WIE PRIJS STELT OP GOED BROOD, KOOPT HET IN VAN STRIEN'S BAKKERU, NOORDSTRAAT 79
Ruwe ha
Cmijhhardtjes1
Feuilleton-vertellingen
van allerlei aard
BRABANTSCHE BRIEVEN.
De beer v. d. FELTZ is het met den ge-
daehtengang van den heer Dekker grooten-
deels eens, waar de Z.V.T.M. toch de exploi-
tante is in dit geval, in wier bestuur men geen
vertrouwen stelt.
De heer VAN BOMMBL VAN VLOTEN
verdedigt het voorstel van Ged. Staten. Deze
dienst is van groot belang en de Z.V.T.M. is
bereid haar over te nemen. Men mag de
verkeersbelangen van de streek niet afhanke-
lrjk maken a an het wantrouwen in de
Z.V.T.M.
De heer BAUWENS is voor aanneming van
het voorstel.
De heer KODDE heeft principieele bezwaren.
Het voorstel wordt aangenomen met de
St. Geref. tegen.
-60d Bij Apoiken Drogisteo
(Ingez. Med.)
Subsidie autobusdienst GraamvHulst.
Vervo'igens stelden Ged. Staten voor aan
de N.V. Gebr. Poppe te Graauw en Langendam
wederom subsidie te verleenen voor haar auto-
ibusdienst tusschen Graauw en Hulst en het
maximum waamaar de steam kan worden
berekend op 1300 te bepalen.
Alzoo besloten.
Bestrijding Iepenzlekte.
Aan het Oomite inzake Bestudeering en
Bestrijding van de Iepenziekte werd voor 1938
en 1939 100 als provinciale bijdrage verleend.
Ovememing E'ectriciteitsbedrijf
te Hontenisse.
Ged. Staten stelden voor aan de N.V.
,,P.Z.E.M. een crediet te verleenen ten behoeve
van de ovememing van het electriciteitsbedrijf
der gemeente Hontenisse, ter grootte van
100.000.
De heer VAN 't HOFF meent, dat de af-
schrijving van den goodwill niet goed is ont-
worpen. Spr. geeft toe dat men moet trach-
ten samen te komen, maar spr. meent, dat er
geen reden is om het voorstel niet aan te
nemen.
Het voorstel wordt z.h.s. aangenomen.
Provinciaal Wegenfonds.
Goedgekeurd werden de balans en de baten
en listen van het Prov. wegenfonds over 1937
met een eindcijfer der rekening ad 680.680
en een nadeelig saldo van 132.641.
Wijziging begrooting 1937.
De vergadering vereenigde zich met het
voorstel tot het aanbrengen van enkele wijzi-
gingen in de Provinciale begrooting voor
1937.
Begrooting 1939.
Ten slotte was aan de orde de behandeling
der Provinciale begrooting 1939 met de be-
grootingen van de Provinciale stoomboot-
diensten op de Wester-Schelde en de Ooster-
Schelde, het Provinciaal wegenfonds; het
Provinciaal wegenonderhoaidsfonds, en het
Tertiair wegenfonds.
Hienbrj was ook aan de orde het voorstel.
om het in Juli j.l. verleende subsidie aan de
Zeeuwsche borgstellingsfondsen voor 1938
nader te verleenen tot wederopzegging, waar-
mede de vergadering zich vereenigde.
De heer DEKKER vraagt aandrang te
oefenen iby het Rijk om de veren kosteloos te
maken.
De heer DE LOOZE vraagt. vervoersstatis-
tleken.
De heer ERASMUS meent,. dat er in den
dienat Vlissingen(Breskens verbeteringen
kunnen worden aangebracht, die beter aan-
sluiting op de treinen verzekeren.
De heer DE PAUW bepleit hetzelfde voor
de lijn TemenzenHoedekenskerke.
De heer v. d. FELTZ vroeg hoe lang de
..Schonwen"* nag zeewaardig zal blijven.
De heer VAN BQMMEL VAN VLOTEN
'zegt., dat het moellijk is gezien den toestand
•der Rijksfinancien aan te dringen op hetgeen
ide heer Dekker vroeg. Vrije veren blijven
voorloopig een vrome wensch. In het verslag
zal een vervoersstatistiek worden overgelegd,.
De aansluiting zal spr. gaame met de directie
bespreken.
Het is niet te zeggen hoe lang de ,,Schou-
wen" nog mede zal kunnen gaan.
De heer BAUWENS bepleit verlaging der
tarieven voor de bootdiensten, welke hij ecb-
ter blijkt te willen verkrijgen door zwaardere
lasten en ongerief van bet verkeer op Ter-
neuzen, voor welke plaats hij de bootdiensten
bliikfbaar maar wil afschaffen. Hij wil die
plaats verbinden met busdiensten (een ver-
voermiddel waanmede volgens het Vlissingsche
Statenlid de heer Edelman, veel menschen niet
kunnen reizen) naar Breskens en ook naar
Perkpolder. Als dan de bootdienst Terneuzen
.Hoedekenskerke opgeheven wordt, zal het
verlies op den bootdienst naar Kruiningen
naar de heer Bauwens verwacht wel lager
worden en kan misschien tariefsverlaging
volgen. (Maar hoeveel duurder dan b.v. een
reis van Temeuizen naar Goes moet worden
vertelt hij er niet bij!) Onder ontkennende
interrupties uit de vergadering beweert de
heer Bauwens, dat alleen reizigers van den
dienst Terneuzen.Hoedekenskerke gebruik
zouden maken.
De heer DEKKER bespreekt een slechte
aansluiting van de R.T.M. richting Bruinisse
op den ochtendboot van Katsche Veer-^Zie-
rik.z&6
De heer VAN DE ZANDE meent, dat aan
den Noord-Bevelandschen kant een inloop-
haven zal moeten komen. Nu wil hij alleen
iaten varen tot Katsche Veer en dan meer-
malen dan tot nu toe.
De heer VAN DUYN meent, dat de reeds
bestaande particuliere dienst Zierikzee
Colijnsplaat de provincie geld zal kosten.
Spr. zegt, dat de kwestie van de R. T. M.
niet is opgelost.
De beer VAN BOMMEL VAN VDOTEN
(zeer moeilijk te verstaan) zegt, dat Ged.
Staten ook veel voelen voor "alleen een dienst
Zierikzee—Katsche Veer. Voor den particulie-
ren dienst ZierikzeeColijnsplaat stelden Ged.
Staten een diepgaand onderzoek in. Zij kun
nen niet veel er aan doen en hebben zelfs
geen recht inzage der boeken te vragen.
De heer VAN 't HOFF heeft het over den
weg Oostkapelle—(Domiburg en vraagt te be-
vorderen dat die verbeterd wordt.
De heer DE BOOZE behandelt den weg
WemeldingeKapelle, en wel speciaal den
berm met sloot in de gemeente Kapelle wor
den er gelden gevraagd voor het dempen van
de sloot?
De heer ADRIAAN.SE komt met een be-
scbouwing over den weg VeereVrouwen-
polder, die zeer noodig verbeterd moet worden.
Spr, heeft ook wenschen voor enkele andere
wegen.
De heer KODDE meent, dat men bij het
aanbrengen van beplantingen moet rekening
houden met de noodzakelijke breedte der
wegen.
De heer ERASMUS bespreekt den weg
HoofdplaatBiervliet.
De heer VAN DE ZANDE wijst op het
groote verschil in den bodemgesteldheid van
een deel van Sebouwen, waarop de weg Zie
rikzeeHaamstede loopt.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
zeide, dat er over den weg DomburgOost-
kapelle een meeningsverschil is tusschen den
polder en de provincie.
De weg WemeldingeKapelle zal 20.000
aan verbetering vra.gen, van den weg Hoofd
plaatBiervliet worden geregeld enkele dee-
len verbeterd. De weg DraaibrugSluis,
waarover ook gesproken was, behoort tbuis
op het Ryikswegenplan.
Ged. Staten zouden het betreuren als de
Provinciale wegen niet beplant zouden wor
den, dat hoort bij het Zeeuwsche landschap.
Ter zake beplanting zal overleg gepleegd
worden met de Ned. Heidemaa.tschappij.
De heer DOMINICUS bepleit verhoogde
rijwielpaden op den weg Wemeldinge
Kapelle.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
zegt dat deze er komen.
De Provinciale begrooting.
De heer STAVERMAN uit zijn beste wen
schen voort het verdere herstel van Mr. P.
Dieleman. Spr. hield een beschouwing over
de verkiezing van leden der Ged. Staten. Er
bleven 15 leden buiten de besprekingen en dit
is volgens spr. een slechte erkenning van de
minderheden. In de 8 jaar, dat spr. lid der
.Staten is, zijn geen politieke kwesties aan de
orde geweest, met uitzondering de Zondags-
rustkwestie.
Alle leden hebben recht op uitnoodiging tot
voorbesprekingen over de samenstelling van
het college. De tegenwoordige leden zijn
bekwaam, maar Ged. Staten moeten een betere
afspiegeling der Staten zijn.
Er moet zeker een lid van de St. Geref. en
de S.D.A.P. in Ged. Staten zijn.
Maar in de eerste plaats moet men kijken
naar de bekwaamste.
Spr. heeft met belangstelling het hoofd-
artikel in de ,,Middelburgsche Courant" ge-
lezen, doch niet wat de leeftijd betreft. Spr.
noemt een heel lijstje van groote krijgs- en
staatsiieden, die heel veel presteerden boven
de 60 en 70 jaar. Het vervangen door jeug-
dige personen zal niet zoo gemakkelijk zijn.
Men vindt ze niet zoo makkelijk. Het finan-
cieel beheer van Ged. Staten beeft sprekers
voile sympathie, doch de voorgestelde belas-
tingverlaging beteekent niet veel.
Men had de gespaarde 20.000 beter voor
sociale doeleinden kunnen bestemmen.
Spr. bepleit samenvoeging van groepen
gemeenten, zoo mogelijk volgens de ligging
op de verschillende eilanden.
Spr. bepleit ook toezicht op een goede en
economische verdeeling en inrichting van
de ziekenhuizen.
(Te vier uur werd een half uur gepauzeerd.)
Na de pauze was het wcord aan den heer
VAN 't HOFF, die niet als de heer Staver-
man wilde spreken over de samenstelling van
Ged. Staten naar bekwaamheid en geschikt-
heid, doch over het financieel beleid van het
provinciaal bestuur. Spr. zeide zijn stem te
zullen geven voor verlaging der belasting en
wees er op, dat Ged. Staten gelijk hadden,
toen zij zeiden, dat de belastingverlaging zich
zelf zal opvangen in de begrooting. Het is
volgens spr. niet juist dat men voor deze ver
laging de reserve zal aanspreken. Er zijn
bijdragen, die vervallen, maar daamaast moet
men tocih ook weer rekening houden met
nieuwe uitgaven, die in Zeeland op verschil-
lend gehied niet te voorkomen zrjn. Met Ged.
Staten is spr. het eens, dat deze verlaging
toelaatbaar is. Het gaat om de verlaging
van den maximalen belastingdruk, waarop de
provincie Zeeland is aangekomen. Dat Ged.
Staten niet verder gaan, dan zij nu voor-
Stellen, is goed geeien. Spr. bepleitte ver-
sterking van de reserve der calamiteuze pol
ders en waterschappen.
Komende tot de tarieven der P.Z.E.M., ziet
spr. geen bezwaar tegen lets lagere afschrij-
vingen gedurende enkele jaren. Spr. bepleitte
vooral verlaging der tarieven voor kracht en
met name voor klein kracht. De positie der
P.Z.E.M. in de laatste jaren zeker versterkt.
Spr. stelde voor Ged. Staten te verzoeken bij
de P.Z.E.M. aan te dringen op tariefsverla-
oing.
De heer DOMINICUS stelde voor aan ieder
spreker slechts twee maal het woord te geven
bij de aigemeene bescbouwingen.
Nadat enkele leden een afwijzend of een
steunend advies hadden uitgebracbt werd dit
voorstel van orde met 25 tegen 13 stemmen
verworpen,
De heer GOOSSENS heeft bezwaren tegen
de techniscihe samenstelling van de begrooting.
Het vormen van reserves keurt spr. goed.
Spr. is voor de belastingverlaging met 2 op-
centen. Zaker kan men verschillen in de
beoardeeling van de wijze, waarop men de
opcenten verminderd en over het aantal dier
opcenten. Spr. komt er tegen op, dat men
thans wil putten uit de reserve, terwijl z.i. de
begrooting zelve er ruimte genoeg voor biedt.
Wat zouden Ged. Staten er wel van zeggen,
als een gemeente haar reserves zou aanspre
ken voor belastingverlaging. Spr. meent, dat
de vraag of men het geld niet beter voor
sociale doeleinden zou kunnen bestemmen, de
kwestie op een heel ander terrein brengt. Het
zal moeilijk zijn aan te wijzen wie daarvan
zouden moeten profiteeren. Spr. bepleit
vlugger werken met aanvragen als die inzake
vestiging van een industrieschool in O. Z.-
Vlaanderen. Men moet alien samenwerken
tegen hen die denken het huidige stelsel te
moeten aantasten. Spr. roept voor Z.-Vl. dsn
volleddgen steun van Ged. Staten in als voor
andere deelen der provincie. Samenwerking
tusschen de P.Z.E.M. en de Z.E.G.A.M is zeker
gewenscht, doch verder kian men dan ook
niet gaan. De tarieven van 10 cent voor
groote afname bij Oranjefeesten e.d. is te
Paoog, 5 cent zou er mede door kunnen. Men
moet oppassen, dat men niet de electriciteit
op zijde zet en er Dieselmotoren voor in de
plaats neernt.
De beer ONDERDIJK meent, dat men
cynisch stond tegenover de belastingverlaging
omdat het zou gaan om de aantasting der
reserves. Maar Ged. Staten zgn niet verder
gegaan, dat uit de gewone begrooting was te
bestrijden en waarom zal spr. niet verder
tegen deze verlaging zijn. Het is echter geen
beiastingverlaging van beteekenis en spr. ziet
er dan ook meer een gebaar in. Spr. zcu ook
gaame gezien hebben dat men deze 2 voor
sociale doeleinden zou hebben besteed. Hij
gaat met het voorstel mede, omdat men de
reserves slechts in de uiterste noodzaa.k zal
aanspreken. Spr. acht het niet goed, dat
men tracht iets te bereiken ten koste van
iets anders, zooals bijv. ten koste van bet
veer VeereKamperland of den bootdienst
TemeuaenVlissingen. Wat zal men met
de reserve doen, die eind 1939 f 200.000 zal
bedragen. Spr. meent, dat dit gebruikt zou
kunnen worden voor werken, die anders nog
zouden moeten wachten. O.a. zou het kunnen
voor snellere verbetering der tertiaire wegen,
waardoor ook de werkverruiming zal worden
bevorderd. Spr. meent ook, dat de Z.E.G.A.M.
en de P.Z.E.M. niet kunnen worden samen-
gevoegd, maar daarom wel kimnen samen
werken.
De propaganda voor kracht- en warmte-
levering, gevoerd door de P.Z.E.M., is een
concurrentie voor de Z.E.G.A.M., die daarom
toch nog reden van bestaan blijft hebben. Men
zal echter concurrentie blijven houden. De
Provincie moet aansporen tot onderling over-
leg, opdat zij niet aan het eene verliest, wat
zij aan het andere wint. Spr. komt dan tot
de afschrijvingspolitiek van de P.Z.E.M. Spr.
is natuurlijk voor verlaging der tarieven als
het kan, maar Zeeland maakt thans een zeer
goed figuur met de stroomprijzen. Spr. komt
er tegen op, als men zegt, dat de P.Z.E.M.
minder zou moeten afschrijven om daardoor de
prijzen te doen dalen en wijst er op, dat de
accountants juist zouden Vvillen, dat men nog
meer afsehrijft. Men moet de bovengrondsche
netten zoo spoedig mogelijk afsehrijven, en
dan ondergrondsche aanleggen, waarmede
men ook aan het nageslacht kosten bespaart.
Als men de zaak goed gaande wil houden,
dan moet men geregeld nieuwe machines kun
nen aanschaffen. Spr. meent, dat als de boot
diensten waren overgegaan, men niet goed-
kooper uit zou zijn. Men moet ter zake zeer
voorzichtig zijn. Waar de heer Staverman het
over de minderheden in de Staten heeft gehad,
zegt spr. dat als er een groep is, die zich ge-
passeerd zou kunnen gevoelen, het spr.'s frac-
tie is. Zij heeft in de 20 jaar dat zij zitting
heeft, het nog niet tot buitengewoon lid van
Ged. Staten kunnen brengen, ook niet tot voor-
zitter van een afdeeling en maar een enkele
keer tot ondervoorzitter, doch voor rappor
teur voor het algemeen verslag is zij goed.
Spr hesloot met een pleidooi voor de belan-
gen der visschers en vroeg of Ged. Staten het
niet gewenscht vinden zich daar eens voor te
spannen.
De heer DEKKER meent, dat de heer Goos-
sens zeer juiste opmerkingen maakte, maar
ook, dat er toch verder niets gebeurt. Men
heeft vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen veel
werkloozen en spr. betreurt het, dat Ged.
Staten niets voor deze menschen doen. Spr.
komt er tegen op, dat men scfarijft over een
der leden der Staten als over een aftands-
mannetje. Dat doet men nog wel in eigen
partij, waiarvan spr. zich echter verder niets
aantrekt.
Als men opkomt tegen het politick gedoe
bij de samenstellinig van Ged. Staten, dan is
dit een gevolg van de democratic, die het
stelsel der meerderheid huldigt. Als de heer
Staverman zegt, dat de jongeren niet meer
willen, dan zegt spr. dat Mussert kort ge-
leden 10.000 jonige mannen en vrouwen be-
schikbaar stelden voor een nationale inzame-
ling. Spr. wijst er dan op, dat hij in de af-
geloopen vier jaar geen enkel prihcipieel
Christelijk college heeft geizien. Spr. zegt aan
de hand van door hem geciteerde cijfers, dat
de menschen met lage inkomens geen voor-
deel zullen hebben van de voorgestelde be
lastingverlaging. Spr. wil het be drag, dat vrij
zou komen, geiven aan de werkloozen in de
provincie, afgesdheiden van beginsel en het
bedrag van 22.000 daarvoor ter beschikking
van Ged. Staten stellen. Zijn desbetreffend
voorstel werd alleen door den heer Van Gorsel
gesteund en kon dus niet verder in behande
ling of stemming komen.
De vergadering werd te 6 uur verdaagd tot
Woensdagmorgen half elf
Vergadering van Woeusdag.
De kwestie van den Karetpolder.
Gesteund werd thans oprdeuw over het
voorstel van Ged. Staten inzake het al of niet
subsidieeren van den Karelpolder, waarover
Dinsda.g de stemmen staakten. Thans werd
het verworpen met 19 tegen 16 stemmen. Af-
wezig waren de heeren Goossens, Boender en
Dominicus. (De beide eerstgenoemden kwa-
men juist na de stemming binnen).
Aigemeene beschouwingen.
Voortgezet worden de aigemeene beschou
wingen
De heer KODDE brengt bulde aan Ged.
Staten voor hun financieel heleid, maar hij
betrekt daar de Statenleden in, die toch de
vertegenwoordigers der bevolking zijn.
iSpr wees op de dalende, doch na 1936
wedc-r stijgende belastingopbrengst. Daaruit
blijkt, dat de belastingverlaging in opcenten
mogelijk is door de meerdere belasting
opbrengst.
De meerdere opbrengst van de grondbelas-
ting zit in het gebouwd, door meer bouwen
van kleinere perceelen. Voor het ongebouwd
zou een herschatting noodig zijn om te komen
tot meer opbrengst. Spr. is voor bet naar
beneden brengen der hooge belastingen en
daarom is spr. verheugd over het voorstel tot
verlaging. Als dit een gebaar is, dan zal het
dit ook zijn, .als men de 22.000 voor socialen
steam uitgeeft. Spr. meent, dat de particu-
lieren by minder belasting meer zal kunnen
uitgeven wat weer welvaart brengt. De loo-
nen dalen en het leven wordt duurder, daar
dient opgelet te worden. Spr. weet niet of de
belastingverlaging zal ztjn te handhavei),
maar wil Ged. Staten ten deze toch gaame
voigen. Spr. zou ook tegen het putten uit de
reserve zijn. Wanneer men geleidelijk voort-
werkt is er geen gevaar aan belastingverla-
Spr. bespreekt een andere houding der pro
vincie inzake de werkversdhaffing. Spr. wijst
op tal van werken, uitgaande direct of indirect
van de provincie, die de werkloosheid bestrij
den. Zonder haar natuurlijk te kunnen ophef-
fen. Nog meer bemoeiing ter zake door de
Provincie acht spr. niet gewenscht. Men
moet dat aan het Rijk overlaten. Spr. be-
grijpt niet waarom men ook niet van het ge
bouwd zou mogen heffen. Ter zake van het
algemeen bepleit.
Spr. betreurt het, de Zondagsdienst op de
Wester-Schelde uit te breiden, dat is tocb niet
alleen om zieken of medici te vervoeren. Men
doet het voor het vervoer' der pleizierreizigera.
Spr. zegt dat dit niet in overeenstemming is
met Gods gelbod.
Spr. zou gaame met alien samenwerken op
den grondslag van God's woord. Spr. begrijpt
niet, dat men iemand tot buitengewoon lid
benoemt, die een andere meening heeft, op het
gebied van Gods woord, dan hen, die mede
hem verkietzen.
Spr. meent, dat de manier, waarop de laat
ste jaren op een wijze in de Staten is ge
sproken, die zoo anders is dan vroeger. Het
l(jkt nu meermalen of slechts ddn party het
weet en de andere niets.' Dit is in stryd met
onze Zeeuwsche opvattingen. Men buigt
alleen zijn hoofd voor den Heer en voor nie-
mand anders.
Spr. behandelt dan het niet op kunnen voi
gen van de verandering op het maken van
inbreuk op het natuurschoon.
De rechterlijke macht straft niet en men
kan dan beter de verordening iaten intrekken.
De heer ADRIAANSE wijst op de bijzon-
dere omstandigheden, waaronder Zeeland be-
staat. Een kleine bevolking en vele dure
zaken om te onderhouden. Spr. brengt ver
schillende wenschen inzake het algemeen be
leid naar voren. Inzake de Zondagsdiensten
houden Ged. Staten wel degelijk rekening met
de wenschen, doch men is ook afhankelijk
ter zaike van het Rijk.
Spr. zou het niet goed vinden als Ged.
Staten alleen bestonden uit personen, die den
ken als de heer Kodde over de Zondags-
heiliging. Het deed spr. leed, dat de heer
Kodde over hem sprak als buitengewoon lid,
zooals deze het deed.
De verlaging van de opcenten wil spr. met
beide handen aangrijpen. Spr. betuigt hulde
aan de voorzichtigheid van Ged. Staten. als
gevolg van hun ervaring.
Spr. weet iets van het standpunt dat men
anderen niet moet herkiezen, doch als zijn
party het vraagt, is het moeilijk niet te bly-
ven, als men zich nog goed gevoelt. Men is
door den leeftijd ook gewaanborgd tegen on-
bezonnenheid. Spr. richt zich tot de N.S.B.-
ers en bestrijdt hetgeen de heer Dekker zeide
over de jongeren der beweging en meent dat
de toestanden in Duitschland toch ook verre
van ideaal zijn. Spr. vraagt aan'dacht voor
beboud van duinen en zeeweringen.
De heer VIENINGS wijst op het politieke
karakter van de Staten als kiescollege voor
de leden van Ged. Staten. Maar ook verder
is het te begnjpen, dat de verhoudingen in
de Staten zich afspiegelen in het college van
Ged. Staten. Dit als bezwaar tegen de stel-
ling van den heer Staverman.
Spr. komt er tegen op, als men zegt, dat
er in de laatste vierjarige periode niets is
gebeurd. Bij alien heeft de krachtige wil voor-
gezeten om te werken in het belang van de
ingezetenen, van wie men de ve r tegen woo r-
diger is. Ieder, die niet meer terug komt, kan
gerust zeggen, dat hij deed wat hy meende te
moeten doen en kon doen.
Met den heer Kodde meent spr., dat men
een eersten stap gaat zetten op den weg der
belastingverlaging.
Spr. waarschuwt ook tegen concurrentie-
strijd tusschen de P.Z.E.M. en de Z.E.G-A.M.
Spr. wil niet de kennis van God3 woord alleen
toekennen aan den heer Kodde en zijn geest-
verwanten. Volgens spr. is na Gods erken
ning ook ontspanning toelaatbaar.
Spr. vindt het niet aamgenaam, dat de Sta
tenleden de samenstelling der Commissie voor
de samenvoeging der polders uit de couran-
ten moesten vememen.
De heer VAN DER FELTZ beschouwt wat
in de laatste 4 jaren is gedaan, en komt dan
tot de belastingen en het financieel beleid.
De belastingen zijn van bijizondere beteekenis,
en spr. is sterk tegen onverantwoordelijk ver-
schuiven der lasten naar de toekomst. Men
mag echter ook nu niet te veel potjes maken
voor de toekomst. Dat Ged. Staten er ook
zoo over denken, blijkt wel uit de geschiedenis
met de planrten voor de brug over de Een-
dracht
Het verheugt spr. dat Ged. Staten met het
voorstel kwamen tot verlagen der belasting.
Het is als met een emstige zieke, wiens
temperatuur iets daalt. Men zegt dan, dat
men op den goeden weg is. Spr. komt er tegen
op, dat men in het algemeen verslag nog
vraagt of de verlaging soms een gevolg is
van de komende verkieizingen. De vermin-
dering veroonzaakt meer koopkracht en min
der diruk op de bedrijven. Spr. meent dat men
tensfotte toch zal moeten overwegen te komen
tot samensmelting van Z.E.G.A.M. en P.Z.E.M.
Spr. komt op de juridische kwestie van de
Thooische brug en vraagt hoe het daarmede
staat.
Opr. wijst op het verbod van de N.S.B. voor
am/btenaren en wijst op een lid van het semi-
officieele Z.E.G.A.M.-personeel, dat daaraan
niet zou voldoen.
Spr. brengt hulde aan Ged. Staten voor
hun arbeid voor de N.-Bevelandsche brug.
(Hiema werd even gepauzeerd omdat er
slechts een stenografe in de zaal was, die men
even rust wilde geven.)
Na korten tijd gaat de heer VAN DER
FELTZ voort met zrjn betoog.
Spr. zegt o.a. dat in het leven niet alleen
zonnesdhijn is. Donker noemt spr. o.a. de
kwestie der Z.-V. Tram en die betreffende
het niet-aanwezige lid der Ged. Staten. Wat
ter zake hem is uitgekomen, zal de betrokken
partij aanleiding moeten zijn zich over de
nieuwe candidaatstelling emstig te beraden.
Men kan nu toch niet spreken over de samen
stelling van Ged. Staten, als men nog niet eens
weet of men er over mede zal moeten be-
slissen.
Spr. meent, als de heer Staverman even-
redige vertegenwoordiging voorstaat, hij niet
op zijn eigen partij'genoot, maar op den can-
didaat der S.D.A.P. stemt.
De soc.-dem. moeten prijs stellen op en dan-
ken voor het vertrouwen in hen gesteld.
Het is echter een vraag of men hen in Ged.
Staten moet brengen. Dat is niet bet logisch
gevolg van den uitslag der verkiezdngen.
Reohts rekent met de macht der volkssouve-
reiniteit en meent, dat men gekozen zijnde,
verantwoordelijk is voor ztjn daden.
Spr. herhaalt wat hij in den Raad zeide,
over het verschil tusschen hen, die wel en
hen, die niet zich scharen onder de ieiding
van Gods woord.
Gezien wat geschiedt in Frankrijk en Bel-
gie, is spr. bang voor een SUA.P.-er in het
college van Ged. Staten.
Spr. meent, dat men niet samen kan gaan
met hen, die meenen, dat het niet noodig is,
dat men doet aan Vaderlandsliefde.
Spr. heeft in de vraag gesteld of het niet
mogelijk moet zijn, personen uit de vergade-
ringen te verwijderen, die deze gebruiken voor
propaganda.
De heer EDELMAN juicht de belasting
verlaging toe in het belang van hen, die lijden
onder den druk der tijden. Spr. weet hoe noo
dig het is, en hoopt, dat de Staten het voor
stel ter zake zullen aannemen. Dit is ook
een stap naar werkverruiming, omdat er geld
voor herstelwerk enz. vry komt.
Spr. komt dan tot de geruchten over het
opheffen der electrische tram, wat spr. zou
betreuren in verband met het drukke veikeer,
vooral in bet vreemdelingen-seizoen en de
vraag komt op of de weg voor autobusverkeer
geschikt is.
Spr. deed een verzoek tot Terwar*tng
van de electrische trainmen.
De heer VAN DUIN bepleitte het veikrjj-
gen van een Rijksveer over het Zype, candat
er van overbrugging wel geen sprake kan zija
Ook bepleitte spr. het beboud van de tram
j op Schouwen.
Hiema werd te half eCn gepauzeerd Ml
kwart voor twee.
(Zie verder het Tweede Blad.)
I-JL*lriA.'UJ
verdrijft U snel en zeker met
Koker 12 stuks 50 ct. Proefdoosje 2 sluis 10 ct.
I lngez- Med.
Ulvenhout, 22 December 1938
Aanico,
Van heel 't jaar 't
alderschoooiste uur
wordt straks gebei-
erd uit jubelende
klokken. De Kerst-
klokken, die deur den
Heiligen Winternacht
't zullen uitluien: 't
Goddelijke Kindeke is
geboren.
En veur de duuzen-
den Stallekes van
Bethlehem, die overal
staan opgesteld, wor
den de kdCrsekes ontstoken. In veumame
kerkgebouwen, waar den levens groot en Stal,
vol mee kunstige beelden wierd opgericht,
daar glorifieert 'nen gloei van wijlicht om *t
Hemeisch borelingske.
In de huizen van den Rijkdom, daar klast
'nen golf van wit licht uit electrieken kCAr-
senm-ontuur over den kostelijken Stal.
Maar ook in 't boerenhofsteeke van den
daglooner, daar steken blye bloeikes mee on-
zekere knuistekes de twee of drie dunne, ge-
kleurde vetkCCrskes aan, by 't bordpampieren
Stalleke van Bethlehem.
En overal ter weareld zit op den oogeav
glans van groot en klein, van arm en rijk, 'n
licht'beeldeke van den voerbak der dieren,
waarin 'n Koningske geboren wierd.
En overal jubelen de klokken. Over de
nachtelijke weareldstad, waar nog 'n auto-
deur mee 'nen drogen smak dichtdreunt veur
'nen verlichten hotelportiek, waarbinnen ge-
fuifd wordt en gedanst om den Kerst-harlekjjn
die den negerband aanvuurt tot 'n soortement
van muzieklawyt dat oew zenuwen treitert als
mee duuzend gloeiende pimten. Waar electrie-
ke kerstboomen wegnevelen in 'nen blaauwen
smoor, die traag sliert over 'n deining van
gijmmende mannenkoppen, over avondtoi-
letten van zilveren en gouwen lamb, die lyk
slangenhuid fonkelen om den wiegenden leeat
van sierlijke vrouwen.
En overal luien de klokken; dringen deur
in de vroeg verlichte kamers, zoo stil nog in.
den midwintemacht, dat ge 't oliepitje sput-
teren hoort dat daar ros karbonkelt veur 'n
heilig beeld, terwijl de nuchtere menschen zich
feestelijk kleejen om te gaan naar dddr, waar
't gloriend Stalleke te pryk staat recht onder
den bronzen klokkendreun, die galmt, die
jubelt over de groote donkere stad, waar hoi
de duuzeaiden voetstappen klotsen teugen de
zwarte gevels op.
En overal luien en luien de klokken deur
deuzen Iaten Decembernacht, waarin de laag-
staande maneschyf koud te hlinken staat,
onder de bleeke sterren. Ze luien, ze gonzen,
ze dreunen de straten vol! Vol van den vibree-
rendien galm die deint over de kerkgangers,
die plenst in de zielen, waarin stuk veur stuk
deuzen lichten winternacht geboren wordt
't arme kindeke, Verlosser vHn 'n arm Mensch-
dom.
En overal luien en gonzen en gatmen die
klokken, cok over den buiten, waar van verre
wegels en donkere dreven, die iyk sterreatra-
len vortkomen, uit 't durps middelpunt, uit
den parochie-Tempel, waar binnen weer 'n
duuzendvoudig keersenlicht huivert om de
Heilige Familie van Bethlehem, tusschen bid-
dende herders en stomme dieren.
Schoonbeeld, die levende ster van lichtende
devotie in deuzen wonderen Nacht, die vol is
van opgaande .dierderk™ naar T glorend
Stalleke.
Want lijk „herders" gelyke, arme aan-
bidders, trekt 't Menschdom naar dat beddeke
van hooi, zacht gespreid onder 't teere Kin
deke in den voeierbak van den Stal.
Hier telt gin rijk, ja hier telt gin arm!
Hier telt ginnen hoofdschen staat, hier telt
gin stand. Hier telt gin geleerdheid en hier
telt gin simpelheid.
Hier telt alleen onze ziel! Of 't zoo wit is,
als t wijlicht, dat 't Kindeke verwarmt. Of
't zoo rein is als 't Borelingske eigens, dat
alteen geboren wierd om te geven, te geven
tot den lesten druppel hartebloed uit liefde
veur Zijn medemenschen! Of 't zoo zacht is,
als dat hooi, om 't Kindeke in liefde te ont-
vangen.
Hier tellen „alleen maar" dingen, waarover
'nen landlooper net zoo goed beschikt als 'nen
koning. Hier tellen „alleen maar" wbCrden,
die mee gin goud te betalen zijn Hier tellen
alleen maar" allerkostelykste, onschatbare
weer den, die eigendom kunnen zijn van den
steuntrekker en van den kapitalist.
Hier telt... de Liefde, de Goddelyke Naas-
tenliefde, waaraan deuze weareld zoo arm, zoo
straatarm is!
Lijk de herders trekken we op naar dat
poover stalleke, want God! wat zijn wij
nakend-arm. Wij... haters...!
Ja, daar valt veul't overwegen deuze dagen,
deuzen heel en Advent, die was: Cenen opgang
naar den wonderen Stal. Naar't Licht van de
Liefde.
Deuzen heelen donkeren Advent, gespreid
over de donkere weareld, waarin 't slechts 'n
horke scheelde of deuzen witten, reinen Nacht
was donker geweest als zwart-geronnen hk>ed.
Bloed, gevloeid uit hloeikes van kindeia,
schepselkens zoo nd aan 't Kindeke, Bloed, ge
vloeid uit 'n gemarteld Menschdom, gedom-
peld in den zwarten duister van den haat, van
den oorlog.
Edn horke heeft 't gescheeld, of deuzen ge-
lukkigen Vredesnacht vol van klokkengelui
was gewist den ongelukkigsten nacht van de
heede Historie vol van oorlogsgeweld.
•En evenkes, hddl e". enkes zaJite n vertwy-
feld Menschdom deur de knieen en dankte,
bad in tranen, omdat 't gespaard was veur
de hel op ddrd.