping.
De heer 't GILDE merkt op, dat hij op de
teekening niet een bethoorlijke bergplaats voor
de leermiddelen heeft kunnen ontdekken. Die
is toch noodig?
De VOORZITTERDie koimt boven in de
hal.
De heer DEES: Hetgeen de school betreft
blijkt uit de teekening. Hoe staat het echter
met het meubilair? Moeten er ook nieuwe
schoolbanken worden aangeschaft of kunnen
die uit de oude school te Sluiskil er naar toe?
De "VOORZITTER: Voor zoover die bruik-
fcaar zijn zullen ze in de nieuwe .school ge-
bruikt worden.
De heer VAN CADSANDEr zullen er ver-
moedelijk voor 2 lokalen zijn, voor edn zeker,
maar misschien wel voor 2. In elk geval
wordt hetgeen bruikbaar is overgebracht.
De heer DE BRUIJNZijn er nog goede
kachels
De VOORZITTER: Er komt centrale ver-
warming.
De heer VERLINDE: Als het nog dezelfde
zijn, die ik over een paar jaar gezien heb,
zullen ze niet veel meer zijn.
De heer VAN DRIEL: Die kachels deugen
niet meer.
De heer OOLSENEr zijn vier goede
kachels. Maar, wat wenschen Burgemeester
en Wethouders met den opszichter te doen?
De heer VAN DRIEL: Die blijft.
De heer COLSENHet plan dat we wel-
licht zullen goedkeuren, is gemaakt door dien
opzichter. Ik zou het als raadslid nu niet
mooi vinden, om dien opzichter ook niet te be-
lasten met het toezicht* tijdens den bouw,
maar ik ben wel van meening dat hij dan zoo
vlug mogelijk weg moet en zou daarom zijn
diensttijd willen bepalen op 4 maanden. Hij
heeft mij gezegd, dat de school op 4 maanden
kan gebouwd worden.
De heer VAN CADSAND: Hij heeft mij ge
zegd, dat er 6 maanden voor noodig zijn.
De heer OOLSENDe opzichter is ook bij
mij geweest, om over de hangende kwestie te
spreken en dat neemt hij hern heelemaal niet
kwalijk, ieder loopt voor zijn brood. Maar
hij heeft mij gezegd, dat er 4 maanden voor
noodig was en dan heb ik berekend, wat dat
tegen f 190 per maand kost. Maar als hij nu
later tegen anderen weer anders gaat praten...
De heer 't GILDE: Er zal toch wel een post
zijn voor onvoorzien
De heer COLSENAls hij nu weer anders
gaat praten, dan verandert de zaak, dan zou
ik mijn voorstel om hem te houden weer moe
ten intrekken, want dan komt het veel duur
der, we hebben nu vooreerst nog geen aanbe-
steding...
De heer VAN CADSAND: We zullen toch
wel allemaal begrijpen, dat de voltooiing van
zoo'n bouwwerk niet op een maand is af te
passen Men moet soms wachten op mate
ria,len, er komen ook onwerkbare dagen...
alleen als alles voor- den wind gaat, kan het
op een korten tijd, maar omdat het in de
practijik z6o niet gaat, heeft de opzichter ge
zegd, dat men op een maand of 6 moet reke-
nen.
De heer DEN HAMER kan zich, met be-
trekking tot den opzichter, aansluiten bij den
heer Colsen; men zit er nu eenmaal mee. Nu
deze voor het nieuwe plan alles voor elkaar
heeft gezet, is het ook de meest geschikte
man om de school te bouwen en spreker zal
zich daartegen dan ook niet verzetten. Hij
verlangt echter dat het plan met bekwamen
spoed zal worden uitgevoerd en dat Burge
meester en Wethouders daarom op de aan-
nemers bij overschrijding van den termijn
waarop het gelbouiw moet voltooid zijn, boete
zullen toepassen. iHij is wel van meening, dat
de gemeente ten spoedigste van den opzichter
af moet zjin. Want dat de gemeente reeds
5 maanden met een opzichter zit, vddr met
den bouw der school kan worden begonnen,
dat had anders moeten zijn.
De VOORZITTER: Als we die voorwaarde
stellen, zal de inschrijvingssom veel hooger
zijn, want dan houden de inschrijvers daar
rekening mee.
De heer DEN HAMER: Ja, men moet den
termijn voor voltooiing niet te kort stellen,
maar anders wordt het, als er geen boete is
bepaald, nogal eens gerekt.
De VOORZITTBRNatuurlijk, er moet een
redelijike termijn worden gesteld.
De heei VAN CADSAND: In het vorige be-
stek stond 8 maanden.
De heer DE VOSIk kan mij ook aansluiten
bij de woorden van de heeren Colsen en Den
Hamer, om in dit stadium den opzichter niet
meer te ontslaan, maar zou, toch van de zijde
van Burgemeester en Wethouders de toezeg
ging willen hebben, dat zooiets niet meer zal
voorkomen, want in de vorige vergadering'
waren alle leden het er vrijwel over eens,
dat dit niet was zooals het behoorde.
De VOORZITTER: Ik meen die toezegging
reeds te hebben afgelegd, doch wil die graag
hier herihalen.
De heer DE BRUIJN verklaart zich niet
tevreden over dezen gang van zaken. Hij
meent, dat in de bespreking met de commissie
van Bijstand was afgesproken dat het eerste
plan te duur was en dat de particuliere archi-
tecten in de gelegenheid zouden worden ge
steld een plan in te dienen en dat dan zou
worden igenomen dat het goedkoopst was.
De heer VERLINDE: Daar was er maar
een voor, dat was de heer Riemens. Maai
bij Burgemeester en Wethouders is daarvan
geen sprake geweest.
De heer DE BRUIJNHet was in elk geval
toch wenschelijk geweest zoo te handelen, dan
was het voor de gemente het goedkoopst ge-
worden.
De heer GEELHOEDT: Dat zit nog.
De heer DE BRUIJNDie zouden het wei
willen doen onder voorwaarde, dat, als de be-
stedingssom te hoog hep, zij het onderhandsch
er zelf wel voor zouden willen doen. Er zitten
goede krachten onder.
De heer RIEMENS herinnert, dat hij in de
vorige vergadering heeft bepleit, de particu
liere architecten in de gelegenheid te stellen
voor het indienen van een plan en hij heeft
dat ook gedaan in de Commissie van Bijstand.
Maar, zooals ook door den heer Den Hamer is
gezegd en hoewel hij het betreurt dat de par
ticuliere architecten niet in de gelegenheid
zijn gesteld om mee te dingen, meent hij toch
ook, dat nu de benoemde opzichter niet meer
moet worden ontslagen, doch dat men zoo
vlug mogelijk met het werk moet doorgaan
De heer DE BRUIJN acht het thans voor-
gelegde plan nog te duur. Te Schoondij'ke
staat een school met 4 lokalen die maar
21.000 heeft gekost, terwijl hier 30.000
wordt geraamd.
De heer VAN CADSAND: Dat is de be-
grooting.
De her DE BRUIJNEr is dus kans, dat,
als ze het gaan maken, er nog tekort komt.
De heer VERLINDE betoogt, dat men op
die manier geen vergelijking kan maken. Men
zou dan daarvoor de twee plannen naast
elkaar moeten leggen. We zullen hier wel iets
krijgen dat meer soliede is dan die sehooa te
Schoondijke. Het wordt hier een goed dege-
lij'k gebouw, geheel in orde, met centrale ver-
warming. Het speelterrein van de school te
Schoondijke is b.v. niet verhard. Er is ook
geen gymnastieklokaal. Die school kan dus
met dit plan niet vergeleken worden. Als we 'n
school bouwen, dan behoort die kant en klaar
te zijn. Door den heer Colsen is gezegd, dat
we dat gymnastieklokaal wel kunnen missen,
want dat de kinders gymnastiek genoeg heb
ben. Misschien heeft spreker die gedachten
vroeger ook wel eens gekoesterd, maar dan is
hij tot een andere meening gekomen. Dat
jspelen en stoeien is geen gymnastiek. Dat
moet methodisch worden beoefend en dat onze
kinderen hier dat te weinig doen wreekt zich
later. Dan gevoelt men pas, als men anderen
ziet die wel onderwijs in gymnastiek hebben
gehad, wat er ontbreekt. Daarom behoort
getracht te worden het onderricht in gym
nastiek aan te kweeken en daar is een lokaal
voor noodig. De mogelijkheid bestaat boven-
dien, dat dit onderwijs verplichtend wordt
voorgesehreven en dan moet het toch. Het
gemakkelijkst is het daarom, dat we er nu
maar ineens mee klaar zijn, dan zijn we er
van af.
De heer VAN CADSAND: De heeren moe
ten niet uit het oog verliezen, dat het uit-
en inwendige van een gebouw veel kan uit-
eenloopen, dat men ook rekening moet houden
met de te bebouwen oppervlakte en dat men,
voor wat den prijs betreft met een solied ge
bouw niet kan concurreeren met een dat
minder solied is opgezet.
De heer COLSEN vermeent, dat nu toch
wel is uitgekomen hetgeen hij in de vorige
vergadering met betrekking tot den opzich
ter heeft gezegd, en het staat wel vast, dat,
als spreker toen een voorstel had gedaan om
hem te ontslaan, die man ook met 1 Decem
ber 1.1. weg zou geweest zijn. Na die raads-
zitting is men op gemeentewerken evenwel
met man en macht aan een ander plan be
gonnen. Spreker heeft tegen den man gezegd
dat hij als mensch geen bezwaar tegen hem
had en hem heel flink vond, dat hij trachtte
kans te krijgen dm te blijven, maar hij meent
toch deft heer Den Hamer te moeten opmerken,
dat die opzichter na de besteding toch niet
langer dan een maand of 4 behoeft te blijven?
Na dien termijn kan het werk toch zddver
gevorderd zijn, dat het ongeveer klaar is en
er alleen hier nog een ditje en daar nog een
datje moet gebeuren? En dan zijn de ge
meentebouwmeester of de heer Will doch ook
mans genoeg om na te gaan of die kleinig
heden al of niet goed worden afgewerkt?
Dan heeft spreker nog iets. Hij zou ver-
andering wenschen in de aanduiding der scho-
len met letters. We hebben nu de scholen
A en C en D j B hebben we niet eens meer
hij zou ze, evenals elders veel gedaan
wordt, een naam willen geven en zou de nieu
we school te Sluiskil willen noemen ,,Wilhel-
minaschool". Hij brengt dit nu reeds te
berde, omdat die naam dan boven de deur
zou kunnen worden aangebracht.
De heer VERLINDE: Dan komt er nog
wel 200 bij
De heer COLSEN: We zouden ook kunnen
vemoemen een Bernhardschool.
De heer VAN CADSAND: Laat ons daar
mede nog maar eens wachten en later uit-
maken welk opschrift we op de school zullen
zetten.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
geeft te kennen, dat het bij hem een zaak
van ernstige overweging zou geweest zijn, of
hij zou hebben kunnen medewerken aan het
ontslaan van een ambtenaar. Doch hij meent
naar aanleiding der discussies in de vorige
vergadering en de thans gehouden bespreking,
er toch wel op te moeten wijzen dat men zich
eenigszins belachelijk aanstelt, door thans
aan te dringen op het behoud van een ambte
naar, dien men in de vorige vergadering perse
wilde ontslaan. Hij zou toch ernstig zijn
medeleden willen waarschuwen, dat, wanneer
ze met voorstellen in den raad komen, deze
toch vooraf goed overwegen en daarvan de
consequenties nagaan, opdat zulke voorvallen
die den raad in een minder gunstig licht stel
len, worden voorkomen. Men diende toch te
bedenken, dat men hier de derde gemeente
in Zeeland vertegenwoordigd!
De heer GEELHOEDT is het daarmede eens.
In de vorige vergadering werd gezegd: hij
moet weg! Nu zegt men: hij moet
b 1 ij v e n
De heer COLSEN protesteert daartegen.