De heer't GILDE is van meening, dat deze I post erg hoog is. Hij stelt voor deze met 500 te verminderen. Spreker heeft er o.a. op gewezen, dat het trottoir in de Ooster straat, dat Burgemeester en Wethouders voornemens zijn in het volg-ende jaar te leg e-en den weg daar ter plaatse te smal zal maken, en het verkeer er meer hinder van zal hehben als er een trottoir ligt dan wanneer dit niet het geval is. Boventdien wordt het verkeer uit die straat zooveel mogelijk weg gehouden. Spreker zou er werkelijk niet toe willen overgaan, daar een trottoir aan te leggen, temeer niet waar de rooilijnen er zoo ongetukkig loopen. En wat den post als geheel b-etref-t, is spreker van meening, dat er op de straten nog wel wat bezuinigd kan word en. De VOORZITTER deelt m-ede, dat Burge meester en Wethouders deze post op de be grooting geplaat'st hehben, daar zij meenen, deze noodig te he'btoen. Het is waar, dat Oosterstraat nauw is, doch het college is meening, dat het gemakkelijker zal zijn voor het verkeer als er aan weerskanten een trot toir wordt aangelegd. De menschen hebben er herhaaldeUjik om gevraagd, Burgemeester en Wethouders hebben het ook meermalen toegezegd. Dit gedeelte is nog een -der wemige in de gemeente waar geen trottoir ligt. Er is reeds meer over gesproken, straks komt de Sdngelweg ook aan de orde. Zooals gezegd, hebben de betrokken bewoners er reeds her- haaldelijk om venzocht. Wat het argument van den heer 't Gilde betreft, dat de weg ge- vaarliik is voor het verkeer als er een trot toir aangelegd is, dit kan spreker met deelen, dat gevaar achten Burgemeester en Wethou ders niet aanwezig. Be heer 't GIDDE vraagt of Burgemeester en Wiethouders de straat al eens heibben laten meten. De VOORZITTER stemt toe, dat de straat inderdaad smal is, doch het trottoir dat aan gelegd zal worden, wordt ook niet overal even Ijrcsd De heer VAIN DE BILT zegt het niet uit bezuiniging, maar toch is hij het eens met den heer 't Gilde, waar deze zegt dat men met 2 auto's elkaar op het eindje straat tusschen Van den O-uden en Sientje Swets niet kan passeeren. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders voornemens zijn het trottoir aan te leggen waar het kan. De Oos terstraat ziet er verder tamelijk behoorlrjk uit. En wat betreft het gevaar, spreker ge- looft dat dit veel minder zal worden, als er daar eenmaal een goede toestand wordt geschapen. De heer VAN DE BILT wijst er op, dat het waar is. dat men elkaar op sommige plaatsen met 2 auto's niet kan passeeren. De heer DIEDEMAN geeft te kennen, dat ex nu een stoep-je ligt, waar een trottoir zal komen. En daar wordt toch ook niet op ge- reden. De heer VAN DE BILT zpgt, dat er wel op gereden wordt. De heer OGGEL geeft te kennen, dat het niet veel trottoir zal kunnen worden. Er staan daar verschillende schuren, waar in gereden den heer 't Gilde om dezen post met 500 te trottoir niet te hoog leggen. De heer VAN 't HOFF zal het voorstel van den heer 't Gilde o mdezen post met 500 te verminderen, ondersteunen. Spreker wil over- laten aan Burgemeester en Wethouders wat zij dan verminderen willen. Hij is van oordeel, dat een bedrag van 2500 voor gewoon onder houd, waar nog een post van de gasfabriek pjj komt, nu, niet direct aan den lagen kant is. E'en vermindering van dozen post met 500, gezien den toestand van de straten, kan best plaats vinden, daar zal men niets van gewaar worden. Spreker vertrouwt, dat Burgemees ter en Wethouders in dezen ook alles zullen bezuinigen wat maar kan. De VOORZITTER antwoordt, dat dit raak- kelijk gezegd is. De heer Van 't Hoff geeft nu Burgemeester en Wethouders de schuld, dat ze niet zuinig geweest zijn. Burgemeester en Wethouders ramen wat ze denken noodig te hebben en dit bedrag zal ook ongeveer noodig zijn. Er moet nieuw materiaal ge- kocht worden, er is niets meer voorradig. De heer VAN "t HOFF meent, dat er vele gemeenten zijn, waar men jaloersch is op de straten in deze gemeente. De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat dan ook niet beginnen moet, deze te verwaar- loozen. De heer DE RUIJTER is voor verlaging van dezen post met 500. Spreker wil Burge meester en Wethouders echter niet binden door een bepaalden post te verminderen of te schrappen, zooals de heer 't Gilde wil doen in verband met de voornemens voor een trottoir in de Oosterstraat. Hij is eveneens van mee ning dat het bedrag van 2500 voor gewoon onderhoud niet aan den lagen kant is. 'Hij zou dezen geheelen post willen uittrekken op j 3200 en zien Burgemeester en Wethouders dan kans met hetgeen overschiet de Ooster straat van een trottoir te voorzien, dan zal spreker zich daar niet tegen verklaren. Hij is van meening, dat deze post inderdaad ruim gemeten is en zal het voorstel tot verlaging van dezen post dan ook steunen. De heer 't GILDE wijst er op, dat men niet moet vergeten, dat vorig jaar 2800 is uitge- trokken en thans f 3700. Dat is 900 meer dan vorig jaar. Hij meent dat het er thans den tijd niet naar is, om 900 meer uit te trekken dan het vorig jaar gebeurd is. De heer HAMELINK weet niet of het wel zin heeft, dezen post te verlagen. Men staat thans voor een heel jaar en spreker vertrouwt dat Burgemeester en Wethouders niet meer zullen besteden dan ze noodig hebben. Hij herhaalt, dat als het zin had, hij ook voor ver laging zou zijn. De heer VAN t HOFF: Dan kon ik wel inpakken, als er over alles zoo gedacht zou, worden! De heer HAMELINK vervolgt, dat het hem zeer zou spijten als de heer Van 't Hoff zou gaan inpakken, doc'h dat de raad dan niette- min rustig verder zou gaan met de behande- ling van de begrooiting. Spreker gelooft in bezuinigingsYoorstellen, als ze zin hebben. In- dien werkelijk het voorgestelde bedrag van de begrooting zou afgevoerd worden, zou dit een veto aan het adres van Burgemeester en Wet houders beteekenen. Men moet aannemen, dat, indien het bedrag niet strikt noodig is, dit ook niet uitgegeven zal worden. Men kan hier den geheelen dag zitten dis- eussieeren over verschillende kleine postjes en hierop willen bezuinigen. Dat dit een bedui- dende bezuiniging te we-eg zou brengen is niet sprekers meening. Spreker kan dit ook niet begrijpen. Ook hij is voor bezuiniging, maar dan een bezuinigingspolitiek in grooten stijl. Spreker heeft het heden al eens meer gezegd, dat hij meent dat wethouder Van Bend-egem het juist had, waar hij te kennen gaf op de onderhoudsposten niet te willen bezuinigen, omdat hij van meening is dat men thans het onderhoud kan drukken, doch dat het dan later met beduidend grootere bedragen terug moet komen. En zoo is het ook. Spreker gelooft dat men in dit opizieht ihet college wei- nig betrapt op gulheid. Spreker gelooft, dat hij het bij de begrooting van het vorig jaar geizegd heeft, dat men er naar moet streven, de begrooting in grooten stijl te behandelen. Men moet voonzichtig zijn, om niet van het eene uiterste in het andere te vervallen. Het is toch niet zoo erg, als er eens een zou mee- vallen, dan wordt daardoor de begrooting weer iets ruimer. Bij de raming der belastingen praat men ook niet over een f 200. Spreker is tegen dit klein ged-oe, waardoor men hoog- stens een 1500 op een begrooting kan vinden en dat maakt dan ten slotte op een geheele begrooting todh niets uit. De heer 't GILDE merkt op, dat de heer Hamelink nu wel spreekt over den „kleinen" stijl waarin de begrooting behandeld wordt, doch hij is het in dezen heelemaal niet met hem eens. Het gaat hier om een bedrag van f 500 dat toch maar zoo niet als een klein postje te beschou'wen is. Spreker wijst er nogmaals op, dat het vorig jaar is uitgetrok- ken 2800 voor dezen post en thans /3700. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de heer 't Gilde dan ook de andere cijfers, die er bij vermeld staan, moet noemen. De heer 't GILDE meent dat, als hij kans ziet 500 te vinden, men toch niet mag spre- ken Vjan de krenterigheid van Burgemeester en Wethouders. De heer HAMELINK is van oordeel, dat die niet „ge,vonden" zijn, al neemt men dat bedrag er uit. De heer FANOY zou liefst deze post aldus gewijfcigd zien. f 2250 voor gewoon onder houd. De Oosterstraat zou voor de helft ge- legd kunnen worden, of voor f 250. Spreker meent, dat het meer practisch zou zijn en ook mogelijk om de helft daarvan in 1939 te vei- beteren en de andere helft in 1940. Wat het parkeerterrein betreft, dit zou met sintels belegd kunnen worden, wat hoogstens een 25 kan kosten, dat scheelt ook 175, zoodat spreker van oordeel is, dat deze post 3000 zou kunnen worden. De VOORZITTER vraagt, waarop deze cijfers gegrond zijn. IVat betreft het parkeer terrein, dat zooals de heer Fanoy zegt, voor 25 ver'beterd zou kunnen worden, moet hij opmerken, dat dit erg slipperig is. De heer FANOY antwoordt, dat sintels niet slipperig zijn. De VOORZITTER vervolgt, dat men voor 25 niet veel tegels koopen kan. Indien er thans nog een f 200 aan het parkeerterrein wordt gespendeerd, is men er van af, dan is jiet gereed. De heer FANOY: En wat betreft het on- onderhoud. De VOORZITTER constateert, dat de heer Fanoy dat wil brengen van ,f 2500 op 2250. Waarop grondt de heer Fanoy die meening. De heer FANOY antwoordt, dat dit heel eenivoudig is. De straten en de gemeente zijn goeddeels in orde, en naar sprekers oordeel zal het gewone onderhoud nog geen f 2250 kosten. Spreker vindt dat er best 250 af kan, dan is de bestrating nog in orde. De verminde ring met dit bedrag acht spreker in 't geheel niet overdreven. De heer iSEGHERS zal niet ontkennen, dat het een hooge post is. Spreker vertrouwt er echter op, dat Burgemeester en Wethouders deze niet zullen uitgeven, als het niet noodig is. En dat het niet noodig is, dat er straten zijn, die verbetering behoeven, die meening kan spreker niet deelen, en verwijst daarvoor naar de Oudewijk, den Armendijk en andere. De heer C. VAN BENDEGEM wil iets zeg- gen over den verzamelpost arbeidsloonen. De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Van Bendegem daarover straks bij de behan- deling van post 150, het woord kan voeren. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 7 tegen 6 stem- men. Voor stemmen de heeren Hamelink, Oggel, Seghers, C. van Bendegem, P. J. van Bende gem, Van de Bilt en Dieleman; tegen stem- men de heeren Van 't Hoff, De Jonge, De Ruijter, Esselbrugge, Fanoy en "t Gilde. 150. Onderhoud van wegen en voetpaden. f 500. De heer C. VAN BENDEGEM merkt op, dat hij in de afdeelingsvergadering er over gesproken heeft, de loonen der losse arbeiders in dienst der gemeente te brengen van 26 op 30 cent per uur. Burgemeester en Wethou ders geven in hun memorie van antwooid te kennen, dat zij besloten hebben het loon der los-vaste arbeiders te brengen op 30 cent per uur alzoo een verhooging van 4 cent. Spreker zou gaame zien, dat de loonen der losse arbei ders eveneens op hetzelfde peil gebracht wei- den. Met de toezegging van Burgemeester en Wethouders is hij in dezen niet tevreden. Los- vaste arbeiders heeft de gemeente niet zoo- veel in dienst en daarom zag spreker dan ook liever dat het loon van alle losse arbeiders bepaald werd op 30 ct. Dit is naar sprekers meening het peil, dat de gemeente de arbei ders dient te betalen. Sprekers voorstel is niet radicaal, want, was dit het geval, dan zou hij hebben moeten voorstellen, een loon toe te kennen van 40 cent. Thans doet hij een voorstel tot een verhooging met 15 Vs of. af.gerond 16 Bij aanneming van het voorstel van Burge meester en Wethouders komt er slechts f 40 bii indien sprekers voorstel aangenomen zou worden, zou de post werkloonen f 280 worden. Spreker is er van overtuigd, dat dan het be drag, dat hij noemt, nog flink afgerond is naar den hoogen kant. Spreker doet dus het voor stel in dezen geest, dat niet alleen de los- vaste, doch alle losse arbeiders in dienst der gemeente een uurloon zal worden toegekend van 30 cent. Dit voorstel wordt ondersteund door de heeren Hamelink en Seghers. Het wordt verworpen met 5 tegen 8 stem- men. Voor steimmen de heeren Hamelink, De Jon. ge, Seghers, C. van Bendegem en Dieleman; tegen stemmen de heeren Van 't Hoff, De Ruijter, P. J. van Bendegem, Van de Bilt Esselbrugge, Fanoy en 't Gilde. De heer DIELEMAN vraagt de aandacht voor het onderdeel „macadam voor alle wegen" van dezen post. Van zelf is hierin begrepen macadam voor den Graafjansdijk. het is daar hoog tijd. Doch spreker noodigt bovendien Burgemeester en Wethouders uit eens een kijkje te nemen op den weg van de Sassing naar Schapenbout. Indien men daar per auto langs rijdt, rijdt men den heelen weg over door het water. De heer HAMELINK: Is het met te diep. De heer DIELEMAN heeft hedenmiddag op weig naar deze vergadering gezien, dat men bezig is, den weg op te knappen. Indien even- wel de putten alleen maar gevuld worden schiet men er niet veel mee op, daar de maca dam naar alle kanten weg spat. Het zal noodig zijn, dat deze laag macadam afgedekt wordt. Het is werkelijk noodig, dat deze weg nu eens goed opgeknapt wordt. De VOORZITTBR zegt toe, dat Burgemees ter en Wethouders dit zullen bekijken. 151. Jaarwedde marktmeester. f 17. 152. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen. 500. De heer 't GILDE wenscht deze post m avereenstemming te brengen met die op de gemeenterekening van het vorig jaar. De VOORZITTBR: Dus f 256,94 Zou er van dezen post 100 af gaan dan is het niet mogelijk, den Oranjeboom, die dood gegaan is door een nieuwe te vervangen. Burgemees ter en Wethouders zijn verder voornemens om dezen boom een passend hekwerk te plaatsen. Deze post is reeds met 25 naar beneden. De heer FANOY stelt voor, dezen post uit te trekken op f 400. De VOORZITTER: Dus dan geen hekwerk. De heer FANOY geeft te kennen, dat de Voorzitter moet weten waar hij het vandaan haalt, doch dat er zijnentwege best een hek werk komen mag. De VOORZITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders voorstellen, rond den Oarnjeboom een hekwerk te plaatsen. De heer FANOY spreekt daar niet over. De VOORZITTER antwoordt, dat de raad het noodige geld moet voteeren, dus dat de raad toch ook wat in dezen doen moet. De heer't GILDE vraagt of de Beatrixlboom dood is. De VOORZITTBR: Jammer genoeg wel. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat dit feitelijk de schuld is van het college zelf. Als men nagaa.t hoe er gehandeld is te Terneuzen, waar een behoorlijke bek-afrastering rond den boom is gemaakt, dan moet spreker zeggen, dat hier schromelijk verwaarsloosd is. Het is jammer, maar de kleine jongens kwamen veel te veel in de nabijheid van den boom, wat in Terneuzen absoluut uitgesloten was. De VOORZITTER geeft te kennen, dat er een nieuwe boom geplant kan worden, doch indien er geen hek rond komt, vreezen Bur gemeester en Wethouders met groote vrees. De heer 't GILDE vraagt hoeveel een nieu we boom kost. De heer OGGEL antwoordt, dat een nieuwe boom 3 a 4 kan kosten. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders 75 vragen voor een nieuw hekwerk. Daarom is deze post thans gebracht o,p 475. De heer P. J. VAN BENDEGEM wijst er op, dat de kwestie is, dat er dikwijls planten te veel geplant worden. Hij is van meening dat 100 voor beplanting van plantsoenen ruim voldoende is, voor het aanplanten van vaste planten. En wat betreft de f 100 die voor de fonteinen is uitgetrokken, daar is spreker tegen. Hij wenscht dezen post te verminderen met 200. De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze post thans op /475 staat. De heer DIELEMAN is van meening, dat, er 100 voor fonteinen staat, deze ook moeten spuiten. De VOORZITTER bevestigt dat dit er voor De heer DIELEMAN: Maar ze spuiten nooit! De VOORZITTER: Ja wel. De heer DIELEMANZe moesten daarvoor elken Zaterdag spuiten. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 7 tegen 6 stem- men. Voor stemmen de heeren Hamelink, Oggel, De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem, Van de Bilt en Dieleman; tegen stemmen de heeren Van 't Hoff, De Jonge P. J. van Ben degem, Esselbrugge, Fanoy en 't Gilde. 153. Aandeel in de kosten van onderhoud van prov. en andere wegen. f 1000. 154. Onderhoud van pompen en riolen. f 200. 155. Onderhoud en bediening van klokken enz. 80. 156. Kosten alg. begraafplaats en kosten van begraving. 425. 157. Kosten van gemeentereiniging. f 2500. De heer 't GILDE is geschrokken van den post van 1110, die voor onderhoud van de paarden is uitgetrokken. Als spreker zoo hoort, wat een paard per dag kost, en ver- neemt dat een boer die aan den ruimen kant rekent, spreekt van f 1 per dag, dan vindt spreker dezen post werkelijk aan den zeer hoogen kant. Afge'zien van de andere voor stellen, hieromtrent reeds gedaan, wil spreker dezen post verminderen met f 200. De heer OGGEL geeft te kennen, dat deze post reeds met 200 is verminderd. De heer HAMELINK moet zich aansluiten bij de woorden van den heer 't Gilde. Spreker is er ook van verschrokken, dat dit bedrag zoo hoog uitgetrokken was. Spreker weet er ook iets van wat het onderhoud van een paard kost, en hij heeft ook het wrange gevoel. dat het bedrag dat hierop uitgetrokken is, te hoog is. Het is niet uit bezuinigingsoverwegingen dat spreker dit zegt, doch dit komt meer voort uit reeel denken. Spreker heeft over dezen post nagedacht, en is van oordeel dat deze zooveel niet kunnen kosten. Dat kan niet voor 2 paarden. Als raadslid is spreker, wanneer hij meent, dat er op het onderhoud iets verminderd kan worden, er als de kippen bij. Spreker weet niet, of deze post niet over den vollen omvang verminderd kan worden, want vlak onder den post voor onderhoud van de paarden staat nog een post voor ijzer en tuig van .f 250. Het is spreker een raadsel, hoe dit mogelijk was, want, indien dit zoo was, zou het de voerlui dermate slecht gaan, dat er geen enkele meer over was. Vlak daaronder komt een post voor voor wagens en gereedschappen van f 300. Dit is ook geen kleine post, want spreker kan niet inzien, dat deze gelden precies voor dit doel aangewend kunnen wiorden. Het college geeft thans deze post in totaal met 200 verlaagd en hij zou eens willen kijken, hoe het werkt. Daarom zal spreker zich thans vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer DIELEMAN is van oordeel, dat de raad voonzichtig moet zijn met verlagen. De heer Hamelink zegt wel, dat dit alles zooveel niet kan kosten, doch spreker moet toch op merken, dat een boer, die zijn voeder niet moet koopen, er anders over spreekt, dan iemand, die al .zijn voeder aankoopen moet. De voeder- bieten kosten thans b.v. f 10. De heer 'HAMELINK: En 't vorig jaar 6. De heer DIELEMAN wijst er op, dat, waar er voorheen minder paarden waren, deze post ook minder was. Hoe het ook zij, Burgemees ter en Wethouders moeten naar zijn oordeel toezien, dat er geen vermindering van het materiaal plaats heeft. De heer P. J. VAN BENDEGEM is het eens met den heer Hamelink. De opmerking die deze gemaakt heeft, was ook de zijne. En dan heeft spreker zijn licht niet opgestoken bij een boer, doch bij een voerman die alles ook moest koopen. En deze verzekerde hem, dat voor onderhoud der paarden absoluut niet meer ge- rekend moet worden dan 1 per dag. Op dien grond zal spreker meegaan met het voorstel om dezen post te verminderen. De heer VAN 't HOFF kan, zooals hier de begrooting voor hem ligt, niet anders zeggen dan dat het tweede paard van de 6 dagen der week er 4 op stal staat. Spreker meent, dat het voor 1939 met 1 paard best kan en dat er dan een of 2 dagen een tweede paard gehuurd wordt. En ook kan van den post voor den reserve-wei'kman in het Nieuwediep, die thans als sluitpost staat ook nog wel iets af. In plaats van f 200 zou hier best tot een bezuini ging van 500 gekomen kunnen worden. Met een°beetje goeden wil meent spreker dat dit wel voor elkaar gebracht kan worden. En dan is hij er van overtuigd, dat hij nog de laatste druppel niet uit de kan neemt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat hij er geen beziwaar tegen heeft, dezen post nog verder te verlagen, indien de raad dan ook maar de noodige gelden geeft, indien in den loop van het jaar blijkt dat het niet kan. De heer VAN 't HOFF merkt op, dat hij daarvan ook een groote tegenstander is. De heer FANOY steunt het voorstel van den her Van 't Hoff. De heer SEGHERS is ook van meening, dat het bedrag dat Burgemeester en Wethouders uittro'kken wel aan den hoogen kant is. Hij meent dat er echter geen f 500 af zal kunnen, doch wel een 300. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders hun voorstel van f 2300 handhaven. De heer P. J. VAN BENDEGEM meent, dat het wel met 2000 zal kunnen. De VOORZITTER antwoordt, dat men niet moet gaan marchandeeren. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt verworpen met 6 tegen 7 stemmen. Voor stemmen de heeren Hamelink, De Jonge, Oggel, Seghers, C. van Bendegem en Van de Bilt; tegen stemmen de heeren Van 't Hoff, De-Ruijter, P. J. van Bendegem, Diele man, Esselbrugge, Fanoy en 't Gilde. De heer 't GILDE stelt voor, dezen post nog met 200 te verminderen. Dit voorstel wordt ondersteund door de heeren Fanoy en P. J. van Bendegem. De heer OGGEL vraagt een andere verkla- ring van dit voorstel. De heer 't GILDE meent, dat dit voorstel duidelijk genoeg is. Er is geen woord Fransch bij. De heer OGGEL vraagt wat er verlaagd moet worden. De post voor werken in het Nieuiwediep De heer HAMELINK meent, dat men beter tot stemming kan overgaan. De heer DE JONGE acht het gewenscht dat er voor het onderhoud een aanlpesteding ge houden werd. Dan was de gemeente er van af. De heer OGGEL antwoordt, dat dit al meer gedaan is. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het dan meer kost. En dan komt het ook voor, dat de inschrijVers er niet op ingerdcht zijn. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders gezegd, darvan af te stappen en meenen dat het in eigen beheer beter gebeurt. Het voorstel van den heer 't Gilde wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Voor stemmen de heeren Van 't Hoff, De Ruijter, P. J. van Bendegem, Dieleman, Essel brugge, Fanoy en 't Gilde; tegen stemmen de heeren Hamelink, De Jonge, Oggel, Seghers, C. van Bendegem en Van de Bilt. 164. Kosten ter zake van verzekeringen enz. 1365. 165. Kosten van verzekering tegen brand- en stormschade. 4,15. 166. Rente van geldleeningen. 1567,51. 167. Aflossingen van geldleeningen. f 3800. 168. Verstratingen enz. ten behoeve van de bedrij-ven en van derden. f 1000. 169. Kosten van leggers en van de schouw van wegen, voetpaden en waterleidingen. f 125 170. Kosten van zegels. f 10. 171. Plaatsen en onderhoud van urinoirs. 35. (172. Teruggaaf van rechten of belasting enz. fi5. 173. Uitkeering van ziekengelden ingevol- ge de ziektewet. f 75. 175. Kosten van de beerruiming. 750. 176. Toeslag op pensioenen. j 39,20. 177. Storting van verhaalde bijdrage voor inkoop van pensioen. 7,50. Hoofdstuk VII. Ejgendommen niet voor den openbaren dienst bestemd. 185. Grondlasten. f 40. 186. Dijk- en polderlasten. f 37,50. 187. Kosten van verzekering. f 20. 188. Onderhoud en administratie van be- zittingen, niet voor publieken dienst bestemd. 80. 189. Innen van renten enz. f 5. 190. Kosten van verzekering tegen brand- schade. f 3. 191. Rente van geldleeningen. f 272. 192. Aflos van geldleeningen. 250. 193. Teruggaaf van huur of pacht van ge- meente-eigendommen. Memorie. 194. Couponbelasting voor de rente van kapitalen. f 1.02. 'Hoofdstuk VIII. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 202. Jaarwedden van onderwijzers. 10660. 203. Belooning van vakonderwijzeres. 300 204. Huur en kosten van het instandhou- den van onderwij'zerswoningen. f 100. 205. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen enz. 300. 206. Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken en leermiddelen en schoolbe- hoeften. f 500. 210. Kosten van verlichting en verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen. 910. 211. Drinkwater voor schoolgebouwen. f 20 212. Kosten van de ouderccxmmissie. f 5. 2.13. Uitgaaf wegens over een vorig jaar te weinig betaalde jaarwedden en wedden der onderwijzers. Memorie. 214. Betaling aan het Rijk wegens over een vorigen dienst te weinig in rekening gebrach- te pensioensbijdragen der onderwijzers. Me morie. 215. Restitubie van te veel verhaalde pen sioensbijdragen der onderwijzers. Memorie. 216. Kosten van verzekering, pensionnee- ring enz. van onderwijzers. f 1132. 217. Kosten van verzekering tegen brand- en stormschade. 18. 218. Geldleening 'ten laste van hoofdstuk VIII 2 komende. f 120. 219. Aflos van bovengenoem.de geldleening. f 750. 220. Plaatsen van advertentien. Memorie. 221. Onderzoek van sollicitanten en ver- goeding reiskostten. Memorie. 222. Kosten van invordering van school- gelden. f 10. 223. Teruggaaf van schoolgelden. 25. 224. Teruggaaf van portokosten aan het hoofd der openbare lagere school. 10. Hoofdstuk VIII. 3. Openibaar vervolg-onderwijs. 225. Kosten van verzekering. /4,28. 4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs. 226. Bijdragen aan andere gemeente inzake het openbaar uitgebreid lager onderwijs. 300. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 232. Uitkeering aan gemeenten, ingevolge art. 86 der L. O. wet 1920. f 100. 233. Vergoeding van de kosten van in- standhouding van bijzondere scholen, bedoeld in artikel 101 nieUw der L. O. wet 1020. f 8810. De heer VAN 'T HOiFF merkt op, dat het feit, dat er voor dit jaar /8810 uitgetrokken wordt, dat het vorig jaar /7110 geraamd werd en over 1937 is uitgegeven f 6271,58, tot nadenken stemt. Dit is een verschil van f 2500 waarmede deze post in de laatste j'aren is verhoogd. Als men ziet dat het onderwijs gedurende den tijd van 2 tot 3 jaar met f 5000 is gestegen, zijn dit cijfers, die spreken. Spreker moet Burgemeester en Wethouders wel vragen, dit onder het oog te zien en te tracht-en die kosten zooveel mogelijk te druk ken. Spreker vindt het een bijzonder hoog cijfer, dat er gedurende 1937 6270 uitge geven is. -Spreker weet wel dat dit cijfers zijn die niet te weerleggen zijn, doch als men nagaat dat de kostende prijs per leerling f 11,88 bedraagt, dan moet er getracht wor den, dit te drukken. Gezien de financien der gemeente is dit werkelijk aan den hoogen kant. De VOORZITTER antwoordt, dat, indien Burgemeester en Wethouders daartoe kans zien, zij geen oogenblik zullen aarzelen. Deze post houdt evenwel verband met de behoeften der scholen. Een der redenen is, dat het oude hoofd der school gedurende de laatste jaren dat hij in dienst was, niet zooveel meer heeft gedaan. Het tegenwoordige hoofd der school wou, verder gaan dan in 1938 gegaan was. Toen hebben Burgemeester en Wethouders ge zegd dit niet te doen. De heer VAN 'T HOFF contateert, d-at ook Burgemeester en Wethouders de overtuiging toegedaan zijn, dat dit cijfer een bijzonder hoog cijfer is. Indien men dit ging toetsen, zou men ondervinden dat dit in verschillende plaatsen lager was. De VOORZITTER stemt toe, dat het inder daad hoog is. De heer OGGEL geeft te kennen, dat dit ver band houdt met de uitgaven der openbare scholen. Indien Burgemeester en Wethouders het hoofd der openbare school de vrije hand gelaten hadden, zou dit cijfer nog hooger zijn. 234. Uitkeering aan de gemeenten ingevol ge art. 104, le lid, der L. O. wet 1920. f 250. 235. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan school-besturen te betalen vergoeding bedoeld in art. 205 der L. O. wet 1920. 400. 236. Rente en waarborgsommen. f 396. 237. Rente van geldleening. 2419,55. 238. Aflossing geldleeningen. 3060. 239. Teruggaaf van schoolgelden. f 50. 240. Kosten en invordering van school gelden. f 30. 241. Bijdrage aan hoofdstuk VIII 7 van den kapitaaldienst. 100. De VOORZITTER deelt mede, dat is inge- komen een verzoek van het schoolbestuur te Spi'i voor aanleg van waterleiding. Burge meester en Wethouders zijn voornemens hier- voor gedurende 5 jaar een post op de begroo ting te plaatsen, ie-der jaar voor i/5. De heer DE RUIJTER vraagt of op dezen post dan 100 geraamd wordt. De heer HAMELINK wijst er op, dat er voor den aanleg geraamd is 900. Wat den looptijd betreft, dit klopt niet, aangezien een aflos van ,f 100 per jaar wordt voorgesteld, terwijl de Voorzitter zooeven zei, dat elk jaar i/5 op de begrooting geplaatst zal worden. De heer OGGEL stemt toe, dat men dan met 5-jaar inderdaad niet toekomt. De SEORETARIS deelt mede, dat dit be drag met f 100 per jaar mag afgelost worden. De heer OGGEL vraagt, of er rente op komt. De SEORETARIS antwoordt ontkennend. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. 242. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der L. O. wet 1920. 200. 243. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, le lid der L. O. wet 1920. 150. 244. Uitkeering aan gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der L. O. wet 1920. 600. 11. Bijzonder voorbereidend onderwijs. 245. Subsidie aan of ten behoeve van bij zondere bewaarscholen. f 2000. De heer P. J. VAN BENDEGEM verklaart, hier steeds tegen geweest te zijn. (Hij stelt voor, de subsidie te bep-alen op 10 per kind. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het verlangen van wethouder Van Bendegem be- kenid is. Hij wijst er op, dat bij het beroep op de Kroon de subsidie ten slotte op f 11,25 per kind bepaald is. Naar zijn meening gaat het niet aan, de subsidie thans nog eens te verlagen. De heer OGGEL: Temeer niet, gezien het feit dat 'de bewaarscholen zooveel te kort komen. De heer DE RIUIJTER is tegen verlaging dezer subsidie. En wel omreden dat het be drag voor de bewaarscholen niet alleen met 25 gekort is wat het geld betreft, doch ook, omdat er een leerjaar is afgegaan, wat den leeftijd betreft met 25 Vroeger werd sub sidie verleend voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Dit is gebracht op 4 tot 6 jaar. De subsidie was aanvankelijk 15, deze is inmiddels ver laagd tot f 11,25 per kind. Dus wat de leerjaren betreft, heeft er reeds een verlaging plaats gevonden met 25 en ook wat het bedrag per leerling betreft, is eveneens 25 gekort. Indien alles, wat op deze begrooting staat, verhoudingsgewijze evenredig verlaagd werd, zou men een heel ein-d in de richting sdhieten, doch spreker ziet van dit voorstel de redelijkheid niet in, gezien de beide verminderingen met 25 die deze subsidie reeds heeft moeten ondergaan. De heer 't GILDE geeft te kennen, al jaren een tegenstander van dezen post te zijn. Deze subsidie is te hoog. Hij is in elk geval voor het voorstel van den heer Van Bendegem. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 10 tegen 3 stem- men. Voor stemmen de heeren Hamelink, Van 't Hoff, Oggel, De Ruijter, Seghers, C. van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, Essel brugge en Fanoy; tegen stemmen de heeren De Jonge, P. J. van Bendegem en 't Gilde. 12. Lager onderwijs. niet valelnde onder de 1 t/m 11. 246. Kosten der commissie tot wering van schoolverzuim. 45. 247. Kosten van schoolfeestjes en -reisjes. Memorie. 248. Tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten van onderwijs als bedoeld in art. 13 le lid der L. O. wet 1920. f 1400. De heer DE RUIJTER merkt op, dat deze post is uitgetrokken op f 1400, waarvan 1200 voor de bus. Indien de bus nu eens niet rijdt, vraagt spreker, hoeveel wordt er dan be zuinigd De VOORZITTER antwoordt, dat dit 400 a /450 zal zijn. De heer FANOY geeft te kennen, dat in een vorige vergadering, die daarvoor s-peciaal belegd werd, gezegd is, dat dit ongeveer 500 zou zijn. De VOORZITTER: Weet U zeker, dat er toen van 500 gesproken is Zeg, f 400 a f 500. De heer DE RUITER geeft in overweging, de bus op te heffen. Dit kan misschien in de belastingVerhooging nog eenig verschil maken, indien op dezen post 500 bezuinigd kan worden. De VOORZITTER geeft te kennen, dat aan vankelijk het idee van Burgemeester en Wet houders was, de bus met te laten rijden. In een bijzondere vergadering, -zooals de heer Fanoy zegt, speciaal daarvoor belegd, heeft de raad besloten, dat de bus z-ou blijven rijden. De heer DE RUIJTER wil een pogmg wagen. Hij meent, dat al's de gemeente de b-etrokken menschen geeft wat hun wettelijk toekomt, een 400 a 500 bezuinigd kan worden en waar de n-ood tot bezuiniging dringt, zal spreker traghten dit voorstel er door te brengen. Hij doet derhalve het voor-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 7