ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN MEfiLANff Wat het Buitenland No 9857. MAANDAG 2 "JANUARI 1939 79e Jaargang TWEEDE BLAD in het afgeloopen jaar. ons in 1938 bracht. ;\«ggi;»y jhbhmewvVMHt as. lEffltui tyrmmW BKi-WSESJZeBE NEUZENSCHE COURANT (Vervoig uit het Eerste Blad.) Oe econcfnisehe en financieele toestand. Qnzeker en weinig bemoedigend als de vocxruitizichten in den aanvang van het jaar waren, verdient des te meer hewondering de activiteit, die het bedrrjfsleven in deze eerste maanden wist te ontplooien. De 38ste Jaar- beurs te Utrecht werd een groot succes; zij onderscheidde zich van haar voorgangsters door de opening van de nieuwe Beatrixhal door Z. K. H. Prins Bemhard, waarin voor de eerste maal de Nederlandsche machine-indus- trie waardig voor den dag kon komen. Ook in ander opizicht nam de Prins een werkizaam aandeel in het economische lev en; in Maart werd hij plechtig geinstalleerd als lid van den Economischen Raad. Naast groeiende moeilijkheden voor onzen uibvoer o.m. werden de kaas- en haring- export naar Belgie hedreigd waren er even- wel ook enkele gunstige symptomen te he- speurende Najaarsbeurs te Utrecht telde weer meer deelnemers dan in 1937, het tien- duizendste schip kwam in Augustus 13 dagen eerder te Rotterdam aan dan het jaar tevo- ren, het aantal faillissementen over het eer ste hatfjaar was minder dan in de overeen- komstige perio.de van 1937. De overheidsbamoeiing met het bedrijfs- leven bleef noodizakelijk en werd nog uitge- breto. Na het vestigingsverbod van '37 voor het slagers- en bakkershedrijf, volgde nu een- zeKde regeling voor de schoenenhranche. Meer dan vorige jaren trok de regeering zich het lot van den Middenstand aan, ofschoon ook nu nog de bestrijddng van het cadeaustelsel van de hand werd gewezen. Op zwaarder las- ten werd de bevolking overigens reeds weer voorbereid door de aankondiging van een nieuwe inkomsten- en winstbelasting. Dat de economische en financieele politiek van de regeering niet ieders instemming heeft, bewees het z.g.n. ,,Adres der negen mannen", waarin vworaanstaande landgenooten scherpe critiek op het regeeringsbeleid oefenden. Kampvechters voor deze laatste stonden ech- ter weldra op en bestreden niet minder fel deze critiek in een ,,Adres der veertien". Merkiwaardig was in het afgeloopen jaar de ontwikkeling op financieel gebied. Het goudetmbargo, in September 1936 uitgevaar- dlgd, werd in Augustus opgeheven, een be wijs, dat een overvloed van dit metaal ons land was toegestroomd. Op de kapitaalsmarkt nam de geldruimte overdadige afmetingen aan als gevolg van den onzekeren internationalen toestand en den steeds dalenden rentestan- daard. Kleine en groote belsggers lieten veer na veer, tot de laatsten, beducht voor verdere daling der rente, de hoofden bij elkaar staken en het zgn. ..'beleggingsfront'" vormden, dat zijm veto uitsprak over lichamen welke bin- nen een jaar tot hemieuwde oonversie van leeningen zoiuden overgaan, alsmede over emis- sies beneden het 3 rentetype. De actie had onmiskenbaar succes verscheidene laag rentende gemeenteleeninigen mislukten zeer ten ongenoege van de emiissiehuizen, die ten slotte met een kleine 2% leening 'Haarlem een bres in het front poogden te schieten. De betrekkingen met het buitenland. Ten aamzien van onze betrekkingen met het buitenland bracht het jaar 1938 enkele be langrijke wijzigingen. De verhouding tot Italie werd weer nortmaalte Rome werd een gezant benoemd en daarmede was de erkenning van het Italiaansche Imiperium, d.i. van de ver- overing van Abessinie, een voldongen feit. Ook met het rechtsche Spanje werden banden aangeknoopt door de benoeming van jhr. E. van Panhuys tot agent van de regeering- Eranco. Losser daarentegen werd de band met de Scandinavische staten. De Oslo-con- ventie, welke in Juli afliep, werd niet ver- lengd, ofschoon de samenwerking niet geheel werd opgegeven. Op de conferentie te Kopen- hagen, waar een en ander werd besproken, stelden al deze kleine staten nog eens nadruk- kelrjk him vrijheid van handelen ten aanzien van art. 16 van het Volkenbondsstatuut in het licht. De hetrekkingen met Belgie waren dit jaar wel van bijzonder hartelijken aard. De gezant- schapspost te Brussel, na de benoeming van Mr. J. A. N. Patijn tot minister nog vrij ge- bleven, werd bezet door haron van Harinxma thoe Slcoten; besprekingen over spoorwegaan- gelegenheden werden gevoerd tusschen den N-ederlandschen minister van Waterstaat en zijn Belgischen ambtgehoot van Verkeers- weaen, maar het hoogtepunt in de betrekkin gen met onze Zuiderburen vormde toch het driedaagsch bezoek van Z.M. Koning Leopold aan ons land, dat tot een bewuste onderstre- ping van de vriendschap tusschen beide lan- den is geworden, die vooral de Vlamingen te pas kan komen in bun strijd tegen de Waal- sche onderdrukking. De verhouding tot onze Oosterburen was van ietwat stroever karakter. Na lange on- derhandelingen kwam niettemin in Septem ber het nieuwe transfer- en clearingverdrag met Duitschland tot stand, dat een kleine ver- mindering van rente voor de hcuders van Duitsche waardepapieren beteekende; ook de handeflstoetrekkingen ondervonden nog steeds de rem van dit ingewikkelde betalingssysteem. De herhaaide grenswijzigingen, alsook de anti-semitische campagne van het Duitsche Rijk deden een zoodanigen stroom van vluch- telingen naar ons land ontstaan, dat de regee ring de grenzen moesit sluiten, om vervolgens onder strenge controle de toelating te regeden. Misverstand omtrent de bedoelingen van een verbod van Rotterdam's burgemoester tot het houden van den voethalwedstrijd Nederland Duitschland was oorizaak, dat het Duitsche Rrjk de sportbetrekkingen met ons land ver- brak. Eenige vermindering van ons werk- loozenheir bezorgde ons Duitschland, door dulszenden Nederlanidsche landarbeiders werk te venschaffen; hetzelfde effect zal welhcht ook de terugtrekking der Duitsche dienst- boden uit ons land hebben, een maatregel welke in de laatste maand van het jaar werd aangekondigd. Vermindering der werkloos- heid streefde de regeering ook na door met Argentinie en Australie besprekingen te voe- ren nopens kolonisatle van Nederlanders in deze landen. Rest ons nog de onmiskenbare toenadering tot onze breeders in de Unie van Zuiid-Afrika te vermelden, die zich na jaren- lange onderdrukking, uitbuiting en achter- stelling door de Engelsehen weer vrijer zijn gaan voelen. Een tastbaar bewijs van onze warme gevoelens voor de stamgenooten in Zuid-Afrika was de vlucht van de ,,Reiger" naar Kaapstad ter gelegenheid van het Eeuw- feest van den Grooten Trek. Wat ieder bezig hield in 1938. Naast de groote gebeurtenissen in het Vonstelijik Huis, waarmee het geheele land in- tens meeleeide, waren er nog tal van weder- waardigheden en kwesties, welke in meer of minder breeden kring de gemoederen in be- roering brachten. Allereerst de weerslag der gebeurtenissen in het buitenland. Onnoodig de spanning der Maart- en Septemberdagen in herinnering te roepen. Te versch ligt dat alles ons nog in het geheugen. Het vluchte- lingenvraagstuk lokte veel pennen- en woor- denstrijd uit, daar velen de hulpverleening der regeering te traag en te beperkt vonden, an- <ieren te ver gaand. Veel beroering verwekte voorts de zaak der Osseihe marechaussee, die door den Minister van Justitie van haar taak werd ontheven, terwijl niet minder heftig het pro en contra in den „wilde-bussenstrijd" werd bepleit. Kinderverlamming en mond- en klauwzeer brachten in breede kringen onrust en bezorgdheid door hun epidemisch optreden, terwijl de grootsch opgezette bergingspoging van het Lutinegoud weken lang het gansche land in spanning hietld. Nog waren er andere brandende kwesties, waar velen voor .vochten: de verbetering der leerlingenschaaj, opnieuw afgewimpeld; het nooidlijdende Artis, nog steeds niet gered; het conflict in de haring- visscherij, na eindelooze onderhandelingen ten slotte toch bijgelegd; het vtliegveldplan der regeering, dat beoogde het algemeen belang te dienen, doch slechts weinigen kon bevredi- gen, en zoo zou er meer te noemen zijn, doch onze plaatsruimte is beperkt. Volstaan wij daarom tot besluit met een korte opsom- ming van Droevige en blijde feiten. Bekende en geziene burgers verloor ons land dit jaar in: den dichter Willem Kloos, een der voormannen van de Beweging van Tachtig; Pastoor L. H. Perquin O.P., voonzitter van de KjR.O.; Mr. C. Ridder van Rappard, den door een auto-ongeval noodlobtig om het leven ge- komsn gezant te Berlijn; Rotterdam's burge- meester Mr. P. Droogleever Fortuyn en den bekenden hoogleeraar en kanselredenaar Prof. Dr. A. H. de Hartog. In de rampen, die ons land troffen, had als gewoomlijk de luchtvaart het grootste aandeel. ,,IJsvcigei" en ,,Ekster", alsmede drie bom- menwerpers van de Indische en 3 toestellen van de Nederlandsche luchtmacht, veronge- lukten en voerden ongeveer 20 menschen in den dood. Branden teisterden in de zomer- maanden vele als gevolg van de langdurige droagte stad, bosch en heide, echter geluk- kig zonder mensciienlevcns te eischen. De spoorwegen bleven voor ernstige treinrampen gespaard, doch zagen in den nacht van den lvden December hun voornaamste zenuween- trum, het Centraal .Station te Utrecht, aan het varnielende vuur ten offer vallen. Mogen enkele blijdere klanken dit overzicht besluiten. De oudste der jubilarissen, welke ons land dit jaar telde, was Geertruidenberg, dat zijn 725-jarig bestaan herdacht, onmiddel- lijk gevolgd door Bergen op Zoom, dat zijn 6dO-jarig markiezaatsbestaan vierde. Het 350- jarig bestaan herdacht de Raad van State in April, terwijl in November de Kon. Militaire Aoademie haar 120-jarig jubileum vierde. Honderdjarigen waren het Burgerlijk Wet- boek en de bekende Haarlemsche fabriek van tram- en spoolwegmaterieel J. J. Beynes N.V.; ziiveren jubilarissen de Ned. Heide Mij. en het Concertgebouw te Amsterdam, terwijl de K.N.A.C. en het Alg. Ned. Verbond op 40 jaren konden terugzien. Ook het afgeloopen jaar heeft weer, even- als de beide voorafgaande, geheel in het tee- ken gestaan van den strijd om een nieuw everjwicht der krachten, die zoowel in West als in Oost ten deele met diplomatieke, ten deele met militaire middelen .gestreden wordt. Ook de laatste restjes van ,de vredesverdragen verloren hun kracht, in Eurcpa verdween een. staat geheel van de landkaart, een tweede werd sterk geamputeerd, een derde wacht op het oogenblik hetzelfde lot, zonder dat de wereld daarover nog in spanning geraakt en in het Verre Oosten verslindt de Japansche schrokop steeds nieuwe, reusachtige Chinee- sche gebieiden. En nog is het einde van den algemeenen strijd, hoe snel wij ook leven, niet in zicht en al evenmin is het mogelijk een al gemeen geldig oordeel over dit historisch ge- beuren uit te spreken. Dat zal de taak zijn van den geschiedschrijver der toekomst. De scribent van het overzicht moet er mede vol staan, de .belangrijkste gebeurtenissen van het jaar in het kort te memoreeren, opdat be- paalde algemeene lijnen der huidige ontwik keling niet uit het ocg verloren worden. Het zich ten einde spoedende jaar dan heeft ongetwijfeld een nieuwe versterking van de positie der z.g. totalitaire staten gebracht, hoewel anderzijds, als reactie op deze groeien de machtspositie, ook de democratische mo- gendheden zich op hun kracht en rijke.hulp- bronnen beginnen te bezinnen. De enorme berwapeningsprogramma's van Engeland en Amerika bewijzen, dat Londen, Parijs en Was hington niet van zins zijn, den driehoek Duitschland-Italie-Japan onbeperkt zijn gang te laten .gaan. Er zullen tenslotte bepaalde grenzen getrokken worden; of deze nu bij Tunis, Corsica, Nice of Dzjiboeti, bij Spanje, de Oekraine of bij het requisiet, genaamd ,,open deur" in China zullen liggen, kan op het oogenblik niog met geen mogelijkheid ge- zegd worden. Vast staat slechts, dat een overschrijden van deze grenzen een oorlog tengevolge zal hebben, een oorlcg, die wel is waar door geen volk gewenscht wordt, maar desondanks zeer wel kan uitbreken; daarover make men zich geen illusies. De groote vraag is, of deze grenzen, die, naar in het afgeloo pen jaar gebleken is, zeer ver schijnen te lig gen Oostenrijk en Tsjechoslowakije kun- nen er van meespreken inderdaad over- schreden zullen worden. Velen zijn er vast van overtuigd, de meer- derheid echter gelooft, dat een dergelijke cate- strophe alsnog vermeden kan worden en ten slotte een verzoening tusschen democratische en autoritaire groote mogendheden mogelijk zal zijn. De belangrijkste exponent van deze laatste meening is de Engelsche minister- president Chamberlain, die dan ook inderdaad in dit jaar een politiek van verzoening ge voerd heeft, waarvan wel het belangrijkste resultaat is geweest, dat een in September dreigende oorlog voorkomen werd, zij het ook onder het brengen van zware offers aan de zijde van het democratische bloc. Ook had Chamberlains politiek tot gevolg, dat een zekere toenadering tusschen Engeland en Italie eenerzijids en Frankrijk en Duitschland anderzijds kon worden bewerkstelligd. Daartegenover staat echter weer, dat Frankrijk en Italie, Duitschland en Engeland op het oogenblik feller tegenover edkaar staan dan ooit sinds den wereldoorlog en dat on- danks den z.g. vrede van Miinchen. De eenige vaste polen, waarin in 1938 gebouwd kon worden en waarin ook wel in de toekomst te bouwen is, zijn de Fransch-Engelsche vriend schap aan de eene zijde, de as Berlijn-Rome aan de andere zijde. Om deze beide maehts- centra concentreeren zich de andere krachten, waarbij vele verschuivingen zich hebben voor- gedaan en nog zullen voordoen. Afgezien van de beide kernen, kan dan ook van twee vaste blocs niet ges.proken worden, te meer niet wijl er ook rekening dient te worden gehou- den met een niet te onderschatten groep neu- tralen, voornamelijk bestaande uit de kleine democratieen van West- en Noord-Europa. Ook Nederland behoort daartoe. Ook in de kleine semi-autoritaire staten van Midden- en Oost-Europa viel en valt een s.treven naar neutraliteit op te merken, maar de groote invloed, die de ,,spdl" en meer in het bijzon der Duitschland in deze gebieden van ons werelddeel uitoefent, ibemoeilijkt een dengelijk streven ten zeerste. Een eigenaardige positie neemt in de Europeesche politiek dan tenslotte nog de Sovjet-Unie in. Deze staat, die een zesde van het grondgebied der aarde omvat, militair verbonden aan Frankrijk cn het oude Tsjecho- Slowakije en groote belangen te beschermen helbbend in het Verre Oosten, heeft in 1938 verzwakt door interne moeilijkheden, niet de rol kunnen spelen, waarop hij gezien zijn positie als groote mogendheid recht heeft. In- tegendeel, bij bepaalde belangrijke gebeurte nissen, zooals de bijeenkomst te Miinchen, ging men Moskou eenvoudig voorbij. Toch valt deze staat uit de iijternationale politiek niet weg te cijferen en ten aanzien van de toekomst zal met Moskou zeer zeker nog rekening moeten worden gehouden. Werpen wij thans, na deze algemeene be- schouwing, een korten terugblik o,p de ge beurtenissen, die in het afgeloopen jaar de aandaeht cp zich gevestigd hebben en begin nen wij daartoe, met de dichtst bij ons liggen- de groote mcJgendheid: Duitschland. Voor onze Oosterburen is 1938, machts- politiek gezien, wel een uiterst succesvol jaar geweest. Hitler toonde zich een waren ,,uit- breider des rijks" en hij, van wien dat gezegd kan worden dat wist Bismarck reeds kan op de vereering van het Duitsche volk rekenen, ongeacht het regime, dat hij uit oefent. Oostenrijk viel het eerst ajan den Duitschen drang naar expansie ten offer, waarbij echter niet over het hoofd mag worden gezien, dat een groot deel der Duitsch-Oostenrijksche be volking den Anschluss" wenschte. Deze Anschluss" voltrok zich op 13 Maart, nadat de Oostenrijksche bondskanselier Schuchnigg, die nog steeds een gevangene van de Gestapo is, zijn laatsten nocdsprong, het uitschrijven van een volksreferendum, door een Duitsch ultimatum zag mislukken. Seys Inquart, on der Duitschen druk tot opvolg'er van Schusch- nigg benoemd, riep op 11 Maart de Duitsche troepen in het land, een dag later stonden detze aan den Brenner, Frankrijk en Engeland zagen zich voor een voldongen feit geplaatst en Mussolini, die zich vroeger meermalen als beschermer van Oostenrijk had opgeworpen, verklaarde, dat hij volkomen met het gebeur- de instemde. Ten bewijze daarvan ontving hij Hitler in Mei op grootsche wijze te Rome, aldus de hechtheid van de as Berlijn-Rome aan de wereld demonstreerend. Lang rust gunde Duitschland Europa na de opwindende dagen van Oostenrijk niet. Onmiddellijk daarop werd de Tsjecho-slowaak- sche kwestie aangesneden, die de wereld in een nog veel grooter spanning, ja aan den fand van den oorloig zou brengen. In Sep tember kon men het schouwspel beleven, dat in alle landen van Europa uitgebreide militaire maatregelen werden genomen en de burger- bevolking in allerijl schuilloopgraven tegen luchtaanvallen schiep. Gelukkig kon den drei- genaen oorlog op het aillerlaatste oogenblik door het ingrijpen van Chamberlain, waarop onder het hoofd Tsjecho-Slowakije wordt teruggekomen, worden verhinderd, maar Tsjecho-Slowakije zag daarbij waardevolle ge bieden aan Duitschland, Polen en Hongarije verloren gaan. Een nieuw succes voor Hitler, die daama verklaarde geen territoriale eischen meer in Europa te hebben, wat intusschen niet weg neemt, dat thans ook het Memel- gebied op het punt staat bij het Rijk aange- sloten te worden, waartoe het initiatief van de Memelilanders zelf uitgaat. .Slechts in de koloniale kwestie kon nog geen succes worden bereikt, niet in de laatste plaats tengevolge van Duitschlands eigen houding na Miinchen. De Jodenvervolging in November verwekte in de geheele wereld zoo'n beroering, dat zoowel Engeland als Frankrijk verklaarden, dat er over een terug- gave der kolonien thans niet meer te spreken was, waarbij men zich overigens mag afivra- gen, of zij het plan daartoe wel ooit gehad hebben. Engeland staat nu eenmaal eigen ge bieden niet gaarne af, of het nu kolonien of slechts mandaatsgebieden zijn. Wij herinne- ren bier slechts aan Ceylon en de Kaapkolonie. Aan interne Duitsche aangelegenheden in het afgeloopen jaar noetmden wij reeds de strijd tegen de Joden, die tot een emstig Jodenpro'bleem in de geheele wereld heeft ge- iei'd. Daamaast trokken dan nog de buiten- landsche belangstelling de groote varande- ringen in de regeering en de weermacht in het begin van het jaar. Von Neur'ath werd als minister van buitenlandsche zaken door Von Ribbentrop vervangen en Von Fritseh viel als leider van het leger. Tsjecho-Slowakije. Was 1938 voor Duitschland een succes, voor Tsjecho-Slowakije was het niets minder 'dan een catastrofe. Bedrogen in zijn vertrouwen in Frankrijk en Rusland, zag het belangrijke gabiedsdeelen verloren gaan. Waar is, dat de regeering-Benesj vertrouwende op haar bond- genootschappen, de onderhandelingen met de Su'deten-Duitschers traineerde en aarzelde rechtvaardige eischen in te willigen. Was zij daartoe tijdig overgegaan, wellicht dat nog veel had kunnen worden vermeden. Nu werden de tegenstellingen tusschen Praag en Berlijn grooter en grooter, tegenstellingen, die ook door den door Engeland gezonden waarnemer, lord Runciman, niet meer uit de wereld kon den worden geholpen. Het geduld van Berlijn raakte uitgeput, openlijk werd met een inter- ventie gedreigd en wellicht ware het daartoe ook gekomen, indien Chamberlain niet over alle bezwaren heenstappend naar Berchtes- gaden ware getrokken om daar een onderhoud met Hitler te hebben. Het resultaat van dit onderhoud was, dat Tsjecho-Slowakije werd aanbevolen het Sudetenland onder bepaalde voorwaarden aan Duitschland af te staan. Een week later bracht Chamberlain zijn tweede bezoek aan Hitler, ditmaal te Godesberg, dat echter een minder bevredigend verloop nam, Praag had intusschen gemobiliseerd, Duitsch land zond zijn troepen naar de grens en stelde een ultimatum, een wereldoorlog scheen voor de deur te staan. In dozen hoogsten nood be- sloot Chamberlain in overeenstemming met Daladier, Mussolini om bemiddeling te vragen. Het gevolg daarvan was de bekende bijeen komst te Miinchen op 29 September, waarbij Hitler, Mussolini, Chamberlain en Daladier overeenkwamen, dat Duitschland van 1 Octo ber af het Sudetenland mocht bezetten. Voorts werd te Miinchen overeengekomen, dat ook Polen en Hongarije de ontnomen deelen van Tsjecho-Slowakije terug zouden krijgen. Van dat oogenblik af was de zaak beslecht. Zich tegen de gemaakte overeenkomst te ver- zetten, ha'dde zelfmoord beteekend. Voor het land was slechts toegeven en een algeheele herorienteering zijner politiek mogelijk. Aldus is het ook gegaan. Benesj trad af, het zoo geamputeerde land werd gereorgani- seerd en bestaat thans uit drie autonome dee len, Tsjechenland, Slowakije en de Karpatho- Oekraine. Dit laatste autonome land wordt door de DuitscherS beschouwd als de kern van een toekomstigen onafhankelijken Oekrainischen staat van ongeveer veer- tig millioen inwoners, die zich tot aan de grenzen van de Zwarte Zee zou uitstrek- ken. Deze staat, zooals bekend een graan- schuur, rijk aan kolen, ijzer- en mangaan- ertsen zou, onder een soort protectoraat van Duitschland, moeten tot stand komen ten koste van Polen en de Sowjet-Unie. Dit heeft tot gevolg gehad, dat Warschau en Moskou aan het eind van het jaar toenadering tot elkaar zochten en ook vonden. Tsjecho-Slowakije's politiek is thans ge heel op Berlijn afgestemd en voor het demo cratische bloc is dit land geheel verloren ge gaan. Engeland. Wenden wrj ons thans tot Engeland, dat op den loop der gebeurtenissen in het afge loopen jaar zoo'n grooten Invloed heeft uitge- oefend. Wanneer men op het oogenblik Engelsche politiek zegt, zegt men Chamber lain. Het is, zooals reeds gezegd, een politiek die naar venzoening streeft, naar het weg- nernen van de onrechtvaardigheden der vredes- verdragen. Daarom moest ook, reeds in het begin van het jaar de anti-fascistische Eden als minister van buitenlandsche zaken vallen en vervangen worden door lord Halifax. Of Chamberlains politiek, die op het oogenblik op alle fronten wordt toegepast, inderdaad de verwachte resultaten zal opleveren, kan nog met geen mogelijkheid gezegd worden. Er zijn in Engeland menschen, zooals Eden, Churchill, Lloyd George, Duff Cooper enz., die beweren, dat alle concessies uit den booze zijn, wijl Duitschland, Italie en Japan toch nimmer te bevredigen zullen zijn. Wanneer men Duitschlands streven inzake de Oekraine, Italie's eischen ten aamzien van Tunis, Corsica, Dzjiboeti en. zelfs Nice, het Japansche optre den in het Verre Oosten beschouwt, kan men deze meening inderdaad niet eenvoudig van de hand wijzen. Maar ook Chamberlain zet niet alles op een kaart en heeft aan Engeland het grootste bewapeningsprogramma sinds den wereldoorlog gegeven, om op alle even- tuaMteiten voorbereid te zijn. In ieder geval is zijn opvatting juist, dat elke peging tot toenadering moet worden ondernomen, zoo- lang daartoe een mogelijkheid bestaat. Het pact, dat Engeland met Italie in Maart sloot en dat thans in werking getre- den is, bewijst in ieder geval, dat deze politiek ook zeer wel successen kan brengen, al mag m.en de beteekenis daarvan voorshands ook nog niet overschatten. Frankrijk. Voor Frankrijk was de belangrijkste bui tenlandsche politiek in 1938 natuurlijk de Tsjecho-Slowaaksehe cirsis. Parijs had een militair bondgenootschap met Praag en bad dus voor de Tsjecben den oorlog moeten in- gaan, een oorlog, die in Frankrijk alles be- halve popula'ir bleek te zijn. De bereikte ©pleasing van dit geschdl beteekende voor Frankrijk dan ook een enorme opluchting en daaraan heeft Daladier, de huidige minister- president een groote mate van populariteit te danken, die hij ook zeer wel gebruiken kan. Want de sociale strijd, gepaard gaande aan bepaalde financieele moeilijkheden, heeft ook dit jaar overleefd en eischt van de regeering een uiterst krachtige houding. Zooals elk jaar, zag Frankrijk ook ditmaal weer verschillende kabinetten komen en gaan. Na Chautemps kwam Blum voor de tweede maal aan het bewind om daarna door Daladier te worden vervangen. Het volksfront zag door zijn ho eg opgeschroefde eischen de ge- zonde deelen van het Fransche volk tegen zich opstaan en zich in het defensief dringen. Het beste bewijs daarvoor is wel, dat de alge meene staking, die tegen bet einde van het jaar werd afgekondigd, op een volslagen mislukking uitliep en Daladier en Bonnet voor hun financieele maatregelen in de Kamer een meerderheid buiten het volksfront om konden vinden. In November vestigde de onderteekening van de Duitsch-Fransche vriendschapsverkla- ri;n'g' door Bonnet en Von Ribbentrop de aan daeht op zich. Aan de waarde van deze ver- klaring wordt door sommigen weliswaar ge- tiwijfel'd, maar gezegd kan toch worden, dat zij zoo zij niet baat, toch zeker ook niet sclhaadt. Van meer belang voor Frankrijk was overi- gens het bezoek van het Engelsche konings- paar aan Parijs, dat de innige vriendschap tusschen Engeland en Frankrijk nog eens te meer bewees. Italie. Veel islechter dan met Duitschland zijn de Fransche betrekkingen met Italie in dit jaar geweest. Daaraan vermocht ook het feit, dat Frankrijk tenslotte het Italiaansche keizerrijk erkende en een ambassadeur naar Rome zond, geen verandering te brengen. Italie, dat steeds trouw de verschillende Duitsche eischen gesteund heeft, maar daarbij zelf met leage handen bleef zitten, schijnt thans aan de beurt te komen om verschillende vrlangens, daarbij dan natuurlijk gesteund door de spilgenoot, naar voren te brengen. Deze richten zich, naar is komen vast te staan, in hoofdzaak tegen Frankrijk, dat overigens ook al in Spanje belangen heeft, die recht tegen die van Italie ingaan. De Italiaansche eischen heeten: Tjinis, Corsica, Dzjiboeti, Nice en medezeggenscihap in de Suezkanaal-maat- schappij. Een omvangrijk lijstje zooals men ziet, dat zeker wel in staat is ook het komen- de jaar de spanning in Europa te doen voort- leven. Over de Italiaansche eischen zal men nog wel meer vememen, na het hezoek, dat Chamberlain en Halifax in Januari aan Rome zullen brengen. Belgie. Van de gebeurtenissen in de kleinere staten willen wij slechts op die van ons buurland Belgie wat nader ingaan. Met Spaak kreeg dit land voor de eerste maal in zijn geschie- denis een socialistischen premier, die overi gens terzijde wordt gestaan door katholieke en liberale ministers. Spaak voerde overigens een zeer gelukkige politiek. Hij wist met steun van den koning, Belgie verder naar de neutraliteit te leiden en het van het Zuiden, Frankrijk, naar het Noorden, Nederland, te orienteeren. Dat kwam tot uiting in het be zoek, dat koning Leopold HI aan ons land bracht. Vender stemt het ons Nederlanders aangenaam, dat het in de Vlaamsche kwestie voor de Vlamingen iets gunstiger is geworden. De Spaansche burgeroorlog. Het jaar 1988 heefit niet bet einde van den verschrikkeljjken burgeroorlog in Spanje mo gen brengen. Wel echter is deze strijd vooral door Engelands toedoen veel minder gevaar- lijk voor de internationale vrede geworden. Het Britsche plan tot terugtrekking der vrij- willigers werd aanvaard en inderdaad zijn zoo wel Barcelona als Franco daartoe ten deele overgegaan. Over den oorlog zelve kan nog gezegd wor den, dat Franco na verschillende groote suc cessen in het begin van het jaar, niet tot een beslisisende overwinning is kunnen komen. Op het oogenblik kan zelfs gezegd worden, dat de beide partijen in kracht niet veel voor elkaar onderdoen. Dat houdt de hoop op een verzoe ning tusschen beide partijen, die vooral door Londen gewenscht wordt, in ieder geval wak- ker. De strijd in het Verre Oosten. China zag in den strijd tegen het cvermaeh- tige Japan opnieuw belangrijke steden, zooals Kanton en Hankou verloren gaan, maar Tsjiang Kai-sjek denkt er niet over zijn ver- zet te staken. Hij heeft het centrum zijner regeering thans nog verder het binnenland in verlegd, n.l. naar Joennan en hoopt de Japan- ners tenslotte in dezen oorlog te kunnen uit- putten. Of hij daarin zal slagen? Inderdaad doen zich voor Japan groote financieele moei lijkheden voor, maar onpantrjdige waarnemers zijn toch van oordeel, dat het land den strijd nog minstens een jaar zal kunnen voortzetten. De groote veroveringen van Japan in China hebben aan den handel der Westersche mo gendheden verdere zware slagen toegebraeht, zonder dat men zich daartegen met succes heeft kunnen verzetten. Rusland. Slechts een oogenblik scheen het, alsof de strijd in het Verre Oosten een geheel ander karakter zou krijgen, door het ingrijpen van Rusland. Dat was tijdens (hot z.g. incident van Tsjang-Koefeng. Inderdaad werd in dit deel van Mantsjoerije eenige dagen lang een for- meele strijd tusschen Russen en Japanners ge- leverd. Tenslotte kon het incident echter toch nog bijgelegd worden. De betrekkingen tus schen de beide landen blijven echter gespan- nen en alle mogelijkheden staan hier nog open. In bet binnenland trok de ,,zuivering" van Stalin nog sterk de aandaeht. Duizenden func- tionarissen der regeering, van het bestuur en van het leger werden gefusileerd. Tiendui- zenden werden naar Siberie verbannen. Amerika. Ook Amerika is in het afgeloopen jaar gaan deelnemen aan den geweldigen bewapenings- wedutrijd, die zich op het oogenblik in de we reld afspeelt. Dat deze bewapening tegen de autoritaire staten is gericht verheimelijkt men in Washington niet. Voor Engeland en Frankrijk beteekent deze bewapening een flin- ken steun in den rug. Bwvendien werpen de Vereenigde Staten zich op als verdediger van het geheele Ame- rikaansche continent, zooals men ook op de pan-Amerikaansche conferentie van i .ima heeft kunnen waamemen. Tot een militair ac- coord met de landen van Midden- en Zuid- Amerika is het echter niet gekomen. In het bijzonder de landen van Zuid-Amerika onder- houden handelsbetrekkingen met bepaalde Europeesche landen. die men liever niet ver loren ziet gaan. In het binnenland brachten de veikiezingen voor Senaat en Huis van Afgevaardigden een versterking der republikeinen, waardoor Rco- sevelts New Dealplannen ietwat in het ge- drang zijn gekomen. 9

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1939 | | pagina 5