Ter Heuzensche Courant Buitenland Binnenland Maandag 7 November 1938 No. 9834 TWEEDE BLAD GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. heer P. Visser, chef der afdeeling K.W. van bet departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, alsmede mevrouw Mr. 'H. van Dam van Isselt, referendaris der afdeeling kunstzaken van de gemeente Amsterdam. DE REGEERINGSVOORSTELLEN TOT VERMINDERING VAN DEN DKl.K OP HET VEEESOH. Men schrijft van de zijde van den Neder- landschen Slagersbond: Met groote imstemming en erkentelijkheid heeft de Nederlandsche SlagerSbond kennis genomen van de voorstellen der regeering tot afschaffing van den accijns op rundvleesch en de omzetbelasting op varkens-, schapen- en paardenvleesch. Onder invloed van de verminderde koop- kracht is bet vleescbverbruik de laatste jaren sterk teruggeloopenVan normaal 43 k 44 K.G. per hoofd der bevolking daalde bet tot op 37.3 K.G. in 1937, terwijl voor 1938 een consumptie van niet meer dan 34 kg per hoofd wordt verwacht. Niet alleen, dat een dergelijke daling in bet verbruik van een volksvoedsel als vleesch funest is voor de volksgezondheid, maar tevens berokkent zij groote economische nadeelen aan veehouderij en slagersbedrijf. Dit blijkt wel duidelijk in- dien men weet, dat een vermindering bet verbruik van 1 K.G. vleesch per hoofd der bevolking per jaar een verlies aan afzetgebied voor onze veehouderij beteekent van 10.000 slachtrunderen, 21.000 kalveren, 38.000 var kens, 800 paarden en 6600 schapen per jaar. Het is verheugend, dat de regeering niet blind is gebleven voor de werkelijkheid en thans met edn slag het grootste deel dezer fiscale heffingen wenscht op te ruimen. LUCHTVLOOT VAN 7000 a 10.000 TOESTELLEN. zeide hij, onder toejuichingen, zelfs van af- stand van een deel daarvan kan geen sprake zijn." (Het Belgische mandaatgebied in Afrika is het vroegere tot Duitsch Oost-Afrika be- hoorende gebied Ruanda-Urundi, ruim 50.000 Vierk. K.M. groot, met 3% millioen inwoners.) DE GEBOORTEDALJNG IN FRANKRIJK. Te Limoges heeft een congres zich met de schrikwekkende daling van het geboortetal in Frankrijk bezig gehouden. Als dit in het tempo van de laatste zeven jaar doorgaat zal het over 50 jaar 12 millioen inwoners ver- loren hebben. In 1876 bedroeg het jaarlijk- sche cijfer nog 1.022.000, in 1930 zakte het tot 750.000 en in 1937 tot 616,000, een ver mindering met 18 pet. in zeven jaren. Sinds drie jaar gaat de mortaliteit de nataliteit met 14.000 per jaar te Iboven, als men rekening houdt met de in Frankrijk wonende vreemde- lingen en met 30.000 voor de Fransche bevol king alleen. In 1937 hadden Italie en Duitsch- land achtereenvolgens 985.000 en 1.361.000 ge- boorten in te schrijven. Italie telt jaarlijks 350.000 geboorten meer dan sterfgevallen. Er zijn streken waar men uren kan loopen zon- der een levende ziel te ontdekken, maar in de noordelijke departementen komen gezinnen met 17, 18 en zelfs 19 kinderen voor en het gemiddelde in bepaalde streken gaat tot vijf of zes. De oorzaken van de bevolkingsafneming zijn velerlei. Ziekte is niet meer de voor- naamste, en de zelfzucht van vrijgezellen of kinderlooze gezinnen kan het verschijnsel evenmin afdoende verklaren. Ze is eer te zoeken in de onvoldoende voordeelen voor het talrijk kroost ,,gezegende" gezinnen en kom- merrijke levensomstandigheden, waartegen al jaren zonder veel resultaat aanbevolen wordt fiscale hervonming voor de gezinslasten, be- roepsbijslagen voor gezinnen, voorschotten bij trouwen, die in Duitschland goed geslaagd zijn, en geboorte-premies. VAN DE SPELLINGVERWARRING. Blijkens het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer over de Onderwijsbegrooting voor het jaar 1939 was men vrijwel algemeen van oordeel, dat 's Ministers beleid ten aan- zien van de spelling van de Nederlandsche taal de verwarring eerder heeft doen toe- dan afnemen. Men meende, dat deze toestand niet langer mag voortduren. De zevende spelling- commissie is thans haar arbeid aangevangen; men mag dus wel aannemen, dat dit vraagstuk thans voldoende belicht is en rijp voor een beslissing. Er moet op het stuk van de schrijfwijze eenheid en vastheid komen en wel zeer spoedig. Zeer vele leden keurden het af, dat de mi nister aan het onderwijs een andere spelling dan de spelling-Marchant wil opdringen, hoe- wel deze laatste reeds aan millioenen kinde ren is onderwezen en ook buiten de school meer en meer gebruikt wordt. De overgroote meerderheid der Kamer heeft zich hieromtrent duidelijk in een motie uitgesproken, maar de minister gaat ook tegen deze uitspraak in. Naar het oordeel dezer leden is er geen andere oplossing dan deze, dat de regeering er ten spoedigste toe overgaat, zelf de spelling-1934 te toezigen. Sommige andere leden kwamen tegen dezen aandrang op. Weer andere leden gaven te kennen, dat een beslissing ten deze niet mag worden genomen, zonder dat Vlaanderen en de overzeesche ge- biedsdeelen te voren ruimschoots in de gele- genheid zijn gesteld hun oordeel omtrent de schrijfwijze van de Nederlandsche taal te doen kennen. DE HEFFING VAN OMZETBELASTING. Het wordt van belang geacht de aandacht van hen, die voor de heffing van de Omzet belasting als fabrikant worden aangemerkt te vestigen op de met ingang van 1 October j.l. in werking getreden wijziging in het sy- steem van heffing van die belasting. De bedoelde wijziging bestaat hierin, dat in het algemeen in de gevallen, waarin voor- hen door den inspecteur der accijnzen een aanslag werd opgelegd, voortaan de fabrikant uit eigen beweging voor de voldoening van de door hem verschuldigde belasting moet zorg dragen. De fabrikant dient n.l. reeds op het aangifteformulier omzetbelastingzegels te hechten tot het bedrag van de verschuldigde belasting en het eerst daama in te leveren bij den plaatselijken inspecteur of ontvanger der accijnzen. De fabrikant kan de volgens het aangifte formulier verschuldigde belasting ook voldoen door betaling in contanten bij den ontvanger der accijnzen of door het verschuldigde be drag op de postrekening van dien ontvanger te doen overschrijven. In beide gevallen ont- vangt de fabrikant van den ontvanger een be- wijs van betaling, hetwelk hij, in de plaats van omzetbelastingzegels, aan het aangifte formulier moet hechten. Voor de fabrikanten, die per maand be- talen vindt de hierboven geschetste nieuwe wijze van betaling voor de eerste maal toepas- sing over de maand October. Fabrikanten, die niet een aangifte-formulier van den inspec teur hebben ontvangen, kunnen kosteloos een exemplaar ter inspectie verkrijgen. Omtrent de wijze, waarop het moet worden gebruikt bevat overigens het formulier de noodige aan- wijzingen. DE WILDE BLSDIENSTEN. Het gaat er in het centrum des lands in de laatste dagen vreemd naar toe met de z.g. wilde busdiensten, en men moet er zich toch over verwonderen, dat een dergelijken toestand in een geordenden rechtsstaat, zooals ons land is, zoolang kan voortduren. Er bestaat geen twijfel aan, of de wetgever is van oordeel, dat, op grond van algemeen belang, het uitvoeren van diensten met autdbussen afhankelijk moet worden gesteld van een daarvoor verkregen vergunning. Het schijnt alleen, dat dit door de juristen aan de betrokken Departementen moeilijk in zoodanige bewoordingen is uit te drukken, dat handige menschen niet een gaatje weten te vinden om, zonder zich van de bedoeling der wetgevende macht iets aan te trekken, toch zonder vergunning autobus- diensten uit te voeren. In de laatste weken vond men er iets op, dat men n.l. via een civiele vordering aan het rijden dier bussen koh beletten. En dit ge- lukte ook. Een rechter te Amsterdam verbood bij uitspraak in kort geding het rijden dier bussen en verbond daaraan zulke zware sanc- ties, dat de ondernemers het maar verstan- diger achtten om te stoppen. Toen vond men volgens de berichten den reeds door ons aan- geduiden nieuwen vorm van naamlooze ven- nootschappen als exploitant uit. Maar die schrjnen reeds te hebben afgedaan. Toen men eehter verder ging met het in- stellen van civiele vorderingen moest men bij andere rechtbank-presidenten terecht komen, en nu deed zich het geval voor, dat die col- lega's te Rotterdam en Den Haag een andere opvatting hadden dan die te Amsterdam en het rijden niet ongeoorloofd achtten. Vreugde alzoo in Den Haag en Rotterdam. De auto- bussen van die pla/atsen mochten nu wel men schen naar Amsterdam brengen en terug mee- nemen, doch de te Amsterdam gevestigde ondememingen konden daar naar kijken. Zooiets is al een onverkwikkelijk verschijn sel. Tweeerlei rechtspraak in edn land. Na- tuurlijk zal men moeten afwachten, wat ten slotte de Hooge Raad zal zeggen, die daar- over de einduitspraak zal krijgen. Zaterdag kwam de zaak echter weer in een nieuwe phase, doordat de Haagsche politie op grond van een telegram van den Minister van Justitie het rijden van de autobussen van uit Den Haag naar Amsterdam met geweld be- lette. Toch wisten nog bussen uit de omgeving van Den Haag naar Amsterdam te rijden en daar heeft de politie blijikbaar weer een an dere opvatting van het telegram van den Minister van Justitie en liet die bussen onge- moeid af en aian rijden. Ondertusschen is nu namens autobushuur- ders de Staat der Nederlanden, de Minister van Justitie ambtelijk en ook persoonlijk in kort geding gedagvaard voor de rechtbank te Den Haag wegens onrechtmatige daden, door, niet gesteund door de wet het rijden der auto bussen te beletten, met een eisch tot schade- loosstelling. Naar verluidt zal de president die geen onrechtmiatigheid aanwezig achtte bij het rijden der bussen ook in die zaken, die Woensdag voorkomen recht moeten spreken. 't Zal, zooals de wetten thans luiden, wel niet anders kunnen, doch het had o.i. in wel- ken zin dan ook allang goed voor elkaar be- hooren te staan, want door zoo'n chaos ver- hoogt het prestige van recht en wet niet. KINDERBIJSLAGVERZEKERING. De Hooge Raad van Arbeid heeft advies uitgeibracht aan 'den Minister van Economische Zaken over het vddronitwerp wettelijke rege- len inzake kinderbijslagverzekering. De raad heeft zijn discussies gevoerd aan de hand van de volgende vragen. 1. Verdient de strekking van het ontwerp, dat bij de loonlbepaling van hen, wier gezin den feitelijik-gemiddelden omvang overtreft met de daarmede samenhangende grootere lasten wordt rekening gehouden, aanbeveling? 2. a. Dient de mogelijkheid te worden opengelaten, dat bedrijfsgewijze afwijkende regelingen worden getroffen, eventueel onder goedkeuring van den minister? b. uitzonderin- gen. 3. Dient het voorontwerp zich te beperken tot de loontrekkenden, of dient het zich ook uit te strekken tot andere groepen van het bedrijfsleven? 4. Dienit bij deze verzekering een loon- of inkomen-grens te worden gesteld? 5. Wanneer behoort het recht op kinder- toeslag te ontstaan (bij het hoeveelste kind en tot op welken leeftijd van het kind) en hoe hoog zal deze kinidertoeslag moeten zijn? 6. Wie behooren de kosten der kinderbij- slagregeling te dragen? 7. Welke organen dienen de verzekering uit te voeren? Zijn de voor het voorontwerp gekozen uitvoeringsorganen de meest ge- wenschte en is de volgorde waarin het voor ontwerp deze moemt (bedrijfsraad, bedrijfs- vereeniging, rijksverzekeringsbank tezamen met raden van arbeid) juist? 8. Het vraagstuk der financiering, ver- evening, enz. Na tal van argumenten zorgvuldig tegen elkaar te hebben afgewogen beantwoordde de meerderheid van den raad de eerste vraag bevestigend. De stemmenverhouding was 27 tegen 7. Daarentegen heeft de raad zich met 22 tegen 12 stemmen uitgesproken tegen het scheppen van de mogelijkheid van bedrijfs gewijze getroffen afwijkende regelingen. Voorts adviseert de meerderheid van den raad, het 2e lid van art. 2 te laten vervallen, waardoor het huispersoneel niet principieel buitengesloten wordt van de werking van deze wet. Bij algemeenen maatregel van bestuur zou dan kunnen worden aangewezen, welke groepen (b.v. chauffeurs e.d.) bij de verzeke ring zullen worden betrokken. De meerderheid van den raad (2014) is van oordeel, dat de kleine zelfstandigen niet onder de kinderbijslagverzekering dienen te worden gebracht. De kleinst mogelijike meerderheid van den raad is van oordeel, dat in het wetsontwerp een loon- of inkomstengrens dient te worden opgenomen. De meerderh'eid van den raad (1914) is van oordeel, dat de kinderbijslagverzekering dient aan te vangen bij het 4e kind. De groote meerderheid van den raad (276) is van oor deel, dat de leeftijdsgrens moet gesteld wor den op 15 jaar. Voorts bleek de raad met op een na alge- meene stemmen van oordeel, dat het systeem van het voorontwerp ter berefcening van de hoogte van den kinderbijslag wegens te groote administratieve moeilijkheden niet kan worden gehandhaafd. In een afzonderlijike bijlage stelt de raad een klassestelsel voor, volgens hetwelk de kin derbijslag bedraagt voor arbeiders met een weekloon van minder dan 18: f 0,60 per week of 2,60 per maand; 18 tot /24: /0,75 per week of f 3,25 per maand; f 24 tot 30: 0,90 per week of 3,90 per maand; f 30 tot /36: f 1,10 per week of 4,77 per maand; /36 tot /42: 1,30 per week f 5,63 per maand; /42 of meer: 1,50 per week of 6,50 per maand. De grootst mogelijke meerderheid van den raad is van oordeel, dat de totale kosten der verzekering niet door den Staat behooren te worden gedragen. De meerderheid van den Raad is van mee- ning, dat de Staat ook niet heeft bij te dragen in de kosten. Een zestal was van meening, dat de Staat heeft bij te dragen in de kosten. De groote meerderheid van den Raad is van oordeel, dat verhaal op de arbeiders terecht in het voorontwerp niet is toegelaten. (Twee leden tegen.) De meerderheid van den Raad (21—13) is van oordeel, dat de uitvoeringsorganen van de verzekering niet moet worden gekozen, zooals het voorontwerp voorstelt. Zij is daartegen- over van oordeel, dat de uitvoering in de eerste plaats dient te geschieden door de bedrijfs- vereeniging. Daar, waar een bedrijfsraad is, kan deze als bestuur aan het hoofd der be- drijfsvereeniging gesteld worden, conform art. 26 Bedrijfsradenwet. De Raad is van oordeel, dat alleen de uit- keeringen, berustend op de normaal wettelijke regeling, voor verevening in aanmerking ko men. Een wetsbepaling in dien geest wordt wenschelijk geacht. GEBRUIK VAN MF.LK OP DE SCHOLEN BEPLEIT. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake de begrooting van onderwijs voor 1939 wordt het volgende ontleend: Verscheidene leden vestigden er de aan dacht op, dat van tal van kinderen de voe- dingstoestand ongunstig en de kleeding ge- brekkig is. Zij vroegen, of de Minister bereid is door middel van een rondschrijven de ge- meentebesturen op te wekken aan deze zaak aandacht te besteden. Voorts gaven zij den Minister in overweging, met zijn ambtgenoot van Economische Zaken in overleg te treden, ten einde zich gezamenlijk te beraden over de vraag, wat gedaan kan worden ter bevorde- ring van het gebruik van melk op de scholen. STIOHTING TOT VOORBEREIDING VAN EEN NEDERLANDSCHE OPERA. Donderdag is te Amsterdam een bijeen- komst gehouden van bestuurderen der Wag- nervereeniging, der Maatschappij tot bevor- dering der Tbonkunst en van den Bond van Volksuniversiteiten, ten einde zich te beraden over de bestaansmogelijkheden van een Nederlandsche Opera. Besloten werd, een stichting in het leven te noepen, welke tot doel heeft, de operavoor- stellingen met Nederlandsche krachten, tot dusver sporadisch door de WagnerVereeniging en enkele andere instellingen en groepen ge- geven, op breederen grondslag en systema- tisch voort te zetten. Daarnaast zal getracht worden, een uit- breiding der reeds sinds eenige jaren bestaan- de muziekdramatische opleiding in Nederland te bevorderen, ten einde ten behoeve der uit- voeringen uit een zoo talrijk mogelijk en ge- schoold materiaal te kunnen putten. Het voorloopig bestuur der stichting zal gevormd worden door de drie voorzitters der in den aanvang genoemde instellingen. Ter vergadering waren mede aanwezig de Men verneemt in regeeringskringen te Was hington, dat president Roosevelt het vaste voornemen heeft het congres machtiging te vragen voor een luchtvloot van tusschen de 7000 en 10.000 toestellen. Uit gezaghebbende bron verluidt verder, dat de president in zijn verstrekkende plannen voor de versterking der wapening ook vol- ledige en snelle uitrusting voor een kemleger van minstens 400.000 man vraagt. De credieten, die het programma voor 1939 vraag^t, overtreffen de totale militaire begroo ting (met inbegrip van de vlootbegrooting) van dit jaar naar schatting met 300 millioen dollar. Men zegt dat Roosevelt overweegt een afzonderlijke buitengewone begrooting voor het wapeningsprogramma op te stellen. Ofschoon de bijzonderheden van dit pro gramma nog vertrouwelijk zijn, meent men in welingelichte kringen, dat de aanbevelingen, die de president het Congres in het begin van 1939 zal doen toekomen, op de volgende vier punten berusten: 1. Verdriedubbeling van het tegenwoordige luchtvlootmaximum van 2320 gevechtsvlieg- tuigen in eerste linie door middel van massa- productie gedurende verscheidene jaren. 2. Onmiddellijke uitrusting van een leger- macht met een aanvangssterkte van ongeveer 400.000 man met half-automatische geweren, luchtdoelgeschu't, bowmen, tanks en gas- maskers. 3. Versnelde aanwerving van reserves voor een legermacht van een millioen man, die in enkele maanden te velde zou staan, indien de Vereenigde Staten in een nieuwen wereldoor- log betrokken zouden worden. 4. Voorbereidende maatregelen, die het mogelijk maker, dat de industrie in geval van nood snel bruikbaar wordt gemaakt voor de massaproductie van vliegtuigen en munitie. Eind Juni van dit jaar was het Amerikaan- sche leger 178.000 man sterk. De militaire in- stallatie is op het oogenblik berekend op de mofbilisatie van een leger van 474.000 man, waarin een veldleger van 351.000 man begre- pen is. De luchtvaartcorrespondent van de Sunday Times kondigt aan, dat waarschijnlijk de sterkte van de eerste linie van de Engelsche luchtmacht in Groot-Britannie van 2750 toe stellen op 4 a 5000 toestellen zal worden ge bracht op de productie op voile oorlogssterkte kan worden gebracht tot 35 a 40.000 machi nes in 1940. Hij schrijft verder, dat de produc tie van machines aan het einde van de maand met ongeveer 50 pet. zal worden verhoogd. Deze enorme toeneming is een gevolg van de toepassing van de plannen gemaakt in 1936 nopens de schaduwindustrie en het besluat schema ,jF." uit te voeren. Verdere periodieke uitbreidingen van de industrie worden ver wacht naarmate de nieuwe fabrieken in wer king kunnen worden gesteld, totdat de voile oorlogsproductie in 1940 bereikt wordt. De Sunday Times schrijft verder, dat waar schijnlijk deze week de uitbreiding van de eerste linie van de luchtvloot van het moeder- land zal worden aangekondigd van 2750 tot 4 a 5000 machines. Dit beteekent een toene ming van de productiemogelijkheid tot 35 a 40.000 toestellen per jaar. Dit is twaalf of zestien keer zooveel als in 1935 noodzakelijk werd geacht. De luchtvaartcorrespondent van de Sunday Times voegt hier aan toe, dat de machines, waarvan de prototypes ontworpen worden, verwacht worden een snelheid te bezitten van meer dan 450 mijl per uur. FRANCO WINT VERDER TERREIN AAN DE EBRO. De strijd aan het' Ebro-front woedt thans in de omgeving van Maro de Ebro, een der voor- naamste stellingen, die de republikeinen aan den rechteroever van de rivier bezetten. Het nationalistische legerbericht meldt, dat de troepen van Franco „hun opmarsch voort- zetten en den tegenstander aan de Ebro-rivier nu omsingeld hebben. Ook het dorp Mirabet is bijna geheel van republikeinsche troepen gezuiverd. (Het verzet der republikeinen, zoo vervolgt het communique, is vrij groot, maar hun tegenaanVallen zijn met zware verliezen afge- slagem; het ontruimde gebied ligt letterlijk met lijken bezaaid. Wij hebben 727 gevangenen gemaakt. „ONZE RECHTEN OP DEN CONGO ZIJN ONRETWISTBAAR". Minister-president Spaak heeft in de Belgi sche Kamer ten aanzien van het koloniale vraagstuk gezegd: ,,De regeering verliest niet de verdediging van onze kolonie uit het oog. Daarom zijn, van de 50 millioen der buitengewone begrooting, 11 millioen bestemd voor de organisatie der verdediging van onze kolonie. De Congo is van ons. Onze recbten op den Congo zijn onbetwistbaar en wij zullen alle krachten, waarover wij besohikken, in het werk stellen voor de verdediging onzer kolo nie." Graaf Carton de Wiart, minister van staat, verklaarde, dat Belgie van het mandiaat in Afrika slechts kan afzien in overleg met de- genen, die het mandaat hebben toevertrouwd. ,,Wat den Belgischen Congo betreft, aldus Vergadering van Donderdag 20 Oct. 1938, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen, burgemeester. Tegenwoordig de leden P. van Cadsand, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Rit- them, J. Riemens, D. E. de Kraker, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, G. Dees en A. de Bruijn. Afwezig de heeren L. J. Geelhoedt en J. den Hamer. (4. Slot.) 9. De nieuwe Axelsche brug. De VOORZITTER veronderstelt, dat de leden er verbaasd over zullen zijn geweest, dat de kwestie der Axelsche brug geen agenda- punt voor deze vergadering was. In de laat ste vergadering van den raad was uitgemaakt, dat de raad er geen f 11.500 voor over had, om de nieuwe brug op de oude plaats te laten aanbrenigen, zoodat er in dezen ook geen voorstel van Burgemeester en Wethouders kon worden gedaan. Spreker brengt thans deze zaak nogmaals in bespreking en geeft den heeren van den raad, die hierover iets wenschen te zeggeh, het woord. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM deelt mede, een paar dagen geleden de tee- keningen die hiervoor door den rijkswater- staat zijn ontworpen, te hebben bestudeerd, in verband met den wensch, de brug op de oude plaats te leggen. Eh dan moet spreker den heeren die dit plan naar voren brachten er op wijzen, dat zij ddn ding over het hoofd hebben gezien. Indien de nieuwe brug op de oude plaats gelegd wordt, verkrijgt deze een grootere breedte, daar de nieuwe brug inge- richt wordt voor dubbel verkeer. En het rechtsche verkeer, dat naar rechts moet, moet bij het afdraaien van de brug een heel scherpe bocht maken. Men verkrijgt dan een heel andere situatde dan nu het geval is. Thans is het zoo, dat het verkeer, dat van de stadszijde komt, er het eerst over gelaten wordt, en dat dan pas het verkeer van buiten wordt toegelaten. Bij de nieuwe situatie wordt het zoo, dat, zoodra de brug voor het verkeer open gesteld wordt, zoowel het opkomend (d.i. het verkeer van de stadszijde) als het af- gaande (d. i. van buiten) tegelijkertijd op de brug wordt toegelaten. En bij de nieuwe situatie is het voor een oplegger onmogelijk, zijn draai te maken, zonder dat deze in het opgaand verkeer terecht komt. Dat wordt dus een heel gevaarlijke situatie. Dit alleen al maakt het voor spreker voldoende, om er tegen te adviseeren, de nieuwe brug op de plaats van de oude te leggen. De heer VAN CADSAND: Afgezien van de financieele zijde! De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM vervolgt, dat de oplossing, die thans gevonden is, z.i. goed is. Het verkeer dat van de zijde van Axel komt, ziet reeds vanaf de Van iSteen- bergenlaan de brug liggen, en ook voor het voetgangersvenkeer vindt spreker, dat de op lossing, zooals die thans is gevonden, met een flauwe op- en afloop aan de Bastionstraat het heel goed mogelijk maakt, de voetgangers buiten het overige verkeer te houden. De heer VERLINDE deelt mede, dat het voor hem als lid der Commissie van Bijstand een heel groot genoegen was, inzage te krijgen van de plannen, die voor de nieuwe brug ge maakt zijn. Zooals spreker ook in de vorige vergadering heeft doen uitkomen, was er fei- telijk ndemand, die er iets van wist, ook niet welke brug het zou worden, een draai- of een klapbrug. Spreker is er van overtuigd, dat de oplossing die de Rijkswaterstaat voor deze kwestie gevonden heeft, af is. Het is spreker ontzettend veel meegevallen. De bocht aan de overfkant, dat wil zeggen, komende uit de richting Axel, acht spreker geen bezwaar voor het verkeer. En ook de oplossing, die gevonden is aan de Bastionstraat kan er vol gens hem mee door. Men wilde er toe overgaan, de brug op de oude plaats te leggen, alleen uit het oogpunt, dat dit mooier zou zijn, dit wil nog niet zeg gen dat het beter zou geweest zijn. Vandaar dan ook, dat spreker er niet aan denkt, er 11.500 voor te voteeren om de brug op de oude plaats te leggen. De heer VAN DRIEL wil hienoyer ook een kleinigheid vragen. Indien de heeren van oor deel zijn, dat het geen f 11.500 waard is, gaat spreker daarover ook niet prakkizeeren. Doch wel is hem door enkele bewoners van de Bas tionstraat gevraagd, dat er bij de nieuwe brug gewerkt wordt voor het behoud van een soort opritje. Het is niet noodig dat dit hetzelfde blijft, doch vooral wenschen zij dat om met de leege wagens de Axelschestraat op te kun nen rijden. De geladen wagens (kunnen via Van der Gouwe weg. Indien evenwel voor de leege wagens een opritje behouden blijft. net mis van de smid.se van Faas, kunnen zij zich hiermede tevreden stellen. Spreker verzoekt, dat hiermede rekening zal gehouden worden. Overigens acht ook spreker de oplossing, zoo als deze thans gevonden is, voldoende. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM antwoordt, dat de bestaande oprit blijft be- staan. De heer DE BRUIJN deelt mede, dat dit ook onderzocht is. Toen de leden der Com missie van Bijstand de plannen van den inge- nieur van den Rijkswaterstaat zagen, is de kwestie van de Bastionstraat goed besproken. Het bruggetje aan Van de Walle wordt ver- legd, de sloot aldaar wordt overdekt, en op die wijze wordt er een goede overgang naar de Axelschestraat verkregen. Inidien de nieuwe ibrug op de plaats van de oude, dus recht op de Axelschestraat gelegd zou worden, moet men er rekening mee hou den, dat er op de Rosegracht, op het stuk dat thans onbebouwd is, een groot gebouw komen zal, dat gelijk zal komen met de rooilijn van de Axelschestraat, zoodat er daar geen ruimte meer zal overblijven. En ook de ruimte aan dien Heerengracht is zeer beperkt. Bij de nieuwe situatie heeft men aan den stadsikant de oprit van de Schoollaan, de tramrail® aldaar worden 10 Meter verlegd, zoodat er daar ook een goeden toestand ge- schapen wordt. En dat kost de gemeente geen cent. De heer RIEMENS geeft te kennen, als lid der Commissie van Bijstand de teekening ook te hebben gezien. Aanvankelijk stond spreker op het standpunt, dat de teekening van den heer Ir. Stelling een verbetering inhield, voor al indien de Bastionstraat zou worden afge- sloten. Later heeft spreker de teekening ge zien die d<e heer Van der Griendt gemaakt heeft, en die stond hem meer aan. Om ikort te gaan, spreker wijkt in zijn gevoelen over deze zaak af van de andere leden der com missie en meent, dat de nieuwe brug beter op de oude plaats gelegd zou kunnen worden. In de eerste plaats, omdlat er aan de stadszijde aan de nieuwe ligging verschillende bezwaren verbonden zijn voor het verkeer. Het verkeer, dat van den SchoolWeg komt, moet parkeeren, en het kan dit niet anders, dan in zijn geheel op den oprit parkeeren. Dan is er het bezwaar, dat het verkeer uit de Noordstraat, Nieuwe- diepstraat en Vlooswijkstraat moet parkeeren bij de woning van Maandag, zoodat, indien er wat verkeer is, dit ook zal moeten parkeeren op den oprit van de Vlooswrjikstraat. En dan moet spreker opmerken, dat de heer Lambrechtsen van Ritthem van meening is, dat, indien de brug op de oude plaats ge- bouwd zou worden, het verkeer van af de Heerengracht in gevaar gebracht zou worden. Dit zou kunnen ondervangen worden door het groote landhoofd, waardoor een bocht met een straal van 13 meter verkregen wordt. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat de binnenbocht maar een straal van 7% meter heeft. De heer RIHMEN.S herhaalt, dat de bocht een straal heeft van 13 meter, plus nog de breedte van de Heerengracht. Spreker staat op het standpunt, dat de brug beter op de oude plaats kan worden gebouwd, al kost dit dan ook 11.000. Verdeeld over een aantal jaren is dit toch ook wel te doen. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM antwoordt, dat de heer Riemens dit wel wat al te simplistisch voorstelt. Een leening van f 11.000 kost over 10 jaar 14.000 en over 20 jaar f 16.000 aan aflos en rente. De VOORZlTTTER deelt mede, dat dit te stellen is op 800 per jaar. De heer LAMBRBOHTSEN VAN RITTHEM wijst er op, dat het bezrwaar van den heer Riemens, dat het wachtend verkeer op een oprit zal moeten parkeeren, toch niet zoo zwaar kan wegen, want dat treft men in bijna alle plaatsen aan. Hij verwijst naar de Maas- brug te Rotterdam. Waar het geen bezwaar oplevert voor een wereldstad, kan het te Ter- neuzen toch ook geen bezwaar zijn. De heer VAN CADSAND deelt mede, dat het aan 't college van Burgemeester en Wet houders verging als de Commissie van Bij stand. Daar was geen eenheid van gedachten en zoo was het ook bij Burgemeester en Wet houders. Daarom kan er van de zijde van Burgemeester en Wethouders ook geen voor stel komen. Het komt spreker nu zoo voor, dat indien de brug op de nieuwe plaats wordt gelegd, dit de gemeente ontlast van 11.500. En naar het spreker voorkomt, kan men zich tot voile tevredenheid vereenigen met de werken van den Rijkswaterstaat. Indien het gemaakt wordt, zooals het geprojecteerd is, kan spre ker er zich met tevredenheid bij neerleggen. Bij v. d. Gouwe ontstonden er moeilijkheden, hiervoor is een goede oplossing verkregen en verder geeft deze oplossing ook een bespa- ring voor wat de financien betreft. Als college heeft men getracht, nog een andere oplossing voor wat de financieele zijde betreft, te verkrijgen, maar alles komt voor rekening der gemeente. En wat de heer Rie mens zegt omtrent de opritten aan de Vloos wijkstraat en den Schoolweg, spreker wijst er op, dat de tramweg daar 10 meter achter- uit gaat, zoodat er daar ook een flinke ruimte wordt verkregen voor de voertuigen. (De heer RIEMENS: Dat gaat veel tegen- vallen. De heer VAN CADSAND vervolgt, dat er voor de bewoners van de Bastionstraat een voldoenden uitweg beschikbaar komt. De weg zwaait daar wel een beetje, doch spreker geeft de voorkeur aan de oplossing, zooals de Rijkswaterstaat die gevonden heeft. De heer RIBMENiS wijst er op, dat in ver band met deze kwestie, niet alleen voor Van der Gouwe, doch ook voor de anderen aldaar moeilijkheden ontstaan en dat spreker in ver band daarmede in de Commissie van Bijstand betoogd heeft, dat de Bastionstraat veranderd moet worden. De heer Van Cadsand zegt, dat de weg wel een beetje zwaait, doch deze maakt bijna een haaksche bocht en dat bij een weg van 3 meter. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat in het oorspronkelijke plan deze weg opgeheven of afgesloten zou worden. De heer VAN KEOKE deelt mede, dat het hem voorkomt, dat de brug op de oude plaats behoofde te liggen. De heer Lambrechtsen van Ritthem merkt op, dat in Rotterdam de wachtende auto's ook op een oprit moeten parkeeren, doch dan is de heer Lambrechtsen van Ritthem niet op de hoogte van het ver keer. In dit verband moet spreker er op wijzen, dat het er op aankomt, hoe de toe- gangsaders zijn. Indien de brug op de oude plaats komt, kan de heele binnenkant van den weg ge bruikt worden, indien daarmede met het land hoofd rekening gehouden wordt. Het verkeer is dan geheel vrij en kan rijden zooals het wil, er staat daarvoor niiets in den weg. Spreker meent, dat er meer gevaar zal ontstaan, als de brug omschuift. Als men dan vanaf de Bastionstraat met een paard en wagen de Axelschestraat op moet draaien, moet men een haakschen bocht maken, hetigeen in vele gevallen niet mogelijlk zal1 blijken. Spreker meent, dat de bijkomende kosten voor een hulpbrug rJiet op wo gen tegen de orgemakken die zullen ontstaan. en dat men dan later voor nog veel hoogere kosten zal komen te staan. Hij laat het echter geheel over aan de meening der vergadering, daar ook hij een bedrag van f 11.000 voor een hulpbrug te veel vindt. Er

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5