ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Gemeenteraad van Terneuzen.
No 9850.
WOENSDAG 14 DECEMBER 1938
78e Jaargang
TWEEDE BLAD
TER NEUZENSCHE CO U RANT
Vergadering van Dinsdag 29 November 1938,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geellhoedt, P.
van Cadsand, C. A. Verlinde, N. J. C. Lam-
brechtsen van Ritthem, J. Riemens, D. E. de
Kraker, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J.
van Uriel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den
Hamer, G. Dees en A. de Bruijn.
(3. Vervolg.)
De VOORIZITTER stelt thans aan de orde
de artikelsgewijze behandeling der begrooting.
Indien niets anders wordt vermeld, worden
de verschillende posten der begrooting geacht
te zijn aangenomen met algemeene stemmen.
Hoofdstuk I.
Vroegere dien-sten.
Inkomsten
1. Batig slot van den gewonen dienst
1937. /20.259,09.
De heer COLSEN heeft bezwaar reeds mi
over dezen post te beslissen. Hierover be-
staat juist een verschil van meening en de
beslissing over dezen post hangt samen met
die over later aan de orde komende posten.
Hij zou deze dus willen aanhouden tot aan
het eind der begrooting.
De VOORZITTER heeft daartegen geen be
zwaar, waarop aldus wordt besloten.
2. Achterstallige inkomsten van vorige
dienstjaren. Mesmorie.
Uitgaven
3. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen beheer
Inkomsten
4. Uitkeering van het Gemeentefonds in
gevolge art. 3 onder 1^ der wet van 15 Juli
1929 (S. 388). 3000."
5. Uitkeering uit het Gemeentefonds inge-
volge art. 3 onder c der wet van 15 Juli 1929
OS. 388). 75.000.
6. Vejrekening der uitkeering uit het
Gemeentefonds ingevolge art. 3 onder c der
wet van 15 Juli 1929 (S. 388) -betreffende
vroegere uitkeeringstijdvakken. Memorie.
7. Secretarie-leges en rechten van den
burgerlijken stand. 3000.
8. Rechten ingevolge het vuurwapen-
reglement. Memorie.
Uitgaven
9. Jaarwedde van den burgemeester. f 4295.
10. Jaarwedde van de wetho-uders. f 1860.
11. Jaarwedde van den secretaris. 5095.
12. Jaarwedde van den ontvanger. f 3045.
13. Presentiegelden der leden van den
raad. 450.
14. Jaarwedden van de ambtenaren ter
gemeente-secretarie, de concierge en de bode.
10.900.
15. iSchrijf- en bureaubehoeften, briefpor-
ten en andere kleine uitgaven. f 1200.
De heer RIEMENS stelt voor, dezen post
met 200 te verlagen.
De VOORZITTER vraagt, waarop dan moet
bezuinigd worden; de aanschaffing van een
schrijfmachine is noodzakelijk voor het bijhou-
den van de bevolkingskaarten.
De heer DE VOS vraagt motiveering van
het schrappingsvoorstel.
De heer RIEMENS: U zegt wel, dat die
kaarten met de machine moeten worden inge-
vuld, maar, is dat beslist noodzakelijk? Dat
kan toch met de hand ook.
De VOORiZITTER: Het houdt verband met
het nieuwe systeem.
De SECRETARIS: Het mag niet met de
hand.
De heer DlEN HAMER: Post 31 houdt ook
verband met dezen post.
De heer RIEMEINiS: Op beide posten is
f 1700 uitgetrokken, ik zou daarop f 250 wil
len verminderen.
De VOORiZITTER: Hoe wilt u dat dan ver-
deelen
De heer VERLINDE: Als men voorstelt om
een post te verminderen, moet men toch min-
stens kunnen motiveeren waarom. De kwes-
tie is, dat er blijkens de toeiichting op no. 31
300 is geraamd als vergoeding voor een
werkloozen hoofdarbeider, in het bezit van
het diploma gemeente-administratie voor het
schrijven der persoonskaarten. Men wil dit
blijkbaar verminderen met f 250 en daarvoor
maar 50 geven. Dat personen die als volon-
tair werkzaam zijn om wat te leeren geen
vergoeding krijgen voor het werk dat ze doen
is iets anders, maar wanneer men een bepaald
werk opdraagt, is het toch -billijk, dat daar
voor betaald wordt en dan is 300 zeker niet
te veel. Ik wil het den heer Riemens heele-
maal niet kwalijk nemen, dat hij voorstellen
doet tot bezuinigen, maar dan moet hij duide-
lijk en onomwonden motiveeren wddrop kan
bezuinigd worden en maar niet zonder meer
een bedrag noemen. Wij hebben ook de be
grooting een heelen avond zitten bestudeeren
om na te gaan of er van beteekenende bezui-
niging sprake kon zijn, maar wij hebben er
geen kans toe gezien.
De heer RIEMIENiS blijkt van oordeel, dat
het inrichten van die kaarten wel onder den
gewonen arbeid ter secretarie kan doorloopen
dat er menschen genoeg zijn.
De VOORZITTER betoogt, dat dit speciaal
aan iemand buiten de vaste ambtenaren moet
worden opgedragen.
De heer VERLINDE: Als men een volontair
bepaald werk gaat opdragen, dient men er
hem voor te betalen.
De heer DE VOS: De heer Riemens stelt
dit blijkbaar voor, omdat hij nu eenmaal
schrappen wil, maar motiveeren kan hij het
blijkbaar niet. Daaruit blijkt, dat hij de draag-
wijdte van zijn bezuinigingsvoorstellen niet
heeft kunnen overzien. Hij wil nu eenmaal
5500 bezuinigen en stelt nu maar zonder
meer verlaging voor op administratieve pos
ten die niet verlaagd kunnen worden.
Over het voorstel van den heer Riemens, tot
vermindering van post 15 met f 200 staken de
stemmen, met 7 tegen 7.
Voor stemmen de heeren Riemens. De Kra
ker, Van Hecke, Colsen, Den Hamer, Dees en
De Bruijn; tegen stemmen de heeren Van
Cadsand, Verlinde, Lambrechtsen van Rit
them, Van Driel, 't Gilde, De Vos en Geel-
hoedt.
16. Druk- en bindwerk. f 900.
37 Onderhouden en schoonhouden van het
gemeentehuis en de secretarie. 700.
18. Onderhoud en aankoop van meubelen
voor die gebouwen. f 300.
39. Verlichting en verwarming. 500.
20. Abonnement op het Staatsblad, Prov.
blad en de dag-, week- of maandbladen en de
aankoop van boeken. 250.
21. Plaatsing van advertentien. 300.
22. Reis- en verblijfkosten. f 200.
23. Onkos-ten en even-tueele rechten val-
lende op de postrekeningen. f 15.
24. Abonnement op de telefoon en kosten
van telefoongesprekken en kosten van tele-
graaf en van radio-telefonische en -telegra-
fische berichtgeving. f 450.
25. Contributie aan de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten en/of aan hare pro
vinciate afdeelingen. f 200.
26. Kiezerslijsten en het uitoefenen der
kiesverrichtingen. f 700.
De heer 't GILDE stelt voor, aan de leden
der stembureaux uit billijkheidsoogpunt een
presentiegeld toe te kennen van 5 per zit-
ting. Er nemen toch ook menschen in de stem-
bureaux zitting die daarvoor een dagloon
moeten derven en dit niet kunnen missen.
De heer DE KRAKER zou de uitgaven voor
ververschingen willen verlagen.
De heer VERLINDE is van oordeel, dat, als
men daar een geheelen dag op het stembureau
zit, men dan de 3 of 4 broodjes die verstrekt
worden toch wel mag hebben. Als die er ten
minste tegenover het gepresteerde werk niet
meer af zouden kunnen, zou, hij er in de toe-
komst voor bedanken om zitting te nemen. Hij
meent, dat men bij de behandeling der begroo
ting toch ook ernstig moet blijven. Er zal toch
niemand zeggen, dat de verteringen die ge-
maakt worden royaal zijn en vraagt zijn mede-
leden in gemoede af, of dat nog minder kan.
De heer DEN HAMER is van oordeel, dat
de taart die bij die gelegenheden verstrekt
wordt, zou kunnen vervallen en hij zou zeg
gen: de sigaren ook. En wat nu het voorstel
van den heer 't Gilde betreft, om een presen
tiegeld toe te kennen, daar gevoelt spreker in
beginsel ook voor, maar aangezien er moet
bezuinigd worden kan hij er thans niet mee
instemmen. De leden van den raad behoeven
toch ook niet de benoeming tot lid van een
stembureau aan te nemen, zoodat, als iemand
het nadeel van verlet niet kan lijden, hij geen
benoeming behoeft aan te nemen.
De heer VAN HEICKE zou, over de bezuini-
ging door het weglaten van de taart niet
schreien, doch hij gevoelt niet voor het ver-
strekken van presentiegeld. Hij zou de be-
staande regeling willen handhaven.
De heer VERLINDE wil er mede op aan-
dringen, de kosten voor de ververschingen zoo
laag mogelijk te houden, maar men kan het
toch niet gaan doen zonder koffie en het ver-
strekken van een half broodje. Men moet niet
uit het oog verliezen, dat zij die daar zitten,
zulks doen voor het volbrengen eener taak in
het algemeen belang en kan toch niet verlan-
fen dat zij er 's morgens naar toe trekken
met een kruikje koffie bij zich. Hij vermoedt,
dat velen er dan den brui aan zouden geven.
De heer't GILDE heeft geen bezwaar tegen
het verstrekken van die een of twee broodjes,
doch vraagt, of de heeren het zich niet kun
nen indenken, dat er ook menschen zijn, die
het dagloon, dat ze derven dm daar te zitten,
niet kunnen missen.
De VOORIZITTER: Ze behoeven er niet
te zitten.
De heer 't GILDE meent, dat het ook het
geval kan zijn met plaatsvervangers, niet al-
leen raadsleden zullen in die omstandigheden
verkeeren. Bovendien, zdd hoog zullen de kos
ten toch ook niet loopen. We hebben om de
vier jaar een jaar eenmaal en een jaar twee-
maal stemming. Spreker doet zijn voorstel
alleen op billijkheidsgronden. Vroeger was het
anders, toen waren het uitsluitend gezeten
burgers, die zitting namen en wie het niet kon
schelen, of ze er al of niet iets voor kregen.
Nu komt men echter tot een andere catego-
rie van menschen.
De heer RIEMENS kan het toekennen van
presentiegeld niet onbillijk vinden, hij zou het
dan willen bezuinigen op de ververschingen,
opdat de post niet zou verhoogen.
De heer COLSEN rekent uit, dat er op de
8 stembureaux 24 personen zitting hebben en
als hij dan ziet dat daarvoor- f 300 wordt uit
getrokken, dan noemt hij het bedrag dat hier-
voor wordt uitgegeven en in aanmerking
nemende wat ze er op 't stembureau te Sluis-
kil maar voor krijgen, zeer hoog. Hij weet niet
wat er in Terneuzen verstrekt wordt, maar
in Sluiskil is dat in geenen deele in evenredig-
heid tot hetgeen aan de leden van het stem-
bureau wordt gegeven. Als alleen ja, die taart
van fl, maar als het dan daarop aankomt,
kunnen ze die wel houden.
De heer VERLINDE vindt dat ook goed.
De VOORZITTER vermeent, in verband met
de opmerking van den heer Colsen over het
hooge bedrag dat in rekening wordt gebracht,
dat de helpers ook krijgen van hetgeen ver
strekt wordt, terwijl er ook nog andere kos
ten voor inrichting der stembureaux uit dezen
post betaald worden.
De heer DE VOS: Dan draagt die post een
verkeerd-en naam.
De heer VERLINDE wijst er op, dat, als het
geraamde bedrag noodig is, het ook moet kun
nen worden uitgegeven.
De heer COLSEN merkt op, dat er ook per
sonen die in ,1-oondienst zijn, in het stembureau
zitting krijgen.
De heer 't GHJDE merkt op, dat voor wat
zijn persoon betreft, de broodjes en de taart
op de stembureaux mogen verdwijnen, doch
hij denkt weer anders over de sigaren. Maar
toch: wat beteekent het verdwijnen op acht
bureaux van die taart?
De heer VERLINDE stemt er mede in, dat
dd&rmede de gemeente niet staat of valt.
De heer VAIN HECKE zou het met zoo wei-
nig mogelijk kosten willen doen en geen pre
sentiegeld geven.
De heer DEN HAMEREn de taart van het
menu!
Het voorstel van den heer 't Gilde tot het
toekennen van presentiegeld aan de leden van
het stembureau wordt verworpen met 31 tegen
3 stemmen.
Voor stem-mien de heeren Van Driel, 't Gilde
en De Vos; tegen stemmen de heeren Van
Cadsand, Verlinde, Lambrechtsen van Rit
them, Riemens, De Kraker, Van Hecke, Col
sen, Den Hamer, Dees, De BAiijn en Geel-
hoedt.
27. Verteringen ten beh-oeve van het bu
reau van stemopneming. 300.
De heer RIEMENS stelt voor, dezen post
met f 50 te verminderen. Volgens de memorie
van toeiichting is 100 geraamd voor veran-
dering van de stemhokjes. Hij vermeent, dat
de helft daarvoor wel voldoende zal zijn.
De VOORZITTER wijst er op, dat het wij-
zigen der stemhokjes moet plaats hebben vol
gens een nieuw voorschrift.
De heer RIEMENS: Ik acht daarvoor geen
f 50 noodig.
De VOORZITTER: Op welken grond. Daar
moet u dan toch een reden voor kunnen aan-
voeren? Het betreft gen 30tal stemhokjes,
zoodat 100, hetgeen iets meer is dan f 3 per
stuk, toch zeker niet overdreven kan worden
genoemd.
De heer RIEMENSIk handhaaf toch mijn
voorstel.
De heer VAN HECKE kan ook niet aan-
nemen, dat men voor JO die dan overblijven,
30 stemhokjes kan veranderen.
De heer RIEMENSIk trek mijn voorstel in.
28. Kosten van de dubbelen der leggers en
plans van het kadaster. 25.
29. Bezoldiging der ambtenaren van den
burgerlijken stand, f 405.
De heer COLSEN geeft te kennen, dat hij
voornemens is voor te stellen elken post die
een salaris betreft van een bijbetrekking van
iemand die in vollen dienst der gemeente is, te
schrappen. Hij wijst er op, dat de adjunct-
commies Kwaak, die als ambtenaar van den
Burgerlijken -Stand 305 geniet, later op zijn
tractement van de gemeente gekort wordt.
En hij achtte het wel pijnlijk, dat dit juist
den voorzitter betreft, doch hij wenschte ook
de jaarwedde die deze geniet als ambtenaar
van den burgerlijken stand belast met het vol-
trekken van huwelijken ad 100 in te trek
ken, omdat deze dat werk verricht als hij toch
op het stadhuis zit. Hij ziet ten deze echter
van het doen van een voorstel af, omdat hij
inmiddels is ingelicht, dat dit een voorschrift
is van Gedeputeerde Staten.
30. Overige kosten van den burgerlijken
stand. 50.
31. Bevolkingsregisters en huisnumme-
ring. f 500.
De heer RIEMENS stelt voor, dezen post
te verlagen met 50.
De VOORZITTER: Deze post betreft aan
schaffing van het noodige materiaal en de
bedragen voor hetgeen noodig is voor de in-
voering van het algemeen persoonskaarten-
stelsel zijn zorgvuldig afgewogen.
De heer RIEMENSMaar hieronder is ook
de huisnummering begrepen.
De VOORZITTER: De wijziging van de be
volkingsregisters moet geschieden op last
der Regeering.
-De heer COLSEN: Moet dat in alle gemeen
ten. Of doen ze dat daar anders?
Over het voorstel van den heer Riemens sta
ken de stemmen met 7 tegen 7.
Voor stemmen de heeren Riemens, De Kra
ker, Van Hecke, Colsen, Den Hamer, Dees en
De Bruijn; tegen stemmen de heeren Van
Cadsand, Verlinde, Lambrechtsen van Rit
them, Van Driel, 't Gilde, De Vos en Geel-
hoedt.
32. Kosten inzake den dienstplicht. 25.
33. Verzekering tegen ongevallen en inva-
liditeit. Nihil.
34. Premien ingevolge de ziektewet. Nihil.
35. Kosten van verzekering tegen brand-
en stormschade. f 10.
36. Grondlasten. Nihil.
37. Dijk- en polderlasten. Nihil.
37a. Gratificaties ten laste van hoofdstuk
II. Nihil.
Inkomsten
38. Verhaal van bijdragen voor eigen- en
weduwen- en weezenpensioen ingevolge art.
36 der Pensioenwet 1922 (S. 240). 2190.
Uitgaven
39. Bijdrage voor eigen en weduwen- en
weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pen
sioenwet 1922 (-S. 240). 3480.
Inkomsten
40. Vergoeding van de bedrijven in de
kosten van verzekering, pensioenen enz. van
ambtenaren. Nihil.
Uitgaven
41. Bijdragen voor inkoop van pensioen
ingevolge de artt. 40 en 135 der Pensioenwet
1922 (S. 240). Nihil.
Inkomsten
42. Restitutie jaarwedden wethouders. 60.
Uitgaven
43. Bijdragen voor inkoop van pensioen
ingevolge artt. 43 en 63 der Pensioenwet voor
de gemeenteambtenaren 1913, jo. art. 173,
IIIc der Pensioenwet 1922 (S. 240). 210.
44. Renten van geldleeningen. Nihil.
45. Aflossing van geldleeningen. Nihil.
46. Annu'iteiten van geldleeningen. Nihil.
47. Bijdrage aan hoofdstuk Vn van den
kapitaaldienst tot het herkrijgen van ver-
vreemde kapitalen. Nihil.
48. Bijdrage aan hoofdstuk XVI van den
kapitaaldienst tot dekking van de kosten van
sluiting, vervroegde aflossing en conversie
van geldleeningen. Memorie.
49. Subsidie aan de Nederlandsche Veree
niging van gemeentebelangen. f 5.
50. Kosten van officieele ontvangsten. f 50.
De heer COLSEN merkt op, dat die post
voor het loopende jaar memorie iS uitge
trokken en daarop in 1937 maar 5 is uitge
geven. Als er niet meer voor noodig is, vindt
hij, dat die post er niet op thuishoort.
De VOORZITTER acht geen reden aanwe-
zig om die weg te laten.
De heer DE VOS: Zijn er het volgende jaar
ontvangsten te wachten?
De heer COLSENZoo'n post, waarop 5
wordt uitgegeven, hoort op de begrooting
niet thuis. Zet die dan voor memorie.
De VOORZITTER: Ik acht het moeilijk om
het er uit te laten.
De heer OODSEN: Ik stel voor het te
schrappen.
De VOORZITTERHet is best mogelijk, dat
er bezoeken zullen komen, waarvoor we uit-
gaVen zullen moeten doen, al zijn die niet zoo
talrijk.
Over het voorstel van den heer Colsen sta
ken de stemmen met 7 tegen 7.
Voor stemmen de heeren Riemens, De Kra
ker, Van Hecke, Colsen, Den Hamer, Dees en
De Bruijn; tegen stemmen de heeren Van
Cadsand, Verlinde, Lambrechtsen van Rit
them, Van Driel, 't Gilde, De Vos en Geel-
hoedt.
51. Kosten van genees-kundige behande
ling, controle en keuring van ambtenaren en
beambten. 10.
52. Kosten van zekerheidstelling door den
gemeente-ontvanger. f 130.
53. Kosten van vergaderingen, verver
schingen, verteringen enz. 150.
De heer RIEMENS: Deze post kan wel met
100 worden verminderd. Dan moet er voor
ververschingen maar minder uitgegeven
worden.
De VOORZITTER: Dat is toch geen moti
veering
De heer VERLINDE: Ik zou, zeggen: schaf
het dan heelemaal af!
De heer DE VOS: Hieruit worden ook de
ververschingen der vergaderingen van Burge
meester en Wethouders gedekt. Ik vind deze
methode van bezuiniging geen manier van
doen.
De heer VAN DRIEL: Ik zou zeggen, laat
die post met het oog op het fatsoen van den
raad staan.
De heer DE KRAKER: Er is in 1937 toch
maar 134,13 op uitgegeven.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
Daaruit blijkt, dat hetgeen niet noodig is,
overblijft.
De heer DEN 'HAMER stelt voor, den post
op 150 uit te trekken.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders nemen dat voorstel over, zoodat aldus
wordt besloten.
54. Kosten van aansluiting aan het re-
gistratuurbureau der Vereeniging van Neder
landsche gemeenten. 1-50.
De VOORZITTER deelt in antwoord op
vragien waarom dit bedrag met 50 is ver-
hoogd mede, dat dit ten doel heeft een betere
verzorging van het archief.
55. Kleeding- en rijwieltoelage gemeente-
bode. 25.
De heer VAN HECKE: Welke kleeding
heeft de gemeentebode
De VOORZITTER: Geen uniformkleeding,
maar deze post heet zoo.
56. Kosten van onderhoud van het woon-
wagenkamp. f 75.
57. Kosten van rechtsgedingen en van rechts-
kundig en ander deskundig advies. Memorie.
58. Verrekening der uitkeering uit het
Gemeentefonds ingevolge art. 3 onder c der
wet van 15 Juli 1929 (S. 388) betreffende
vroegere uitkeeringstijdvakken. Memorie.
59. Vergoeding aan den agent van politie
te Sluiskil voor het besohikbaar stellen van
zijn woning in het belang van den algemeenen
dienst. 100.
Hoofdstuk IH.
Openbare veiligheid.
Inkomsten
60. Verhaal van pensioensbijd-ragen. f 2010.
61 Rechten, als bedoeld bij art. 8 der
bioscoopwet. f 50.
62. Inkomsten terzake van de huisvesting
van de gemeentepolitie. f 150.
Uitgaven
63. Belooning van den inspecteur en die-
naren van politie. 19.300.
De heer COLSENIn de aanstelling van
de agenten van politie staat, dat ze vergoe
ding krijgen voor overuren. Zouden Burge
meester en Wethouders den tijd nog niet ge-
komen achten, om dat er eens uit te doen?
Uit de toelichtingen in de afdeelingsverga-
dering gegeven blijkt, dat 2 agenten er prijs
op stellen, doch de anderen niet.
De VOORZITTER: Het is door het Georga-
niseerd Overleg verplichtend gesteld.
De heer DE KRAKER: Ze moeten betaald
worden en daar gaat het dus niet over, maar
ik meen wel eens vemomen te hebben, dat er
te veel worden berekend.
-De VOORZITTiERDat is niet waar!
De heer COLSENEr zijn er toch maar een
of twee die er op staan.
De heer VERLINDE: Ik meen dat het zo6
is, dat er eigenlijk veel meer overuren ge
maakt worden dan in rekening worden ge
bracht, dat deze b.v. niet gerekend worden
wanneer ze wat langer in dienst blijven, doch
alleen wanneer ze speciaal weer moeten terug-
komen. Dan worden ze betaald.
iHet is toch ook wel gewenscht, dat daar
omtrent een bepaling is gemaakt, want anders
zou, het kunnen zijn, dat een ondergeschikte
waarmede de chef het minder goed kon vin
den, dezen dit liet ondervinden, door hem
willekeurig langer in dienst te houden. Het is
dan voor zoo'n chef een klein kunstje zijn
ondergeschikte den voet dwars te zitten.
De VOORZTTTBR: Komt dat voor?
De heer VERLINDE: Dat zeg ik niet, ik
geef alleen het motief aan, waarom deze be
paling betreffende betaling van overwerk is
opgenomen. Wanneer er voor moet betaald
worden, wordt een ondergeschikte niet wille
keurig in dienst gehuden. Anders ben ik daar
ook tegen. Men ziet ook wel, dat het bedrag
niet zoo groot is. Er wordt slechts f 106,93
vor geraamd.
De heer VAN HECKE: Wat ze verdienen
gun ik hen van ganscher harte, maar is het
niet mogelijk, hen die overuren te vergoeden
door rust op een anderen tijd?
De VOORZITTER: Dat is moeilijk, omdat
voor den dienst op alle dagen een bepaalden
dienstrooster is aangelegd. Zou men een agent
er uit nemen om hem te laten rusten, dan
loopt de heele dienst weer in 't honderd.
De heer. VAN HECKEDe dienst moet na-
tuurlijk bezet blijven, ze moeten voortdurend
rouleeren.
De VOORZITTER: Dat heb ik toch ook op-
gemerkt
De heer COLSENEr zijn toch Zaterdagen
en Zondagen die niet druk zijn en ook gewone
weken die stil zijn. Dan zou het toch mogelijk
zijn om hen tegenover de overuren die zij ge
maakt hebben vroeger naar huis te sturen.
De heer 't GILDEMaar als men de raders
er uit nee-mt, staat de machine geheel stil
De heer COLSEN: Ik zou den voorzitter in
overweging willen geven die 106 te laten
vervallen, omdat die post niet op zijn plaats is
De VOORZITTER: Dat kan niet.
De heer VAN HECKE: Bij particulieren
doen ze het toch wel.
De VOORZITTER: Dan zullen die toch wel
een ruimere personeelsbezetting hebben
De heer VAN HECKE: Ik geloof, dat het
hier toch ook wel mogelijk is. De menschen
sparen dan hun overuren op, tot ze een vrijen
dag kunnen hebben.
De heer VERLINDE: Als we dit wilden
veranderen, zou het ook weer in het Georga-
niseerd Overleg moeten behandeld worden.
Laat het over aan het beleid van den Voor
zitter.
De heer COLSENDat wil ik ook, maar ik
zou toch die 106 weg willen hebben.
De VOORZITTERDat kan niet!
De heer COLSENIk hoop, dat ze er niet
meer op voor zullen komen.
De VOORZITTER: Ik wil daaraan mede-
werken.
64. Kleeding en uitrusting der politiedie-
naars en veldwachters. f 925.
65. Kleeding en rijwieltoelagen. 255.
66. Kosten van wachtgebouwen en bu
reaux, alsmede licht en brandstoffen vo-o-r die
gebouwen. 650.
67. Kosten van de ambtswoningen der
veldwachters. f 25.
68. Bureaubehoeften. 150.
69. Kosten van telefoon en telegraaf en
van radio-telefonisch en -telegrafische be
richtgeving. f 200.
70. Kosten van dag-, week- en maand
bladen en aankoop van boeken. f 85.
71. Plaatsen van advertentien. Memorie.
72. Reis- en verblijfkosten. f 25.
73. Kosten van zegels. f 5.
74. Bewaring van gearresteerden. 50.
75. Kosten van opspormg en onderzoek
in strafzaken. f 50.
76. Reisgeld voor passanten en overige
uitgaven der politie. 300.
77 Subsidies en andere uitgaven voor
politiescholen en cursussen. f 5.
78. Belooning en premien aan brand-
meesters en brandspuitlieden. f 500.
79. Onderhoud van brandbluschmiddelen.
f 2100.
80. Onderhoud van brandWeerkazemen en
brandspuithuizen. 50.
81. Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting. 9000.
82. Subsidie en/of contributie teij zake van
verkeer en toerisme. f 25.
83. Kosten van plaatsing en onderhoud
van waarschuwingsborden en wegwijzers. 50.
84. Kosten ter zake van verzekering pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten.
3168.
85. Kosten van verzekering tegen brand-
en stormschade. f 10.
86. Rente van geldleeningen. j 135.
87. Aflossing van geldleeningen. f 160.
88. Bijdrage aan hoofdstuk VTI van den
kapitaaldienst tot het herkrijgen van ver-
vreemde kapitalen. f 1040.
89. Bijdrage aan hoofdstuk XVI van den
kapitaaldienst tot dekking van de kosten van
sluiting vervroegde aflossing en conversie
van geldleeningen. Memorie.
90. Kosten van de burgerwacht. 50.
De heer 't GILDE: Het mag als voldoende
bekend worden verondersteld, dat onze frac-
tie op principieele gronden tegen dezen post
gekant is. Toch willen wij d-en voorzitter vra-
gen eens aan den raad over te leggen een ver-
slag waarvoor het geld bij die organisatie ge-
bruikt wordt.
De VOORZITTER: Ik zal daarvoor zorgen.
91. Aandeel van het rijk in ontvangen
rechten, als bedoeld bij art. 8 der bioscoop
wet. f 20.
92. Keuring en herkeuring van trekhon-
den. 10.
93. Kosten inzake bescherming van de
'bevolking tegen luchtaanvallen. f 1275.
Deze post is na de afdeelingsvergaderingen
met 1100 verhoogd. Er wordt ook voorge-
steld aan het hoofd van den luchtbescher-
mingsdienst voor het vele werk dat ter zake
door hem moet worden verricht, een vergoe
ding toe te kennen van f 160.
De heer COLSEN heeft er nooit van ge-
hoord, dat er iemand was benoemd tot hoofd
van den luchtbeschermingsdienst. Hij heeft
daarnaar geinformeerd, maar kon daarom-
trent niet worden ingelicht. Nu blijkt, dat de
inspecteur van politie als zoodanig benoemd
is. Spreker heeft er bezwaar tegen, dat daar
voor aan dezen salaris zal worden uitgekeerd.
Er zijn toch zooveel menschen onder de bur-
gerij die geheel gratis een of ander ambt in
het algemeen -belang waarnemen en hij meent,
dat de inspecteur van politie als zoodanig toch
voldoende tractement geniet. De raad is ver-
plicht om aan de ambtenaren der gemeente
voldoende salaris te betalen, maar als er dan
op hen een beroep wordt gedaan om een of
ander te doen, dat strekt tot algemeen wel-
zijn, gaat het toch niet op, om daarvoor ook
weer maar opnieuw een salaris te gaan votee-
ren. De opperbrandmeester vervu.lt die taak
toch ook geheel vrij-willig en zonder vergoe
ding Spreker is er niet voor, die f 100 voor
het voorgestelde doel uit te geven.
De heer L-AiMBREOHTSEN VAN RITTHEM
deelt mede, dat de heer Hack hem eerst heeft
gevraagd, of hij niet bereid was als hoofd van
den luchtbeschermingsdienst -op te treden,
doch hij heeft geantwoord, dat hem dit onmo-
gelijk was, aangezien in tijden van luchtaan
vallen zijn werkzaamheden hem niet zouden
toelaten die taak te vervullen. Hij vindt, in
verband met de vele werkzaamheden die het
hoofd van den luchtbeschermingsdienst moet
verrichten een kleine vergoeding daarvoor wel
billijk.
De heer 't GILD-E w\jst er op, dat bij een
alhier gehouden demonstratie met brandbom-
men ook een voorraad zand ten gebruike was
aangevoerd. Hij wil er thans de aandacht op
vestigen, dat er tijdens de verbetering van den
waterafvoer der Oostelijke waterleiding zoo'n
belangrijke hoeveelheid zand is uitgegraven,
die gedeponeerd is in den Leeuwerikkenput.
Daar bevindt zich thans een groote hoeveel
heid zuiver zand. Verdient het geen aanbeve-
ling dat zand in reserve te houden, om in
tijden van gevaar zand voor het bedekken der
zolders beschikbaar te kunnen stellen?
De VOORZITTER dankt voor die mededee-
ling en zal dit onder de aandacht houden.
OVerigens verkeert deze verzorging nog zeer
in -sen beginstadium.
De heer 't GILDE bespreekt de wensche-
lijkheid van het nemen van verdere maatrege-