ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN Marion's groote avontuur Dokler Harlje Mijnhardlje No 9836. VRIJDAG 11 NOVEMBER 1938 78e Jaargang Binnenland Feuilleton TWEEDE BLAD adviseert een,, De pijnverdrijver bij uitnemendheid. NEUZENSCHE COURANT DE TWEEDE KAMER OVER HET LANDBOUW-CRISISBELEID. Aan het voorloopig verslag over de begroo- ting van het Landbouwcrisisfonds is het vol- gendie ont'eend Vele leden verkiaarden zich in hoofdzaak met het gevoerde Landbouwcrisisbeleid te kunnen vereenigen, al hadden zij tegen ver- schillende onderdeelen daarvan bezwaren. OBnkele leden waren het met de gevoerde crisispolitiek in het geheel niet eens. Zij er- kenlden, dat de landbouw steam behoeft, doch dlit moet geschieden zonder dat de particuliere vrijhei'd zoo sterk wordt beknot als volgens het thans gevoligde systeem geschiedt. Was men het er vrij algemeen over eens, dat van afs chaffing der lanJdbouwcrisismaat- regelen in den zin van prijsregeling der land- bouwproducten voorloopig nog geen sprake kan zijn, sommige leden verbonden bieraan opnieuw de vraag, of het stelsel van den land- bouwsteun niet kan worden vereenvoudigd, in- dien de verbouw van granen door het heffen van hooge graanrechten wordt aangemoedigd. Deze leden meenden, dat het op den duur on- mogelijk is voort te gaan met het importee- ren van groote hoeveelheden buitenlandsche grondstoffen krachtvoederdie worden ge- bruikt om product en te verkrijgen, welke met verlies moeten worden gefccporteerd. Andere leden konden deize opvatting niet deelen; het kan voor ons land als geheel een voordeel opleveren, zoo meenden zij, goed- koope buitenlandsche granen te importeeren, ook al zou op den uitvoer van andere produc- ten, welke ten deele met behulp van die granen hier te lande worden verkregen, ver lies ge'leden worden. Vele leden spraken als hun overtuiging uit, dat de Regeering ten aanzien van het organi- satievraagstuk voor den landbouw op den goeden weg is. Verscheddene leden waren van meening, dat van overneming van regelingen door de be- drijfsgenooten geen sprake kan zijn, indien in de belooning van den landbouw geen ver- betering komt. Zoolang de regeering geen dUurzame garantie kan geven, dat de prijzen der landbouwproducten een redelijke beloo ning van alien, die in het landbouwbedrijf werkzaam zijn, mogelijk zullen maken, kunnen h.i. de organisaties der belanghebbenden de verantwoordelijkheid voor de maatregelen, die tot dusverre door de Regeering werden geno- men, niet dragen. Andere leden zouden het bedenkelpk ach- ten, indien de Regeering aan dezen aandrang tot verhooginig van den steun aan den land bouw zou toegeven. Verscheidene leden verkiaarden, dat het h.i. de plicht der Regeering is, een redelijke ver- houding tusschen de belooning van den land bouw en die van de andere bedrijfstakken tot stand te brengen. Nog altijd zijn de prijzen der landbouwproducten zoodanig, dat het niet mogelijk is, na aftrek van pacht of hypotheek- rente, zoowel den boer als den landarbeider een redelijk bestaan te verzekeren. •Vele leden verheugden zich over het tot stand komen van een teunregeling voor kleine boeren en tuinlders, die voor doze slachtoffers van de crisisomstandigheden inderdaad een aanzienlijke, zij het naar de meening van ver scheidene leden nog onvoldoende, steim be- teekent. Men drong er bij dten minister op aan krachti'g te wil'len bevorderen, dat alle daar- voor in aanmerking komende gemeentebestu- ren nu ook hun medewerking verleenen. Sommige leden waren van meening, dat de vleeschprijzen thans te laag zijn. Dit achtten zij vooral met het oog op de lnstandhouding van den varkensstapel gevaarlijk. Roman van I. F. J. Groothedde. Nadruk verboden. 23) Vervolg.) In het geheel had hij nu veertien dagrei- zen achter zich, steeds door de prairien, een eentonige reis, door niets afgewisseld. Geen kogel had hij afgeschoten, geen groot stuk wild had zich vertoond. In Regina, de eerste plaats die hij aandeed in Canada, sliep hij weer op een gewoon bed in een klein hotel. Of het kwam door het bed, dat niet al te frisch was, of door den benauwenden kleinen omvang van de kajmer, hij zou het niet kunnen zeggen, maar hij sliep slecht en was blrj, dat de ochtend aanbrak en hij weer in de vrije buitenlucht kon komen. Toen hij de kleine gelagkamer binnen trad, om er zijn ontbijt te gebruiken, zag hij drie mannem, die in een heftig gevecht gewikkeld waren. De twee grootsten traohtten den der- de iets te ontrukken, maar deze, een klein bolrond mannetje, verdedigde zich met den moed der wanhoop, kralbde, beet, sloeg en gilde onophoudelijk„Laat los, smerige die- ven, boeven, oplichters. Laat los, ik net zoo- veel als jullie, dat is recht". Maar recht of geen recht, hij was tegen de twee niet opgewassen en scheen het onderspit te moeten delven. De waard sprong heen en weer en bulkte Ook, dat de kleine in zijn recht was, maar hij stak geen vinger uit, om hem te helpen. Toen greep Hall, snel besloten, de twee aanvallers bij den kraag, rukte ze aoh- terover, sleepte ze naar de deur, die de waard al gedienstig voor hem openhield en smeet eerst den een en toen den ander naar buiten. De twee krabbelden verbijsterd overeind, maar toen ze zagen, dat ze maar met ddn tegen- stander te doen hadden, kwamen ze huilend en vloekend op hem afgestormd. Hall lachte van louter genoegen, dat hij weer eens zijn handen kon gebruiken. Hij wachtte den aan- val niet af, maar sprong naar buiten. Een wel- gemikten vuistslag deed den eerste in het stof tuimelen, de tweede onderging een seconde later hetzelfde lot. Weer sprongen ze op hem toe. Vlug als water danste Hall tusschen hen in en liet zijn vuistslagen op hen neerregenen, Een aantal leden was van oordeel, dat de handelwijze van de Veehouderijcentrale ten opzichte van den particulieren handel niet door den beugel kan. Deze centrale behoort h.i. niet zelf als koopman op te treden. Opnieuw betoogden sommige leden, dat het niet aangaat op de gebruikers van margarine, olien en vetten voor een groot gedeelte be- hoorende tot het minst draagkrachtige ge deelte der bevolking zware lasten te leg- gen, ten einde de verliezen, geleden op den export van boter, goed te maken. Deze export zal sterk moeten worden beperkt; mocht dat niet mogelijk zijn, dan moeten de verliezen gedragen worden door de geheele bevolking en niet voomamelijk door de minst draagkrach- tigen. Andere leden merkten naar aanleiding van dit betoog op, dat, al is de toestand op dit gebied onbevredigend, de boterimport niet zander groote nadeelen zou kunnen worden beperkt. Weer andere leden zouden nog liever de ge heele margarine-productie, die bovenmatige winsten oplevert, stopgeizet zien. Het argu ment, daartegen dikwijls aangevoerd, dat de margarine-industrie werkgelegenheid schept, sloegen zij niet hoog aan. Hiertegen werd aangevoerd, dat stopzetting van de margarinefabricage voor den land bouw geen voordeel zou opleveren. Ook de belangen van Ned. Indie, dat im- mers grondstoffen voor de margarine-fabri- cage levert, zouden door stopzetting daarvan geschaad worden. Sommige leden verzochten de Regeering haar invloed te wUlen aanwenden, opdat aan de h.i. bevoorrechte positie van het Uni-lever- concem in de margarineconventie een einde kome en er meer bestaansmogelijkheid ontsta voor de kleine zelfstanldige bedrijven. MR. P. J. OUD BEDANKT ALS KAMERLID. Bjj de Tweede Kamer is Woensdag ingeko- men een schrijven van Mr. P. J. Oud, houdende mededeeling, dat hij bedankt heeft als lid der Kamer wegens zijn benoeming tot burge- meester van Rotterdam. HET BEZOEK VAN KONING LEOPOLD AAN ONS LAND. Zooals bekend is zal Koning Leopold van Maan dag 21 tot Donderdag 24 November een officieel bezoek brengen aan ons land. De Relgiscbe vorst met gevolg zal per Koninklij- ken trein reizen, welke van Laeken recht- stxeeks zal doorrijden naar Roosendaal, waar hij am 13 u. 01 zal aankomen. Voor de ontvangst namens de Koningin zal door een dJelegatde van leden der hofhouding van (Hiare Majesiteit aanwezig zijn. Deze dele- gatie arriveert te Roosendaal per Edelweiss om 12 u. 27. Voorts zullen ter ontvangst aan wezig zijn de gezant van Belgie bij ons Hof, baron Herry, de oommissaris der Koningin in Brabant, Jhr. Mr. Dr. Van Ryckevorsel, een deputatie van de direetie der Nedterlandsche Spoorwegen, de burgemeester van Roosendaal, Mr. Claudius Prinsen, en de Belgische consul te Roosendaal, de heer Tlebax. Voor de ontvangst van deze autonteiten zal de eerste klas wachtkamer worden gere- serveerd. Tijdens het tijdstip van aankomst van den Koninklijken trein uit Belgie, welke uiit vijf voertuigen zal bestaan, zullen de autoriteiten zich naar het eerste perron begeven, waar de aankomst en vervolgens ook weer het ver- trek zal plaats vinden. Daar zal de Konink- lijke trein van de Koningin gereed staan, waarin Koning Leopold zal overstappen om de reis naar Amsterdam te vervolgen. De Nederlandsche Koninklijke trein zal bestaan maar zorgde er wel voor, dat ze niet te hard aankwamen. Het kleine slachtoffer klapte juichend in zijn handen maar bleef wijselijk een beetje uit de buurt. De strijd was in een paar minuten beslist, doordat de twee hel-den jammerend het hazenpad kozen. Hall keerde in de gelagkamer terug en bestelde kalm zijn ontbijt, alsof er niets gebeurd was. De kleine man kwam met uitgestoken handen op hem toe en begon in een vledenden woordenstroom zijn dank te betuigen. Plotseling echter zweeg hij, keek verschrikt naar de deur en sprong achter de tafel, of hij door een wesp gestoken was. Hall keek op, om de oorzaak van die vreemde handeling te ontdekken. Achter de half geopende cafd- deur hoorde hij gedempt stemmengeluid en een oogenblik later schoven de twee vechters- bazen achter elkaar binnen, kwamen aarze- lend tot bij zijn tafel, bogen diep en staken tegelijk hun hand uit. Een weinig verhaasd redkte Hall ze eveneens de hand. De oudste, een lange, schrale man van ongeveer vijf tig jaar, nam het woord: ,,Ik hen Long Pat, mijn maat hier is Big Tom en dat kleine gedrocht daar hij wees verachtelijk op den kleinen man, die vlak naast Hall was komen staan wordt Baby genoemd in de wandeling. Hij is een akelig misbaksel der natuur, nog te gierig om ons een glas absinth te geven, of- schoon we daar recht op hebben." Het .misbaksel" stoof woedend op. ,,Ze liegen alles, edele heer, ik heet Fred en ze hebben alleen recht op een pak slaag, wat ik ze gegeven zou hebben, als u niet tus- schenbeide was gekomen." Hall schoot in een bulderenden Iach en het duurde niet lang of de drie mannen lachten even hartelijk mee. Hallo", riep Hall tot den waard, die al drie stoelen bijgeschoven had, vraag wat de hee- ren willen drinken, ik betaal." De Pelsjagers. „Ieren?"', vroeg Hall, toen ze een glas geestrijk vocht voor zich hadden staan. „,Zwijg!" bulderde Long Pat, zijn glas in een teug ledigend. Hall keek hem verbaasd aan en Pat knikte met het hoofd in de rich- ting van Baby. ,,Dat kleine kreatuur wil altijd het grootste woord hebben. Dat komt mij als oudste, al leen toe. Jullie zwijgen. Ik zal onze weldoe- ner wel vertellen, wie we zijn." Geloof hem niet, edele heer, hij liegt de dui- vels van de hel tot engelen om!" flapte Baby eruit, maar een trap tegen zijn schenen klapte zijn mond toe en Pat vervolgde, met een uit vijf voertuigen, benevens een salonrijtuig voor de direetie van de Nederlandsche Spoor wegen, die den Koninklijken trein zal bege- leiden. Van het oponthoud op het station te Roo sendaal, hetwelk ongeveer tien minuten zal duren, zal gebruik worden gemaaJct om Koning Leopold bij het betreden van den Nederlandschen bodem te begroeten, welke begroeting een feestelijk karakter zal dragen. De Belgische gezant zal de autoriteiten aan Z. M. voorstellen. Ook van gemeentewege wordt een plan be- raamd om den Belgischen vorst een hulde te bereiden. Het station werdt versierd. Donderdag 24 November, bij de terugreis, zal het vorstelijke gezelschap am 12 u. 18 te Roosendaal aankomen per Koninklijken trein. De Belgische Koninklijke trein zal dan weer gereed staan, en om 12 u. 26 zal Koning Leopold van Roosendaal naar Brussel terug- keeren. Het bezoek Van Koning Leopold en d(e Nederlandsche itaal. In verband met het feit, dat hij het jongste bezo^fc van den Koning der Belgen aan ons land, toejuichingen van Nederlanders in de Fransche taal werden gehoord, dringen de besturen van groep Nederland en van de afdeelingen Amsterdam en 's-Gravenhage van het Algemeen Nederlandsch Verbond, er bij alle Nederlanders op aan, hun taal niet te verloochenen tegenover een vorst, in wiens land zes millioen inwoners de Nederlandsche taal spreken, en die zelf herhaaldelijk het goede voorbeeld geeft, onze taal tegenover de Nederlandsch-sprekenden hoog te houden. De Koningin en Leopold III naar het Belgische monument te Amersfoort. Naar gemeld wordt, zal Koning Leopold III vergezeld van de Koningin op 22 dezer des namiddags een bezoek brengen aan het Bel gische monument te Amersfoort. EEN AUTOBUSDIENST VOOR AMBTE- NAREN VAN DE SIERTEELTCENTRALE. Een autobuskwestie in klein formaat, maar daarom niet zonder principieele beteekenis, is Woensdag voor den Raad van State be- handeld. De R.A.P.-commissie heeft afwijzend be- schikt op een verzoek van E. Jongsma, te Zandvoort, om vergunning voor de uitoefening van een autobusdienst tusschen Haarlem en 's-Gravenbage, over Hillegom, Lisse, Sassen- heim en Haagsche Schouw, op werkdagen, tot vervoer van ambtenaren, werkzaam bij de Nederlandsche Sierteeltcentrale te 's-Graven- hage. Jongsma was tegen beslissing in beroep gegaan bij de Kroon, aanvoerende, dat het hier slechts om een kleine twintig ambtena- ren gaat, die woonachtig zijn te IJmuiden, Haarlem, Heemstede, Hillegom, Lisse en Sassenheim, die des morgens om half negen ten kantore van de Sierteeltcentrale, Tromp- straat 73, te 's-Gravenhage aanwezig moeten zijn en dat deze autobusverbinding voor hen een tijdsbesparing geeft, aangezien zij worden opgenomen in de onmiddellijke omgeving van hun huis en direct op hun bestemming in Den Haag worden afgeleverd. Indien zij op tram en trein zouden zijn aan- gewezen, dan zou dit voor de meesten van hen een verlenging van den reisduur met 30 tot 40 minuten beteekenen, zoowel voor de heen- als voor de terugreis. Namens de Spoorwegen bestreed Mr. Bier- man het beroep onder aanvoering, dat deze ambtenaren, aangewezen om ordening in het sierteeltbedrrjf te brengen, gemakkeijk zullen droefgeestigen blik in zijn leeg glas: „Ieren, zooals de edele heer opmerkte, wij tenminste, Tom en ik en hij daar, ja, hij ook, tot mijn schande moet ik het bekennen. We verlieten tezamen ons goed, oud Ierland en beloofden elkaar steeds bij te staan en winst en verlies samen te deelen. We zijn pelsjagers. Den winter brengen we in het Noorden door, 's zomers verhuren we ons als knecht op een farm of als cowboy op een ranch. Van het geld, dat wij verdienen, koopen we ons nieuwe vallen en wat we verder noodig hebben. Hij daar, Baby bewaart het geld. Nu beweert hij, dat onze winst al naar de maan is. Het kan best, maar dan heeft hij het zelf verdron- ken. We hebben tot nu toe nog geen werk kunnen vinden en dat is zijn schuld. Wie wil er nu, zoo'n mirakel als knecht? Nu wilden we een glas absinth drinken van zijn aandeel, is dat recht of niet? We zijn de goedheid zelf, maar toen hij dat weigerde, maakten we ons kwaad en... en toen kwam u, om hem te helpen." ,.Zie je wel, allemaal leugens," barstte Baby los, die rood zag van woede. Ik zal u zeggen, hoe de zaak in elkaar zit. Ik bewaar het geld, omdat ik het zuinigst ben. Die twee heeren drinken net zoo lang, tot hun winst op is en dat moeten ze zelf weiten. Maar ik ben niet verplicht mijn winst in hun keelgat te gieten. En het bedrijfskapitaal blijft on- aangeroerd, dat was afspraak. Werk zoeken? Ik zeg iederen dag, dat we werk moeten zoeken, ik wil wel, maar zoolang de heeren nog een cent over hebben van de winst, ste- ken ze geen hand uit. Al zes jaar lang zijn we even arm naar het Noorden teruggekeerd, als we waren, toen we Ierland verlieten. Maar dezen keer gebeurt het niet. We bewaren ons kapitaal en ik verdeel mijn winst niet. Nog een paar jaar en ik keer naar het groene Erin terug als een welgesteld man, terwijl zij dan geen stuk kleeren meer hebben." ,,Ik geloof, dat Fred gelijk heeft", zei Hall, „op zoo'n manier komen jullie nooit vooruit." Hij verwachtte, dat de twee anderen op zouden stuiven, maar Pat liet zijn hoofd han- gen en Tom, die tot dan toe gezwegen had, zei: „Natuurlijk heeft hij gelijk, hij heeft altijd gelijk. Daarom hebben we hem schatbewaar- der gemaakt. Maar dat neemt niet weg, dat hij nog te gierig is, om een glas absinth weg te geven. Wij kunnen ook niet helpen, dat we dorstiger zijn dan hij." Hall wenkte den waard, om de glazen nog eens te vullen, schoof wat dichter bij en zei: ,,Juilie zijn dus pelsjagers. Nu ik ook, dat wil zeggen, ik wil het worden. Als iwe nu eens berusten in een afwijzing, welke z.i. noodig is om in het vervoer ordening te verkrijgen. De Kooinkijlke beslissing volgt later. DE TOESTAND VAN DEN MIDDENSTAND IS WEINIG FLORISSANT. Voor hetgeen de regeering ten behoeve van den middenstand gedaan heeft en voor hetgeen zij voomemens is alsnog te doen, hadden, blijkens het Voorloopig Verslag van de be- grooting van Economische Zaken, vele Tweede Kamerleden, waardeering. De toestand van den middenstand is echter nog allerminst gunstig, op grond waarvan deze leden het gerechtvaardigd achtten opnieuw de speciale aandacht van de regeering voor de nooden van den middenstand te vragen. Sommige leden, die in de voortdurende uitbreiding van het groothedrijf een ernstig gevaar voor een gezonde ontwikkeling en zelfs voor het voortbestaan van den midden stand zagen, erkenden intusschen, dat de middenstand zich te weinig bewust is van de verdedigingsmiddelen, die hij: zelf zou kunnen toepassen, en dat het in de eerste plaats de taak van den middenstand zelf is deze ver- dediging te organiseeren. Echter gaat de toestand van den middenstand huns inziens zoo snel achteruit, dat onherstelbare schade zou kunnen zijn aangericht voordat deze organisatie resultaat kan hebben opgeleverd. Daarom dient, naar hun meening, door over- heidsmaatregelen de uitbreiding van het grootbedrijf gedurende een aantal jaren te worden stopgezet, ten einde den middenstand tijd te laten zich weer te herstellen. Andere leden zouden tegen den hier beplei- teri maatregel ernstig bezwaar hebben. Verscheidene leden hadden den indruk, dat de vestigingseischen te hoog worden opge- schroefd. Ook zij achtten de overbezetting van het middenstandsbedrijf een ernstig euvel. Men mag dit euvel echter niet bestrijden door hoogere vestigingseischen te stellen dan voor een behoorlijke bedrijfsuitoefening noodig is. Van de noodzalkelijkheid in 1940 een bedrijfs- telling te houden, waarvan de kosten bijna 500.000 zullen bedragen, waren verscheidene leden geenszins overtuigd. Andere leden verkiaarden zulk een toelich- ting eveneens op prijs te stellen, doch ook thans reeds van het nut eener bedrijfstelling overtuigd te zijn. PLEIDOOI VOOR STEUN AAN DE NEDERLANDSCHE HAVENS. Verscheidene Tweede Kamerleden bepleitten in het Voorloopig Verslag over de begrooting van Economische Zaken voor 1939 kmchtiger steun van de regeering voor onze havens. De Nederlandsche havens hebben eenerzijds te lij- den van de pogingen der Duitsche.autoriteiten, het verkeer zooveel mogelijk over Duitsche havens te leiden, anderzijd's van de Belgische maatregelen ten gunste van het verkeer in de Belgische havens. Ten aanzien van Antwerpen is de toestand naar de meening van deze leden zeer onbevredigend. De belangen van deze haven worden door de Belgische regeering krachtdadig voorgestaan. De Nederlandsche havens daarentegen worden aan haar lot overgelaten. Deze leden wilden vernemen, wat de regee ring nu voomemens is verder tot steun aan de havens te doen. Zij bepleitten geenszins een tarievenoorlog met buitenlandsche havens, waarvan slechts derden zouden profiteeren. Het zou huns inziens echter redelijk zijn de Nederlandsche havens op deaelfde wijze te steunen als de Belgische regeering dat met de Belgische doet. Dan zou ook een basis ver kregen worden voor overleg met Belgie om tot een voor beide partijen aannemelijke rage- ling te geraken. samen naar het Noorden gingen? Jullie heb ben ondervinding, ik bezit wat geld, me dunkt het zou best gaan." De drie mannen sloegen dadelijk toe. Het vooruitzicht, dat ze den geheelen zomer niet hoefden te werken en dat ze toch op tijd hun glas absinth zouden krijgen, lokte hen wel aan. ,,Afgesproken", zei Hall, ,/we vertrekken meteen naar het Noorden. Voor we er zijn, is het Augustus. We hebben dan nog ruim- schoots den tijd, om onze hutten te bouwen, onze inkoopen te doen en alles voor den win ter in gereedheid te brengen." De mannen vonden het uitstekend. Baby sloeg met de vuist op tafel en riep: ,J>aar drinken we op, van mijn winst." ,,Daar nou", zei Pat verontwaardigd, ,,en daarnet schreeuWde hij moord en brand." Baby deed, of hij de opmerking niet hoorde en riep: wVier absinth, ook een voor... eh... voor..." ,,'Hall Pennock", vulde Hall lachend aan, maar ik moet geen absinth, geef mrj maar een glas bier." Groot gelijk", bromde Tom, absinth ver- moordt je zenuwen, vooral dat bocht, dat je hier overal krijgt. Ik had ook liever een goed glas whiskey, maar die is alleen in Ierland te krijgen. Ik maakte ze in dlen tijd zelf, maar de ambtenaren kregen er de lucht Van en namen alles in beslag. Ik heb er een in het ziekenhuis gestagen, Tom en Baby deden de rest en daarom, wel, daarom zitten we hier. We hebben maar niet afgewacht, wat ze er van zeggen zouden, maar we kropen in een vraohtboot, die ons netjes over den plas bracht, zonder dat het een cent kostte." ,,Dat is waar", zei Pat, ,,maar ik heb nu nog pijn in den rug van het werken, dat we op die smerige schuit moestep doen." De waard had de glazen opnieuw gevuld. Er werd geklon'ken op Hall's gezondheid. Pat begon te zingen en dadelijk vielen de twee anderen in. Ze zongen een Iersche melodie: „0 Shamrock, green immortal Shamrock." Het was verwonderlijk om te zien, hoe ern stig de mannen ineens werden, nu ze het zin- nebeeld van hun vaderland bezongen. Hall mo est bekennen, dat het niet kiwaad klonk, maar hij had niet veel zin, om het verdere deel van den dag in de herberg door te bren gen. Hij rekende af met den waard en riep: ,,We gaan, mannen." Black-Devil ontlokte uitroepen van bewon- dering aan de drie en dat Hall oOk nog een pakpaard bezat, vervulde hen met eerbiedige verbazing. IHaM steeg op en reed vast naar den weg. 99 bijHoofdpijn, Kiespijn, Zenuw- pijnen, Maandb^zwaren, Rheu- matiek, Koorts, Griep, Spit, Lusteloosheid, Gevatte Koude. Een beter kou- en pijnverdrijvend middel, dat snel- ler en gunstiger werkt dan ..Mijnhardtjes is niet denkbaar. Na het innemen van een ..Mijnhardtje voelt U de hevigste pijn terstond wegzakken, terwijl ze enkele minuten later geheel verdwenenis. 1 „Mijnhardtje" 5 ct. 12 „Mijnhardtjes" 50 ct. (Ingez. Mea.i GASDICHTE KLEEPING VAN NEDERL. FABRIKAAT. Op de stand van het Staatsbedrijf der Ar- til'lerie-Inrichtingen Hembrug op de Lucht- beschermmgstentoonstelling (Lubeta) te Am sterdam, is een pak tentoongesteld, dat ge maakt wordt om bescherming te bieden aan strrjdgassen, in het bijzonder aan het zoo ge- vaarlijke mosterdgas. Deze pakken, die binnenkort op groote schaal zullen worden aangemaakt, zijn ver- vaardigd uit een speciale stof door een fabriek te Veenendaal, in samenwerking met den Rijksrubberdienst te Delft en het Staatsbe drijf der Artillerie-Inrichtingen. (Binnenkort wordt een wijziging van een desbetreffend koninklijk besluit verwacht, waardoor gasdichte kleeddng geheel voldoet aan de voorschriften voor gebruik door ge- meenten en particulieren. De stof kan tenminste vijf malen worden gebruikt. Het ontsmetten geschiedt door uit- koken in water. Zoo beteekent deze kleeding een belangrijke aanwinst voor de luchtbe- schermingsdienst hier te lande. HET PRIJSPEIL VAN RUNDVEE. Naar wordt meegedeeld heeft de minister van Economische Zaken met het oog op den grooten aanvoer van koeien, welke als ge- VOlg van het mond- en klauwzeer wordt ver- Het duurde nog al lang, voor de anderen kwamen. Omziend schoot Hall in een lach. De kleine Baby was op een hoog, stevig ge- bouwd paard gezeten. De stijglbeugels had hij opgeknoopt, omdat hij er anders niet hij kon. De twee groote kerels zaten tezamen op een klein, mager seharminkel, dat dreigde door te zakken onder de ziware vracht. Hun lange beenen raakten bijna den grond en zoowel paard als ruiters keken zoo melancholisch, dat Hall schaterde van het lachen. ,,Waarom ruilen jiullie niet?" slaagde hij er op het laatst in te vragen. „Hrj, wil niet!" snauwde Pat, op Baby wijzend, die op zijn paard troonde, als een Maharadja van Indie op een olifant. ,,!Hij liegt", schreeuwde Baby verontwaar digd, ,,maar het is ieder jaar hetzelfde. Ze komen net als ik met goede paarden van het Noorden, maar als hun geld verdronken is, ruilen ze ze voor soharminkels in en verdrin- ken het geld, wat ze er bij overhouden. Als dat op is, verkoopen ze ook nog een van die paarden en kruipen samen op het andere. Draiikzucht en anders niet. En dan denken ze maar, dat ik hun weer mijn paard geef. Maar dot jaar gebeurt het niet. Voor mijn part moeten ze loopen, maar ik houd van mijn eigen heestje." (Hij klopte zijn rijdier trots op den nek, stak zijn neus in den wind en stapte weg. •Hall hegreep, dat ze op die manier niet erg zouden opschieten en riep: ,,Stop eens even. Een van jullie tweeen kan het pakpaard krij gen." Pat en Tom lieten zich als wind van hun paard glijden en hadden tegelijk het pak paard bij den teugel, die het met Black-Devil verbond. Deze schrok en sprong steigerend op, zoodat ze verschrikt achteruit weken; maar dadelijk schoten ze weer toe, bang, dat de een den ander voor zou wezen. ,,Kalm aan", lachte Hall, ,,ik wou maar zeggen, een van jullie kan mijn pakpaard krijgen en dan zullen we zien, of we voor den ander niet een aardig beest op den kop kun nen tikken. Kennen jullie hier niet een paar- denhandelaar Ze kenden er wel tien en twistten een klein kwartier, wie de beste was. Met algemeene stemmen werd tenslotte besloten naar Bill Howard te gaan. Daar begon het pas goed. Ze gingen te keer als razenden. De paarden hadden alle mogelijke en onmogelijke gebre- ken, waren ondervoed en schromelijk duur. Bill was de grootste oplichter van heel Canada en hij moest niet denken, dat ze een karkas wilden koopen, ze wilden een fatsoenlijk paard voor een fatsoenlijken prijs. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5