verder niet spreken, doch hij wil even het
woord vragen voor den luchtbe3chermings-
dienst in de buitemvijken. Men weet, dit alles
nog in de kindersclioenen staat, en dat het
wat de kom hetreft ook nog niet zoo is, dat
gezegd kan worden, dat er niets meer te doen
rait, doch spreker verzoekt Burgemeester en
Wethouders niettemin, aandacht te schenken
aan de buitenwijken, en in den kortst moge-
hjken tijd te komen tot het instellen van
hulpposten en hetgeen in vefband hiermede
vender noodig is.
De heer FANOY legt den nadruk op het
geen de heer Van 't Hoff gezegd heeft om-
trent de sirenes, deze hebben zijns inziens niet
voldoende capaciteit. En dan leest spreker
aan het eind van het schrijven der afd. Axel
ran de Nederlandsche Vereeniging voor Lucht-
bescherming, dat het noodig zal zijn, om den
„kleinsten" tegenstand te bieden, materiaal
en misschien ook personeel, uit te breiden.
Spreker zou de betrokkenen willen aanmoedi-
gen een beteren tegenstand te bieden dan den
kleinisten, want daarmede schiet men wei-
nig op.
De heer DE RUIJTER meent ook, dat wat
over de sirenes gezegd is, ook zijn instemming
heeft, naar zijn oordeel zijn deze niet van vol
doende capaciteit. Spreker is er eveneens
van overtuigd, dat ook de buitenwijken, wat
de 'luehtbescherming betreft, georganiseerd
moeten worden. Hij had eigenlijk evenwel een
andere vraag, en dat betreft het feit, dat er
op de ingediende begrooting van den lucht
beschermingsdienst ook verschillende brand-
bluschmiddelen voorkomen, zooals slangen en
dergelijke. In verband met den post, die op
de begrooting is uitgetrokken voor de brand-
weer dit kan echter misschien bij de be-
handeling der begrooting behandeld worden
wil spreker hierover gaarne nadere inlich-
tingen hebben. Spreker ziet, dat op de be
grooting een bedrag uitgetrokken is voor 100
meter slangen, en vraagt, of deze zoo noodig
oak in geval van brand aangewend mogen
worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat indien
het werkelijk noodig is, alles aangewend mag
worden.
De heer OGGEL geeft te kennen, dat wat
betreft de opmerking van den heer C. van
Bendegem betreffende de organisatie van de
buitenwijken, Burgemeester en Wethouders er
ook van overtuigd zijn, dat er iets gebeuren
moet. Deze f 1250 die thans aangevraagd zijn,
zijn uitsluitend bestemd voor de eerste noo-
dige aanschaffing van materialen. Er was in
dit opzicht totaal niets.
De VOORZITTER deelt mede, dat het niet
direct de bedoeling van Burgemeester en
Wethouders is, een bedrag voor aanschaffing
van materialen voor den luchtbeschermings-
dienst in de buitenwijken uit te trekken, doch
we!, dat er voomemens bestaan, een bepaalde
organisatie van de buitenwijken in het leven
te roepen.
De heer C. VAN BENDEGEM geeft den
heer Oggel voor een groot deel gelijk, waar
deze zegt, dat er meer geld noodig zou zijn.
Na de toezegging van den Voorzitter, dat een
aanvang met de organisatie gemaakt zal
worden, kan spreker zich daarmede ver-
eemigen.
De VOORZITTER wijst er op, niet te kun-
aen zeggen, dat met deze 1250 een dienst
in het leven geroepen kan worden, die klinkt
als een klok. De bedoeling is, ieder jaar iets
aan te schaffen, ongeveer volgens de regeling,
zooals die destijds voor de brandweer getrof-
fen is. Burgemeester en Wethouders willen
op die wijze ook den luchtbeschermingsdienst
arganiseeren.
De heer C. VAN BENDEGEM is van mee-
ning, dat de luchtbeschermingsdienst heel iets
anders is dan de brandweer. Die kon men ge-
leidelijk opvoeren, doch voor wat de lueht
bescherming betreft, staat spreker op het
atandpunt, dat als het er moet zijn, dan moet
het er komen. Men kan onmogelijk zeggen,
wanneer men dezen dienst noodig zal hebben,
doch als men dien noodig heeft, dient hy ook
In orde te zyn.
Spreker is er ook van overtuigd, dat met
de gelden die thans aangevraagd zijn, de
dienst nog slechts zeer primitief is in te
richten. Wat de buitenwijken betreft is het
nog wel zeer primitief, er is geen hulppost,
of iets wat er op lijkt, en spreker is er voor,
het bedrag dat thans uitgetrokken is, te ver-
hoogen, desnoods met een zelfde bedrag, in
dien met de organisatie der buitenwijken een
begin gemaakt kan worden.
De VOORZITTER geeft in overweging, deze
1250 thans toe te staan, Burgemeester en
Wethouders kunnen dan zien, wat er verder
gedaan kan worden.
De heer DE RUIJTER constateert, dat de
kwestie onder het oog genotmen wordt, dat er
lets gedaan wordt. Reeds het idee alleen dat
er wat gedaan kan worden, kan van moreele
waarde zijn. Dit wat nu voorgesteld wordt,
zal alleen dienen voor de kom. Spreker be-
grijpt, dat gezien de financieele toestand der
gemeente thans niet meer gedaan kan wor
den. Hij vraagt Burgemeester en Wethouders
of het mogelijk is, dat zij b.v. bij de volgende
begrooting met een afgerond plan voor den
dag kunnen komen, waarin ook de buiten
wijken begrepen zijn. Dat gedeelte waarin
Sluiskil ligt, acht spreker even gevaarlijk, zoo
niet gevaarlijker dan de kom der gemeente
self, door de groote fabriek die daar ligt, en
die, naar spreker wel eens medegedeeld is,
in staat is, stikgashoudende stoffen voor de
regeering te leveren, en dus een object zou
vormen, waarop bij voorkeur de aanvallen ge-
richt werden.
De heer C. VAN BENDEGEM: Hadden we
maar zoo'n hulpdienst als daar!
De heer FANOYDie hebben ze zelf.
De VOORZITTER meent, dat in een der-
gelijk geval de regeering zelf de beveiliging
ter hand zou nemen.
De heer DIELEMAN is van oordeel, dat
voorloopig met dit bedragje genoegen ge-
nomen kan worden. Spreker is niet onge-
rust omtrent de buitenwijken. Bij de laatst
gehouden verduisteringsoefening is er een
strenge eontrole gehouden, en daarbij is ge-
bleken, dat de buitenwyken zeer goed ver-
duisterd waren.
De heer HAMEUNK wil een heel andere
kant van deze kwestie bespreken. Hij doet
voor niemand onder in de zorg ten opzichte
van de beveiliging der bevolking tegen lucht-
aanvallen. Spreker wil echter even in herin-
oering brengen, dat de Minister, toen deze
kwestie in de Kamer besproken werd, perti
nent fceeft verklaard, dat deze wet voor de
gemeenten geen noemenswaardige kosten zou
medebregen, want dat de regeering in dezen
een taak had. Spreker weet niet, of men in
dezen dus niet al te voortvarend geweest is en
niet teveel het gevoel heeft gehad, dat, als wij
niets doen de regeering ook niets doet. Het
geen hier wordt voorgesteld is in flagranten
etrijd met hegeen de Minister heeft gezegd.
Epreker meent daarom, dat het goed zal zijn,
bij de regeering aan te kloppen om steun. Is
dit gebeurd, dan zal spreker hiervan gaarne
de resultaten vememen, is dit niet gebeurd,
dan is het nog niet te laat, aan de regeering
een verzoek in die richting te doen.
De. VOORZITTER antwoordt, dat in de wet
ter bescherming tegen luchtaanvallen staat,
dat de kosten, voor wat het treffen van maat-
regelen voor de beve.liging der bevolk.ng
betreft, deze komen ten laste der gemeenten.
De kosten van uitvoerirug en overige maat-
regelen komen ten laste van het Rijk. Spreker
heeft neigens kunnen vinden, dat de kosten
voor den aankoop van materialen ten laste
van het Rijk gebracht kunnen worden.
De heer HAMELINK weet positief, dat de
Minister dit gezegd heeft, in antwoord op de
vragen van meer dan 66n Kamerlid.
De VOORZITTER weet dat 300.000 voor
de Luehtbescherming is uitgetrokken. Het is
hem ook bekend, dat op een verzoek der Ver
eeniging van Nederlandsche gemeenten afwij-
zend beschikt is, daar er geen geld was.
De heer HAMELINK merkt op, dat het
aanschaffen van materialen toch ook tot de
uitvoering der wet gerekend kan worden.
Het miag er misschien niet met zooveel woor-
den staan, er mag geen afzonderlijk artikel
daarvoor in de wet voorkomen, doch er blijkt
ook niet uit, dat ze niet voor rekening van
het Rijk komen. De organisatie is iets anders,
doch de uitvoering der wet, daaronder kan
men toch de aanschaffing van materialen
ook verstaan. In de Kamer is er met nadruk
op gewezen, dat het gemakkelijk is, een wet
te maken, waarop toen de Minister pertinent
verklaard heeft, dat er geen kosten voor de
gemeenten uit zouden voortvloeien. De orga
nisatie als zoodanig komt voor rekening der
gemeenten, doch de aanschaffing der artikelen
die benoodigd zijn is voor rekening van het
Rijk.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders voornemens
zyn, bij de eerstvo'.gende begrooting een
groote post hiervoor uit te trekken. Hij heeft
er geen bezwaar tegen, de regeering om een
bijdrage te vragen, als een der leden daartoe
het voorstel wil doen.
De heer HAMELINK stelt dit voor.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders dit voorstel over-
nemen. Zij zullen een verzoek tot den Minis
ter richten om de aanschaffing der noodige
maatregelen te bekostigen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders om het
benoodigde bedrag te voteeren, zoo noodig
een leening hiervoor te sluiten, overeenkom-
stig het oorspronkelijk voorstel en het voorstel
om een verzoek tot den betreffenden bewinds-
man te richten om de kosten van aanschaffing
van materiaal voor rekening van het Ryk te
nemen, aanvaard.
8. Wijziging begrooting dienst 1938.
De heer FANOY merkt op, dat hij de be-
grootingswijziging bij de stukken niet gezieta
heeft. Hij weet dus niet, waarover hij thans
te stemmen heeft, en maakt daartegen be
zwaar.
De VOORZITTER constateert, dat deze
begrootingswyziging er inderdaad niet by is.
Hij houdt dit punt aan tot de volgende ver-
gadering.
9. Reclames verlofsrecht, schoolgeld en
hondenbelasting.
Naar aanleiding van een ingekomen verzoek
om ontheffing van verlofsrecht van B. de
Ridder, stellen Burgemeester en Wethouders
voor, teruggave te verleenen van 12,50.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Naar aanleiding van verzoeken om onthef
fing van schoolgeld dienst 1938, stellen Bur
gemeester en Wethouders voor:
te handhaven den aanslag van C. A. Ver-
schelling;
ontheffing te verleenen aanJ. Booij f 7,
J.. Scheele 8, H. P. Dieleman 3,96, C.
Griep f 4,11, D. de Putter 20,91, L. P. Marijs
4,85, J. Goossen 2.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
om ontheffing hondenbelasting voor den dienst
1938 stellen Burgemeester en Wethouders
voor:
te handhaven den aanslag van P. E. A.
Velleman, W. Jansen van Roosendaal, J. Jan-
sen van Roosendaal;
ontheffing te verleenen aan:
H. Willemsen 0,50, C. Verstraeten f 0,50,
Paul Siebenhiiner 4, A. Scheele f 8, C. A.
Michielsen 4, A. Kroc'hmal 0,50, M. de
Keizer f 2, F. Jansen van Roosendaal 0,50,
C. Th. Duym 4, S. G. Casteels 0,50,
te vemietigen den aanslag van Wed. S.
Lourens 4.
De heer SEGHERS merkt op, dat twee
verzoeken om ontheffing van de hondenbelas
ting zijn ingekomen van menschen, die als
regel een hond houden als politiehond. Is het
toch mogelijk, dat deze aangeslagen worden?
De VOORZITTER antwoordt, dat dit bij-
zonder goed nagekeken is, en dat het juist is,
dat ze er onder vallen.
Met algemeene stemmen wordt het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aan-
genomen.
10. Behandeling gemeente-begrooting dienst
1939.
Burgemeester en Wethouders schrijven dato
25 October 1938:
Wij zenden U hlerbij de ontwerp-begrooting
met memorie van toelichting voor het jaar
1939.
Wij zijn er van overtuigd, dat dit onbwerp
U weinig verrassingen zal bieden, omdat geen
nieuwe wenschen van ons College hierin zijn
verwerkt en van onze zijde zooveel mogelijk
rekening is gehouden met de besprekingen
uit Uwe vergaderingen gedurende het afge-
loopen jaar.
Het zal U die met den loop van de ge
meente-financien op de hoogte zyt om die
reden ook geen teleurstelling brengen, dat
toch een nieuwe bron van inkomsten moet
worden aangeboord.
Er zyn, naast de jaarlijks terugkeerende
mindere opbrengst uit de financieele verhou-
dingswet (de vermindering van 1500 per
jaar) nog andere tegenvallers weg te werken.
Het belangrijk lagere saldo van de reke
ning 1937 (zijnde 1625 en in 1936 plan, f 6900
een verschll van plan, f 5300) is wel de
zwaarste.
In de overige Hoofdstukken komen ook wel
stijgingen van uitgaven voor, doch deze zijn
weggewerkt kunnen worden.
In Hoofdstuk IX 1 moesten wij een hoo-
gere subsidie-aanvrage van het Burgerlijk
Armbestuur plaatsen, die op geen andere wijze
te vinden was.
Dit verhoogde het nog te dekken bedrag
tot in totaal /7800.
De werkloozenzorg hebben wij aan de hand
van de ons ten dienste staande gegevens moe
ten brengen op f 31.600.
Mocht in den loop van het jaar blijken, dat
wij boven de raming van deze posten komen,
dan twijfelen wij geen oogenblik of het door
ons benoodigde zal door Uwen Raad worden
gevoteerd.
Een hoogere opbrengst uit's Rijks Belastin-
gen kunnen wij niet verwachten.
Alzoo komen wy met het door ons gecon-
stateerde resultaat, dat een bedrag van pl.m.
7500 alsnog moet worden gedekt.
Na overwegingen en berekeningen van een
en ander is dit bedrag op geen andere wijze
te dekken, dan door een belasting, als bedoeld 4
in Art. 280 der Gemeentewet, zijnde
Een wagenbe'lastingheffing in de gemeente.
Een ontwerp van deze verordening zal U
eerstdaags worden toegezonden.
Wy vertrouwen, dat U zich te zijner tijd
hiermede kunt vereenigen.
Andere belastingobjectien zijn door ons
overwegen, doch brengen eenerzijds te weinig
op, terwijl daartegenover staat dat deze be
langrijk meer administratieve onkosten vra
gen.
Het ligt in het voomemen om deze begroo
ting te behandelen in de Commissien van
Onderzoek in:
Afdeeling I op Donderdag, den lOen Novem
ber a.s. en voor
Afdeeling n op Vrrjdag, den lien Novem
ber d.a.v. des avonds ten 7 uur in het gemeen-
tehuis.
Deze mededeeling wordt nu gedaan, teneinde
hiervan tijdig op de hoegte zijn.
VERSLAG van Commissie I en H betref
fende het onderzoek van de gemeente-
begrooting, dienstjaar 1939.
In afdeeling I waren aanwezig de heeren:
A. van 't Hoff, C. Th. v. d. Bilt, A. P. Essel-
brugge, C. van Bendegem en A. Th. 't Gilde.
Afwezig de heerenP. J. van Bendegem
en C. Hamelink.
In afdeeling n waren aanwezig de heeren:
J. M. Oggel, B. Seghers, J. Fanoy en A. P. de
Ruijter.
Afwezig de heeren: F. Dieleman en P. de
Jorge.
Van de gevraugde inlichtingen en verstrekte
gegevens is in dit verslag geen melding ge
maakt, evenmin van principieele gevoelens
ten opzichte van bepaalde punten.
De Voorzitter opent beide vergaderingen
met de opmerking, dat de begrooting er niet
rooskleung uitziet, doch dat de punten in de
begrooting zijn aan te wijzen, .die een nieuwe
belastingbron noodzakelijk maken.
Dit belastingobject heeft niet alter instem
ming.
Een lid van het college is er geheel tegen;
wenschte de begrooting sluitend te maken
met bezuiniging op diverse posten en in het
allerlaatste geval een belastingheffing op dat-
gene, waarvan de ingezetenen kunnen profi-
teeren, b.v. laten betalen voor het ophalen
van haardasch en droog keukenafval en huis-
vuii.
Overigens deelt dat lid mede, dat hij tegen
dezelfde posten en uitgaven is, waar hij in
vorige jaren tegen was geweest, dit ter voor-
komlig van herhaling van die posten.
Een lid van de Ie afdeeling heeft zich ook
afgevraagd, of er geen andere bronnen waren
aan te boren, dan die, welke weer een heele
druk op de ingezetenen legt.
Is er op andere wijze niet evenveel binnen
te halen om de begrooting sluitend te krijgen.
De Voorzitter kan ook geen andere aan-
wijzen.
Een ander lid van afdeeling I wenscht,
voordat het onderzoek van de begrooting
aanvangt, zijn gedachten en streven over de
aangeboden begrooting te uiten. Dit ontwerp
heeft volgens zijn meening voor een ieder
onzer een teleurstelling omdat deze begrooting
een nieuwe belasting aangeeft met een ge-
raamde opbrengst van 7500, wat voor de be-
lastingbetalers nog een grootere teleurstelling
zal zjjn en vooral daar het voor velen steeds
moeilijker gaat vallen om deze te betalen.
Sprekers streven is erop ingesteld om uit deze
begrooting dat bedrag van 7500 weg te
nemen door de uitgaven met 7000 te ver-
minderen en de ontvangsten met /500 te ver-
hoogen. Spreker hoopit, dat Burgemeester en
Wethouders hieraan hun medewerking zullen
verleenen en dit gezamenlijk met de overige
raadsleden te kunnen bereiken.
Hij wil zyn overwogen veranderingen op
vriendschappelijke wijze in behandeling geven,
zonder persoonlijk te zijn en dit alleen doen
om het werkelijke belang onzer gemeente
Axel te dienen. Zoo voortgaande zijn wij
reeds ver op weg naar de noodlijdendheid,
zooals reeds tal van andere gemeenten, het
geen volgens zijn meening nog voorkomen
kan worden, mits eendrachtelijke isamen-
werking.
Spreker Wil er uitdrukkelijk op wijzen, dat
het brengen van een offer noodzakelijk is en
dat men als persoon met de uitvoering belast,
het liever anders had gezien, doch met den
minder gunstogen finantieelen toestand voor
oogen moet men daarover heen stappen.
Thans wordt overgegaan tot de behandeling
der begrooting. Bij volgno.:
15. Jaarwedden .van ambtenaren en be-
ambten doet een lid in afdeeling H een mede
deeling, dat hij in een andere vergadering ge-
sproken heeft om de jaarwedde van den ge-
meente-bode te herzien, gezien het vele admi
nistratieve werk, dat hij verricht naast zijn
gewoon werk, w^arvoor hij is aangesteld.
De overige leden zijn alien overtuigd van
zijn groote dienstijver, maar wanneer de eene
een verhooging krijgt, kunnen wij de anderen,
die ook hun best doen, vanwege de personeels-
bezetting en de steeds omvangrijker wordende
administratie, niet overslaan.
Een ander lid in die afdeeling acht de be-
trekking van concierge en die van bode een
betere combinatie, in plaats van bode-ambte-
naar.
De Voorzitter zegt, dat wanneer wij alles
afzonderlijk houden en een ieder een behoor-
lijke belooning- geven naar zijn prestaties, dan
gaan wij ver boven onzen stand leven. Een
reorganisatie van die functies kan alleen een
betere oplosSing brengen.
Een ander lid is ook die gedachte toege-
daan.
Een ander lid zou, wanneer de gemeente in
een betere finantieele positie verkeerde, er
ook iets voor voelen om het salaris van dien
ambtenaar te verhoogen, want het is een ver-
dienstelijk ambtenaar.
18. Onderhoud en schoonhouden gemeente-
huis. Een lid in afdeeling I is van meening,
dat deze post met 150 verminderd kan wor
den, t. w. het bedrag, geschat voor ,,vrije
woning" van den concierge.
De Voorzitter zegt, dat dit bedrag van 600
op de begrooting is geplaatst in afwachting
van besprekingen en beslissingen te dien op
zichte. Dezer dagen zal omtrent deze functie
een en ander vastere vormen verkrijgen.
In afdeeling II worden dezelfde mededee-
lingen door den Voorzitter gedaan.
In afwachting van de voorstellen en de
besluiten, die door uwen raad genomen
zullen worden, achten wij het gewenscht
het geraamde bedrag voorloopig te hand
haven.
25. Reis- en verblijfkosten. Een lid in af
deeling I wil deze post met 25 verminderen.
Wanneer men in deze begrooting geen nieuwe
belasting wenscht, moet men beginnen om
diverse in aanmerking komende posten, hetzij
met grootere, hetzij met kleinere bedragen te
verlagen.
De Voorzitter is van meening, dat deze en
vele andere kunnen verlaagd worden. Derge
lijke uitgaven worden niet anders dan strikt
noodzakelijk gedaan. Blykt dat in den loop
van net. aiensujaar de post niet toereikend is,
dan moet men die post verhocgen en heeft
men met de bezuinigingspogingen weinig be-
reikt.
Waar dit een post betreft als zoovele
andere, waarv'jn tevoren niet te zeggen
valt of men daar veel gebruik van moet
maken, wordt voorgesteld de raming in
de ontwerp-begrooting te handhaven.
32. De verteringen ten behoeve van de
bureaux van s temopneming. Een lid in afdee
ling I Wil deze post met f 30 verminderen.
De Voorzitter bepleit handhaving van dit
bedrag. Wanneer men van 7% uur des mor
gans tot des avonds 8 uur in touw is, heeft
men met de bezetting van die stembureaux
dat bedrag noodig.
•In afdeeling II acht een lid, dat deze post
hem ook nogal zwaar voorkomt. Een ander
lid zou de vergoeding van consumptie op 3
per persoon -vast willen stellen.
De Voorzitter zegt, dat een lagere prijs kan
worden bedongen en wanneer de zaak voor de
bureaux is geregeld, het later blijkt, dat daar
verschillende artikelen zijn bijibesteld, waar
tevoren niet op is gerekend. Men mag zoo'n
dag niet onderschatten. Het is een zeer lan-
gen en inspannenden dag, die veel accuratesse
van de leden veigt.
De practijk leert, dat na de gehouden
stemmingen de uitgaven grooter zyn, dan
tevoren is uitgestippeld.
Wordt voorgesteld, dat bedrag te hand
haven en naar de uitgesproken wenschen
in de afdeelingen te regelen.
36. Kosten van Bevolkingsregister en huis-
nummering. Deze post vraagt in beide af
deelingen een nadere specificatie. De invoe-
ring van het Gezinspersoonskaartenstelsel
vraagt een geheele omwerking van het be-
staande bevolkingsboekhoudstelsel en niet
alleen een omwerking, maar een opsporing
daarbij in de oude archieven of informaties in
die plaatsen, waar de persoon geboren is, wat
zeer tydroovend is. Dit omvat niet alleen het
opsporen van gegevens van de elders ge-
borenen, maar ook Van de elders wonenden en
in deze gemeente geboren.
Aan de hand van de gedane tijdopname bij
de bewerking van deze wettelijk voorge-
schreven' gegevens blijkt, dat een daarmede
tijdelijk belaste ambtenaar ongeveer een j'aar
werk heeft. Wy hebben gerekend op een ver
goeding van 900, Ibijkomende kosten van
materiaal, wat niet door het Ryk verstrekt
wordt f 100, te samen f 1000.
Een vergoeding die wij van het Rijk krijgen
en welke wij voorloopig niet in de begrooting
hebben opgenomen (daar het niet zeker is,
dat voor het einde van den dienst 1939 van het
Rijk deze gelden ontvangen zullen worden),
bedraagt: voor kosten van aanleggen 1.8 cent
per stuk is 115,20, voor vergoeding in de
kosten van opberging cent per kaart is
6400 2 is 32. Er is gerekend op hoogstens
6400 kaarten, aangezien men van elders
komende personen reeds kaarten in bezit heeft.
Naar aanleiding van een vraag van een lid
in afdeeling EE om dit werk te laten uitvoeren
door werklooze hoofdarbeiders, kan worden
medegedeeld, dat er in deze gemeente geen
gesteunde werklooze hoofdarbeiders zyn, welke
daarvoor de noodige geschiktheid blijken te
bezitten. Ten overvloede hebben wij ons ver-
gewist bij de Districtsarbeidsbeurs met het-
zelfde resulta'at. Dit is overeenkomstig het
velrzoek medegedeeld aan het Departement
van Sociale Zaken, waarna door den Rijks-
inspecteur van de Bevolkingsregisters vrij-
stelling van die verplichting is verleend.
Een lid van afdeeling I wenschte bij de be-
spreking van deze post zijn wensch te uiten,
dat, wanneer tydelijk personeel moet worden
aangesteld, dit na een oproep in de bladen
geschiedt.
Een ander lid van afdeeling I zou de be-
trekking van wijkmeester willen opheffen en
deze werkzaamheden Willen opdragen aan
hen, die reeds een goede bezoldiging genieten.
Spreker is een tegenstander om dergelijke
minder omvangrijke werkzaamheden afzonder
lijk te beloonen.
De Voorzitter zegt, dat opheffing van be-
trekkingen geen geheele opheffing van uit
gaven medebrengt, daar men dan met ,,wacht-
geld" rekening moet houden.
Een bedrag van 147,20 kan in hoofd
stuk II der ontvangsten alsnog worden
geplaatst.
58. Aflossing van geldleeningen vraagt een
lid van afdeeling I nogmaals pogingen aan te
wenden, om den looptijd van de geldleening
ten behoeve van het nieuwe rahdhuis van 40
op 70 jaar te brengen, gezien de structuur
van het gebouw.
De Voorzitter zegt toe, dat ter bevoegder
plaatse, gezien de gemeente-financien opnieuw
over dit punt zal worden gesproken cn men
zal trachten, dit te verkrijgen.
64. Kosten van het officieel raadsverslag.
Hierbij dringt een lid van afdeeling II aan
opafsehaffing van het verslag in zijn tegen-
woordigen vorm en invoering van zakelijke
notulen. Deze kunnen dan op de secretarie
vermenigvuldigd worden voor de le<^n.
Besloten daartoe niet over te gain. De
bezuiniging op dezen post weegt niet op
tegen het gemak van het raadsverslag in
zijn tegenwoordigen vorm; de onkosten
kunnen niet heelemaal worden gedrukt.
90. Bij aanschaffing van brandblusch-
middelen wordt in beide afdeelingen aange-
drongen om deze post met f 100 te vermin
deren.
Besloten wordt, deze post met 50 te
verminderen.
91. Onderhoud van brandbluschmiddelen.
Hierbij wordt in beide afdeelingen, gezien de
stand van de gemeente-financien het wensche-
lijk geacht, deze met f 100 te verminderen.
Besloten wordt, deze post met f 50 te
verminderen.
95. Bij kosten der straatverlichting stelt
een lid in afdeeling n voor, gezien de produc-
tiekosten van het gas een lageren prijs voor
de straatverlichting te bedingen. Alzoo stelt
hy voor deze post met 450 te verminderen.
Met verwijzing naar het door de Gas-
commissie uitgebracht rapport kan van
deze post een bedrag van 450 niet wor
den afgenomen.
103. Kosten van de burgerwacht. In beide
afdeelingen worden stemmen geuit om deze
subsidie in te trekken.
De meerderheid van het college is er
voor, dat deze post gehandhaafd wordt.
105. Kosten inzake bescherming van de
bevolking tegen luchtaanvallen. Tengevolge
van de technische uitvindingen, welke ge-
bruikt zullen worden in tijd van oorlog heeft
de plaatselijke afdeeling van de Nederland
sche vereeniging voor Luehtbescherming een
opgave gedaan van de noodige materialen,
welke in de eerste plaats noodig zijn. Deze
vertegenwoordigt een bedrag van 1250. Dit
bedrag kan uit de loopende begrooting niet
gevonden worden. Alzoo zal deze gedekt moe
ten worden door geldleening, af te lossen in
10 jaar. Is de eerste aanschaf gedaan, dan
zal men met een jaarlijksch bedrag, daarvoor
disponibel te stellen, de materialen en hulp-
middelen kunnen aanvullen.
Gezien het verzoek van de plaatselijke
afdeeling wordt voorgesteld deze post te
verhoogen met 25 voor aflos van f 1250
a f 125 per jaar, rente 1250 h 4 is
50, totaal 175. Overigens wordt ver-
wezen naar het afzonderlijk voorstel op
het verzoek van die afdeeling.
Bij hoofdstuk IV deelt de Voorzitter mede,
dat het den heeren bekend is, dat van de R.K.
Verpleging te Sluiskil een verzoek is inge
komen voor een subsidie ten behoeve van haar
nieuw modem ziekenhuis. Het college waar-
deert deze aanwinst voor de omgeving ten
zeerste, doch kan vanwege den finantieelen
toestand der gemeente met geen voorstel
komen om deze waardeering met een zeker
bedrag op deze begrooting uit te spreken.
In beide afdeelingen wordt zeer waardeerend
over deze prachtgelegenheid gesproken. Een
lid in afdeeling H zegt toe in zijn college,
waar hy in een andere functie zitting heeft,
om nog eens een berekening te maken of via
die instelling een bijdrage kan worden ge-
geven.
Een lid in afdeeling II was er voor om, wan
neer tot een subsidieverleening werd besloten,
dit op de subsidie van het Burgerlyk Armbe
stuur te verminderen, aangezien deze instel
ling de meeste revenuen ervan geniet.
Een bedrag kan in beide afdeelingen niet
worden aangewezen voor dit doel, al is men
van oordeel, dat deze inrichting een subsidie
toekomt.
Gezien den finantieelen toestand, waar
in de gemeente verkeert, moeten Burge
meester en Wethouders hun ingenomen
standpunt handhaven. Van de zijde van
het Burgerlijk Armbestuur is een nader
onderzoek toegezegd. Mogelijk dat dit
ten voordeele van die vereeniging voor
ziekenverpleging uitvalt.
Bij dit hoofdstuk komt mede ter sprake een
verzoek van het bestuur van de Bad- en
ZWeminrichting. Deze vraagt om een sub
sidie gedurende de eerste jaren, gelyk aan de
door hen verplichte aflos, of uitstel van de
aflos gedurende de erste jaren, dat zij nog
andere finantieele lasten hebben. Aangezien
deze inrichting de laatste jaren slechte zwem-
seizoenen heeft gehad, vraagt zy hun finan
cieele lasten eenigszins te verlichten.
In beide afdeelingen wordt de wenschelyk-
heid van een dergelijke inrichting uitgespro
ken. Eenige leden in afdeeling II bepleitem
een subsidie gelijk aan het jaarlijks af te los
sen bedrag van 100.
124. Jaarwedden en hulpmiddelen van
schoolartsen. De Voorzitter deelt mede, dat
deze post er op gebracht is, nadat menigmaal
in den raad over dit onderwerp was gespro
ken. Elen onderhoud met de plaatselijke dok-
toren heeft ons dit bedrag op de begrooting
doen plaatsen. Nadat deze ontwerp-begroo
ting was vastgesteld, sprak spreker dezer
dagen een der doktoren over dit onderwerp.
Deze deelde mede, dat dit niet direct zoo per
tinent in de conferentie naar voren was ge
bracht, maar dat zij naast dat bedrag van
f 600 een eisch stelt van ieder f 400 voor de
armenpraktijk, die ook meer en meer uit-
breidt.
Een lid in afdeeling I zou dit allemaal goed
kunnen keuren, wanneer wy beter in de finan-
cien zaten, doch spreker is er voor, dat men
in dezen tijd maar geen nieuwigheden in het
leven moet roepen. Laten wij, wanneer de
verloskundige haar pensioensgerechtigden
leeftijd heeft bereikt een definitieve regeling
maken met doktoren voor schoolartsendienst
en armenpraktijk.
Een lid in dezelfde afdeeling voelt heel veel
voor schoolartsendienst. Het komt helaas veel
te veel voor, dat eerst later blijkt, dat een
kind bacillendrager was van t.b.c.
Een ander lid is er ook voor, dat deze ge-
legenheid niet tot later verschoven wordt.
Spreker vraagt: ,,kan men voorloopig geen
gunstiger accoord met de doktoren maken?"
Een vierde lid voelt ook heel veel voor
dezen dienst, doch anderzyds is invoering van
een nieuwe belasting hem een schrik.
Een vijfde lid verheugt zich, dat deze post
op de begrooting voorkomt.
In de lie afdeeling vraagt dit punt ook een
uitvoerige bespreking. Tegenstanders van het
doel zijn niet te constateeren, doch wel be-
zwaren tegen de financieele zijde, gezien den
toestand der begrooting.
Een lid in die afdeeling (H) doet een voor
stel om te beginnen met de kinderen, die voor
het eerst naar school komen, (dit aantal be
draagt 115) aan een geneeskundig onderzoek
te onderwerpen. Spreker zegt, dat een jaar-
lijksche keuring van de overige schoolgaande
kinderen niet noodig is. Dit wordt in vele
gemeenten drie keer gedaan, gedurende den
leerplichtigen leeftijd en dien tijd, dat ze de
school bezoeken.
Andere leden voelen ook heel veel voor
dezen dienst, doch de financien blijven ook als
een bezwaar gelden.
Een lid is er niet voor te vinden, om dit
eenmaal te laten onderzoeken bij de komst
op de school. Nadien kan zich iets voordoen,
wat een besmettingshaard voor heel de school
kan wezen.
Een vorige spreker heeft dit idee naar
voren gebracht om er een begin mee te krij
gen, omdat hij bij verschuiving afstel vTeest
en hij is een groot voorstander van school
artsendienst.
De Voorzitter constateert, dat er een sterk
argument om het af te voeren in deze afdee
ling niet naar voren komt.
Een lid zegt, dat hij een en ander nog eens
overwegen wil om dit in de begrooting te
houden. Anderzyds deinst hij er wel wat voor
terug, omdat men een nieuwe belasting moet
heffen, die ook weer een druk op de bevolking
legt.
De financieele toestand van de ge
meente is niet rooskleurig, doch Burgemees
ter en Wethouders meenen deze post school
artsendienst op de begrooting te moeten hand
haven.
148. Onderhoud van huizen, torens, poor-
ten enz. voor den openbaren dienst bestemd.
Hierbij stelt een lid van afdeeling I voor het
bedrag met f 50 te verminderen. Het schoon
houden in die gebouwen kan heel gevoeglijk
door de gemeente-arbeiders geschieden. Een
afzonderlijk bedrag daarvoor acht hy in dezen
tijd zeker overbodig.
Het college kan er zich mee vereenigen,
dat deze post met f 50 verminderd wordt.
149. Onderhoud van straten, pleinen en
rijwielpaden. Bij dit volgno. brengt de Voor
zitter het adres van de bewoners van de Oos-
terstraat, om een trottoir in het overig ge
deelte van die straat in behandeling. Spreker
zegt, dat dit al jaren aan die bewoners is toe
gezegd.
In afdeeling I is een lid van meening, dat
deze post met 500 verminderd dan worden.
De straten liggen in doorsnee allemaal goed
en wanneer men de post van de herstellingen
voor derden daarby rekent, kan men met wat
gceden wil heel wat bereiken.
Elen ander lid vreest versmalling van den
rijweg in de Oosterstraat, wanneer men daar
een behoorlijk trottoir wil leggen.
Een derde lid vraagt, waarom nog meer
trottoirtegels op het Parkeerterrein. Hiervoor
vraagt men een bedrag van 200. Kan men
met sintels op het gedeelte, wat hoegenaamd
niet in gebruik is, niet evengoed volstaan. De
Voorzitter licht een en ander toe en verzekert,
dat het parkeerterrein binnenkort in zyn ge-