ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
MEfiLANff
Wat het Buitenland
No 9857.
MAANDAG 2 "JANUARI 1939
79e Jaargang
TWEEDE BLAD
in het afgeloopen jaar.
ons in 1938 bracht.
;\«ggi;»y jhbhmewvVMHt as. lEffltui tyrmmW
BKi-WSESJZeBE
NEUZENSCHE COURANT
(Vervoig uit het Eerste Blad.)
Oe econcfnisehe en financieele toestand.
Qnzeker en weinig bemoedigend als de
vocxruitizichten in den aanvang van het jaar
waren, verdient des te meer hewondering de
activiteit, die het bedrrjfsleven in deze eerste
maanden wist te ontplooien. De 38ste Jaar-
beurs te Utrecht werd een groot succes; zij
onderscheidde zich van haar voorgangsters
door de opening van de nieuwe Beatrixhal
door Z. K. H. Prins Bemhard, waarin voor de
eerste maal de Nederlandsche machine-indus-
trie waardig voor den dag kon komen. Ook in
ander opizicht nam de Prins een werkizaam
aandeel in het economische lev en; in Maart
werd hij plechtig geinstalleerd als lid van
den Economischen Raad.
Naast groeiende moeilijkheden voor onzen
uibvoer o.m. werden de kaas- en haring-
export naar Belgie hedreigd waren er even-
wel ook enkele gunstige symptomen te he-
speurende Najaarsbeurs te Utrecht telde
weer meer deelnemers dan in 1937, het tien-
duizendste schip kwam in Augustus 13 dagen
eerder te Rotterdam aan dan het jaar tevo-
ren, het aantal faillissementen over het eer
ste hatfjaar was minder dan in de overeen-
komstige perio.de van 1937.
De overheidsbamoeiing met het bedrijfs-
leven bleef noodizakelijk en werd nog uitge-
breto. Na het vestigingsverbod van '37 voor
het slagers- en bakkershedrijf, volgde nu een-
zeKde regeling voor de schoenenhranche. Meer
dan vorige jaren trok de regeering zich het
lot van den Middenstand aan, ofschoon ook
nu nog de bestrijddng van het cadeaustelsel
van de hand werd gewezen. Op zwaarder las-
ten werd de bevolking overigens reeds weer
voorbereid door de aankondiging van een
nieuwe inkomsten- en winstbelasting.
Dat de economische en financieele politiek
van de regeering niet ieders instemming heeft,
bewees het z.g.n. ,,Adres der negen mannen",
waarin vworaanstaande landgenooten scherpe
critiek op het regeeringsbeleid oefenden.
Kampvechters voor deze laatste stonden ech-
ter weldra op en bestreden niet minder fel
deze critiek in een ,,Adres der veertien".
Merkiwaardig was in het afgeloopen jaar
de ontwikkeling op financieel gebied. Het
goudetmbargo, in September 1936 uitgevaar-
dlgd, werd in Augustus opgeheven, een be
wijs, dat een overvloed van dit metaal ons
land was toegestroomd. Op de kapitaalsmarkt
nam de geldruimte overdadige afmetingen aan
als gevolg van den onzekeren internationalen
toestand en den steeds dalenden rentestan-
daard. Kleine en groote belsggers lieten veer
na veer, tot de laatsten, beducht voor verdere
daling der rente, de hoofden bij elkaar staken
en het zgn. ..'beleggingsfront'" vormden, dat
zijm veto uitsprak over lichamen welke bin-
nen een jaar tot hemieuwde oonversie van
leeningen zoiuden overgaan, alsmede over emis-
sies beneden het 3 rentetype. De actie had
onmiskenbaar succes verscheidene laag
rentende gemeenteleeninigen mislukten zeer
ten ongenoege van de emiissiehuizen, die ten
slotte met een kleine 2% leening 'Haarlem
een bres in het front poogden te schieten.
De betrekkingen met het buitenland.
Ten aamzien van onze betrekkingen met het
buitenland bracht het jaar 1938 enkele be
langrijke wijzigingen. De verhouding tot Italie
werd weer nortmaalte Rome werd een gezant
benoemd en daarmede was de erkenning van
het Italiaansche Imiperium, d.i. van de ver-
overing van Abessinie, een voldongen feit.
Ook met het rechtsche Spanje werden banden
aangeknoopt door de benoeming van jhr. E.
van Panhuys tot agent van de regeering-
Eranco. Losser daarentegen werd de band
met de Scandinavische staten. De Oslo-con-
ventie, welke in Juli afliep, werd niet ver-
lengd, ofschoon de samenwerking niet geheel
werd opgegeven. Op de conferentie te Kopen-
hagen, waar een en ander werd besproken,
stelden al deze kleine staten nog eens nadruk-
kelrjk him vrijheid van handelen ten aanzien
van art. 16 van het Volkenbondsstatuut in
het licht.
De hetrekkingen met Belgie waren dit jaar
wel van bijzonder hartelijken aard. De gezant-
schapspost te Brussel, na de benoeming van
Mr. J. A. N. Patijn tot minister nog vrij ge-
bleven, werd bezet door haron van Harinxma
thoe Slcoten; besprekingen over spoorwegaan-
gelegenheden werden gevoerd tusschen den
N-ederlandschen minister van Waterstaat en
zijn Belgischen ambtgehoot van Verkeers-
weaen, maar het hoogtepunt in de betrekkin
gen met onze Zuiderburen vormde toch het
driedaagsch bezoek van Z.M. Koning Leopold
aan ons land, dat tot een bewuste onderstre-
ping van de vriendschap tusschen beide lan-
den is geworden, die vooral de Vlamingen te
pas kan komen in bun strijd tegen de Waal-
sche onderdrukking.
De verhouding tot onze Oosterburen was
van ietwat stroever karakter. Na lange on-
derhandelingen kwam niettemin in Septem
ber het nieuwe transfer- en clearingverdrag
met Duitschland tot stand, dat een kleine ver-
mindering van rente voor de hcuders van
Duitsche waardepapieren beteekende; ook de
handeflstoetrekkingen ondervonden nog steeds
de rem van dit ingewikkelde betalingssysteem.
De herhaaide grenswijzigingen, alsook de
anti-semitische campagne van het Duitsche
Rijk deden een zoodanigen stroom van vluch-
telingen naar ons land ontstaan, dat de regee
ring de grenzen moesit sluiten, om vervolgens
onder strenge controle de toelating te regeden.
Misverstand omtrent de bedoelingen van een
verbod van Rotterdam's burgemoester tot het
houden van den voethalwedstrijd Nederland
Duitschland was oorizaak, dat het Duitsche
Rrjk de sportbetrekkingen met ons land ver-
brak. Eenige vermindering van ons werk-
loozenheir bezorgde ons Duitschland, door
dulszenden Nederlanidsche landarbeiders werk
te venschaffen; hetzelfde effect zal welhcht
ook de terugtrekking der Duitsche dienst-
boden uit ons land hebben, een maatregel
welke in de laatste maand van het jaar werd
aangekondigd. Vermindering der werkloos-
heid streefde de regeering ook na door met
Argentinie en Australie besprekingen te voe-
ren nopens kolonisatle van Nederlanders in
deze landen. Rest ons nog de onmiskenbare
toenadering tot onze breeders in de Unie van
Zuiid-Afrika te vermelden, die zich na jaren-
lange onderdrukking, uitbuiting en achter-
stelling door de Engelsehen weer vrijer zijn
gaan voelen. Een tastbaar bewijs van onze
warme gevoelens voor de stamgenooten in
Zuid-Afrika was de vlucht van de ,,Reiger"
naar Kaapstad ter gelegenheid van het Eeuw-
feest van den Grooten Trek.
Wat ieder bezig hield in 1938.
Naast de groote gebeurtenissen in het
Vonstelijik Huis, waarmee het geheele land in-
tens meeleeide, waren er nog tal van weder-
waardigheden en kwesties, welke in meer of
minder breeden kring de gemoederen in be-
roering brachten. Allereerst de weerslag der
gebeurtenissen in het buitenland. Onnoodig
de spanning der Maart- en Septemberdagen
in herinnering te roepen. Te versch ligt dat
alles ons nog in het geheugen. Het vluchte-
lingenvraagstuk lokte veel pennen- en woor-
denstrijd uit, daar velen de hulpverleening der
regeering te traag en te beperkt vonden, an-
<ieren te ver gaand. Veel beroering verwekte
voorts de zaak der Osseihe marechaussee, die
door den Minister van Justitie van haar taak
werd ontheven, terwijl niet minder heftig het
pro en contra in den „wilde-bussenstrijd" werd
bepleit. Kinderverlamming en mond- en
klauwzeer brachten in breede kringen onrust
en bezorgdheid door hun epidemisch optreden,
terwijl de grootsch opgezette bergingspoging
van het Lutinegoud weken lang het gansche
land in spanning hietld. Nog waren er andere
brandende kwesties, waar velen voor .vochten:
de verbetering der leerlingenschaaj, opnieuw
afgewimpeld; het nooidlijdende Artis, nog
steeds niet gered; het conflict in de haring-
visscherij, na eindelooze onderhandelingen ten
slotte toch bijgelegd; het vtliegveldplan der
regeering, dat beoogde het algemeen belang
te dienen, doch slechts weinigen kon bevredi-
gen, en zoo zou er meer te noemen zijn,
doch onze plaatsruimte is beperkt. Volstaan
wij daarom tot besluit met een korte opsom-
ming van
Droevige en blijde feiten.
Bekende en geziene burgers verloor ons land
dit jaar in: den dichter Willem Kloos, een der
voormannen van de Beweging van Tachtig;
Pastoor L. H. Perquin O.P., voonzitter van de
KjR.O.; Mr. C. Ridder van Rappard, den door
een auto-ongeval noodlobtig om het leven ge-
komsn gezant te Berlijn; Rotterdam's burge-
meester Mr. P. Droogleever Fortuyn en den
bekenden hoogleeraar en kanselredenaar Prof.
Dr. A. H. de Hartog.
In de rampen, die ons land troffen, had als
gewoomlijk de luchtvaart het grootste aandeel.
,,IJsvcigei" en ,,Ekster", alsmede drie bom-
menwerpers van de Indische en 3 toestellen
van de Nederlandsche luchtmacht, veronge-
lukten en voerden ongeveer 20 menschen in
den dood. Branden teisterden in de zomer-
maanden vele als gevolg van de langdurige
droagte stad, bosch en heide, echter geluk-
kig zonder mensciienlevcns te eischen. De
spoorwegen bleven voor ernstige treinrampen
gespaard, doch zagen in den nacht van den
lvden December hun voornaamste zenuween-
trum, het Centraal .Station te Utrecht, aan
het varnielende vuur ten offer vallen.
Mogen enkele blijdere klanken dit overzicht
besluiten. De oudste der jubilarissen, welke
ons land dit jaar telde, was Geertruidenberg,
dat zijn 725-jarig bestaan herdacht, onmiddel-
lijk gevolgd door Bergen op Zoom, dat zijn
6dO-jarig markiezaatsbestaan vierde. Het 350-
jarig bestaan herdacht de Raad van State in
April, terwijl in November de Kon. Militaire
Aoademie haar 120-jarig jubileum vierde.
Honderdjarigen waren het Burgerlijk Wet-
boek en de bekende Haarlemsche fabriek van
tram- en spoolwegmaterieel J. J. Beynes N.V.;
ziiveren jubilarissen de Ned. Heide Mij. en het
Concertgebouw te Amsterdam, terwijl de
K.N.A.C. en het Alg. Ned. Verbond op 40
jaren konden terugzien.
Ook het afgeloopen jaar heeft weer, even-
als de beide voorafgaande, geheel in het tee-
ken gestaan van den strijd om een nieuw
everjwicht der krachten, die zoowel in West
als in Oost ten deele met diplomatieke, ten
deele met militaire middelen .gestreden wordt.
Ook de laatste restjes van ,de vredesverdragen
verloren hun kracht, in Eurcpa verdween een.
staat geheel van de landkaart, een tweede
werd sterk geamputeerd, een derde wacht op
het oogenblik hetzelfde lot, zonder dat de
wereld daarover nog in spanning geraakt en
in het Verre Oosten verslindt de Japansche
schrokop steeds nieuwe, reusachtige Chinee-
sche gebieiden. En nog is het einde van den
algemeenen strijd, hoe snel wij ook leven, niet
in zicht en al evenmin is het mogelijk een al
gemeen geldig oordeel over dit historisch ge-
beuren uit te spreken. Dat zal de taak zijn
van den geschiedschrijver der toekomst. De
scribent van het overzicht moet er mede vol
staan, de .belangrijkste gebeurtenissen van
het jaar in het kort te memoreeren, opdat be-
paalde algemeene lijnen der huidige ontwik
keling niet uit het ocg verloren worden.
Het zich ten einde spoedende jaar dan heeft
ongetwijfeld een nieuwe versterking van de
positie der z.g. totalitaire staten gebracht,
hoewel anderzijds, als reactie op deze groeien
de machtspositie, ook de democratische mo-
gendheden zich op hun kracht en rijke.hulp-
bronnen beginnen te bezinnen. De enorme
berwapeningsprogramma's van Engeland en
Amerika bewijzen, dat Londen, Parijs en Was
hington niet van zins zijn, den driehoek
Duitschland-Italie-Japan onbeperkt zijn gang
te laten .gaan. Er zullen tenslotte bepaalde
grenzen getrokken worden; of deze nu bij
Tunis, Corsica, Nice of Dzjiboeti, bij Spanje,
de Oekraine of bij het requisiet, genaamd
,,open deur" in China zullen liggen, kan op
het oogenblik niog met geen mogelijkheid ge-
zegd worden. Vast staat slechts, dat een
overschrijden van deze grenzen een oorlog
tengevolge zal hebben, een oorlcg, die wel is
waar door geen volk gewenscht wordt, maar
desondanks zeer wel kan uitbreken; daarover
make men zich geen illusies. De groote vraag
is, of deze grenzen, die, naar in het afgeloo
pen jaar gebleken is, zeer ver schijnen te lig
gen Oostenrijk en Tsjechoslowakije kun-
nen er van meespreken inderdaad over-
schreden zullen worden.
Velen zijn er vast van overtuigd, de meer-
derheid echter gelooft, dat een dergelijke cate-
strophe alsnog vermeden kan worden en ten
slotte een verzoening tusschen democratische
en autoritaire groote mogendheden mogelijk
zal zijn. De belangrijkste exponent van deze
laatste meening is de Engelsche minister-
president Chamberlain, die dan ook inderdaad
in dit jaar een politiek van verzoening ge
voerd heeft, waarvan wel het belangrijkste
resultaat is geweest, dat een in September
dreigende oorlog voorkomen werd, zij het ook
onder het brengen van zware offers aan de
zijde van het democratische bloc. Ook had
Chamberlains politiek tot gevolg, dat een
zekere toenadering tusschen Engeland en
Italie eenerzijids en Frankrijk en Duitschland
anderzijds kon worden bewerkstelligd.
Daartegenover staat echter weer, dat
Frankrijk en Italie, Duitschland en Engeland
op het oogenblik feller tegenover edkaar staan
dan ooit sinds den wereldoorlog en dat on-
danks den z.g. vrede van Miinchen. De eenige
vaste polen, waarin in 1938 gebouwd kon
worden en waarin ook wel in de toekomst te
bouwen is, zijn de Fransch-Engelsche vriend
schap aan de eene zijde, de as Berlijn-Rome
aan de andere zijde. Om deze beide maehts-
centra concentreeren zich de andere krachten,
waarbij vele verschuivingen zich hebben voor-
gedaan en nog zullen voordoen. Afgezien van
de beide kernen, kan dan ook van twee vaste
blocs niet ges.proken worden, te meer niet
wijl er ook rekening dient te worden gehou-
den met een niet te onderschatten groep neu-
tralen, voornamelijk bestaande uit de kleine
democratieen van West- en Noord-Europa.
Ook Nederland behoort daartoe. Ook in de
kleine semi-autoritaire staten van Midden- en
Oost-Europa viel en valt een s.treven naar
neutraliteit op te merken, maar de groote
invloed, die de ,,spdl" en meer in het bijzon
der Duitschland in deze gebieden van ons
werelddeel uitoefent, ibemoeilijkt een dengelijk
streven ten zeerste.
Een eigenaardige positie neemt in de
Europeesche politiek dan tenslotte nog de
Sovjet-Unie in. Deze staat, die een zesde van
het grondgebied der aarde omvat, militair
verbonden aan Frankrijk cn het oude Tsjecho-
Slowakije en groote belangen te beschermen
helbbend in het Verre Oosten, heeft in 1938
verzwakt door interne moeilijkheden, niet de
rol kunnen spelen, waarop hij gezien zijn
positie als groote mogendheid recht heeft. In-
tegendeel, bij bepaalde belangrijke gebeurte
nissen, zooals de bijeenkomst te Miinchen,
ging men Moskou eenvoudig voorbij. Toch
valt deze staat uit de iijternationale politiek
niet weg te cijferen en ten aanzien van de
toekomst zal met Moskou zeer zeker nog
rekening moeten worden gehouden.
Werpen wij thans, na deze algemeene be-
schouwing, een korten terugblik o,p de ge
beurtenissen, die in het afgeloopen jaar de
aandaeht cp zich gevestigd hebben en begin
nen wij daartoe, met de dichtst bij ons liggen-
de groote mcJgendheid:
Duitschland.
Voor onze Oosterburen is 1938, machts-
politiek gezien, wel een uiterst succesvol jaar
geweest. Hitler toonde zich een waren ,,uit-
breider des rijks" en hij, van wien dat gezegd
kan worden dat wist Bismarck reeds
kan op de vereering van het Duitsche volk
rekenen, ongeacht het regime, dat hij uit
oefent.
Oostenrijk viel het eerst ajan den Duitschen
drang naar expansie ten offer, waarbij echter
niet over het hoofd mag worden gezien, dat
een groot deel der Duitsch-Oostenrijksche be
volking den Anschluss" wenschte. Deze
Anschluss" voltrok zich op 13 Maart, nadat
de Oostenrijksche bondskanselier Schuchnigg,
die nog steeds een gevangene van de Gestapo
is, zijn laatsten nocdsprong, het uitschrijven
van een volksreferendum, door een Duitsch
ultimatum zag mislukken. Seys Inquart, on
der Duitschen druk tot opvolg'er van Schusch-
nigg benoemd, riep op 11 Maart de Duitsche
troepen in het land, een dag later stonden
detze aan den Brenner, Frankrijk en Engeland
zagen zich voor een voldongen feit geplaatst
en Mussolini, die zich vroeger meermalen als
beschermer van Oostenrijk had opgeworpen,
verklaarde, dat hij volkomen met het gebeur-
de instemde. Ten bewijze daarvan ontving hij
Hitler in Mei op grootsche wijze te Rome,
aldus de hechtheid van de as Berlijn-Rome aan
de wereld demonstreerend.
Lang rust gunde Duitschland Europa na
de opwindende dagen van Oostenrijk niet.
Onmiddellijk daarop werd de Tsjecho-slowaak-
sche kwestie aangesneden, die de wereld in
een nog veel grooter spanning, ja aan den
fand van den oorloig zou brengen. In Sep
tember kon men het schouwspel beleven, dat
in alle landen van Europa uitgebreide militaire
maatregelen werden genomen en de burger-
bevolking in allerijl schuilloopgraven tegen
luchtaanvallen schiep. Gelukkig kon den drei-
genaen oorlog op het aillerlaatste oogenblik
door het ingrijpen van Chamberlain, waarop
onder het hoofd Tsjecho-Slowakije wordt
teruggekomen, worden verhinderd, maar
Tsjecho-Slowakije zag daarbij waardevolle ge
bieden aan Duitschland, Polen en Hongarije
verloren gaan. Een nieuw succes voor Hitler,
die daama verklaarde geen territoriale eischen
meer in Europa te hebben, wat intusschen
niet weg neemt, dat thans ook het Memel-
gebied op het punt staat bij het Rijk aange-
sloten te worden, waartoe het initiatief van
de Memelilanders zelf uitgaat.
.Slechts in de koloniale kwestie kon nog
geen succes worden bereikt, niet in de laatste
plaats tengevolge van Duitschlands eigen
houding na Miinchen. De Jodenvervolging in
November verwekte in de geheele wereld
zoo'n beroering, dat zoowel Engeland als
Frankrijk verklaarden, dat er over een terug-
gave der kolonien thans niet meer te spreken
was, waarbij men zich overigens mag afivra-
gen, of zij het plan daartoe wel ooit gehad
hebben. Engeland staat nu eenmaal eigen ge
bieden niet gaarne af, of het nu kolonien of
slechts mandaatsgebieden zijn. Wij herinne-
ren bier slechts aan Ceylon en de Kaapkolonie.
Aan interne Duitsche aangelegenheden in
het afgeloopen jaar noetmden wij reeds de
strijd tegen de Joden, die tot een emstig
Jodenpro'bleem in de geheele wereld heeft ge-
iei'd. Daamaast trokken dan nog de buiten-
landsche belangstelling de groote varande-
ringen in de regeering en de weermacht in
het begin van het jaar. Von Neur'ath werd
als minister van buitenlandsche zaken door
Von Ribbentrop vervangen en Von Fritseh
viel als leider van het leger.
Tsjecho-Slowakije.
Was 1938 voor Duitschland een succes, voor
Tsjecho-Slowakije was het niets minder 'dan
een catastrofe. Bedrogen in zijn vertrouwen
in Frankrijk en Rusland, zag het belangrijke
gabiedsdeelen verloren gaan. Waar is, dat de
regeering-Benesj vertrouwende op haar bond-
genootschappen, de onderhandelingen met de
Su'deten-Duitschers traineerde en aarzelde
rechtvaardige eischen in te willigen. Was zij
daartoe tijdig overgegaan, wellicht dat nog
veel had kunnen worden vermeden. Nu werden
de tegenstellingen tusschen Praag en Berlijn
grooter en grooter, tegenstellingen, die ook
door den door Engeland gezonden waarnemer,
lord Runciman, niet meer uit de wereld kon
den worden geholpen. Het geduld van Berlijn
raakte uitgeput, openlijk werd met een inter-
ventie gedreigd en wellicht ware het daartoe
ook gekomen, indien Chamberlain niet over
alle bezwaren heenstappend naar Berchtes-
gaden ware getrokken om daar een onderhoud
met Hitler te hebben. Het resultaat van dit
onderhoud was, dat Tsjecho-Slowakije werd
aanbevolen het Sudetenland onder bepaalde
voorwaarden aan Duitschland af te staan. Een
week later bracht Chamberlain zijn tweede
bezoek aan Hitler, ditmaal te Godesberg, dat
echter een minder bevredigend verloop nam,
Praag had intusschen gemobiliseerd, Duitsch
land zond zijn troepen naar de grens en stelde
een ultimatum, een wereldoorlog scheen voor
de deur te staan. In dozen hoogsten nood be-
sloot Chamberlain in overeenstemming met
Daladier, Mussolini om bemiddeling te vragen.
Het gevolg daarvan was de bekende bijeen
komst te Miinchen op 29 September, waarbij
Hitler, Mussolini, Chamberlain en Daladier
overeenkwamen, dat Duitschland van 1 Octo
ber af het Sudetenland mocht bezetten. Voorts
werd te Miinchen overeengekomen, dat ook
Polen en Hongarije de ontnomen deelen van
Tsjecho-Slowakije terug zouden krijgen.
Van dat oogenblik af was de zaak beslecht.
Zich tegen de gemaakte overeenkomst te ver-
zetten, ha'dde zelfmoord beteekend. Voor het
land was slechts toegeven en een algeheele
herorienteering zijner politiek mogelijk.
Aldus is het ook gegaan. Benesj trad af,
het zoo geamputeerde land werd gereorgani-
seerd en bestaat thans uit drie autonome dee
len, Tsjechenland, Slowakije en de Karpatho-
Oekraine. Dit laatste autonome land wordt
door de DuitscherS beschouwd als de
kern van een toekomstigen onafhankelijken
Oekrainischen staat van ongeveer veer-
tig millioen inwoners, die zich tot aan
de grenzen van de Zwarte Zee zou uitstrek-
ken. Deze staat, zooals bekend een graan-
schuur, rijk aan kolen, ijzer- en mangaan-
ertsen zou, onder een soort protectoraat van
Duitschland, moeten tot stand komen ten
koste van Polen en de Sowjet-Unie. Dit heeft
tot gevolg gehad, dat Warschau en Moskou
aan het eind van het jaar toenadering tot
elkaar zochten en ook vonden.
Tsjecho-Slowakije's politiek is thans ge
heel op Berlijn afgestemd en voor het demo
cratische bloc is dit land geheel verloren ge
gaan.
Engeland.
Wenden wrj ons thans tot Engeland, dat
op den loop der gebeurtenissen in het afge
loopen jaar zoo'n grooten Invloed heeft uitge-
oefend. Wanneer men op het oogenblik
Engelsche politiek zegt, zegt men Chamber
lain. Het is, zooals reeds gezegd, een politiek
die naar venzoening streeft, naar het weg-
nernen van de onrechtvaardigheden der vredes-
verdragen. Daarom moest ook, reeds in het
begin van het jaar de anti-fascistische Eden
als minister van buitenlandsche zaken vallen
en vervangen worden door lord Halifax. Of
Chamberlains politiek, die op het oogenblik
op alle fronten wordt toegepast, inderdaad de
verwachte resultaten zal opleveren, kan nog
met geen mogelijkheid gezegd worden. Er
zijn in Engeland menschen, zooals Eden,
Churchill, Lloyd George, Duff Cooper enz.,
die beweren, dat alle concessies uit den booze
zijn, wijl Duitschland, Italie en Japan toch
nimmer te bevredigen zullen zijn. Wanneer
men Duitschlands streven inzake de Oekraine,
Italie's eischen ten aamzien van Tunis, Corsica,
Dzjiboeti en. zelfs Nice, het Japansche optre
den in het Verre Oosten beschouwt, kan men
deze meening inderdaad niet eenvoudig van
de hand wijzen. Maar ook Chamberlain zet
niet alles op een kaart en heeft aan Engeland
het grootste bewapeningsprogramma sinds
den wereldoorlog gegeven, om op alle even-
tuaMteiten voorbereid te zijn. In ieder geval
is zijn opvatting juist, dat elke peging tot
toenadering moet worden ondernomen, zoo-
lang daartoe een mogelijkheid bestaat.
Het pact, dat Engeland met Italie in
Maart sloot en dat thans in werking getre-
den is, bewijst in ieder geval, dat deze politiek
ook zeer wel successen kan brengen, al mag
m.en de beteekenis daarvan voorshands ook
nog niet overschatten.
Frankrijk.
Voor Frankrijk was de belangrijkste bui
tenlandsche politiek in 1938 natuurlijk de
Tsjecho-Slowaaksehe cirsis. Parijs had een
militair bondgenootschap met Praag en bad
dus voor de Tsjecben den oorlog moeten in-
gaan, een oorlog, die in Frankrijk alles be-
halve popula'ir bleek te zijn. De bereikte
©pleasing van dit geschdl beteekende voor
Frankrijk dan ook een enorme opluchting en
daaraan heeft Daladier, de huidige minister-
president een groote mate van populariteit
te danken, die hij ook zeer wel gebruiken kan.
Want de sociale strijd, gepaard gaande aan
bepaalde financieele moeilijkheden, heeft ook
dit jaar overleefd en eischt van de regeering
een uiterst krachtige houding.
Zooals elk jaar, zag Frankrijk ook ditmaal
weer verschillende kabinetten komen en gaan.
Na Chautemps kwam Blum voor de tweede
maal aan het bewind om daarna door Daladier
te worden vervangen. Het volksfront zag
door zijn ho eg opgeschroefde eischen de ge-
zonde deelen van het Fransche volk tegen
zich opstaan en zich in het defensief dringen.
Het beste bewijs daarvoor is wel, dat de alge
meene staking, die tegen bet einde van het
jaar werd afgekondigd, op een volslagen
mislukking uitliep en Daladier en Bonnet voor
hun financieele maatregelen in de Kamer een
meerderheid buiten het volksfront om konden
vinden.
In November vestigde de onderteekening
van de Duitsch-Fransche vriendschapsverkla-
ri;n'g' door Bonnet en Von Ribbentrop de aan
daeht op zich. Aan de waarde van deze ver-
klaring wordt door sommigen weliswaar ge-
tiwijfel'd, maar gezegd kan toch worden, dat
zij zoo zij niet baat, toch zeker ook niet
sclhaadt.
Van meer belang voor Frankrijk was overi-
gens het bezoek van het Engelsche konings-
paar aan Parijs, dat de innige vriendschap
tusschen Engeland en Frankrijk nog eens te
meer bewees.
Italie.
Veel islechter dan met Duitschland zijn de
Fransche betrekkingen met Italie in dit jaar
geweest. Daaraan vermocht ook het feit, dat
Frankrijk tenslotte het Italiaansche keizerrijk
erkende en een ambassadeur naar Rome zond,
geen verandering te brengen.
Italie, dat steeds trouw de verschillende
Duitsche eischen gesteund heeft, maar daarbij
zelf met leage handen bleef zitten, schijnt
thans aan de beurt te komen om verschillende
vrlangens, daarbij dan natuurlijk gesteund
door de spilgenoot, naar voren te brengen.
Deze richten zich, naar is komen vast te staan,
in hoofdzaak tegen Frankrijk, dat overigens
ook al in Spanje belangen heeft, die recht
tegen die van Italie ingaan. De Italiaansche
eischen heeten: Tjinis, Corsica, Dzjiboeti, Nice
en medezeggenscihap in de Suezkanaal-maat-
schappij. Een omvangrijk lijstje zooals men
ziet, dat zeker wel in staat is ook het komen-
de jaar de spanning in Europa te doen voort-
leven. Over de Italiaansche eischen zal men
nog wel meer vememen, na het hezoek, dat
Chamberlain en Halifax in Januari aan Rome
zullen brengen.
Belgie.
Van de gebeurtenissen in de kleinere staten
willen wij slechts op die van ons buurland
Belgie wat nader ingaan. Met Spaak kreeg
dit land voor de eerste maal in zijn geschie-
denis een socialistischen premier, die overi
gens terzijde wordt gestaan door katholieke
en liberale ministers. Spaak voerde overigens
een zeer gelukkige politiek. Hij wist met
steun van den koning, Belgie verder naar de
neutraliteit te leiden en het van het Zuiden,
Frankrijk, naar het Noorden, Nederland, te
orienteeren. Dat kwam tot uiting in het be
zoek, dat koning Leopold HI aan ons land
bracht. Vender stemt het ons Nederlanders
aangenaam, dat het in de Vlaamsche kwestie
voor de Vlamingen iets gunstiger is geworden.
De Spaansche burgeroorlog.
Het jaar 1988 heefit niet bet einde van den
verschrikkeljjken burgeroorlog in Spanje mo
gen brengen. Wel echter is deze strijd vooral
door Engelands toedoen veel minder gevaar-
lijk voor de internationale vrede geworden.
Het Britsche plan tot terugtrekking der vrij-
willigers werd aanvaard en inderdaad zijn zoo
wel Barcelona als Franco daartoe ten deele
overgegaan.
Over den oorlog zelve kan nog gezegd wor
den, dat Franco na verschillende groote suc
cessen in het begin van het jaar, niet tot een
beslisisende overwinning is kunnen komen. Op
het oogenblik kan zelfs gezegd worden, dat de
beide partijen in kracht niet veel voor elkaar
onderdoen. Dat houdt de hoop op een verzoe
ning tusschen beide partijen, die vooral door
Londen gewenscht wordt, in ieder geval wak-
ker.
De strijd in het Verre Oosten.
China zag in den strijd tegen het cvermaeh-
tige Japan opnieuw belangrijke steden, zooals
Kanton en Hankou verloren gaan, maar
Tsjiang Kai-sjek denkt er niet over zijn ver-
zet te staken. Hij heeft het centrum zijner
regeering thans nog verder het binnenland in
verlegd, n.l. naar Joennan en hoopt de Japan-
ners tenslotte in dezen oorlog te kunnen uit-
putten. Of hij daarin zal slagen? Inderdaad
doen zich voor Japan groote financieele moei
lijkheden voor, maar onpantrjdige waarnemers
zijn toch van oordeel, dat het land den strijd
nog minstens een jaar zal kunnen voortzetten.
De groote veroveringen van Japan in China
hebben aan den handel der Westersche mo
gendheden verdere zware slagen toegebraeht,
zonder dat men zich daartegen met succes
heeft kunnen verzetten.
Rusland.
Slechts een oogenblik scheen het, alsof de
strijd in het Verre Oosten een geheel ander
karakter zou krijgen, door het ingrijpen van
Rusland. Dat was tijdens (hot z.g. incident van
Tsjang-Koefeng. Inderdaad werd in dit deel
van Mantsjoerije eenige dagen lang een for-
meele strijd tusschen Russen en Japanners ge-
leverd. Tenslotte kon het incident echter toch
nog bijgelegd worden. De betrekkingen tus
schen de beide landen blijven echter gespan-
nen en alle mogelijkheden staan hier nog open.
In bet binnenland trok de ,,zuivering" van
Stalin nog sterk de aandaeht. Duizenden func-
tionarissen der regeering, van het bestuur
en van het leger werden gefusileerd. Tiendui-
zenden werden naar Siberie verbannen.
Amerika.
Ook Amerika is in het afgeloopen jaar gaan
deelnemen aan den geweldigen bewapenings-
wedutrijd, die zich op het oogenblik in de we
reld afspeelt. Dat deze bewapening tegen de
autoritaire staten is gericht verheimelijkt
men in Washington niet. Voor Engeland en
Frankrijk beteekent deze bewapening een flin-
ken steun in den rug.
Bwvendien werpen de Vereenigde Staten
zich op als verdediger van het geheele Ame-
rikaansche continent, zooals men ook op de
pan-Amerikaansche conferentie van i .ima
heeft kunnen waamemen. Tot een militair ac-
coord met de landen van Midden- en Zuid-
Amerika is het echter niet gekomen. In het
bijzonder de landen van Zuid-Amerika onder-
houden handelsbetrekkingen met bepaalde
Europeesche landen. die men liever niet ver
loren ziet gaan.
In het binnenland brachten de veikiezingen
voor Senaat en Huis van Afgevaardigden een
versterking der republikeinen, waardoor Rco-
sevelts New Dealplannen ietwat in het ge-
drang zijn gekomen.
9