blijft 30 of 1343,49, waarvan nog op de buitengemeenten kan worden verhaald 335,87; gelet op de Nijverheidsonderwijswet; b e s 1 u i t de oprichting van een landbouwhuishoud- school in de gemeente Terneuzen noodig te oordeelen. De beer COLSEN zou dit punt willen be- spreken tegelijk met punt 7de beslissing daarover kan van inrvloed zijn op zijn stem. De VOORZTTTER veronderstelt, dat de heer Colsen hierbij het oog heeft op het onder dak brengen van den Landbouwhuishoudcur- sus, maar dat is buiten de orde. De heer COLS EN merkt op, dat men, de stukken nalezende, bij oppervlakkige beschou- wing tot de conclusie moet komen, dat, als de gemeenteraad het besluit neemt overeen- komstig art. 25 der Nijverheidsonderwijswet en de Z. L. M. bouwt een nieuwe school voor 20.000, de gemeente aan subsidie minder •kwijt izal zijn dan thans het geval is. Die conclusie is echter niet juist, want men moet er ook rekening mee houden, dat de gemeente de f 400 huiur derft, die ze tegewwoordig trekt van het lokaal in school C, dat bij dien cur- sus in gebruik is. Als de Z. L. M. de huur van dat lokaal op- zegt, komt dat dus leeg staan. In verband daanmede zou spreker in de eerste plaats wil len vragen: k£Ln ihet kantoor van den ge- meentebouwmeester dan niet in dat leeg- komende lokaal worden ondergebracht. Spre ker wil daaromtrent dezen namiddag geen voorstel doen, doch vraagt, of Burgemeester en Wethouders de draagkracht van hun voor stel ten deze goed hebben overzien. Hij wijst er op, dat elders voor een R.K. landbouw- school een gewone lagere school is aange- kocht. De Z. L. M. heeft hier in een daartoe samengevoegd lokaal in school C geruimen tijd dien huishoudcursus gegeven. Zou nu, vraagt hij, de Z. L. M. niet geneiigd zijn am, in plaats van een nieuwe school te bouwen, 3 lokalen van school C van de gemeente voor dat doel te koopen? De Z. L. M. zou van de ruimte in de school slechts 3 lokalen noodig hebben. Als ze die ■koaht hield de gemeente er nog 3 over en die zouden dan kunnen bestemd worden voor kantoor van den gemeentebouwmeester. De gemeente bezit daar een groot complex. Men heeft daar ook het gebouw waarin de Arbeids- beurs onder dak is gebracht. Dat is een woning met ook allemaal kleine kamers. Die installing zou misschien ook nog in de school kunnen gevestigd worden en het tegenwoor- dige kantoor weer als woning kunnen worden bestemd. Dit zijn denkbeelden, die bij spreker zijn gerezen. Hij begrijpt wel, dat daarover vanimiddag niet allemaal kan worden beslist, maar het kan toch worden overwogen en dan zou hij dezen namiddag ook niet wenschen te beslissen over het bij'bouwen van een kantoor voor gemeentewerken bij de remise. Hij ge- voelt niet veel voor het bouwen van die nieuwe lokalen, als er kans is dat de gemeente loka len vrij krijgt. De VOORZITTER merkt op, dat deze uit- eenzetting eigenlijk buiten de agenda gaat en beter bij punt 7 op zijn plaats zou zijn. Thans is alleen aan de orde de vraag, of de raad het wenschelijk acht, dat d'e landbouwhuishoud- school hier komt en hij gelooft, dat daarover niet veel verschil van meening zal zijn. De heer DE K'RAKER stemt toe, dat er over de wenschelijkheid der vestiging van een huishoudschool wel weinig verschil van ge- Voelen zal bestaan, maar hem komt het be drag van 20.000, voor het bouwen eener nieuwe school, nogal hoog voor. Maken ze van de lokalen veel gebruik? De heer OOLSEN betoogt, naar aanleiding ider opmerking van den Voorzitt'er, dat, als de raad op de thans gestelde vraag ,,ja" zegt, dat de Z.L.M. dan de gelden die ze vraagt ook krijgt en zelfstandig kan handelen. De VOORZITTER deelt medie, dat een denk beeld, als door den heer Colsen geopperd, in de conferentie met het bestuur der Z.L.M. niet is besproken. Mogelijk zullen zij zelf wel willen bouwen. De heer LAMBREidHTSEN VAN RITTHEM Eigenlijk komt het er op neer, dat door ons principieel beslist wordt, of een nieuwe school voor de Z.L.M. noodig is. De heer't GILDE merkt op, dat het een ver- toand houdt met het andere. Als de raad zich uitspreekt de school noodig te oordeelen, spreekt het van zelf, dat er ook ruimte voor moet zijn. Als de raad ja zegt, kunnen ze beginnen met de stichting. De VOORZITTER: Dan kunnen ze inder- daiad gaan bouwen. De heer 't GILDE erkent, dat dit toch van invloed kan zijn op de verdere plannen der gemeente ter voorziening in kantoorruimte voor gemeentewerken. De VOORZITTER acht het beter, dit bij punt 7 te besproken. Het gaat thans alleen over de noodzakelijkheid der school, niet over •het onderdak. De heer VERLINDE wijst er op, dat de heer Colsen het denkbeeld oppert, of ze mis schien een deel van school C zouden willen koopen, maar ze vragen eigenlijk geld om een school te bouwen. Moeten we daar genoegen mee nemen? De VOORZITTER herhaalt, dat de raad moet beslissen over de noodzakelijkheid der school. De heer LAMBREOHTSEN VAN RITTHEM Dat zou dus alleen het principe betreffen. Maar hoever strekt dat besluit overigens? De heer DE VOS: Dat de Z.L.M. dan geheel vrij staat en doen kan wat ze wil. De VOORZITTER: Als men in een of an- deren zin invloed zou willen uitoefenen zou men het besluit moeten verbinden aan het denkbeeld van den heer Colsen. De heer COLSEN zou, daarom het voorstel willen terug verwijzen naar Burgemeester en Wethouders en het college tevens opdragen te trachten een deel der school aan de Z.L.M. te verkoopen. Als ze dat dan niet willen doen of er te weinig voor geven, kunnen we nog besluiten. De heer DEN HAMER merkt op, dat het bedrag der kosten voor de Z.L.M. geen ver schil zal maken. Die staat daar toch buiten, aangezien het rijk 70 der kosten betaalt en de gemeente de andere 30 De vereeni- ging zelf blijft dus buiten het geding. Als de Z.L.M. de school moest koopen, dan wordt dat toch door het rijk en de gemeente betaald. In verband met de besprekingen wijst spreker er op, dat de kostenberekening door de Z.L.M. is opgemaakt in verband met den op f 20.000 berekenden bouw eener nieuwe school. Maar als de raad nu een besluit neemt, legt hij zich toch niet aan dien nieuwbouw vast? De VOORZITTER: Dan legt de raad zich alleen vast voor de exploitatie. De heer DEN HAMER bespreekt de conse- quenties van het voorstel van den heer Colsen. Indien de Z.L.M. zou overgaan tot het koopen van 3 lokalen van school C, wordt er dan geld bespaard De heer VERLINDE meent, dat er dan aan vast zit het bouwen eener nieuwe openbare school. De VOORZITTER: Of wel dat de Z.L.M. bouwt. De heer VERLINDE meent, dat het, als het denkbeeld van den heer Colsen kon verwezen- Irjkt worden, nooit anders zou kunnen uit- komen, dan dat de gemeente meer geld kwijt zal zijn, dan volgens de voorstellen van Burge meester en Wethouders. Er zit wel de be- doeling bij voor, om de f 2500 voor een te bouwen kantoor tijdelijk voor gemeentewerken uit te sparen, docih dan zou men ook, wanneer er tijdelijk een te bouwen arbeiderswoning voor in gebruik werd genomen. Als dan ge meentewerken die niet meer noodig heeft, kan het gebouw als woning verhuurd worden. Dat zal dan wel niet zonder eenige verbouwing gaan, maar kost dan toch wel niet meer dan f 3000, waarvan men weer de rente trekt. Wanneer evenwel de school werd verkocht voor een bedrag van f 20.000 zou de gemeente voor het bouwen van een nieuwe school een aanmerkelijk bedrag meer kwijt zijn, want die zou, gedachtig aan onze ervaring met de school te Sluiskil wel een 36.000 kosten. Dat is dus een nogal groot verschil. De heer OOLSEN stelde dit voor, omdat hij er tegen is gemeentewerken onderdak te brengen in lokalen die bij de remise gebouwd moeten worden. De heer VERLINDE meent, dat deze kwes- tie toch in den geest van den heer Colsen kan worden opgelost, omdat, als de Z.L.M. bouwt, er toch lokalen in school C leeg komen te staan. De VOORZITTERIk wil even opmerken, dat Burgemeester en Wethouders de vrij komende lokalen van school C liever voor onderwijs wenschen te benutten. De heer VERLINDE: Die lokalen, thans bij de huishoudschool in gebruik, komen dan in elk geval vrij. De VOORZITTER: Er zijn thans voor het onderwijs 3 lokalen in gebruik, zoodat er ook drie vrijkomen. De heer VERLINDE ziet geen aanleiding om van gemeentewege nu, een 15.000 meer uit te geven voor een nieuwe school, aangezien school C een goed gebouw is. Er blijkt toch nergens uit, dat dit niet voldoende is? De heer COLSEN: Dat zeg ik niet. De heer VERLINDEMaar toch zoudt U deze school willen verkoopen om een nieuwe te bouwen. De heer COLSEN meent op deze wijze het beste mee te werken voor het tot stand brengen der huishoudschool en ook in het be- lang der gemeente. Hij zou a! de hiermede in verband staande onderwerpen willen terurfj zenden naar Burgemeester en WethoudM voor nadere beoordeeling. Hij zegt niet, de school rfiet goed is, maar als daarvan de drie voorste lokalen worden verkocht, dan hield de gemeente daar nog een groot com plex terrein geheel vrij, met grond en al, want het speelterrein neemt ook een groote opper- vlakte in beslag. Dat zou dan later allemaal ten gebruike van gemeentewerken kunnen komen. Daarentegen breidt de gemeente in Zuidelijke richting steeds uit en zou het naar de meening van spreker in het belang van de kinderen zijn, als er een school in het uit- breidingsplan der gemeente kon gesticht worden. Hij meent, dat de raad verplicht is, daar ook oog voor te hebben. De VOORZITTER: Maar dan zal de raad, verondersteld dat het gelukken zou een deel van school C voor f 20.009 te verkoopen, toch f 15.000 meer kwijt zijn voor een nieuwe, dat zien we wel te Sluiskil. De heer DEN HAMER: Nog wel meer, want die kost 40.000. De VOORZITTER stelt in het licht, dat, wanneer dat denkbeeld van den heer Colsen uitvoerbaar zou blijken en de Z.L.M. de school- lokalen die men wil presenteeren voor f 20.000 zou koopen, de zaak daarmede nog niet gered is, want dan is er nog geen kantoor vrij en het zou, nog geruimen tijd duren eer die op- lossing voor elkaar was. Daaraan zouden nog vele instanties hun goedkeuring moeten ver- leenen, terwijl de uitbreiding der gemeente- secretarie met 1 Januari noodig is. Het is daarom het best, dat de raad zich thans uitspreekt over de noodzakelijkheid der uitbreiding van de huishoudschool. De heer OOLSEN is van oordeel dat, indien de raad in een volgende vergadering zou weten dat een nieuweschool f 40.000 zou moeten kosten, hij dan nog besluiten kon zooals hij het beste oordeelde. Volgens hem zou die oplo-ssing aan de gemeente evenwel geen 20.000 kosten. En wat de uitbreiding van de secretarie betreft, als sprekers plan mocht doorgaan kon gemeentewerken dan toch tijde lijk op Java geborgen worden. Er zal daar dan wel venmoedelijk een of andere woning van de woningbouwvereeniging die leeg staat kunnen gehuurd worden. De heer VAN OADlSAND: Maar die moeten we dan toch ook weer inrichten! De heer OOLSENMaar niet voor vast, dus daar behoeft men niet zooveel aan te doen. Ik stel daarom voor, alles terug te sturen naar Burgemeester en Wethouders voor een grondig onderzoek en om met de Z.L.M. te onderhandelen. Die kan nu, toch ook niet bouwen, dus er behoeft niets te ver- tragen. Nu is er een van de lokalen van school C toch ook al in gebruik als teeken- kamer. Als we eenmaal gebouwd hebben, is het moeilijker om tot een andere oplossing te komen en met een beetje goeden wil kan er wel een woning gehuurd worden. De heer DE, BRUIJN: Is er geen ruimte in de kopschool? De heer't GILDE heeft beluisterd, wat door de verschillende heeren is aangevoerd. Hij was voomemens, over den voorgestelde bouw voor gemeentewerken ook iets te zeggen, even wel bij het desbetreffende punt. Nu er al zoo veel gezegd is, wil hij op iets anders wijzen, en wel, dat naar de meening van zijn fractie, gezorgd dient te worden, dat om de school een rustige sfeer blijft bestaan. Aan de eene zijde heeft men nu al het stempellokaal en als men nu aan de andere zijde der leslokalen ook meer uitbreiding aan e'en en ander gaat geven, gelooft hij, dat deze. school wel leelijk in het gedrang komt. Het betreft hier kleine kin deren van af 7 jaar, die er het onderwijs moe ten volgen, en die moet men niet te veel af- leiden. Voor den voorgenomen bijbouw aan de remise, zal ook een stuk van de speel- plaats af moeten genomen worden, en er zal hoe langer hoe meer gedruisch van de werk- zaamheden die daar gebeuren en de menschen die er komen in de school doordringen. Wanneer Burgemeester en Wethouders het schoolgebouw en de omgeving geheel willen gaan gebruiken voor gemeentewerken, dan zou hij liever zien, dat ze over gingen tot den bouw eener nieuwe lagere school, al is het dan ook dat die wel meer zal kosten dan f 40.000, aangezien de grond hier duurder is dan te Sluiskil. Daarvoor zou de raad dan echter niet mogen terugschrikken, aangezien het niet te voorzien is, dat die grond in de eerste 10 of 15 jaar goedkooper zal worden. Hij kan er zich dus mee vereenigen, dat dit punt en punt 7 naar Burgemeester en Wet houders worden teruggezonden, met verzoek te trachten hieromtrent met een reeele goede oplossing te komen. De heer RIEMENS verklaart zich voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De andere heeren bespreken nu andere, zeer ver strekkende voorstellen, die zoo maar niet terstond zijn te overzien. O.m. wordt er dan aan vastgeknoopt, dat uit een groot complex, aan de gemeente behoorende, een stuk grond, met het daarop staande gebouw zou worden verkocht, en dat men daarvan later, bij uit breiding van een of anderen dienst, spijt zou kunnen hebben. Hij zou eenvoudig willen be sluiten aan de Z. L. M. steun te verleenen en te kennen geven dat wij zijn voor het bou wen van een nieuwe school. De heer 't GILDE: Dat vragen ze ook. De heer RIEMENS meent voorts, dat men voor mijnheer Van der Griendt een der vrij komende lokalen zou kunnen inrichten. Hij kan er niet aan den'ken, dat nu uit deze be sprekingen zoo maar op eens een nieuwe open- bare school zou kunnen voortkomen. De bestaande school is enkele jaren geleden geheel gere'staureerd. Hij zou aan de voor stellen zijn goedkeuring willen verleenen, zoo als deze ter tafel liggen. De heer 't GILDE kan zich vereenigen, als men met de school maar los komt van ge meentewerken. Hij heeft er bezwaar tegen, aat men in de eene lielft van het gebouw school zou houden en in de andere helft gemeentewerken onder dak zou worden gebracht. De andere schoolhoofden klagen geregeld over het geloop en het daardoor ver- oorzaakte leven. De VOORZITTER: Daarom wenschen wij hot gebouw ook alleen voor onderwijs te be nutten. De heer 't GILDE blijft bezwaar opperen, om daar bij de remise op een deel van de speelplaats te gaan bouwen. De VOORZITTER deelt mede dat het college van Burgemeester en Wethouders den toe- stand ook allesbehalve ideaal vindt, maar het is de goedkoopste oplossing voor de bestaande behoefte, en zij hebben gemeend momenteei op deze wijze de gemeentebelangen het beste te dienen. De Z. L. M. zal een eigen gebouw wenschen, en die kwestie moet vrij gehouden worden van de oplossing voor gemeentewerken. De heer 't GILDE zou de speelplaats geheel vrij willen houden voor de schoolkinderen. De VOORZITTER vraagt, of de raad zich naar aanleiding van de besprekingen kan ver eenigen met het voorstel van den heer Colsen om de besproken punten nader aan te houden. De heer OOLSEN geeft te kennen, dat hem een en ander te binnen schoot, bij de kennis- neimng van het verzoek der Z. L. M. H^HvOORZittER meent toch, dat het ver- i Z. L. M. van de andere zaken kon -wrncr afgescheiden. ■jIDe heer 't GILDE acht, al het aangevoerde Wn aanmerking nemend, een beslissing nu moeilijk en zou een betere oplossing dan de voorgestelde wenschen. Daarom is hij vdor het voorstel-Colsen. De VOORZITTER: Maar daar zitteh zware consequenties aan vast. Dat zou wel eens een bezwaar kunnen worden. De heer DEN HAMER had aanvankelijk voor de denkbeelden van den heer Colsen wel eenige sympathie, maar bij nadere beschou- wing is hij tot de overtuiging gekomen, dat men dan een f 20.000 zal moeten uitgeven. En aangezien men in dat geval ook een eigen stuk grond tusschen het eigen perceel zou kwijt geraken, is hij van meening veranderd en gevoelt geen behoefte meer aan uitstel. De uitgaven zouden bij die voorgestelde oplos sing te groot worden. Hij zal daarom het voorstel van Burgemeester en Wethouders steunen en hij zou alleen aan de betrokken vereenigingen willen verzoeken, dat ze de school op de voordeeligste manier oprichten. Hij kan voorts niet inzien dat het onderwijs in de school zou worden verontrust door het vestigen van een kantoor voor gemeentewer ken bij de remise. Hij zal dus dit voorstel aanvaarden en straks over punt 7 het zijne zeggen. De heer COLSEN geeft te kennen, dat, als men bezwaar maakt tegen verkoopen, hij er ook genoegen mee nemen zou, als men aan de Z. L. M. de noodige lokalen zoiS willen ver- huren. De VOORZITTER: Men kan toch wel be- grijpen, dat de Z. L. M. een school die wij zelf niet geschikt achten van ons zou huren. De heer GEELHOEDT is van meening, dat de Z. L. M., indien zij wenscht te bouwen, dit geheel naar eigen inzicht zal doen. Als ze lokalen van de gemeente kochten of huurden, zouden ze veel kosten moeten maken om die te verbouwen overeenkomstig de behoefte der huishoudschool. Tegen het in de school onderbrengen van den dienst van gemeentewerken bestaat het bezwaar, dat het aantal schoolgaande kinde ren weer kan toenemen, of ook dat door ver- laging van de leerlingenschaal weer meer lokalen noodig zijn. Dan zou men met het kantoor voor gemeentewerken weer in het gedrang komen. Overigens is het ook de vraag, of, indien de raad zou besluiten tot ve-rkoop van de school aan de Z. L. M. indien deze dat zou wenschen daarop wel goedkeuring zou wor den verkregen, want er kan niet gezegd wor den, dat de school er niet goed uitziet of dat deze bouwvallig is. De heer VAN CADSAND merkt op, dat er blijkbaar heel wat bezwaren worden aange voerd, tegen het voorstel betreffende het onder dak brengen van het kantoor van ge meentewerken. Doch wat het bezwaar be treft, dat een deel van de speelplaats der school in beslag zou worden genomen kan hij meedeelen, dat het hoofd der school daar- tegen geen bezwaar heeft gemaakt. Burgemeester en Wethouders zijn in dit op- zicht niet over ijs van een naeht gegaan. Het hoofd der school heeft er zijn goedkeuring aan verleend. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM wijst op de debatten in de Tweede Kamer betreffende de leerlingenschaal en de sterke toezegging van den Minister om verlaging daarvan te overwegen". Als dat gebeurde, zouden we dan in school C meer lokalen noo dig hebben? De VOORZITTER: Dan zou er 1 lokaal meer in gebruik moeten worden genomen. De heer DEES sluit zich aan bij de heeren, die in verband met den financieelen toestand der gemeente tot voorzichtigheid aanmanen. We hebben zegt hij in de vorige verga dering over het bezuinigen op kleinigheden uren zitten boomen en thans wordt er hier over het uitgeven van duizenden guldens ge- sproken op een manier, dat omwonenden van onze gemeente wel moeten denken, dat we hier in Texas wonen en de vogels ons gebra- den in den mond vliegen. Onze gebraden Kerstkip lijkt mij echter zeer mager en moet misschien nog wel verhandeld worden om uit te komen. Dan blijven slechts de veeren over, doch, waar we het nu hebben over het stichten van een landbouwhuishoudschool, kunnen ze daar misschien van die veeren voor ons nog wel een pluimpudding klaar maken. Waar wij intusschen voor de algemeene ontwikkeling zijn, achten wij deze school niet overbodig, doch moet de stichting hiervan ons zoo weinig mogelijk kosten. Ik zal daarom in dit geval meegaan met en stemmen voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer RIEMENS is van meening, dat het in het belang der zaak is, indien thans over het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt beslist. De heer COLSEN wil een motie voorstellen, waarin de raad Burgemeester en Wethouders verzoekt, de punten 3 en 7 der agenda thans terug te nemen voor een nadere overweging. De heer VERLINDE wil zijn stem motivee- ren die hij vdor het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal uitbrengen. Hij acht het bouwen eener nieuwe openbare school niet noodzakelijk. We hebben nu juist een plan voor een nieuwe school leggen en weten wat de kosten daarvan zullen zijn. Spreker heeft het zoo even al gezegd, dat hij graag voor het openbaar onderwijs aan die zijde der kom een nieuwe school zou willen hebben, maar toch acht hij op het oogenblik de tijd nog niet ge komen om tot het bouwen daarvan over te gaan, die zou te veel kosten en de geldmidde- len daarvoor kunnen we thans niet missen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders, om de oprichting van een landbouwhuis houdschool in de gemeente Terneuzen noodig te oordeelen, wordt alsnu aangenomen met 9 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Den Hamer, Dees, De Bruijn, Geelhoedt, Van Cadsand, Verlinde! Lambrechtsen van Ritthem, Riemens en De Kraker; tegen stemmen de heeren Colsen, Van Driel, 't Gilde, De Vos en Van Hecke. De heer DE VOS verklaart, dat het uitbren gen zijner stem tegen, niet is gericht tegen het oprichten der huishoudschool. Zijn fractie juicht die oprichting toe. De stem tegen houdt verband met andere oplossingen die in verband hiermede werden besproken. 5. Wijziging der verordening op den Keu- ringsdienst van Waren. In den Keuringsverordening van Waren wordt schrijven Burgemeester en Wethou ders in de artikelen 1, 4 en 7 nog ver- wezen naar de Warenwet 1919 St. 581. Nu deze wet is vervangen door de Warenwet 1935 S. 793 is het wenschelijk deze verorde ning hiermede uit administratieve overwegin- gen in overeenstemming te brengen. In verband met het bovenstaande stellen wij U voor de verordening op de keuring van Waren, vastgesteld in Uw vergaderingen van 16 Maart 1922 en 24 Januari 1929, goedge- keurd bij Koninklijk besluit van 22 Februari 1936 no. 168 te wijzigen als volgt: In de artikelen 1, 4 en 7 de woorden ,,Staats- blad 1919 no. 581" te wijzigen in ,,Staatsblad 1935 no. 793". Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 6. Bouwen van een openbare lagere school te Sluiskil. Burgemeester en Wethouders schrijven aan den gemeenteraad: In de vorige vergadering is in onze handen gesteld ter nadere behandeling in de commissie van bijstand voor gemeentewerken, het plan tot het bouwen van een openbare lagere school te Sluiskil. Dit plan is ter bespreking geweest in de commissie van bijstand voor openbare werken en financien. Verschillende ontwerpen zijn hierbij ter tafel geweest, terwijl ook ter sprake is gebracht, uitvoering van het werk in eigen beheer of door een particulier architecten- bureau. Ons college geeft er de voorkeur aan, dat de door gemeentewerken opgemaakte plannen werd uitgevoerd en stellen U voor de school te bouwen volgens het plan dat bij de stukken ter inzage is nedengelegd, t.W. een school zon der verdieping. De heer 't GILDE merkt op, dat hij op de teekening niet een bethoorlijke bergplaats voor de leermiddelen heeft kunnen ontdekken. Die is toch noodig? De VOORZITTERDie koimt boven in de hal. De heer DEES: Hetgeen de school betreft blijkt uit de teekening. Hoe staat het echter met het meubilair? Moeten er ook nieuwe schoolbanken worden aangeschaft of kunnen die uit de oude school te Sluiskil er naar toe? De "VOORZITTER: Voor zoover die bruik- fcaar zijn zullen ze in de nieuwe .school ge- bruikt worden. De heer VAN CADSANDEr zullen er ver- moedelijk voor 2 lokalen zijn, voor edn zeker, maar misschien wel voor 2. In elk geval wordt hetgeen bruikbaar is overgebracht. De heer DE BRUIJNZijn er nog goede kachels De VOORZITTER: Er komt centrale ver- warming. De heer VERLINDE: Als het nog dezelfde zijn, die ik over een paar jaar gezien heb, zullen ze niet veel meer zijn. De heer VAN DRIEL: Die kachels deugen niet meer. De heer OOLSENEr zijn vier goede kachels. Maar, wat wenschen Burgemeester en Wethouders met den opszichter te doen? De heer VAN DRIEL: Die blijft. De heer COLSENHet plan dat we wel- licht zullen goedkeuren, is gemaakt door dien opzichter. Ik zou het als raadslid nu niet mooi vinden, om dien opzichter ook niet te be- lasten met het toezicht* tijdens den bouw, maar ik ben wel van meening dat hij dan zoo vlug mogelijk weg moet en zou daarom zijn diensttijd willen bepalen op 4 maanden. Hij heeft mij gezegd, dat de school op 4 maanden kan gebouwd worden. De heer VAN CADSAND: Hij heeft mij ge zegd, dat er 6 maanden voor noodig zijn. De heer OOLSENDe opzichter is ook bij mij geweest, om over de hangende kwestie te spreken en dat neemt hij hern heelemaal niet kwalijk, ieder loopt voor zijn brood. Maar hij heeft mij gezegd, dat er 4 maanden voor noodig was en dan heb ik berekend, wat dat tegen f 190 per maand kost. Maar als hij nu later tegen anderen weer anders gaat praten... De heer 't GILDE: Er zal toch wel een post zijn voor onvoorzien De heer COLSENAls hij nu weer anders gaat praten, dan verandert de zaak, dan zou ik mijn voorstel om hem te houden weer moe ten intrekken, want dan komt het veel duur der, we hebben nu vooreerst nog geen aanbe- steding... De heer VAN CADSAND: We zullen toch wel allemaal begrijpen, dat de voltooiing van zoo'n bouwwerk niet op een maand is af te passen Men moet soms wachten op mate ria,len, er komen ook onwerkbare dagen... alleen als alles voor- den wind gaat, kan het op een korten tijd, maar omdat het in de practijik z6o niet gaat, heeft de opzichter ge zegd, dat men op een maand of 6 moet reke- nen. De heer DEN HAMER kan zich, met be- trekking tot den opzichter, aansluiten bij den heer Colsen; men zit er nu eenmaal mee. Nu deze voor het nieuwe plan alles voor elkaar heeft gezet, is het ook de meest geschikte man om de school te bouwen en spreker zal zich daartegen dan ook niet verzetten. Hij verlangt echter dat het plan met bekwamen spoed zal worden uitgevoerd en dat Burge meester en Wethouders daarom op de aan- nemers bij overschrijding van den termijn waarop het gelbouiw moet voltooid zijn, boete zullen toepassen. iHij is wel van meening, dat de gemeente ten spoedigste van den opzichter af moet zjin. Want dat de gemeente reeds 5 maanden met een opzichter zit, vddr met den bouw der school kan worden begonnen, dat had anders moeten zijn. De VOORZITTER: Als we die voorwaarde stellen, zal de inschrijvingssom veel hooger zijn, want dan houden de inschrijvers daar rekening mee. De heer DEN HAMER: Ja, men moet den termijn voor voltooiing niet te kort stellen, maar anders wordt het, als er geen boete is bepaald, nogal eens gerekt. De VOORZITTBRNatuurlijk, er moet een redelijike termijn worden gesteld. De heei VAN CADSAND: In het vorige be- stek stond 8 maanden. De heer DE VOSIk kan mij ook aansluiten bij de woorden van de heeren Colsen en Den Hamer, om in dit stadium den opzichter niet meer te ontslaan, maar zou, toch van de zijde van Burgemeester en Wethouders de toezeg ging willen hebben, dat zooiets niet meer zal voorkomen, want in de vorige vergadering' waren alle leden het er vrijwel over eens, dat dit niet was zooals het behoorde. De VOORZITTER: Ik meen die toezegging reeds te hebben afgelegd, doch wil die graag hier herihalen. De heer DE BRUIJN verklaart zich niet tevreden over dezen gang van zaken. Hij meent, dat in de bespreking met de commissie van Bijstand was afgesproken dat het eerste plan te duur was en dat de particuliere archi- tecten in de gelegenheid zouden worden ge steld een plan in te dienen en dat dan zou worden igenomen dat het goedkoopst was. De heer VERLINDE: Daar was er maar een voor, dat was de heer Riemens. Maai bij Burgemeester en Wethouders is daarvan geen sprake geweest. De heer DE BRUIJNHet was in elk geval toch wenschelijk geweest zoo te handelen, dan was het voor de gemente het goedkoopst ge- worden. De heer GEELHOEDT: Dat zit nog. De heer DE BRUIJNDie zouden het wei willen doen onder voorwaarde, dat, als de be- stedingssom te hoog hep, zij het onderhandsch er zelf wel voor zouden willen doen. Er zitten goede krachten onder. De heer RIEMENS herinnert, dat hij in de vorige vergadering heeft bepleit, de particu liere architecten in de gelegenheid te stellen voor het indienen van een plan en hij heeft dat ook gedaan in de Commissie van Bijstand. Maar, zooals ook door den heer Den Hamer is gezegd en hoewel hij het betreurt dat de par ticuliere architecten niet in de gelegenheid zijn gesteld om mee te dingen, meent hij toch ook, dat nu de benoemde opzichter niet meer moet worden ontslagen, doch dat men zoo vlug mogelijk met het werk moet doorgaan De heer DE BRUIJN acht het thans voor- gelegde plan nog te duur. Te Schoondij'ke staat een school met 4 lokalen die maar 21.000 heeft gekost, terwijl hier 30.000 wordt geraamd. De heer VAN CADSAND: Dat is de be- grooting. De her DE BRUIJNEr is dus kans, dat, als ze het gaan maken, er nog tekort komt. De heer VERLINDE betoogt, dat men op die manier geen vergelijking kan maken. Men zou dan daarvoor de twee plannen naast elkaar moeten leggen. We zullen hier wel iets krijgen dat meer soliede is dan die sehooa te Schoondijke. Het wordt hier een goed dege- lij'k gebouw, geheel in orde, met centrale ver- warming. Het speelterrein van de school te Schoondijke is b.v. niet verhard. Er is ook geen gymnastieklokaal. Die school kan dus met dit plan niet vergeleken worden. Als we 'n school bouwen, dan behoort die kant en klaar te zijn. Door den heer Colsen is gezegd, dat we dat gymnastieklokaal wel kunnen missen, want dat de kinders gymnastiek genoeg heb ben. Misschien heeft spreker die gedachten vroeger ook wel eens gekoesterd, maar dan is hij tot een andere meening gekomen. Dat jspelen en stoeien is geen gymnastiek. Dat moet methodisch worden beoefend en dat onze kinderen hier dat te weinig doen wreekt zich later. Dan gevoelt men pas, als men anderen ziet die wel onderwijs in gymnastiek hebben gehad, wat er ontbreekt. Daarom behoort getracht te worden het onderricht in gym nastiek aan te kweeken en daar is een lokaal voor noodig. De mogelijkheid bestaat boven- dien, dat dit onderwijs verplichtend wordt voorgesehreven en dan moet het toch. Het gemakkelijkst is het daarom, dat we er nu maar ineens mee klaar zijn, dan zijn we er van af. De heer VAN CADSAND: De heeren moe ten niet uit het oog verliezen, dat het uit- en inwendige van een gebouw veel kan uit- eenloopen, dat men ook rekening moet houden met de te bebouwen oppervlakte en dat men, voor wat den prijs betreft met een solied ge bouw niet kan concurreeren met een dat minder solied is opgezet. De heer COLSEN vermeent, dat nu toch wel is uitgekomen hetgeen hij in de vorige vergadering met betrekking tot den opzich ter heeft gezegd, en het staat wel vast, dat, als spreker toen een voorstel had gedaan om hem te ontslaan, die man ook met 1 Decem ber 1.1. weg zou geweest zijn. Na die raads- zitting is men op gemeentewerken evenwel met man en macht aan een ander plan be gonnen. Spreker heeft tegen den man gezegd dat hij als mensch geen bezwaar tegen hem had en hem heel flink vond, dat hij trachtte kans te krijgen dm te blijven, maar hij meent toch deft heer Den Hamer te moeten opmerken, dat die opzichter na de besteding toch niet langer dan een maand of 4 behoeft te blijven? Na dien termijn kan het werk toch zddver gevorderd zijn, dat het ongeveer klaar is en er alleen hier nog een ditje en daar nog een datje moet gebeuren? En dan zijn de ge meentebouwmeester of de heer Will doch ook mans genoeg om na te gaan of die kleinig heden al of niet goed worden afgewerkt? Dan heeft spreker nog iets. Hij zou ver- andering wenschen in de aanduiding der scho- len met letters. We hebben nu de scholen A en C en D j B hebben we niet eens meer hij zou ze, evenals elders veel gedaan wordt, een naam willen geven en zou de nieu we school te Sluiskil willen noemen ,,Wilhel- minaschool". Hij brengt dit nu reeds te berde, omdat die naam dan boven de deur zou kunnen worden aangebracht. De heer VERLINDE: Dan komt er nog wel 200 bij De heer COLSEN: We zouden ook kunnen vemoemen een Bernhardschool. De heer VAN CADSAND: Laat ons daar mede nog maar eens wachten en later uit- maken welk opschrift we op de school zullen zetten. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM geeft te kennen, dat het bij hem een zaak van ernstige overweging zou geweest zijn, of hij zou hebben kunnen medewerken aan het ontslaan van een ambtenaar. Doch hij meent naar aanleiding der discussies in de vorige vergadering en de thans gehouden bespreking, er toch wel op te moeten wijzen dat men zich eenigszins belachelijk aanstelt, door thans aan te dringen op het behoud van een ambte naar, dien men in de vorige vergadering perse wilde ontslaan. Hij zou toch ernstig zijn medeleden willen waarschuwen, dat, wanneer ze met voorstellen in den raad komen, deze toch vooraf goed overwegen en daarvan de consequenties nagaan, opdat zulke voorvallen die den raad in een minder gunstig licht stel len, worden voorkomen. Men diende toch te bedenken, dat men hier de derde gemeente in Zeeland vertegenwoordigd! De heer GEELHOEDT is het daarmede eens. In de vorige vergadering werd gezegd: hij moet weg! Nu zegt men: hij moet b 1 ij v e n De heer COLSEN protesteert daartegen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 6