ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Marion's grooteavontuur
No 9844.
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1938
78e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
TWEEDE BLAD
.^Nma&seaattstmximx&axmEmmBX
TER NEUZENSCHE COURANT
DE KONINGIN NAAR DEN HA AG.
H. M. de Koningin zal binnenkort haar ver-
blrjf op Het Loo beeindigen en zich weer in
Den Haag vestigen.
HOFJAGER SPEK.
Het iwas gisteren juist een jaar geledpn
<lat iPrins Bemhard op weg naar een
jachtveld het auto-ongeluk is over-
komen.
Hofjager W. Spek te Apeldoorn, die hem
vergezelde, heeft door de storing van zijn
zenuwen als gevolg van dit ongeval nog steeds
niet "zijn werk kunnen bervatten. Zijn toe-
stand is evenwel goed vooruitgaande, dank
zij de uitstekende medische beh an deling, die
hij door toedoen van H. M. de Koningin
geniet.
VICE-ADMIRAAL VAN DULM
VRAAGT ONTSLAG.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Londen meidt:
Vice-admiraal Van Dulm, de voorzitter van
de organisat'ie, die belast is met de controle
op de niet-inmenging, heeft Lord Plymouth
verzocht hem van zijn post te ontheffen..
Lord Plymouth heeft zijn verzoek om ont-
slag aan de leden van de niet-inmengings-
commissie voorgelegd en het wordt verwacht,
dat binnenkort van alle leden een instemmend
antwoord zal worden ontvangen.
De redenen voor admiiraal Van Dulm's
ontslagaanvraag zijn van tweeerlei aard. Toen
hij in April 1937 het voorzitterschap van de
Non-intervention Board aanvaardde, deelde hij
de algemeene verwachting, dat het werk dat
hij daarbij op zich nam, redelijk snel zou
kunnen worden aflgewikkeld. Hij hoopte dan
ook in niet al te langen tijd weer naar Neder-
land te kunnen terugkeeren. Na meer dan
anderhalf jaar is er echter nog steeds geen
enkel teeken, dat het werk van de niet-
inmengingscommissie in de naaste toekomst
zal worden geeindigd, zoodat admiraal Van
Dulm als voorzitter van de Board zijn terug-
keer naar Nederland voor onbepaalden tijd
zou moeten uitstellen.
Een bijkomstige reden voor zijn verzoek,
van den post ontheven te worden is, dat het
eigenljjke werk van de Non-intervention
Board met de buiten werkingstelling van de
Internationale controle op de Spaansche kus-
ten zeer sterk besnoedd is geworden.
Volgens een nader ontvangen A.N.P.-bericht
heeft Lord Plymouth na overleg met de niet-
inmengingsooimmissie het ontslag met leed-
wezen aanvaard en vice-admiraal Van Dulm
dank gezegd voor de bewezen diensten. Het
ontslag wordt op 10 December van kradht.
GROOT PLAN VOOR JOODSOHE
KOLONISATIE.
Naar United Press te Parijs verneemt zal
een groot plan tot financiering van de emi-
gratie en kolonisatie van vluchtelingen, die op
grond van ras of religie verdreven zijn, Don-
derdag a.s. in Den Haaig worden besproken.
De bespreking zal geschieden tusschen Neder-
landsche en Amerikaansche financieele groe-
pen.
Louis J. Ruskin uit Chicago is als vertegen-
woordiger van de Amerikaansche groep uit-
genoodigd in Nederland te komen, na zijn
herhaalde besprekingen in Londen en Parijs.
Hij zal daarbij zijn ervaringen in Parijs en
Londen aan de Nederlandsche belanghabben-
den meedeelen.
Men verwacht in Parijs, dat uit deze con
ference te Den Haag belangrijke resultaten
zullen voortkomen, daar het plan gesteund
wordt door vooraanstaande financiers in
Amerika, Enjgeland, Nederland en Frankrijk.
Het zou in het voornemen liggen, een groot
programma ten uitvoer te leggen, dat uit drie
stadia bestaat: eerst de emigratie van de be-
dreigden uit de betreffende streken, dan de
rehabilitatie der emigranten door speciale
training voor hun toekomstig bedrijf en daar-
op de overbrenging naar nog ,,open" gebieden
onlder souvereiniteit van de laniden, die willen
meewerken.
Men verwacht met eenige waarschijnlijkheid
dat een permanente commissie voor de coor-
Roman van I. F. J. Groothedde.
Nadruk vertoodem.
30) Vervolg.
Het moet hard gevroren hebben dien nacht,
want de bovenlaag van de sneeuw was steen-
hard en klonk metaalachtdg onder de hoeven
van het paard. Nog had hij geen honderd
yards geredem of Sheila gleed uit en verloor
bijna zijn evenwicht.
,„Venvloekt", gromide Jim, ,,nu dat weer".
(Hij sbeeg af, nommeide in de zadeltasch en
vomd tot zijn veriLichting wat hij zocht. Een
half uur werkte hij in grimmige verbetenheid,
angstivallig luisterend naar elk gerudht, al-
hoewel hij bijna zeker wist, dat zijn vervolgers
nog niet konden komen, al hadden ze ook den
heelen naoht dooirgereden. Bovendien zouden
ze op dezelfde mioeihjkheid stuiten, die hij nu
ondervond. Toch was het met een zucht van
veirlioh ting, dat hij den Engelsehen sleutel in
de zadeltasch wierp. De hengst stond nu op
scherp en tot zijn voldoeming merkte hij, dat
ze nu niet meer uitgieden. Hij zette het paard
aan tot een lichten draf en gebruikte intus-
schien zijn ontbijt van gedroogd vleesch, een
taai, maar versterkenid voedsel.
IHij reed dien dag onafgebroken door en
kwiam tegen den avond, doodelijk vermoeid, in
Omaha aan. Dien nacht in het hotel'bed, sliep
hij aanimerkelijik rustiger. Wei kwam Marion's
beeld hem nog dreigen, doch dat beeld ver-
vaagde reeds. Zijn stalen zenuwen waren een
dinatie van het werk zal worden gesticht en
dat deze eventueel in Den Haag zitting zal
hebben.
BLOEMBOLLEN NAAR
EUROPEESCHE HOOFDSTEDEN.
Na het accoord van Munchen heeft het Oen-
traal BloembollencomitC aan de regeeringen
der betrokken staten het aanbod gedaan, als
bewijs van dankbaarheid voor het behoud van
den vrede, een gratis beplanting van bloem-
bollen te leveren en uit te voeren bij de par
lementsgebouwen. Het aanbod' werd eerst
teiegrafisch en daarna per brief gedaan,
waarbij verzocht werd om toezending van
teekeningen, waarop de plaats van beplanting
stond aangegeven.
Alle betrokken regeeringen hebben het aan
bod aanvaard.
De Fransche regeering liet weten, dat het
haar welkom zou zijn, dat een beplanting
werd aangebracht bij het Louvre te Parijs.
in de parterres van de Cour du Caroussel bij
de Tuilerien en bij het Palais Bourbon. Bij
de Cour du Caroussel zal een beplanting van
26.000 hyacinthen en 26.000 tulpen worden
aangelbraciht, bij het Palais Bourbon van
28.000 tulpen.
In Berlijn werd contact verkregen met den
directeur van de Tiergarten, waar in samen-
werking met de commissie voor onpersoon-
lijke reclame en den voorzitter van de Duit-
sche groep een beplanting onltworpen werd
van hyacinthen en tulpen bij het Luisendenk-
mal, het gedenkteeken Friedrich Wilhelm III,
in den Rosengarten en aan Hofjagerallee. In
totaal omvat de vredesbeplanting 40.000
bloembollen.
De Italiaansche regeering liet door tus-
schenkomst van den Nederlandschen gezant
te Rome weten, dat een beplanting bij de
parlementsgebouwen niet mogelijk was, doch
dat een bijdrage voor de verfraaiing van den
hoofdverkeersader in Rome, de Via Vittorio,
gaarne zou worden aanvaard. Hiervoor zul
len 36.000 darwintulpen beschikbaar worden
gesteld.
Te Praag zal beplanting geschieden voor het
front van de parlementsgebouwen. HServoor
werden ibesohikhaar gesteld 11.000 darwin
tulpen, 12.000 duhbele tulpen en 10.000 hyacin
then. Tenslotte werd' nog een mededeeling
van de Engelsche regeering ontvangen, dat
men er in geslaagd' was, plaatsruimte te vin-
den op een groote border van de Victoria
Tower Garden, die ligt langs de Engelsche
parlementsgebouwen.
De bloembollen, die voor deze beplantingen
beschikbaar werden gesteld, zrjn meerendeels
afkomstig uit het surplus, dat de kweekers
moesten inlevereu om het peil der overige
boJlen op peil te houden en de minlmum-
prijsregellng mogelijk te maken. Wei zelden
zal een surplus aan producten een doeltref-
fender bestemming hebben gevonden dan hier
het geval is. Over enkele maanden zullen
de bloemperken in vijf Europeesdhe hoofd-
steden getuigen van een universeele dank
baarheid om helt behoud van den vrede en
tegelijkertijd meer bekendheid geven aan een
der fraaiste voortbrengselen van Nederland
schen bodem.
HET OUDE BBXHNSEL EN DE NIEUWE
PRAKTIJK.
Op uiitnoodiging van de Kamenkringvereeni-
giing Arnhem der Christe 1 ijk-Historische Unie
heeft Mr. Dr. A. A. van Rhijn, secretaris-
generaal van het Departement van Eoonomi-
sdhe Zaken, Zaterdagimidldag in de Poort van
Kl'eef te Apeldoorn in een openbare vergade-
rintg een rede gehouden getiteld1: Het oude
beginsei en de nienwe praktijk.
Spreker verklaarde verheugd te zijn over
de verzwaikiking der an tithes e-gediachte. Voor
allerled vragen van dezen tijd spreekt het
dhrlstelijlk geloiof een beslissend woord. Be-
h'alve handhaving van het oude beginsei,
wondt voilgenis spreker een nieuwe practijk
i verlan'gd, vooral in het socdale en economi-
sdhe leven. Het sociale leven vraagt aller-
eerst besitrijding van de werklooshedd.. Voor
I de jongeren Zou spreker een verplichten ar-
beildsdienst nog niet durven aanbevelen
wegens de inbreuk, die daarmee op de sfeer
j van het gezin gemaakt wordt. Inplaats van
dwang kieze men voligens hem den drang, die
in het staat-van-dienst-iboekje van minister
Romme wiordt geschetst.
Voor de ouideren zal het geven van artoeid
het venstrekken van steunuitkeeringen moeten
oogenblik gesohokt geweest, doch hadden zich
volkomen hersteld. Ook het angstgevoel neum
af, zijn gezond verstand verkreeg opnieuw de
overhand en toen hij den voigenden morgen
uiitreed, keken zijn oogen weer brutaal de
wereld in. Zeker, hij voelde zich nog niet heele-
rnaal veiiliig', hij wist, dat hij gevolgd zou wor-
den, maar dat beteekende nog niet, dat ze
I hem al hadden. In het uiterste geval kon hi)
zich aitijd nog verdedigen en hij nam zich
voor, dat te dioen ook, als het moest en er
niet voor teruig te scbrikken, ze met kogels
te ontvangen.
lOp den middag begon het weer te dooien.
Dat maakte het voortgaan in de smeltende
sneeuw erg moedlijk. Maar nauwelijks was de
zon achter den horizont verdwenen, of de
temperatuur daalde snel, zoo snel, dat hij zich
haastte, de herberg te bereiken, die men hem
in het hotel had aangeraden.
Zoo, rijdend van herberg tot herberg en van
plaats tot plaats, legde hij verscheidene dag-
reizen af. Aan achtervojging dacht hij bijna
niet meer. De kans be stond natuu;rlijk, dat
men getelegrafeerd had naar de plaatsen, die
hij mogelijk kon passeeren, maar hij vermeed
de steden zoovee! mogelijk en als hij gedwon-
gen werd er te ovemachten, kwam hij bij
avond bimnen en vertrok weer in de prille och-
tenduren. In de kranten, die hij geregeld kocht
had nog niets van den moord gestaan en ook
dat gaf hem een gevoel van geruststelling.
Het idee van „vluoht" vervaagde steeds meer,
om plaats te maken voor de gedachte, dat hij
op weg was, Hall Pennock op te sporen. Door
zich op hem te wreken, zou, hij den smaad uit-
wiisschen, dien Marion hem door haar weige-
ning had aangedaan. Wraakgevoelens kwa-
men heerschen in zijn hart en verdreven de
gevoedens van lieflde, van berouw over zijn
d'aad en zijn anigst.
In het eerste cafe diat hij op Ganadeesch
vervangen. Zoolang het normale bedrijfsleven
de wehkloozen niet ,kan opnemen, achtte hij
beVordering van de bodemcultuur Cen der
beste mi'ddeien tot verschaffing van werk, o.a.
omdat deze arbeid z,oo loon-intensief is. Spre
ker erkende de moeilijkheid1 der sterke teelt-
beperking in den landbouw, die ndet tot het
in cultuur brengen van nieuwe .gronden lokt,
waurvan de producten bovendien nog ge
steund moeten worden. De arbedder, die zoo
den zegen van den arbeid geniet, zal echter
het nationale productie-apparaat op hooger
pedil brengen. Bovendien brengt het bevorde-
ren van de .bodemcultuur niet alfleen een tijde-
lijke indirecte en sectmdaire werkverruiiming
mede, maar ook een blijivende vermeerdering
vsin de werkgele genheid
Op den nieuwen bodem zullen vodgens spre
ker zooveel mogelijk landbouwproduicten ge-
teeid moeten worden die nu noig ingevoerd
wiorden, zooals granen en voederbieten. Ook
brengt de uitbreiding van den bodem eenige
soelaas in den bestaanden lanidhonger, die
koopprijs en pacht te sterk verhoogt. De be-
volking van ons land neemt voorloopig nog
toe en daarmee de vraag naar landbouwpro-
ducten. De economische toestand kan in tien
of twintig jaar ook wed zoo veranderen, dat
weer een veel grooter uitvoer mogelijk wordt.
Daarvoor zal men moeten voonkomen, dat het
enorme bedrag, dat nu aan steungelden wordt
uitgegeven, dan nog eens verstrekt moet wor
den voor de uitbreiding van de bodemcultuur.
Voor het economised!e leven heeft spreker
zich steeds als een voorstander van den vrij-
hiandel doen kennen, o.a. op grond van het be-
kende argument van in- en uitvoer. Maar de
afneming der uitvoermogelijkheden dwingt
het kapitaal en den arbeid, die anders werke-
loos zouden blijtven, meer voor den binnen-
lanidlschen afzet te bestemmen waarbij even
wel stenk seleotief te werk gegaan zal moeten
worden. In ieder bijizonder gevad sullen vol-
gens spreker onderzocht moeten worden de
gevolgen van bepaalde bescheranende maat-
regelen voor de handelsiverhoudingen met an-
dere landen, voor het prijspeil van de betrok
ken producten en dergelijke. Prijsverhooging
behoeft niet altijld in te treden, bv. niet wan-
neer de bescherming leadt tot een veel groo
ter gebruik maken der productiecapaciteit en
dUs tot dalinig der productiekosten.
Spreker besloot met de aandacht te vestigen
op de beweging voor geestelijke en zedelijke
herbe wapen ing
BEZOLDIGING VAN TIJDELIJKE
LEERKRACHTEN.
De Bond van Nederlandsche Onderwijzers
heeft een adres aan alle gemeentebesturen
van ons land geizonden, inzake de aanstelling
en bezoldiging van leerkrachten, die tijdelijk
een betrekking waarnemen.
Daarin wordt er op gewezen, dat het her-
haaldelijk in tal van plaatsen voorkomt, dat
jonge collega's, die als volontair of als kwee-
keling met acte tot een bepaalde school zijn
toegelaten, ook indien zij bij afwezigheid van
een vast aangestelde leerkracht diens betrek
king trjdelijk waarnemen, daarvoor geen
enkele belooning ontvangen.
Dikwijls vindt dit zijn oorzaak in de nala-
tigheid of gemakzucht van de gemeente
besturen, die zich niet de moeite getroosten
even de stukken in orde te maken, noodig voor
een officieele aanstelling tot tijdelijke leer
kracht. Uitvoerig behandelt het adres de
positie van de waehtgelders en de z.g. „eigen'
wachtgelders van de gemeente. Wettelijk
zijn de gemeenten verplicht bij tijdelijke ver-
hindering van een leerkracht een wachtgel-
der te benoemen, maar er kan vrijstelling
verleend worden, waardoor de gemeente een
niet-wachtgelder mag benoemen. In de prac
tijk komt dit echter nimmer voor. Benoemen
de gemeenten echter met voorfbijgaan van de
wachtgelderslijst toch een niet-wachtgelder,
dan komt de wedde van den betrokkene vdor
rekening van de gemeentekas. En nu schijnt
het herhaaldelijk voor te komen, dat de volon
tair of kweekeling met acte als vervanger
te werk wordt gesteld zonder betaling voor
d'en geleverden arbeid. Dit is in tweeerlei
opzicht ontoelaatbaar, want in de eerste plaats
dupeert men reeds de ,,eigen" wachtgelders
en bovendien den jongen werkloozen onder-
wijzer.
Ben ernstig beroep wordt daarom gedaan
op de gemeentebesturen om te bevorderen,
dat bij tijdelijke verhindering in elk geval een
aanstelling wordt uitgereikt, zoodat de ver-
vangers aanspraak kunnen maken op salaris.
grondgebied aandeed, infoirmeerde hij zoo eens
terloops naar hem. De waard krabde zich ach
ter de ooren, schoof zijn kalotje opzij en sprak
peinzend
,,Een jongeman vam donker uiterlijik, ge-
zeten op een blauw-zwarte hengst, wacht
eens, ja, zoo'n jonge kerel is hier geweest,
een paar maanden geleden. Hij is naar het
Noorden getrokken met een paar Ieren."
Jim vroeg niet vender, hij wist, dat hij op
het goede spoor was en dat was jiem voorloo
pig genoeg. Vervuld van een duiVelsche vreug-
de verliet hij de stad. Hij had wild geroken
en zou niet rus,ten, voor hij het in zijn klau-
wen had, om het daar niet levenid meer uit te
laten gaan.
'Even buaten de stad werd het geronk van
een vliegtudg hoortbaar in de heldere vries-
lucht. Paard en ruiter keken beide op bij dat
ongewone geluid. Sheila snoof onrustig en
legde zijn ooren plat in den nek. Jim keek be-
langstellend toe, een vliegtudg was voor hem
iets ongewoons. De machine snorde weg in de
zelfde ricbting ails waarin hij ging.
Zoo'n ding had iik moeten hebben", dacht
hij, ,,dat gaat heel wat snelder dan met een
paard".
Tot zijn verwiondering maakte het vliegtudg
een zwenking en keerde in een groote bocht op
zijn weg terug, nu aanmerkelijk lager. Het
da'veiren der motoren maakte Sheila razend en
hij had de grootste moeite, het dler in he-
dwanig te houden, toen de machine over zijn
hoofd wegraasde. Zijn verbazing steeg echter
ten top, toen het stervend geronk weer aan-
groedde en de vliegmachine hem voor den
tweeden keer inlhaalde. Hij gluuirde omhoog
zag, dat iemand zich naar buiten boog, zag...
het bloed stolde hem eensklaps in de aderen,
diat... dat was... Hudd-lesfield van de Bereden.
Met een ruk trok hij zijn geweer van zijn
schouder. Het vliegtudg daverde voorbij,
GRENSOVERSCHRIJDING WORDT
MOEILIJKER.
Minister Goseling heeft Maandagochtend
aan alle doorlaatposten der douane aan de
grenzen per circulaire bevolen, voortaan
aheen tot ons land toe te laten de officieele
kindertransporten en de Duitsche Joodsche
kinderen, die begeleid worden door hun
ouders, die zelf over de noodige papieren
beschikken om in Nederland te mogen ver-
blyven.
Deize circulaire vergroot in belangrijke
mate de moeilijkheden der Duitsche Jood
sche kinderen, die zwervend langs de grenzen
illegaal pogen Nederland te bereiken, dan wel
die legaal de grenzen hopen te passeeren,
terwijl hun ouders gevangen zitten of om
andere redenen Duitschland niet kunnen of
mogen verlaten.
MOREELE EN GEESTELIJKE
HERBEWAPENING.
De heer H. C. J. Gunning te Ierseke schrijft
ons:
In verscheidene landen heeft men den
20-jarigen vrede herdacht. Ook in ons land
heeft men daaraan aandacht geschonken.
Hooggespannen was de stemming daarbij niet.
Men vreest oorlog. Niemand wil oorlog,
maar men voelt dat hij in aantocht is. Wat
hebben wij voor den vrede gedaan? Van
waar komt de oorlog?
Vanwaar komt Jodenvervolging Als er
geen Jodenhaat was in de harten van vele
menschen kon er geen Jodenvervolging zrjn,
Wat er in de wereld gebeurt, ,is voor een groot
deel het gevolg van wat er in duizende men-
schenharten leeft. Is het haat, zelfzucht,
achterdocht, dan drijft het tot oorlog. Is het
liefd'e en vertrouwen, dan steunt het den
vrede.
Het wonderlijke is, dat veel menschen over
deze dingen, die ons toch wel zeer ter harte
gaan zoo >slordi>g heen kunnen leven. Even
zien wij iets in een gedachtenflits. Wij geven
het toeen gaan weer aan ons dagelijksch
werk. Laten wij nu die gedachte eens iets
langer vasthouden: Zelfzucht drijft tot
oorlog.
Ik verfoei den oorlog, maar zou het kunnen
zijn, dat het kleine beetje zelfzucht, het wei-
nigje antipathie, het vieugje wantrouwen,
hetwelk ik gevoel in mijn verhouding tot
enkele personen, tot een zekere klasse, of tot
bepaalde volken en wellicht ook in millioenen
andere menschenharten leeft, zou het kunnen
zijn, dat dit, vermenigvuldigd met evenzooveel
millioenen, zooveel zelfzucht, haat en wan
trouwen oplevert, dat er vrijvingen door
bijven bestaan, dat er een oorlog door komt
Zou het kunnen, dat ik dus onbewust aan den
oorlog meewerk
Maar dan kan iik ook door het tegenover-
gesteldle meewerken tot den vrede en tot
oplossing van allerlei andere grootere en
kleinere problemen. Welk een lokkende taak!
Dan worden al mijn kleine gedragingen, dan
wordt alles wat ik denk en doe van het aller-
grootste belang. Dan is iedere daad, iedere
gedachte een bijdrage tot de catastrophe of
tot opbouw negatief of positief.
Besef ik dit diep, dan kan ik niet meer
slordig voortleven, dan wordt de verantwoor-
delijkheid mlj zoo zwaar, de mogelijkheid om
iets goeds te bereiken zoo groot, dat ik ge-
hoor moet geven aan dien inwendigen drang,
die een gansche ommekeer brengt in mijn
houding en mijn daden. Deze verantwoorde-
lijkheid en dit perspectief brengen mij tot
inkeer. Nu mag en wil ik niet meer hande-
len naar eigen wensch, eigen inzicht, maar ik
begin mij te onderwerpen aan een hoogere
wereldorde. Ik kan mij niet langer slap ont-
trekken zonder mijn eigen vonnis te teekenen
en met nauwgezetheid begin ik te trachten
zijn daden af te meten naar de maatstaven
van die wereldorde: de eeuwige wetten van
trourw, onzelfzuchtigheidoffer, in een woord
van naastenliefde.
Maar nu begint de moeilijkheid eerst recht,
want, ga ik nu eens heel ernstig na wat die
eischien voor mij beteekenen, dan ontdek ik
weld'ra een groot te kort. Ik kan wel eens
vriendelijk gestemd zijn, maar aitijd en
100 Niet slechts versierd te zijn met
een beetje vriendelijke welwillendheid, maar
vervuld van werkelijke tot zelfopoffering
vaairdige lieflde, dat is een hooge eisch. Todh
is ieder gesdhipper, ieder beetje zelfzucht,
verraad aan den vrjand. Hoe kom ik hier
uit? Ik moet iets hebben, dat mij uitheft
boven mijzelf, dat mij losmaakt, dat mij ver-
vult met een hoogere geestkracht, dat mij
moreel en geestelijk herbewapent.
Als er verantwoordelijkheid, plicht, roeping
is, dan is er ook een roeper, een heer, een
eischer: ,,Wie plicht zegt, zegt God"
(Bakels).
Het leven is geen vireedfe alhier,
Geen wapenstilstand vragen,
Het leven is de kruisbanier
Tot in Gods handen dragen.
(Guido Geselle.)
Maar als ik God zeg, dan zeg ik ndet alleen
Schepper, dan zeg ik ook Helper. Dan is
er Een die mij uitheft boven, die mij losmaakt
van mijzelf, die mij vervult met hoogere geest
kracht. Ik (en ik spreek nu geheel persoon-
lijk) zie geen kans tot moreele en geestelijke
herbewapening zonder Gods hulp, zonder
gehoorzaamheid aan God.
DE BEGROOTING VAN HET WERKLOOS-
HEEDSSUBSIDIEFONDS.
In de mamorie (V'an anitiwoord aan de Tweede
Kamer inzake de begrooting van het Werk-
looslheddssutosidiiefondls deelen de betrokken
ministers mede, dat het fonds geen subsidie
heeft verleend voor luchtbesohermdngsmaat-
regelen. Wel zijn een bepertkt aantal werken,
verband houldende met de ludhtbescherming,
in werkversohaffing uibgevoerd, b.v. de aanleg
van sohuiilioopigraven. Het fonds gaf in deze
gevallen ndet subsidie ter betvordering van
luchtbeschermingsmaatregelen, doch uitslud-
tenid: ter bevordering van de wer'kverschiaf-
fdng. Qbjecten, die techndsdh vooir werkver-
sohaffinig geschikt zijn, kunnen naar voren
worden gebracht, onafhankedijk van den taJk
van gemeentedijke bemoeiinig, waaronder de
uitivoering ressorteent. Er is geeni aanleiding
werken voor iuchtbe sch e rming als zoodanig
uit te sohiakelen. Inmdddels kunnen de minis
ters in het algemeen beamen, dat het nood-
zakelijk is groote voorzichtigheid te betrach-
ten bij het brengen van uitgarven op het Werk-
looshedidssubsiddetforKis.
De in 1936 voor de gemeenten Amsterdam
en Rotterdam getroffen regeling inzake een
verlhoogtag van de extra bijdrage uit het
Werkloosheidssubsidiefonds in verband met de
v^ylaging van het tarief der havengelden,
•heeft geen ander doel gehad, dat deze gemeen
ten heen te hellpen over de eerste budgetadre
•moeil'ijikheden, die gepaard gingen met de in-
voerinig van bedoelde verlaging. Met het oog
hi crop en made, oimdat de invoering in den
loop van een begroo tings jaar plaats had, werd
een zeer tijdelijk rechtstreeksch verband ge-
legd tusschen de opforengst der havenrechten
en de bijizondere bijldragen uit het Werktoos-
heidssubsdidiefionds. Het is n»ooit de bedoeldng
geweest dit verband te bestenddgen.
PRO 28-04!»*
(Ingez. Med.)
zwenlkte weer en kwam, nu heel laag, op hem
afgestoirmd. Hij sprong uit het Zadel, legde
bliksemsnel aan, wachtte een seconde, mikte
en sohoot snel twee keer achtereen. Recht
boven zijn hoofd klom het vliegtuig omhoog,
viel scheef, zwenkte achter hem weg, oirkelde
een hadive slag' rond en kwan dan als een
steen naar beneden, met de neus naar omlaag,
draaiend om zijn eigen as.
Jim keek onbewogen toe, het geweer op
nieuw in den aanslag. Even later weerklonk
een donlderend gekraak, het vliegtuig had zich
in den grond geboord.
(Hij Liet een sdhel gefluit weerklinken. Sheila
kwam aangeloopen, schichtig rondziend. Hij
wierp zioh in het zadel, keek nog een keer om,
zag twee, drie mannen uit het wrak kruipen
en stoof weg, bezeten dolor hetzelfde angstge
voel, dat hij deni eersten avond had gehad.
Razend snel joeg hij voort. Ze waren niet
dooid, ze leefd'en. Ze zouden hem najagen, hem
grijlpen en sleuren in den dood.
Waanzinnige angst greep hem aan, deed
hem Sheila ranselen, ranselen, tot hij niet
meer kon.
Er wordt gestolen!
IHall Pennlook stak zijn armen juichend in
de luobt en brulde over zijn schouder:
.Hallo Long Pat, een zilvervos! Kom eens
kijiken, old boy, een pracht-exemplaar. Onze
dag is toch nog goed."
IHij trok de stalen val open, zette zijn zware
laarizen op de scherpe punten en haalde voor-
zichtig den vos erudt. Mlet een handig spronge-
tje wipte hij achterUit, waardoor de val met
een klap dicht sloeg en hield het dier in de
hooigte. Het was inderdaad een koninklijk
exemplaar, met een goed ontwikkelden pels,
waarover de stralen van de zinkende zon
lichite zilverglanzen wierpen.
Hij liet den vos zakken en hromde:
,,Waar blijft Pat nu? Een zilvervos is toch
geen alledaagsche vangst, zou ik zeggen".
IHij keerde zich om en zag de lange gestaite
van Pat onbeweeglijk op het hoogste punt
van het rotsplateau staan, starend naar het
Noord-Westen. Wat zag hij daar voor iets bij-
zonders, dat zelfs een zilvervos hem geen be
lang inboezemde
•Hall zette de handen aan zijn mend, haal
de diep adem em galmdte:
Hallo, Pat, halloEen zilvervos! Hoor je
me niet? Een echte zilvervos!
Pat draaide zich om en kwam langzaam
de helling af, keerde ptotseling weer terug
naar den plateau-rand, keek nog eens en
kwam dan springend naar beneden.
Hall Meld den vos in de voile lengte om
hoog en verwaclhitte een uitbunidige felicitatie
of lets van dien aard.
,,Een mood dieir, werkelijk", zei Pat en liep
meteen door naar de slede, joeg' de homden in
het gareel, vatte de zweep en rdep:
Hallo, schdet op, we gaan onmiddellijk
weg."
Met de griootste verbazing staarde Hall hem
aan, wierp den vos op de slede en zei:
,,'Wjat mankeert jou? We hebben de helft
van de vallen nog niet geinspeeteeird. Voel je
je niet goed?'
Pat direef de .slede aan, de honden zetten
zich schrap, blaften hel em daalden in korten
draf dem berg af. Pat keek nog eens achter
zich en zei:
,,Ik heb iets gezien, wat me niet erg bevalt.
Ik denk, d'at we de eerste paar dag'en wel niet
naar de valiien kumnen omzien. Ik moet me al
heel stierk vetigiissen, cf er is eon sneeuw-
storm op kiomst, vamnacht misschien, maar
het kan ook zijm, dat Mj hier is, voor we het
dosl bereikt hehbem."
(Wordt vervolgd.)