Ter fieuzensche Courant
Binnenland
Buitenland
van
Maandag 21 November 1938 No. 9840
TWEEDE BLAD
VERZET TEGEN DE RASSENPOLITIEK.
RETIRING VOOR DEN DIENSTPLICHT.
De Eurgemees ter van TERNEUZEN maakt
bakend, dat de Keuringsraad voor de inge-
schrevenen voor de lichting 1940, alsmede
voor de dienstplichtigen van de lichtingen
1938 en 1939, voor zoover laatstbedoelden in
het tijidvak van 1 November 19371 Novem
ber 1938 tijdelijk ongeschikt zijn verklaard en
niet inmiddels bij nadere uitspraak gescbikt
of voorgoed ongeschikt verklaard, van den
dienst uitgesloten of overleden zijn, voor deze
gemeente zitting zal houden te Terneuzen in
de voormalige school aan bet Schoolplein op
Donderdag 16 Februari 1939, des namid
dags om 2 uur;
Vrijdag 17 Februari 1939, des namiddags
om 1.30 uur;
Woensdag 22 Februari 1939, des namiddags
om 2 uur;
Donderdag 23 Februari 1939, des voormid-
dags om 9 uur en des namiddags om 2 uur;
Vrijdag 24 Februari 1939, des voormiddags
om 9 uur en des namiddags om 1.30 uur;
Maandag 27 Februari 1939, des namiddags
om 2 uur;
Dinsdag 28 Februari 1939, des voormiddags
om 9 uur precies.
Geneeskundige verklaringen.
Venmoedt de ingeschrevene, dat hij onge-
scbikt is wegens een ziekte of een gebrek,
waarvoor hij onder geneeskundige behandeling
geweest is, dan is het wenschelijk, een schrif-
telijke verklaring van een geneeskundige mede
te brengen.
Indeeling.
Voor hen, die niet voorgoed ongeschikt
worden verklaard, bestaat de gelegenheid om
hun voorkeur met betrekking tot de inlijving
aan den voorzitter van den keuringsraad op te
geven, zoowel wat betreft korps of zeemacht
als gamizoen en tijd van opkomst. Het is
wenschelijk, dat ieder opgeeft, welke voorkeur
hij in de eerste en welke hij in de tweede
plaats heeft.
Voorts kan de ingeschrevene den voorzitter
een schrifteljjke verklaring ter hand stellen
om te bewijzen, dat hij voor zeker vak of voor
zekeren arbeid bijzondere geschiktheid bezit.
Met opgegeven wenschen kan slechts reke-
ning worden gehouden, voor zoover de dienst-
belangen het toelaten.
Verplichtlngen.
Behoudens de hierna vermelde uitzonderin-
gen, is ieder ingeschrevene verplicht op de
hem aangewezen plaats en tijd voor den keu
ringsraad te verschijnen en zich te onderwer-
pen aan een onderzoek tot het beoordeelen
van zijn ongeschiktheid voor den dienst in het
algemeen en tot het verkrijgen van gegevens
voor zijn nadere bestemming, waarvoor schrif-
teljjke proeven moeten worden afgelegd.
De ingeschrevene, die tijdelijk ongeschikt
wordt verklaard, is verplicht een jaar later
nogmaals voor $en keuringsraad te verschij
nen en het vereischte onderzoek te onder-
gaan, tenzij hij inmiddels bij nadere uitspraak
geschikt of voorgoed ongeschikt is verklaard
of van den dienst is uitgesloten.
Verhindering.
Hij, die door ziekte of wegens een andere
geldige reden niet bij de keuring kan ver
schijnen, moet hiervan tijdig kennis geven aan
den voorzitter van den keuringsraad of aan
den burgemeester.
Wie niet behoeven te verschijnen.
Van de verplichting, om voor den keurings
raad te verschijnen, zijn vrijgesteld de inge-
schrevenen, die behooren tot een der volgende
groepen a tot g:
a. zjj, die zijn opgenomen in een krankzin-
nigen-, idioten-, doofstommen- of blinden-
gesticht;
b. zij, die doen blijken door ziekte of gebre-
ken tot die verschijning buiten staat te zijn
en niet zijn opgenomen in een gesticht, als
onder a bedoeld;
c. zij, die zijn opgenomen in een rijksop-
voedingsgesticht, een tuchtschool, een gevan-
genis of een rijkswerkinrichting:
d. zij, die hun beroep maken van de buiten-
landsche zeevaart of van de zeevisscherij bui-
tenslands;
e. zij, die langer dan een maand in het bui-
tenland verblijven in een plaats, welke meer
dan 15 K.M. van de Nederlandsche grens is
gelegen;
f. zij, die een geestelijk of een godsdien-
stig-menschlievend aimbt bekleeden of tot zoo-
danig ambt worden opgeleid;
g. zij, die als vrrjwilliger behooren tot de
landmacht, tot de zeemacht of tot de over-
zeesche weermacht (dezen worden niet tot de
keuring toegelaten). Zij, die als vrijwilliger
behooren tot den vrijwilligen landstorm, moe
ten zich wel aan dit onderzoek onderwerpen.
Uitspraak op verklaringen.
In sommige gevallen kan de ingeschrevene
ongeschikt worden verklaard enkel op grond
van een sChriftelijke verklaring, bij voorkeur
afgegeven door twee geneeskundigen. De
eischen, waaraan zulk een verklaring moet
voMOen, zijn omsehreven in art. 37, 4e lid, en
art. 41 van het dienstplichtbesluit. Nadere in-
lichtingen kan men vragen aan de gemeente-
secretarie of aan den voorzitter van den keu
ringsraad.
Keuring elders.
De ingeschrevene kan aan den voorzitter
van den keuringsraad het verzoek doen om het
onderzoek elders te ondergaan. Desgewenscht
kan hij het verzoekschrift, waarin hij zijn vol-
ledig adres moet opgeven, indienen bij den
burgemeester, die alsdan zorgt voor de ver-
zending. Een dergelijk verzoek behoort, zoo
mogelijk, te worden ingediend vodr 28 Novem
ber a.s.
Herkeuring.
Ten aan'zien van elken ingeschrevene, om-
trent wien de keuringsraad uitspraak heeft
gedaan, kan bij den herkeuringsraad een
mepw geneeskundig onderzoek worden aan-
gevraagd:
a. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of diens wettelijken vertegen-
woordiger;
b. door elk der overige voor de gemeente
en voor dezelfde lighting ingeschreven per-
sonen of diens wettelijken vertegenwoordiger.
De aanvraag moet berusten op aannemelijke
in het verzoekschrift omsehreven gronden en
uiterlijk den tienden dag na den dag, waarop
de uitspraak in het openbaar is medegedeeld,
worden ingeleverd bij den burgemeester der
gemeente, waar de ingeschrevene, wien de
uitspraak geldt, voor den dienstplicht inge
schreven is, Gewoonlijk wordt de uitspraak
op den dag der keuring door den voorzitter
van den keuringsraad in het openbaar mede
gedeeld.
Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd
op de hier omsehreven wftze, kunnen geen
gevolg hebben.
Verschijnt de ingeschrevene niet op den
bepaalden tijd voor den herkeuringsraad, dan
wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door
den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt,
of door diens wettelijken vertegenwoordiger,
als vervallen beschouwd, behoudens uitzon-
deringen.
Indien het vanwage den herkeuringsraad te
houden onderzoek niet mocht kunnen plaats
hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt
gehouden.
Afkeuring door bedrog.
Bestaat er naar het oordeel van den Minister
van Defensie gegrond vermoeden, dat iemand
voorgoed ongeschikt is verklaard als gevolg
van bedrog, dan wordt de desbetreffende uit
spraak door den Minister vervallen verklaard
en wordt de persoon, wien het geldt, geplaatst
in de verhouding tot den dienstplicht, waarin
hij zou hebben verkeerd, indien hij niet onge
schikt verklaard was.
Strafbepalingen.
De ingeschrevene, die verplicht is voor den
keuringsraad te verschijnen en niet op de
daanvoor aangewezen plaats en tijd verschijnt,
of die, aldaar verschenen zijnde, zich niet aan
het onderzoek onderwerpt, wordt gestraft met
heohtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste hondeHd,vijftig
gulden. Hetzelfde geldt voor den ingeschre
vene, die moet worden onderzocht op de
plaats, waar hij zich bevindt, en zich niet aan
het onderzoek onderwerpt, en ook voor den-
gene, die de in verband met de dienstplichtwet
van hem gevraagde opgaven niet of niet naar
waarheid verstrekt. Pleegt hij opzettelijk een
van genoemde feiten, dan wordt hij gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste zeshon-
derd gulden.
De ingeschrevene zal zich, op straffe als bij
de wet bepaald, hebben te onthouden van het
aanlbieden van geld of geschenken of van
andere verkeerde praktijken, waardoor hij zou
meenen zijn afkeuring voor den dienst te kun
nen bevorderen.
Art. 206 van het wetboek van strafrecht
luidt als volgt:
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren wordt gestraft:
1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst
bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of laat
maken;
2°. hij, die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor dien dienst ongeschikt maakt.
Indien in het laatste geval het feit den dood
ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren opgelegd.
Reiskosten.
Moet de ingeschrevene, om voor den keurings
raad te verschijnen, kosten maken voor het
passeeren van een veer, brug of tol of kan hij
de heen- en de terugreis niet in edn dag af-
leggen, dan kan hij zich tot den burgemeester
wenden: in het eerste geval tot het ontvangen
van een passagebiljet en in het laatste geval
tot het genieten van nachtvenblijf en voeding.
De opgeroepene, die woonplaats heeft in
een paats in het buitenland, welke niet meer
dan 15 K.M. van de Nederlandsche grens is
gelegen, en een tegemoetkoming wenscht te
ontvangen in de kosten van de reis en, zoo
noodig, in de kosten van voeding, moet deze
bij1 zijn verschijning voor den keuringsraad
vragen aan den voorzitter.
Adresverandering.
Bjj adresverandering behoort de ingeschre
vene zijn nieuwe adres aan de gemeente-
seeretarie op te geven, ook bij het bureau
voor militaire zaken.
Terneuzen, 21 November 1938.
De Burgemeester;
P. TELLEGEN.
DE HEER K. BIJLSMA TOT TWEEDE
KAMERLID BENOEMD.
'Het centraal stembureau heeft in de vaca-
ture, ontstaan door de ontslagaanvrage van
mr. P. J. Oud, benoemd tot lid van de Tweede
Kamer, de heer K. Bijlsma, te Franeker.
HET VISSCHEN MET DEN
SPIERINGHENGEL.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Kievit naar aanleiding van een vonnis van de
rechtbank te Rotterdam, als gevolg waarvan
het visschen op spiering slechts mag worden
beoefend door bezitters van een groote visch-
akte B. hebben de ministers van Economische
Zaken en van Financien o.m. het volgende ge-
antwoord
Dat aan bovenbedoelde beslissing groote be-
zwaren zijn verbonden voor een zeer groot
aantal bona fide hengelaars en dat deze be-
zwaren speciaal treffen sportvissehers met
een zeer laag inkomen en ondersteunde werk-
loozen, kan in het algemeen niet worden toe-
gegeven, omdat de bona fide hengelaars hun
sport ook met ander vischtuig dan den zgn.
spieringhengel kunnen beoefenen, voorts om
dat het visschen met den spieringhengel vrij
mag worden uitgeoefend beneden de grens
tuisschen rivier- en kustvisscherij en dat uit
het door enkele gemeenten aangevraagde
aantal groote vischakten B is gebleken, dat bij
vele spieringvisschers tegen het aanvragen
der akte geen bezwaar bestaat.
De minister van Economische Zaken is be-
reid bij een eerlang te ontwerpen nadere wij-
ziging van de Visscherijwet te overwegen, of
aanleiding bestaat voor het opnemen van een
door den heer Kievit gevraagde bepaling,
volgens welke het visschen op spiering met
een daartoe dienenden hengel zonder visch-
acte kan plaats hebben, of althans, deze vis-
scherij wordt toegestaan aan visschers, in het
bezit van een kleine vischacte.
DE 400e GEBOORTEDAG VAN MARNIX
VAN ST. ALDEGONDE.
Op verzoek van de regeering zal het jaar
1940 beschouwd worden als het jaar, waarin
de 400ste geboortedag van Marnix van St.
Aldegonde zal worden herdacht. In Leiden,
de stad, waar Marnix van St. Aldegonde in
1598 is gestorven, zal een standbeeld worden
opgericht aan het eind van het Plantsoen aan
den verkeersweg naar Utrecht.
DE RIJKSMIDDELEN.
iBlijkens het overzicht van de opbrengst der
Rijksmiddelen, heeft de opbrengst van de di-
reote belastingen tot ultimo October j.l. bedra-
gen 115.652.094 tegen 103.526.077 op ulti
mo October van het vorige jaar, hetgeen dus
een stijging beteekent met f 12.126.017.
Het bedrag van de raining voor het dienst-
jaar 1938 bedraagt f 116.4 millioen.
Tot de hoogere opbrengst hebben alle be
lastingen bijgedragen, In vergelijking met het
vorlg jaar bracht de grondbelasting f 154.144
meer op, de inkomstenbelasting 10.542.613,
de vermogensbelasting 671.109, de verdedi-
gingsbelasting 683.128 en de belasting vein de
doode hand 75.021.
De overige middelen.
Wat de overige middelen betreft, deze heb
ben over October opgebracht f 36.140.473, te-
genover het vorige jaar f 34.173.827, terwijl
de maandelijksche naming 35.768.750 be
draagt.
'Over de eerste tien maanden van dit jaar
was de opbrengst f 366.697.118 of ruim 11
millioen hooger dan de raming, terwijl over
de eerste tien maanden van 1937 de opbrengst
360.920.287 was.
De dividend- en tantiemebelasting kwai® in
de eerste tien maanden f 5.306.609 boven de
raming voor dit tijdvak, terwijl de opbrengst
ruim 3 millioen meer bedroeg dan op ultimo
October 1937.
De reohten op den invoer hebben f 1,121.090
meer opgebracht dan in de eerste tien maan
den van 1937.
De rechten en boeten van zegel, inolusief
beursbelasting, welke in de eerste tien maan
den van het vorig jaar 28.823.608 opbrach-
ten, haalden thans slechts f 18.179.586 en ble-
ven daarbij ruim 3.4 millioen onder de ra
ming. De omzetbelasting overschreed de ra
ming met 62.420 en bracht ruim 2.5 mil
lioen meer op dan het vorig jaar.
De couponbelasting kon de raming niet
halen en bracht 595.751 minder op, terwijl de
opbrengst zelfs 1.089.883 bij het vorig jaar
ten achter bleef.
De accijnzen hebben alle de opbrengst in
1937 overtroffen, die op suiker zelfs met f 1.8
millioen en die op tabak met ruim f 1.5 mil
lioen.
De rechten en boeten van successie, van
overgang bij overlijden en van schenking wa-
ren 4.105.175 hooger dan de raming, terwijl
de opbrengst f 7.435.903 hooger was dan het
vorig jaar.
Tenslotte zij van deze middelen vermeld de
accijns op bier, welke f 913.211 boven de ra
ming uitkwam en 195.274 meer bedroeg dan
in 1937.
Gemeentefonds.
Wat de inkomsten ten bate van het Ge
meentefonds betreft, deze waren tot en met
October voor den dienst 1937-1938 66.091.127
of bijna 3 millioen meer dan de raming.
Voor den dienst 1938-1939 was de opbrengst
57.891.964 bij een raming van 68.700.000.
Deze opbrengst is ruim 4 millioen hooger
dan op ultimo October van het vorig jaar.
Werkloosheidssubsidiefonds.
De inkomsten ten bate van het Werkloos
heidssubsidiefonds hebben voor den dienst
1937 het bedrag van de raming ad 51.525.000
nog niet gehaald. Deze inkomsten bedroegen
f 50.169.382.
Voor den dienst 1938 is de raming gesteld
op 52.300.000, waarvan tot ultimo October
f 48.340.514 is ontvangen.
Verkeersfonds.
De inkomsten ten bate van het Verkeers
fonds waren over de eerste tien maanden to-
taal 28.113.071, waarvan 20.366.796 aan
motorrijtuigenbelasting en 7.746.275 aan rij-
wielbelasting.
De totale raming voor 1938 van deze in
komsten is /31 millioen.
Het dienst jaar 1937.
Wat tenslotte de uiitkomsten van alle mid
delen voor het dienstjaar 1937 aangaat, kan
worden medegedeeld, dat de zuivere opbrengst
over het tijdvak van 1 Januari 1937 tot en met
October 1938 552.798.451 bedraagt, waar
door tot dusver de raming met ruim 68 mil
lioen is overschreden.
BELGIe zet uitwijzing van JOODSCHE
VLUCHTELINGEN VOORLOOPIG STOP
In de Donderdag gehouden Kamerzitting
heeft de minister van justitie, Pholien, mede
gedeeld, dat hij' met het oog op de gebeur-
tenissen in het buitenland besloten heeft de
uitwijzing van Joodsche vluchtelingen stop te
zetten.
Het B.T.A. meldt nog uit Brussel, dat de
Kamer heeft besloten Dinsdag a.s. de debat-
ten te doen plaats vinden over de politiek,
welke de regeering voomemens is te volgen
tegenover uit Duitschland komende vluchte
lingen en over de vraag of de regeering een
overeenkomstigen maatregel zal nemen als de
Nederlandsche regeering.
Naar aanleiding van het protest van den
communistischen afgevaardigde Relecom tegen
de terugzending van uit Duitschland komende
vluchtelingen, zeide de minister van justitie,
dat de regeering zich met beklemd gemoed
verplicht heeft gezien, de controle op buiten-
landers te verscherpen. De eischen van open-
bare orde moeten echter in overeenstemming
worden gebracht met overwegingen van men-
schelijkheid, en daarom heeft de regeering
bevel gegeven de uitgeleiding op te schorten
indien de openbare orde niet wordt verstoord.
DE JODEN WORDEN DE KOSTBARE
KUNSTVOORWERPEN AFGENOMEN.
Donderdag zijn uit de huizen van verschei-
dene Duitsche Joden te Miinchen kostbare
schilderijen, colleoties Chineesch porcelein
en antieke meubelen weggehaald en over-
gebracht naar het nationale museum om er
,,veilig te worden opgeborgen".
Leden van de Kulturkammer te Miinchen
hebben, vergezeld van ambtenaren van de
Gestapo, bezoeken gebracht aan de huizen
en de artikelen op vrachtauto's geladen.
Dit was volgens de instruoties van gouw-
lei'der Wagner, die onlangs heeft ver
klaard, dat hij er voor zou zorgen, dat kost
bare aan Joden toebehoorende voorwerpen
voor het Duitsche volk zouden worden be-
houden.
De overheid is over het algemeen zeer be-
leefd, doch men heeft den eigenaars niet
gezegd, of zij eenige schadevergoeding zullen
ontvangen.
De facistische afgevaardigde Ezio Gari
baldi, neef van den grooten Italiaanschen
vrijheidsheld, laat in het tijldschrift ,,Cami-
cia Rossa", waarvan hij mede-directeur is,
krachtig zijn stem hooren tegen het invoe-
ren in Italie van de Duitsche rastheorieen.
Hij keert zich tegen de leiders van bepaalde
extremistische stroomingen in Italie, waaraan
hij ellk officieel of officieus karakter ontzegt,
tegen de ,,min of meer bewuste importeurs
van theorieen van buitenlandsch merk".
Eveneens protesteert hij tegen de bewe-
ringen van Julius Streicher, die in den
Stunner" verklaarde, dat tot de Italiaan-
sche interventie in den wereldoorlog niet
is besloten door de regeering, doch door 'n
kliek van Joden en vrijmetselaars, die haar
in een oorlog tegen Duitschland zou heb
ben gedreven. Garibaldi herinnert eraan, dat
Italie in 1915 geleid werd door d'Annunzio,
Mussolini, Corridoni, Corradini, Garibaldi en
Federzoni, en dat geen hunner een Jood was.
BUITENLANDSCHE WINKELIERS
KRIJGEN SOHADEVERGOEDING.
Men ziet in de laatste dagen, zoo meldt de
correspondent van de N. R. Crt., uit Ber-
lijn, dat men in onderscheiden vemielde za
ken, toebehoorende aan buitenlandsqhe Joden,
niet alleen doende is om de schade te herstel-
len, maar tevens om na te gaan, welke voor
werpen verloren zijn gegaan of vernield.
Blijkbaar om een grondslag te krijgen voor
de te betalen schadeloosstelling.
Want het lijdt tharis nauwelijks meer twij-
fel: de schade welke aan de buitenlandsche
Joodsche winkeliers is berokkend, zal worden
vergoed. Het spreekt van zelf, dat de laatste
betalers van de schadevergoeding de Duitsche
Joden zullen zijn, aangezien deze voor de ge-
heele schade, ook die welke in hun eigen win-
kels is aangerioht, moeten opkomen.
Men schat het getal vemielde winkels en
restaurants, dat aan Hongaarsche Joden toe-
behoorde op ongeveer 60. Een bijna even groot
aantal behoort aan Poolsche JOden. Daama
was van de Joodsche bezitters van winkels
Engeland het sterkst vertegenwoordigd.
Nederland kiwam op de vierde plaats. Dan
volgen Amerika, Zwitserland en andere lan-
den.
REYNAUD'S KRUISTOCHT.
De plannen tot herstel van het finanoieele
en economische leven van Frankrijk zijn,
schrijft de N. R. Crt., bijna een week geleden
ter algemeene kennis gebracht. Zij blijken uit
de wetsdecreten, welke de ministerraad op
voorstel van Reynaud heeft vastgesteld. Zij
zijn ook duidelijk omsehreven in de moedige
en openhartige rede, welke de minister van
financien voor de radio ten aanhoore van het
geheele Fransohe volk heeft uitgesproken.
Over de wetsdecreten is meer gesproken en
gedebatteerd dan over de toelichtende rede.
Reynaud heeft overduidelijk gezegd, dat
Frankrijk zich op den verkeerden weg be-
vond, zoowel wat de flnancieele politiek, wel
ke telkens herhaalde beroepen op de geld-
markt impliceerde, als wat de sociale poli
tiek ,v;an twee Zondagen per week betreft".
Hij heeft een balans opgemaakt, welke ieder-
een in Frankrijk te denken zou moeten geven.
Bezinning op de gemaakte fouten en een-
drachtig nieuwe wegen inslaan is de leuze
van Reynaud.
Nog geen week is voorbijgegaan en men
heeft overvloed van materiaal om te kunnen
beweren, dat deze leuze niet is verstaan in
de kringen, welker medewerking wel in de
eerste plaats noodzakelijk is: die van de ar-
beiders. In bewogen vergaderingen hebben so-
cialisten, communisten en vertegenwoordigers
van vakbonden heftig gedebatteerd en scherpe
resoluties aangenomen, welke over Rejmauds
maatregelen zelden iets goeds, doch bijna al-
tijd iets slechts inhielden.
'Gewoonlijk werd geen woord gewijd aan de
passages uit de redevoeringen der regeerders,
die van Reynaud voorop, waarin met redenen
omkleed wordt uiteengezet, waarom men tot
dusver heeft gefaald en waarom men een an-
deren koers moet inslaan. In de kringen van
links heeft men den mond vol over de op-
offeringien welke men bereid zou zijn ten be-
hoeve van Frankrijk te brengen, doch niet
zoodra wordt op die kringen een beroep ge
daan om bereidheid daaraan te toonen, of een
storm van verontwaardiging breekt los. Het
lezen van Reynauds belans heeft in die krin
gen slechts tengevolge, dat men wel zonder
het overigens ronduit te bekennen inziet
dat er wat gedaan moet worden, dat offers on-
vermijdelijk zijn, doch dat met stemverheffing
verklaard wordt dat de offers van den an-
den kant moeten komen, niet van de arbei-
ders. Sociahsten, communisten en leiders van
vakVereenigingen betoogen om strijd dat
slechts offers worden gevraagd voor de ,,ar-
men" en dat de regeering beter doel zich tot
de „rijken" te wenden. Van de zijde van de
regeering kan nog zoo duidelijk worden be-
toogd, dat geheel Frankrijk, dat immers een
organisch geheel is, tot opofferingen bereid
moet zijn, van den anderen kant komt niet
anders dan verzet. Daar wil men niet inzien,
dat de aard der offers bepaald moet worden
door de nooden van het 'bedrijfsleven en de
behoeften van den staat. Daar wil men niet
inzien, dat het ook den arbeider slechts goed
kan gaan, als het Frankrijk economisch en
financieel goed gaat. Men blijft Frankrijk
verdeelen in klassen, zonder innerlijk ver
band, met dikwijls tegenstrijdige belangen.
Het is niet anders dan menschelijk, dat
Reynaud's maatregelen onjuistheden beVatten,
het is ook niet anders dan natuurlijk, dat
daarop critiek wordt geoefend, maar wat in
linksohe Fransche kringen lijkt te ontbreken
is de principieele gezindheid mede te werken,
indien dat opofferingen van de arbeiders
noodzakelijk maakt.
In den toestand van onzekerheid heeft Da-
ladier het woord gevoerd en verklaard, dat hij
tot het einde wilde doorzetten. Deze verkla
ring uit zijn mond is niet nieuw. E)n de voor
den minister-president zoo pijnlijke verschui-
ving in de regeering, volgende op het radicale
congres te Marseille, waar hij verklaarde zijn
weg te hebben gekozen, maakt de vemieu-
wing van de verzekering standvastig te zul
len optreden haast inopportuun, omdat zij
maar weinig weerklank zal vinden. De pu-
blieke aandacht is dan ook meer gevestigd op
de rede welke Reynaud gehouden heeft. Bit
ter was zijn klacht, dat de rede, welke hij vijf
dagen tevoren uitsprak, nu al weer is ver-
geten, maar in de verdediging van zijn maat
regelen vestigde hij tooh sterker dan Daladier
den indruk krachtig te will en volhouden.
Men zal nog eenige weken geduld moeten
hebben voor mien weet, hoe de voor- en tegen-
standers van Reynaud en Daladier zich in het
parlement zullen groepeeren. Na de uitspraak
over het koloniale vraagstuk zal aan de rech-
terzijde de bereidheid tot steun grooter zijn
geworden. Afgaande echter op de mondehn-
ge verzekeringen van socialisten en commu
nisten lijkt steun van hun zijde aan de re
geering uitgesloten en sterker dan de woorden
van den voorzichtigen Blum krijgt men uit die
van zijn fraotiegenooten den indruk, dat ook
van neutraliteit nauwelijks sprake kan zijn.
De communistische Humanite roept de geest-
verwanten op tot waakzaamheid. Blijkt uit
Daladier's verklaring, dat zij tot het einde
zal volhouden, zoo vraag het blad, dat hij aan
het bewind zal blijven, ook al bezorgt het
parlement hem een nederlaag!
Vooralsnog lijkt er weinig reden voor de
exclamatie van het communistische orgaan,
dat het republikeinsche Frankrijk in dit op-
zicht waakzaam moet blijven. Wel mag men
hopen, dat Frankrijk waakzamer zal worden.
wat de democratische beginselen aangaat.
Want die scheppen niet uitsluitend rechten,
gelijik socialisten, communisten en leden van
het Vakverbond schijnen te meenen, doch
vooral plichten en verantwoordelijkheid. En
wel deze verantwoordelijkheid, dat ieder doe,
wat zijn hand vind om te doen. De werkgever
maar ook de arbeider; de liberaal, de radicaal,
maar ook de socialist en de communist.
SCHUSOHNIGG.
Een officieel woordvoerder heeft den cor- j
respondent van Reuter medegedeeld, dat er
vermoedelijk geen proces zal worden gevoerd
tegen oud-kanselier Schuschnigg. Hij voegde
hieraan toe, dat tot nu toe nog geen maat-
regelen zijn genomen voor een dergelijk pro- j
ces; de gerucbten, dat de jury reeds zou zijn
gekozen, worden met kracht tegengesproken.
O-ok is geen aanklacht voorbereid, noch is
Schuschnigg aan een verhoor onderworpen.
Op de vraag, wat er dan met Schuschnigg
zou geschieden, gaf de woordvoerder als zijn
persoonlijke meening te kennen, dat de oud-
kanselier vermoedelijk over enkele maanden
zal worden vrijgelaten. Waarschijnlijk zal
hem evenwel niet worden toegestaan, Duitsch
land fe verlaten.
In welingelichte kringen veronderstelt men,
dat deze beslissing te danken is aan de inter
ventie van de Italiaansehe diplomatic te
Berlrjn.
ONGERUSTHEID OVER EEN
VERKLARING VAN CHAMBERLAIN.
Verscheidene Duitsche ochtendbladen van
Vrijdag bespreken een vebklaring door Cham
berlain, in het Lagerhuis afgelegd,, over
de mogelijkheid, Joodsche emigranten uit
Duitschland ojf te nemen in Britsche kolonien,
o.a. in Taganjika, dat vroeger aan Duitsch
land toebehoorde.
De „Lokal Anizeiger" schrijft: Het Brit
sche imperium beschikt over reusachtige
weinig gekoloniseerde gebieden, waarin vol-
doende mogelijkheden aanwezig zijn om deze
immigranten op te nemen. Wanneer Enge
land daarbij echter ook de Duitsche koloniale
gebieden" wil betrekken, kan daartegen niet
scherp genoeg geprotesteerd worden. Het
denkbeeld den stroom van Joodsche immigran
ten naar de „Duitsche koloniale gebieden" te
sturen, is frivool en zou een herhaling betee-
kenen van de fout der Engelsche politiek in
Palestina.
Het „Berliner Tageblatt" schrijft: Wan
neer Engeland werkelijk ernstig het plan zou
overwegen, Joodsche kolonisaties te vestigen
in de vroegere Duitgche kolonien, vooral in
Tanganjika, het vroegere Duitsche Oost-
Afrika en in Kameroen, dan is dat een door-
zichtige zet, welke van Joodsche zijde ge-
inspireerd is. Reeds thans kan geconstateerd
worden, dat dergelijke slinkschheden de rege-
ling van den eisch naar kolonien, waarover de
Fiihrer in zijn rede te Weimar gesproken
heeft, slechts des te dringender doet uit-
komen.
GRYNSZPAN IS VERHOORD.
Uit het verhoor, dat de moordenaar van
den Duitschen legatiesecretaris Von Rath te
Parijs, Herschell Grynszpan heeft ondergaan,
krijgt men den indruk eener droevige levens-
geschiedenis, terwijl de jongan (hij is op 28
Maart 1921 te Hannover geboren en dus
thans 17 V2 jaar oud) van een zeer emotioneel
karakter blijkt te zijn geweest. Ben jongen,
die zich de dingen verschrikkelijk aantrok en
die de toekomst allersomberst inzag.
Van de acht kinderen, die zijn ouders, sinds
jaren te Hannover gevestigd en de laatste
jaren door de crisis zeer achterop geraakt,
hebben gehad, waren er tenslotte maar drie
overgebleven. Herschell ging tot zijn 14e
jaar op de volksschool en daama nog ander-
half jaar op een rabbinale school. Nadat hij
daar door de uitlatingen van zijn leeraren tot
de overtuiging was gekomen, dat hij in
Duitschland toch nooit iets zou kunnen be-
reiken, vertrok hij in Augustus 1936 naar
Parijs met een Poolsch paspoort en werd door
zijn oom en tante, hoewel die het zelf niet
breed hadden, opgenomen. Toen in Augustus
1938 de verlenging van zijn verblijf in Frank
rijk werd geweigerd, had hij weg willen gaan,
maar kon dat naar zijn zeggen niet, omdat
hij slechts een duplicaat van zijn paspoort
bezat, waarop geen visum voorkwam. Hij
keerde daarom naar zijn oom terug, die hem
in een kamertje onder het dak verborg.
Daar leefde hij twee maanden lang bijna
zonder uit te gaan (alleen als het donker was
durfde hij af en toe een luchtje te gaan
scheppen) en bracht zijn tijd door met lezen.
Op 3 November ontving hij van zijn vader
en moeder een brief, waarin zij hem vertelden,
dat ziji plotseling en zonder iets te kunnen
medenemen naar de Poolsche grens waren
gezonden en nu zij niet in Polen werden bin-
nengelaten, niet wisten wat zij moesten be-
ginnen. Dit bracht hem zoo buiten zichzelf,
dat hij een revolver kocht en op 8 November
zij* misdaad pleegde.
,/Ik heb niet willen dooden", verklaarde hij
thans, ik betreur den dood van den heer Von
Rath en heb besloten als teeken van rouw
iederen Maandag te vasten. Ik behod'r tot
geenertei politieike partij of groep; ik heb
op eigen houtje gehandeld en neem alle ver
antwoordelijkheid op mij. Ook in Duitsch
land heb ik nooit aan politiek gedaan; de
eenige vereeniging waarvan ik deel uitmaakte
was een sportolub.
De rechter van instructie heeft een com-
missie voor navraag naar Frankfort en Han
nover gezonden om deze verklaringen te con-
troleeren.
De oom en tante van Herschell, die gear-
resteerd werden, zullen, nu gebleken is, dat
zij hun neef na het afloopen van zijn verbijfs-
vergunning toch zijn blijven huisvesten,
wegens medeplichtigheid aan moord vervolgd
worden.
REXISTISCH SENATOR VEROOKDEELD.
Donderdag is door de boetstraffelijke recht
bank te Brussel vonnis gewezen in de zaak
ten laste van den rexistisehen senator Vig-
neron, oud-kolonel van de gendarmerie, naar
aanleiding van diens bewering als zou een
document van min of meer revolutionairen
aard, door de politie van het parket, in een
dossier zijn geschoven, dat, bij een huiszoe-
king, in zijn woning gedaan, in besiag was
genomen. De huiszoeking hield vebrand met
een algemeen onderzoek betreffende het orga-
niseeren van verboden militiebenden door de
rexistische partij. Kolonel Vigneron steunde
zijn bewering op het feit, dat hij afwezig was
toen de huiszoeking gescbiedde. De rechtbank
was evenwel van oordeel, dat de verdenking
door den rexistisehen senator op ambtenaren
van het parket geworpen lasterend was voor
deze laatsten en dat het document zeer zeker
ten huiize van den oud-kolonel in besiag was
genomen. De beklaagde, die ter zitting niet
verschenen was, werd dan ook veroor'deeld tot
3 maanden gevangenisstraf en het betalen van
een geldboete van 1400 francs. De straf is
voorwaardelijk voor een termijn van 5 jaar.
HANDELSVERDRAGEN TE WASHINGTON
GETEEKEND.
Het Britsch-Amerikaansch handelsverdrag
is Donderda gmiddag in het Witte Huis onder-
teekend in tegenwoordigheid van President
Roosevelt.
De Ver. Staten en Canada onderteekenden
tegelijkertijd een nieuwe handelsovereen-
komst ter vervanging van het verdrag. dat
aan het einde van 1938 afloopt.
De Britsche ambassadeur Lindsay en Over
ton, tweede secretaris van het departemenf
van handel, tee'kenden voor Engeland. Hull
namens de Ver. Staten van Amerika en de
eerste minister van Canada, Mackenzie King,
vo®1 zijn land.
Minister Hull heeft verklaard de overeen-
kom'st van hisitorische beteekenis te achten.
De overeenkomsten, die heden zijn ondertee-
k-end, vonmen een belamgrijke hijdrage voor de
toekomstige ontwikkeling in de wereld langs
wegen van toenemend wederzijdsch begrip en
sam>enweilking der naties.
De twee overeenkomsten, aldus voegde mi
nister Hull hier verder aan toe, vormen niet
al'leen een insitrument tot uitbreiding van den
waardevollen handel tusschen de betrokken