Ter Neuzensche Courant Binnenland Feuifleton-vertellingen Landbouwberichten Pluimvee-Rubriek Maandag 31 October 1938 No. 9831 TWEEDE BLAD BRABANTSCHE BRIEVEN. GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. VAN ter dat heeft uiteengezet in de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij de behandeling van de interpellatie-De Visser op 9 Juni J.l. PRINSES JULIANA EN PRINSES BEATRIX TE SOESTDIJK TERUGGEKEERD. H. K. H. Prinses Juliana en Prinses Beatrix zijn Vrijdagmiddag te kwart over twaalf, in gezelschap van freule Feitb, per auto ten Paleize Soestdijk teruggekeerd. Het kleine Prinsesje zat in een reiswiegje. De tohuiskomst geschiedde onopgemerkt. PRINSES JULIANA TE UTRECHT. Vrijdagmiddag heeft de minister van sociale zaken. prof. mr. C. P. M. Romme, het derde congres voor kleuterzorg geopend, dat Vrij- dag en Zaterdag te Utrecht in het Jaarbeurs- gebouw werd gehouden. De apeningspdechtig- heid werd bijgewoond door Prinses Juliana, besdhermvrouwe van het congres, die van den aanvang af veel belangstelling hiervoor aan den dag heeft gelegd. De komst van de Prinses te Utrecht had reeds langen tijd voor haar verwachte aan- komst vele menschen naar het Vredenburg doen gaan, die met steeds groeiend ongeduld de verschijning van H. K. H. venbeidden. Het publiek zag de genoodigden naar binnen gaan, onder wie de cammissaris der Koningin, mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, en den burgemeester, mr. dr. G. A. W. ter Pelk- wijk, verscheidene hoogleeraren en deelnemers aan het congres. De meesten waren verge- zeld van hunne dames. Even voor 2 uur werd het wachten beloond, doordat een politiemotor de aankomst van den hofauto aankondigde. De auto reed voor en onder gejuich stapte de Prinses uit, glim- lachend de ovatie van het publiek in ont- vangst nemend. H. K. H., die in het bruin gekleed was, was vergezeld van haar hof- dame, jkvr. A. M. de Brauw, en den kamer- heer in buitengewonen dienst der Koningin ter beschiikking van de Prinses, mr. J. C. Baud. Zij werd aan den ingang van het Jaar- beursgebouw verwelkomd door den voorzitter en den secretaris van het congres, prof. dr. A. ten Bokkel Huinink en dr. C. Wieringa. Een aardig moment was het, toen een klein meisje, een dochtertje van dokter C. van Staveren te Utrecht, de Prinses 'bloemen aanbood, waarvoor zij hartelijk dankte. De menigte 'bleef juichen, toen de Prinses naar binnen ging, en maakte zich toen op om te wachten, totdat zij terug zou komen. In het gebouw werden verscheidene leden van het bestuur aan de Prinses voorgesteld, die zich daarna met het bestuur naar de con- greszaal begaf, waar de openingsplechtigheid een aanvang nam. DE KEURING VAN AUTO'S VOOR BEROEPSVERVOER IN BELGIE. Binnenkort zulien in Belgie alle motorrijtui- gen, gebezigd voor rekening van derden en voor personenvervoer tegen foetaling, ingevolge twee nieuwe Kon, besluiten, voorzien moeten zijn van een keuringsbewijs en regelmatig (3 of 6-maandelijks) opnieuw gekeurd moeten worden AangeZien een dergelijke regelmatige keu- ring groote moeilijkheden zou opleveren, indien deze ook zou worden toegepast op onze Neder landsche beroepsvervoerders op Belgie, heeft de A.N.W.B. zich onmiddeilijk in verbinding gesteld met de autoriteiten in Belgie. Naar aanleiding van dit onderhoud kan worden medegedeeld, dat het Belgische mi- nisterie van verkeerswezen heeft toegezegd, dat onderhandelingen zullen worden aange- knoopt tusschen de Belgische en de Neder- landsche regeering om te komen tot een rega ling, waarbij de Nederlandsche motorrijtui- gen voor beroepsvervoer in Belgie, zullen zijn vrijgesteld van het keuringsbewijs en niet onderworpen zullen zijn aan de periodieke Belgische keuring, mits omgekeerd dan der gelijke Belgische motorrijtuigen ook in Neder- land zullen mogen rijden, zonder aan een spe- ciale Nederlandsche keuring te zijn onder worpen. Mede in overleg met dit ministerie heeft de A.N.W.B. zich nu tot den minister van water- staat gewend met het verzoek, ook van zijn kant te willen bevorderen, dat zulk een rege- ling zal worden getroffen. WENSCHEN VAN SIGARENWINKELIERS. De vakgroep van sigarenwinkeliers van de afdeeling Amsterdam van den Nederlandschen modernen middenstandsbond heeft een motie aangenomen en ter kennis van de regeering gebracht, waarin middelen worden aanbevolen om den sigarenwinkeliers een betere positie te geven. Deze middelen zijn volgens de motie: toe- passing van de Vestigingswet-Kleinbedrijf uitreiking van tabaksvergunningen voor de toekcimst alleen aan hen die in dit bedrijf hun bestaan moeten vinden; betere regellng van de Zondagssluiting en van den verkoop door mid- del van automatonIbestrijding van den detailverkoop door niet erkende handelaren. DE UITWMZING VAN EEN DUITSCHER. Ten vervolge op de beantwoording van vra- gen van den heer Wendelaar betreffende de arrestatie en de uitwijzing van een in Neder- land vertoevenden Duitscher heeft de minister van justitie het volgende medegedeeld: De bedoelde Duitscher heeft begin Novem ber 1936, komende uit Spanje, te Rotterdam een naar Duitschland varend schip verlaten en ziah den daaropvolgenden dag bij de politie gemeld. Waar hij zonder middelen van bestaan was en tegen doorreis naar Duitschland be- zwaar maakte, is hij in afwachting van een nader onderzoek aangehouden. Ofschoon niet aannemelijk was gemaakt, dat hem in Duitsch land gevaar dreigde en ook uit de ingewonnen inlichtingen niet was gebleken, dat hij aldaar gezocht werd, is ten slotte tot zijn uitleiding naar genoemd land niet overgegaan en is hij onder bepaalde voorwaarden op vrije voeten gesteld voor een kort vertblijf bier te lande ter voonbreiding van zijn vertrek naar elders. Dit verblijf is onder nadere maatregelen van toe- zicht nadien nog veriengd geworden. Zijn verdere gedragingen hebben echter aanleiding gegeven de invrtjheidstelling te herroepen, waarna einde Juni 1938 alsnog zijn uitleiding naar Duitschland heeft plaats gehad. Blijkens de ter zake ontvangen inlichtingen (waarbij nader werd bevestigd, dat hij in Duitschland niet gezocht werd) heeft de betrokkene zich na zijn ovemame door de Duitsche autoriteiten door ophanging van het leven beroofd. Uit het bovenstaande blijkt, dat aan het onderhavige geval 'bijzondere aandacht is be- steed geworden en dat de daarin gevolgde gedragslijn in geen enkel opizicht afwijkt van het standpunt der regeering, zooals de minis- Ulvenhout, 27 October 1938. Amico, t Jaar spoeit ten einde. Moei en zwaar smakken de leste blaren van 't ge- boomt. Stil peinst den ouwen buiten deur den graauwen schemer van deus tij, waarin den dag maar schriele binnen valt langs 'n spleet van dikke nevelgor- dijnen, die zwaar van den lagen hemel plooien. En 't licsht dempen veur den Rouw van Allerzielen, die over d'eerde floerst. Allerzielen" 't wordt gevezeld binnen de bosschen, die vol staan van 'nen stilte- wemel, die over oew 'ziel daauwt lijk de nevels over den wijen akker daargunder. Allerzielen" 't wordt gevezeld binnen onsh stille bosschen, in den tik van neveldrup- pen, die tranen in den zachten bojem. In 't geritsel ook van dooie takskes, die schuren deur de kruinen. En schuiven de nevelgordijnen 'ns efkes open, valt 'n dunne bamis-zon binnen, in den befloersten buiten, dan glanst't natte takken- rag lijk zil'verdraad om de zwarte boompilee- ren. Dan flakkert hier en daar 't gele vlam- meke van 'n leste henfstblad, dan strepen lan- ge schaduws over den fonkelbruinen bosch- bojem en dan echoowt efkes 'nen hoogen sjilp van 't kwieke boschveugeltje tegen den stilte- wemel aan. 'n Konijn, mee opstaande lepels, zit verrast daar gunderwijd, temidden in de blaauwe dreef; 'n kaauw wiekt daar boven mee dof ge rucht, dwars over 't zilvelspinsel van de leege eiken waarin rosse vlamkes branden. Sehuins steken blaauwe zonnebussels deur den doom, die daar smoort in de boschdrevels. (Even is den dag opengegaan, maar de stilte suizelt om oew Ihoofd. 't Flustert van Allerzie len, hier in 't bosch, waarin toch efkens den dag binnenviel langs 'n spleet van de dichtge- plooide nevelgordijnen. "t Was Zondag en ik was nou toch halver- weuge, 'k docht: allee, ik kuier 'ns even deur naar 't Boschhuis, naar de familie Zonneveld. Den Vic had ik al enkele weken gemist en Hanneke... 'k kost me op den oogenblik heur beeld nie helder veur oogen krijgen. 't Witte porceleinige kopke, mee de deurschijnende kleurkes van "t ouwe Mevrouwke, mee 't zij'ig witte kroezelhaar stond veul scherper veur m'nen geest. Vrimd... 'k had Hanneke toch veul meer keeren gezien. En as ik goed na- docht ook den klank van heur stem, die toch schoon is, kost ik me nie sjuust meer herinneren! Gek. Ik had dat vroeger ook mee m'n Moeder, schoot me nou te binnen. En piekerend slefte-n-ik deur den ijlen dag, die zwaar rook naar den Herfst. De lichtspleet in den lagen hemel was weer diohtgetrokken, kilte viel op m'nen nek en 'n iHeftig schudde den Eeker z'nen kop ach- ter madame. ,,Die zijn van mrj,"° zee den Dre kordaat. ,.Ik geloof 't nie, zulle," zee madame en ze stak 'r dikke handen uit naar 't goed. ..Handen thuis!" had den Dre gecomman- deerd. „Da'8 niks veur jouwen veridu, madame!" Efkens had 't wijf betutterd gestaan. Toen was ze gaan schelden, z6<5 rap dat er den Dre nie veul van verstond. „iEn't leste, opa, wat i-k van den Eeker heb gezien, is: dat ie de pan eerpels te vuur zette en 'n groote roetstreep over z'n gezicht had. Hij keek me lachend-triestig aan en sjuust als ik op de fiets stapte heurde ik die madame gaan uitvaren tegen den Eeker. En zoo ben 'ik niks aan 'm kwijt kunnen geraken, opa. Z'n kleeren nie, z'n centen nie. Alleen 'n half dooske cigaretten." ,'k Heb 't oe vooruit gezeed Dre!" herin- nerde-n-ik 'm. ,,Ja, ja opa. Maar tochik... ik wilde... nouija! Een dingske: hij wit nou, dat we nie kwaad op 'm zijn en daarmee was ie veul, heel veul content, sjuust als gij docht, opa!" „Dan zien we 'm nog wel 'ns verom, Drd!" „<Op z'n vroegst over 'n jaar!" ,,Wit niemand, jonk! En den Eeker eigens wit er 't allerminste van...!" Ja 'k moest er mee den Vic toch ook 'ns over praten. Den hemel was weer dicht. 'n Dooi blad viel op m'nen schouwer. M'n pepke kraakte in de stilte. Maar ieverans in de verte hoorde-n-ik rijven. "n IJzeren rijf rettelde deur tuingrind. Dat moest bij den Vic zijn! En ik dee er 'n paske bij. Ja In de verte zag ik Hanneke's figuur- ke gebogen in den voorhof van 't Boschhuis. En als ik nader kwam, m'nen pas was nie te hooren op den zachten boschbojem, terwijl de rijf veul gerucht mokte deur 't stille bosch, dan speurde-n-ik, zoo tusschen de boomen deur, naar deus pittig tuiniersterke, naar Hanneke Zonneveld, die daar orde op den Herfst stelde. 'k Bleef efkens staan. Had plazier in deus heimelijk weerzien. Maar Herman verraaide me. Blaffend, brieschend, sturmde-n-ie op me af, den gebrilden boxer. Nam in Z'nien ren 'nen sprong, even voelde-n- ik z'n natte neus, of was 't z'n tong, teugen m'n gezicht, dan viel ie neer op z'nen korten steert, hunkerend naar 'n goei woord! Wa'k geren veur deuzen ouwen kameraad over- had...! Maar daar was Hanneke al. Daar was gelijk den Vic! Hannekes lage, klaterende stem lachte zenuwachtig van plazier. Den Vic kwekte, brulde deur 't bosch over Herman z'n geblaf henen. En zelden heb ik de mach- tige Stilte van 't Bosch zoo rap zien ver- schrompele-n als den lesten Zondagmergen, daar in den voorhof van de Zonnevelds. Van Hanneke kreeg ik 'nen kus, sjuust zoo spontaan als van den Herman en toen... 'nen teleurstellenden blik naar m'n pijp. ,,Ja, Hanneke, jouwen kustelijken, Ameri- kaanschen meerschu^per krijg ik van Trui nie mee naar buiten, horre! We zijn er... allebei... even zuinig op!" ,,Drd, ouwe makkerr...!" galmde 't deur 't bosch! „Wat ben ik blrj, onsterrflijke vriend, dat je m'n tent weer 'ns komt opzoe- ken! 'k Heb 'n schilderrstukk op den ezel staan..., kom binnen, kom binnen, kom binnen!" ,,iHoe is 't mee mevrouw, Vic?" ..iPerrfect, perrfect! Ik zeg je toch ik ,,Vic, oew bedoelingen zijn schoon, maar 't is nie den weg, kearel!" „D6nk je" ik geloof dat ie me efkens haatte om m'n „stommigheid"„denk je, dat ik het rrecht heb van mijn kostelijk geluk... Willem komt ook thuis...," (hij brulde 't uit) „ddnk je, dat ik op al dat geluk zoo'n klein pietsje rrecht heb, als ik m'n handen niet uitsteek naar zo'n joch, dat het geluk van jouw huis moet in-ge-trapt worden?!" Ik schoot in den lach. „Dat is 't nou sjuust, Vic! Hij mot er in- getrapt worden. En... en... gij, als gelukkigen herboren mensch, gij ziet de dingskes te ge- makkelijk nou!" „We zzullen zzienn..., Delhomme, schiet- tent. Eekhoorn," zee-t-ie veur z'n eigen. En den grooten hoed verhuisde weer op z'nen witten krullenbol. Aimico, ik mot er, tot m'nen spijt afscheien. M'n pampier is vol. Maar; afijn, tot de noste week! Veul groeten van Trui, Dre III en als altij gin horke minder van oewen t.a.v. DRA KORT VERSLAG VERGADERING DAGELIJKSCH BESTUUR DER Z. L. M. Dezer dagen hield het Dagelijksch Bestuur van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij in het Landbouwhuis te Goes zijn maandeiijksche vergade- ring, naar aanleiding waarvan het volgende kan worden medegedeeld. Voorlichting Pachtwet. In verband met het in werking treden van de Pachtwet op 1 November a.s. werd aan het Seere- tariaat opgedragen om in samenwerking met het Boekhoudbureau. over de bepalingen van deze wet de pachters en verpachters van voorlichting te dienen. Land- en tuinbouwers die over de Pachtwet advies wenschen, kunnen zich wenden tot het Secretariaat te Goes of tot een van de ambtenaren van het Boek houdbureau, die op de bekende plaatsen in de pro- vincie zitting houden. Model-pachtcontracten zullen tevens verkrijgbaar worden gesteld. Comimissie van Toezicht op de R.L.W.S. In de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer W. Koning Wzn. te Rilland-Bath, werd op verzoek van Gedeputeerde Staten van Zeeland de volgende aanbeveling opgemaakt voor de benoeming als lid van de Commissie van Toezicht op de R.L.W.S. te Goes: 1. de heer P. Scheele—de Putter te Biezelinge. 2. de heer A. van Hootegem te Kruiningen. Radioweerberichtgeving. Met belangstelling werd kennis genomen van een adres van de 3 C.L.O. aan Zijne Excellence den Minister van Waterstaat, waarin wordt verzocht het weenbericht op een zoodanig tijdstip in den vroegen morgen uit te zenden, dat de landbouwers met de weersverwachting rekening kunnen houden. Tevens zou de radioweerberichtgeving verbeterd kunnen worden door de middaguitzending van weerberichten te vervroegen en steeds op vaste tijdstippen. De weerberichten zouden voor den landbouw bovendien in beteekenis winnen, indien meer rekening kon worden gehouden met de te verwachten weersge steldheid in de verschillende gebieden. opgestoken windeke wreef langs m'n slapen. Vreemd. Elf slagen van ons kerketorentje n schilderij op den ezel staan als ik nog nddit, nddit gemaakt heb?!" En als we leutig en gezellig in de werme huiskamer zaten, waar den pendule 'n zilve- ren wijske klingelde, den: koffie geurde tot in de diepste hoeken van de bruine kamer, Vic z'n wefke gezellig ronddribbelde mee servies en kookgerei, Hanneke sigaren en tabak mee- brocht uit den Vic z'n atelier en den Vic eigens telkens in 'nen anderen stoel gong zit- ten als ie opgestaan was om Moeder" te hel- pen, mij 'n sigaar te geven, Herman in z'n mand gecommandeerd had, dan schoof den Vic z'nen grooten, zwarten flambard achter- over en als 'n vorst brulde-n-ie me, mee uit- gestoken armen in hemdsmouwen toe: ,,Drr6, ouwe strijdmakkerr.wat zeg je van m'n vrouwvolk Wordt daar de hand aan ge houden, offe... worden de feeksen verwaar- loosd ,,Vic, mevrouw is twintig jaren jonger ge worden van deuzen zomer en..." ,,MJ6en je dat?" ,,Ja! Dat meen ik!" ,,Lien, kom hier, ik eet je op!" En weer gong je ergens anders zitten, nou op den leuning van z'n vrouw d'ren stoel. ,,En die weggeloopen schooljuffrouw; zeg je meening! Rrond uit, 66k als 't in haar nadeel is, de waarrheid zal ik weten. Sprreek ,,Vic, als ik dertig jaren jonger was, wierd Hanneke vannacht geschaakt!" Weer stond ie op. Kwam bij mij op den leuning zitten. Gooide z'nen hoed naar 'nen anderen kant. Sloeg me op den schouwer: ,,Drr6, vrouwenroover, wij eten hier mee z'n drieen 't geluk op, met bonken! Luisterr: onzen... Willem... onzen... in-ge-nieur.is on- derweg met den Statendam!! Half jaar ver- lof! Thuis. Thuis bij vader en moeder en..."' Toen wees ie naar Hanneke. Wijer zoefden dunnekes tot hier deur. Wat waren ze ver. 'k Zou best 'nen mensch willen zien, nou. Al was 't den Eeker maar. Ja, sjuust den Eeker, dat eenzaam, zwervend, wegflierend blaaike, zoo wijd van den boom. Waar zou 't ooit tot rust komen? In den Bels In... Ame- rika? Bij... Drd HI? Toch 'ns mee den Vic over praten. 't Was Drd HI nie gelukt, 'den Eeker verom te bren- gen. (Eeker, ge gaat dood", had ie gezeed. ,,Ge hebt pas nog op't kantje gelegen, ge zijt veul erger ziek gewist, dan ge eigens weet! Deus woonwagel- en kermisleven is te zwaar veur jou." Maar den Eeker had 'ns dunnekes gelachen en gezeed: ,,Dr6, ik gaai nog nie dood!" „Hebt ge dat op 'n briefke gekregen?" vroeg den Dr6. En sjeerjeus had den Eeker gezeed: ,,neee, maar t6ch weet ik 't!" ,,Ik heb oew kleeren meegebrocht, Eeker. En oew centen." Strak had ie toen naar de spullen gekeken. Efkes den jas gestreeld. Dan twee dikke tra nen in z'n oogen, had ie weer gezeed: ,,Dre, 't spet me zoo!" ,,Kom dan mee verom!" riep den Dre woei- end uit. Maar triestig schudde den Eeker z'nen kop. ,,Nog... nie", fluisterde-n-ie. En toen: ,,Dr6, hangt alles weer netjes op de kleerhoutjes, as- teblieft. Sjuust... zoo, as ik "t eigens ge- borgen had op... ons kamerke."' Toen was ie weer eerpel gaan jassen, op 't trapke achter den woonwagel. ,,Waar gade naar toe, volgende week?" Bergen op Zoom." ,,En dan?"" ,,Naar Antwerpen. Wochten op den eersten Vlomschen foor." ,,En wat voerde dan uit, ondertusschen?" ,,Verven. De wagels, de tent, de zeilen en 'k doei 't huishouwen van Madame." „Wat doet ze dan eigens?" ,/Vendu." „Watte?" ,,Ouwe rommel opkoopen en weer verkoo- pen. Heb ik ook werk mee. Rippereeren, op- wrijven, 'n streek verf geven en zoo, nuuw- maken, ge verstaat, Dr6. En 's Zaterdags- avonds meehelpen op de markt, ee!" ,,Zij-d-al bij oew moeder gewist?" „Ja!" „;En?" Vervoer van crisisproducten in de grensstrook. Van landbouwers uit de grensstrook, bedoeld in het Crisisgrenscontrdlebesluit, werd de mededeeling ontvangen, dat het vervoer van crisisproducten in de grensstrook veel moeilijkheden ondervindt door onibekendheid met de voorschriften. Te bevoegder plaatse is hierop de aandacht gevestigd en verzocht hierin verbetering te willen brengen. Verlichting losse paarden. Voor de verlichting van losse paarden waarmede het vorige jaar door verschillende landbouwers moeilijkheden werden ondervonden en pr<mes-verbaal werd opgemaakt, is tot nu toe geen oplossing ver- kregen. In het Wegenverkeersreglement, dat binnenkort in werking zal treden is wel bepaald, dat geleiders van vee bij nacht voorzien moeten zijn van een lantaam, welke naar alle zijden een helder wit licht uitstraalt. Ten aanzien van de verlichting van losse paarden is echter niets voorgeschreven. Te bevoeg der plaatse zal hierop worden gewezen, opdat moei lijkheden in de toekomst zooveel mogelijk kunnen worden voor komen. Studjecommissie inzake drogen van aardappelen Aan den Secretaris der Maatachappij, Ir. J. D. Dorst, werd toestemming verleend om namens het K.N.L.C. zitting te nemen in een door den Minister van Economische Zaken ingestelde studie-commissie inzake het drogen van aardappelen. ,,Wit ze, dat ge hier zijt?" ,,Jazekers!" ,,Vindt ze dat goed?" Toen had den Eeker 'ns gelachen en ge- vraagd ,,Waarom nie?" „Gade ze nog goeiendag zeggen, veur ge wijer trekt?" ,,Zekers! Want ik blijf misschien laang weg, ee." Toen was Madame Delhomme te voor- schijn gekomen, tusschen de bouwsels van den kermis deur. „Awel, manneke, hebt gaai nie anders te doen, dan te discussieeren Gaai mot coif feur zien te worden, da's 'nen deftigen stiel voor ouw. Hebt ge de stoof nog nie aange- legd? Kan ik patatten gaarsmoren op 'n kauwe stoof? Wie zaaide gaai?" Dit leste tot den DrA ,,Den Eeker was in onzen dienst en..." ,,Gaai zaait den auwen patron van dieen kwiebus? Sa! Da's merveljeus! Heeft 'm gestole-n, toch nie?" Den Eeker lee ondertusschen de kachel aan, in den wagel en wees heimelijk op de kleeren, die den Dre over den arm had. Hij wilde beduien, dat den Dr6 ze nie af moest geven. „Wat hebt ge daar?" vroeg madame. ,,Oow... eh... niks. Kleeren." ,,Zaain die van ons?" praten kost ie nie. Maar dan viel ie uit, knip- perend mee z'n oogen: ,,'k heb iets in m'n keel. Moeder koffie! Koffie met koek! Zieje Drre? Net als bij Trui op Zondagmor- gen! Dat hou ik vol, m'n lleven llang!" Dan zachtjes: „den laatsten Zondag, voor ik op de boot ging om m'n Lieneke en m'n Hanneke te gaan halen, was ik bij jou en Trui op den koffie met koek. Dik besmeerd met boter, goud als de zon! 'k Had in geen jaren zooiets geproefd op Zondagmorgen. 't Leek mij het zinnebeeld van hoogst huiselijk geluk! En iederen Zondag wordt hier dit feest ge- vierd, door drie gelukkigste schlemielen van God!!1" Weer sprong ie op. ,,Kom op! Kom zien in m'n verfwinkel, wat daar gewrocht wordt, man!" Ochja welken kunsteneer is nie altij bezig aan 't ,,beste" ooit deur hum ge- schapen... Maar geren gong ik mee. 'k Wilde 'ns ef kens praten over den Eeker. En als m'n ver- haal pas half onderweuge was, dan vroeg ie: ,,waar is de jongen nou?" „In Bergen om Zoom, op den kermis." ,,Hoe ziet ie eruit?" ,,Lijk 'nen eeker! Da's 't beste portret!" ,,iEh hij is...?" „In de pijpenschieterij van 'n zekere madame Delhomme." ,,'k Ga 'm morgen halen!" „Wocht efkens, Vic. Ge kent 't -verhaal nog nie half!" Ik vertelde. Hoe den Eeker bij ons was ge komen, deur Drd HI. Van z'n kamerke. Z'nen Verjaardag. Z'n horloge. Van z'nen puiken arbeid, zwijgzaamheid. Van z'n goeie hart, 'vo-oral veur z'n moeder. Van 't ongeluk mee Bles. Ziekenhuis. Nuuwen jas. Van z'nen strijd tusschen hierblijven of gaan zwerven Van z'n leeren mee Dr6 HI. Van z'n vlucht. „Drre," brulde den Vic: ,,ik ben niet Vic Zonn-eVeld den kunstschilder, als ik dat jong niet bij je terugbrreng!"" Dat leste ,,eng" dreunde na lijk 'n kerk kick. Uitvoercontrole op uien. Ten aanzien van de uitvoercontrole op uien, dat vrijwel uitsluitend landbouwproduct is, werd besloten zich er mede te vereenigen, dat het, zoolang althans geeln andere landbouwvoortbrengselen onder deze wet vallen, de uitvoercontrole blijft bij het U.C.B., mits aan de uientelers voldoende medezeggenschap bij de uitvoering wordt toegekend en de verrekening wat inkomsten en uitgaven betreft gescheiden wordt van die van de overige producten. zijn, een gewone vischtraan met een hoog ge- halte aan vrije vetzuren en met totaal geeh vitaminen. Dergelijke bijmengsels zijn niet alleen nutteloos, maar zelfs schadelijk en het is ontzetten-d jammer, dat er met deze dure grondstoffen nog zoo geknoeid kan worden. Men kan kippen met een cbronische coccidio- sis soms er nog bovenop helpen met een over- maat "van heel best voer, gaat men de dieren dergelijke traan igeven, dan loopt het direct mis. Over het algemeen zijn kippen met chro- nische coccidiosis gevaarlijke patienten, waar niet veel van terecht komt en die zeer veel aan voer kosten. Men kent ze in een koppel al gauw doordat ze vaak bleeke beenen en snaivels hebben en grijze oogen. Levertraan in den winter bijvoeren, als tenminste het meel- voer geen traan bevat, kan nuttig -zijn. Men moet echter niet boven 1 gram per k-ip per dag gaan, dus ongeveer 2 pet. in het meelvoer. Men zorge echter uitstekende levertraan te nemen of dohyphral-olie, die eveneens goed werkt. Een tweede brief 'luidt: ,,Ik heb 50 jonge jhennen in een h-ok zitten en ze leggen best. De groote van het hok is 10 X 2.60 M. en ze hebben nog een buitenloop van 20 X 20 vierkante meter. Wat is nu, beter het hok des aVonds verlichten of niet en in het hok ze vast houden of niet. De voorkant Van het hok is dicht met glas." De zaak der verlichting is niet zoo een- voudig als men het wel eens denkt en om dieren, die flink aan den leg zijn, nu opeens te gaan belichten, daar moet men voorzichtig jnee zijn. Als ze goed leggen, zullen ze er niet beter door gaan leggen, maar het voor- deel, dat de verlichting brengt is, dat ze meer tijd krijgen voedsel op te nemen en dus niet zoo gauw zich gaan uitputten. Dit is het groote gevaar bij flink leggende jonge hen- nen op het oogenblik. Als zij zich te veel uit putten, treedt heel gemakkelijk een liehte rui op of snot en dan is het voor weken met den leg gedaan. Zorg er daarom voor, dat de dieren vooral goed op gewicht blijven. Ze moeten thans minstens de helft van het dag- rantsoen aan graanivoer opeten. Het aantal uren, dat de hennen licht hebben (kunstlicht en daglicht) moet niet hooger zijn dan 13 uur en wie nu nog met verlichting wil beginnen, moet dat langzaam aan doen, dus iederen dag een kwartier meer, totdat ze op 12 a 13 uur staan. Over het algemeen wordt afgeraden dieren, waarvan men in het voorjaar fokken wil, in den winter te belichten. Uitvoerige proeven hebben echter aangetoond, dat men van beliclite hennen wel fokken kan, maar dat dan de voeddng natuurlijk prima moet zijn. De verlichting werkt trouwens heel anders dan men vroeger dacht. De theorie was dat de hennen dan langer tijd hadden om te eten en daardoor meer legden. De zaak is echter zoo,, dat door licht bepaalde stoffen gevormd worden in de onderhersenklier (hormonen) en dat deze den eierstok tot verhoogde wer king prikkelen. De kip legt dus door de ver lichting meer en moet daardoor meer eten. Krijgt ze niet genoejf te eten, dan put zij zich uit. De verlichting is daarom een middel om laatbroed hennen sneUer aan den leg te krij gen en om bij hennen, die al aan den leg zijn, de rui tegen te gaan. Over een geheel leg- jaar gerekend leggen de hennen niet meer door de verlichting, maar ze leggen de eieren in den herfst en winter als deze het meest op- brengen. Op het bekende proeffokstation te Tiel-Steenbek heeft men gedurende verschil lende jaren proeven genomen met verlichting van fokhennen. Van verschiUende broedsels gedurende Februari, Maart en April van be- lichte hennen waren de uitkomstcijfers als voligt Febr. Maart April der ingelegde eieren 82.2 80 84.2 der bevruehte eieren 87.6 92.6 94.6 Verder is er in Steenbek reeds gedurende 8 jaren met succes 'van belichte hennen ge- fokt. Dergelijke resultaten zijn ook in Ame- rika op proefstations bereikt. Het kan dus wel, doch alleen als er met de voeding en de verpleging uitstekend op gerekend wordt. Bekwame vakmenschen, die een vitamine- en mineralen rijk voer geven, zullen het een eind brengen, menschen met minder vakkennis doen beter zich aan de oude ervaring te houden. Nu terislotte nog over het vasthouden der kippen in den winter. Dat hangt ook al weer veel van de omstandigheden af. Heeft men een ruirn hok, goed verlicht en goed geventi- leerd, dan kan men best de kippen binnen houden. Br moet dan ook gezorgd worden, dat het strooisel veelvuldig Venverscht wordt. In het geval van onzen briefsteller kan het best, daar zijn kippen ruimte genoeg hebben. In elk geval is het bij nat, guur, winderig weer veel beter de kippen binnen te houden dan ze buiten te sturen, waar toch niets voor ze te halen is. Door het hok vanbinnen te witten, wordt het Veel lichter. Alleen moet zeer goed op de ventilatie gelet worden. dus wel rarnen open als dat van den regen kan. Moeten de ramen dicht van den regen, dan kan soms een deur, die van den windkant af- gekeerd is, opengtezet worden. Natuurlijk met een gaasdeur er voor, zoodat de kippen er niet uitloopen. Dr. B. J. C. TE HENNEPE. Algemeene Vergadering. De Algemeene Vergadering werd vastgesteld op Woensdag 7 December a.s., des namiddags half twee te Goes. De heer J. Bekius, Directeur van de Z.P.C. te Leeuwarden zal op deze vergadering een voor- dracht houden over: De moeilijkheden bij den afzet van pootaardappelen. Na behandeling van enkele huishoudelijke aange- legenheden volgde sluiting. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonnAs worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Heemraadsingel 111 te Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. OVER WINTERVERLICHTING. Enkele vragen uit de praktijk: ,,Onze jonge hennen worden ziek. De kammen worden don- ker en de eetlust is geheel weg. Ik heb onge veer 400 van deze jonge hennen en er zijn er al ongeveer 20 die dit verschijnsel vertoonen. Gaama per omgaande bericht wat dit is en Wat er aan gedaan moet worden. Ik voeg bij de zieke hennen nog een fleschje levertraan en een zakje ochtendvoer. Gaarne zou ik daar- van de analyse weten en ook of het gebruikt maig worden voor pluimvee." Dit is op het oogenblik een veel voorkomen- de klacht en meestal betreft het kippen met chronische coccidiosis of met nieraandoenin- g-en. Deze nieraandoeningen komen in den laat sten tijd meer voor, het is niet onm-ogelijk, dat het slechte, natte weer daar een rol bij speelt, maar in dit geval zat er iets anders achter. De eigenaar wilde de dieren blijkbaar eens extra goed doen en gaf ze levertraan. Bij on derzoek bleek dit echter -geen levertraan te Nadruk verboden. Vergadering van Donderdag 20 Oct. 1938, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen, burgemeester. Tegenwoordig de leden P. van Cadsand, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Rit- them, J. Riemens, D. E. de Kraker, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Drie! J. N. 't Gilde, M. de Vos, G. Dees en A. de Bruijn. Afwezig de heeren L. J. Geelhoedt en J. den Hamer. (2. Vervolg.) 3. WijzJgen rekening-courant overeen- Uomst met de N.V. Bank voor Neder landsche gemeenten.' Burgemeester en Wethouders berichten Bij scbrijven van 14 September 1938 werd door de N.V. Bank voor Nedterlandsche ge meenten te 's-Gravenhage medegedeeld, dat in verband met de verhoudirgen op de geld- en kapitaalmarkt, de rekening-courant overeen- komst met ingang van 1 Januari 1939 opnieuw dient te worden gewijzigd. De maximum debetrente (door de gemeente te fcetalen) welke tot heden 2 boven het promesse-disconto van de Nederlandsche Bank lag, wordt tot 114 boven -dit promesse-dft- conto verlaagd, overeenkomstig de reeds gerui- men tijd gevolgde praktijk. De credit-rente (door dte gemeente te ont vangen) wordt los gemaakt van het promesse- disconto. Het is de bedoeling behoudens on- voorziene omstandigheden per 1 Januari 1939 te vergoeden ya Wij vinden het gewenscht in het door den bank voorgestelde raadsbesluit als laatste lid aan artikel 5 nog idle navolgende bepe'ing op te nemen, welke bepaling ook voorkomt in de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1938 | | pagina 5