Pluimvee-Rubriek GEMEENTERAAD VAN SAS VAN GENT. vaarlijk precedent worden geschapen voor de toekomst. Wlant dan zou het mogelijk zijn, alle gebouwen neer te zetten, zooals men zou willen, dan zou ieder zijn gang kunnen gaan. Spreker acht het niet noodzakelijk, de wen- schelijkheid van een protestantsch ziekenhuis hier nogmaals te bespreken, deze zaak is in de vorige vergadering uit en te na besproken. De heer Riemens meent, dat een protestantsch ziekenhuis in het algemeen belang is, dit is een meening. Doch het bouwverzoek is in strijd met de bouiwverordening en hierover moet thans beslist worden. En op grond hier- van kunnen spreker en zijn fractiegenooten zich gerust vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer DE BRUIJN geeft als zijn meening te kennen, dat het Protestantsch ziekenhuis een opkomst zou zijn voor Terneuzen, spreker zag daarom ook gaarne, dat Burgemeester en Wethouders en Wethouders hun voorstel in- trokken, en het de vereeniging gunden. Aan- gezien de architect over deze zaak heeft ge- confeireerd met den geaneentebouwmeester, en deze meende, dat er geen bezwaren zijn, meent spreker, dat het advies van Burgemeester en Wethouders ook gerust in goedkeurenden zin kon zijn gegeven. Het is toch eigenlijk een kieinigheid, dat Burgemeester en Wethouders het felt, dat het gebouw 10 Meter binnen de rooilijn zal komen, te baat nemen, om hierop hun weigering te gronden. Men moet toch toestemmen dat het geruster is voor de pa- tienten, indien deze in een rustige omgeving kunnen liggen. De grond er voor is allemaal gekocht, en nu meent spreker dat om een dergelijke kieinigheid toch deze zaak niet mag afspringen. Dat is niet in het belang van de gemeente, dat noamt hij tegenhouden van de zijde van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER: Ik verzoek u, derge lijke insinuatdes niet te bezigen. Burgemees ter en Wethouders bevorderen het belang der gemeente, en er wordt door Burgemeester en Wethouders niets tegen gehouden. De heer DE BRUIJiN merkt op, dat dan Burgemeester en Wethouders toch adviezen kunnen geven. De VOORZITTER antwoordt, dat het advies van Burgemeester en Wethouders afwijzend luidt. Er wordt hier maar niet wat onder elkaar bescharreld, doch Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat indien ver gunning zou worden verleend op dit verzoek, dit niet in het belang der gemeente zou zijn. Het laat spreker onverschillig, welk zieken huis er komt, mits er komt een goed, goed geoutill'eerd ziekenhuis, dat aan de te stellen eischen voldoet. De heer DE BRUIJN zou ten sterkste wen- schen, dat dit ziekenhuis er kwam. De heer DE KRAKER heeft van den heer De Vos gehoord, dat men bij aanneming van dit bouwverzoek een zeer gevaarlijk precedent zou scheppen. Het zou echter naar zijn mee ning de eerste keer niet zijn, dat van de bepa- lingen der bouwverordening afgeweken werd. Evenals de heer De Bruijn meent spreker, dat het een voordeelige zaak zal zijn, indien aan dit bouwverzoek goedkeuring wordt verleend. De heer RIBMBNS wenscht naar aanleiding van hetgeen de heer De Vos gezegd heeft, dat men tot de conclusie zou moeten komen, dat de bouwverordening niet juist is, op te mer- ken, dat hij op het standpunt staat, dat deze wel goed is. De bouwverordening is af. Doch juist het feit, dat er ontheffing verleend kan worden, (bewijst dat wij in dezen ook onthef fing kunnen verleenen. De VOORZITTER: Neen. De heer RIEMENiS geeft lecture van art. 79, lid 2. De heer DE VOS merkt op, dat de dispen- satie niet door den raad kan worden verleend, doch wel door Burgemeester en Wethouders. Daarover kan deze vergadering niet beslissen. De heer RIEMENiS merkt op, dat als de raad een beslissing moet nemen, ook de mo- tieven genoemd moeten worden, waarop Bur gemeester en Wethouders meenen, het niet te moeten doen. De heer VAN OADSAND deelt mede, dat het door Burgemester en Wethouders, zooals bekend, wijd en breed besproken is. Het blijft te alien tijde een moeilijke zaak. Burgemees ter en Wethouders staan niet tegenover het Protestantsch ziekenhuis, doch zij staan op het standpunt, dat zij de Bouwverordening moeten naleven. Indien de vereeniging hier- aan had willen beginnen, had zij reeds gerui- men tijd geleden kunnen beginnen met haar invloed aan te wenden am de Bouwverorde ning gewijzigd te krijgen. Het college moet zich ook eenigszins houden aan het advies van den Inspecteur der Volkshuisvesting, indien het dit niet zou doen wordt het wat. Als Protestantsche Ziekenzorg van oordeel is, dat het een gebouw wordt, dan had zij moeten be ginnen met een ander verzoek te doen, want onder het verzoek, dat zij heeft ingediend wordt gevraagd vergunning voor het bouwen van een ziekenhuis aansluitend aan het rust- huis". Indien zij dus de stelling van thans handhaaft, had zij behooren aan te vragen een vergunning voor uitbreiding van het rusthuls met een ziekenhuis. Daarom kan spreker zich ook aansluiten bij het voorstel dat door het college van Burgemeester en Wethouders is gedaan. De heer COLSEN merkt op, dat niemand is ingegaan op hetgeen hij heeft gezegd, om- trent het bouwen uit de rooilijn. De VOORZITTER antwoordt, dat dit heel andere gevallen betrof. De heer COLSEN vervolgt, dat het oude ziekenhuis te Sluiskil, dat nu rusthuis is, toch ook vastgeibouwd is aan het nieuwe ziekenhuis. Men moet toch verstandig zijn. Geen archi tect zal het in zijn hoofd krijgen, een zieken huis te bouwen, dat minder dan 10 Meter bin nen de rooilijn ligt. Niemand is er van over- tuigd, dat dit het motief van Burgemeester en Wethouders kan zijn, niemand is daarvan in zijn binnenste overtuigd, als hij eerlijk is. Ieder zal moeten zeggen, dat de bouw van het zie kenhuis, die hier voorgenomen wordt, in het belang van de gemeente is. De heer De Vos mag zeggen, dat op grond van de Bouwver ordening geen andere beslissing dan aanne ming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders mogelijik is, doch men moet eer lijk en oprecht zijn, en dan zal ieder in zijn gemoed er van overtuigd zijn, dat het van groot belang is, dat een ziekenhuis een rus tige plaats is. Spreker hoopt dan ook, dat de raad zal beslissen, dat de vereeniging de vergunning zal krijgen. Het gaat er voor spreker niet om, of dit verzoek in strijd met de Bouwverorderiing is, dat heeft spreker niet te berde geibracht, doch het gaat er om, of een ziekenhuis hier in het belang der gemeente is. Er is voor verschillende dingen af wij king van de Bouwverordening verleend, laat de raad zich voor den bouw uitspreken, dan kun nen Burgemeester en Wethouders zich mor- gen hieromtrent nog beraden. Spreker acht, dat de raad moreel verplicht is, de vergunning te verleenen, gezien de plannen die gemaakt zijn, en gezien het feit, dat het noodig is, dat er een ziekenhuis komt. Dit wenscht spreker de vergadering in over- weging te geven. De heer DE VOS merkt op, dat de heer De Kraker gezegd heeft, dat het waarschijnlijk niet de eerste maal geweest is, dat er 10 Meter binnen de rooilijn gebouwd is. Dit is spreker niet bekend, en overigens moet hij er op wij- zen, dat deze bouwverordening nog niet zoo lang van kracht is. De VOORZITTER wijst er op, dat die dis- pensatie bovendien alleen verleend kan wor den voor gebouwen, die meer dan 100 Meter van andere belendingen verwijderd zijn. Bur gemeester en Wethouders kunnen tenslotte van art. 9 geen digpensatie verleenen. Men moet niet door elkaar halen art. 9 en art. 22 der Bouwverordening. En nu poneert de ver eeniging de stelling, dat het hier betreft een uitbreiding, terwijl Burgemeester en Wethou ders van oordeel zijn, dat een nieuw getoouw wordt gesticht. Het is tenslotte een juridische kwestie. Het college komt bij den raad met de vraag, of deze oordeelt, dat het een uitbrei ding is, ja dan neen. De heer LAMBREOHTSEN VAIN RITTHEM geeft te kennen, dat de heer Colsen een be- roep doet op het hart, doch dit is ook maar hoe men het leest. De heer Colsen leest de bouwverordening niet goed. Er kan alleen dis- pensatie worden verleend als meer dan 100 meter van andere belendingen af gehou.wd wordt. En dan mag de heer Colsen achter de rooilijn bouwen. Doch dat is hier niet het geval. De heer DE VOS merkt op, dat de heer Col sen het verzoek doet, de vergunning alsnog te verfeenen. Spreker acht zich daartoe niet be- voegd. Mij gelooft niet, dat den der leden-van meening zal zijn, dat het verzoek wel in orde is, daar duidelijk uit de deskundige adviezen is komen vast te staan, dat het verzoek in strijd is met de bouwverordening. Nu kan men het niet anders gaan zeggen en verklaren, dat het in orde is. Zooals de voorzitter gezegd heeft, is het hier een zuiver juridische kwes tie, die ook op juridische wijze behoort te worden ujtgewerikt. Men is hier thans niet bij- een om zich uit te spreken over de noodzake- lijkheid van een Protestantsch ziekenhuis, doch alleen over de vraag, of het verzoek in strijd1 is met de bouwverordening en dat is het. De heer BE KRAKER geeft te kennen, dat het er maar aan ligt, of men het ziet als een of als twee gebouwen en spreker en zijn mede- standers zien het als een. Daarom kunnen zij ook met het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet meegaan. De heer RTEMENS wil alleen opmerken, tegenover de meening van den heer Van Cad- sand, omtrent de vraag of een nieuw gebouw aansluitend aan het rusthuis zal worden ge sticht, dan wel een uitbreiding van het rust huis zal plaats hebben, dat het er maar aan ligt, hoe men dat wil opVatten. Alt men het soepel opvat, bestaat er wel de mogelijkheid om de bouwvergunning te verleenen. Het is juist, zooals de heer De Kraker gezegd heeft, dat het er maar aan ligt, welk standpunt men inneemt. Het kan zijn, dat de heer De Vos gelijk heeft, doch naar sprekers oordeel komt het er op neer, of men in dezen medewerking wjl verleenen of niet. De VOOPjZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders ten voile medewer king hebben verleend. Daarom hebben zij ook den architect gewezen op het bepaalde in art. 9 van de bouwverordening. De architect heeft staande gehouden, dat het uitbreiding was en daarop heeft de bouwmeester gezegd: ,,als het een uitbreiding is, dan zullen er ook geen be zwaren bestaan". Spreker veronderstelt, dat op die wijze de legende in de wereld gekomen is, dat de bouw meester zou, gezegd hebben, dat er geen be zwaren zijn. De heer RIEMENS wijst er op, dat Burge meester en Wethouders nu wel zeggen, dat indien aan een weg gebouWd wordt, aan be paalde voorwaarden voldoen moet worden De VOORZITTER antwoordt, dat voor de vraag of gebouwd wordt, beslissend is de kwestie of het een apart gebouw wordt, dan wel een uitbreiding van een bestaand gebouw. De heer Riemens verschilt hier blijkbaar van meening met het advies van den Inspecteur der Volkshuisvesting. De heer RIEMENiS meent, dat hetgeen de raad hier gaat doen, niet overeenkomstig zijn stand is. Men moet rekening houden met de eischen die aan de ligging van een ziekenhuis gesteld moeten worden. Artikel 9 der bouw verordening spreekt uitsluitend over de wegen waaraan gebouwd wordt, van het bouwen als zoodanig is hier geen sprake. Spreker meent, dat van dit artikel wel degelijk afwijking kan worden toegestaan en als men dit niet doet, moet spreker dit als onwil beschouwen. De heer DE VOS merkt op, dat de raad deze afwijking niet verleenen kan. De heer RIEMIENS: Doch de raad kan zich uitspreken, er prijs op tet stellen, dat dfe ver eeniging daar bouwt. iSpreker kan in dezen niet anders zien dan onwil. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het hier eigenlijk niet meer is dan een kwestie van de zaken anders zien. De heer Riemens heeft medege'deeld, dat den leden van den raad een brief over deze kwestie is gezonden, de beleefdheid had meegebracht, dat spreker er ook een ontvangen had. Dat er bij Burgemeester en Wethouders of bij spreker een neiging zou zijn om tegen te werken, moet hij ten stelligste tegenspreken, integendeel, door spreker zijn bij de hoogste autoriteit pogingen aangewend om tot samen- werking te komen. Het laat spreker totaal onverschillig welk ziekenhuis er komt, mits er maar een goed ziekenhuis komt. Van' welke richting dit is, laat spreker koud. De heer CGDSEN merkt op, dat een deel van den raad zegt, dat de Bouwverordening* het niet toelaat, terwijl een ander deel meent van wel. Spreker geeft den raad, mee te gaan met het verzoeik der vereeniging. De plaats en de ligging van het ziekenhuis zijn goed. Laat de raad nu toch meegaan met de meening, dat het edn gebouw wordt. De VOORZITTER: U hebt zelf gezegd, dat het er twee zouden worden. De heer QODSBN antwoordt, dat hij gezegd heeft, te zullen aannemen dat het er twee waren. Alle leden zullen er van overtuigd zijn, dat een ziekenhuis daar prachtig ligt, en dat het voor een ziekenhuis van groot be lang is, dat het niet direct aan den weg ligt. Laat men afwijking van de rooilijn verleenen. Het is aan alle leden bekend, dat er een zie kenhuis moet komen. En spreker is er van overtuigd, dat d i t ziekenhuis aan de gemeente gden geld kost. y De VOORZITTER geeft te kennen, dat de heer Colsen de zaak vertroebelt. Het gaat er hier alleen om, of de bouwverordening de bouw toelaat. Hij acht dit onderwerp thans voldoende be sproken. De heer RIEMENS wil nog een kieinigheid zeggen. De VOORZITTER herhaalt, dat hij thans dit onderwerp voldoende besproken acht. Da heer RIEMENS wil reageeren op de persoonlijke opmerking, die de Voorzitter ge maakt heeft. Dat de raadsleden een brief hebben ontvangen en de Voorzitter niet is een nalatigheid van spreker, niet van de vereeni ging alszoodanig. De VOORZITTER wil dit gaarne aannemen. Hij acht dit een voldoende verklaring. Hij brengt het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming. Dit wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Cadsand, Ver- linde, Lambrechtsen van Ritthem, Van Hecke, Van Driel, 't Glide, De Vos en Dees; tegen stemmen de heeren Riemens, De Kraker, Col sen en De Bruijn. 7. Benoemen lid Burgerlijk Artnbestuur Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat ter voorziening in de vacature in het Burgerlijk Armbestuur, ontstaan door het be- danken van den heer A. van Aerde te Sluiskil ter benoeming worden aanbevolen. 1. R. de Waal, Sluiskil; 2. H. Meert, Sluiskil. De VOORZITTER verzoekt de heeren Dees en De Bruijn met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 12 stemmen. 'Hiervan verkrijgt R. de Waal 3 stemmen, H. Meert 9 stemmen. Is alzoo gekozen H. Meert. 8. Aanwijzen leden der commissie voor het nazien der genieenterekening 1937 De VOORZITTER wijst aan als leden der commssie tot het nazien der gemeentereke ning over den dienst. 1937 de heeren Verlinde Riemens en Dees. (Wordt vervolgd.) Vrijdagavond j.l. om half zeven kwam de Sassche gemeenteraad in raadsvergadering bijeen, o.a. tot het vaststellen der verschil lende begrootingen der gemeente-instanties over 1939. De Voorzitter opent de vergadering, die vol- tallig aanwezig is. Er zijn twee ingekomen stukken ter tafel gebracht, n.l. een dankbetuiging van de feest- commissie voor de toekenning der subsidie aan het Oranje-comitie ter gelegenheid van de jubileumfeesten van H.M. de Koningin en een proces-verbaal van kasopname der gemeente- ontvanger, die met een bedrag van f 1581,26 in orde werd bevonden. Beide stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Het suppletoir kohier der belasting op de honden over 1938 wordt vastgesteld op drie honden in de lste klasse en 2 honden in de 2e klasse. Aan de orde is thans de vaststelling der be- grooting van het Burgerlijk Armbestuur voor 1939. De Voorzitter verzoekt den heer Kaas na- mens de commissie voor het nazien der be grootingen 1939, hierover rapport te willen uitbrengen. De heer Kaas deelt mede, dat bij de behan deling van de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur verschillende op- en aanmerkin- gen zijn gemaakt. Daar deze voor het meeren- deel personen betreffen, verzoekt de commis sie de besprekingen te houden in geheime ver gadering. De Voorzitter verzoekt dan het publiek, de tribune te verlaten en gedurende 3 kwartier worden de besprekingen hieromtrent voort- gezet. Na heropening der openbare vergadering stelt de heer De Leux voor, de post salariee ring van den secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur met f 100 te ver- lagen. Na hoofdelijke stemming wordt dit voorstel met 9 tegen 2 stemmen aanvaard waarna de begrooting van het Burgerlijk Arm bestuur wordt vastgesteld, zooals zij door de commissie is aangeboden. Thans zal het veto van den Raad moeten worden gehecht aan de vaststelling van de begrooting van den Vleeschkeuringsdienst over 1939. Namens de commissie van onderzoek deelt de heer Kaas mdde, dat de commissie na een van den secretaris ontvangen inlichting, geen op- of aanmerkingen heeft, zoddat hij advi- seert, de begrooting van den Vleeschkeurings dienst vast te stellen, zooals zij door Burge meester en Wethouders is aangeboden. Aldus geschiedt en wordt overgegaan tot het vaststellen der begrooting van de ge meente over 1939. Betreffende deze begrooting heeft de com missie verschillende aanmerkingen. In hoofdstuk 3 van den gewonen dienst, post 82, vindt de commissie begroot voor huur van een bergplaats voor het brandweermate- riaal een bedrag van f 104. De commissie meent te weten, dat de bergplaats voor 1939 gereed zal zijn, zoodat dan ook geen huur meer behoort te worden betaald. Zij stelt daarom voor, dit bedrag van f 104 over te brengen op de post: Onvoorziene uit- gaven. De Voorzitter deelt echter mede, dat uit de memorie van toelichting bij de gemeente-be- grooting blijkt, dat voor huur van het brand- spuit'huis voor 1939 nog was gerekend op een half jaar huur ad- 52 per kwartaai, zoodat, wanneer het nieuw te bouwen brandspuithuis voor dien tijd reeds in gebruik kan worden genomen, dit altijd nog meevalt. De commissie is het verder met Burgemees ter en Wethouders eens, dat, nu uit de be grooting blijkt, dat kan worden overgegaan tot verlaging der belasting, daarvoor de per- soneele belasting in aanmerking komt, om- dat dan alle lagen van de bevolking ervan profiteeren. De heer De Leux wil in hoofdstuk 4 post 99 betreffende subsidie aan ziekenhuizen en sa natoria de subsidie aan het ziekenhuis ten be- drage genoteerd zien. Ook in de memorie van toelichting is dit bedrag niet vermeid. Als laatste opmerking n-oteert de commis sie van onderzqgk dat naidat de begrooting is vastgesteld, daarin in den loop van het jaar vaak min of meer belangrijke wijizigingen wor den aang.ebracht, waarvan de beteekenis hij de tot nog toe gevolgde giang van zaJken van t-e voren niet zoo goed door de raadsleden kan worden bekeken als bij de oorspronkelij'ke be grooting het geval is. De commissie zou het daarom op prijs stellen, wanneer in het ver- volg elk voorstel tot wijziging der begrooting op de agenda der raadsvergadering of als bij- lage daarvan, nauwkeurig en met de ver- eischte toelichting werd omschreven, terwijl. zij het voorts wenschelijk acht, dat dezelfde omschrijving in de gedrukte notulen voor- komt. De heer De Leux vraagt nog betreffende de post kosten voor een gemeenteslachtplaats, die op f 200 huur is geraamd, of door de ge meente niet beter een eigen slachtplaats kan worden gesticht, daar dit waarschijnlijk voor- deeliger is en waar dan tevens alle slager kun nen slachten. De Voorzitter verzoekt den heer De Leux, hiervan dit jaar nog geen voorstel te maken, zoodat hij eerst in overleg kan treden met den directeur van den Vleeschkeuringsdienst. De heer .De Leux belooft dan, er het volgende jaar op te zullen terugkomen en wil dan nog de post kosten voor vemietiging van slaohtafval f 10 schrappen, maar de Voorzitter acht het beter dit zoo te laten. Aldus geschiedt. Dan vraagt de heer De Leux nog, of post 263 van den gewonen dienst, afdeeling inkomsten, be treffende de uitkeering van het Rijk wegens 48 opc-enten op de hoofdsom der dividend- en tanti^mebelasting, die voor 1939 op f 20.000 is geraamd, niet te laag is, omdat de werkelijke ihkomsten volgens de laatst vastgestelde reke ning 27.700,86 bedroeg. De Voorzitter beaamt, dat dit wat aan den lagen kant is, maar stelt toch voor, dit be drag niet te verhoogen, omdat, wanneer het moeht worden overschreden, men dit altijd nog als een appeltje voor den dorst kan be schouwen. Tenslotte merlkt de heer De Leux op, of het niet beter ware, inplaats van het verlagen der personeele belasting, te trachten, in een lagere fondsenbelastingsklasse te komen, omdat de lagere arbeidersbevolking, die geen personeele belasting betaalt, bij een verlaging hiervan ook geen voordeel behaalt, maar wel bij het plaatsen der gemeente in een lagere fondsen- klasse. Hij zegt, hiervan echter geen voorstel te zullen maken, daar het toch geen kans van slagen zal hebben, maar stelt toch voor, het volgende jaar, als de belastingen weer zouden kunnen worden verlaagd, dan een verzoek in te dienen in dien geest. De Voorzitter meent, dat een dergelij-k voor stel moeilijk zal worden goedgekeurd, maar belooft, hiervan nota te zullen nemen. Hierna wordt de begrooting vastgesteld met een sluitend slot voor den gewonen dienst op een ramin-g van 86.996,69 en den kapitaal- dienst met een batig slot van 1050 en een nadeelig slot van 250, aldus met een over- schot van f 800. Hierna wordt dan als gevolg hiervan het voorstel tot afschaffing van de opcenten op de hoofdsom der personeele belasting aange nomen. Aan de orde is de vaststelling van het be drag, bedoeld in artikel 55bis, eerste lid der Lager Onderwijswet 1920 voor het jaar 1939 en de Voorzitter deelt hieromtrent mede, dat in verband hiermede aan de gemeente de piicht is opgelegd, om per leerling van het bijzonder onderwijs 10,66 uit te tre'kken. Zonider stemming wordt dit voorstel aan vaard. Van de gemeente Terneuzen is een voorstel ingekomen tot wijziging der gemeenschappe- lijke regeling omtrent de toelating van leer- lingen uit deze gemeente op de openb. lagere school voor uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Terneuzen, wlk voorstel een wijzi ging der data van toelating e.d. behelst, die aldus Worden aangenomen. Punt 9 is een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot geslotenverklaren voor alle motorrijtuigen, rijwielen en andere rij- en voertuigen van het gedeelte weg tusschen het Wilhelminaplein en het post- en telegraaf- kantoor, in de richting Noord-Zuid. De Voorzitter licht hieromtrent toe, dat Burgemeester en Wethouders tot dit Voorstel zijn gekomen door de gevaarlijke wegkruising van het verkeer uit de Stationsstraat en het verkeer in de richting van het Schulpenpad. 'Hier wordt een fietser, die langs het nieuw aangelegde fietspad aan de linkerzijde van den weg vla'k langs het trottoir wordt geleid, door het verkeer, dat langs het postkantoor komt, totaal afgesneden. De heer De Leux wil ook het eind van de Zuidstraat aan de oude school voor het verkeer Noord-Zuid slui- ten, daar ook dit een gevaarlijke wegkruising is, terwijl de heer Renique nog een stapje verder wil gaan en het verkeer in beide rich- tingen wil sluiten. De Voorzitter meent echter, dat deze krui- sing niet zoo gevaarlijk is, omdat het verkeer, dat langs de oude school komt, den grooten bocht dient te nemen en het niet in de lijn van Burgemeester en Wethouders ligt, maat- regelen te treffen voor wegovertreders. Bij de kruising, als in het voorstel bedoeld, is ech ter wel degelijk gevaar aanwezig, zoodat na nog enkele debatten het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt aanvaard. Elen voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot intrekken van het raadsbesluit van 15 Februari 1938 en tot het nemen van een nieuw raadsbesluit, waarbij aan den heer J. J. Aarnoudse wegens opheffing van zijn betrek- kin'g eervol ontslag wordt verleend als hoofd en onderwijzer bij het openbaar vervolgonder- wijs, wordt zonder stemming aanvaard. Ingekomen is een verzoekschrift van R. A. Geirnaert om vergunning tot ovemame van een hypotheek der gemeente, groot f 2450 op het pand Kloosterlaan 30 alhier. Dit verzoek wordt toegestaan. Van den heer P. A. de Fever is een verzoek schrift ingekomen om gemeentegrond in erf- pacht aan de Prinsenkade, groot 50 c.A. voor het verleenen van een uitgang aan zijn wo- ning, waarop Burgemeester en Wethouders adviseeren, in te gaan, onder voorwaarde, dat dit perceel door een poort van ten minste 2 meter hoog van den weg wordt afgesloten. Zoo wordt dit verzoek toegestaan en wordt een voorstel van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd tot het intrekken van eenzelfde oppervlakte landpacht aan de Prinsenkade. Bij de voorstellen tot wijziging van de ge- meentebegrooting over 1938 wenscht de heer Neeteson op te merken, dat hij zich gekant voelt tegen de post voor verfraaiing van de Stationstraat door het aanhrengen van een lage beplanting. Dit is thans geschied, maar, aldus de heer Neeteson, het is er niet bepaald mooier op geworden. Ik geloof, dat we mo- men teel in de Stationstraat wel wat ,,des Guten zuviel" krijgen. De Voorzitter kan dit niet beamen en ver zoekt den heer Neeteson, eens af te wachten, tot de beplanting gelijkmatig is opgegroeid. De heer Goossens merkt nog op, dat hij van een deskunldige heeft vernomen, dat de Wil- helminaboom zijn dood tegemoet gaat, wan neer niet spoedig de betegeling rond den boom wordt weggehaald. De Voorzitter zegt, dat dit tot eiken prijs moet worden voorkomen en belooft, maat- regelen te zullen nemen. Tijdens de rondvraag vraagt de heer De Leux, of er dl een rajpport binnen is van den schoolarts. De Voorzitter deelt mede, dat dit rapport enkele uren geleden juist is ingekomen, maar dat hij het nog niet heeft doorgelezen, wat de heer De Leux jammer vilMt, omdat hij daaru.it graag zou zien in hoeverre en voor hoeveel kin'deren het noodzakelijk is melk te verstrekken. Hij verzoekt den Voorzitter, dit rapport bij de eerstvolgende vergadering ter tafel te willen brengen, wat deze belooft. Hierna vraagt de heer De Leux, wanneer na de campagne de werkverschaffing zal kun nen aanvangen en of er groote werkobjecten zijn. De Voorzitter zegt, dat er nog geen groote werkobjecten zijn gevonden en dat de werkverschaffing op 2 December zal aanvan gen, waarna de heer De Leux vraagt, of er bij Burgemeester en Wethouders al iets be kend is over het parkeerterrein. De Voorzit ter deelt mede, nog geen officieele gegevens te kunnen verstrekken. Dan vraagt de heer De Leux, in hoeverre de geruchten waar zijn, dat door het gemeentebestuur menschen uit een woonwagen in een huis zijn geplaatst. De Voorzitter verklaart, daarvan niets af te weten. De heer Van der Westen vraagt, wanneer de burgemeester nu eens zal komen kijken naar den toestand van de St. Anthoniekade, om de mogelijkheid en de noodzakelijkheid van een rioleering onder het oog te zien, want de toestand is daar meer dan erg. De Voorzitter belooft, daar den volgeniden dag naar te zul len komen kijken, om met den gemeente- architect een plan te kunnen samenstellen. De heer C. van Acker vraagt nog enkele inllcMingen over een plaatselijke storing op het electrisch licht en de heer De Groff vraagt welk loon de enkele menschen, die momenteel aan de werkverschaffing werkzaam zijn, ge- nieten. De Voorzitter deelt mede, dat dit 28 cent per uur is, waarop de heer De Groff vraagt, of dit niet kan worden verhoogd en tevens hoe het staat met de brandstoffen- voorzlening. De Voorzitter zegt, dat loonsverhooging wel niet zal worden goedgekeurd, maar betreffen de brandstoffenvoorziening belooft hij al het mogelijke in het werk te zullen stellen Tenslotte vestigt de heer De Groff de aan- dacht van Burgemeester en Wethouders op den slechten toestand van het brandgangetie tusschen FTankstraat en Kloosterlaan en of dit met kan worden bestraat. De Voorzitter belooft, dat dit na de campagne een werk- object zal worden. De heer De Leux verzoekt dan nog, om bij net aftappen van de kranen door de Waterlei- dmgmaatschappij, dit zoo te laten doen ge- schieden dat d'oor middel van een slang het aftapwater direct naar de rioleering wordt geleid, want dat in den winter aan het be- spuiten van de straten in verband met ijsvor- mmg een groot gevaar is verbond'en. nrD.e Voorzitter zegt toe, de aandacht van de Waterleidmgmaatschappij hierop te zullen vestigen en sluit, daar niemand meer het woond verlangt, te half tien de vergadering. Vragen, daze rubriek betreffende, kunnen door onze aJbonnd's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe Heemraadsingel 111 te Rotterdam! Postzegel voor antwoord insluiton en blad vermelden. BEZWAREN UIT DE PRAKTIJK EN DE TENTOONSTELLING TE GENT. Tegeniwoordig krijg ik voortdurend brieven over een paar ziekten waar ik al herhaalde malen over geschreven he,b, n.1. de verlamming- en de chronische coccidlosis. Het is een utters" belangrijke zaak voor onze pluimveehouders en daarom kom ik er naar aanleiding van onderstaande brieven nog gaarne eens op terug. De eerste luidt: „Ik heb 26 jonge henraen gehad, waar er thans al drie van dood zijn van de leeftijd van 5 en 24 Mei, zelf door kippen g-ebroed. Ik heb ze met best opfokvoer opgefo'kt, nu zijn ze tegen den leg, een paar zijn er zelfs al aan den leg en er komen lam- men bij welke daar dan aan sterven. Ze zijn een paar dagen wat sufferig, loopen wat te wankelen en den voigenden dag zijn de beenen gehee] lam. Meestal begint het met den lin- kerpoot. We hebben in de jaren 1924, 1930 en ook verleden jaar steeds met de zie'kte te kampen gehad. Is het besmettelijk, is er nog genezing voor of is er sorrus een voorbehoed- middel Gaarne zou ik daaromtrent iets ver- nemeni. Het is telkens zoo'n groote teleur- stelling als je dat zoo moet meemaken. Ze groeien flink op en dan wanneer je op eieren begint te rekenen dan komt weer die verlam ming. Ze loopen vrij uit in de weide waar koeien grazen. Hun nachtverblijf is steeds droog geweest met turfstrooisel!" Hier heibben we met weinig woorden het drama der zjg. verlamiminigsziekte heel typisoh geteekend. Bijna steeds dezelfde klacht, de kuikens hebben het best, groeien goed op en dan tegen den leg breekt de ziekte uit. Over de ziekte zelf spreek ik nu niet, daar heb ik onlangs reed® genoeg over gezegd. Ik be- schouw de zieikte meer van den aanleg der dieren dan van besmetting afhankelijk en men kan er dan ook, als men kuikens heeft die daarmede behapt zijn, weinig aan doen. In gevallen als het bovenstaande is mijn advies om direct alie dieren die maar eenig ver- achijnsel van verlamming, oogafwijikingen of gapen vertoont op te ruimen en de rest aan te houden. Van de dieren die gezond blijven kan mien dan in het tiweede legjaar fokken, eerder niet. Het fokken van jonge hennen beschouw ik als een der ernstigste bronnen die de ver lamming aan den gang houden. Fok dus alleen van kerngezonde, tweede legs dieren, dan komt U vanzelf uit de verlamming. De tweede brief luidt als volgt: „In mijn koppel sterven voortdurend kippen onder sterke vermagering, terwijl ze goed £ten". Hierbdji kort en kraehtig de chronische cocci- diosis, veel eten en toch vermageren. Heel vaak gaat deze ziekte samen met de verlam ming, zoodat mien niet kan zeggen wat nu de eigenlijke doodsoorzaak is. Ook tegen de chro nische coccidiosis is niet veel te doen. De dieren uiterst goed verzorgen en kraehtig voeren wil wel eens helpen, maar veel succes is er van zulke kippen niet veel te verwachten. Het ergste is, dat deze kippen veel smetstof verspreiden, feitelijk zouden zulke dieren in legbatterijen thuis behooren. Daar kunnen ze geen kwaad en door de rust en het goede voer kunnen ze het dan nog een heel eind brengen. Loopen ze op grasland dan moet dit kort ge houden worden. Tegenwoordig sterven veel kippen aan verstopping door lang, taai gras en het gras dat men thans veel iziet staan, taai, lang en hard deugt dan ook voor kippen heel'emaal nieL Het eigenaardige is, dat som- mige kippen, mogelijk door een instinct ge- dreven, er veel van opeten en er hun krop en maag mee vullen. Zulk gras heeft geen voe- dingswaarde, dus de kippen vullen dan hun ingewanden met ballast waarop ze geen eieren kunnen produceeren. Gaat men zulke kippen vastzetten dan staat men verbaasd hoeveel voer ze opeens gaan eten. Ze willen hun maag vol hebben en vullen die nu met goed voer, wat natuurlijk de leg zeer ten goede komt. Voor kippen met chronische coccidiosis is zulk balllastrijik voer geheel uit den booze en ze sterven dan ook alien, terwijl de eigenaar denkt dat hij er goed aan doet ze in een weide te laten loopen. De tijden zijn er niet meer naar om derge lijke kippen aan te houden, niet genoeg kan dus aangeraden worden alles wat niet deugt op te ruimen. Liever veel minder kippen die goed gezond zijn dan een grootere hoeveelheid sLechte kippen. Nu nog even iets over meer opwekkends. Onlangs kondigde ik een excursie naar Londen aan naar de groote herfstpluimvee- tentoonsteiling aldaar. Deze is pracihtig ge- slaagd en de deelnemers hebben in Engeland veel merkwaardigs gezien. Daarna heb ik de pluimveehouders opgewekt voor de groote herfstshow in Hannover, de z.g. jongpluim- veetenitoonstelling, een reuzen tentoonstelling met 7000 dieren, terwijl er nog 2000 dieren geweigerd waren. Op beide toonaangevende tentoonstellingen kom iik terug, daar juist de vergelijking tusschen beide zeer interessant is. Thans staat als eerste op het Internatio nale proigramma de bekende bedrijfspluimvee- tentoonstelling te Gent. Deze belangrijke show vindt plaats van 12 tot 14 November en er staat een excursie op stapel gedurende Zaterdaigmiddag en Zondag. De plannen moe ten nog nader uitgewerkt worden. Het is voor ons van veel belang steeds te studeeren en bij het bezoek van dergelijke buitenlandsche tentoonstellingen kan heel wat geleerd worden. Wie in principe er voor gevoelt kan zich al- vast aan mij apgeven. Dr. B. J. C. TE HENNEPE. (Nadruk verbodem.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 6