WIE PRIJS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEN'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79 Ruwe ha Cmijhhardtjes1 Feuilleton-vertellingen van allerlei aard BRABANTSCHE BRIEVEN. De beer v. d. FELTZ is het met den ge- daehtengang van den heer Dekker grooten- deels eens, waar de Z.V.T.M. toch de exploi- tante is in dit geval, in wier bestuur men geen vertrouwen stelt. De heer VAN BOMMBL VAN VLOTEN verdedigt het voorstel van Ged. Staten. Deze dienst is van groot belang en de Z.V.T.M. is bereid haar over te nemen. Men mag de verkeersbelangen van de streek niet afhanke- lrjk maken a an het wantrouwen in de Z.V.T.M. De heer BAUWENS is voor aanneming van het voorstel. De heer KODDE heeft principieele bezwaren. Het voorstel wordt aangenomen met de St. Geref. tegen. -60d Bij Apoiken Drogisteo (Ingez. Med.) Subsidie autobusdienst GraamvHulst. Vervo'igens stelden Ged. Staten voor aan de N.V. Gebr. Poppe te Graauw en Langendam wederom subsidie te verleenen voor haar auto- ibusdienst tusschen Graauw en Hulst en het maximum waamaar de steam kan worden berekend op 1300 te bepalen. Alzoo besloten. Bestrijding Iepenzlekte. Aan het Oomite inzake Bestudeering en Bestrijding van de Iepenziekte werd voor 1938 en 1939 100 als provinciale bijdrage verleend. Ovememing E'ectriciteitsbedrijf te Hontenisse. Ged. Staten stelden voor aan de N.V. ,,P.Z.E.M. een crediet te verleenen ten behoeve van de ovememing van het electriciteitsbedrijf der gemeente Hontenisse, ter grootte van 100.000. De heer VAN 't HOFF meent, dat de af- schrijving van den goodwill niet goed is ont- worpen. Spr. geeft toe dat men moet trach- ten samen te komen, maar spr. meent, dat er geen reden is om het voorstel niet aan te nemen. Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen. Provinciaal Wegenfonds. Goedgekeurd werden de balans en de baten en listen van het Prov. wegenfonds over 1937 met een eindcijfer der rekening ad 680.680 en een nadeelig saldo van 132.641. Wijziging begrooting 1937. De vergadering vereenigde zich met het voorstel tot het aanbrengen van enkele wijzi- gingen in de Provinciale begrooting voor 1937. Begrooting 1939. Ten slotte was aan de orde de behandeling der Provinciale begrooting 1939 met de be- grootingen van de Provinciale stoomboot- diensten op de Wester-Schelde en de Ooster- Schelde, het Provinciaal wegenfonds; het Provinciaal wegenonderhoaidsfonds, en het Tertiair wegenfonds. Hienbrj was ook aan de orde het voorstel. om het in Juli j.l. verleende subsidie aan de Zeeuwsche borgstellingsfondsen voor 1938 nader te verleenen tot wederopzegging, waar- mede de vergadering zich vereenigde. De heer DEKKER vraagt aandrang te oefenen iby het Rijk om de veren kosteloos te maken. De heer DE LOOZE vraagt. vervoersstatis- tleken. De heer ERASMUS meent,. dat er in den dienat Vlissingen(Breskens verbeteringen kunnen worden aangebracht, die beter aan- sluiting op de treinen verzekeren. De heer DE PAUW bepleit hetzelfde voor de lijn TemenzenHoedekenskerke. De heer v. d. FELTZ vroeg hoe lang de ..Schonwen"* nag zeewaardig zal blijven. De heer VAN BQMMEL VAN VLOTEN 'zegt., dat het moellijk is gezien den toestand •der Rijksfinancien aan te dringen op hetgeen ide heer Dekker vroeg. Vrije veren blijven voorloopig een vrome wensch. In het verslag zal een vervoersstatistiek worden overgelegd,. De aansluiting zal spr. gaame met de directie bespreken. Het is niet te zeggen hoe lang de ,,Schou- wen" nog mede zal kunnen gaan. De heer BAUWENS bepleit verlaging der tarieven voor de bootdiensten, welke hij ecb- ter blijkt te willen verkrijgen door zwaardere lasten en ongerief van bet verkeer op Ter- neuzen, voor welke plaats hij de bootdiensten bliikfbaar maar wil afschaffen. Hij wil die plaats verbinden met busdiensten (een ver- voermiddel waanmede volgens het Vlissingsche Statenlid de heer Edelman, veel menschen niet kunnen reizen) naar Breskens en ook naar Perkpolder. Als dan de bootdienst Terneuzen .Hoedekenskerke opgeheven wordt, zal het verlies op den bootdienst naar Kruiningen naar de heer Bauwens verwacht wel lager worden en kan misschien tariefsverlaging volgen. (Maar hoeveel duurder dan b.v. een reis van Temeuizen naar Goes moet worden vertelt hij er niet bij!) Onder ontkennende interrupties uit de vergadering beweert de heer Bauwens, dat alleen reizigers van den dienst Terneuzen.Hoedekenskerke gebruik zouden maken. De heer DEKKER bespreekt een slechte aansluiting van de R.T.M. richting Bruinisse op den ochtendboot van Katsche Veer-^Zie- rik.z&6 De heer VAN DE ZANDE meent, dat aan den Noord-Bevelandschen kant een inloop- haven zal moeten komen. Nu wil hij alleen iaten varen tot Katsche Veer en dan meer- malen dan tot nu toe. De heer VAN DUYN meent, dat de reeds bestaande particuliere dienst Zierikzee Colijnsplaat de provincie geld zal kosten. Spr. zegt, dat de kwestie van de R. T. M. niet is opgelost. De beer VAN BOMMEL VAN VDOTEN (zeer moeilijk te verstaan) zegt, dat Ged. Staten ook veel voelen voor "alleen een dienst Zierikzee—Katsche Veer. Voor den particulie- ren dienst ZierikzeeColijnsplaat stelden Ged. Staten een diepgaand onderzoek in. Zij kun nen niet veel er aan doen en hebben zelfs geen recht inzage der boeken te vragen. De heer VAN 't HOFF heeft het over den weg Oostkapelle—(Domiburg en vraagt te be- vorderen dat die verbeterd wordt. De heer DE BOOZE behandelt den weg WemeldingeKapelle, en wel speciaal den berm met sloot in de gemeente Kapelle wor den er gelden gevraagd voor het dempen van de sloot? De heer ADRIAAN.SE komt met een be- scbouwing over den weg VeereVrouwen- polder, die zeer noodig verbeterd moet worden. Spr, heeft ook wenschen voor enkele andere wegen. De heer KODDE meent, dat men bij het aanbrengen van beplantingen moet rekening houden met de noodzakelijke breedte der wegen. De heer ERASMUS bespreekt den weg HoofdplaatBiervliet. De heer VAN DE ZANDE wijst op het groote verschil in den bodemgesteldheid van een deel van Sebouwen, waarop de weg Zie rikzeeHaamstede loopt. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN zeide, dat er over den weg DomburgOost- kapelle een meeningsverschil is tusschen den polder en de provincie. De weg WemeldingeKapelle zal 20.000 aan verbetering vra.gen, van den weg Hoofd plaatBiervliet worden geregeld enkele dee- len verbeterd. De weg DraaibrugSluis, waarover ook gesproken was, behoort tbuis op het Ryikswegenplan. Ged. Staten zouden het betreuren als de Provinciale wegen niet beplant zouden wor den, dat hoort bij het Zeeuwsche landschap. Ter zake beplanting zal overleg gepleegd worden met de Ned. Heidemaa.tschappij. De heer DOMINICUS bepleit verhoogde rijwielpaden op den weg Wemeldinge Kapelle. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN zegt dat deze er komen. De Provinciale begrooting. De heer STAVERMAN uit zijn beste wen schen voort het verdere herstel van Mr. P. Dieleman. Spr. hield een beschouwing over de verkiezing van leden der Ged. Staten. Er bleven 15 leden buiten de besprekingen en dit is volgens spr. een slechte erkenning van de minderheden. In de 8 jaar, dat spr. lid der .Staten is, zijn geen politieke kwesties aan de orde geweest, met uitzondering de Zondags- rustkwestie. Alle leden hebben recht op uitnoodiging tot voorbesprekingen over de samenstelling van het college. De tegenwoordige leden zijn bekwaam, maar Ged. Staten moeten een betere afspiegeling der Staten zijn. Er moet zeker een lid van de St. Geref. en de S.D.A.P. in Ged. Staten zijn. Maar in de eerste plaats moet men kijken naar de bekwaamste. Spr. heeft met belangstelling het hoofd- artikel in de ,,Middelburgsche Courant" ge- lezen, doch niet wat de leeftijd betreft. Spr. noemt een heel lijstje van groote krijgs- en staatsiieden, die heel veel presteerden boven de 60 en 70 jaar. Het vervangen door jeug- dige personen zal niet zoo gemakkelijk zijn. Men vindt ze niet zoo makkelijk. Het finan- cieel beheer van Ged. Staten beeft sprekers voile sympathie, doch de voorgestelde belas- tingverlaging beteekent niet veel. Men had de gespaarde 20.000 beter voor sociale doeleinden kunnen bestemmen. Spr. bepleit samenvoeging van groepen gemeenten, zoo mogelijk volgens de ligging op de verschillende eilanden. Spr. bepleit ook toezicht op een goede en economische verdeeling en inrichting van de ziekenhuizen. (Te vier uur werd een half uur gepauzeerd.) Na de pauze was het wcord aan den heer VAN 't HOFF, die niet als de heer Staver- man wilde spreken over de samenstelling van Ged. Staten naar bekwaamheid en geschikt- heid, doch over het financieel beleid van het provinciaal bestuur. Spr. zeide zijn stem te zullen geven voor verlaging der belasting en wees er op, dat Ged. Staten gelijk hadden, toen zij zeiden, dat de belastingverlaging zich zelf zal opvangen in de begrooting. Het is volgens spr. niet juist dat men voor deze ver laging de reserve zal aanspreken. Er zijn bijdragen, die vervallen, maar daamaast moet men tocih ook weer rekening houden met nieuwe uitgaven, die in Zeeland op verschil- lend gehied niet te voorkomen zrjn. Met Ged. Staten is spr. het eens, dat deze verlaging toelaatbaar is. Het gaat om de verlaging van den maximalen belastingdruk, waarop de provincie Zeeland is aangekomen. Dat Ged. Staten niet verder gaan, dan zij nu voor- Stellen, is goed geeien. Spr. bepleitte ver- sterking van de reserve der calamiteuze pol ders en waterschappen. Komende tot de tarieven der P.Z.E.M., ziet spr. geen bezwaar tegen lets lagere afschrij- vingen gedurende enkele jaren. Spr. bepleitte vooral verlaging der tarieven voor kracht en met name voor klein kracht. De positie der P.Z.E.M. in de laatste jaren zeker versterkt. Spr. stelde voor Ged. Staten te verzoeken bij de P.Z.E.M. aan te dringen op tariefsverla- oing. De heer DOMINICUS stelde voor aan ieder spreker slechts twee maal het woord te geven bij de aigemeene bescbouwingen. Nadat enkele leden een afwijzend of een steunend advies hadden uitgebracbt werd dit voorstel van orde met 25 tegen 13 stemmen verworpen, De heer GOOSSENS heeft bezwaren tegen de techniscihe samenstelling van de begrooting. Het vormen van reserves keurt spr. goed. Spr. is voor de belastingverlaging met 2 op- centen. Zaker kan men verschillen in de beoardeeling van de wijze, waarop men de opcenten verminderd en over het aantal dier opcenten. Spr. komt er tegen op, dat men thans wil putten uit de reserve, terwijl z.i. de begrooting zelve er ruimte genoeg voor biedt. Wat zouden Ged. Staten er wel van zeggen, als een gemeente haar reserves zou aanspre ken voor belastingverlaging. Spr. meent, dat de vraag of men het geld niet beter voor sociale doeleinden zou kunnen bestemmen, de kwestie op een heel ander terrein brengt. Het zal moeilijk zijn aan te wijzen wie daarvan zouden moeten profiteeren. Spr. bepleit vlugger werken met aanvragen als die inzake vestiging van een industrieschool in O. Z.- Vlaanderen. Men moet alien samenwerken tegen hen die denken het huidige stelsel te moeten aantasten. Spr. roept voor Z.-Vl. dsn volleddgen steun van Ged. Staten in als voor andere deelen der provincie. Samenwerking tusschen de P.Z.E.M. en de Z.E.G.A.M is zeker gewenscht, doch verder kian men dan ook niet gaan. De tarieven van 10 cent voor groote afname bij Oranjefeesten e.d. is te Paoog, 5 cent zou er mede door kunnen. Men moet oppassen, dat men niet de electriciteit op zijde zet en er Dieselmotoren voor in de plaats neernt. De beer ONDERDIJK meent, dat men cynisch stond tegenover de belastingverlaging omdat het zou gaan om de aantasting der reserves. Maar Ged. Staten zgn niet verder gegaan, dat uit de gewone begrooting was te bestrijden en waarom zal spr. niet verder tegen deze verlaging zijn. Het is echter geen beiastingverlaging van beteekenis en spr. ziet er dan ook meer een gebaar in. Spr. zcu ook gaame gezien hebben dat men deze 2 voor sociale doeleinden zou hebben besteed. Hij gaat met het voorstel mede, omdat men de reserves slechts in de uiterste noodzaa.k zal aanspreken. Spr. acht het niet goed, dat men tracht iets te bereiken ten koste van iets anders, zooals bijv. ten koste van bet veer VeereKamperland of den bootdienst TemeuaenVlissingen. Wat zal men met de reserve doen, die eind 1939 f 200.000 zal bedragen. Spr. meent, dat dit gebruikt zou kunnen worden voor werken, die anders nog zouden moeten wachten. O.a. zou het kunnen voor snellere verbetering der tertiaire wegen, waardoor ook de werkverruiming zal worden bevorderd. Spr. meent ook, dat de Z.E.G.A.M. en de P.Z.E.M. niet kunnen worden samen- gevoegd, maar daarom wel kimnen samen werken. De propaganda voor kracht- en warmte- levering, gevoerd door de P.Z.E.M., is een concurrentie voor de Z.E.G.A.M., die daarom toch nog reden van bestaan blijft hebben. Men zal echter concurrentie blijven houden. De Provincie moet aansporen tot onderling over- leg, opdat zij niet aan het eene verliest, wat zij aan het andere wint. Spr. komt dan tot de afschrijvingspolitiek van de P.Z.E.M. Spr. is natuurlijk voor verlaging der tarieven als het kan, maar Zeeland maakt thans een zeer goed figuur met de stroomprijzen. Spr. komt er tegen op, als men zegt, dat de P.Z.E.M. minder zou moeten afschrijven om daardoor de prijzen te doen dalen en wijst er op, dat de accountants juist zouden Vvillen, dat men nog meer afsehrijft. Men moet de bovengrondsche netten zoo spoedig mogelijk afsehrijven, en dan ondergrondsche aanleggen, waarmede men ook aan het nageslacht kosten bespaart. Als men de zaak goed gaande wil houden, dan moet men geregeld nieuwe machines kun nen aanschaffen. Spr. meent, dat als de boot diensten waren overgegaan, men niet goed- kooper uit zou zijn. Men moet ter zake zeer voorzichtig zijn. Waar de heer Staverman het over de minderheden in de Staten heeft gehad, zegt spr. dat als er een groep is, die zich ge- passeerd zou kunnen gevoelen, het spr.'s frac- tie is. Zij heeft in de 20 jaar dat zij zitting heeft, het nog niet tot buitengewoon lid van Ged. Staten kunnen brengen, ook niet tot voor- zitter van een afdeeling en maar een enkele keer tot ondervoorzitter, doch voor rappor teur voor het algemeen verslag is zij goed. Spr hesloot met een pleidooi voor de belan- gen der visschers en vroeg of Ged. Staten het niet gewenscht vinden zich daar eens voor te spannen. De heer DEKKER meent, dat de heer Goos- sens zeer juiste opmerkingen maakte, maar ook, dat er toch verder niets gebeurt. Men heeft vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen veel werkloozen en spr. betreurt het, dat Ged. Staten niets voor deze menschen doen. Spr. komt er tegen op, dat men scfarijft over een der leden der Staten als over een aftands- mannetje. Dat doet men nog wel in eigen partij, waiarvan spr. zich echter verder niets aantrekt. Als men opkomt tegen het politick gedoe bij de samenstellinig van Ged. Staten, dan is dit een gevolg van de democratic, die het stelsel der meerderheid huldigt. Als de heer Staverman zegt, dat de jongeren niet meer willen, dan zegt spr. dat Mussert kort ge- leden 10.000 jonige mannen en vrouwen be- schikbaar stelden voor een nationale inzame- ling. Spr. wijst er dan op, dat hij in de af- geloopen vier jaar geen enkel prihcipieel Christelijk college heeft geizien. Spr. zegt aan de hand van door hem geciteerde cijfers, dat de menschen met lage inkomens geen voor- deel zullen hebben van de voorgestelde be lastingverlaging. Spr. wil het be drag, dat vrij zou komen, geiven aan de werkloozen in de provincie, afgesdheiden van beginsel en het bedrag van 22.000 daarvoor ter beschikking van Ged. Staten stellen. Zijn desbetreffend voorstel werd alleen door den heer Van Gorsel gesteund en kon dus niet verder in behande ling of stemming komen. De vergadering werd te 6 uur verdaagd tot Woensdagmorgen half elf Vergadering van Woeusdag. De kwestie van den Karetpolder. Gesteund werd thans oprdeuw over het voorstel van Ged. Staten inzake het al of niet subsidieeren van den Karelpolder, waarover Dinsda.g de stemmen staakten. Thans werd het verworpen met 19 tegen 16 stemmen. Af- wezig waren de heeren Goossens, Boender en Dominicus. (De beide eerstgenoemden kwa- men juist na de stemming binnen). Aigemeene beschouwingen. Voortgezet worden de aigemeene beschou wingen De heer KODDE brengt bulde aan Ged. Staten voor hun financieel heleid, maar hij betrekt daar de Statenleden in, die toch de vertegenwoordigers der bevolking zijn. iSpr wees op de dalende, doch na 1936 wedc-r stijgende belastingopbrengst. Daaruit blijkt, dat de belastingverlaging in opcenten mogelijk is door de meerdere belasting opbrengst. De meerdere opbrengst van de grondbelas- ting zit in het gebouwd, door meer bouwen van kleinere perceelen. Voor het ongebouwd zou een herschatting noodig zijn om te komen tot meer opbrengst. Spr. is voor bet naar beneden brengen der hooge belastingen en daarom is spr. verheugd over het voorstel tot verlaging. Als dit een gebaar is, dan zal het dit ook zijn, .als men de 22.000 voor socialen steam uitgeeft. Spr. meent, dat de particu- lieren by minder belasting meer zal kunnen uitgeven wat weer welvaart brengt. De loo- nen dalen en het leven wordt duurder, daar dient opgelet te worden. Spr. weet niet of de belastingverlaging zal ztjn te handhavei), maar wil Ged. Staten ten deze toch gaame voigen. Spr. zou ook tegen het putten uit de reserve zijn. Wanneer men geleidelijk voort- werkt is er geen gevaar aan belastingverla- Spr. bespreekt een andere houding der pro vincie inzake de werkversdhaffing. Spr. wijst op tal van werken, uitgaande direct of indirect van de provincie, die de werkloosheid bestrij den. Zonder haar natuurlijk te kunnen ophef- fen. Nog meer bemoeiing ter zake door de Provincie acht spr. niet gewenscht. Men moet dat aan het Rijk overlaten. Spr. be- grijpt niet waarom men ook niet van het ge bouwd zou mogen heffen. Ter zake van het algemeen bepleit. Spr. betreurt het, de Zondagsdienst op de Wester-Schelde uit te breiden, dat is tocb niet alleen om zieken of medici te vervoeren. Men doet het voor het vervoer' der pleizierreizigera. Spr. zegt dat dit niet in overeenstemming is met Gods gelbod. Spr. zou gaame met alien samenwerken op den grondslag van God's woord. Spr. begrijpt niet, dat men iemand tot buitengewoon lid benoemt, die een andere meening heeft, op het gebied van Gods woord, dan hen, die mede hem verkietzen. Spr. meent, dat de manier, waarop de laat ste jaren op een wijze in de Staten is ge sproken, die zoo anders is dan vroeger. Het l(jkt nu meermalen of slechts ddn party het weet en de andere niets.' Dit is in stryd met onze Zeeuwsche opvattingen. Men buigt alleen zijn hoofd voor den Heer en voor nie- mand anders. Spr. behandelt dan het niet op kunnen voi gen van de verandering op het maken van inbreuk op het natuurschoon. De rechterlijke macht straft niet en men kan dan beter de verordening iaten intrekken. De heer ADRIAANSE wijst op de bijzon- dere omstandigheden, waaronder Zeeland be- staat. Een kleine bevolking en vele dure zaken om te onderhouden. Spr. brengt ver schillende wenschen inzake het algemeen be leid naar voren. Inzake de Zondagsdiensten houden Ged. Staten wel degelijk rekening met de wenschen, doch men is ook afhankelijk ter zaike van het Rijk. Spr. zou het niet goed vinden als Ged. Staten alleen bestonden uit personen, die den ken als de heer Kodde over de Zondags- heiliging. Het deed spr. leed, dat de heer Kodde over hem sprak als buitengewoon lid, zooals deze het deed. De verlaging van de opcenten wil spr. met beide handen aangrijpen. Spr. betuigt hulde aan de voorzichtigheid van Ged. Staten. als gevolg van hun ervaring. Spr. weet iets van het standpunt dat men anderen niet moet herkiezen, doch als zijn party het vraagt, is het moeilijk niet te bly- ven, als men zich nog goed gevoelt. Men is door den leeftijd ook gewaanborgd tegen on- bezonnenheid. Spr. richt zich tot de N.S.B.- ers en bestrijdt hetgeen de heer Dekker zeide over de jongeren der beweging en meent dat de toestanden in Duitschland toch ook verre van ideaal zijn. Spr. vraagt aan'dacht voor beboud van duinen en zeeweringen. De heer VIENINGS wijst op het politieke karakter van de Staten als kiescollege voor de leden van Ged. Staten. Maar ook verder is het te begnjpen, dat de verhoudingen in de Staten zich afspiegelen in het college van Ged. Staten. Dit als bezwaar tegen de stel- ling van den heer Staverman. Spr. komt er tegen op, als men zegt, dat er in de laatste vierjarige periode niets is gebeurd. Bij alien heeft de krachtige wil voor- gezeten om te werken in het belang van de ingezetenen, van wie men de ve r tegen woo r- diger is. Ieder, die niet meer terug komt, kan gerust zeggen, dat hij deed wat hy meende te moeten doen en kon doen. Met den heer Kodde meent spr., dat men een eersten stap gaat zetten op den weg der belastingverlaging. Spr. waarschuwt ook tegen concurrentie- strijd tusschen de P.Z.E.M. en de Z.E.G-A.M. Spr. wil niet de kennis van God3 woord alleen toekennen aan den heer Kodde en zijn geest- verwanten. Volgens spr. is na Gods erken ning ook ontspanning toelaatbaar. Spr. vindt het niet aamgenaam, dat de Sta tenleden de samenstelling der Commissie voor de samenvoeging der polders uit de couran- ten moesten vememen. De heer VAN DER FELTZ beschouwt wat in de laatste 4 jaren is gedaan, en komt dan tot de belastingen en het financieel beleid. De belastingen zijn van bijizondere beteekenis, en spr. is sterk tegen onverantwoordelijk ver- schuiven der lasten naar de toekomst. Men mag echter ook nu niet te veel potjes maken voor de toekomst. Dat Ged. Staten er ook zoo over denken, blijkt wel uit de geschiedenis met de planrten voor de brug over de Een- dracht Het verheugt spr. dat Ged. Staten met het voorstel kwamen tot verlagen der belasting. Het is als met een emstige zieke, wiens temperatuur iets daalt. Men zegt dan, dat men op den goeden weg is. Spr. komt er tegen op, dat men in het algemeen verslag nog vraagt of de verlaging soms een gevolg is van de komende verkieizingen. De vermin- dering veroonzaakt meer koopkracht en min der diruk op de bedrijven. Spr. meent dat men tensfotte toch zal moeten overwegen te komen tot samensmelting van Z.E.G.A.M. en P.Z.E.M. Spr. komt op de juridische kwestie van de Thooische brug en vraagt hoe het daarmede staat. Opr. wijst op het verbod van de N.S.B. voor am/btenaren en wijst op een lid van het semi- officieele Z.E.G.A.M.-personeel, dat daaraan niet zou voldoen. Spr. brengt hulde aan Ged. Staten voor hun arbeid voor de N.-Bevelandsche brug. (Hiema werd even gepauzeerd omdat er slechts een stenografe in de zaal was, die men even rust wilde geven.) Na korten tijd gaat de heer VAN DER FELTZ voort met zrjn betoog. Spr. zegt o.a. dat in het leven niet alleen zonnesdhijn is. Donker noemt spr. o.a. de kwestie der Z.-V. Tram en die betreffende het niet-aanwezige lid der Ged. Staten. Wat ter zake hem is uitgekomen, zal de betrokken partij aanleiding moeten zijn zich over de nieuwe candidaatstelling emstig te beraden. Men kan nu toch niet spreken over de samen stelling van Ged. Staten, als men nog niet eens weet of men er over mede zal moeten be- slissen. Spr. meent, als de heer Staverman even- redige vertegenwoordiging voorstaat, hij niet op zijn eigen partij'genoot, maar op den can- didaat der S.D.A.P. stemt. De soc.-dem. moeten prijs stellen op en dan- ken voor het vertrouwen in hen gesteld. Het is echter een vraag of men hen in Ged. Staten moet brengen. Dat is niet bet logisch gevolg van den uitslag der verkiezdngen. Reohts rekent met de macht der volkssouve- reiniteit en meent, dat men gekozen zijnde, verantwoordelijk is voor ztjn daden. Spr. herhaalt wat hij in den Raad zeide, over het verschil tusschen hen, die wel en hen, die niet zich scharen onder de ieiding van Gods woord. Gezien wat geschiedt in Frankrijk en Bel- gie, is spr. bang voor een SUA.P.-er in het college van Ged. Staten. Spr. meent, dat men niet samen kan gaan met hen, die meenen, dat het niet noodig is, dat men doet aan Vaderlandsliefde. Spr. heeft in de vraag gesteld of het niet mogelijk moet zijn, personen uit de vergade- ringen te verwijderen, die deze gebruiken voor propaganda. De heer EDELMAN juicht de belasting verlaging toe in het belang van hen, die lijden onder den druk der tijden. Spr. weet hoe noo dig het is, en hoopt, dat de Staten het voor stel ter zake zullen aannemen. Dit is ook een stap naar werkverruiming, omdat er geld voor herstelwerk enz. vry komt. Spr. komt dan tot de geruchten over het opheffen der electrische tram, wat spr. zou betreuren in verband met het drukke veikeer, vooral in bet vreemdelingen-seizoen en de vraag komt op of de weg voor autobusverkeer geschikt is. Spr. deed een verzoek tot Terwar*tng van de electrische trainmen. De heer VAN DUIN bepleitte het veikrjj- gen van een Rijksveer over het Zype, candat er van overbrugging wel geen sprake kan zija Ook bepleitte spr. het beboud van de tram j op Schouwen. Hiema werd te half eCn gepauzeerd Ml kwart voor twee. (Zie verder het Tweede Blad.) I-JL*lriA.'UJ verdrijft U snel en zeker met Koker 12 stuks 50 ct. Proefdoosje 2 sluis 10 ct. I lngez- Med. Ulvenhout, 22 December 1938 Aanico, Van heel 't jaar 't alderschoooiste uur wordt straks gebei- erd uit jubelende klokken. De Kerst- klokken, die deur den Heiligen Winternacht 't zullen uitluien: 't Goddelijke Kindeke is geboren. En veur de duuzen- den Stallekes van Bethlehem, die overal staan opgesteld, wor den de kdCrsekes ontstoken. In veumame kerkgebouwen, waar den levens groot en Stal, vol mee kunstige beelden wierd opgericht, daar glorifieert 'nen gloei van wijlicht om *t Hemeisch borelingske. In de huizen van den Rijkdom, daar klast 'nen golf van wit licht uit electrieken kCAr- senm-ontuur over den kostelijken Stal. Maar ook in 't boerenhofsteeke van den daglooner, daar steken blye bloeikes mee on- zekere knuistekes de twee of drie dunne, ge- kleurde vetkCCrskes aan, by 't bordpampieren Stalleke van Bethlehem. En overal ter weareld zit op den oogeav glans van groot en klein, van arm en rijk, 'n licht'beeldeke van den voerbak der dieren, waarin 'n Koningske geboren wierd. En overal jubelen de klokken. Over de nachtelijke weareldstad, waar nog 'n auto- deur mee 'nen drogen smak dichtdreunt veur 'nen verlichten hotelportiek, waarbinnen ge- fuifd wordt en gedanst om den Kerst-harlekjjn die den negerband aanvuurt tot 'n soortement van muzieklawyt dat oew zenuwen treitert als mee duuzend gloeiende pimten. Waar electrie- ke kerstboomen wegnevelen in 'nen blaauwen smoor, die traag sliert over 'n deining van gijmmende mannenkoppen, over avondtoi- letten van zilveren en gouwen lamb, die lyk slangenhuid fonkelen om den wiegenden leeat van sierlijke vrouwen. En overal luien de klokken; dringen deur in de vroeg verlichte kamers, zoo stil nog in. den midwintemacht, dat ge 't oliepitje sput- teren hoort dat daar ros karbonkelt veur 'n heilig beeld, terwijl de nuchtere menschen zich feestelijk kleejen om te gaan naar dddr, waar 't gloriend Stalleke te pryk staat recht onder den bronzen klokkendreun, die galmt, die jubelt over de groote donkere stad, waar hoi de duuzeaiden voetstappen klotsen teugen de zwarte gevels op. En overal luien en luien de klokken deur deuzen Iaten Decembernacht, waarin de laag- staande maneschyf koud te hlinken staat, onder de bleeke sterren. Ze luien, ze gonzen, ze dreunen de straten vol! Vol van den vibree- rendien galm die deint over de kerkgangers, die plenst in de zielen, waarin stuk veur stuk deuzen lichten winternacht geboren wordt 't arme kindeke, Verlosser vHn 'n arm Mensch- dom. En overal luien en gonzen en gatmen die klokken, cok over den buiten, waar van verre wegels en donkere dreven, die iyk sterreatra- len vortkomen, uit 't durps middelpunt, uit den parochie-Tempel, waar binnen weer 'n duuzendvoudig keersenlicht huivert om de Heilige Familie van Bethlehem, tusschen bid- dende herders en stomme dieren. Schoonbeeld, die levende ster van lichtende devotie in deuzen wonderen Nacht, die vol is van opgaande .dierderk™ naar T glorend Stalleke. Want lijk „herders" gelyke, arme aan- bidders, trekt 't Menschdom naar dat beddeke van hooi, zacht gespreid onder 't teere Kin deke in den voeierbak van den Stal. Hier telt gin rijk, ja hier telt gin arm! Hier telt ginnen hoofdschen staat, hier telt gin stand. Hier telt gin geleerdheid en hier telt gin simpelheid. Hier telt alleen onze ziel! Of 't zoo wit is, als t wijlicht, dat 't Kindeke verwarmt. Of 't zoo rein is als 't Borelingske eigens, dat alteen geboren wierd om te geven, te geven tot den lesten druppel hartebloed uit liefde veur Zijn medemenschen! Of 't zoo zacht is, als dat hooi, om 't Kindeke in liefde te ont- vangen. Hier tellen „alleen maar" dingen, waarover 'nen landlooper net zoo goed beschikt als 'nen koning. Hier tellen „alleen maar" wbCrden, die mee gin goud te betalen zijn Hier tellen alleen maar" allerkostelykste, onschatbare weer den, die eigendom kunnen zijn van den steuntrekker en van den kapitalist. Hier telt... de Liefde, de Goddelyke Naas- tenliefde, waaraan deuze weareld zoo arm, zoo straatarm is! Lijk de herders trekken we op naar dat poover stalleke, want God! wat zijn wij nakend-arm. Wij... haters...! Ja, daar valt veul't overwegen deuze dagen, deuzen heel en Advent, die was: Cenen opgang naar den wonderen Stal. Naar't Licht van de Liefde. Deuzen heelen donkeren Advent, gespreid over de donkere weareld, waarin 't slechts 'n horke scheelde of deuzen witten, reinen Nacht was donker geweest als zwart-geronnen hk>ed. Bloed, gevloeid uit hloeikes van kindeia, schepselkens zoo nd aan 't Kindeke, Bloed, ge vloeid uit 'n gemarteld Menschdom, gedom- peld in den zwarten duister van den haat, van den oorlog. Edn horke heeft 't gescheeld, of deuzen ge- lukkigen Vredesnacht vol van klokkengelui was gewist den ongelukkigsten nacht van de heede Historie vol van oorlogsgeweld. •En evenkes, hddl e". enkes zaJite n vertwy- feld Menschdom deur de knieen en dankte, bad in tranen, omdat 't gespaard was veur de hel op ddrd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 2